No. 18767,
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Mei.
Tweede Biad. Anno 1921.
UIT DE RAADZAAL
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
CHRIST0FFEL EN COLUMBUS
E
«t Was weer eer» agenda, waarvan liet
volg werd de zucht hoe lang het was
en hoe ver't Wordt- bijkans vervelend,
onJ in allerlei toonaard daarmee ieder
0vCraoht 'c moeion beginnen, maar wij
kunnen het heusch niet helpen. De heden-
daageohe gemeenteraden lijden bijkans
a]je aan heb euvel van een vreeselijke
breecfeprakerigheid en Leiden neemt voor
eer geen sleohto plaats in op het rang-
üjstje, dat daaromtrent zou zijn samen t-e
'atollen. Misschien slaan de heeren hier
oxouseer ons, dat de dames niet_ den
voorrang geven, maar do waarheid is nu
eenmaal, dat in onze raadzaal de heeren
bet meest praatziek zijn nog wel eens
een recordBij gebrek aan beter enz.
Aanvankelijk dachten wij beslist, dat de
haad had afgesproken een gooi naar het
record van langademigheid te doen, dooh
gelukkig bleken we ons daarin tooh nog
to vergissen. De heer Van Eek wilde in
plaats van een toelichting een ware ver
dedigingsrede houden voor zijn ingediend
roorstel om het houden van optochten op
Zondag ah regel toe te staan. De voorzit
ter stuit to deze redo door het toezeggen
van praeadvies van B. en W. zonder zioh
evenwel tc binden aan een bepaalde toe
zegging over liet afkomen daarvan, waar
op de heer Van Eek ver volgons nog aan
drong Daarop veroorzaakte de heer
Sijtema een verloren kwartiertje door, al
hoewel dit direct duidelijk was gezegd,
niet in te gaan op de verzekering, dat. do
verplaatsing van de Zatordagscho markt
van Visohmarkt naar Beestenmarkt, slechts
een proef was. Ten slotte, nadat ruim een
kwartier was verdaan, legde hij zioh bij
de zaak neer omdat het een proef was.
De weg van achteren naar voreh!
Dit was evenwel nog kinderspel verge
leken bij wat volgde bij behandeling der
punten betreffende het inrichten en ver
huren van enkele gemeenteperceelen als
woonhuis Daar werd een toppunt be
reikt, een toppunt van misselijkheid, welk
woord we. gaarne overnemen uit wat de
heer Mulder er ten slotte over zeide. Er
word een boom opgezet alsof Leiden's wel
cn wee afhing van wat met een paar inge
zetenen zou gebeuren. Ook zonder in zoo'in
soort labyrinth te verdwalen had opgeko
men kunnen worden, kort en zakelijk,
voor dongone, dien naar veler oordeel
onrecht werd gedaan. Het waren do hoe
ren Sijtsma en wethouder v. d. Lip, die
als redders in den nood. optraden, de eer
ste door voor to stellen sluiten der debat
ten o. i. een weinig aanbevelenswaardig
middel over 't algemeen, maar hier een
uitkomst de tweede cloor ten einde
raad den weg van praeadvies voor te stel
len over een vorstel van den heer Dub-
beldemanom hot perceel aan den Nieu
wen Rijn in to richten als tijdelijk asyl
voor daklooze gezinnen, een voorstel dus
van gelijko strekking als dezo heer een
vorig maal deed zonder sucoes. Zonder sue-
oes, omdat hij toen geen bepaald o percee-
len noemde. Wethouder Bots gaf hem nu
als hot ware zelf dat voorbeeld aan do
hand.
Waaro verbeen volgde een praatje over
het oudo vraagstuk van erfpacht of ver
koop ten aanzien van gemeentegrond, wat,
we erkennen het graag, van groot belang
kan zijn, maar 't hier niet was om dc dood
eenvoudige reden, dat woningbouw mo
menteel al dergelijke kwesties finaal op
den achtergrond schuift, en vastgekoppeld
aan den woningbouw op het Raamland het
bijkans onafscheidelijke schoonheids debat,
dat door den heer Knuttel wederom geleid
werd, do schoonheidsspecialist bij uitne
mendheid in den raad. Door een elkaar
niet geheel begrijpen duurde dit debat nog
wat langer dan noodig was geweest, maar
aan alles komt een eind, dus ook hieraan.
De heer Knuttel had o, i. in hoofdzaak ge
lijk. Vaste regels zijn er natuurlijk niet
voor wat mooi of leolijk is, doch een zeke-ro
maatstaf beslaat tooh wel en mooi, of laten
we dan zoggen, niet lcelijk beteekent niet
beslist duur
Zonder dat ook uitvoering in eigen be
heer tor tafel kwam, mochten we natuur
lijk do agendapunten betreffende bouw en
verhuring niet pa-sseeren. Do heer Dub-
boldeman berijdt, gelijk men weet, dit
stokpaardje bij uitnemendheid. Gelukkig
was hij ditmaal evenwel niet-, toen hij aan
merking maakte op den oisoli van den
wethouder der volkshuisvesting aan
„Tuin stadwijk" voor en aleer zich neer te
willen leggen bij uitvoering in eigen be
heer, waarvoor heb bestuur aanvankelijk
wel iets voelde, maar. waarvan het later
afzag, een gespecificeerde raming over te
leggen. To hoog kan men dien oiseh toch
niet noemen. Een aannemer moet voor do
som, waarvoor hij 'inschrijft, het werk op-
loveren, zonder meer kan toch riiet aan
uitvoering in eigen beheer worden ge
dacht Dat, zou anders een heerlijk stropje
kunnen worden.
En toen hadden wij een der hoofdnum
mers van het program bereikt, de veror
dening op do heffing eener plaatselijke be
lasting naar het inkomen met annex liet
voorstel Van Eek om alvorens lot vast
stellen hiervan over te gaan eerst, nog een
poging te doen om mot behulp van «andere
gemeenten den aftrok voor noodzakelijk
levensonderhoud to verlioogen tot f 1000
voor gehuwden plus f 100 voor elk kind en
tob f700 voor ongehuwd en, (thans resp.
f 700, f 100 e»ri f 500). Plet is een kwestie,
waarvan het groot belang te duidelijk in
het oog loopt, om daarop nog te wijzen.
Reeds vaker hebben ook wij gewezen op do
wenschelijkheid de aftrekcijfers eenigszins
to doen beantwoorden aan wat er do be
doeling van moet zijn. Een goed gedocu
menteerd voorstel, zuiver in de consequen
ties, zou alleen tot verbetering in dozen
kunnen leiden cn aan deze eischen ging
het voorstel Van Eek helaas mank. 't Is
waar, voor de Laagste inkomens bracht do
heer Van Eek iets uitkomst, voor de hon
gerlijders van professie om in do termen
te spreken, doch dit zou zonder
vordero totale niet aangegeven wij
ziging in het belastingstelsel eenvoudig
leiden tot uitbreiden van de hongerlijders-
klasse. Zelfs bij behoud van cle belasting
gelden blijven immers degenen, die door
hot voorstel Van Eek gebaat zouden wor
den, hongerlijdersom ze uit die categorie
to trekken is het bedrag to klein maar
de klassen, die er iets boven zijn, zouden
dan zoo zwaar worden belast, dat ook zij
tot de hongerlijders gerekend zouden moe
ten worden, terwijl tevens cle midden
stand nog leelijker in de knel zou geraken,
om ons maar niet. verder naar boven in do
gevolgen te verdiepen, hoewel ook die
klassen niet uitgeschakeld kunnen worden.
Wat baat een dergelijke remedie? Zooals
hot voorstel Van Eek daar lag kon het
moeilijk anders worden beschouwd dan als
hebbende een politiek tintje, berekend op
kiezersgunst En dab werd niet, weinig dui
delijker door de toelichting van den voor
sbeller, die toch onomwonden zeide, dat-
door zijn voorstel de mftssa duidelijk zou
kunnen worden gemaakt wat het kapitalis
me is enz on, wel eenigszins naïef, do ver
dedigers v«m dat z.g. kapitalisme zelf als
gangmakers - wilde doen fungeer en bij dat
duidelijk maken. In politiek geboren is liet
voorstel in politiek vergaan. Dank zij spe
ciaal cüo ouderwetsehe strijd tusschen don
communist en do socialisten, waarvoor,
wethouder v. d. Pot zei het, raak, meer
belangstel ling was dan voor heb voorstel
zelf en waarin rechts bepaald zat te gnui
ven en to genieten.
De lieer Knuttel wekte de woede op
zijner minder rood getinte vriend vijand on,
zooals de heer De Lange zeide, door deze
niet minder dan van verraad aan da ar
beidersbeweging te beschuldigen door in
plaats van dc arbeidersmassa op te wok
kon tob massa-demonstralies als staking
enz. deze met een kluitje in het riet te stu
ren. Het oudo liedje waarin o. i. het
voorstel Knuttel om den aftrek op f 1500
to brengen een dissonant was. Was dat
ook geen poging van 't kluitje en 't riet
en louter schijn?
De heer Van Eok lokte, den heer Mey-
ïie>n uit zijn tont door zich bij zijn voorstel
niet onaardig te beroepen op hetgeen deze
heer destijds zeide bij do kwestie van het
ambulantisrae, waarmee zijn voorstel z. i.
parallel ging. Dc heer Meynen kwam daar
tegen in verzet maar zijn feitelijk „revo
lution air" optreden bij de kwestie van 't.
ambulantismo door achterna te probeeren
een gemeende fout in de wet te verbete
ren, waarop de heer Van Eek handig den
vinger legde, wreekte zioh nu!
Overigens laveerde men van rechts op
allerlei manier om do S. D. A. P. den po
litieker» wind uit de zeilen te nemen, waar
bij de lieer Wilmer weer voor de zooveclste
keer met Zaandam op de proppen kwam.
'b Wordt tijd, dat de heer Wilmer eens een
anderen boeman vindt, Zaandam wordt
wat afgezaagd!
Maar laten' wij niet verder op het po
litiek tournooi-ingaan, dat, met de gemeen
telijke belangen ccn droevig beetje te ma
ken hoeft
Dc heer Vaü Eck kreeg behalve zijQ eigen
partij genoot en niemand mee.
Enkele pogingen om inzake den kinder
aftrek nog eenige verdere verlichting to
geven, leden in hoofdzaak schipbreuk;
met één voorstel had de heer Van Eek
succes. Ook diens poging om het heffings-
porcenlage tot het hoogste op te voeren
in den grond absoluut billijk en rechtvaar
dig duikelde op utilitcitsgronden, die
niet to miskennen zijn in de realiteit der
situatie.
Als. slót-apotheose de verordening der
jvaateelijke belasting naar het inkomen. Nu
van rijkswege voor de gemeenteraden de
gelegenheid lot verruiming van het belas
tinggebied o.m. met de mogelijkheid van
een dergelijke verordening was uitgebreid,
was het brj voorbaat vrij zeker, dat B. en
W. hier daarmee zouden komen, gezien
den stand der gemeentefinaneiën. Volgens
lage schatting door den wethouder Van
der Pot brengt deze belasting immers
f60,000 op. In 't algemeen genomen zijn
we allesbehalve .bewonderaars van derge
lijke belastingontwerpen en speciaal niet van
zulke, die niet voor 'tgeheele land gelden,
gelijk hier het geval is„ zoodat tusschen
do gemeenten een onderlinge wedstrijd
plaats kan hebben om maar tot zich te
lokken En nu weten wc wel, dat ook
andere factoren nog meetellen voor de ves
tiging ergens van industrie, maar het al of
niet verleenen van faciliteiten, ook in den
vorm van minder belasten, mag niet te
licht worden aangeslagen.
Daarnevens is nog op andere dingen te
wijzen, die deze belasting niet sympathiek
maken, als b v. op het thans nog zwaarder
belasten van de industrie, een dar levens
aders van een land, terwijl in 't algemeen
juist malaisé heerecht, ook door buiten-
landsche concurrentie en voorts op cle be
scherming van de klein-industrie is dit
wel goed Neder landsch? die in sommige
gevallen 't wellicht beter zelfs zou kun
nen dragen dan ve'^e inrichtingen, die nu
wel getroffen zullen worden. Evenwel, de
kwestie om aan geld te komen domineert
in de huidige omstandigheden te sterk en
dat heeft den doorslag gegeven bij het aan
nemen van dé verordening. dat was duide
lijk merkbaar. Dat de belastingsom slechts
gelijk stond met 1 pCt loonsverhoogiag,
deed de verwachting verder koesteren, dat
dè 'industrie riiet, te zwaar zon worden aan
gepakt. Wethouder Van der Pot sprak
zelfs van een kwartje per week, maar Lij
een paar honderd werklieden worden dat
toch c-en paar honderd kwartjes per week;
zoo licht is de belasting (lus toch niet.
Maar. zooals gezegd, geld moet- er zijn en
waar de schroef op de inkomstenbelasting
niet meer draaien kan. moet naar andere
wegen worden uitgezien en aangegrepen
elke mogelijkheid, door de regeering go-
boden
Pal nog ernstig, verzet zou komen, had
den wij verwacht, afgezien van <le waar
heid^ dat #gen iedere belasting door hen,
die or door getroffen zullen worden, wordt
gesputterd. Waarom echter zoo'n halfslach
tigheid als in liet oorstel-Sanders om het
punt der agenda aan te houden? Was het
om enkele stemmen te vangen van „neu
trale" raadsleden als in dit geval b.v. de
neer Wilmer bleek te zijn. die zorgvuldig
oppaste geen voor of legen te doerf hoorei»,
zich vastklampend aan het nog niet afge
komen zijn van den algemeenen maatregel
van bestuur, die evenwel in groote lijnen
volkomen bekend is? Dat was weer poli
tiek op z'n smalst.
Deen aangename» indruk maakte ook nog
het gewroet na aannemen van de ver
ordening om den datum van ia-werking
treden gewijzigd le krijgen. Iets anders
was geweest, wanneer uit de verordening
was gelicht de bepaling, dat bestuurders
van N. V. enz. hoofdelijk aausprakelijk zijn
voor de belasting. 'Gaat de N. V. failliet,
dan blijft de directeur zitten voor de be
lasting f Een bijzonder fraai staaltje van
wetgeving, inderdaad.
(Zitting van gisternamiddag.)
Regeling der grondbelasting.
Aan de orde is het wetsontwerp tot rege
ling der Grondbelasting.
De heer VAN RAPPARD (V. B.) betoogt,
dat land- en tuinbouw op een onbillijke
wijze zullen worden behandeld, door de be
lastingen op den ongebouwde» eigendom.
Vervolgens wijdt spr. uit over den druk,
welken het wetsontwerp voor de belasting
plichtigen met zich brengt, speciaal door
dc heffing naar de verko ops waarde. De
kleine eigengeërfde boerenstand zal hier
door het meeste lijden.
Het wetsontwerp gaat in strekking lijn
recht in tegen de wet tot verstrekking van
grond aan arbeiders.
De waarde van den grond is in provinciën
mot groot grondbezit in den regel minder
(tan in provinciën met veel klem grondbezit,
zoodat de belasting juist op dit laatste zal
drukken, terwijl dit minder draagkrachtig
L. Spr. ontwikkelt nog verschillende be
zwaren tegen het wetsontwerp. Hij betoogt
daarbij, dat niet mag worden getornd aan
do eens verkregen rechten van vrijstelling
voor nieuw-bouw. Gaat men nu toch belasting
heften van gebouwde eigendommen, welke
eenige jaren geleden zijn ondernomen in de
meening, dat zij waren vrijgesteld van*de
belasting, dan acht spr. dat niet minder
dan woordbreuk.
Hij wenscht een taxatie door deskundige
commissies, districtsgewrjze- aan te stellen,
naar de bodemgesteldheid.
Spr. dient een motie in tot invoering
van een jaarlijksche, althans periodieke aan
gifte door de belastingplichtigen, onder be
hoorlijke waarborgen.
Beëindigend ,zegt liij, dat dit wetsontwerp
oen ondraaglijken last legt op de schouders
van land- en tuinbouw.
De VOORZITTER vraagt of hert niet be
ter is in plaats van de motie een amende
ment in te dienen.
De heer VAN RAPPARD (V. B.) merkt
op, dat tal van amendementen noodig zouden
zijn. Een beslissing door ien motie acht hij
daarom practischer.
De heer TEENSTRA (V. D.) zou de motie
willen behandelen brj art. 11 van het wets
ontwerp.
De VOORZITTER merkt op, dat bij aan
neming der motie de verdere behandeling
van het wetsontwerp dient te worden ge-
"sckorst; daarom is "behandeling bij de al
gemeens beschouwingen beter.
De heer .f. TER LAAN (S. D. A. P.) stelt
voor om de motie te behandelen, voordat
men met de ai genie ene beschouwingen ver
der gaat.
Besloten wordt dan de motie tegelijk met
de algemeene beschouwingen te behandelen.
De heer OUD (V. D.) betoogt, (lat men b\>
het invoeren van nieuwe belastingen moet
uitgaan van het standpunt, dat de gezamen
lijke belastingen rekening houden moeten met
de draagkracht der belastingplichtigen. Een
zakelijke belasting als de grondbelasting is
alleen gemotiveerd, wanneer dez? op histo
rische gronden steunt. Verhooging van de
grondbelasting, gelijk thans wordt voorge
steld, beschouwt spr. als een geleidelijke, ge
deeltelijke onteigening, omdat deze belas
ting verband dient te houden met de op
brengst van den grond.
De verhooging van de grondbelasting op
de gebouwde eigendommen is, afgezien van
andere bezwaren, reeds te veroordeelen, om
dat zij geen rekening houdt met de diaag-
kracht.
Het wetsontwerp is een zeer onredelijke
heffing ineens. Spr. is bereid iedere poging
tot verlaging van deze belasting te steunen,
I omdat daardoor de fouten er van vermin
deren. De grondslag deugt echter niet. Hij
zal tegen het wetsontwerp stemmen.
De heer DE WIJCKERSLOOTH DE WEER
EESTEIJN (R.-K.) erkent, dat de schatkist
geld noodig heeft, maar niet iedere heffing
is daarvoor gerechtvaardigd. De veel ver
breide meening van „de rijke boeren" is een,
sprookje. Spr. ontwikkelt dan bezwaren Le^
gen het ontwerp; verschillende concessies en
wijzigingen hebben slechts schijnbaar waarde;
m. n. do vermindering van 3.33 tot 2 pCt.,
omdat de verkoop-waarde aanmerkelijk te
geslegen. Het tarief van de belasting zal
zeer ongelijk werken en daardoor tot schrot
rnelrjke onbillijkheden aanleiding geven.
Onbillijk is het, dat deze belasting alleen'
de tegenwoordige eigenaren treft. Ongelijk
heid is er ook ten aanzien van het gebouwd
en het ongebouwd. Voorts acht spr. het on^
juist belasting te heffen zonder dat er van
realisatie sprake is.
Hij wenscht slechts verhoogde belasting fe>
heffen bij realisatie der goederen.
Bij aanneming van het ontwerp zal er een
wanverhouding ontstaan tusschen de op
brengst uit roerende en onroerende gcedö»
ren. De druk zal belangrijk verlaagd moeten
worden, ook omdat het ontwerp geen reke
ning houdt met de draagkracht der belas
tingplichtigen.
Do heer WEITKAMP (G.-H.) zet uiteen
dat het wetsontwerp voornamelijk op de
landbouwende bevolking zal drukken.
De heer BRAAT (PL P.) bestrijdt het ont
werp, vooral niet het oog op de belangen
van land- en tuinbouw, welke reeds getrof
fen worden door de daling van de melk
prijzen, den invoer van den zomertijd, enz.
De vergadering wordt verdaagd tot des
avonds acht uren.
(De heeren De Kanter, Gerretson en Driuri
hebber, bericht gezonden, dat zij wegens
verblijf in het buitenland de vergaderingen
voorlocpig niet kunnen bijwonen, terwijl de
heer De Buïsonjé wegens lichte ongesteld
heid de eerstvolgende dagen niet aanwezig
zal kunnen zijn.
De commissie, in wier handen is gesteld
het verslag van (1e eerste zitting van de ver
gadering van den Volkenbond te Genève,
15 Nov.—18 Dec. 1920, heeft tot haar
voorzitter benoemd den heer Nolens).
Interpellatie-Rutgers.
Aan de orde is de interpellatie-Ruiger»
over de uitvoering der Lager-Onderwijswet.
De hoor RUTGERS (A.-R.) betoogt, dat.
zijn interpellatie geen agressief karakter
draagt en verklaart, dat het hem leed zon
doen, indien zijn interpellatie zou worden
beschouwd als de inzet van een nieuwe
schoolstrijd. De schoolstrijd is beëindigd en
de strijd tusschen het confessioneel en neu
traal onderwijs kan thans door ons volk
zelf worden uitgestreden. Spr. deelt cte
vragen, die hij wenscht te stellen, in vier
rubrieken in, t.w. de Koninklijke besluiten
tot uitvoering der wet tot stand gekomen,
de verdere uitvoering der wet voor zoover
-het Departement van den Minister daarbij
betrokken is de onderwijsinspectie en de
bemoeiingender gemeentebesturen bij de
uitvoering der inspectie.
Spr. w ijst er op, dat. in het bouwbe
sluit eenige bepalingen zijn opgenomen,
waaraan de wettelijke basis ontbreekt, o.a.
dat schoonmaak-reglementen moeten wor
den vastgesteld, die door den inspecteur
moeten worden goedgekeurd. Voorts vraagt
spr. of artikel 1, waarin wordt, bepaald;,
wat moet worden overgelegd aan den in
specteur vóór met den bouw kan worden!
begonnen, wel strookt met aid. 77 der wet
cn of het bouwbesluit bezuiniging in de
bouwkosten medebrengt.
In dc tweede plaats behandelt spr. hef
K. B. van 31 December 1920, betreffende
de aanvragen aan den gemeenteraad van
schoolbesturen om subsidie voor lokalitei
ten. Het schoolbestuur is daarbij verplicht
alle inlichtingen te verstrekken, doch welke
is de sanctie van dit voorschrift? Door dit
voorschrift zou de gemeenteraad kunnen
gaan denken dat zijn bevoegdheid grooter
is dan de wet hem in werkelijkheid toelaat.!
Voorts heeft spr. bezwaar tegen het voor
geschreven model voor de aanvraag van
subsidie voor de exploitati-ekosten.
Acht de Minister, dat, wanneer gemeen
tebesturen in 1921 scholen bouwen, welk©
voor hot openbaar onderwijs bestemd hee-
ten te zijn, maar in werkelijkheid voor hef
bijzonder onderwijs bestemd zijn, alsnog
aanspraak liebbén op dc Rijksvergoeding
voor 'schoolbouw?
Door de schrijfster van
„Elisabeth and her German Garden".
(Nadruk verboden).
1)
I.
Hun namen waren -eigenlijk Anna-Rose
on Anna-Fclioitas, maar zij vonden, terwijl
zij -dicht; togen elkaar aangekropen op heb
tweode-klasse-dek van het stoomschip
,,St.-Luoa-s" zaten on naar het voorbijglij
den van het vuile water clcr Mersey turn
den en naar -dc aanlegplaats van Liverpool,
die in den mist verdween, en terwijl zij zioh
erg koud en onbehaaglijk voelden on er
aam dachten, dat zij vader noch moeder
meer hadden on zich herinnerd-en, dat zij
gehate vreemdelingen waren en beseften,
dat zij dagenlange, grauwe uitgestrekt-
ïodcn t-e gomoet stoomden van een afschu
welijk nalte zee met reusachtige golven van
boven, die hen doodziek zouden maken, en
duikbooton van onderen, die hen zouden
trachten te vermoorden en terwijl zij niet
het flauwste, niet het allernauwste idee
hadden van wat hun wachten zou, als cn
wareneer zij de overzijde eenmaal bereiken
mochten, cn zij gekwelc? werden door hot
gevoel, dab zij réfugiécs verworpelingen,
veriatenen, warentwee ongelukkige
Duitseho sfcumpérds, die evenmin echt
Lhniscli als echt Engelsch genoemd konden
worden, doordat hun nationaliteit ongeluk-
igerwij.zo 700 ve,rward wasterwijl zij kalm
en beslist, voor zioh uit staarden en heel,
jee dicht tegen elkaar aankrepen, onder
reisdekendie hun Engelsche tante hun
a en om er hun gehate vreemder
lingen-beenon mee te bedekken vonden
zij, dat zij feitelijk Christoffel cn Columbus
moesten lieeten, daar zij immers uittrokken
om een Nieuwe Wereld t-o ontdekken
„Prettig!" zei Anna-Rose. „Eigenlijk is
hot- toch wol prettig, om Amerika to gaan
ontdekken, zoo heelemaal voor ous zelf!"
't Who Anna-Itose ook geweest, die hot
donkbeeld had geopperd elkaar Christoffel
on Columbus to noemen. Zij was twintig
minuten ouder dan haar zuster. Beiden
hadden hun zeventienden verjaardag ge
vierd en wat een verjaardag! Geen taart,
geen kaarsjes, geen kussen, gcon bloemen
en groen, of eigen gemaakte geciiohten
Maar, zooals Anna-Felicitas opmerkte, om
Anna-Rose te troosten, ,.jo kon toch ook
niet vergen, dal "het familiobloecl zou spre
ken bij oen tante, dio jo nog maar een
maand good kende
Beide zusjes waren uitwendig typisch
Duitsoh, inwendig typisoh Engelsch. Bei
den hadden blond haar en de soort van
kinnon, dio Diuitseh-o vrouwen hebben, en
oogen als do Augustushemol langs do kust
van do Oostzee. Haar neuzen waren to kort
on hadden in Duilschland aanstoot gege
ven, waar je, aks je vader een „Junker" is,
difc door den snit van jo neus behoort to be
wijzen. Anna-Rose" had een kort, stevig
figuurtje, eenigszins neigende tot gezet
heid; Aruia-Folicitas, ofschoon haar twee
ling, soheen van haar extra twintig minu
ten geprofiteerd te hebben, om er zoo hard
mogelijk in te groeien zij was ten. minste
lang en slank en liet het hoofd een beotjo
hangen. Missel tien hacl do snelle groei haar
oog on wat droomcriger en haar gedachten-
gang wat trager gemaakt. Zoodra iemand
op het. schip naar haar kcelc, hielden zij
mot een air van kalme blijmoedigheid hot
hoo: 1 op, alsof zij wilden zeggen: „Wij
voelen ons volkomen gelukkig on bobben
echt plezier in ons leven."
Voor geen geld zouden zij elkaar bekend
hebben, dat zij in angst zaten, cn graag een
deuntje hadden willen schreien. Evenals
vele anderen van Engelsche afkomst, wa
ren zij nooit, zoo opgewekt, of namen zij
nooit zoo sterk c?en schijn aan vare zioh t-e
arauseeren, als wanneer zij zich in don put
gevoelden, en evenals vele anderen van.
Duit-sobe afkomst, waren er in hot diepst
van hun jonge harten sentimenteel© schuil
hoekjes waarin zij in het geheim hechtten
aan vc-r jaarstaart en on Kerstboomcn on
een sterke neiging to bekampen hadden
togen de. herdenking van alle mogelijke ver
jaardagen, zoowel van dc dood en als van do
le vonden.
Do meeuwen, die, wijde cirkels beschrij
vende, wat tegen den somberen hctmel af
staken, azende op het afval, dab de Mersey
naar zee voorde, gaven hun een naargeestig
gevoel van verlatenheid. Leoge kisten,
stroohalmen, sinaasappelschillen, allerlei
vuile overblijfselen dreven op hot donkere
water. Engeland gleed meer en meer weg
Engeland, het land harer mood or -on
zoolang haar heugde hot land barer droo-
men toen de „St.-Luoas" met eon luiden
gil van haar stoomfluit plotseling stopte.
Geen van beiden kon nalaten op te
schrikken en nog een paar centimeter dich
ter tegen de andere aan te schuiven onder
haar reisdeken, 't Kon toch nog geon onder
zeeër zijn?
„Wij zijn Christoffel en Columbus," zei
Anna-Rose haastig hardop, alsof zij een
zwijgende, onuitgesproken conversatie een
andere wending moest geven.
Als do oudste voelde zij ernstig de yor-
antw*oorcUolijkh'eid ten opzichte van haar
tweelingzuster en achtte zij het eon barer
eerste plichten Anna-FeLicitas op te wek
ken en te bemoedigen.
Haar moeder had haar altijd opgewekt
en bemoedigd en scheen nooit iet© „erg"
to hebben gevonden, wat haarzelf over
kwam, hoe vreesclijk het ook mocht zijn
zooals bijvoorbeeld, toen de oorlog uitbrak
en zij met haar drieën (huil vader was een
jaar of wat geleden gestorven) haar dier
baar tehuis aan de Oostzee1 moesten verla
ten; juist toen het het heerlijkste weer
van do wereld was, en cle tuin er als een.
aprookjesbuin uitzag, en do blauwgrijze
Chinchilla-kat-, precies op clou morgen van
haar vertrek, vier allerschatt ig sto poesjes
ter wereld had gebracht, die allo vier had
den inooten overgelaten worden aan wat
Arena-Fe lioitas (dio haar denkbeelden traag,
doch schilderachtig, uitte) geliefde tc noe
men „de genade of ongenade van een
woeste en losbandige soldatenhorde." Geen
enkele maal had haar moeder don moed
laten zakken, gedurende clë moeilijke en
omslachtige reis naar Engeland, en even
min, toen zij verkouden werd cn ten slotte
nooit meer niet verkouden scheen te kun
nen zijn en hoewel zij deed alsof zij die
langdurige verkoudheden niet. telde en zij
ook niets beteek enden, word het steeds dui
delijker, dat zij maar al to veel betoeken-
cten, want met elkaar maakten zij een .eind
aau haar leven.
Haar moeder was allijd opgeruimd cn
hoopvol gestemd geweest. Nu zij gestorven
was, lag het blijkbaar op Anna-Rose's weg,
«als de op haar volgende in leeftijd, cïó tra
ditie hoog te houden, en dapper weerstand
to bieden aan al te sterke „hoofd-liange-
rigc" neigingen van Ann a-Fel ici tas. Nu o a.
staarde Arm a-F cl ie it as veel le peinzend naar
den somberen n amiddagh cm cl en naar het.
vunzige afval op het. water, en zij was toet
een schokje opgeschrikt, toen dip „St.-Lu
oas" dab angstige gefluit, uitstiet en zoo
plotseling stopte, net alsof cle rem opeens
6traf werd aangezet.
„Wij zijn Christoffel en Columbus," zei
Anna-Rose haastig, „en wij gaan Amerika
ontdekken."
„Best," antwoordde Anna-Fclicitas, „dan
ben ik Christoffel."
„Neen, ik zal Christoffel zijn," besliste
Anna-Rose
„Ook goed," zei Anna-Folicitas, als het
beiniiilijicslo en insohikkolijksto persoontje
teu.' wereld,dan zal ik (Jus Columbus dae-
nen te heeten Maar ik vind, dat Christoffel
aardiger klinkt."
Beiden lieten hun r's onverbeterlijk rol
len. 't Zat hun stellig in het bloed, vanb
onderricht nooh berispingen hadden het
hun kunnen aüeeren. Eer zij nog konden
praten in die gelukkige dagen, waarin
ouders verwonderlijke beweringen uiten
over het verstand cn de gaven, waardoor
hun spruiten later stellig zullen schitteren,
beweringen, die andere ouders (hoezeer zij
een dergelijke verblindheid ook mogen be
klagen) niet kunnen tegenspreken, omdat
het ten slotte toch wel eens waar zou kun
nen blijken, daar de cfwaaste, domste mon-
sohen soms genieën voortbrengen in dia
gelukkige -dagen dan van ongestoord lucht
kasteel en bouwen, zei de Engelsche moeder
van de arme ver&c-hoppelingotjes aan boord1
van de „St.-Lucas," tot den vader, die een
Duitsoher was„In ieder geval zullen deze
twee kostbare heerlijke hoopjes mensoh"
(zij hield er in eiken arm één en kietckls
haar neusjes om beurten met haar lange'
wimpers, tot zij het uitkraaiden van plo
zier) „Duitscb noch Engelsch behoeven
leer en. Zij zullen het al vanzelf kennén."
("Wordt vervolgd.p