No. 18775.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 Mei.
Tweede Blad. Anno 1921.
TWEEDE KAMER
Fr&iakrijk isi E*eiden
FEUILLETON
CHR1ST0FFEL EN ÖOLUMBUS
Dg'O
iet
lag
g) BUSTEHL. WEEKOVERZICHT.
DaJ; het tusschen de overwinnaars in
eJ1 wereld-krijg niet altijd botertje lot
öv> boom was, is bekend genoeg. Aanvan-
plnk probeerde men dat wel geheim te
tuiden, gedachtig aan het on lave son
sale en familie, maar dat gelukte
to beststeeds lekte naar buiten,
."er iets haperde. Dan volgde weer een
andere bijeenkomst der leidende figu-
en in hartroerende eensgezindheid
jj,g men. ten slotte uiteen. Na elke confe
ctie had in werkelijkheid de nooit vol
wezen eensgezindheid een deuk gekre-
u Later, toen overduidelijk was geble-
Ji dat het bestaan va«n verschilpunten
och niet geheim te houden was, verliet
jen den weg der verheimelijking, erkende,
lat er meeningsverschil bestond, meenings-
-crschil, dat a priori natuurlijk nimmer
vriendschap zou verstoren. Weer een
pnferentie en weer een nieuwe deuk
'olgden echter even onvermijdelijk.
Het is logisch, dat niet ten eeuwigen
vgo doorgegaan kan worden met dou-
toebrengen. Op een gegeven oogen-
blik is het uit en staat, wat al zoo gedeukt
op springen of barsten. Zonder nu
'direct zoover to gaan, om tc zeggen, dat
inzake de entente dat oogenblik daar is,
mag niettemin worden geconstateerd, dat
dlit oogenblik toch bedenkelijk benaderd
wordt, dank zij den coup cfetat van Kor-
fanly in Opper-Silezië.
Nauwelijks leek de crisis, waarin Europa
verkeerde door het nog altijd niet opgelost
lijn van do schadoloosstcdiingskodun,
afg< end doordat Duitsobland het ultima
tum van Londen accepteerde, of Korfan-
ty'8 optreden veroorzaakte een nieuwen
crisis. Weer werd do rust in Europa be
denkelijk bedreigd, nu, zooals de Engelsche
premier het zoo kernachtig -wist uit tc
drukken, door ,,een der kinderen van het
vorclrag van Versailles." Eerst dank zij
dit vredesverdrag toch is Polen weer hor-
horen en dit. wicht onder de Europeeecho
staten toont een onbegrensden landhonger
le bezitten Bij den vrede van Riga wist
hel van Rusland, aan welks doodendo
greep het ternauwernood ontkomen was,
een gebied, los te krijgen, waarop het geen
Techlen lean doen gelden. Toen volgde
generaal Zedigowski's manoeuvre tegen
Wilna waarover men nog lang niet uit
gepraat is en nu als de kroon op het
werk Korfanty's hand leggen op dat deel
van Opper-Silezië, waarop Polen aan
spraak maakt
Afgezien i an andere kwesties kunnen
wc ons indeaiken, dat Lloycï George baloo-
rig is geworden, clat het mot zooveel
(iuoeite vorkregen rosultaat, dat eindelijk
een periode van rustige ontwikkeling der
dingen scheen in te luiden, wederom be
dreigd. werd en dat nog wel op een derge
lijke manier. Officieel heeft Polen zich
afzi'dig gehou'en van elke verantwoorde
lijk! eid voor Korfanfcy's daden, maar dat
is een welbekende methode. Bovendien
stak niet-officieel Polen het niet onder
stoeler banken, hoe het dacht over de
poging uo geallieerden eens netjes voor
een fait accompli tc stellen
Waar nog bijkwam, we hebben er in een
vorig overzicht op gewezen, dat wilde do
entente tegenover Duitschland, dat tot
ontwapening was gedwongen, fair play
spelen, zij het voor Duitschland volledig
had op te nemen
Het is de verdfienstc van den Engelscken
premier geweest, op dezen plicht van fair
play te hebben gewezen in termen, die
beusch niet voor een twijfelachtige uitleg
ging vatbaar - waren Toen de Fran9cho
pers niettemin toch een draai aan do ver
klaring van Lloj'd Georgo wildo geven,
opgeschrikt als ze was, heeft Engeand'a
bestuurder een taal doen hooren, waarm
de puntjes zoo scherp op de i werden ge
zet, dat alle lust tot verdraaiing Frank
rijk nu wel zal zijn vergaan er was in
do nadtere uiteenzetting als 't ware geen
woord Franseh bij!
Maar daarmee heeft de eenig overgeble
ven maker van het vredesverdrag van
Versailles een reuzen-knuppel in het hoen
derhok geworpen on de kippen 't zijn
allemaal Fransche bijkans aan het ka
kelen gebracht-. En nu blijkt eens overdui
delijk, welk een afgrond feitelijk tussohen.
Engeland on Frankrijk gaapt. Een af
grond van dergelijke afmetingen, dat, ook
al zal men de Opper-Silezischo moeilijk
heid baas worden, toch te zijner tijd de
geslagen brug zal bezwijken. Hoewel Lloyd
George dat zelf wel niet bedoeld zal heb
ben, sprak hij toch als het ware daarom
trent profetische woorden, toen hij het
waagde vaag te zinspelen op een andere
constellatie in Europa's politiek, iets,
waartegen de Gallische woede zich dan ook
speciaal richt.
Frankrijk houdt krampachtig vast aan
eeai politiek, dio er op berekend is,
Duitschland ten eeuwigen dage er onder
te houden. Dat is alleen mogelijk, dat
spreekt-, wanneer Marianne op hot conti
nent een overmachtige positie inneemt,
gelijk eeii3 onder Napoleon een tijd lang
gelukte. En evenals onder Napoleon is
Polen wederom een schakel in den Fran-
schen imperialistischen keten pardon,
Frankrijk is immers niet imperialistisch
aangelegd Polen moet zoo sterk moge
lijk zijn, om als tegenwicht te dienen voor
een mogelijke hulp, die Duitschland van
den Russischen kolos, die toch een9 wel
weer overeind zal komen, zou kunnen er
langen. Men ziet 't-, de kwestie is simple
commo bonjour.
Marianne we hebben het ook aL eerder
gezegd, is daarom niet erg kieskeurig bij
het kiezen van middelen, om maar het ge-
wenschte doel te bereiken. O ogen schijn lijk
steunt zij zelfs op het vredesverdrag ais
basis. Zal Opper-Silezië- niet verdeeld wor
den naar mate het zelfbeschikkingsrecht
welk een heerlijke vinding, waarbij even
wel vergeten werd een macht te scheppen,
dio een je maintiendrai kan doen hooren
beslist? En Marianne legt den nadruk
op de stemming per gemeente, vergetend,
dat do bewuste paragraaf van het vrecJas-"
verdrag eventjes verder zegt, dat rekening
gehouden zal worden voorts met de geo
grafische*!) en economiscben toestand der
plaatsen, iets vanzelfsprekende, wil men
niet in den meest verwarden toestand, die
denkbaar is, geraken. Fair play of geen
fair play ten aanzien van Duitschland laat
Frankrijk koud
Dit doel van Marianne heeft echter niets
gemeens met hetgeen En gelaaid voorstaat.
John Bull heeft thans in de eerste plaats
noodig rust in Europa, om de geslagen
oorlogswonden, waaruit hij nog altijd
bloedt, te heelan. En dan, DuitsohlandTs
hegemonie in Europa moest geknotwiekt,
wat heeft- Engeland daaraan, zoo nu een
Fransche dito ontstaat?
Als ware kemphanen staan Lloyd
Georgo en Briand thans tegenover elkaar
en met belangstelling zal men zeker dit
duel volgen. Voor Europa lijkt een over
winning van John Buil verkieslijk, in zoo
verre loopt diens belang weer eens paral
lel met dat 'van Europa in haar geheel,
naar heb ons wil voorkomen.
Hoe do strijd uitgevochten zal worden,
hetzij op een onderonsje, hetzij in den
Oppersten Raad, is nog niet geheel zeker.
Verrassingen zijn niet uitgesloten.
Duitschland kiest momenteel db partij,
die voor Michel duidelijk is afgebakend.
Het houdt zich stil. Engeland heeft heb
royaal voor zijn zaak opgenomen, het ver
standigste is thans af te wachten, wat dit
opleveren zal.
(Zitting van gisteren).
Djambi-interpellaties.
Aan de orde is de behandeling un liet ver
zoek van den hoer Albarda om verlof tot het
richten van vragen aan den Minister van Kolo
niën naar aanleiding van de nota's tueschen de
Amerikaansohe en de Nederlandsckc xegeerin-
gon gewisseld over de exploitatie van petro
leum velden in Noderlandsch-Tndië, in het bij
zonder met -betrekking tot Djambi en de" behan
deling van het verzoek van den heer van Ra-
vosteijn om verlof tot hot richten van vragen
aan don Minister van Buiten! an dschc Zaken in
vorband met de plaats gehad hebbende brief
wisseling tusschen de Amerikaanscbe en Ne
der! andsChe regieringen over do exploitatie
van pc-troleum-volden in Nedcrlandsch-Indië.
Beide verzoeken worden toegestaan.
Interpeitatie-Duys-
Aan de orde is dc behandeling van hel ver
zoek vau den heer Buys om zijn interpellatie
betreffende dc verhoudingen bestaande in het
college van B. en W. te Wormervecr in verhand
met hel beleid van den burgemeester dier ge
meente, omtrent dc wijze, waarop in die ge-
meonto het beleid wordt gevoerd in zake dc
volkshuisvesting, en de houding, die dc Regee
ring in doze zaken heeft aangenomen, cn voorts
omtrent do vraag, of de Regeering bereid is
onmiddellijk maatrogolon te nemen, dal do ge
staakte woningbouw terstond wordt voortgezet,
thans gericht tot de Minis-ters van Bi.nnonlan.d-
schc Zakon en van Arbeid, ook te mogen rich
ten tot den Minister van Justitie.
Hel verzoek wordt toegestaan.
De VOORZITTER stelt voor dezo drie inter
pellaties aan dc orde te stellen na de intorpel-
lalio-Van 'Bcrcsleijn.
Voorts stelt spr. voor het ontwerp-Hoögcr
Onderwijswet vóór do interpellaties aan de orde
te stellen.
De heer ALBARDA (S. D. A. P.) vraagt dit
ontwerp na de interpellatie te plaatsen.
De VOORZITTER kan aan dat verzoek niet
voldoen, omdat dit ontwerp urgent is,
Dc heer VAN BERESTEIJN (V.-D.) is be
reid voor te stellen zijn interpellatie na die j
vaD den heer Albarda te plaatsen.
De VOORZITTER heeft daartegen geen be
zwaar.
God form besloten.
Rechtspleging in lichte strafzaken.
Voortgegaan wordt met hel ontwerp vereen
voudiging van dc rechtspleging in lichte straf
zaken.
Aan de orde is de stemming over art. 3 en
het amendement van Sasse van Yssclt in zake
goedkeuring der transacties door den kanton
rechter.
Hot amendement wordt verworpen met 55
tegen 18 stemmen.
Bij art 4 verdedigt de lieer VAN RAPPARD
(V-L.) oen amendement van de Commissie van
Rapporteurs om tc bepalen dat dc kleinste kan
tongerechten minstens eens per maand en niet
eens por veertien dagen zitting moeten houden.
De Minister van Justitie, de heer HEEMS
KERK neemt dat over.
Bij artikel 4 verdedigt do heer VAN SASSE
VAN YSSELT (R.-K.) een amendement om tc
bepalen dat ook bij betrapping op heelerdaad
niet op denzeifden dag berechting zal plaats
hebben.
Do MINISTER ontraadt dit amendement.
Vooral in do groote steden is het gcwenselit,
dat velo overtredingen on middellijk worden be
recht. Voor het. platteland klemt dit minder,
maar daarom is het ook facnlt-ief gesteld. Spr.
wil dc mogelijkheid echter behouden voor dc
steden.
Na c enige repliek trekt de heer SASSE VAN
YSSELT het amendement in.
Dc heer SASSE VAN YSSELT (R.-K.) dringt
er op aan bij de benoeming van politic-rech
ters don rechtbanken invloed le geven.
De MINISTER zegt dat do Kroon regelen
zal stellen waarbij mot dozen wensch rekening
zal worden gehouden.
Bij art. 11 verdedigt de heer VAN RAPPARD
(V.-B.) oen redactiewijziging. De delicten „van
cenvoudigen aard"' worden omschreven als de
licten waaromtrent geen verschil van meening
wat dc schuld belieft, bestaat.
De heer DRESSELHUYS (V.-B.) verdedigt
het amendement om do strafgrens voor berech
ting door den politierechter van 6 op 3 maan
den zal worden bepaald. Mocht de Minister be
reid zijn te bepalen dat de Kroon nader de grens
zal vaststellen, dan heeft spr. daartegen geen
bezwaar en is hij bereid zijn amendement in
te trekken.
De hoer VAN RAPrARD (V. B.) brokt,
zijn amendement in.
De lieer DRESSELHUYS (V. B.) ver
dedigt een amendement om liet verzoek
van uitstelvragen voor de beklaagden uit
te breiden De Minister laat uitstel al
leen toe voor hem, die op dien dag van
zijn misdrijf terecht staat. Spr. wil uit-,
stel ook op andere dUgen mogelijk ma
ken, hetgeen hij billijk acht tegenover den
beklaagde, die zich op zijn verdediging
zal voorbereiden.
De MINISTER ontraadt dit amende
ment, want het brengt al weer vertra
ging zonder eenige verbetering.
Het amendement woifdt aangenomen
met 36 tegen 21 stemmen.
De heer DRESSELHUYS (V. B.) ver
dedigt bij art. 227k het amendement om
te bepalen dat verwijzing naar een meer
voudige Kamer ook kan geschieden als
du raadsman dit onmiddellijk verzoekt.
De MINISTER bestrijdt dit amende
ment.
Het gaat spr. te ver, omdat men den
beklaagden het instituut van politierech
ter ongedaan kan maken .Dat. kan spr.
niet aanvaarden.
De heer DRESSELHUYS (V. B.) trekt
het amendement in.
Het ontwerp is afgehandeld.
De eindstemming heeft op nader- te be
palen dag plaats.
Kinderrechter.
Aan de orde is het wetsontwerp tot in
voering van dteii kinderrechter en van on
der toeziclit-stelling van minderjarigen,
geopend.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.-
Hist.) geeft; oen uiteenzetting van het.
ontwerp. Hij bestrijdt reeds dadelijk de
amendementen die verschillen*, e bevoegd
heden uit handen van den kinderrechter
willen nemen. Juist die eenheid is van
belang, meent hij. Hij wil daarom de be
voegdheid tot ontzetting aan den politie
rechter laten lal acht hij dat in principe
n iet gewonseh f, maar er wille van lie
eenheid acht hij liet weer goed.
Do algemeen e beschouwingen worden
geopend.
Artikel 1.
De heer DRESSELHUYS (Y. B.) ver
dedigt een amendement om de mogelijk
heid te scheppen, dat een vrouw plaats
vervangend kinderrechter kan worden.
De vorg-vleiing wordt verdaagd tot
Dinsdag één uur.
Kort geleden promoveerde aan do Sor-
bonne le Parijs onder groote belangstelling
en op schitterend© wijze de heer Gustave
Cohen, vroeger hoogleeraar te Amsterdam,
nu te Straatsburg, op een lijvig proefschrift
„Ecrivains francais cn Hol'ancle, clans la
première moitié du XVIIe siècle.''"
Het boek, even belangrijk van inhoud als
bevallig van stijl, verscheen, keurig uitge
voerd en rijk geïllustreerd, in Den Haag
en Parijs. Niemaivi heeft mij om een aan
kondiging hier ter plaatse gevraagd, maar
het scheen mij de moeite waard de aan
dacht juist van inwoners onzer stad op een
werk te vestigen, waarin de gesc-iedenis
van Leiden en met name clio harer hooge-
school zoo voorname plaats inneemt. En
ook hier is geschiedenis tot wederopstan
ding geworden. Want het is den schrijver
schitterend gelukt aan den eisch, zich zei ven
in de inleiding gesteld, te voldoen, van ons
achter de namen de monsclien le doen zien
cn hun het leven in te blazen, zooclat het
ons, terwijl het geschrevene ons niet los
laat, toeschijnt, als hadd'en ook wij ons ge
schaard in de gelederen van deze pioniers
eenor oude beschaving. In ons noodwendig
kort bestek staan wij niet stil bij het eerste
boek over den dickter-krijgsman Jean de
Schelandre, d^ic onder Maurits gediend en
o.m. het beleg van Oostende medegemaakt
heeft, gaan wij insgelijks voorbij aan tal
van wetenswaardigheden, die met ons
eigenlijk onderwerp geen verband houden.
Ik maak ééne uitzondering voor de stel
lige verklaring des auteurs (p. 116) dat
zijn boek niet zou geschreven zijn zonder
een ander dat onder ons bezig is to ver
schijnen t.w. de Bronnen tot de geschie
denis der Leidsche universiteit" door onzen
vroegeren stadgenoot dr. P. O. Molhuvsen,
waarvan thans vier deelen het licht zagen.
Want ziehier een dier standaardwerken
genoemd, dio niet de belangstelling van het
groote publiek wekken, maar waaruit, in
st.ilto bearbeid en voltooid, tot in lengte van
dagen de geschiedkundigen een overvloed! -
gen rijkdom van materaal pul ten zullen.
Het tweede boek handelt over Fransche
hoogleeraren en studenten aan onze hooge-
school van den aanvang af tot aan 1648,
over het aandeel dus dat Fransche weten
schap aan hare stichting en liaren groei
gehad lieoft. Wijzelven vermochten nog niet
voldoende in leerkrachten-to voorzien, er
waren in die dagen nog weinig smeden in
Israël", zoo zochten wij elders hulp. Hier
schrijden zij dan langs ons heen, Louis
Cappel, die de hoogesckool opende en Guil-
laurne Feugeray, die Iiaar eerste hoogleer-
aar in de theologie wasLambert Danaeus,
ook hij slechts één jaar aan haar verbonden
en heengegaan, niet alleen om ons .af
schuwelijk" climaal maar vooral om heeren
burgemeesteren (èn den secretaris Jan van
Hout) die hem te vrijzinnig waren. Achter
hem gaan nog enkele godgeleerden, allen
van Franseh en bloede, Trolcatius en de
vreedzame Francïscus Junius en Saravia,
die clen lande uitwijken moest omdat hij
betrokken was in een aanslag op Leiden,
door Leicesters aanhangers beraamd. T©
zelfder oorzake kwam de beroemde Fran
sche jurist Hugo Donellus ten val. de glorie
zijns vaderlands cn (15791587) van onze
universiteit, meteen streng calvinist cn
derhalve van Leicesters partij te kort
hec-ft zijn licht aan onz.cn hemel geschenen,-
Zijn rekest aan die Staten is een model van
Franseh wel spreken. Nu nadert, langzaam
en op krukken, Charles dc l'Escluse, oud
en gebrekkig man, maar zóó uil nemend
plantkundige dat h ij alleen waardig werd
gekeurd den grootcn Dodona/eus op te
volgen en «c&n Horlus, den ,,hof der medi
cijnen" te besturen, waarin hij ook den
aardappel kweeken zou. Naast hem, zijne
passen naar de zijne voegend, gaat zijn
vriend, in hetzelfde jaar 1593 naar Leiden
gekomen en daar als een vorst ontvangen,
Joseph Juste d<e la Scala, de wereldbe
roemde Scaliger, in wiens brein de ganscho
oudheid was herleefd. De herberg bij Ben-
nebroek, waar eens de Haarlemsche regee
ring hern onthaalde, heette toen de „Oije-
vaar", maar sinds ,,Üe geleerde man" en
vertoont op haar uithangbord een man, die
een leer draagt, een trap, scala. Het' jaar
zelf van zijn komst lieten zich zóéveel Fran
sche .studenten inschrijven a.ls in de acht
tien vorige jaren te zamen en, wanneer do
kleine grijsaard langs het Rapenburg wan
delde („Chateau des navets", vertaalt M.
Cohen p. 213, maar omschrijft het dan als
een gracht met groen en geel water
waarvan wij weten mee to spreken) dan
bevroedden de menschen dat reeds zijne
tegenwoordigheid hun stad' rijk maakte.
Toen hij, talenkundig als toen niemand,
21 Jan. 1609 overleed, daalde in hem „eene
gansehe eeuw, eene gansche opvatting der
wetenschap, daalde het humanisme van de
renaissance ten grave". Wat dio Fransche
studenten aangaat, wier aantal eens, onder
prof. Rivet, den beroemden theoloog, de
vijftig bereikte én vaak maar weinig daar
onder was. M. Cohen vertelt ons van hun
leven en bedrijf, hoe zij in hecht gesloten
vriendschap vergoeding vonden voor het
gemis van verre bloedverwanten, hoe zij
Fransche tooneelstukken opvoerden, maar
ook, naar do wijze hunner dagen, door
ruwer vermaken de stad in rep en roer
brachten. Daarin deelden zelfs sommige
hunner hooerl eeraren. zooals o.m. Domini
que le Bandier of Bandius, jurist en bui
tengewoon Jeeraar der welsprekendheid,
maar tot don dronk al te genegen en zwaar
met schulden beladen. Van hem gaat do
anecdote dat hij, eenigszins zig zag gaande
over de Breestraat en door een collega
gevraagd, werwaarts hij zijne wankele
schreden richtte, antwoordde (uit het Latijn
overgezet) ,,iic ga langs den b re eden weg
naar de poort des hemels". Deze .."Porta
coeli" nu was een wijnhuis in do Maars-
mans te eg. Was Bandius aldus geen aanbe
veling voor de Fransche wetenschap, And ré
Rivet reeds genoemd, was dot te meer en
met hem Claude Saumaise, 16321653, de
Scaliger c?er 17e eeuw, meteen geestig en
aangenaam verteller, maar ook zeer gesteld
op de eerbewijzen hem verschuldigd, gelijk
zijn echtgenoot©, die „mevrouw" wilde hee-
ten, terwijl de overig© pro fessoren vrouwen
het nog met „juffrouw" moesten doen. Met.
dat al was hij een sieraad d!er hoogeschool
en de luister zijns beroemden naams straal
de op haar af. Zijn verklaarde vijand te
Leiden was Hoinsius, gelecrdenj alouzie ia
van alle eeuwen en beklagelijk, maar niet.
onaardig is de anecdote dat, toen Heinsius
eens aan Saumaise zeide „als men op de
eene schaal van oen balans al de werken
Door de schrijfster van
„Elisabeth and her German Garden".
(Nadruk verboden).
10)
Met ccn knik en een glimlachje, clat in
een lach overging (waarom begrepen zij
niet) liet hij haar staan, wenkte den be
ambte in uniform hem to volgen en ging
^ecr naar dek.
„Wie was die aardige man vroeg
Anna-Rose, terwijl zij achter do stewardess
aan een breeclo trap afdaalde, cüo naar
rubber naar machine-olie en naai' warm
oten^rook, alles door elkaar.
„En zeg nu niet weer, dat- we 'b aan den
kapitein moeten vragen, wo weten wel
beter," verzekerde Ann a-F elici tas haar, op
zacht-strengen toon.
>,0, ik dacht dat juïiie familie waren,"
antwoorddo de stewardess.
„Dat zijn wij ook," bevestigde Anna-
■hose. „Wo zijn tweelingen."
De stewardess staarde haar verbaasd
a£tn. Tweelingen? Van wie?"
»Van wie?" herhaal do Anna-Rose. „Wel
Vaü olkaar natuurlijk 1"
;?Rc meenfamilie van den kapitein,"
3*,..® stewardess kortaf, haar nog onvrien-
°-qker aankijkende dan 's middags
vilt, T gedachten schijnen wel bijzonder
Ar»n ï1 .f^pitcin vervuld to zijn," merkte
"Hij b "icta gccn
mesivl*1 c'aJl 8°eJo vriondeninfor-
«6 do stewardess, en bleet halver-
wego de trap staan, om de tweelingen, die
haar gearmd volgden, beurt voor beurt aan
te kijken.
„Natuurlijk zijn wij goede vrienden,"
antwoordde Anna-Rose wat ongeduldig.
„Dacht u soms, dab wij ruzie zouden
maken
„Neen, ik dacht niet, dab iemand ruzie
zou maken met den ka.pibein," antwoordde
do stewardess stekelig. „Ten minste niet
aan boord van zijn eigen schip." Zij wist
niet v.clko van de beide meisjes zij anti
pathieker vond, do koi*be of do lan-ge.
„Dio kapitein, schijnt u maar to achter
volgen," merkte Anna^Felicitas voor de
tweede maal op
„Achtervolgenherhaalde de stewar
dess met een heftigo hoofdbeweging. Zij
legde het woord verkeerd uit en zocht er
een verdachtmaking vaai haar reputatie in.
„Ik bon nu al haast tien jaar weduwe,"
antwoorddo zij boos, „en do kapitein heeft
mij zoo min te achtervolgen als iemand
anders."
Hiermee hadden zij de glazen deuren
bereikt, die toegang gaven tot de eetzaal,
en do stewardess, haar opdracht volbraohb
hebbende, bleef eer zij haar alleen liet
en weer naar boven ging nog evon ver
ontwaardigd staan, om haar too te voe
gen: „Als u dan zulke goeie vrienden van
hem bent, waarom hoeft u zijn naam dan
to vragen?"
„Wio zijn naam?" vroeg Anna-Felicitas.
Van den kapitein immersriep de
stewardess driftig.
„Maar do naam van den kapitein kan
ons niets schelen," lichtte Anna-Felicitas
haar geduldig in. We begeeren niets hoe
genaamd van den kapitein to weten."
„Nou dan," begon de stewardess. Doch
zij beheerselito zich, en nadat zij alleen nog
op bitteren toon had opgemerkt„Die
mijnheer was dc kapitein," ging zij de trap
op en waren zij van haar bevrijd.
Anna-Rose herstelde zich het eerst.
,,U ziet, dat wo uw raad opvolgden,"
riep zij haar na, hopende haar hart door
dio vleieeide mededeel ing te verzachten.
„U heeft ons toch gezegd dat wo 't aan
den kapitein moesten vragen."
IV.
Dien avond, in haar couchettes liggende,
schoot het haar to binnen, dat (Ju stewar
dess misschien een fooi moest hebben
dat zou haar zoo onvriendelijk maken! In
't eerst nog zonder den indruk van haar
jongste ervaringen veronderstelden zij,
dat zij heftig pro-geallieerd was en al do
Junkers onder haar voorouders al ge
speurd eri veroordeeld had. Maar daarna
was het haar ingevallen, dat tante Alice
gezegd had: „Jullie zult do stewardess na
tuurlijk een kleinigheid moeten geven."
Dezo nood-: ake 1 ij kb ci d had haar toen al
benauwd, want tob nu toe haddon zij eer
in d© gemakkelijke positie Tan cle „be-
fooidten" dan van do fooien-gevers ver
keerd, en zij wisten in de verste verte niet,
wat aan een stewardess toekwam. Tante
Ailieo trouwens evcinmin, scheen heb;
want toeu zij het haar vroegen, antwoord
de zij vaag, dat zij nu zij met een Ame-
rikaansche boot gingen zeker Ameri-
kaansch geld moesten geven, dollars en
zoo, en zij had niet veel vorstand van- dol
lars. Zij wist alleen, dat je zo door vier
deelde en met vijf vermenigvuldigde, of
net andersom, dat kon ookcn toen. zij
nog altijd! even wijs, haar gevraagd had
den, waarom cfet gedaan werd, zei ze, dat
dit de vlugste manier scheen om tc zien
hoeveel een dollar eigenlijk was, en of zij
nu alsjeblieft eens even stil wileïen zijn,
want zij had zoo'n hoofdpijn.
Do fooien, die zij in haar korte leven
hadden zien uitdeelen, werden altijd aan
het eind en nooit aan het begin van iets
gegeven, maar Amerikanen waren, vol
gens tante Alice al spreken, zij ook
Engelsch, toch anders, en misschien waren
zij du9 wol anders, ook op dit punt en
verwachtten zij fooien aan het begin èn
aan het eind. Anna-Rose voelde grooteai
lust haar hoofd overboord te stoken cn
Anna-Felicitas te vragen, of zij ook niet
dacht, dat dit wel het geval kon zijn,
maar zij was bang de menschen in de cou
chettes aan den overkant te storen.
Anna-Felicitas lag in de bovenste cou
chette aan haar leant van de hut en Anna-
Rose als de oudste en dus (naar zij Anna-
Felicitas beduidde) de beste nachtrust be
hoevende, in de onderste. Aan de over
zijde waren precies twee eendere couchet
tes, die elk „hun levende lading bevat
ten," zooals Anna-Felioitas, na eens voor
zichtig tusschen do gordijntjes te hebben
doorgegluurd haar zuster toefluisterde.
Toon zij na 't diner in haar hub kwamen,
om naar bed te gaan, scheen liet vertrekje
eerst leeg; behalve dan, dat> er allerlei
onbezielde dingen hingen, zooals kleeren
en een afschuwelijk benauwde lucht. De.
ontdekking deed haar schrikken, want
„de levende lading" lag roer- en sprake
loos, dat op slapen wees.
Zoo stil en vlug als zij konden, begonnen
zij haar booltjo te ontpakken en zich to
ontklceden, maar dit bleek lang niet ge
makkelijk, want er scheen feitelijk voor
niets plaats, zelfs niet voor haar zeiven.
Ieder oogenblik keken zij eena even onrus
tig naar de gesloten gordijnen, die bol uit
stonden, en snuften zij eens voorzichtig en
zorgvuldig om vast te stellen ,wat het
eigenlijk voor een lucht was. Hot leek wel
op een mengsel van de saus, die je met
Kerstmis over plumpudding eet en van
Duitache slaapkamers, ?s morgens, bij het
opstaan. Het waa een lucht, waarin zij niet
graag gingen slapen, maar zij zagen geen
middel om iets open to zetten. Eerst meen
den zij de stewardess te bellen en haar to
vragen of er geen raampje open kon, maai
zij zagen geec raampje, en het was intus-
schcn ook maar beter haar niet lastig te
valleainu ten minste nog nietniet, eer
zij met juistheid vastgesteld hadden, wat
haar eigenlijk scheelde. "Wol werden dezo
overwegingen niet tusschen haar uitge
sproken, angstig als zij waren om te storen
wat achter do gorcliint-j ea lag, maar ieder
voor zich wist precies wat er bij de andere
omging; want dit hadden zij reeds lang
geleden opgemerkt je bent niet voor
niets tweelingen
'fe Gaf eenigo moeilijkheckn eer Anna^
Feliciias veilig cn wel jn haar couchette
was aangeland. Nadab de rest van haar
lichaam er al in v.as hingen haar lang©
boenen nog hulploos naar beneden cn
Anna-Rose, die al netjes in haar kooi lag,
zag zich eindelijk genoodzaakt (nadat zij
met moeite den lust bedwongen had aan
do bengelende voeten to trekken, om t«
zien wat er dan gebeuren zou) op te staan
en ze een zetje te geven, want Anna-Feli
citas begon daar in do hoogte allervreemd
ste geluiden to maken.
(Wordt vervolgd.|