No. 18775. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 Mei. Tweede Blad. Anno 1921. TWEEDE KAMER Fr&iakrijk isi E*eiden FEUILLETON CHR1ST0FFEL EN ÖOLUMBUS Dg'O iet lag g) BUSTEHL. WEEKOVERZICHT. DaJ; het tusschen de overwinnaars in eJ1 wereld-krijg niet altijd botertje lot öv> boom was, is bekend genoeg. Aanvan- plnk probeerde men dat wel geheim te tuiden, gedachtig aan het on lave son sale en familie, maar dat gelukte to beststeeds lekte naar buiten, ."er iets haperde. Dan volgde weer een andere bijeenkomst der leidende figu- en in hartroerende eensgezindheid jj,g men. ten slotte uiteen. Na elke confe ctie had in werkelijkheid de nooit vol wezen eensgezindheid een deuk gekre- u Later, toen overduidelijk was geble- Ji dat het bestaan va«n verschilpunten och niet geheim te houden was, verliet jen den weg der verheimelijking, erkende, lat er meeningsverschil bestond, meenings- -crschil, dat a priori natuurlijk nimmer vriendschap zou verstoren. Weer een pnferentie en weer een nieuwe deuk 'olgden echter even onvermijdelijk. Het is logisch, dat niet ten eeuwigen vgo doorgegaan kan worden met dou- toebrengen. Op een gegeven oogen- blik is het uit en staat, wat al zoo gedeukt op springen of barsten. Zonder nu 'direct zoover to gaan, om tc zeggen, dat inzake de entente dat oogenblik daar is, mag niettemin worden geconstateerd, dat dlit oogenblik toch bedenkelijk benaderd wordt, dank zij den coup cfetat van Kor- fanly in Opper-Silezië. Nauwelijks leek de crisis, waarin Europa verkeerde door het nog altijd niet opgelost lijn van do schadoloosstcdiingskodun, afg< end doordat Duitsobland het ultima tum van Londen accepteerde, of Korfan- ty'8 optreden veroorzaakte een nieuwen crisis. Weer werd do rust in Europa be denkelijk bedreigd, nu, zooals de Engelsche premier het zoo kernachtig -wist uit tc drukken, door ,,een der kinderen van het vorclrag van Versailles." Eerst dank zij dit vredesverdrag toch is Polen weer hor- horen en dit. wicht onder de Europeeecho staten toont een onbegrensden landhonger le bezitten Bij den vrede van Riga wist hel van Rusland, aan welks doodendo greep het ternauwernood ontkomen was, een gebied, los te krijgen, waarop het geen Techlen lean doen gelden. Toen volgde generaal Zedigowski's manoeuvre tegen Wilna waarover men nog lang niet uit gepraat is en nu als de kroon op het werk Korfanty's hand leggen op dat deel van Opper-Silezië, waarop Polen aan spraak maakt Afgezien i an andere kwesties kunnen wc ons indeaiken, dat Lloycï George baloo- rig is geworden, clat het mot zooveel (iuoeite vorkregen rosultaat, dat eindelijk een periode van rustige ontwikkeling der dingen scheen in te luiden, wederom be dreigd. werd en dat nog wel op een derge lijke manier. Officieel heeft Polen zich afzi'dig gehou'en van elke verantwoorde lijk! eid voor Korfanfcy's daden, maar dat is een welbekende methode. Bovendien stak niet-officieel Polen het niet onder stoeler banken, hoe het dacht over de poging uo geallieerden eens netjes voor een fait accompli tc stellen Waar nog bijkwam, we hebben er in een vorig overzicht op gewezen, dat wilde do entente tegenover Duitschland, dat tot ontwapening was gedwongen, fair play spelen, zij het voor Duitschland volledig had op te nemen Het is de verdfienstc van den Engelscken premier geweest, op dezen plicht van fair play te hebben gewezen in termen, die beusch niet voor een twijfelachtige uitleg ging vatbaar - waren Toen de Fran9cho pers niettemin toch een draai aan do ver klaring van Lloj'd Georgo wildo geven, opgeschrikt als ze was, heeft Engeand'a bestuurder een taal doen hooren, waarm de puntjes zoo scherp op de i werden ge zet, dat alle lust tot verdraaiing Frank rijk nu wel zal zijn vergaan er was in do nadtere uiteenzetting als 't ware geen woord Franseh bij! Maar daarmee heeft de eenig overgeble ven maker van het vredesverdrag van Versailles een reuzen-knuppel in het hoen derhok geworpen on de kippen 't zijn allemaal Fransche bijkans aan het ka kelen gebracht-. En nu blijkt eens overdui delijk, welk een afgrond feitelijk tussohen. Engeland on Frankrijk gaapt. Een af grond van dergelijke afmetingen, dat, ook al zal men de Opper-Silezischo moeilijk heid baas worden, toch te zijner tijd de geslagen brug zal bezwijken. Hoewel Lloyd George dat zelf wel niet bedoeld zal heb ben, sprak hij toch als het ware daarom trent profetische woorden, toen hij het waagde vaag te zinspelen op een andere constellatie in Europa's politiek, iets, waartegen de Gallische woede zich dan ook speciaal richt. Frankrijk houdt krampachtig vast aan eeai politiek, dio er op berekend is, Duitschland ten eeuwigen dage er onder te houden. Dat is alleen mogelijk, dat spreekt-, wanneer Marianne op hot conti nent een overmachtige positie inneemt, gelijk eeii3 onder Napoleon een tijd lang gelukte. En evenals onder Napoleon is Polen wederom een schakel in den Fran- schen imperialistischen keten pardon, Frankrijk is immers niet imperialistisch aangelegd Polen moet zoo sterk moge lijk zijn, om als tegenwicht te dienen voor een mogelijke hulp, die Duitschland van den Russischen kolos, die toch een9 wel weer overeind zal komen, zou kunnen er langen. Men ziet 't-, de kwestie is simple commo bonjour. Marianne we hebben het ook aL eerder gezegd, is daarom niet erg kieskeurig bij het kiezen van middelen, om maar het ge- wenschte doel te bereiken. O ogen schijn lijk steunt zij zelfs op het vredesverdrag ais basis. Zal Opper-Silezië- niet verdeeld wor den naar mate het zelfbeschikkingsrecht welk een heerlijke vinding, waarbij even wel vergeten werd een macht te scheppen, dio een je maintiendrai kan doen hooren beslist? En Marianne legt den nadruk op de stemming per gemeente, vergetend, dat do bewuste paragraaf van het vrecJas-" verdrag eventjes verder zegt, dat rekening gehouden zal worden voorts met de geo grafische*!) en economiscben toestand der plaatsen, iets vanzelfsprekende, wil men niet in den meest verwarden toestand, die denkbaar is, geraken. Fair play of geen fair play ten aanzien van Duitschland laat Frankrijk koud Dit doel van Marianne heeft echter niets gemeens met hetgeen En gelaaid voorstaat. John Bull heeft thans in de eerste plaats noodig rust in Europa, om de geslagen oorlogswonden, waaruit hij nog altijd bloedt, te heelan. En dan, DuitsohlandTs hegemonie in Europa moest geknotwiekt, wat heeft- Engeland daaraan, zoo nu een Fransche dito ontstaat? Als ware kemphanen staan Lloyd Georgo en Briand thans tegenover elkaar en met belangstelling zal men zeker dit duel volgen. Voor Europa lijkt een over winning van John Buil verkieslijk, in zoo verre loopt diens belang weer eens paral lel met dat 'van Europa in haar geheel, naar heb ons wil voorkomen. Hoe do strijd uitgevochten zal worden, hetzij op een onderonsje, hetzij in den Oppersten Raad, is nog niet geheel zeker. Verrassingen zijn niet uitgesloten. Duitschland kiest momenteel db partij, die voor Michel duidelijk is afgebakend. Het houdt zich stil. Engeland heeft heb royaal voor zijn zaak opgenomen, het ver standigste is thans af te wachten, wat dit opleveren zal. (Zitting van gisteren). Djambi-interpellaties. Aan de orde is de behandeling un liet ver zoek van den hoer Albarda om verlof tot het richten van vragen aan den Minister van Kolo niën naar aanleiding van de nota's tueschen de Amerikaansohe en de Nederlandsckc xegeerin- gon gewisseld over de exploitatie van petro leum velden in Noderlandsch-Tndië, in het bij zonder met -betrekking tot Djambi en de" behan deling van het verzoek van den heer van Ra- vosteijn om verlof tot hot richten van vragen aan don Minister van Buiten! an dschc Zaken in vorband met de plaats gehad hebbende brief wisseling tusschen de Amerikaanscbe en Ne der! andsChe regieringen over do exploitatie van pc-troleum-volden in Nedcrlandsch-Indië. Beide verzoeken worden toegestaan. Interpeitatie-Duys- Aan de orde is dc behandeling van hel ver zoek vau den heer Buys om zijn interpellatie betreffende dc verhoudingen bestaande in het college van B. en W. te Wormervecr in verhand met hel beleid van den burgemeester dier ge meente, omtrent dc wijze, waarop in die ge- meonto het beleid wordt gevoerd in zake dc volkshuisvesting, en de houding, die dc Regee ring in doze zaken heeft aangenomen, cn voorts omtrent do vraag, of de Regeering bereid is onmiddellijk maatrogolon te nemen, dal do ge staakte woningbouw terstond wordt voortgezet, thans gericht tot de Minis-ters van Bi.nnonlan.d- schc Zakon en van Arbeid, ook te mogen rich ten tot den Minister van Justitie. Hel verzoek wordt toegestaan. De VOORZITTER stelt voor dezo drie inter pellaties aan dc orde te stellen na de intorpel- lalio-Van 'Bcrcsleijn. Voorts stelt spr. voor het ontwerp-Hoögcr Onderwijswet vóór do interpellaties aan de orde te stellen. De heer ALBARDA (S. D. A. P.) vraagt dit ontwerp na de interpellatie te plaatsen. De VOORZITTER kan aan dat verzoek niet voldoen, omdat dit ontwerp urgent is, Dc heer VAN BERESTEIJN (V.-D.) is be reid voor te stellen zijn interpellatie na die j vaD den heer Albarda te plaatsen. De VOORZITTER heeft daartegen geen be zwaar. God form besloten. Rechtspleging in lichte strafzaken. Voortgegaan wordt met hel ontwerp vereen voudiging van dc rechtspleging in lichte straf zaken. Aan de orde is de stemming over art. 3 en het amendement van Sasse van Yssclt in zake goedkeuring der transacties door den kanton rechter. Hot amendement wordt verworpen met 55 tegen 18 stemmen. Bij art 4 verdedigt de lieer VAN RAPPARD (V-L.) oen amendement van de Commissie van Rapporteurs om tc bepalen dat dc kleinste kan tongerechten minstens eens per maand en niet eens por veertien dagen zitting moeten houden. De Minister van Justitie, de heer HEEMS KERK neemt dat over. Bij artikel 4 verdedigt do heer VAN SASSE VAN YSSELT (R.-K.) een amendement om tc bepalen dat ook bij betrapping op heelerdaad niet op denzeifden dag berechting zal plaats hebben. Do MINISTER ontraadt dit amendement. Vooral in do groote steden is het gcwenselit, dat velo overtredingen on middellijk worden be recht. Voor het. platteland klemt dit minder, maar daarom is het ook facnlt-ief gesteld. Spr. wil dc mogelijkheid echter behouden voor dc steden. Na c enige repliek trekt de heer SASSE VAN YSSELT het amendement in. Dc heer SASSE VAN YSSELT (R.-K.) dringt er op aan bij de benoeming van politic-rech ters don rechtbanken invloed le geven. De MINISTER zegt dat do Kroon regelen zal stellen waarbij mot dozen wensch rekening zal worden gehouden. Bij art. 11 verdedigt de heer VAN RAPPARD (V.-B.) oen redactiewijziging. De delicten „van cenvoudigen aard"' worden omschreven als de licten waaromtrent geen verschil van meening wat dc schuld belieft, bestaat. De heer DRESSELHUYS (V.-B.) verdedigt het amendement om do strafgrens voor berech ting door den politierechter van 6 op 3 maan den zal worden bepaald. Mocht de Minister be reid zijn te bepalen dat de Kroon nader de grens zal vaststellen, dan heeft spr. daartegen geen bezwaar en is hij bereid zijn amendement in te trekken. De hoer VAN RAPrARD (V. B.) brokt, zijn amendement in. De lieer DRESSELHUYS (V. B.) ver dedigt een amendement om liet verzoek van uitstelvragen voor de beklaagden uit te breiden De Minister laat uitstel al leen toe voor hem, die op dien dag van zijn misdrijf terecht staat. Spr. wil uit-, stel ook op andere dUgen mogelijk ma ken, hetgeen hij billijk acht tegenover den beklaagde, die zich op zijn verdediging zal voorbereiden. De MINISTER ontraadt dit amende ment, want het brengt al weer vertra ging zonder eenige verbetering. Het amendement woifdt aangenomen met 36 tegen 21 stemmen. De heer DRESSELHUYS (V. B.) ver dedigt bij art. 227k het amendement om te bepalen dat verwijzing naar een meer voudige Kamer ook kan geschieden als du raadsman dit onmiddellijk verzoekt. De MINISTER bestrijdt dit amende ment. Het gaat spr. te ver, omdat men den beklaagden het instituut van politierech ter ongedaan kan maken .Dat. kan spr. niet aanvaarden. De heer DRESSELHUYS (V. B.) trekt het amendement in. Het ontwerp is afgehandeld. De eindstemming heeft op nader- te be palen dag plaats. Kinderrechter. Aan de orde is het wetsontwerp tot in voering van dteii kinderrechter en van on der toeziclit-stelling van minderjarigen, geopend. De heer SNOECK HENKEMANS (C.- Hist.) geeft; oen uiteenzetting van het. ontwerp. Hij bestrijdt reeds dadelijk de amendementen die verschillen*, e bevoegd heden uit handen van den kinderrechter willen nemen. Juist die eenheid is van belang, meent hij. Hij wil daarom de be voegdheid tot ontzetting aan den politie rechter laten lal acht hij dat in principe n iet gewonseh f, maar er wille van lie eenheid acht hij liet weer goed. Do algemeen e beschouwingen worden geopend. Artikel 1. De heer DRESSELHUYS (Y. B.) ver dedigt een amendement om de mogelijk heid te scheppen, dat een vrouw plaats vervangend kinderrechter kan worden. De vorg-vleiing wordt verdaagd tot Dinsdag één uur. Kort geleden promoveerde aan do Sor- bonne le Parijs onder groote belangstelling en op schitterend© wijze de heer Gustave Cohen, vroeger hoogleeraar te Amsterdam, nu te Straatsburg, op een lijvig proefschrift „Ecrivains francais cn Hol'ancle, clans la première moitié du XVIIe siècle.''" Het boek, even belangrijk van inhoud als bevallig van stijl, verscheen, keurig uitge voerd en rijk geïllustreerd, in Den Haag en Parijs. Niemaivi heeft mij om een aan kondiging hier ter plaatse gevraagd, maar het scheen mij de moeite waard de aan dacht juist van inwoners onzer stad op een werk te vestigen, waarin de gesc-iedenis van Leiden en met name clio harer hooge- school zoo voorname plaats inneemt. En ook hier is geschiedenis tot wederopstan ding geworden. Want het is den schrijver schitterend gelukt aan den eisch, zich zei ven in de inleiding gesteld, te voldoen, van ons achter de namen de monsclien le doen zien cn hun het leven in te blazen, zooclat het ons, terwijl het geschrevene ons niet los laat, toeschijnt, als hadd'en ook wij ons ge schaard in de gelederen van deze pioniers eenor oude beschaving. In ons noodwendig kort bestek staan wij niet stil bij het eerste boek over den dickter-krijgsman Jean de Schelandre, d^ic onder Maurits gediend en o.m. het beleg van Oostende medegemaakt heeft, gaan wij insgelijks voorbij aan tal van wetenswaardigheden, die met ons eigenlijk onderwerp geen verband houden. Ik maak ééne uitzondering voor de stel lige verklaring des auteurs (p. 116) dat zijn boek niet zou geschreven zijn zonder een ander dat onder ons bezig is to ver schijnen t.w. de Bronnen tot de geschie denis der Leidsche universiteit" door onzen vroegeren stadgenoot dr. P. O. Molhuvsen, waarvan thans vier deelen het licht zagen. Want ziehier een dier standaardwerken genoemd, dio niet de belangstelling van het groote publiek wekken, maar waaruit, in st.ilto bearbeid en voltooid, tot in lengte van dagen de geschiedkundigen een overvloed! - gen rijkdom van materaal pul ten zullen. Het tweede boek handelt over Fransche hoogleeraren en studenten aan onze hooge- school van den aanvang af tot aan 1648, over het aandeel dus dat Fransche weten schap aan hare stichting en liaren groei gehad lieoft. Wijzelven vermochten nog niet voldoende in leerkrachten-to voorzien, er waren in die dagen nog weinig smeden in Israël", zoo zochten wij elders hulp. Hier schrijden zij dan langs ons heen, Louis Cappel, die de hoogesckool opende en Guil- laurne Feugeray, die Iiaar eerste hoogleer- aar in de theologie wasLambert Danaeus, ook hij slechts één jaar aan haar verbonden en heengegaan, niet alleen om ons .af schuwelijk" climaal maar vooral om heeren burgemeesteren (èn den secretaris Jan van Hout) die hem te vrijzinnig waren. Achter hem gaan nog enkele godgeleerden, allen van Franseh en bloede, Trolcatius en de vreedzame Francïscus Junius en Saravia, die clen lande uitwijken moest omdat hij betrokken was in een aanslag op Leiden, door Leicesters aanhangers beraamd. T© zelfder oorzake kwam de beroemde Fran sche jurist Hugo Donellus ten val. de glorie zijns vaderlands cn (15791587) van onze universiteit, meteen streng calvinist cn derhalve van Leicesters partij te kort hec-ft zijn licht aan onz.cn hemel geschenen,- Zijn rekest aan die Staten is een model van Franseh wel spreken. Nu nadert, langzaam en op krukken, Charles dc l'Escluse, oud en gebrekkig man, maar zóó uil nemend plantkundige dat h ij alleen waardig werd gekeurd den grootcn Dodona/eus op te volgen en «c&n Horlus, den ,,hof der medi cijnen" te besturen, waarin hij ook den aardappel kweeken zou. Naast hem, zijne passen naar de zijne voegend, gaat zijn vriend, in hetzelfde jaar 1593 naar Leiden gekomen en daar als een vorst ontvangen, Joseph Juste d<e la Scala, de wereldbe roemde Scaliger, in wiens brein de ganscho oudheid was herleefd. De herberg bij Ben- nebroek, waar eens de Haarlemsche regee ring hern onthaalde, heette toen de „Oije- vaar", maar sinds ,,Üe geleerde man" en vertoont op haar uithangbord een man, die een leer draagt, een trap, scala. Het' jaar zelf van zijn komst lieten zich zóéveel Fran sche .studenten inschrijven a.ls in de acht tien vorige jaren te zamen en, wanneer do kleine grijsaard langs het Rapenburg wan delde („Chateau des navets", vertaalt M. Cohen p. 213, maar omschrijft het dan als een gracht met groen en geel water waarvan wij weten mee to spreken) dan bevroedden de menschen dat reeds zijne tegenwoordigheid hun stad' rijk maakte. Toen hij, talenkundig als toen niemand, 21 Jan. 1609 overleed, daalde in hem „eene gansehe eeuw, eene gansche opvatting der wetenschap, daalde het humanisme van de renaissance ten grave". Wat dio Fransche studenten aangaat, wier aantal eens, onder prof. Rivet, den beroemden theoloog, de vijftig bereikte én vaak maar weinig daar onder was. M. Cohen vertelt ons van hun leven en bedrijf, hoe zij in hecht gesloten vriendschap vergoeding vonden voor het gemis van verre bloedverwanten, hoe zij Fransche tooneelstukken opvoerden, maar ook, naar do wijze hunner dagen, door ruwer vermaken de stad in rep en roer brachten. Daarin deelden zelfs sommige hunner hooerl eeraren. zooals o.m. Domini que le Bandier of Bandius, jurist en bui tengewoon Jeeraar der welsprekendheid, maar tot don dronk al te genegen en zwaar met schulden beladen. Van hem gaat do anecdote dat hij, eenigszins zig zag gaande over de Breestraat en door een collega gevraagd, werwaarts hij zijne wankele schreden richtte, antwoordde (uit het Latijn overgezet) ,,iic ga langs den b re eden weg naar de poort des hemels". Deze .."Porta coeli" nu was een wijnhuis in do Maars- mans te eg. Was Bandius aldus geen aanbe veling voor de Fransche wetenschap, And ré Rivet reeds genoemd, was dot te meer en met hem Claude Saumaise, 16321653, de Scaliger c?er 17e eeuw, meteen geestig en aangenaam verteller, maar ook zeer gesteld op de eerbewijzen hem verschuldigd, gelijk zijn echtgenoot©, die „mevrouw" wilde hee- ten, terwijl de overig© pro fessoren vrouwen het nog met „juffrouw" moesten doen. Met. dat al was hij een sieraad d!er hoogeschool en de luister zijns beroemden naams straal de op haar af. Zijn verklaarde vijand te Leiden was Hoinsius, gelecrdenj alouzie ia van alle eeuwen en beklagelijk, maar niet. onaardig is de anecdote dat, toen Heinsius eens aan Saumaise zeide „als men op de eene schaal van oen balans al de werken Door de schrijfster van „Elisabeth and her German Garden". (Nadruk verboden). 10) Met ccn knik en een glimlachje, clat in een lach overging (waarom begrepen zij niet) liet hij haar staan, wenkte den be ambte in uniform hem to volgen en ging ^ecr naar dek. „Wie was die aardige man vroeg Anna-Rose, terwijl zij achter do stewardess aan een breeclo trap afdaalde, cüo naar rubber naar machine-olie en naai' warm oten^rook, alles door elkaar. „En zeg nu niet weer, dat- we 'b aan den kapitein moeten vragen, wo weten wel beter," verzekerde Ann a-F elici tas haar, op zacht-strengen toon. >,0, ik dacht dat juïiie familie waren," antwoorddo de stewardess. „Dat zijn wij ook," bevestigde Anna- ■hose. „Wo zijn tweelingen." De stewardess staarde haar verbaasd a£tn. Tweelingen? Van wie?" »Van wie?" herhaal do Anna-Rose. „Wel Vaü olkaar natuurlijk 1" ;?Rc meenfamilie van den kapitein," 3*,..® stewardess kortaf, haar nog onvrien- °-qker aankijkende dan 's middags vilt, T gedachten schijnen wel bijzonder Ar»n ï1 .f^pitcin vervuld to zijn," merkte "Hij b "icta gccn mesivl*1 c'aJl 8°eJo vriondeninfor- «6 do stewardess, en bleet halver- wego de trap staan, om de tweelingen, die haar gearmd volgden, beurt voor beurt aan te kijken. „Natuurlijk zijn wij goede vrienden," antwoordde Anna-Rose wat ongeduldig. „Dacht u soms, dab wij ruzie zouden maken „Neen, ik dacht niet, dab iemand ruzie zou maken met den ka.pibein," antwoordde do stewardess stekelig. „Ten minste niet aan boord van zijn eigen schip." Zij wist niet v.clko van de beide meisjes zij anti pathieker vond, do koi*be of do lan-ge. „Dio kapitein, schijnt u maar to achter volgen," merkte Anna^Felicitas voor de tweede maal op „Achtervolgenherhaalde de stewar dess met een heftigo hoofdbeweging. Zij legde het woord verkeerd uit en zocht er een verdachtmaking vaai haar reputatie in. „Ik bon nu al haast tien jaar weduwe," antwoorddo zij boos, „en do kapitein heeft mij zoo min te achtervolgen als iemand anders." Hiermee hadden zij de glazen deuren bereikt, die toegang gaven tot de eetzaal, en do stewardess, haar opdracht volbraohb hebbende, bleef eer zij haar alleen liet en weer naar boven ging nog evon ver ontwaardigd staan, om haar too te voe gen: „Als u dan zulke goeie vrienden van hem bent, waarom hoeft u zijn naam dan to vragen?" „Wio zijn naam?" vroeg Anna-Felicitas. Van den kapitein immersriep de stewardess driftig. „Maar do naam van den kapitein kan ons niets schelen," lichtte Anna-Felicitas haar geduldig in. We begeeren niets hoe genaamd van den kapitein to weten." „Nou dan," begon de stewardess. Doch zij beheerselito zich, en nadat zij alleen nog op bitteren toon had opgemerkt„Die mijnheer was dc kapitein," ging zij de trap op en waren zij van haar bevrijd. Anna-Rose herstelde zich het eerst. ,,U ziet, dat wo uw raad opvolgden," riep zij haar na, hopende haar hart door dio vleieeide mededeel ing te verzachten. „U heeft ons toch gezegd dat wo 't aan den kapitein moesten vragen." IV. Dien avond, in haar couchettes liggende, schoot het haar to binnen, dat (Ju stewar dess misschien een fooi moest hebben dat zou haar zoo onvriendelijk maken! In 't eerst nog zonder den indruk van haar jongste ervaringen veronderstelden zij, dat zij heftig pro-geallieerd was en al do Junkers onder haar voorouders al ge speurd eri veroordeeld had. Maar daarna was het haar ingevallen, dat tante Alice gezegd had: „Jullie zult do stewardess na tuurlijk een kleinigheid moeten geven." Dezo nood-: ake 1 ij kb ci d had haar toen al benauwd, want tob nu toe haddon zij eer in d© gemakkelijke positie Tan cle „be- fooidten" dan van do fooien-gevers ver keerd, en zij wisten in de verste verte niet, wat aan een stewardess toekwam. Tante Ailieo trouwens evcinmin, scheen heb; want toeu zij het haar vroegen, antwoord de zij vaag, dat zij nu zij met een Ame- rikaansche boot gingen zeker Ameri- kaansch geld moesten geven, dollars en zoo, en zij had niet veel vorstand van- dol lars. Zij wist alleen, dat je zo door vier deelde en met vijf vermenigvuldigde, of net andersom, dat kon ookcn toen. zij nog altijd! even wijs, haar gevraagd had den, waarom cfet gedaan werd, zei ze, dat dit de vlugste manier scheen om tc zien hoeveel een dollar eigenlijk was, en of zij nu alsjeblieft eens even stil wileïen zijn, want zij had zoo'n hoofdpijn. Do fooien, die zij in haar korte leven hadden zien uitdeelen, werden altijd aan het eind en nooit aan het begin van iets gegeven, maar Amerikanen waren, vol gens tante Alice al spreken, zij ook Engelsch, toch anders, en misschien waren zij du9 wol anders, ook op dit punt en verwachtten zij fooien aan het begin èn aan het eind. Anna-Rose voelde grooteai lust haar hoofd overboord te stoken cn Anna-Felicitas te vragen, of zij ook niet dacht, dat dit wel het geval kon zijn, maar zij was bang de menschen in de cou chettes aan den overkant te storen. Anna-Felicitas lag in de bovenste cou chette aan haar leant van de hut en Anna- Rose als de oudste en dus (naar zij Anna- Felicitas beduidde) de beste nachtrust be hoevende, in de onderste. Aan de over zijde waren precies twee eendere couchet tes, die elk „hun levende lading bevat ten," zooals Anna-Felioitas, na eens voor zichtig tusschen do gordijntjes te hebben doorgegluurd haar zuster toefluisterde. Toon zij na 't diner in haar hub kwamen, om naar bed te gaan, scheen liet vertrekje eerst leeg; behalve dan, dat> er allerlei onbezielde dingen hingen, zooals kleeren en een afschuwelijk benauwde lucht. De. ontdekking deed haar schrikken, want „de levende lading" lag roer- en sprake loos, dat op slapen wees. Zoo stil en vlug als zij konden, begonnen zij haar booltjo te ontpakken en zich to ontklceden, maar dit bleek lang niet ge makkelijk, want er scheen feitelijk voor niets plaats, zelfs niet voor haar zeiven. Ieder oogenblik keken zij eena even onrus tig naar de gesloten gordijnen, die bol uit stonden, en snuften zij eens voorzichtig en zorgvuldig om vast te stellen ,wat het eigenlijk voor een lucht was. Hot leek wel op een mengsel van de saus, die je met Kerstmis over plumpudding eet en van Duitache slaapkamers, ?s morgens, bij het opstaan. Het waa een lucht, waarin zij niet graag gingen slapen, maar zij zagen geen middel om iets open to zetten. Eerst meen den zij de stewardess te bellen en haar to vragen of er geen raampje open kon, maai zij zagen geec raampje, en het was intus- schcn ook maar beter haar niet lastig te valleainu ten minste nog nietniet, eer zij met juistheid vastgesteld hadden, wat haar eigenlijk scheelde. "Wol werden dezo overwegingen niet tusschen haar uitge sproken, angstig als zij waren om te storen wat achter do gorcliint-j ea lag, maar ieder voor zich wist precies wat er bij de andere omging; want dit hadden zij reeds lang geleden opgemerkt je bent niet voor niets tweelingen 'fe Gaf eenigo moeilijkheckn eer Anna^ Feliciias veilig cn wel jn haar couchette was aangeland. Nadab de rest van haar lichaam er al in v.as hingen haar lang© boenen nog hulploos naar beneden cn Anna-Rose, die al netjes in haar kooi lag, zag zich eindelijk genoodzaakt (nadat zij met moeite den lust bedwongen had aan do bengelende voeten to trekken, om t« zien wat er dan gebeuren zou) op te staan en ze een zetje te geven, want Anna-Feli citas begon daar in do hoogte allervreemd ste geluiden to maken. (Wordt vervolgd.|

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5