FEUILLETON. Marjorie's Vijand. Luistervinkje. niet meer voor, want toen zij in hot pension Jcwamon, waren George en Floirie uitgegaan om „Nol te zoeken", zooals George gezegd had. Connie vertelde haar moeder, waar zij ge- woest was en bracht Elsje mee, die heel vrien delijk door mevrouw Norris ontvangen wond. Daar de jongens nergens te zien ware», vroeg Elsje aan Connie haar naar huis to brengen en kennis met haar tantes te maken. Juffrouw Ellen was zóó blij, dat haar nichtje Wildzang zoon aardig vriendinnetje gevonden 'bad, dat zij heel vriendelijk tegen Connie was en Home's naam niet noemde. De meisjes na-men nu afscheid van elkaar, .nadat zij hadden afgesproken, waar zij elkan der den volgenden ochtend zouden vinden. 'Elsjes opgewekt gezichtje en haar stralende oogen vertelden haar tantes (lien avond maar al te duidelijk, hoe blij zij was, dat zij een vrien dinnetje gevonden had. Zij hadden juist over Elsje gesproken. „Daar is zij," zei tante Alice, terwijl zij Elsje naar zich toe trek. „Kom je ons goeden nacht zeggen, kind? Wacht dan nog even. Tante ■Ellen wil je wat laten zien." „Dat was een aardig meisje, Elsje," begon tanl© Ellen nu op de haar eigen stuggen toon. |„Ik zal haar moeder een bezoek brengen en dan kunnen jullie zooveel met elkaar spelen als je wilt." .Bost, tante!" zei Elsje, al begreep zij niet, wat een bezook van tante Ellen aan mevrouw N-orris to maken had met haar vriendschap met Connie. ..Je vriendinnetje zag er frisch uit in haar wit matrozenpakje, Elsje," ging tante- Ellen voort. „En kijk nu eens, wat jij van tante Alice en mij krijgt Tante Ellen ging nu naar de kast on kwam terug met iels, dal zij over den divan uit spreidde: een wit matrozenpakje, precies zoo- ais Connie het had. Elsje kreeg een kleur van plezier en haar oog en schitterden. ..O. dank u wel, tante Ellen en tante Alice!" riep zij uit. „Wat leuk, dat Connie en ik pre cies dezelfde jurk hebben." De beide tantes lachten en Juisten haar goe den nacht, en toen zij de kamer uit was, vouwde tante Ellen het matrozenpakje met een vriende lijke uitdrukking op haar gezicht weer op en zei tante Alice zaoht: „Onzo kleine meid gaajt meer en meer op haar moeder lijken. Wat is zij dankbaar, als er iets voor haar gedaan wordt. Jo warme tocht naar de stad werd ruimschoots beloond door haar blijdschap." „Ik deed het om jou plezier te doen," zei juf- 'frouw Ellen. „Maar maak het kind nu alsje blieft niet ijdel." (Wordt vervolgd). B Een verhaal uit den Engelschen Burgeroorlog. Naar het Eogolsch van H.- ADAMS. Bewerkt door O. H. 9) Lang geleden, toen haar moedor haar eens voor een klein, kinderlijk vergrijp ge kastijd had, had Jasper haar mee naar bet terras genomen, haar op zijn knie gezet eo haar getroost, haar tranen wegkussend, tot dat zij geheel bedaard was. Wat zou lig nu wel gezegd hebben van haar gloeiende wan- gyi. Ladv Bradford's handen waren'blank entebr, maar toch niet te zwak om haar dochtertje met de grootste gestrengheid af te straffen, en terwijl Marjorie neerknielde, voelde zij, hoe haar hoofdje bon3de van pijn. Zjj kon niet bidden, zooals Phcebe ge zegd had, doch langzamerhand sloop een ge voel van geluk haar hartje binnen bij de gedachte, dat zjj Jasper gered had. „Ik vroeg God voor hem te zorgen en Hg zond hem naar mij om voor hem te zor gen," fluisterde zjj, toen deze heerlijke gedachte in haar opkwam. Het was een geheel andere Marjorie, die den vorigen dag in de vensterbank gezeten en geluisterd had naar liet gesprek van Phoebe en haar vriendin. Toen had zij nog geen geheimen te bewaren alleen Hat Door C. H. lil de door bloemen en planten als in een 1 tuin herschapen serre zat Lily van Praag haar huiswerk cc maken. Dit was haar gelief- koosd plekje in het groote buitenhuis, dat Groenendaal heette en waar zg winter en zomer met Vader en Moeder, Piet, Anlcio en Mieko woonde. De kinderen genoten van het lieerlijke buitenleven en verzorgder, hun die ren: Kuno, den grootsn waakhond en Witje, de geit, die als een echte kwajongen pas ple zier had, als hg los kon breken om een uit stapje naar den moestuih te maken, waar de jonge erwtjes hem het meest aantrokken. .Verder waren er de twee schapen, die de grappige namen: de Jans en de Mina droe gen, als herinnering aan Noordwgk, waar de paardjes vóór de badkoetsen door den ouden badman vroeger, toen alles er nog hoogst eenvoudig toeging, zoo genoemd werden, 'k Zou bijna nog vergeten de konijnen te noe men. Grrjsje, Langoor en Fluweelvel, en de kippen: 't lieve Zwartje, Bontje, Moeder Kukel, Tok-Tok en den haan: meneer Rood- kam. Gok 's winters was het buiten echt gezel lig. wanneer in de groote huiskamer met de twee ronde tafels elk onder een lamp hot vuur van beukeblokken lustig vlamde in de mooie, oudenvetsche schouw en Moeder al- leilei prachtige verhalen vertelde. En wat was het buiten mooi, ais het sneeuwde en de denr.eboomen met hun witte takken allen op Kerstboomen leken Op den zomeravond, waarvan ik jullie ver tellen ga. waren Piet, Ankie en Mieke reeds naar bed. Vader en Moeder zaten in de huiskamer, die aan de serre grensde, te pra ten. Eerst was Lily verdiept geweest in haar huiswerk: moeilijke sommen, die maar niet „uit" wilden komen. Eindelijk was zg er ech ter mee klaar. Zij moest nu ïigenïijk naar bed, maar zij had een leelijk gebrek: ze luisterde graag de gesprekken van groote menschen at en speelde dus maar al te vaak voor luistervink. Ook nu weer spitste zij haar oortjes cm cp te vangen, waarover Vader en Moeder het toch zoo druk hadden. haar ouders, die Lily's gebrek wel ken den, spraken op gedempten toon, maar plot seling ving het meisje in de serre op: „Ja, 't beste zal zijn, dat we Lily in de slad naar kostschool laten gaan, dan kan zjj 's Zondags op Groenegdaal komen." Lily ontstelde niet weinig. Waarom moest zij naar kostschool, weg van haar geliefd Groenendaal, waar zij alleen '3-Zondags zou komen, weg van Vader en Moeder, Piet en van de safraantaart, die het keukenmeisje voor Phoebe's verjaardag bakken zou. -Nu scheen het alsof haar hoofdje tct berstens toe gevuld was met allerlei benauwende ge- hc imen: Hoe Jasper den geheelen middag in de hut had gelegen en zijzelve midden in de#i nacht naar Chesham Wood was gegaan. Hoe de spoken geen werkelijke spoken, dcch soldaten waren en hoe de boer, welke dien morgen gevangen was genomen, geen 6oer, maar een kapitein uit het leger der Rond hoofden was. En dan was er nog het ge heim van het zwaard van Gideon, dat was neg het allervreemdst. Zelfs oudere hersens dan die van Marjo- ri9 zouden moeite gehad hebben al deze in drukken te verwerken. Doch toen zrj over dit alles nadacht, maakte één heldere ge dachte zich los van de rest: Jasper had een schuilplaats gevonden in Margaret's hutje en zijn veiligheid was in Marjorie's han den; één woord van haar kon tot zijti verraad leiden. „Lieve God. maak mij moedig," bad zjj eindelijk, haar gezichtje in haar handen begravend. „En laat mij het niet vertellen. Laat mij Jasper redden." Hef was reeds avtind, toen Phoebe weer bg haar binnenkwam met een stuk brood en een kruik water op een blpd. Marjorie was op de breede vensterbank in slaap gevallen. Terwrjl Phoebe haar wakker maakte, werd de lucht in het oosten plotseling vuurrood gekleurd. Verschrikt stak Phoebe het hoofd uit het raam en mompelde: de kleintjes? Wat had ze gedaan, waar v ze dat verdiende? h Verontwaardigd gooide zij haar pen, zij nog altijd in de hand hield, neer en den tuin in. Wanneer zou het zjjn? Zeker de groote vacantie, dus net vóór haar 1 jaardag. Zij snikte iet plotseling uit boosheid on verdriet. Was het ook niet vi eelgk om naar kostschool gestuurd te word zonder dat zij ondeugend was geweest. Moeder had laatst nog gezegd, dat zg zoo'r. goede school ging. Daarom was 1 dus ook niet. Zg vond het heel cnrechtva dig, maar koppig als zij was, besloot er geen woord over te spreken. Zij beet zi op de lippen om niet langer te huilen: n mand hoefde haar verdriet te zien, als zoo leelijk behandeld werd! Toen zij oogenschgnlijk wat tct kalmte j komen was, ging zij naar binnen om ba ouders goeden nacht te zeggen. Het was schemerdonker en Vader noch Moeder z gen het behuilde gezichtje van hun ouds dochter. Nauwelijks was Lily echter c haar eigen aardig kamertje gekomen, of 1 barstte opnieuw in tranen uit, toen b( dacht, dat zrj na de vacantie hier niet me< slapen zou. Dien avond duurde het geruimen tij vóór zij den slaap kon vatten en toen z eindelijk insluimerde, werd zij door aller! nare droomen gekweld; een kostsohcoljui frouw, die haar strafte, omdat zjj ongevraagi den tuin wa» ingeloopsn, meisjes, echte oul ien, die haar uitlachten, en een breikou waarvan de steken steeds dieper vielen, zoo dat zij ze niet meer kon opnemen. Lily hat zich namelijk allerlei schrikbeelden voor cogen gehaald, vóór zij insliep en deze lie ten haar na in den slaap geen rust. 's Morgens aan het ontbijt zat zg boes vóói zich te kijken, zóó zelfs, dat Piet haar „Juf frouw Knorrepot" noemde, wat haar niet bepaald vriendelijker stemde. Moeder zag Wel, dat er wat aan haperde, maar zweeg, teen haar vriendelijke woorden ncrsch wer den beantwoord. Lily was zeker met het ver keerde been uit bed gestapt, meende zij, en het beste was haar maar aan haar lot ever te laten. Dien geheelen morgen op school kwelde Lily de gedachte: Kostschool. Herhaalde malen lette zij niet op, zoodat zg eindelijk- strafwerk kreeg. Tussc-hen twaalf en twee bleef zij altijd op school koffiedrinken en sloot zij zich onder vroolgk gebabbel bij haar klasgenootjes aan. Vandaag echter was zg stil en teen zij op de wandeling naast haar vriendinnetje, Mies Bontere, liep ?n deze VToeg. of haar wat scheelde, zei ze boos: „Och weinee, praat toch niet zoo'n onzin!" Mies, die anders niet op haar mondje ge- „Gelukkig voor ons.' Het is Scarlbrick Grange En terwijl Marjorie zich d9 oogen uit wreef en rechtop ging zitten, zag zg boven de hoornen een rossen gloed en een rook zuil, „De oproerlingen hebben het huis van Sir Graham in bfand gestoken," zei Phoebe, doodelgk ontsteld. Zij bleef bij Marjorie, tot het bedtijd was en samen keken zij met ang- stïgt gezichten naar de vlammen in de ver te. Plotseling herinnerde het kind zich de noorden, welke de jonge kapitein den vori gen nacht tegen haar gezegd had: „Kijk morgen avond naar de lucht in het oosten en je zult zien, dat wij je gespaard hebben." „Morton Hal! zal weldra volgen. We zul len in onze bedden verbranden", voorspel de Phoebei op somberen toon. „Nee, nee, wij niet," haastte Marjorie zich te zeggen, terwijl zij plotseling een kleur kreeg van trots brj de gedachte aan hetgeen zij gedaan had. HOOFDSTUK V. Jocelyn's terugkomst. Zoo was ter wille van Marjorie Morton Hall blijven staan, al was menig Cavalierenhui6 in de omgeving tot den grond afgebrand. Na eenigen tijd ver plaatste het terrein van den oorlog zich en trad een betrekkelijke rust in deze stre ken in, 'J'." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 8