LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag 8 Juni 1921. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS Het voornaamste nieuws van heden. PRIJS DER ADVERTENTIEN: jO ets. per regel, 'a Zatcidaga 40 CXa. per roe ••egolabormoment belangrijk lagere prijs. Kleine advertentiën Woensdag 50 Cts., Zaterdag 76 cts. bij een. maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens poatrecht. Voor oreirtueele opzen ding van brieven 10 Cts. porto to betalen. Bewijs nummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie Ï507. PEiJS DEZER COUBANt! Voor Lolden p. 3 mud. 2.35, p. week' Buiten Leiden, waar agenten gevestigd dja, per week h 0-9 Franco per post 2.35 :E portokosten. Nummer 18790. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP Do Burgemeester van Leiden brengt tor kennis van de ingezetenen, dat mor gen (Donderdag) aan do gemeentelijke yischwinkeis (Vischraarkfc en Stadsliulp- worf) verkrijgbaar is GROOTE SCHEL- VlSCH a f0.2-2, SCHAR a f0.14, SCHOL a f 0.12, GROOTE SCHOL a f 0.28, KLEI NE ROODE POON a f0.15, GROOTE ROODE POON a f0 40, TARBOT a 0.15 en TONG a f 0.60 per pond. W. PERA, WctU. loco-Burgem. Leiden, 8 Juni 1031. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Lei den Gelet op de arit. 12 en 37 «lor Drank wet Brengen tor algerne.ene kennis, dat door Petrus Lambert us Noten, wonénde "té--Lei den,- oen verzoekschrift, is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in den winkel van befc perceel Sophiastraat no. 18. W. PERA. Woth Lo.-Burgèm. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 8 Juni 1921. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Lei den Gezien liet verzoak van de N.V. Tex tielfabrieken v/h. Gcbrs. van Wijk en Co., om vergunning tot uitbreiding der fabriek voor sajet ten garens en wollen dekens in het perceel Ycstestrnat -No. 40/58, Kada straal bekend Scclic I No. 2507. Overwegendo dat het onderzoek tor zako nog niet is geëindigd. Golct op artikel 8 der Hinderwet-. Hebben besloten <de beslissing op het verzoek te verdagen. W. PERA. Wetb. Loco-B urgem. VAN STRT.TEN, Secretaris. Leiden, 0 .Juni 1921. Burgemeester en Wethouders' van Leiden Gelet op art. 34 der Verordening van den 3den Juni 1909 (Gem. b!ad No. 10) op den invoer, het vervoer, den doorvoer, do keuring van vee en vleesch en den handol in vlcesoh in do gemeente Leiden, laatste lijk gewijzigd bij Verordening van den Söen October 1920 (Gm. blad no. 49); Brengen ter algemeebe kennis, dat lo. JOHANNES ENGELBERTUS OUDSHOORN, wonendo Kempenaer- straet 1 te Oegstgeest, op den lsten Juli 1920 werd bekeurd, wegonsto Leiden vleesch in cio gemeente invoeren, zender voorzien te zijn van een duidelijke schrifte lijke aanwijzing van den persoon, door wien hot vleesch is verzonden en voor wien het bestemd is, en dat hij deswege op den 30sten Augustus werd veroordeeld tot f 2 boete subs. 2 dagen hechtenis. 2o. FR ANCISC US OUWERKERK, wo nende Oranjestraat 23 to Leiden, op den 7c3en Juli 1920 word bekeurd, wegens: te Leiden als vleesch verkoop er ongekeurd vleesch voorhandon hebben, en dat hij des wege op den 30sten Augustus 1920 werd veroordeeld tot f5 boete subs. 5 dagen hechtenis 3o. WILLEM VAN HENSBERGEN, wonende te Bodegraven, op don 6dcn Aug. 1920 werd bekeurd, wegens: te Lëieferi* in gevoerd vleesch niet onmiddellijk nka-r^et keuringslokaal van het Openbaar Slacht huis brengen, en dat hij deswego op den laben Noven\be>r 1920 werd veroordeeld tot f 3 boete subs 3 dagen hechtenis. 4o CORNELLS JONGELEEN, wonende to Alphen a. d. Rijn, op den 18den Augus- stus 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden vleesch in do gemeente invoeren zonder voorzien te zijn van een duidelijke schrifte lijke aanwijzing van den persoon door wien het vleesch is verzonden en voor wien het bestemd is, en dat hij deswego op den llden October 1920 werd veroordeeld tot f 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. 5o. CORNELIS JOHANNES NEUTE BOOM, wonendo Oude Heerengraoht 15 te Lelden, op den lDden Augustus 1920 werd bekeurd, wegenste Leiden ongekeurd vleesch vervoeren, en dat hij deswego op den 25sten October 1920 werd veroordeeld tob f 5 boete subs. 5 dagen hechtenis. 6o. JOHANNA VAN RIJN huisvrouw van P. C HUNTERMAN, wonendo Lage Rijndijk 8 te Leiden, op den 31 sten Augus tus 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden als vleesch ver koop er ongekeurd vleesch voorhandon hebben, en dat zij deswego op den 25sten October 1920 word veroordeeld tob f 3 boete subs. 3 dagen hechtenis. 7o. J. E. GUDSHOORN, wonendo te War mend, op den 3den September 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden vleesch in de gemeente invoeren, zonder voc-rzien te zijn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon, door wien het vleesch is verzonden, en voor ivien het bestemd is, en dat h{j deswege op' den lsten November 1920 werd veroordeeld tot f 3.boete subs. 3 dagen hechtenis 08. WILLEM VAN DER HOEVEN, wo nende te Zoeterwoude, op den 3den Septem ber 1920, word bekeurd wegens: te Leiden ongekeurd vleesch vervoeren, cn dat hij deswege op den löden November 1920 werd veroordeeld tot fl.boete subs. 1 maand tuchtschool. 9o. CORNELIS WILLEM NOZEM AN, wo nende Hoogcwocrd 70, te Leiden, op den 4den September 1920 werd bekeurd, we gens: te Leiden ongekeurd vleesch vervoe ren, en dat hij deswege op den 25sten October 1920 word veroordeeld tct f3.— boete subs. 3 dagen hechtenis. lOo. W. J. BRUINS, wonende Doezasiraat straat 10, te Leiden, op den 18en September werd bekeurd, wegens: te Leiden niet op de voorgeschreven wijze vleesch in-de gemeente inveeren, afkomstig van in het Openbaar Slachthuis te Leiden geslachte en goedge keurde dieren, en dat hij deswege op den 6den December 1920 werd veroordeeld tot f3.boete subs. 3 dagen hechtenis. llo. JOHANNES JOSEPHUS BREDE- WOLD, wonende Lange Mare 2-3 te Leiden, op den 25sten September 1920 werd bekeurd, wegeus: te Leiden het bedrijf van v.eesch- verkooper uitoefenen in andere lokalen, dan die welke hiertoe door of vanwege Burge meester en Wethouders zijn onderzocht en goedgekeurd, en dat h\j deswege op den 22sten November 1920 werd veroordeeld tct f 10.boete subs. 5 dagen hechtenis. 12o. J. E. OUDSHOORN, wonendo Kem- j penaerstraat 1, te Oegstgeest, op den 28sten 1 on 29sten September werd bekeurd, wegens: to Leiden vleesch in de gemeente invoeren zonder voorzien te zijn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon door wien het vleesch is verzonden en voor wien het bestemd is, on dat hij deswego cp den 22sten November 1920 werd veroor deeld tot 2 maal f3.boete subs. 2 maal 3 dagen hechtenis. 13o. ABR. HOOGEDOORN, wonende te WGUBRUGGE, op den SOstcn September 1920 werd bekeurd, wogens; te Leiden \"ïeescii invoeren zonder voorzien te zjju van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van den persoon voor wien het bestemd is, en dat hij deswege op den 22sten November werd veroordeeld tot f3.boete subs. 3 dagen hechtenis. Mo JOHANNES WIERING. wcii=n-le Hooldstraat 130 te Saseeiiheim. op den "de.i October 1920 werd bekeurd, wegons te Leiden ongekeurd vleesch vervoeren, en dat hij deswege op den 22s:en November 1920 werd veroordeeld tot f 3 boe'e subs. 3 dagen hechtenis. loo. PANCRAS RIETKERK, wenende Lage-Rijhdijk '18 te Leiden, op den Llden Octcber 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden vleesch in de gemeente invoeren anders dan bij gehee'e of halve dieren, en dat hg de3\vege den 22Ren Novem ber 192C werd veröérdce'd tot f5bo?te subs. 5 dagen liecltt&jis.,. IGo. BENDMK'.l-LAibi>WAARD, wenen de Kaiserstraal, 05 te Leiden op den 151en October 1920 werd bekeurd, wegens: te Leideu niet alle ingeyoerd vleetch onmid dellijk naar het keuringelokaal op het 'Openbaar Slachthuis brougen langs den ooi geschreven weg, en dat hij deswege op den Oden December 1920 werd veroordeeld tot 13.boete subs. 3 dagen hechtenis. 17o JAN VAN BEELEN. wonende Weerensteinstraat No. 115, te LeJen, op den 22sten October 1920 werd bereurd, wegens: te Leiden vleesch ingevoerd heb bende, dit niet lang3 den aangewezen weg onmiddellijk naar het Openba r Slachthuis brengen, en dat hij deswege op den 13den December 1920 werd veroordce'd to'. f 5. boete of 5 dagen hechtenis, 18o. ALB. VAN DER MEY, wonende Wittelaan 37 te Leiden, op den 23sten November 1902 werd bekeurd, wegens: te Leiden ongekeurd vleesch vervoeren, en dat hij deswege op den 31sten December 1920 werd veroordeeld lot 12.— boete Subs. 1 maand tuchtschool 19o. C. A. M. DINGJAN, wonende Hoo- gewoerd 2 te Leiden, op den 13den No vember 1920 werd bekeurd, weg.ns: te Leideu ongekeurd vleesch verroeren cn dat hij deswege op den 17don Januari 1921 werd veroordeeld tot f3.boete sabs. 3 dagen hechtenis. 20o. C. MENKEN, wonende Hazerswoude, op den !3dcn November 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden ongekeurd vleesch ver voeren, en dat hij deswege op den 17den Januari 1921 werd veroordeeld tot £3. boete subs. 3 dagen hechtenis. 21 o. HENDRIK JACOBUS BOVENLAN DER, wonende Koestraat 11 te Leiden, op den 25sten November 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden ongekeurd vleesch ver loeren, en dat hij deswege op den Olsten December 1920 werd veroordeeld tot 13. boete subs. 3 dagen hechtenis. 22o. LOUIS BIEMEN. wonende Sociëteit Minerva" te Leiden, op den 7den December 1920 werd bekeurd, wogens: te Leiden a's kok ongekeurd vleesch voorhanden hebben, en dat hij deswege op den 17den Januari 1921 werd veroordeeld tot f 5.boete aubs. 5 dagen hechtenis. 23o. R. VAN T RIET, wonende te Zoeterwoude, op den i'Hen December 1920 werd bekeurd, wegens: te Leiden ongekeurd vleesch vervoeren, en dat hij deswege op den 7den Februari 1921 werd veroordeeld tot f3.boete sul». 3 dagen hechtenis. W. PERA, Wetb Loco-Bursem. VAN STRIJEN, Secretaris. Leideu. 8 Juhi 1021'. Maatschappij ^er Nederlandschc Letterkunde. Ter inieiutng van tte jaarVerg<s.icring van de Maalscnappij eter iSeclerlancischa Létterkunde, hield gisteravond de Com missie voor Ueschioa- en (Juc-lieiciKiinjie een voor alle leden der Maatschappij toe gankelijke vergadering in het Nutsgebouw, waarin ccn tweetal sprekers het woord voerden. Dc eerste spreker was de heer Seorp Anema, uit 's-Gravcnhage die een voor dracht hield over: „De jeugd van Clara Teyona van S^tzarna", dochter van Ryr- rhus Wilhelmus van SSyzamo, burchtheer van Bellingweei, m 1729 te Leeuwarden geboren <iie reeds op 17-jarigco leeftijd 'n bundel dichtwerk uitgaf, in een Gronin ger Studentenkring werd zij de tweede Tesschelschado genoemd. In 1791 gaf z'-j weder verzen uit, nu als baronesse Van Raesfeiit, vrouwe van Heemse, waarheen zij na haar huwelijk met baron Van Rocs- feldt in lToO vertrokken was. Het was spr. uit onderzoekingen gebleken, dat haar jeugdliefde was mislukt, doordat haar vader oen huwelijk met dezen tegenhield. Deze jongeman stierf dientengevolge en Clara Feyona is in onbovredicjien echt steeds om hem blijven treuren. Jür. roï.-W. A. Beelaerts van Blokland uit Wassenaar, hield vervolgens een ver handeling over: ,,Dc ondergang van een riddermatig geslacht hl den Bourgondi- schen tijd," waarmede hij bedoelde het geslacht van Hodenpijl, da.t zijn naam ont leende aan het gehucht Hodenpijl onder Schiplui, hetwelk vroeger een afzonderlijk ambacht vormde. De bezitters daarvan hebben in -de 14de en 15de eeuw een voor- aanslaande plaats in de Hoeksche partij ingenomen. Spr., dio van dit onderwerp oen grondige studie had gemaakt, ging de lotgeva'Wn van het geslacht Hodi-nMj!, na en schetste ten slotte Jan van Hoden pijl die veel aan 't Bourgondische hof ver- keenle. Het hofleven stelde voor hem te hooge eischen en daarbij was hij een slecht financier. In 1465 was hij ten einde raad en zag zich genoodzaakt nadat hij het kasteel had verkocht, in te trekken bij den rijken Jan van Zwieten, te Lei den, met wiens zoon zijn dochter getrouwd was, Daar zag hij kans ringen cn juweelen van zijn gastvrouw naar den lombard in Delft te zien verhuizen. Heb eindo was dat zijn bezittingen bij executie moesten worden verkocht. In 14-72 overleed hij. Zijn vrouw overleefde hem, evenals zijn oom Jan, met wien het geslacht in rechte man nelijke linie is uitgestorven. Beiden sprcker.s- werd door den voor zitter dank gezegd voor het gesprokene. Hedenvoormiddag te elf uren werd dc jaarlijksche -vergadering in de grootc Nutsznal geopend met een toespraak van den voorzitter, prof dr. G. Kalff, hoog lef-raar In de NcderlandseTie taal aan dc Loidsche Universiteit. Spr .ving aan met een welkomstwoord tot de aanwezigen en herdacht vervolgens de in het- vorige jaar door den clood aan de Maatschappij ontvallen leden wier ver diensten hij in het kort schetste: Isaac Esser Jr., dr. Abraham Kuyper, dc hoog leeraren Fockema Andreae en Houwing, Wyger Harmens, dr. Knuttel mr. Eysselt, d'r. Moreps. Al f ons dc Cock, dr. Elkan cn dr. Vans Fisscher. Daarna bracht hij hulde aan den afge treden s^rctarïs der Maatschappij, prof. dr. >S. O. de Vries die „Letterkumdc bijna 25 jaren heeft gediend „als een major 'domo ecner aanzienlijke vrouw van oucf geslacht die de eer en de traditiën van haar huis Hoog hield, die haar waardiglijk verteeenwooreftgde naar buiten cn die zijn ra e est eT esse slechts begovert heeft, omdat zijn krachten hem begaven" De plaats van dr. De Vries werd voor- loopig ingenomen door mej. dr. G. S.?r- rurier, de eerste vrouw, die het secreta riaat waarneemt, een maatregel, waar mede volgens spr., „Letterkunde" toont, dat zij evenals haar jongere zuster, „Het Nut" met haar tijd weet mee te gaan. Naar aanleiding van punt 1 van den Beschrijvingsbrief Voorstel van de Com missie voor Sehoone Letteren „De voor 1920—1923 toegestane f 1000 toe te kennen aan den heer Jac. van Looy, ter bekro ning' van zijn werk „Jaapje", behandelde de voorzitbe-r vorvolgens de vraag, in hoe ver het uitloven van prijzen in het alge meen bescherming der sehoone Letteren, geacht kan worden een nadeeligen invloed uit te oefenen op do ontwikkeling dier literatuur. Spr. gaf dan een historisch overzicht van de beteekenis en den in vloed van letterkundige prijzen in ver band met de honoraria voor letterkundig werk, alsmede eenig denkbeeld van de voordeden cn de nadeelen van vrijheid on bescherming der sehoone lettoren. Hoe men echter over het al of niet wen- sclielijke van deze bescherming moge oor dcelen, hierover zullen do meesten het wel eens zijn, dat dto bescherming in geen tijid zóó noodig is geweest als nu en ner gens zoo noodig als in Nederland. Vooral voor dezen tijd mag, naar spr.'s oordeel, gelden hetgeen Jeremias do Decker be schreef met het oog op dc auteurs der 17de eeuw „En vloeit er wat gewins uit hunne (rijmerij, 't Valt hunnen buidel mis en doet ide (beurzen zwellen der loozer drukkeren en hunnen met gezellen De dichter zaait en plant, de drukker (maait en plukt". In geen land valt de mededinging met andere liloratoreui zwaarder dan hier, waar het ontwikkelde publiek Fransch, Engelsoh on Dnitech leest, terwijL velen nog bovendien Ibaliaansch, Spaansch, een Scandinavische of een Slavische taal be oefenen. Cver dit internationalisme mogen wij ons verheugen, aoidc spr., maar slechts da», indien het in evenwicht wordt ge houden door een krachtig nationalisme, indien wij ons eelt* blijven in den zin van hel Bijbelwoord„En tof zich zelvcn ge komen, zelde hij''. Zulk een „zelf", liet beste, dat in ons is leeft ook in een volk. En wio helpen ons dat nationaal kleinood heter bewaren dan onze schrijvers en dich ters, wier werk a-an onze volksgemeen schap ten goede komt, hetzij ze ons volk toon en, zooala het. in zijn meest karakte ristieke eigenschappen is, of, zooals het, tot zichzelf gekomen, moet zijn, kunstrijke levensüitbeclders, die door hun sehoone verheel din gen en dc muziek van him woord ons ontroeren en verheffen boven het tijdelijke, of drijvers, onder wier ge weldige roedo wij tragelijk voortgaan op het pad naar een samenleving van hoo- ge-re orde. ÏTct besef der verpliehtingen van een volle aan zijn schrijvers en dichters is niet steeds even levendig; dit hangt grooten- doels af van de steeds wisselende ver- houdincr tusschen literatuur en leven. In de 19dc eeuw was het besef te onzent sterker dan nu. Een reden voor allen, en hiermede besloot, spr. die belang stellen in onze tnal en letteren, om dat besef dieper en sterker tc maken. Mof den wensch, dat de Maatschappij der Ned. Lctterkuncte in dezen zin een vonrhrrld moge geven, dat navolging vintto in vele kringen van ons volk, ver klaarde de voorzitter de 155ste jaarverga- derincr voor geopend. Fi-ron volgden het jaarverslag van de secretaresse, mej, Scrrurïer, het verslag van den bibliothecaris, <Jc\ Van der Meu ten, de rekening en verantwoording van den oenningmecster, dr. Hcinsïus, bene vens di© jaarverslagen van de secretarissen der CJom'reissies, welke alle werden goed gekeurd. Daarop werden de namen cVr nieuwbe noemde 'eden medegedeeld. Tot gewon? leden werden benoemd: Mfj. El. Zernïke, letterkundige te Gronin gen; riovruuw J. M. TJasc! de SchepperBle ker, Tc Rotterdam; K. R. Gallas, lector a. d. Universiteit te Atuï tordamiA. J. Both cuius Brouwerte Ops terheek, hoofdredacteur der „AmJi. Courant"; dir. W. van Bemmelcn, tijde lijk te Haarlem, directeur van het Kon. Mote J o rol Instituutte''Batavia; jlir. mr. W. G. FeiMi. ooi mimics chartermeester a. h. Rijksar chief te 's-Cravoiihagc; mevr. H. Laman Trip- de Beaufort, lettcrkumRgc, te Oosterbeck; mr IL Pli Visser 't Hooft, advocaat, te Haarlem; R. v. Gemlèiv-n St(o*t„ Jettorkundige te 's-Gra- veivhagc; mej. Jr. H. O, M. Ghyssen, tc Dom burg; meJ. lb". 1^. U* van Dorp, priv. docente a. d. Ri.ilcsunivór^lJeit te Utrecht; Alfo. Plas sehaert, redacteur van Boschouwingen"dr. II. E. Tl van Lcmn, te Parijs; dr. J. van der Elef. Lcoraar aam hot Chr. Gymnasium te Hil versum; •nuej. R. Guarnierd, 's-Gravenliage, priv. decente aan de Universiteit te Amstcr- dan A. Laiady, te Amsterdam, hoofdredac teur van „Do Tijd"; dr. Ir win Brown (sohuitl- nruoin Onoyna Gooi), te Rotterdam; P. Raës- kiji, lefcfcerku-nd'ige, te Rotterdam; dr. J. CLay, Uoogleeraar a. d.. Hoogesohool te Bandoeng; A Roland Holst, te Bergen, red. van ,.Dc G-kte"; mr. Frans Coenen, direeteur van het Museum Urllet HoJbhuijzen, te Amsterdiam; O C. van Hornessen Sr., veldwachter te Wou briugige; mej. M. Böthleng.h; M. Nijhoff, let terkundige, te LaTen; Arie Piens, letterkun dige te Schiedam cn mr. H. C. Dressoliliuys, te 's-Gravcnhage, lid der Tweede Kamer. Tot buitenlandse he leden werden benoemd: Joh. Knuiriiscn. te Ko-penhagen; WiÉiaim Phi i'ipiSs gezant der Vcsreen. Staten tc 's-Graven hagc; dr. D F. Maliherbe, te Bloemfontein;' dr. André Jollies, hoogJeeraar in de Ned. taal en letterkunde aan de Universiteit te Leip zig en dr. Ra'b Foneke, loeraar aan een mid- del'baro school te. Molenbroek (Brussel). Na de pauze hield mevrouw Top van Rli^nNaeff, uit Dordrecht, een voor- diacht over: „Tooneelkunst en scheppende kunst." Geloovend in onze tconeelkunk als een jonge kunet, die alle dramatische ele menten weder verbindt tot één ondeelbaar or ganisme, on deze, beoordeeld naar haar beste openbaringen, hoog aanslaande, verzcchtspr. haar auditorium met haar te willen onder scheiden: Tooneelkunst en tooneelspeelkunsfc; vertolken, uitbeelden en scheppen te be schouwen als drie sporten van een hocge lad der; het einddoel, van elk dramatisch streven te willen vatten in: heb visioen. Want al mag ook Nederland bogen op een klein aan tal tooneelspelers, Wier persoonlijk optre den somtijds, en in veler oogen altijd, alles gced maakt, daarnaast hebben wij lang ge mist een dramatische kunst, waarin zoowel het geschreven stuk als de gespeelde rol, de architectonische, picturale en muzikale ele menten zouden oplossen, vergroeid zouden opstaan in een zijn eigen leven levend sym bool. Spr. herinnerde hoe het drama uit den dans geboren werd en verwees naar de antieke volken, voor wie het moduleeren van woord en gebaar het versterken van het rythme, eersten eisck bleef. Ook de mo dernen hebben, al3 sprak het van zelf, het drama gekeven in de sfeer van dit ideaal, mot overtuigingskracht naar alle middelen om ons.van net wezen van hun werk geeste lijk en ziutuigljjk te- doordringen. Eu dit hartstochtelijk trachten naar „vervolmaking", zeide Spr., is het wat op het toon eel kan worden voortgezet- met vorsche, verder introk- BINNENLAND. Op het Departement van Onderwijs fs een nieuwe Middelbaar-Onderwijswet gereed ge* komen. i •BUITENLAND Engeland antwoordt op de laatste Franscfie nota inzake Opper-Silezië. In het Engelsche mijnconflict schijnt nu in derdaad kans op overeenstemming te komen, tengevolge van nieuwe voorstellen der mijn eigenaren, waarover een referendum zal worden gehouden. kende theatrale middelen. Averechfcsche con- ventië hebben ons vele jaren van dit ideaal afgevoerd, langzamerhand is in enkelen de liefdo voor „het harmonisch droombeeld her leefd. Doch laten wij niet meenen, dat bg den beleren wil, thans de modclvoorstellmgen bij dozynen uit den uitgedroogden cngeploeg- dcu tooneelgrond te stampen zijn. Wij maken den geleidelijken stillen groei van dezegroo- te kunst mede; wij moeten er zelf nog in groeien. Ons allen ontbreekt wat wrj zon der. kunnen noemen „dramatische harmonie leer", ons oordeel over tooneelkunst, nieö alleen naar litterairen, maar ook naar liaan thratralen inhoud, mist elke basis, zoolang we haar blijven beschouwen als verschijnsel, haar niet begrijpen als product. De verhouding tusschen auteur en regis seur moest onder deze misvattingen lijden, vervreemding en rivaliteit, waar een innig in-elkaar-op-gaan natuurlijk zou zijn, de voor drievierde zelfstandige schepping van den „tccneelmaker" werd altijd te veel als een adoptie beschouwd. Spr. stond nader stil bij het eigenlijke wezen der regie en legde er cien nadruk op, dat een regisseur, die door een gelezen stuk niet geïnspireerd wordt dit stuk ook onmogelyk zal kunnen brengen tot zijn theatrale voldragenheid. Het lezen van een drama, de psychische opname, noemde zij een ingrijpend proces. Uit de omzetting van litteraire in dramati sche waarden ontstaat het eerst vermoeden omtrent den aard van het te scheppen too- neelwerk, de eerste orde, toonaard, stijl en atmosfeer. In de eerste instantie is regie: bewustwording, in tweede instantie: bewust making, in hoogste instantie wordt zij bezie ling. Het is de stijl, die ons leidt op vaste wegen; het is de atmosfeer, die ons dwingt een ïiieuwe waarschijnlijkheid te aanvaar den naast de waarschijnlijkheid, waarin wij leven; het is de ziel, die ons ontroert. Van den regisseur kwam spr. op de belangrijkheid van de kleinste rol in het too- neoïecmplex en toonde door voorbeelden aan hce geen atoom in deze, in zich zelf volmaakte wereld uit het verband te lichten of te schei den zou zijn van het geheel. Niet vóór het spel op het tooneel gezui verd en het evenwicht hersteld was, moch ten wij de jonge, dramatische schigfkunsh verwachten. Aan de dorre bron van vele illu- sielooze vertooningen is zjj verburgerlijkt en verkwijnd. De hedendaagsche Regie heeft het Huis weder ter ontvangst bereid, de be stoven dramatische litteratuur der eeuwen met haar too versta f beroerd; zij zal cot de jonge schrijfkunst wekken met de bespe ling harer overtuiging, dat het tooneel een machtig wapen is: „Jedes Volk hat das Theater, das es verdient." Wij hebben, be sloot mevrouw Van Rhijn, een beter theatefl dan wij verdienen; een beter dan wij ten ge volge eener gebrekkige theatrale opvoeding waarde eren. Ondanks den veeljarigen achter stand, een tekort aan meer dan middelmatige speeïkrachten, de primitieve inrichting van ons topneelonderwijs en de moeilijkste raate- rieëlo omstandigheden, is in dé laatste tien jaren het bewijs geleverd, door tal van sehoo ne voorbeelden, dat de Nederlandsche too neelkunst met de buitenlandsche op één lijn mag worden gesteld. Dat in ons klein land tegen de klippen op een jonge grocte kunst is opgebloeid, die zich van datgene, wat voor 25 jaar tooneelkunst heette en aan veel, dat zich in het met tooneel vermaken overkrept sei zoen listig en onbeschroomd als tooneeL kunst biedt, nobel onderscheidt. Een weder orchestrale kunst, waarvoor spr. hoopte in dezen litterairen lering do diepere belangstelling te hebben gewekt. Nadat de Voorzitter de spreekster den dank der vergadering had gebracht voor haar keurig betoog, stelde hij het voorstel van de Commissie voor de Sehoone Letteren, luidende: „De veer de periode 19201923 toege stane £1000 toe te kennen aan den heer Jac.- van Looy, ter bekroning van zijn werk „Jaapje"," aan de orde. Na eenige gedachtenwisseling werd dit voorstel aangenomen. In de plaats van prof. dr. J. Huizinga, die aan de beurt van aftre-" ding was en niet weder herkiesbaar, werd benoemd prof. dr. L. Knappert, alhier, ter« wijl de tijdelijke benoeming van dr. R. vaa dér Meulen werd veranderd in een vasta benoeming. In de plaats van prof. dr. S. G. de Vries,- dio om gezondheidsredenen als secretaris had bedankt, werd gekozen mej. dr. Ser- rurier, die deze betrekking reeds tgdelgk waarnam, terwijl eindelijk tot lid der Commis sie voor de Sehoone Letteren werd herbe noemd, do heer D. Coster.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 1