LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 19 Mei.
Tweede Blad. Anno 1921.
GEMENGD NIEUWS.
BRIEVEN UIT DE FRAME
PROVINSIE.
fto. 18773.
TWEEDE KAMER
FEUILLETON
CHRISTOFFEL EN COLUMBUS
hoe ontzaglijk moeilijk het is voor al de
17 strafopleggers, die het wetboek kent,
tuchtraden als adviseurs aan te wijzen.
Ook in militaire kringen is het stelsel
nog niet omlijnd en het is dus begrijpe
lijk, dal de heer Hugenlioltz het bij een
motie laat.
Erkennende, dat in hot wetboek nog heel
wat te verbeteren valt, aanvaardt hij het
gaarne, omdat het reeds op vele punten
verbeteringen brengt.
Dc heer DUYMAER VAN TWIST (A.-K.)
dringt aan op spoedige invoering van ver-
sohillende bepalingen uit het Reglement
op de krijgstucht.
Do Minister van Justitie, de heer HEEMS-
kerk, beantwoorde de sprekers. Hij meent,
dat invoering van het wetboek noodig is
de motic-Hugenholtz 'laat spr. onverschil
lig, omdat hij zelf inziet, dat herziening
noodig is, maar deze niet kan voorafgaan
aan de invoering van het Wetboek.
De Minister van Oorlog, de heer POP,
betoogt, dat bij de samenstelling van de
nieuwe dienstplichtwet rekening is gehou
den met dit wetboek. Uitvoerig bestrijdt
hij heb instituut van adviseerende radfen
bij strafbepaling. Z. i. woelen de militai
ren door dit instituut er niet beter op.
De raolie-HugenhoItz wordt aangenomen
niet 38 tegen 28 stemmen.
Bij art. 70 verdedigt de lieer HUGEN-
HOLTZ (S. D. A. P.) een amendement om
de rechtsbevoegdheid van db militaire rech
ten te beperken tot de zuiver militaire de
licten, en tot dio .nïol-militaire, waarvan
vóór of trriens de berechting blijkt, dat zij
de milioirc tucht of orde aanrandt en des
wege naar den militairen rechter behoo-
ren te worden verwezen.
De heer DTtF.SSELUUYS (V. B.) be
strijdt uitvoerig het araendement,-dat hij
onpractisch cn onuitvoerbaar acht. Het
merlcwaardige is. dat de heer Hugenlioltz
niet mefr aanoreeft, welke personen onder
den militairen rechter vallen, maar wel
welke delicten. Dat. is onmogelijk. Het zou
tot allerlei moeilijkheden leiden en den mi
litairen realiter nlle werk ontnemen.
De Minister v. Tusfitie, de h°pr HEEMS
KERK, meent, dat c?it amendement altijd
weer kwesties van competentie zal sohep-
pen, en dat ls verkeerd. Daardoor komt
de rechtspraak op losse schroeven te
staan
De Minister van Oorlog, de heer POP,
deelt nog rn^de, dat sedert October vier
officieren in opleiding zijn voor secretaris
van de militaire rechtbanken.
Het amendemcnt-Hugenholtz wordt* ver
worpen met 49 tegen 17 stemmen.
Het wetsontwerp word aangenomen met
46 togen 13 stommen.
Goedgekeurd worden: liet wetsontwerp
houdende eenige maatregelen van bezuini
ging ten aanzien van het Hoog Militair
Gerechtshof, en het ontwerp tot onteige
ning voor de buitenhaven te Vlissingen.
NederlandZ uid-Afrika-
Aan de orde is het ontwerp tot toeken
ning van oen voorschot ten behoeve van
een stoomvaartverbinfJing tusschen Neder
land en Zuid-Afrika.
De algemeene beschouwingen worden ge
opend.
De heer TEENSTRA (V. acht dezen
steun van 5 millioen ongemotiveerd, vooral
in dezen tijd. Hij ziet er ook een protec
tionistisch karakter in en acht het niet
de goede methode om particulieren te doen
steunen op den StaatL
De heer YAN DIJK (R.-K.) verdedigt
het ontwerp, dat hij in het belang van ons
land acht. Hij zet uiteen van hoeveel ge
wicht liet is de banden tusschen ons land-
en Zuid-Afrika te versterken.
De heer BRAÜTIGAM (S. D. A. P.) is
huiverig voor het verleen en van scheep
vaart-subsidies, omdat dit voor ons land
met zijn groote vloot zeer bezwaarlijk is.
Spr. voorziet, cBat andere landen hun lij
nen zullen gaan subsïiieoren. Hoogstens
zal deze lijn opgenomen worden in de trust,
der Maatschappijen. Do toekomst der
scheepvaart is ongunstig en het zal niet
mogelijk zijn 6 pGt. te gara.ndeeren, het
geen gevestigde Maatschappijen zelfs iniet
mogelijk zal zijn. Spr. vraagt eenive inlich
tingen over de verdeeling der aandeden.
Ten slotte betoogt liij, dat er zonder de
zen steun ook wel een Maatschappij zou
zijn gekomen, die den dienst onderhoudt.
Hij wijst op de Ver. Ned. «Scheepvaart-
Maatschappij, die tal van lijnon exploi
teert.
De vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag te één uur.
De af deeling 's-G ra ven li age van
den Bond van Werkgevers in liet Ho te.'-, Res
taurant-, Caféwezen en aanverwante bedrij
ven heeft behandeld de kwestie der z.g.
2f? vrije Zondagen voor het personeel, in
dien de Arbeidswet in het najaar ook voor
deze bedrijven toepassing za! vinden. Zélfs
grooto werkgevers waren het er over eens,
dat in dit bedrijf het op den druksten dag
der week, ill. den Zondag, vrijaf geven aan
de helft van al het personeel niet anders I
mogelijk is dan door midda! van een slui- j
ting van de bedrijven des Zondags om de
veertien dagen.
Slechts indien het personeel, dat bij A. j
I den Zondag vrij is, bj B. zou willen gaan j
I werken en dus verdienen wordt het
mogelijk open te blijven, maar dat kan
toch nooit de bedoeling der wet zijn ge
weest. De moreele gevolgen van deze wets
ontduiking voor werkgevers zoowel als werk
nemers zijn nog niet te overzien, maar de
leden voelen zonder uitzondering het bezwaar
zóó ernstig, dat men overhelt tot dei zeer
radicalen maatregel om de3 Zondags om de
veertien dagen in Den Haag alle zakei te
sluiten en in de hotels slechts nach'.verblijf
zonder meer te verstrekken.
Het bestuur overweegt ernstig eea voor
stel daartoe aan de leden, tenzg er alsnog
een wijziging in dezen voor het bedrijf on-
uitvoerbaren maatregel zal worden gebracht.
Bij het Kon. Zool. Botanisch
Gouootschap in Den Haag begaan plannen voor
den bouw van oen nieuwe schouwburgzaal en
con feestzaal.
Onder de gisteren bij dc Twce-
de Kamer ingekomen stukkon bcvou-d zich een
schrijven, onder teek end door A. Bakels, E. Wich
man on H. Eikeboom, zich noemende „het voor-
loopig bestuur der Rapaillepartij", betreffende
het wetsontwerp tot aan Milling van dc Ge
meentewet en van de provinciale wet on dc op
heffing van do stemplicht. Op voorstel van den
Voorzitter werd besloten dit schrijven, met het
oog op den voor de Kamer belcodigonden ni-
houd daarvan, tor zijde te leggen.
„H a d-j e-me-m aar" als filmacteur.
Na de vele reclame, die er voor het
nieuwe Amsterdamsche Raadslid is gemaakt,
behoeft het geen verwondering te wekken,
dat men hem ook voor de film heeft laten
spelen
De lieer J. B. Schuil, medewerker van
„Haarlem's Dagblad" heeft den nieuwen
acteur vóór het filmopnemen gesproken en
de opuame meegemaakt.
Na het interview vertelt de heer S. over
dit laatste het volgende:
„Hier werd ons gesprek afgebroken, door
dat de heer Beuno, Nelis kwam opeischen
voor zija werk. „Had-je-me-maar!" had een
scène te spelen in het volkslogement „Het
lachende Scharretje", waarvan Adrieme
So.'ser de waardin was. Eerst had hjj niets
te doen, dan zwaar-rustig te slapen. Dit deed
hjj zoo natuurlek, dat de omgeving al
vreesde, (lat „Had-je-me-maarf was inge
slapen.
„Zeg, Ne'is, je moet niet inslapen, hoor!"
waarschuwde de regisseur, die blijkbaar beng
was, dat zrju acteur dan niet meer wakker
zou worden.
Maar die vrees bleek ongegrond, want
„Had-je-me-maar!" opende zijn oogen en
ze: trots:
„Dat mot je niet gelooven! Als ik an
de weikzaamheden ben, dan raaf ik niet!"
E\en later had hij eea scène te spelen,
waarin hij wakker werd, zgn deken3 afsloeg
en als in droomtoestand om zich heen zag.
Een beeld was hem verschenen: hij vas
lid van den Raad geworden: Tastend grijpt
hij met z£n beide handen om zich heen,
verbaasd kjjkt hij rond in het kamertje
en in zrjn benauwdheid gooit hij alle dekens
van zich af. En nu was het opmerkelijk,
hoe voortreffelijk ik heb er geen ander
woord voor deze arme, ougeiukkïge zwer
ver dit tooneeltje speelds. Hij had het ge
heel in zich opgenomen en op zijn scherp
profiel teekenden zich alle emoties plotse
ling scherp af. Het was een staaltje van
filmspelen, waar wij allen met verbazing
naar stonden te kijken.
„Was 't goed, meheer?" vroeg hij, toen
hij weer uit zijn bed was gekropen.
Op mijn verzekering, dat het „puik" \sas
geweest, zei hij lachend:
„D'er is niks an: Als Bouwmeester dood
is, mot ik maar naar den grooten Schouw
burg!"
Ik was blijkbaar zijn vertrouwde gewor
den, want op eens trok hg jng aan mijn
mouw. \vee3 mij naar den heer Benno en
zei: ,,'r. Best mensch! Ik werk graag voor
hem! Die zal wel zorgeu, da'k niet iewers
anders kom!''
„Zeg. meheer, 'waar gaau ze mij hou
draaien?"
„Ik deuk in de Munt, NeÜ3f
„Had-je-me-maar!" schudde bedenkelijk
ziju hoofd. „Ik draai veul liever in 't Rem
brandt-theater! Daar sta ik zelf immers voor,
daar kenne ze mij allemaal!'
Daarop begon weer het filmen, een ge
deelte van Nelis' droom.
„Had-je-me-maarf met z'n sigarenkistje
onder déh arm, zijn entrée makend in de
Amsterdamsche raadzaal en toen ook ver
raste hij ons door zijn natuurlijk speel-
taJent Na „Had-je-me-maarf debuut als
Raadslid heb ik afscheid van hem .geno
men. Zijn afscheidsgroet was ais zrjn
welkomstwoorden: „Hap zeit ief'Wat leven
we gelukkig! Had je me maar!"
Toen ik even later naar huis reed en ik
mg bedacht, dat deze beklagenswaardige
ruïne van een mensch nu in werkelijkheid
caudidaat is voor den Amsterdamschen Raad,
kwamen mg onwillekeurig zijn woorden weer
in herinnering: „De raenschen benhe nog
gekker dan ik!"
Ja, waarlijk er zrjn nog dwazer en onver-
antwoordelrjker menschen in de hoofdstad
van Nederland dan het straattype „Had-je-
me-maar!"
Het gcmoontebcstuur van V c 1-
sen heeft bij de betrokken autoriteiten do aan
dacht gevestigd op hot feit, dat het pont verkeer
op feestdagen in geenen d-eele aan do cischon
voldoet. Mochten er vroeger bezwaren bestaan
hebban togen uitbreiding van den dienst door
hot gobrok aan brandstof, dit argument is nu
niet moer van kracht. Gedurende de Pinkster
dagen was bet verkeer zoo groot, dat regelmatig
files van gemiddeld dertig motorvoertuigen
moesten waohten om te worden overgezet. Ook
do Provinciale Staten zuilen over dezo klacht
in kennis worden gesteld, omdat het hier niet
oen zuiver gemeentebelang, maar ook een be
lang van heel Kcnnemcrland, zco niet van de
goheele provincie, betreft.
Men meldt uit Doorn: Bij mi
nisteriele beschikking is kap verbod gelegd op
hot ijskelder-bosch van den ex-keizer, dat wel
dra in publieke veiling komt. Gelijk reeds ge
mold is, heeft oen Kamerlid dezer dagen aan
do Regeering een schriftelijke vraag betref
fende een dergelijk verbod gesteld.
Do vlieg dienst Amstcrda mP a-
rijs van de Noderlandschc Luchtvaart-Mij., is
gisteren geopend mot een Farrnande „Go
liath". De tocht .slaagde best. De weg word af
gelegd in drie uur cn vijf minuten. De snolheid
beliep 120 K.M. per uur. Zeven reizigers maak
ten don tocht mede. "De gemiddelde hoogt»
droog 1100 M.
De bekende Engelscho
filmdiva Paulina Peters arriveerde gisteren
per vliegtuig* van de K. N. L. M. van
Londen te Amsterdam. Zeer vele.n, waar
onder ook persfotografen, waren tegen
woordig om haar te ontvangen.
K r u is b os s c om eedd a u w. Men
schrijft ons uit do Betuwe:
In dc O ver-Bet uwe vertoont zich wedurom
de kruisbessenmeoldauw, voornamelijk op slecht
onderhouden struiken. Waren vorige jaren de
aangetaste bessen door dc tijdsomstandigheden
nog iets waard, ditmaal verwacht men, dat do
bossen teler zijn ziek product wel als waardeloos
kan vernietigen. Trouwens, het droge weer is
allerminst gunstig voor den boouigaardbeziUer;
allerlei ongedierte begint zich le vertoonen en
ziekton in hout en lof nemen grooten omvang
aan. De luis in de pruimeboomon, bastaard rup
sen, kanker c*n pokziekte openbaren zioh cn wat
dit zeggen wil, valt op te maken uit do prui
men en goud reineltoriboomen ,dic thans nog
zeer weinig dragen als gevolg van de zioktcn
van het vorig jaar. Trouwens, goudrcinetten,
do Bcluwsche appel bij uitnemendheid, zullen
er toch weinig komen; wal er nog aanzat, ia
door do vorst nagenoeg vernietigd. Andere ap
pelen beloven een zeer grooton oogst, o.a. van
de bellefleuren, die eon zeer voorspoedigen bloei
hebben gehad. Ook inaagpcren zitten zwaar ge
laden, een heel verschil met dc vroege soorten,
dio zeer sporadisch zitten. Morellen zijn ver
nietigd, evenals abrikozen, on van de kersen is
een goed half gewas te verwachten, hier ca
daar zitten geladen boomgaarden; elders treft
rnen zoo wat geen vruchtje op do boomen.
(„Arnh. Crt.")
Het conflict in dc venen. -
Door don Minister werd eenigen lijd geleden
medegedeeld, dat de stcunvcrleoning aan do
workeloozc veenarbeiders voorJoopig zou plaats
hebben tot 2 Juni. Thans echter heeft de Mi
nister medegedeeld, dat de steun verleening niet
langer mag plaats hebben, terwijl er op 9 Mei
nog bij de gemeentelijko arbeidsbemiddeling te
Emmen 3568 veenarbeiders als werkzoekonden
stonden ingeschreven.
Door de leden van de verschillende Veonar'
bcidorsbonden is eergisteren nog een stemming
gehouden, aldus „De Tel." om voor 70 pGt. van
het loon aan het werk te gaan De neutrale
bond verwierp dat mot groote meerderheid, do
moderne en Christelijke bondon wilden aan hot
werk. Daar de eerste bond in groote meerder
heid is, duiTon de anderen uil vroo3 niet aan
hot werk te gaan.
(Nadruk verboden.)
Le Puy, 11 Mei 1921.
an uit Le Puy ben ik eenigen tijd Auver-
gne in geweest. Het is merkwaardig zoo
slecht als de treinverbindingen hier zijn,
er. zoo koud als het weder hier is. Urn
naar het toch niet zoo veraf gelegen St,
Flour te gaan, had ik twee malen over te
Etappen, te St.-George3 en te Brioude, ba.
kend om zijn uitnemendeu wijn. Ik had
het lang voelen aankomen, de last die dit
ruwe koude klimaat mij geven zou en ta
Ellende kwam de foudroyante acute griep
aanval.
Boffen deed ik er ook niet bij, cmdat het
van mijn gehesle reis, het slechtste hotel
was, waarin het mij gebeurde. Sek en wel,
had ik na een ellendigen nacht, waarbij
nog, o schrik (dat verwachtte ik in het
geheel niet in een hotel aanbevolai docc de
Touring Club Francais), een vertwijfelde
jacht op, (exuser du peu), wandgedierte
moest gemaakt worden, toch den volgenden
ochtend, (een bitter kouden n.b. met sneeuw!)
de reis naar St. Flour doorgezet.. Daar in
een goed, zindelijk hotelletje, uitstekend
verpleegd door de eigenares, oen gomoede-
Irke, zeer stipte „patrone", kwam de beter,
schap spoedig. Dooh ondertusschen had ilc
mijn tol betaald en veel lust om da steiltor
var, St. Fiour te beklimmen, dat op een 100
Meter hooge rots ligt als eea arendsnest^
had ih niet. Gelukkig is het voornaamste
van St. Flour zijn inderdaad schitterende
ligging.
Maar behalve het nog mooier vergezicht
(dat men ook op do besneeuwde toppet
van Cantal hoeft), wanneer de reiziger,
de op 500 Meter afstand gelegen Rocher
du Calvaire, beklimt, herinner ik mij helder,
die eigenaardige, dikwijls ondergane, sen
saties in kleine Fransche provinciesteden.
En dat waren in het kort zoo sensitief ea
intuïtief, mogelijk weergegeven, deze:
Het is de stilte, de zachte droomerige
stiite, die er heersohen zou in een binsiea
jdaals waar de prins komt, die de sohoone
slaapster wekken gaat.
Het is het schuchter blaffen van opge
schrikte straathonden, die, als met hun
bending geen raad wetend, blaffon tegen deo
eenzaam stappenden vreemdeling, zooals zij
tegen dé maan zouden blaffen.
Aan de grijsbe3tofte vensters kei. -n
schuw-nieuwsgierige vrouwenhoofden turen.
Een ezel balkt in een aangrenzend steegje,
jrr
(Vergadering van gisteren.)
Regeling van werkzaamheden.
jj0 VOORZITTER steil vooi eenige ont-
lerpöi aan de agenda toe te voegen.
J po heer DRESSELHUY.S (V. B.) wenscht
Lt ontwerp rechtspositie voor ambtenaren
■L<, de agenda toe te voegen.
De VOORZITTER zegt toe dat hij heel
.goedige een uitvoerige regeling van werk
zaamheden aan die orde zal stellen, waarbij
ft! ontwerp is betrokken.
Conform besloten.
Wetboek van militair strafrecht.
Aan de orde Ls het wetsontwerp tot in
hering van het Wetboek van Militair
Strafrecht cn van de wet op dc krijgs
tucht.
Do algemeene beschouwingen wonden ge
opend.
De heer VAN SAS,SE VAN YSSELT
(R.-K.) herinnert aan de lange voorgeschie
denis van dit wetboek, dat al van 1903 da
teert. Alvorens tot invoering over te gaan
van een herziening van de reohtspleging
bij land- en zeemacht, was een herziening
van het wetboek van strafvordering nood1-
zakolijk. Nu dit alles gereed is gekomen,
kan de invoering plaats hebben. «Spr. juich!
dit feit toe en brengt huifde aan het om
vangrijke werk, dat hij geheel kan onder
schrijven. Gaarne steunt hij dit werk.
De heer HUGENHOLTZ (S. D. A. P.)
betoogt, dat niemand verlangend is naar
de invoering van dit wetboek, want het is
al zeer verouderd. Als het vóór 1914 was
ingevoerd, zou het nut hebben gehad tij
dens do mobilisatiejaren. Maar nu is het
al weer uit den tijd.
Feitelijk is het nu al weer „oudbakken
kost" en is het werk van prof. Van der
Hoeven „verzuurd." In alle militaire wet
ten zijn grocxte veranderingen aangebracht,
of voorgesteld cn dus zal het noodig zijn
die aan te passen in dit wetboek. Feitelijk
doet de Knmer nu monnikenwerk. Beter
ware het geweest een jaartje te wachten.
Spr. wijst bijv. op de noodzakelijkheid ynn
een herziening van het tuchtrecht, waar
mede ieder militair geregeld heeft te ran
ken. het reoht nl. van de strafop leggen «te
kapiteins, die niet de 'ideale opvoeders
zijn. De tuchtraden, die spr. altijd heeft
gewild, wit de Regeering niet. Hij wijst er
op, 'dab hij die raden steeds als advisee
rende lichamen heeft bedoeld en niet als
Btr&fop leggen de instituten. Er is toch geen
enkel bezwaar tegen, dat een kapitein ver
plicht is a'Md* vragen vóór hij straf
oplegt.
De voorwan....! iija.c veroordetling bestaat
au in de burgermaatschappij. «Spr. begrijpt
niet waarom van dit instituut niet dezelf
de preventieve werking zal uitgaan in mi
litaire kringen. Spr. ziet er altijd een op
voedend middel in en de ervaring heeft
geleerd, dat dit inderdaad zóó is. Hij be
treurt het, dat de Regeering dit stelsel niet
aanvaardt.
Ten slotte dient hij een inotie in, lui
dende:
De Kamer, noodigt do Itogeering uit, een
'onderzoek in te stellen naar de wensche-
lgkheid en mogelijkheid van de invoering
van: le. Raden van Tuoht2e. van de
voorwaardelijke strafoplegging in het mi-
Ukftire tuchtrecht; en de resultaten van
*afc onderzoek c.q. vergezeld van een wet
telijke regeling van beide instituten met
bekwamen spoed te barer kennis te bren
gen en gaat over tot de orde van den dag.
Deze motto komt aanstonds in behande
ling.
De heer DRESSELHUYS (V. B.) ge
looft niet, dat het gewensoht is dit wetboek
Hians weer te gaan herzien. Hij geeft toe
dat er wel wat in te verbeteren ware, maar
op zichzelf brengt het al zooveel verbete
ringen, dat het onredelijk zou zijn de in
voering uit te Btellon. Spr. ontkent, dat
het werk von prof. Van der Hoeven ver
zuurd is. Hij wijst er op, dat de heer Hu-
geriholtz niet heeft aangetoond, waarin die
verzuring bestaat Het denkbeeld van tucihfc
raden moet nog vastten vorm krijgen en de
heer Hugenholtz sohijnt niet in te zien,
Door do schrijfster van
••Elisabeth and her German Uardcn".
(Nadruk verboden).
8)
Zij zou 't voor geen geld verteld hebben,
ovortuigd, dat 't niet good voor haar zou
rijncui tot nu toe had zij, zoolang zij zich
herinneren kor. op echt zusterlijke manier
geschimpt op haar gebreken, voornamelijk
op haar neus, haar magerheid en op haar
neiging om als zij niet telkens gewaar
schuwd word krom to loopen en to
zitten
Maar Anna-Rose vond ir. stiite, dat de
zelfde neus. die op haar eigen gezicht een
zeggend uitsteeksel was, op dat van
nua-Folicitas volmaakt paste, dat haar
Magerheid elegant was, dat zij dezelfde
soort- van sianko gracie bezat, die haar
moedor had onderscheiden in do dagen
voor do hartbrekende uittering, dio er het
ftatate stadium van had gevormden dat
haar hoofd zeldzaam sierlijk op haar hals
n^- Ja, dat zij, waDneer zij haars vaders
voortdurende aanmaningen, toch rechtop
e („want een jong meisje moet zoo
echt zijn als een spar," had hij tot eon-
<>rug wordens toe gezegd) vergat en weer
baar gewone houding terugzonk, zij
nog aantrekkelijker en bevalliger
ja-R aan wanneer zij dit niet deed. En nu
na-ttoso geheel alleen de zorg droeg voor
voetó« on mooi jonger zusje,
haar tof"1 als kaar ometige piioht,
1 ingetogenheid aan te manen, te
gelijkertijd tactvol vermijdende, hot arme
kind gedachten in het hoofd te hangen,
die haar ingebeeld zouden kunnen maken.
Maar zij vond tact een buitengewoon
lastig dingmisschion wel hot lastigste
van alle dingen, om met succes te hantee-
ren, en bij dezo gelegenheid ko3tte do hare
haar blijkbaar zooveel inspanning en was
hij aoo ovor-zorgvuldig in bijbeltaal (en
nog wel in Duitscbo bijbeltaal) gewikkeld,
dat het Anna-Felicitas' langzaam werken
den geest niet gelukte, den zin er van te
ontwarren. Na-cfet zij haar een poes met
zaoh b-v ragen ae oogen had aangekeken,
kwani zij tot de conclusie, dat Anna-Rome's
woorden misschien geen zin gehad hadden.
Zij was eohter veel te beleefd om zoo iets
te zoggen, en dus zaten zij maar zwijgend
naast elkaar onder do reisdeken, tot aan
het oogenblik, waarop do St.-Lucas"
floot en stopte en Anna-Rose haastig van
Christoffel en Columbus begon te praton.
Zij schaamde zich haar gevoelens bij het
var trek zoo te hebben bloot gegeven en zij
hoopte maar, dab An na-Fel ïcitaa het niet
had opgemerkt. In ieder geval zou zij haa-r
loven verbeteren maar toen do „St.-Lu
cas" floot, moest zij tot haar schande on
dervinden dat het niet alleen Anna-Feli-
citas was, die opvloog. En de overmatige
opgewektheid, die zij in haar toon legde,
toen zij haar tweeling verzekerde, hoe
heerlijk zij het vond Amerika te gaan ont
dokken, klonk zóó verdacht, dat do jonge
dame, op wie liet „langzaam, maar zeker"
van toepassing was, tot. zichzelf zei:
„Arme Anna-Rose; zij trekt het zich wel
heel erg aan
Do „St.-Lucas" liet eenvoudig hot anker
vallen, om ,de«n nacht over, in de Mersey
te blijven liggen, ©n met het aanbreken
van den dig verder fre stooraen. Zij maak
ten dit op uit do gesprekken der passa
giers, die in groepjes van twee on drie hot
dek op en neer wandelden, on telkens
voorbij dc stoelen kwamen, waarin de twee
onbeweeglijke gedaanten lagen, wier ronde
hoofden evengoed op jongens- als op
meisjeslichamen verlicht bij de gedachte,
dat zij in do eerstvolgende uren nog niet
zeeziek behoefden te zijn.
„Zouden wij niet oons eon beetjo op en
neer kunnen loopen?" stelde Anna-Felici-
tas voor, wier lange ledematen al stijf be
gonnen te worden van het zitten op den
harden rieten 6toel.
Maar tante Alice had haar gezegd, dat,
wildo men aan boord van een mailboot niet
alleen zeeziekte, maar ook in-'t~oog-va>llen
vermijden wat toch zeker lmar wensok
zou zijn de verstandigste gedragslijn
was, om, van het oogenblik af, waarop het
sohip vertrok, in een stoel te gaan zitten
en je niet te verroeren eer het weer aan
legde. „Of ten minste zoo zelden moge
lijk," verbeterde tante -Alice, wier eigen
zeereizen zich niet verder hadden uitge
strekt dan tot Calais. Zij erkende echter,
dat het misschien moeilijk zou zijn, je niet
nu cn dan eens te verplaatsen, als Now-
Y'ork het doel van den tocht was
„Twee zulke jonge meisjes als jullie,
alleen op reis, moeten zich zoo weinig moe
gelijk laten zien. Daarom stuurt oom jullie
ook tweede klas; daar trek jo zooveel min
der de aandacht."
't Was buitendien ook heelwat goedkoo-
per, en oom Arthurs edelmoedigheid was
van de soort-, die or plotseling genoeg van
krijgt en het er bij laat. Evenals hij, wat
heb eten betrof, voor eenvoudigen kost
was, zooala hij zei, „goed gebraden of ge
kookt, van dien vorwenaebton poespas en
die flauwe lifla-fjes moest hij niets heb
ben zoo was hij ook op het punt wel
daden voor een flinke som ineens en dan
basta! En do extra's, de kleinigheden, al
de ditjes en datjes, dio nog noodig waren
geweest, of in tante Alice's oog noo&g
waren geacht, eer hij zich eindelijk en ton
laatsto van dio „vermaledijde tweelingen"
ontslagen kan rekenen, ergerden hem zoo,
dat hij, toon het op het nemen van pas
sage aankwam, nauwelijks weerhouden kon
wordon, haar als tusschcndekspassagi-ers
to verzenden. Maar dit bleek tante Alice,
wier kamenier met haar meereisde tot
Euston, on dus zou bemerken welke biljet-
ton zij namen, to machtig, en zij drong er
zóó hardnekkig op aan, dat zij eerste klas
zouden reizcui, dat oom Arthur ten slotto
het verschil deelde, en er in toestemde
tweedo kajuit voor haar te botalen. Aan
haar kamenier maakto tante Alice het. ook
duidelijk, dat do nichtjes in do tweedo klas
minder de aandacht zouden trekken.
Anna-Rose, tante Alice's raad indachtig,
aarzelde dus al, of zij wel verstandig zou
den doen, wat te gaan rondloopen, maar
zij werd ook stijf, on ondanks haar jeug
digen leeftijd, had zij al meer dan eens ge
legenheid gehad waar te nemen, dat het
geringste gevoel van lichamelijk onbeha
gen een verwonderlijke macht met zich
brengt om alle wijze en voorzichtige voor
nemens overboord to goodon. Nadat zij dus
voorzichtig had rondgekeken, of de man,
die op 't punt was geweest medelijden met
haar te krijgen, ook ergens in zicht was,
wandelden zij het vochtige, donkere dek op
en neer; en do bewegingloosheid der boot,
de stilte en de mist. om baar heen gaven
een gevoel, alsof zij halverwege hemel en
aarde hingen, in den een of anderen onbe
kenden en on bewoonden Ilades, tusschen
twee werelden.
Ver beneden in do diepto hoorden 7<j
een zaoht geklots tegen do wanden van uo
„St.-Lucas'", telkens wanneer een andere
stoomboot, onzichtbaar in don mist, voor
zichtig haar weg zocht. Voor hen uib lag de
zee die geweldig groote en onstuimige
zee. Tien dagen en nachten moest bet du
ren eer zij den overkant zouden bereiken
uur aan uur, dog aan dag zouden zij er op
heen en weer gegooid worden, steeds vor
der weg! En hoo verlaten en naargeestig
zij zich al op de St.-Lucas" voelden, was
dit gevoe' met do Engchsohe kust nog
aan weerskanten tooh niet te vergelij
ken bij de verlatenheid, die haar toe
grijnsde van liet onbekende land, waar zij
heen trokken. Want veronderstel eens,
vroeg Anna-Folioitas aan Anna-Rose, bij
wio dezelfde mogelijkheid ook meer don
eens was opgekomen veronderstel eens,
dat Amerika haar niet weuschte op te ne
men? Dat dezelfde moeilijkheid, die haar
in Engeland overal op den voet gevolgd
was, haar ook in Amerika wachtte!
In de eerste plaats," antwoordde Anna-
Rose, zonder zich te bedenken, want zij
ging niet weinig prat op haar parate en
heldere uitleggingen, „zal Amerika, ons
zeker willon opnemen; ik zou niet weten
waarom niet. Wij gaan er heen in den-
zelfden vrodelievenden geest (vergeet dab
vooral niet en houd je onaangenamen kant
voor je) als de duif, die over de wateren
naar do ark vloogen net als do duif mob
olijftakjes aankwam, kamon wij met die
twee brieven aan oom Arthurs vrienden.'1,
„Maar denk je, dat oom Arthurs vrien
den begon Anna-Felicitas, die orneti-
gen twijfel koesterde omtrent alles, wat
met oom Artbu-r samenhing.
(Woïdt vervolgd.J