Van den voet der Pyreneeën.
INDISCHE BRIEVEN.
INDEZONDEN
rinrnraKi'.v iwai-mtf. -■«■'■i ^rsynr^imvHr,* arn»-****-.
E3
Blijk ene con verzuchting, onlangs ge
blaakt in een onzer dagbladen, behoort tot
<lo talrijke streken van Frankrijk, di-e in
ons land weinig bekend zijn, ook het ge
bied, waarin ik mij sedert e enig an tijd
ophoud, n.l de Zuid-westelijko uithoek,
bespoeld door de Golf van Biscaye en zich
uitstrekkende langs en in do Westelijke
Pyreneeën.
Toevallig had ik juist aangeboden, mijn
indrukken in de pers te doen verschijnen,
ïk zal dit met de<s te meer genoegen doen,
nu ik daardoor iets schijn te kunnen bij
dragen in het. voorden Ln een lang ge
voelde behoefte, zooais de geijkte term
Juidt.
Wanneer ik vooraf waarschuw, dat mijn
gesohrijf zal zijnoppervlakkig, dan
vensch ik daarbij voor dien vergruisden
term een lans te breken. Levende aan het
oppervlak onzer aarde, bob ik mij altijd
©enigszins aangetrokken gevoeld tot wat,
meestal met voorname minachting, opper
vlakkigheid wordt genoemd. Sinds den
grooten oorlog schroom ik niet langer, dezo
neiging te erkennen en openlijk eerherstel
to vragen voo^ het woord, dat door den
drang van buitensporige degelijkheid, in
oen smadblijkeii hock is geraakt. Immers
het bedirijf van vliegers boven de
aarde en van duikbooter» onder
water, heeft zulk een afgrijzen gewekt,
dat daardooi de ouderwetsche oorlog, zoo
cis hij. eerst met pijl en boog, knods en
lans. later met geweer en kanon a e. n
het oppervlak van land en zee
Word gevoerd un een gunstiger licht is
getreden Hoo slecht en wreed de oorlog
ook zij zoolang hij op het land en op de
«cc blijft, steekt hij nog gunstig af bij het
geen. hij in hoogero of diepere sferen be-
ieékent.
Ook mijn opmerkingen zullen noch te
diep. noch te boog gaan. Wat het oog heeft
waargenomen wat in den omgang met
mcnschen van allerlei slag aan den dag
kwam, wat dooT vragen en lezen werd ver
kregen, ziedaar het materiaal waaruit ik
grepen zal doem.
Reizigers van Nederland naar het Zuid-
Westen van Frankrijk kunnen gebruik
maken van de verbindingen over zeo tus-
schen Amsterdam, Rotterdam en Bordeaux.
Zij veamijdeu. dan de lange reis per spoor,
die in den zomer, als .de treinen meestal
overvol zijn, benauwend warm kan zijn. Tot
voor korten tijd werden echter voor deze
korte zeerei» zulke prijzen gevraagd, dat
do reis over land aanzienlijk goedkoopor
was. Het is mij onbekend of de daling van
scheepsvrachten die sedert is ingetreden,
hierin verandering heeft gebracht.
Reist men pei spoor, dan vertrekt met
uit Parijs van de Gare d'Orsay met den
Orleans-spoorweg De weg leidt door do
vruchtbare, zacht golvende vlakte van
Beauoe naar de Loire, bereikt deze rivier
tegenover Orleans en volgt, den rechter
oever tot Tours Tusschen deze steden be
speurt men aan de overzijde Blois met het
vermaarde kasteel, waarin Henri de Guise
werd vermoord, en dat eenigen tijd Catha-
rina de Medicis als gevangene binnen zijn
muren bad
Bij Toavrs wordt de rivier overschreden
de weg herneemt do zuidelijke richting en
leidft over Poitiers eaa Angoulême naar Bor-
i deaux Onderweg ziet men aan de rechter
hand do uitgestrekte kampen en opslag
plaatsen die herinneren aan het verblijf der
Amerikaansche troepen in deze streek eer
zij in 1918 naar het front gingen.
Het kan een toeval zijn, maar de beide
keeren dat ik deze reis maakte, vertrok ik
in een gezel schap, dat zich aanvankelijk in
niets soheen te onderscheiden van het ge
middelde vaD don gesloten en geresorveor-
den Franschman die zich in een onbekende
omgeving liefst afzijdig houdt. Gaandeweg
ontpopten mijn medereizigers zich echter in
spraakzame on levendige Bordeleezeai en
Gascogners. die bij hot toenemen van
warmte ei; zonneschijn, naar mate wij zui
delijker kwamen, meer en meer ontdooiden.
Een inwon-©*- van Bordeaux, vernemende,
dat ik Marseille kende en dus ,,lo Midi" mij
niet geheel onbekend achtte, wilde mij met
allo geweld overtuigen, dat ik zoo goed als
niets van de „Midi" bad gezien, zoolang ik
Bordeaux niot had betreden. „Wij over
treffen de Marseillanen bijna in ieder op
zicht", zoo leerde hij mij, „zelfs in verbeel
dingskracht' Als voorbeeld van dit laatste
volgde toen do anecrote Van den wedstrijd
tusschen beide steden in ongeloofelijke ver
halen. Een Marseülaan ha-cï daarin beweerd
zulk een onfeilbare brandkast te hebbin,
dat deze na een buitengewoon sterke ver
hitting bij opening nog de levende kippen
bevatte, die er bijwijze van proef-konijnen
geslagen hond weer op mijn stroozak.
kroop, trachtend troost te zoeken bij Mo;-
pheus fDeze wes echter niet genaxug
gestemd, ik was wakker en bleef wakker.
^en volgenden morgen, al vroeg, wor
den we docr onzen ge-uniformden hotelier
uit onze apar tem enten gehaald.
Het dronken sujet was eindelijk in slaap
gevallen
M'n bovenkleeren waren Goddank rein
gebleven
De agent lachte een beetje zuur, toen ik
hem m'n wedervaren vertelde.
Von Fehrenbach kwam opgewekt naar
me toe en vertelde mij in vertrouwen, dat
hij heel lekker geslapen had 1 Alleen
rammelde hij van den honger, een kwaal,
waaraan hij, zooals later bleek, chronisch
lijdende was.
De waschgêi egenJiöid was keurig in
orde, we konden ons heerlijk verfrisschen
Onze brave agent, dat mocht, ik nu
toch wel zeggen, had ea* geen bezwa-ar te
gen, dat we ons in de wacht bij de kachel
.warmden
Een eigenaardig gevoel van stramheid
voelde ik dbor al mijn leden en tot mijn
grooten schrik, bemerkte ik, dat m'n pol
sen en vingers, door alle nattigheid en
kou van den vorigen dag, stijf waren ge
worden.
.We kregen een paar «meden brood en
in waren opgesloten. Zijn tegenpartij was
door dit sterke verhaal geenszins uit het
veld geslagen Ook hij had eens een brand
kast aan de sterkst mogelijke vuurproef
blootgesteld na er eveneens vogels, dit
maal duiven, in to hebben opgeborgen. Bij
afloop bleek wel is waar dat de duiven
doocï waren maar toen do Marseillaan
daaruit meende to mogen besluiten ebt hij
het pleit had gewonnen, werd hem die
illusie benomen door öc verbluffende mede-
deeling, dat zij in bevroren toestand waren
aangetroffen, „morts de froid, Monsieur 1"
Maar ook aan practische wenkeu mot be
trekking tot mijn verblijf te Bordea-ux ont
brak het niet Do beschrijving van deze
stad ligt buiten mijn bestek; genoeg dat zij
een bezoek ten volle waard is. Men ver-
zuime niet vooraf kamers te bestellen. Dit
moet trouwens in Frankrijk thans als alge
meen o regei gelden.
Ten Z van Bordeaux begin t een ander
spoorwegnet dat van do Compagnie du
Midi, zeke>r niet het beste van de sectoren,
waarin Frankrijk door de groote verkeers
maatschap pijen is verdeeld.
De weg naar do Spaansche grens ligt
eerst door «-ie zandige streek der L-andes
een groot dee' door eentonige donnenbos-
schen Daar zelfs na zware regens de dorre
grond door enkele uren zonneschijn weer
droog is rijdt men hier gewoonlijk in dikke
stofwolken
Behalve door clo groote sneltreinen Pa
rijsMadrid wordt ajin tallooze stations
stilgehouden een der voornaamste is de
badplaats Dax van waar de zijlijn naar
Pau en Lourdes uitgaat. Daarna voert de
trein naar Bayonne, en is men aangeland
in het Departement des Basses Pyrénées.
Vlak bij Bayonne ligt de bekende zee-bad
plaats Biarritz en van daar de kust in
Z. W. richt'ne volgende, vindt men Bidart,
Guóthary St Joan de Luz en Hendaye,
welke laatste plaats tegen do grens aan
ligt, slechts door den mond van het riviertje
clo Bidassoa van Spanje gescheiden. Hen
daye ligt vrij wel in den hoek van don
Gdlf van Biscaye. De zee bespoelt bier hot
Baskische land dat zich een eind binnen
waarts en ook ver over de Spaanscbe grens
uitstrekt Het is over deze streek dat de
volgende brieven zullen handelen, en wel
iets minder vluchtig dan ik u de 821 kite-
moter van Parijs tot Hendaye beb doem
afleggen
H. v. P.
Guéthary 16 April 1921.
XXI.
Builenpest on longenpest!
Uit de namen blijkt al dat er verschil ia
Welk verschil? Dat is mij onbekend.
Dat weten de geneesheeren wel. Maar wel
is my bekend dat deze beide ziekten een
groot verschil toonen in besmettingsgevaar.
Wanneer men te maken beeft met een lei
der aan builenpest behoeft men niet zoozeer
te vrcezen om in zijn nabijheid te komen- Wel
moet men hem niet onnoodig aanraken, of
zijn kleeren in handen nemen. Moet men
hom verzorgcD men doe het zonder vrees,
mits men maar duchtig gebruik maakt van
carbol, lysol, of oenig ander krachtig ont
smettingsmiddel. Ook zou ik iemand, die b.v.
eon wondje aan zijn hand heeft, niot aan
raden den patiënt aan te raken. Dat men
van kleeren te verwisselen heeft, zich moet
baden en afwassohen mei een zeer verdunde
oplossriiig- van carbol, vóór men met anderen
in aanra' in^ komt, spreekt van zelf.
Wie deze voorzorgsmaatregelen neeravt kan
vrij gerust wezen.
Wat anders is het bij longenpest. De adem
dézer zieken is zwaar besmet en het is ge
vaarlijk. om in dezelfde ruimte te verkeeren i
als zij- Wie dus niet hoog noodig in de nabij
heid van zulk een patiënt moet zijn bljjve He
vei weg-
Hieruit zal ieder wel begrijpen, hoeveel ge
vaarlijker dé longenpest is dan de builenpest.
Het is in Mandschoerije dat zoo ontzettend
geleden heeft, dan ook de longenpest ge
weest. Op Java heeft zich nog maar een on
kel geval van longenpest voorgedaan. Het
mocht onzen kranigen geneeeheeren tot nog
toe gelukken deze ziekte te bestrijden.
Het is hier wel de plaats er nog eens -op
te wijzen, hoe wij, Nederlanders, het groote
voorrecht hebben een corps artsen te bezit
ten, zooals misschien iD geen land ter we
reld gevonden wordt. Hulde mag men bren
gen aan de geneesheeran in Indië die met
zoo groote toewijding, naast uitgebreide ken
nis hun vaak zoo moeilijke en ondankbare
taak verrichten. Om te weten wat dit zeggen
wil, moet men maar eens hooren, wat men
vermeldt van de geneeskundigen te Singapo
re, Hongkong, Shanghai, enz. Men voelt dan,
hoeveel beter de toestand is te Batavia, en
een kop gloeiende koffie en vroegen ter
loops aan den agent, of er ook mogelijk
heid bestond op Zondag permissie te krij
gen om te spelen.
Hij achite dit totaal uitgesloten en raad-
do ons aan naar Voorburg te gaan. Daar
zouden we ten minste kans hebben. Maan
dag konden we in Delft terugkomen.
AUons dan maar Met de tram naar
Voorburg. In de derde klasse zalen do
menschen op elkaar gepakt, als de bekende
haringen in de ton.
Ik trachtte „Aan het lusje van lijn 2"
van Cringe Doorenbos te vertolken, maar
ik voelde mij in deze hobbe'ende en
schommelende tram als op de baren van
de zee. Ik werd er half zeeziek van en
jtas+ wilde ik eindigen, toen de tram met
een vaartje een bocht nam, en ik van de
been raakte, terecht komend op den schoot
van een manhaftig vrouwspersoon, tusschen
ae 40 en 50 jaar.
„Vieze, vuile vent, dat hè je expres
gedaan! Blèf van me lèf: Maak dat je
weg komt!"
Ik probeerde het wel, maar met een
tweeden draai van het trammetje viel ik,
te midden van mijn jjdel pogen, in mtjn
volle lengte tegen haar aan!
Alle passagiers brulden van het lachen!
Fehrenbach, die jaren op zee gezwalkt
heeft en daardoor meer zee- en tramvast
in do overige steden van Nederl&ndséh-Indaë*
Helaas, ja, et is een helaas!
Er zijn te weinig geneesheeren-
Men vult dit nu wel aan met inlandsche
artsen; maar ook dat is niet voldoende. De
irlandsehe1" artsen worden opgeleid aan de
zoogenaamde dokter-djawasohool te Weltevre
den. Thans is er zoo'n inrichting te Soera-
bnia. Hier kunnen ook Europeesche jongelin
gen worden opgeleid. De opleiding duurt -on
geveer negen jaar. De bévoogdheid, welke
het diploma geeft, zou men kunnen vergelij
ken met onze vroegere plqttelandsgenceshee-
ren. Nn meene men niet, dat men recht heeft
neer te zien op de bekwaamheid dier dokter-
djawa's. Integendeel men heeft alle reden
dio heeren te prijzen-
Er zijn uitstekende artsen onder-
Zeer bekend was in mjjn tijd bijv. dokter
Salian te Bandoeng terwijl ook Tjiplo Mang-
koekoesoemo, de revolutionair, als arts geen
slechten naam heeft.
H-oe ver de schoot te Weltevreden haar
pupillen brengen kan, blijkt uit het feit, dat
velen hunner naar Neder'and kamon, om
aan een onzer hoogesoholen hun studies voort
te zetten. Een paar, bijv. dr- Radjimon, en
eenige officieren van gezondheid, wisten dat
binnen de twee jaar klaar te spelen.
Nu ik toch over deze dokter-dwaja spreek
kan ik niet nalaten een geval te vertellen,
dat ik eenmaal bijwoonde.
Men moet dan weten, dat op de school te
Weltevreden de Nederlandsclie taal de taal is
waarin onderwijs wordt gegeven- Ook wordt
er Duitseh onderwezen, om hen in staat te
stellen Duitsche studiewerken te raadplegen
Wunneer nu zoo'n dokter-dwaja eenige jaren
in de praktijk is en het lotj hem gevoerd heeft
naar oen plaats, waar hij weinig omgang
met Europeanen lieeft. ziet het er met zijn
Hollan-dsoh al heel gauw ^treurig uit.
Hjj verstaat het heel goed, begrijpt, wat
bij leest, en aLs hij een HoHandschen brief
moet schrijven gaat dat -ook wel. Maar o wee
dat spreken.
Het gaat hom natuurlijk precies als dc
moesten onzer die wel ijverig Fransche ro
mans lezen maar die te Parijs met den
mond vol tanden staan. Spreken we dan
Fransch dan gebruiken we natuurlijk veel
stadhuiswoorden, we zijn te deftig, en.... ja3
we gebruiken Fransche woorden, maar dik
wijls juist de verkeerde.
Dm nu tot het geval te komen:
Op een bezoek aan een eiland in de Mol uk
ken, waar beha-lve een controleur, een toko
houder en in het binnenland ee planter met
een paar employe's, geen Europeanen gevon
den werden, maakten we ook kennis met
den dokter-dwaja, oen man, die daar al jaren
met succes werkzaam was en ook het vertrou
wen der Europeanen bezat- Het gesprek
kwajn op enkele ziektegevallen en nu was
het eigenaardig dien dokter telkens te hoo
ren zéggen:
„Wij, geleerden noemen het zool"
„Volgons ons, gelecrdcD, staat het
er zus en zoo mee".
,.Het is wel te begrijpen, dat u het niet
weet. U is ook geen geleerde zooals ik."
De man bedoelde natuurlijk deskun
dige of zoo iets rnèar in zijn dictionaire
had hij het woord geleerde gevonden en dat
leek hem nog al mooi.*
Niemand lachte om den braven en verdien
at-elijken man; maar het maakte wel een ko
misch effect.
Om nu op do hoofdzaak terug te komen
wil ik nogmaals herhalen:
Het is een hoofdvereischte voor Indië dat
het aantal geneesheeren, zoowel Europeesohe
aio Inlandsche, snel toeneemt- Dit gezegd©
kan nog worden herhaald, wanneer het aan
tal tienmaal zoo groot is geworden als nu rt
geval is. Hieruit moge blijken, hoe ernstig
de achterstand is.
Arnhem. A. v- W.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Copy van al of niel geplaatste 9tukien
wordt niet teruggegeven.
Premievrij Pensioen.
Mijnheer de Redacteur!
Verzoeke beleefd, naar aanleiding v-an het
afwijzend praeadvies van B. en W. inzake
het premievrij pensioep voor het gemeente-
personeel eenige plaatsrui-mte-
Wat is pensioen? Vroeger werd pensioen
beschouwd als een gift die gegeven word,
wanneer men niet. moer kon werken. Zoo is
ook thans nog deze opvatting in sommige
kringen waar te nemén, al hoewel zij volko
men in strijd is met de werkelijkheid. Over
wegend is tien tot dc overtuiging gekomen,
dat pensioen is uitgesteld loon.
De ambtenaar, en werkman, in dienst dar
gemeente, heeft aan zijn taak zijn volle a-r-
in zgn schoenen staat, lieesch me uit urn
nelerige positie* op.
In Voorburg kwamen wjj aan bjj een
café tégenover het station.
„Iia", zegt Fehrenbach, „hier is wat te
verdienen! Er zitten wel twintig menschen
binDen.'
Vol moed openden we de deur, waar de
wasrd ons zeer sympathiek begroette met:
„Er uit".
Ik begon weer met het oude liedje
„Och meneer, mogen we niet een stukje
spelen, de gasten zulle het toch wel pret
tig vinde, en we moake heel mooie me-
siek".
ELacie, de gasten bewaarden een somber
stilzwijgen en weer klonk het lakoniek
„Dr uit".
Een schuchter jongmensch had den
treur'gen moed omt met een piepstemmetje
te zeggen: „Laet ze voor de dear dan een
stukje spelen, dan hooren we het niet zoo!"
Waarop ik hem tpevoegde: „Zeg, we bin-
ne geen fanfarekorps".
Nu had ik het heelemaal verbruid en de
pootige eigenaar van deze fraaie gelegen
heid, maakte aanstalten om handtastelijk te
worden. Fehrenbach's gezicht verwrong zich
ook in strijdlustige trekken!
Z'n oogen begonnen vervaarlijk te rollen,
en daar ik niet veel zin had, om na een
mogelijke vechtpartij, weer in de bajes
beicbkracht to geven- Dit wordt, dan ook uit
drukkelijk verklaard in het Rechtspositiere
glement. Daar Is niets op tegen, maar hier
uit volgt dan ook, dat de gemeente volkomen
heeft te voorzien in alle levensbehoeften van
haar dienaren. Dit moet zich niot dus alleen
bepalen tot de middelen van bestaan, gedu
rende den tijd, dat men tot arbeid geschikt
is; doch ook totdat de tijd komt-, dat men zijn
taak tegenover .de' maatschappij heeft ver
vuld.
De zorg van de Overheid, voor de volkomen
bevrediging van de levensbehoeften z^ner
dienaren, behoort ook te blijven bestaan, na
den tijd, welke bij c.en Pensioenraad is be
paald, d. -i den 65-jarigen leeftijd. Door het
storten van een deel van het loon, voor het
verkrijgen van een pensioen, wat overigens
betoekent inkomstenvermindering, dus geen
on bezorgden ouden dag, wordt dus oie moroe
1c zorg der Overheid door haar niet nage
komen, doch overgelaten aan den daarvoor
betalen den ambtenaar en werkman.
Dit is niet recht- Recht is, dat, als men zijn
gehe-elc leven in dienst der Overheid heeft
gesloten, mon ook volkomen moet kunnen be
staan, wanneer de jaren van oudordoméewak
te, of de jaren, daarvoo. bij dc Pensioenwet
gesteld, bereikt zijn Dit- is een dem-crratisehc
opvatting, doch niet nieuw. Niemand minder
dan Koning Willem I heeft in tl« pensioen
wetten van 1814 het promievr\j pensioen vaox
geschreven. Van 1814 tot 183G is het premie-
vrij pensioen in ons land ccd feit geweest.
Toen is men al begonnen hieraan te tornen
en in 1846 is de nieuwe wet gekomen voor
de burgerlijke ambtenaren, waarin het stel
sel van premiebetaling werd cpgenomen.
In 1913 waren er 79 gemeenten welke een
eigen pensioen regeling hadden, waaronder
29, welke geen eigen pensioenpremie van het
ealftris of loon inhielden. Onder de eerstge
noemde gemeenten waren: Den Haag. Breda,
Delft, Deventer, Den Bosch. Kampen. Rot
terdam, Utrecht, Zaandam, ZntplienZwolle
Hilversum en kleinere gemeenten. Van die
gemeenten vroegen geen premie voor eigen
en weduwen, en weezen-pensioenDe ven-ter,
Gorkum, Den Bosch, Hilversum, Sijbecarspel
Zqeterwonde en Zutphen. Dit was in 1913-
Na dien tijd zijn nog vele gemeenten daar
toe overgegaan. Op het oogenblik hebben T
Rijk, bijna alle Provinciale bestuiten, en ruim
236 gemeente-besturen het premievrij pen
sioen voor haar ambtenaren cn werklied-en
ingevoerd. Het is daarom dan ook te betreu
ren. dat B. en W- van Leiden deze demeera-
tiscbe opvatting van Overheidszorg in hun
praeadvies niet hebben gehuldigd, waardoor
de goede geeet onder het gemeentepersoaeel
zeker niet zai worden bevorderd.
Het »ou een daad van wijs gemeentebeleid
zijn wanneer de Raad alsnog zou besluiten,
geen uitstel, -doch dadelijke invoering voor
aïle gemeente-ambtenaren en werklieden,
van bet toch al reeds lang verwachte pre
mievrij pensioen voor hun weduwen en
weezon, J- W. VAN HEES,
Voorzitter Groep Gem.-Perscsrreei
Centr. Ned. Arubb-Bond.
Lepden^ 21 April 1921.
De militaire pensioenen.
Mijnheer de Readclaur.
Bij de vele zaken, welke, voor het Logespcr-
soneel. eindelijk eens lot oplossing dienen to
worden gebracht, neemt de pensioenwet onge
twijfeld de eerste plaats in.
Ten eerste, omdat een goed geregelde pen
sioenwet een uiterst urgente zaak is, on ten
tweode. omdat door de onmogelijk lange voor
bereiding de spanning tot het uiterste is op
gevoerd.
De stand pensioenen bedroegen een 34-Sal ja
ren lang niet meer dan 'f 360 per jaar. Hoewel
voor de onderofficieren verbetering dringende
eisch was. vond Minister Colijn in 1911 *Hee&
voor de officieren eert wijziging noodig. Be on
derofficieren konden nog wel wal wachten.
Minister Bosboom vond bij zijn optredon tn
1913 de wijzigingen op de pensioen wei gereed
liggen, doch eerst in 1915 kwamen deze in be
handeling.
De verhooging was een geweldige teleurstel
ling; zij bedroeg voor sergeant f 40, voor seigt.-
majaar f 100 en voor adj -onderofficier f 160
per jaar.
Dat de wijziging onvoldoende werd gcaeh£,
moge blijken uit het feit, dat eenige Kamer le
den verklaarden hun stem te zuilen geven aan
het ontwerp, op voorwaarde, dat de Minister in
1917 met een geheel nieuw ontwerp zou komen.
Doch in 1917 kwameen Staatscommissie
en eerst in 1919 kwam hot ontwerp goreod. Dit
word kort daarop ingediend bij de Tweede Ka
mer. Op 11 November moest het voorloopig ver
slag verschijnen, maar het werd eerst 15 Fe
bruari 1921. Men ziet, een lange lijdohsgescMe-
denis.
Inmiddels werden véle oudjes, die hun koste
krachten aan het Leger baddert gegeven, met
een hongor-pensioentje op straa4. gezet.
terecht te komen, pakte ik in'n makker in
den str^d, onder den arm en loodste hem
waar buiten. We werden door 20 grinni
kende tronies nagekeken. Hat was. voor
hem een heel gewichtig gebeuren op den
vioegen Zondagmorgen.
Wat hoorden we daar? Als het geen
#wir.ter was geweest, zouden we gedacht
hel ben, dat er onweer in aantocht was.
Het rommelend geluid, bleek afkomstig uit
een lang gebouw, waar .met sier ijée letters
„Voorburgsche Kegelclub'' op prijkte.
We gingen binnen! De kege aarszagèn
ons ontzet aan.
Achter een tafeltje zat één van hen. Om
zijn dikken bierbuik hing een los vest en
in zijn hemdsmouwen genoot hq van het
heerlijke gerstenat. Hij snauwde ons toe
„,Wat motte jullie?"
„Zouden we de heeren met een stukje
muziek mogen opvrooljjken? We hebben
nog niets verdiend en
„As je niet duivelsch gauw maakt, dat
je wegkomt, kon je nog wel eens een bal
naar je pooten krijgen!"
Hé dacht ik, waar heb ik dien vriende
lijken meneer meer gezien, en een ueelé
rg 0 W.-types ging mgn geestesoog vocr-
bg. Ja, ik was erf Een$ had ik naast nem
gezeten in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen, waar hij bij een mooi con
cert ale een es had ziften slapen!
Eerst in den laalslen tijd kregen zij 40 pQ
vcrlioogiug. Doch het armoedig bestaan
daardoor met opgeheven. Een pensioen vau
middeld f 600 was ins de raobilisatiejaren 05.
voldoende cn is dit nog. Hét staat in geen redo,
lyke verhouding tot het laatst gonoteu salaris
vooral, waar dit in de laatslo jaren is gesiegtn
Het bedrag is nog geen 1/4 en met de 40 pC|
nog geen 1/3 van hot inkomen. Het stoL??]
„stand pensioenen" bracht cn breDgt nog
menschen tot schromelijke ellende.
De memorie van antwoord is nu verschellen
het woord is dus aan do Volksvertegenwoor
diging. Hopen wij, dat deze zal aandringen oj.
een spoedige behandeling en dat nu cindei#}
de belangen van het personeel naar recht cii
billijkheid wordon behandeld.
IntusscheD moge het bovenstaande bewijzen
dat, door den tragen gang van zaken, eer be
langrijk deol van het personeel werd gedupeerd
M R.
Valkenburg.
(Een annexatie pro test.)
Maagd Neêrfandia sjreekV;
Wat staart g^> edel valKenoog.-
Zoo naar de wgk der CaUen?
Stijg 1 tiaar een reiger soms omaoog,
En tracht ge, bolton jachtaeer's boog,
Hem met uw klauw te vatten?
Neen, val&enpaar, der Gatten blik
ls op uw burg geslagen.
Uw tgd van jaeut en ridderschrifc,
Uw rijk van wild en vogelsirlt-
Zmkt weg naar O ims dagen!
Neen lot uw paard- en nurAgedrcp-toL
Ziet men de Gat zich haakten,
lig zoekt uw steun voor t .egerhurè,
En tracht u onder 't blauwe kiUis
Ais „paardenburg" te naasten!
De heer van ürsmaal en Valkan-,
burg spreekt:
Gij, rgksmaagd, zoo diep van
historie bewust;
Wat schrikbare stemme
vers.oon bier mg*1 r*Htl
iHeb ik voor den fa_rg niet
ae vrijheid gezocht*
Van vrouwe de Lrgae
liet dorpsrecht gekoebtt
Heb ik niet langs kleinen
en grooteren vriet
De limiet doen scheiden
van "t Ca tien-gebied?
De'vrjjheid des b'irgs, met
zijQ valken be.ast,.
Staat „Ueeuwïgen dage
onwrikbaar en vast"
Dc grens van den burg werd
de grens der gemeenlf;
Os waakt; dan, mijn bmg.rs,
en houdt u vereend'
SJaafe lustig in naam van
de vrijheid mijnt trom,
Zet Valkenburg nimmer
in Gat ken burg ons4;
In Juii IGi5 KüCiit jongheer Jonn de
{Eertuge, heere van Orsmaal, van prinsei
de Ligne. vrouwe van Was~enaei\ e.c, dt
hooge, middelbare en lage j-risdferie 'vai
ds heerlijkheid en het dorp Valkenboxg, welk
hooge rechtsgebied destijds arrnev wa? met
de. heerlijkheid Katwi'k.
Bg acte van 22 Dec. d.a.v. we.d aoor
de Staten van. Hol.and en WeAfrie f nd de
Bplitsing geoctrooieerd van de Iisoge heer
lijkheid KatwijkValkenburg en derhalve
de keer.gkheid en het dorp Valkenburg fcot
een „cnversterHijk erf een" toegekend aan
den. heer vajn Qrsrnaal. voor welkö omzet
ting deze heer moest betalen 15 DO pondee
van 40 grooten Vlaamsch,. terwgl deze. „se
paratie ende annexatie tot allen tijde vast
ende onverbreke'gk gek o-den rnd° achter
volgt zoude worden
Z Nov. 1617 is door nu*. Reynier van
Per3gn, namens Lamorael prins van Ligne
en des H. Rycks, met burgemees tec ez
ambacht?bewaarders van Katwijk, alsmede
door jhr Joan de Hertoge, heer van Ors-
inaaL en Valkenburg met burge
meesters en amhachfebewaarders van
Valkenburg officieel de sc'eïding
tusschen Katwijk en Valkenberg vastge t°b£
als loop en de langs de kleine en groote'
Watering tot aan de Ruïgehau onder W^-
eenaar f Zuid wijk).
Bij de reorganisatie onzes land- ;n
meeuwen, tijdens de regc r'ng van N°pofeon,
zijn ue grenzen der beer'^kheül ViT;en-
burg tov die-der gemeente overgenomen.
Het wapen van Valkenburg ver torn'e van
ouds een burg met twee valken en het ge
meentewapen van Ka tv/ijk in zilver een
blauw St -AndriesTT'ns^
J. KLOOS-
Nooidwijk-Binnen, 21 April 1921.
Ook hier was dus alle kans verkekea.
Fehrenbach mompelde iets van „.ammoiifl-
gen, 't zijn nette loi" en liet zich «enig?'
krachttermen ontvallen, die ik bier niet
zal vereeuwigen!
Komaan, don maar op sj^t ge.pje.d.
We stellen ons op voor eeu por dek in
de Hoofdstraat, doch hoe wij oox speelden,
onze mooiste nummers ten geuoore brach
ten, niemand nam eenige notitie van oas.
Vocrburg's straatpubliek bleek van a te mu
zikaliteit ontbloot.
,»Weet je wat?" zei Fehrenbach; „ik heb
er genoeg van, laten wij voor vandaag
naar Den Haag teruggaan, en morgen op
nieuw op stap! Ik had hem wel om deD
hals kunnen vallen, want dezelfde gedachte
had ïnp al den geheelen morgen door hst
hoofd gespeeld.
Toen we vlak bij Den Haag waren, u^"
men wij een taxi, bij vooruitbetal'ng. We
bezateD ^en moed niet, om op Zondagmor
gen Lu tompen gehuld, een wandeling door
de residentie te maken.
Wat was ik dol blij, toen ik in tn'jn
haaglijk huisje op mijn divan la°\ ontdaaü
van mijn natte plunje, en rustig de gewaar*
wordingen van den eersten dag kon ow*"
^inzen.
(Wordt vnortgezetJ j