No. 18804s LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 24 Juni. Tweede Bfad. Anno 1921. ^LAND- EN TUINBOUW. FEUILLETON CHRISTOFFEL EN COLUMBUS Juni Rozenmaand. l>e moeste rozen geven in <16 maand tTuni de hoofdblioei, ook de zoogenaamde doorbloeiende. Vooral wanneer gedurende een paar achtervolgende dagen regen üït- blijfb, zoodat de bloemen zioli in al haar schoonheid kunnen ontwikkelen, vormt een rozenperk wel het juweeltje van den tuin. jn een en ander vind' ik voldoende aanlei ding over de rozen iets mede te deelen, te meer, dtaar ik van elders een paar vragen over een veel voorkomende bescha diging ontving. In mijn artikel van vóór eenlge weken, waarin het aanplanten van rozen meer uitvoerig werd besproken, heb ik duidelijk doen uitkomen, dat rezen veel mest noo dig hebben en een bodem, waarin zij, ook gedurende eon droge, periode, geen gebrek a-an water mogen hebben. Hiervoor is een diep omwerken van den grond vóór het planten noodig en tevens het vermen gen mol veel water vasthoudende stoffen als oude mest, turfmolm, kompost e. Ook vaststaande rozen dienen in het voorjaar flink gemest en op de meeste gronden kan hiermede niet worden wk>1- staan en moot ook nu, 'dus gedurende den zomer, om d? drie of vier weken wor den gemest. 't Liefst doet men drijfc met vloeibare specie, bijv. verdunde koe-gier, welke na het uitgieten met een laagje aaitle wordt gedekt of wol men maakt vooraf ondiepe geultjes, waarin de mest wordt gegoten, om kle geultjes daarna weer dicht te ma ken. Vooral een donkere, liever nog regen achtige dag is voor dit werk zeer geschikt. Wanneer men veel last heeft van ,,het wit" in de rozen, een ziekte, waarop ik hieixmder uitvoerig terug kom, dan ver dient het de voorkeur met kunstmest te mesten. Op 10 Liter water menge men oen kleinen eetlepel superfosfaat, evenveel patent-kali en cfle helft van deze hoeveel heid chilisalpoter. Er is in den handel verkrijgbaar een speciaal voor dit doel vervaardigd kuns^mo.str-mehgiselVoor kleine tuinen is dit mengsel zeer goéd te gebruiken. Vaak gebeurt het, dat na den eersten bloei in Juni de struiken een paar weken zonder bloemen staan. De eerste bloei was een kraohtprestatie, waarvan dc struiken zi,oh moeten herstel len cn waarbij we door bovengenoemde bemesting zeer te hulp komen. Rozen snijdt men het liefst tegen den avond, dus wanneer 1:1e bloemen goed droog zijn. De meeste variëteiten snijdt men in iets geopend en knoptoestand, waarna men ze dad'elijk op een koele plaats, bijv. een kelder, in friscli water zet. Wanneer zij hier een nacht, hebben gestaan, kunnen de bloemen in de kamer gezet en openen zich in de eerstvolgende dagen volkomen. Snijdt men 's morgens, dan wachte men, dat de d'auw is opge droogd. Men snijdt de takken af even boven een blad. Het zich in dat bladoksel bevindend' oog zal uitloopen en een nieuwe scheut met bloem vormen. Het laten uit bloeien van de bloemen op den struik, en vooral het vormen van zaad, zal veel voedsel eischen en de planten uitputten. Men houdt beter den bloei er in door de geschikte bloemen te snijden. Gaat citt moeilijk, doordat zich naast de geopende b>oem nog volkomen gd 3 toten llnpppeuj bevinden, dan snijd© men de uitgebloeide bloem weg vóór de afvallende blaadjes door den wind overal heen stuiven. Evenals in mijn vorig artikel wijs ik 'op de uitloopers van den wilden onder stam, welke vaak dichtbij of op eenigen afstand boven den grond komen Dit ..wild" is steeds te herkennen aan do kleine, lichtgroene blaadjes en aan de vol© stekeltjes, welke zich op de twijgen bevinden het moet geregeld wordon weg gesneden Ied'ere bezitter van {rozenstruiken zal wel bij ervaring weten, dat de roos graag 'door v ij an dén van velerlei slag wordt, be- zooht. Voor de meeste zijn bestrijdings middelen aangegeven, maar in het boven genoemde bemestingsrecept vindt men wel een van dé beste voorkomingsmiddeien. Hoe beter het gewas In oonditie is, hoe Beter het zich ontwikkelt en hoe minder last het heeft van beschadigingen, welke •dan gemakkelijker worden overgroeid. Zoo noemde ik ,,het wit", .Niet alle rozoavariëteiten zijn hiervoor even vat baar. De ziekte wordt veroorzaakt door een zwam, welke de bladeren, scheuten en knoppen overtrekt met een wit schim mel -do bladeren a versohrompelen ten slotte en vallen af, zoódat de groei ge heel stil staat. Vooral bij warm en vochtig weer treedt deze kwaal soms hardnekkig op, vooral in besloten tuinen, waar de bladeren, geheel voor wind beschut, lar» vochtig blijven. Men bestrijdt deze kwaal mot succes door gebruik te maken van zwavelpoeder, hetwelk met behulp van een blaasbalg of verstuiven aan den on derkant der bladeren wordt gestoven. Men bestuive, wanneer de eerste sporen van het wit zich voordoen, en dan liefst enkele dagen achtereen. Van «de insecten is de rozenblad wesp wel het meest schadelijk. Het wijfje hier van vliegt van Mei tot October en legt met behulp van een legboor ïeitjoj de wceke. ionge scheutjes. Deze gaan daar door zwellen en krom groeien en gaan meestal dood. Na 10 k 12 dagen ver schijnen de larven, welke moestal blauw groen van kleur zijn m&t een donker bruine kop en gele rug. De larven of bastaard rupsen vreten het bladmoes weg. De rupsen verpoppen zich in den grond en in Augustus komt veelal een tweede generatie voor den dag. De larven dienen zooveel mogelijk nfgezooht cn onschadelijk gemaakt. Niet alleen zit ten ze vaak tusschen twee aan elkaar klevende blaadjes verscholen, maar tevens tusschen opgerolde blaadjes. De boven genoemde kromme, aangeboorde scheutjes dienen vernietigd. Het gebeurt nogal eens, dat enkele knoppen, waarvan men veel verwachting had, zich niet openen en bij nadere be schouwing blijken zij door een insect te zijn aangestoken. Niet zelden is dit het werk van het rozen kevertje, ook wel Juni- kever genoemd, omdat het in deze maand 't meest voorkomt. Het insect lijkt veel op een kleinen Meikever. De larven er van lijken wel op kleine engerlingen en Blijven in don grond, waar ze, behalve aan rozenwortels, ook knagen aan die van andere gewassen als grassen, bloem planten als Dahlia's e.d. Het kevertje zelf beschadigt de knoppen dermate, dat ze niet ontluiken. Heb diertje komt maar kort voor cn is moeilijk anders te bestrij den dan- weg tc vangen. Ook de groene cn zwarte bladluizen kun nen de rozen soms in erge mate teisteren. Hierover schreef ik in mijn vorig artikel uitvoerig. De luis is gemakkelijk te be strijden met zeep-spiritus», 'door op 10 L. water 2 ons zeep en l maatje spiritus te mengen. Ten slotte maken we nog melding van dé rozenbladroest, welke zioh voordoet in den vorm van roest-bruino puistjes aan den onderkant van de rozebladeren, welke aan 'dten tegen o verges tolden Ljanifc gel€ plokkon krijgen. Do bladoren worden in hun werkzaamheden belemmerd, waardoor de geheele ontwikkeling heeft te lijden. Aangetast blad cn hout diont verzameld en verbrand en de struiken in 't voorjaar bespoten met Bordoausohe pap ter sterkte van H a 2 pCt. liet jongo blad met een 1 pCt. sterkte. Vragen op tuinbouwgebied aan de Redactie onder motto .Tuinbouw". J. S. Vragen en Antwoorden. V raag: Hoe moot ik met duizend- sok oonon bandelen om mooie pol Ion te krijgen? Hoe voorkomt men het kruipon van do stengels? Wat kan oorzaak zijn, dat plotseling oen stengel slap gaat. hangen J. B. to L. Antwoord: Do duizendschoon (Di an thus barbal us) wordt in MeiJuni gezaaid op een zonnig plekje in den tuin, en wanneer de plantjes daarvoor groot genoeg zijn, vorspeend op 10 c.M. afstand. Tegen heb najaar of in 't volgend voorjaar kunnen de plantjes op de plaats worden gezet waar ze moeten bloeien. Hier ver langen zij een goed diep gespitten grond, een weinig verteerden mest en in de zon. Op plus minus 30 c.M. afstand onderling geplant, zullen ze aich daar ongetwijfeld tot flinke bossen ontwikkelen. Wanneer plotseling, een stengel slap gaat hangen, wordt zeker aan de wortels of aan den stengel zelf gegeten door oen insect. Dit jaar gezaait, bloeien zij dus een volgend jaar en kunnen nog enkclo jaren worden behouden Het beste is ieder jaar to zaaien, om oen rijken bloei to krijgen. Oudere- planten worden er niet beter op en gaan eerder hangen dan die welke in den vol len wasdom zijn. Vraag: Is er, behalve het afzoeken, ook iets tegen schuimbeestjes te doen? J. B. to L. Antwoord: Wanneer gewassen in erge mate bedekt zijn met de bedoelde schuimbeestjes, kan een bespuiting met een zeep-spiinitus-oplossing, met kracht op do planten gespoten, helpen. Wanneer de beestjes sporadisch voorkomen, is afzoeken het beste middel. Voor zeep-spiritus: 2 ons groene zeep en 1 d.L. spiritus op 10 Liter water mengen. V raag: Wat is er de oorzaak van dat jocige leeuwebokken zich in den top kroezig gaan samentrekken? Verdient het aanbe veling zulke jonge plantjes te toppen? J. B. to L. Antwoord: Ongetwijfeld is dit kroesig worden een gevolg van bladluis, welke meestal aan den onderkant der bla deren zuigen. Do toppen uitnemen kan hier het kwaad mede afdoende bestrijden: de planten verbakken zich en zullen toch flink bloeien. Giet de planten flink nat, waardoor de groei wordt opgewekt. Ver moedelijk zal hot verschijnsel wel verdwij nen. Vragen op Tuinbouwgebied aam do Redactie van dit Blad. J. S. Vraag: Ik heb een Clivia, welke aan alle einden, der bladeren dorre piraten ver toont. Ik heb verschillende middelen aange wend, doch zonder resultaat; wat kan hier aan gedaan worden? D. B. te L. Antwoord: De bkvderen welke teecb dorre punten hebben* zijn niet meer te her stellen. Wanneer het bruine gedeelte wordt afgeknipt sterft het Blad langzaam verder af. Is uw plant wel gezond? Misschien is verpotten in versche grond, gemengd met oude mest, noodig. Neem de pot vooral niet te groot. Laat dit even door een bloemist deen De plant moet geregeld water hebben en eens per week buiten gezet en goed af- gebroesd worden om 't stof te-verwijderen. Zet haar goed in 't licht, niet in de zon en vc-r van gas. De nieuwe bladeren zullen dan wel zuiver blijven. De plant moet vooral vi*ij staan, zóó dat er niet tegen geloopeu werdt. Vragen op Tuinbouwgebied aan. de Re dactie, onder motto „Tuinbouw"*. J* S. De ontwikkeling van den arbeid ten behoeve der openbare gezondheid. De sociale werkzaamheid, die wij samen vatten in de algemeen e bena/miimg van open bare gezondheid, aflidua prof. Winalow, daree- teuir van den dienst <der openbare gezondheid1 ivon de „Ligu© dos Sociótós de la Croix Rou ge" heeft een zoo da tuigen omvang genomen in dan loop der laatste twintig jaren, dat daaitin opgesloten liigt .gelioel een redks van vraagstukken van practisahen aard', waarvan (het bestaan 'dloor die sanitaire autoriteiten van voorheen nauwelijks werd1 erkend. Hier uit spruit vanzelf voort dc bdlioefto aan ge hoed een nieuwe schare van vrijwüJiigcrs voor het voeren van den oorlog, die is .aange bonden togen ziekten, welke geacht wiotrdcn te kunnen worden vermeden. De Vereenigin- igen van het Roede Kruis, in d'e verschillende landen dlLeiicn oen kruistocht, dien wij prce- ken in deze 20ste eeuw, te lei-den; daartoe is het noodig om nauwkeurig na te gaan welke dc resultaten kunnen en moeten zijn van de aldus ondernomen campagne. Dczo beweging, die een 60-tal jaren gele den in Engeland werd aangevangon, berustte op een idealen grondslag. Haar promotor Chad wiek was een philanthroop, en Simon, zijn leerling, die zijn plannen ten uitvoer braoht, bouwde cp broeden socialen grondslag Desniettemin heeft hun conereten arbeid zich beperkt tot maatregelen, die slechts ten doel hebben den algemeenen gezondheidstoestand te verbeteren. De eerste middelen, in toepassing te bren gen, wanneer men een campagne voor die openbare gezondheid in het doet-er-niet-toe wolik land onderneemt, bestaan daaruit, dat men de verspreiding van het water onder zijn controle neemt, wijl het het geïnfecteerde water is, dat de bacteriën van typhus en van cholera verspreidt; dat men verbetert do om- flt-andliglhoden .van ontrindcJlijklieid, die tal van ziekten oproepen of bevorderen, zelfs ty phus cn pest; eindelijk, dat men medewerkt tot drooglegging van de moerassen, die een steeds dreigend gevaar opleveren. Deze vraagstukken, die dfus betrekking licb ben op verhoogi.ng van den gezondheidstoe stand in het algemeen, behooron tot het ge bied van den sanitadren ingenieur. In de tropen, en ook claar in Europa, waar de voor uitgang op dit gebied zeer geleidelijk en langzaam zich heeft baan gebroken, zijn die vraagstukken van allereerste orde. In andere landen daarentegen zijn zij reeds op zoodani ge wijze opgelost, dat ziekten, te wren voort komende uit watcrinfecties, onzindelijkheid en ten gevolge van cte insecten der moeras sen; vrij wol radicaal zijn verbannen, zoodat de ahbaiid zich beperkt tot het op-peil-houden van den openbaren gezondheidstoestand- in het algemeen. De sensatie neeLe on tdokMiigeu cp bacterio logisch gebied, die aan Pasteur te danken zijn on dio nog iai de laatste jaren van de veelbewogen 19de eeuw zoo uitnemend© re sultaten hebben opgeleverd, hebben een nieuw veld van werkzaamheid voor den ar beid in diemst van de openbare gezondheid1 geopend. Terwijl toch die ziektegevallen, te wijten aan water en onzindelijkheid, meer on meer verdwijnen en andere ziekten, door het steeds nauwer contact tusschen de men sahen te voorschijn geroepen, vermeerderden, werd de algemeen© aandacht sannengetrok- lcon op diiphtjjieritis, sohanliakenkcoTts, pok ken, meningitis, tuberculose en griep, cn juist deze ziekten zijn het, welke ook in don togen wocrrdliigen tijd nog de ergste verwoes tingen aanrichten in elk land. Juist op d)it .gebied verkrijgt de arbeid van don bacterio loog zijn volle beteekenis. Nieuwe labora- toriumimctihoden hebben veroorloofd om een sneille on zokore diagnose van die ziekten bij schijnbaar gezonde mcnschen vast te stellen, wanneer deze de kiemen van zoodanige ziek ten in zioh dragen. De sorologLsche studiën hebben geleid tot inspuitingen en serumi's, die bewonderenswaardig© krachten zijn, om dit soort ziekten te voorkomen en te gene zen. In tusschen zijn de overwinningen, door de bacteriologen behaald, niet zoo af doende als die van den sanitaiiren ingenieur. Een bekwame leiding, die beschikt over de noodiige hulpmiddelen, kan vrijwel definitief alle ziekten verbannen, te wijten aan de on-- igozonidheid van een land'. Daarentegen blij ven wij nog betrekkelijk onmachtig tegen over zekere besmettelijke ziekten, gelijk de griep bijv. Andere ziekten daarentegen wor den niet meer gelijk als vroeger als van doo- dcLijiken aard erkend. Diphfcherafcis is gemak kelijk te vermijden. Scrums aangaande me ningitis en typhus geven bemoedigende re sultaten en de bacteriologie, dio niet op- ihaudit zich t>e ontwikkelen, zal van jaar tot jaar in belangrijkheid' toenemen. Tot den aanvang der 20ste eeuw worden de waagstukkc-n ran openbare gezondheid dleökts bezien van uit het oogpunt van Idem «anitaiiron ingenieur en van dón bacterioloog Maar een 15-tal jaren geledén ongeveer heb ben de leiders van de beweging er zich re kenschap van gegeven, dat verschillende oor zaken, alle op zichzelf belangrijk, tot niet te vermijden ziekten leiden, en dat de sterfte cijfers ook factoren kennen, welke afwijken van dé tot nu toe ge-constateerde. Drie groote geesells: dc kindersterfte, de tuberculose en de venerische ziekten, spotten met alle pogin gen rau de bevorderaars dér openbare ge zondheid en juist daardoor hoeft men in da te volgen methode wijziging aangebracht, die voor geheel dc beweging van het groot ste belang is. Wij kunnen de, kindersterfte verminderen door op dc gezondheid dor omgeving te let ten en wij kunnen het kind er voor bewaren om met de dragers van kiemen in aanraking te komen. Maar juist daardoor kan men daad werkelijk het cijfer der kindersterfte niet verminderen dan door tegelijkertijd do al ge mee ne bestaansvoorwaarden van den nieuw géborene to verbeteren. J)e voeding, de zorgen voor zindelijkheid', kleeding e. d. zijn factoren van de grootste beteekenis voer de gezond* hei-d van het kind1, zoo zij al niet een waar borg tegen besmettelijke ziekten zijn. Het zelfde gelldt voor de tuberculose. De verbete ring van de sanitaire voorwaarden in de werkplaatsen en de bacteriologische voor schriften betreffende isolatie en ontsmetting, kunnen in tal van gevallen de grootste on heilen voorkomen. Maar de krachtigste mede werking in den strijd tegen de tuberculose blijft verschaffen dc levenstegenstand, van het menschel-ijk lichaam. Hier, als ten aan zien van de kindersterfte moet ons streven er vooral op gericht zijn, om deze leven stegen, stand door 'middel der hygiëne te verkoogem on in het bijzonder daar, waar het betreft personen, die reeds lichtelijk d:oor een zooda nige ziekte zijn aangetast. Dit nieuwo gezichtspunt op do bevordering der apenbare gezondheid, heeft begrijpelijker wijze geleid tot belangrijke veranderingen in do strategie der campagnes voor do openbare ge zondheid. Arbeid tegelijk van administratieven en uitvoerenden aard is noodig om rogelmatigen. vooruitgang te verkrijgen voor den gezondheids toestand dor omgeving en do bacteriologische bestrijding van do besmettelijke ziekten. Een stelsel van purificatie van bet water zal ge makkelijk kunnen wordon doorgevoerd, indien maar do noodige fondsen tor beschikking wor den gesteld, en de politic waakt door dc ver plichte isolocring der aangetaste personen. Am* derzijds vereischt oen betere hygiëne oen veran dering in dien zin, dat alleen oen rustoloozo propaganda door middel van conferenties, ten toonstellingen, brochures, artikelen in de cou ranten, te voren een gunstige atmosfeer voor het aankooreu der raadgevingen en vertoogen heeft geschapen. Twee nieuwe beroepen, die van de verpleeg ster van openbare gezondheid en die van be zoekster, zijn ingesteld, ten einde het individu, het noodigo onderwijs te kunnen verstrekken, In Amerika bereidt de verpleegster van Open bare gezondheid zich op een speciale wijze voor op haar hygiënisch onderwijs; zij wordt daar door do kern van dc campagne voor deze be weging. De organisatie van anti-tuberculose- voreenigingen, voreenigingen tegen de kinder sterfte, voor sociale hygiëne, en in liet bijzonder do ontwikkeling van geheel het vredesprograim- ma ,dat het Roode Kruis zich heeft gesteld, hebben een talrijke groep van niet-borocps- menschen gebracht tot daadwerkelijke medewer king aan do openbare gezondheid. Het nauw verband tusschen het preventieve en het gene zende werk van de medische wetenschap is ook hier duidelijk m het licht gesteld. Voorkoming en behandeling zijn dikwerf afzonderlijk bestu deerd cn behandeld. De voorkoming werd ge-< aoht onder den Staat te ressorteeren, terwijl de •behandeling behalve die tegenover den nood* druftigen inboorling als een private aangde* gonhcid werd beschouwd. Zij, die zich op het gebied der sociale kyx giëno bewegen, bobben al spoedig bemerkt, dat, om doeltreffend te zijn, het onderwijs ook per soonlijk en. duidelijk dient te wezen. De voeding, de lucht, de uitoefening van het beroep en de rust zijn do grondslagen, waarop de gezond heid berust; maar de hoeveelheid, die in elk af zonderlijk geval moot wonden toegekend, is een. hoofdzaak, dio op een medische diagnose dient te berusten. Hij, die de hygiëne onderwijst, kam' zijn taak niet behoorlijk ten einde brengen zon-! der do medewerking van den geneesheer. Zeker, aldus constateerde prof. Winslow, er zijn doc toren, die van harte medewerken aan den veld tocht voor openbare gezondheid, maar alleen.' met een stelsel van dispensarres kunnen de mc-< disehe hulpbronnen werkelijk nuttig zijn voor het voorkomen van ziekten. Aan zoodanige constateering toch danken wij do oprichting, gedurende de laatste jaren, van tallooze dis-, pensaires tot behoud van de kinderen, van kli nieken en schoolkoukens, van anti-tubercuioeo klinieken cn dergelijke. Op dit gebied eveneens Door de schrijfster van „Elisabeth and her German Garden". (Nadruk verboden). 39) ,,En het wordt aanbevolen in den Bij bel," vulde Anna-Roso aan ,,Ik weet zeker," zei Anna-Felicitas zeer beleefd, „dat, als wij mevrouw ontmoeten cn van haar gaan houden, wij toch buiten dien nog van heel veel andere menschen zullen bl ijv en houdlen ,,'t Was niet zoozeer, dat ik van anderen hield," lichtte de heer Sack toe, steeds op cn neer stappende cn meer harop denken de, dan tot iemand het woord richtende, „maar het ongelukkige was, dat ik zoo- vóél van andoren hield." ,,A juist.' zei Anna-Felicitas met een be grijpend hoofdknikje. ,,U overdreef het. Zooals je ook het eten van slagroom kunt overdrijven. Maar in dit geval hadt u er de narigheid cn de pijn niet van, maar uw vrouw „En lijd ik or dan niet onder?" „Ja, maar u is dan ook do onmatige ge weest," zei Anna-Felicitas. „De wereld," zei de ongelukkige heer Sack, terwijl hij zijn pas versnelde, „is zoo m van bekoorlijke, allerliefste wezens. Moet men daar dan zijn oogen voor slui ten „Natuurlijk niet," vond Anna-Felicitas. >}Jc moet zc liefhebben." „Ja, ja," bcdamdo do heer Sack. Juist, dat hob ik ook gedaan 1" „Itc zou niet graag iets ten nadeel© zeg gen van iemand, dio bijna onzo gastvrouw was geweest," hervatte Anna-Felicitas; „maar ik vind took, dunkt me, dat me vrouw wel wat lomp tegenover ons gehan deld heeft." „Jo bent een lief" begon cle heer Sack, haar met een blik als van een geestdriftig martelaar be-schouwende, maar hij werd weer in de rede gevallen door Anna-Rose, dio feiten van verontrustenden aard begon te vermoeden „Tanto Alice zei ze met ccn gevoel van groote ontsteltenis, nu de situatie haar langzamerhand duidelijk begon te worden, „tanto Alice heeft gezegd, dat we nooit ergens moesten blijven, waar geen me vrouw was. Of er moest eon andere damo bij do familie thuis zijn. Zij heeft het ons héél uitdrukkelijk gezegdwij konden alles eer doen dan dat. Ik vrees," vervolg de zij op haar vricndolijksten loon, beslo ten om onder cle gegeven omstandigheden zoo wellevend mogelijk to handelen, „dat wen niet kunnen blijven, hoe graag wij hier ook bij u zouden gelogeerd hebben, als me vrouw er maar geweest was." „U kunt dus niet bij mij blijven," mom pelde de heer Sack, wien do toestand nog steeds niet duidelijk scheen. „Was het anders uw plan geweest?" „Natuurlijk," antwoordde AnnarFelici- tas. „Daar waren we toch voor gekomen ,,En ik ben bang," zei Anna-Rose, „hoe groot dc teleurstelling ook voor ons is, dat wo „Maar waar moeten we heen, Anna- Rose vroeg Anna-Felicitas, clic, overeen komstig haar tragen aard, liefst bleef waar m zij was en ook overigens vond, dat, ia haar onzeker en toestand, éón Sack toch altijd beter was dan geen een. Buitendien trok 's lieeren Sack's uiterlijk haar wel aan, al vond zij hem ook droevig „in verval." Hij moest noodig eens opgeknapt worden, zei ze in zichzelf; maar aan den anderen kant wekte hij haar sympathie door zijn groote droefheid. Eigenlijk deed hij haar denken aan haar dierbaren, in Duiitschland achter gelaten Iersehen terrier, den dag, waarop zijn poot'in oeoi konijn en val was vastge raakt. Terwijl Anna-Eelacitas beproefde hem er uit te krijgen, had het dier haar met vrijwel dezelfde hulpolooze uitdruk king aangekeken als hot gelaat van den heer Sack vertoonde, terwijl hij door do kamer stapte. Haar terrier had alleen geen Gibson-profiel gehad, maar hij had or vrij wat krachtiger en pittiger uitgezien. „Zomdt u misschien voor ee<n moeder of een vrouwelijk familielid kunnen zorgen?" vroeg ze. Do lieer Sack keek haar ver stomd aan. ,,'t Spijt ons natuurlijk erg," verzekerde Anna-Rose. De heer Sack draaide zijn oogen naar haar. „Maar u zult tocli zokor wel begrijpen, dat we onder do gegeven omstandig heden „Bedoelt u eigenlijk?" vroeg de heer Sack, voor Anna-Rose stilstaand© en zijn gedachten blijkbaar met groote inspanning verzamelende, „clat- ik dat wij over eengekomen waren, de zorg voor u beiden op ons to nemen?" „Ja, overeengekomen mot oom Arthur," zei Anna-Rose, „oom Arthur Abingcr. Na tuurlijk was u clat overeengekomen! Daar om reisden we hierheen. U schreef nog wol dat wo welkom zouden zijn. Oorn liet ons don brief zien." „Ahinger, A'biuger. O, die man," riop cle heer Sack opeens, alsof hem een licht opging. „Wij hadden wel gedacht, dat u zoo over hem denken zou," zei Anna-Felicitas met sympathie. „Maar dan," riep cle heer Sadk eindelijk volkomen helder, „dan moeten, jullie, ja, dan z ij n jullie cle Twinklers!" „Op dio omstandigheid hebben wo uw aandacht al verschillenden keer gevestigd sedert wo hier zijn," merkte Anna-Felicitas kalm op. „Maar. of u het zich nu werkelijk her innert of het nog niet volkomen begrijpt," zei Anna-Rose kordaat, „ik vrees, dat we in i c d o r geval afscheid moeten nemen." „Alles goed on wol, Anna-llose," pro testeerde Anna-Felicitas r.og eens, „maar waar moeten we toch heen?" „Waarheen?" zei Anna-Roso met een waardigheid, die haar, haar lengte in aan merking genomen, zeer tob eer strekte. „Ton slotite naar CaLifórnië natuurlijk, naar oom Arthurs andere vriendenmaar nu, vanmiddag, naar Clairk, naar den heer Twist Die heeft ten minste een moeder!" XV. En zoo gebeurde het, dat juist toen do hereenigde Twists, moeder, zoon en doch ter, ofiirigszLns moo van hot lange intieme samenzijn van dien middag, in hot salon zaten, wachtende op hel slaan van zevenen, wanneer Amanda, het eerste kamermeisje, placht binnen- te komen om het avondeten aan te kondigen terwijl zij daar dus zoo zaten? te wachten, rnet rustige gelatenheid, want zij waren nog nie>t geheel bekomen van een uitgebreid diner, haastten de Twinklers zich in do schemering na een heerlijken, gouden herfstdag, langs den slingerenden weg, die van het station naai hen leidde. Zwijgend, uitgeput, zaten do niets kwaads vermoedende TSvists in het salon, een verblijf van marmer en anti macassars, terwijl die twee jeugdige, vlugge figuurtjes haar schoenen wit van het stof van den buitenweg, waarop in geen wa ken ?en droppel regen gevallen was elk moment dichter naderden, De weg kronkelde geleidelijk naar boven, tusschen de velden en bosschen en vrucht bare landerijen in avondrust, en voor haar uit, waar de tweelingen dachten, dat Olark moest liggen, flikkerde haar één klein ster- rotje aanmoedigend tegen. Aan het station hadden zij noch een kruier, noch cenig voertuig gevonden; ja, feitelijk heelemaal niets of niemand, behalve zichzelven, haar bagage en een magoren, vriendelijken man,- dio daar het gezag scheen te vertegen woordigen. Clark ligt een halfuur van heb station af en cle weg er heen is geheel onbe woond. Vlak bij het station staat een groepje van clic haastig in elkaar gegooide woningen, die Amerika ovoral op afgele gen plaatsen neerzet, tot het tijd en gele genheid zal vinclen er een kolossale stad to doen verrijzen maar de weg boog zich on middellijk van die onooglijke gebouwen af om cle eenzaamheid en cl en ruimen avond hemel to zoeken. .tr} -^Wordt vervolgd). r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5