V 1 GDR D E J.EUG1 D «■■■JE, EIDSCH DAGBLAD 19. Woensdag* 4b Mei. Anno 1921. endjes en Vriendinnetjes. aar het Engekéh van E. D. ADAMS. Vrij bewerkt door C. H. HOOFDSTUK II. L die er gezond en opgewekt uitzag, zat te naaien vóór één dor ramen, toen de pon binnenkwamen. o Bert," zei zij. terwijl zij met haar werk Lag: „Bon jo -daar eindelijk'?" Spijt inij, dat ik zoo Jaat ben,*' ant- tde Florrie. „Maar kijkt n eons, ik heb riendiTmetjo meegebracht! Mag ze bij ons drinken?" 'knakt Elsjo vriendelijk toe en zei: fckér. En hoe heet je, beste meid?" ..Elsje Dicks en ik woon bij mijn taai les oreby End. De villa heet zoo, omdat zij .atste huis van Shoreby is. 5 je mag, vind ik het best, dat je hier thee drinken," ging Juf voort. „Als je iet mij meegaat, zal ik je wat opknappen." nam de kleine gast mee naar haareigen terwijl Florrie naar de zijne ging en rarde niet lang, of de beide kinderen giri- iet scboone handen en netjes geborsteld band aan hand do trap af naar de zit- r. .je genoot van de lekkere dingen, welke op stonden. Maar nu moet ik jullie eerst nog lien, dat in Engeland de namiddagtbee meer uitgebreid is dan bij ons en eigenlijk ooit maaltijd is. De tafel wordt er voor Ét en er wordt van allerlei bij gegeten. Er [brood en boter, aardbeieojam en ter eere Elsje had Juf een eigen gebakken cake op J gezet. Elsje iiet zich alles best smaken rlfs Florrie scheen trek te hebben en deed dezier door zonder mopperen drie boter- nen met jam te eten de thee vonden de kinderen een gemak- zitplaats aan het strand voor Juf en Elsje een mooi verhaal te vertellen van .vontuur op een verlaten eiland. Florrie aan haar lippen, geen enkel woord van warmende geschiedenis ontging hem. Het \1 was bijna uit, toen Elsje plotseling een dame in een donkerblauwe japon gewaar die regelrecht op haar afkwam, meisje hield op met vertellen en raora- daar is tante Ellen! Wat vervelend!" maar door! Toe, ga nou. door," smeekte e.; een rimpel in h'aar voorhoofd ging Elsje e, maar haar gedachten 'dwaalden af en s heefemaal uit het varhaal, donkerblauwe gedaante kwam naderbij, as een oudere dame ,dio er 'heel streng •je! Wat doe je hier?" vroeg zij. riendelijk keek Els-je haar tante aan, ter- ij antwoordde: doe niets ondeugends.' sr Florrie was al opgesprongen, nam be- zijn muts af en zei: g Elsjo alstublieft mot mij spélen? Ze aardig." ar zij was heel ondeugend vóór zij naar rand ging," logde juffrouw Land uit. rie pleitte echter voor zijn nieuw vrien- ie en Elsje zag tot haar groote verwonde- dat haar tante Florrie over het hoofd terwijl rij zei: >r dazen keer zal ik het Eleje dan ver- maar zij had natuurlijk eerst moeten i <4 bij je HJaw moefct gnato^' j Toen juffrouw Land even later huiswaarts keerde, was Florrie door haar uitgenoodigd den volgenden dag bij Elsje in den tuin thee te komen drinken. Elsje kon haar oogen bijna niet geïooven en staarde haar tante vol verbazing na. De beide kinderen maakten nu een plannetje voor den volgenden dag en spraken af, waar zij naar blatrw zeegras zouden beginnen te zoeken. Elsje was nu heol gelukkig. In plaats van altijd alleen te zijn, had zij een speelkame raadje gevonden juist naar haar zin. Zij hield! er van iemand te vertroetelen en geloofde wer kelijk, dat Florrie heel zwak wa-s en erg ontzien moest worden. Zij keek bezorgd, als er onverwacht oen re genbui kwam opzetten, wanneer rij langs het 'strand liepen,' terwijl Juf alleen maar lachte en zei,, dat Bert nog groeien moest van den regen, al was het dan geen Mei meer. Florrie kéék dan heel ongelukkig en Elsje troostte hem. Het zoeken naar blauw zeegras werd nog eenige dagen voortgezet, maar nergens konden zij ook maar het geringste stukje ontdekken. Eindelijk besloot Florrie aan rijn vader to schrijven en hem te zeggen, dat (hij er geen kans toe zag. Gewoonlijk mopperde hij erg in zijir brieven, doch ditmaal was mieneer Glifton heel verbaasd, dat zijn zoontje zoo opgewekt sohreef, al speet het hem dan ook, dat hij zijn vader het verlangde dat zoo ruimschoots beloond zou worden niet zenden kon. Hij schreef: „'Als u het h'eel, heel graag hebt, lieve Vader, zullen Elsje en ik blijven zoeken. Elsje zegt, dat zij iets niet graag opgeeft, maar wij hebben overal gezocht en niets gevonden. En Juf wil niet hebben, dat wij in een bootje gaan om een eind verder te zoeken. Elsje is een heel aardig meisje. Zij speelt den geheelen dag met mij en dikwijls drinken we bij elkaar thee. Ik voel mij Ttu niet. eenzaam meer. Zij vertelt rajj telkens weer nieuwe mooie verhalen. Wilt u alstublieft gauw schrijven, of wij nog moeten 'doorgaan met zoeken." Meneer Clifton glimlachte verheugd, 'toen hij dun brief las. Te gelijk met het antwoord kreeg Florrie een postwissel van zijn vader. .Jk' vermoed," schreef hij, „dat je iels ge- vónden hebt, dat nog veel beter is dan blauw zeegras. Een lief vriendinnetje is veel meer waard dan alle schatten van het strand. Daarom zend ik je t'och een postwissel van tien gulden. Je mag er voor koopen, wat jullie hét liefst hebt." „Ja ga nog maar 'door met zooken. En als ik bij je kom, zullen wij er samen, op uit trekken. Elsje was in do wolken, locn zij van 'den postwissel b'oorde en hét mooi© gouden tientje zag. waarvoor Juf hem had ingewisseld. Den volgenden dag zouden zij samen naar de stad gaan om er wat voor te koopen. „Wat aardig* van jo vader!" riep Elsje uit. „Hen je niet vreesell/fc veel Van hem?" „Ja natuurlijk", antwoordde de jongen. „Maar alleen," ging hij voort, terwijl rijn ge zicht betrok, „lacht hij 'mij uit, als ik op den dtv£Éh ga liggen, omdat ik moe ben en zegt dan: „jongens moeten hard loopen en niet moe zijn!" Alsof ik gezond en sterk was!" Den volgenden morgen tramden de beide kin deren met Jaf naar de stad. Zij liepen hand aan hand door de drukke straten. „Wat is cte mooiste speelgoedwinkel?" vroeg Florrie. „Dia yan Jpa-06 ïq .de Hoogstraat," ante woordde Efejo. „Maar zullen wij eerst eana rondloopen en Jones voor het laatst bewaren?". „Best." Elsje gaf nu den weg aan en Fterrde en zij bleven tot wanhoop van Juf voor bijna eiken winkel 6taan kijken. „Werkelijk, Elsje, hier is niets voor jullie!" zei Juf eindelijk, toen de kinderen zelfs voor een visahwinkel bloven stilstaan. „O Juf!" riep Efeje uit, haar gezichtje op heffend, „ziet u die snoezige goudvischjes niet? Zou dat niet iets zijn?" „Ik geloof het niet," zei Juf min of meer kortaf. „Be zou Uever niet willen, dat Bert met water knoeide in zijn kamer." Elsje zuchtte. Het was ook zoo heel moeilijk om iets geschikte te vinden. Even later stonden de kinderen voor een banketbakkerswinkel stil' en wilde Florrie iets koopen. Elsje voelde et eveneens veel voor, maar do gedachte aan het" geen er bij Jones zou kunnen zijn, Meld haai erven teriïg. „'Als er iets is, !dat je heel, heel graag wdü hebben en het kost precies tien gulden, zq-u je spijt hebben, 'dat je hier iets hadt gekocht." zei zij. „Eleje heeft gelijk?' zei 'Juf nu. „Koop liever 5ets, waar je werkelijk wat aan hebt." - De volgende winkel was een 6 oeolgoedwinkel waarvan Elsje zei, dat hét na die van Jones de mooiste was. „Is dat geen snoezige pop?.- vroeg Elsje een héèTlief popje aanwijzend. Florrie stond al vóór de deur. „Wat ga je doen?" vroeg Eleje. „De pop koopen natuurlijk." „Nee Florrie, wacht eren! Die moet je met koopeo. Zij kost misschien wed tien grilden en is niets voor jou. Jij kunt tooh' niet met .een pop speten'" „Dan kijk ik' naar jou.*1 „Nee, dat ie veel te saai voor Je. Het zou, j« boel gauw gaan vervelen," „Ik geloof het niet," Held Florrie vol: „en ik zou de dc&ter Kunnen zijn, als de pop ziek werd." Elsje wSJde er echter aiete van hboren en wendde vergeefsche pogingen aan om zijn aan dacht te vestigen op een doos soldaten en een fïmmerdoos. Als hij de pop dan niet kon koo pen, moest het een poppenhuis of een aardig theeservies-je met rose bloemetjes zijn. Zij ton den het er maar niet over eens worden, op welke wijze zij het geld besteden zouden, totdat Elsje eindelijk zei: „Laten we hu maar dadelijk naar 'Jones gaan. Daar zijn allerlei leuke jongenédingon en zullen wij best wat kunnen vinden." i Maar teren zij door den grooten winkel van .Jones liepen en Juf op een stoel bij den in gang bleef wachten, vond Elsje bet toch nog heel moeilijk iets te vinden, waarmee ook Florrie graag zou willen spelen. Eindelijk viel haar keuze op een heel mooi jacht. De masten en zeilen waren wit en het dek uitstekend nagebootst. Elsje meende, dat dit het moest zijn. Zij en Florrie hielden beiden veel van de zee en Jaf zag graag, dat zij sa men speelden. Wat zou het leuk zijn, om beur ten het jacht te laten zeflen. Florrie was bijna even opgetogen over de mooie boot als rij, maar toch niet heelemaal, want hij zou het liefst gezien hébben, dat El&je het theeserviesje uitgekozen had. Juf was het echter mot Elsje eens en nadat bot jacht betaald was het kostte precies ties* goïdon keerden rij er trotech mee naar hu», h*m piewwe bfaiMktg wn beurten dragend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 11