No. 18731,
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 29 MaaH.
Tweede Blad. Anno 1921.
GEMEENTEZAKEN,
Het Congres der S. D. A. P.
FEUSLLETOM-
Stoogreuief schoolgeld voor H. B.-Scholen en
hot Gymnasium.
Bij do in-working-treding der w©fc van
1 Maart 1920 tol wijziging on aanvulling van
de wet tot regeling van het M. O. is de
verplichting ingevoerd om het schoolgeld
voor de van Rijkswege gesubsidieerde ge
meentelijke Hoogere Burgerscholen te re
gelen met in-acht-neming van de draag
kracht der belanghebbenden. Ook voor do
Gymnasia zijn bij de wijziging der wet op
het H. O. overeenkomstige voorschriften
vastgesteld
In verband met oen cn ander moet de be
staande schooLgeldhoffing voor die onder
wijsinrichtingen worden herzien.
Hoewel een herziening van de op pro-
gressioven grondslag berustende school
geldregeling voor da H. B. S. voor Meisjes
niet verplicht is, aangezien voor deze
school nog geen Rijkssubsidie genoten wordt
achten B. een W. ook deze herziening ge
wen scht
Bij bovengenoemde wetswijziging werd
tevens het maximum schoolgeld van f 60 tot
f 300 'b jaars gebracht. Tot ongewijzigde
overneming zijn de gemeentebesturen ech
ter niet verplicht.
Het Rijk begint met do heffing van
schoolgeld bij een zuiver inkomen van
f 1200 B. ei W. stellen voor t© beginnen
bij f 1300
Vergelijkt men de Rijkstabol met de door
B. cn W. voo". het Gymnasium en de beide
Hoogere Burgerscholen ontworpene,dan
blijkt, dat, behalve ten opzichte van do bui-
tenleerlingeo aer H. B. S. voor Meisjes,
waarvoor oen aparte regeling is ontwor
pen, als minimum schoolgeld bij do ge
meente per leerling f S 's jaars wordt voor
gesteld, terwijl het. Rijk met f5 aanvangt.
Overigens is de Rijksregeling vrijwel ge-
voigdalleen zijn de grenzen van de inko
mens tot f 4100 's jaars iets nauwer ge
trokken.
Volgens de ontworpen tabel zal dus bij
een zuiver inkomen van minder dan f 1300
in geen geval schoolgeld verschuldigd zijn,
berwijl het. maximum schoolgeld ad f 300,
geheven wordt bij een inkomen van f 13,800
erf meer.
Qfeohoon dan de gemeentebesturen, in
dien si echte geen hooger schoolgeld gehe
ven wordt, dan de kostende prijs per leer
ling, de vrijheid gelaten wordt een hooger
schoolgeld dan het Rijk te heffen, achten
B. on W het met het oog op de belangen
van het onderwijs het niet raadzaam een
schoolgeld boven f 300 te vorderen.
Do opbrengst der nieuwe schoolgeldlief-
fing wordt voor het Gymnasium geraamd
op f 15,550 voor de H. B. S. voor Jongens
op f 19,800 cn vcor de H. B. S. voor Meisjes
op f 11,950, samen f 46,600. Voor de be
staande regeling bedroeg de opbrengst
in 1919 resp. 113,490, f 17,985 (waarin be
grepen de bijdragen der buitengemeenten
ad f2430; ©n f9072 45, samen f40,547.45.
Hieruit blijkt, dat de totale opbrengst vol
gens de nieuwe heffing iets hooger wordt
geraamd
De kosten bedroegen in 1914 ten aanzien
van do drie inrichtingen resp. plus minus
125, pl m. f 146 en pl. m. f 230 per leer
ling, terwijl zij in 1919 waren gestegen tot
resp. pl m f 282, pl. m. f 261 en pl. m.
f 360 per leerling on de zuivere kosten over
1920 bij heffing volgens de voorgestelde ta
bel zelfs resp oo pl. m. f305, pl. m. f320
•en pl mf 360 wordien geraamd in verband
mot de salarisverihooging in 1920.
Een hoogere opbrengst van schoolgeld is
'derhalve volkomen gerechtvaardigd.
Aanvankelijk bestond bij B. en W. het
voornemen voor do buitenleerlingen der
Hoogere Burgerscholen voor Jongens, even
als tot dusverre geschiedde, een hooger
schoolgeld voor to stellen. Zelfs wilden zij
dit in 't vervolg ook toegepast zien op de
buiten leerlingen van het Gymnasium, die
tot nu toe op gelijken voet behandeld zijn
als de stadsleerlingcn dier inriohting
Alvorens evenwel een voorstel in dezen
geest aanhangig te maken, besloten zij
daarover het ge /ooien in te winnen van
den Ministo? van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschap pen. Deze deelde mede, dat hij
niet alleen bezwaar had tegen een hoogere
Bchoolgeldheftfing voor de buitenleerlingen
van het Gymnasium, doch ook bedenking
had tegen ecu hoogero heffing voor de bui
tenleerlingen der Hoogere Burgerschool
voor Jongens, aangezien bij gemis aan een
Rijks Hoogere Burgerschool in de omgeving
van Leiden, de leerlingen uit die omgeving
op de Leidscke school zijn aangewezen.
Dit is de reden, waarom B. on W. slechts
kunnen voorstellen de budbenleerlingen der
Hoogere Burgerschool voor Meisjes een
hooger schoolgeld te doen betalen.
Waar volgens de bestaande verordening
ten behoeve van de buitenleerlingen der
Hoogero Burgerschool voor Meisjes geen
contract tot vermindering van schoolgeld
kon worden gesloten, me enen B. en W., dat
opneming eoner dergelijke bepaling in de
nieuwe verordening thans ook achterwege
kan blijven. Bovendien is het belang van
de gemeente in geen enkel opzicht daar
mede gemoeid-
De bepaling in de oude verordening, dat,
waarneer uit een gezin twee of meer leerlin
gen, die alle lessen volgen, een of meer in
richtingen van onderwijs in deze verorde
ning genoemd, gelijktijdig bezoeken het
schoolgeld verminderd wordt, is in de
nieuwe verordening overgenomen. De af
trek is evenwel meer in overeenstemming
gebracht met hztr thans ingevoerde stelsel
naar draagkracht.
Ook in de Rijksregeling treft men een
ongeveer gelijke aftrek aan.
Met enkele voorbedden geven B. en W.
nog toelichten, op welke wijze de bereke
ning van het verschuldigde schoolgeld zal
moeten geschieden.
lfite voorbeeld:
Iemand is aangeslagen in den hoofde-
lijkeai omslag naar een zuiver Inkomen van
f 1400. Het gezin bestaat o.m. uit 3 kinde
ren beneden 16 jaar, één er van is leerling
der Hoogere Burgerschool voor Jongens.
Het schoolgeld bedraagt nihil.
2de voorbeeld.:
De schoolgeldpliohtige is te Leiden aan
geslagen naar een zuiver inkomen van
f 9000. Het gezin bestaat o.m. uit 5 kinderen
waarvan 3 beneden 16 jaar; 2 kinder© n
gaan gelijktijdig school, een op do H. B. S.
voor - Jongens, een op do H. B. S. voor
Meisjes.
Het schoolgeld zal dan bedragen f 176.
Namelijk vooc- 1 kind f 110, voor het 2de
kind 40 pet. minder is gelijk f 66 samen
176 gulden
3de voorbeeld:
Do schoolgeldplichtige woont te Oegst-
geesfc. Zijn zuiver inkomen wordt volgens
art. 3 geschat op f 12,500. Het gezin bestaat
o.m. uit 4 kinderen beneden 16 jaar, 2 er
van gaan school, één op do H. B. S. voor
Jongens en één op de H. B. S. voor Meisjes.
Bet schoolgeld zal dan bedragen f 406.
Namelijk voor het céne kind f 180 voor
het 2de kind f 126 (aftrek 30 pet. volgens
art. 6 sub c) plus f 100 extra volgens art. 4
B. d, samea f 406.
Uit doze voorbeelden blijkt, dat, hoewel
do heffing ingewikkeld lijkt, zij toch betrek
kelijk eenvoudig is.
E
Aan den vooravond.
Aan don vooravond van hot 25ste Coai-
gres deri S. D. A. P. werd Zaterdag te
Utrecht de gebruikelijke feestvergadering1
gehouden, waarin het Kamerlid mr. G. W.
Sannes uit Rotterdam het woord voerde.
Spr. betreurde, dat er geen fiinke interna
tionale ia, waardoor wederom een opleving
in de rijen der arbeiders zou geboren wor
den. Snr. wees op het groote ledenverlies
der S. D. A. P. in het laatste jaar en deelde
mede, dat dit verlies tot staan is gekomen en
thans weer ledenaanwas merkbaar is. Spr.
waarschuwde voor het bolsjewisme, daar dit
de grootste teleurstelling aan de arbeiders
zal brengen. Ten slotte wekte spr. de ar
beiders op de organisaties zoo sterk moge
lijk te maken.
De avond werd verder gevuld door mu
ziek, zang en voordracht.
Op Zondag.
Het Congres is in de groote Tivolizaal
gehouden.
Do openingsrede werd uitgesproken door
den voorzitter van het Partijbestuur, den
heer W. H. Vliegen.
In tegenstelling met vorige congressen
zei spr. is hier niet te verwachten, dat
er strjjd zal zijn van tegenover elkaar afge
bakende stroomingen. Het is zeker, dat dit
Congres in eenheid uiteengaat. Het groote
punt in de internationale socialistische be
weging is, dat de socialistische krachten zloh
niet weten te vinden, doch in onze partij
is dit gelukkig beter. Spr. wierp daarna een
blik op de internationale verhoudingen.
Het verschijnsel, dat de regeeringen het
einde van den oorlog niet hebben weten te
vinden, bewijst, dat het militarisme misschien
wei een overwinning o£ een nederlaag kan
behalen, doch geen basis kan leggen tot
nieuwe verhoudingen en een duurzamen
va ede.
Herinnerende aan de resolutie, op het In
ternationaal Congres te Genève aangenomen
in zake de genezing van de zieke maat
schappij, wees spr. er op, dat er van mili
tairen dwang, zooals dit in den laatsten tijd
algemeen is waar te nemen, geen sprake
mag zijn.
De Volkenbond vindt hier zjjn eerste
greote taak en spr. hoopte, dat de interna
tionale conferentie der Tweede Internatio
nale, welke over eenige dagen te Amsterdam
zal w orden gehouden, van de door spr. geuite
gedachten zal uitgaan.
In dit verband verheugde het hem, dat
'Minister Van der Velde in België dezelfde
gedachte heeft uitgesproken door er met
nadruk op te wrjzen, dat door het stellen
der eischen door de Entente de reactie in
Dnitschland aan het roer komt.
Het is te wenschen, dat niet alleen de
socialisten, maar ook kapitalisti-che krach-
jen tot de oplossing der wereldvraagstuk
ken zullen medewerken. Hiervoor is noodig
de completeering van den Volkenbond.
Sprekende over het bolsjewisme, bitoogde
de heer Vliegen, dat de werking daarvan ver
woestend is geweest voor het internationale
proletariaat. Na het bekend worden van de
befaamde 21 punten heeft zich geen enkele
socialistische partij meer bij Moskou aan
gesloten en thans den wij, dat de regeering
van Lenin nu meer aanraking zoekt met den
kopitaiistischen handel van Europa cn Ame
rika dan met het internationale proletariaat.
Het blijkt nu, dat wij volkomen geljjk hebben
gehad om niet in bolsjewistische banen te
treden.
Het Europeesch socialisme staat er geluk
kig beter voor.
Wanneer wij vervolgens de opstanden op
dit oogenblik in Dnitschland zien, die na
tuurlijk weer in bloed zullen gesmoord wor
den, bejammeren wij, dat niet het geheele
Duitsche proletariaat de socialistische ba
nen heeft bewandeld. De politiek, welke van
Moskou is uitgegaan, moest noodwendig tot
dergelijke mislukkingen leiden en spr. achtte
de veronderstelling niet te gewaagd, dat de
dag niet ver meer af is, dat de sociaal-de
mocraten zich weer zullen vinden in één
internationale.
Een blik werpende op den binnenland-
schen politieken toestand, weer spr. er op,
dat do in het gedrang komende kapitalisti
sche productie de bourgeoisie meer en moer
naar den reactionairen kant opdrijft. Men
ziet de opkomende arbeidersklasse als een
hinderpaal tegen de reactie. En algemeen
is hier te lande de reactie merkbaar.
Een donderrede, zooals L'.oyd George de
vorige week heeft gehouden, zal in ons land
wel gevolgd worden door een van Treub
cf een ander.
Als één der reactionaire verschijnselen
noemde spr. de oprichting van den Vrij
heidsbond. Hieraan moet .immere niet de be-
teekenis gehecht worden van een c oneen .ra
tio doch men dient volgens spr. er
in te zien een poging van het vrij-libemlisme
om do nog min of meer vooruitstrevende
liberalen op te slokken.
In de kerkelijke partijen is de toestand
moeilijker en vooral is dit het geval bij
do Katholieke Staatspartij, waar het van
binnen rammelt.
Doch ook in de S. D. A. P. is iets niet
in orde. Groote onverschilligheid i3 zoowel
in de politieke partij als in de vakbeweging
waar te nemen. Nimmer hebben wrj zulk een
verlies gekend als in het afgeloopen jaar-
door partij en vakbeweging is geleden.
Spr. constateerde, dat er in de Partij ge
brek is aan persoonlijke toewijding.- Men
beschouwt de Partij te veel als een vereeni-
ging waarin men alleen maar betalend lid
moet zijn.
Het is te hopen, dat de arbeiders nu
geieerd hebben en in dit verband wees spr.
op de Gemeenteraadsverkiezingen, die tón-
uenkort te Amsterdam zullen worden gehou
den. De uitslag dezer verkiezingen zal een
besiissenden invloed hebben op de machts
positie van de Partij- in ons land.
Nadat spr. het gerucht, als zou liet Itut-
terdamsch dagblad Voorwaarts opgeheven
worden, als zeer overdreven geschetst had,
herdacht hij de in het afgeloopen jaar over
leden buitenlandsehe en blnnenlandsche par-
tijgenooten.
Ten slotte stond de heer Vliegen stil bij
de verhouding tusschen de Partij en de vak
beweging.
De samenwerking is in den jegel goed,
doch van tijd tot tijd komen uit de vakbe
weging rare klanken tot on3, alsof men in
deze kringen nieuwe plannen heeft.
Nu had spr. verwacht, dat de leiders
der moderne vakbeweging eerst met hun
bondgenooten zonden komen praten over de
nieuwe piannen. Dit zijn deze leiders toch
we, ais trouwe bondgenooten aan de S. D.
A. P. verplicht. (Applaus).
Met een opwekking tot krachtigen strijd
eindigde do heer Vliegen zrjn luid toege
juichte rede.
De beraadslagingen werden hierna aan
gevangen over de jaarverslagen, politieke
verantwoording van Partijbestuur, Kamer
fractie, ledactie, enz., waarover verschei
dene sprekers het woord voerden.
liierna werden de beraadslagingen voort
gezet over het jaarverslag. Medegedeeld
werd, dat het aantal afdeelingen op 51
December 1920 bedroeg 613, tegen 645 in
1919. Het ledental ging in den loop van 1920
van 47.870 tot 37.412, dus met 10.456,
achteruit; dit is met 21.8 pCt.
Mr P. J. Troelstra behandelde, eerst het
gebeurde in de Eerste Kamer in zake de
Wielingen-kwestie. Hij was van meening. dat
beide partijgenooten, zoowel Van Kcl ais
Poiak, over de schreef waren gegaan. Als
spr. evenwel moest kiezen, zou bij zich
scharen aan de zijde van Van Kol.
Het betoog van Henri Polak was n.l. to
taal gespeend van internationaal socialis
tisch inzicht. Deze partijgenoot stelde zich
op het standpunt eeuer regeering die zich
iaat leiden door een nationaal waardigheids-
gevoelen.
Doch ook togen Van Kol had spr. een
grief, omdat deze zich stelde op het Bel
gisch standpunt dat de W iëlingenkwestie
niet voor arbitrage vatbaar is. De Neder-
landsobe regeeriug heeft iminer3 op de
•meest correcte wijze de onderhandelingen
met België gevoerd.
Spr. had reeds in de Tweede Kamer het
standpunt der Partij uiteengezet, n.l. dat vjjj
het historisch recht niet zoozeer moeten
laten wegon, maar vóór alles zorgen om
tot een oplossing te komen. Overieg tusschen
de Belgische en onze Kamerfractie is zeer
wenscheirjk, ten einde tot overeenstemming
te komen in zake de Wielingen-kwestie.
In behandeling kwam dan, na eenige af-
deelingsvoorstellen, een resolutie in zake
do werkloosheid, voorgesteld door het P. B.,
waarin geconstateerd wordt, dat de bestaan
de werkloosheid, welke in alle landen voor
komt, ten: spijt van het algemeen gebrek
aan goederen, gevolg i3 van het kapitalis
tisch stelsel, en dat rechtmatig is de each
van de arbeidersklasse, dat de gevo'gen
der werkloosheid niet op haar behooren
te drukken, doch de bestaande gemeen-
schapaorganen den plicht hebben deze ge
volgen voor zoover doenlijk van haar af te
wenden.
Daarom protesteert de resolutie togen
de houding dor regecring, die de door de
sociaal-democratische Kamerfractie in de
zen gestolde eischen afwees en tegen do
burgerlijke partijen, die haar daarbij steun
den.
Verder wordt verlangd verbetering V3n
den werkloozensteun, uitvoering van werken
van allerlei aard, verplichting aan de werk
gevers tot het instellen van wachtgeldrege
lingen, krachtige maatregelen tegen de on-
dornemingen, die zonder noodzaak den ar-
beM doen ophouden en daartoe regeerings-
tcezicht op de bedrijven en verbod van stop
zetting, waar deze te voorkomen is, me#
betrekking in dit toezicht van de vakorga^
nisaties. i
Na inleiding door den heer 1. v. d. Tem
pel, werd deze resolutie met algemeens
stemmen aangenomen.
De Voorzitter vroeg on verkreeg nu
machtiging van het congres om een bijeen,
komst met het Belgisch Partijbestuur te
beieggen om óver den stand van het geschil
m zake de Wielingen tot overeenstemming
te komen.
Op Maandag.
's Morgens werd het Congres heropend.
Aan de orde was een voorstel van dep
Partijraad in zake militarisme en Iandsver.,
dediging:
„De Partijraad dor S. D. A. P.,
kennis genomen hebbende van de door bet
I', B ingediende memorie;
besluit het aanstaand Partijcongres voort
te stellen, paragraaf 6 van bet strijdproe
gram te vervangen door de volgende:
Actie voor internaiionale en nat.onalecute
wapening. Deelneming aan en bevordering
van de internationale actie der georgani
seerde arbeiders ter verhindering van dep
oorlog. Actie tot domocratiseering en ver
betering van den Volkenbond en bestrijding
van aila imperialistische stroomingen. Het
Tclkonderwijs vrij te maken van elk strevep
naar nationalisme en militarisme."
Do Partijraad had aan dit voorstel ook
nog een amendement toegevoegd, luidende:
Principieele dienstweigeraars worden zoo
mogelijk moreel en financieel gesteund.
Het onderwerp werd ingeleid door den
heer mr. G. W. Sannes.
Hei congre3 besloot de rede van mr.
Sannea in brochurevorm te doen uitgeven.
Na zeer uitvoering debat werd de reso
lutie in zake de Ziekteverzekeringswet, lui
dende:
Het Congres, herinnerende aan de reso
lutie ir. zake de sociale verzekering, aangeno
men op het congres te Utrecht in 1911,
waarbij voor de zie': te verzeker rag werd ge-
eisebt, dat één derde der premie zou worden
betaald door de werkgevers, die bovendien
de volle premie voor het bijzonder ziekte
risico van hun bedrijf zouden hebben op te
brengen, één derde door de arbeiders en
één derde door den Staat, terwijl de organi
satie hierin zou bestaan, dat de (mvalidifceits-
en^ ziekenkassen organische en .democra
tisch bestuurde lichamen zouden vormen,
met zeifoestuur der verzekerden; en consta-
teerende, dat de in 1913 aangenomen, maan
nog nimmer ingevoerde Ziektewet-Ta'ma aan
deze eischen niet voldoet en dat haar in
voering een groote versnippering van de
kassen zal medebrengen, zoodat een groot
aantal kleine kassen in het leven zal worden
geroepen, die voor het overgroote deal niet
in staat zullen zijn, naast het minimum,
dcor de wet voorgeschreven, iets te dooi
voor het bestrijden en voorkomen van
ziekten; overwegende, dat de vakbeweging;
dcor haar toenemende macht en invloed,
op de werkgevers een regeling van de ziek
teverzekering heeft kunnen bedingen, waar
bij in geval van ziekte 86 procent van het
icon gedurende 26 weken zal worden uitge
keerd, terwijl de werkgevers de gebaste
premie zullen hebben de betalen; dat de vak
centrales van arbeiders, in overleg met de
werkgeverscentralos, beoogen een Votteljjka
regeling, waarin deze voordeelen worden
bevestigd en waarbij de leiding en het be
heer zullen worden toevertrouwd aan een
bestuur, dpt voor de helft wordt gevormd
uit vertegenwoordigers der werknemers en
voor de helft uit vertegenwoord'gersder werk
gevers, naar aanleiding waarvan de ver
wachting wordt gekoesterd, dat da uitvoering
der sociale verzekering, wat administratie
betreft, op dit punt beduidend goedkoopen
zal zijn; dat sedert 1911 de vakverenigingen
dermate zijn versterkt, dat ten aanzien ran
de ziekteverzekering tegen dit stelsel, met
inachtneming van bepaalde voorwaarden,
geen overwegende bezwaren kunnen gel
den, dat do Partij derhalve niet principieel en
bij voorbaat afwijzend tegenover dit stand
punt behoeft te staan, onder voorwaarde, dat
vaststaat en deugelijk worde gewaarborgd,
dat krachtens de wet iedere arbeider, hetzij
georganiseerd of ongeorganiseerd en zoo
wel in tjjden van bloei als van depressie in
de industrie da hem toekomende uitkeerin-
Boor TTenri Ardell Naar het Fransch.
(Nadruk verboden).
Het wen donker, dus wij moesten nanr
huis. Ik had zop'n behoefte mijn smart niet
langer voor mij alleen te houden, dat ik
mijn piano ben gaan opzoeken, en ik heb
gezongen ai het treurige, dat ik in mijn
gedachte had. uitgezongen, zoo la.ng totdat
ik geen stem meer had Toen plotseling
iter wijl ik voor den haard stond, in gedach
ten verdiept, hoorde ik een vluggen voet
stap in de aangrenzende kamer den
stap van Guy.
Ik durfde niet naar hem tooloopenik
waagde het nauwelijks hem aan te zien,
want ik wat bang, dat hij streng zou kij
ken Maar wn>t een heerlijke verras
sing 1. hij glimlachte, toen hij naar mij
toe kwam, en zei
,,Eon echt Asbchepoetstertjo. Heel alleen
aar hot boekje van den haard, terwijl haar
suflttrs naar het bdl zijn! Waarom ben je
niet komen schaatsen-rijdenArlette 1"
Omdat ik bedroefd was!"
En niet in staat mijn smart langer te ver
bergen. riep ik uit:
„Och, Guy, toe, zeg, dat- je niet boos op
mij ben
„Boos, waarom?"
Omdat ik gisteren onaardig tegen je
iWas Maar ik had verdriet en
„VerdrietI Waarover verdriet, Arlette?"
Ik bleef zwijgen; wat ik kon bekennen
ichrikte mijzelf af. Hij drong aan.
Waarom geef je mij geen antwoord? Zijn
wij boos op elkaar Heb ik je ergens in
gekwetst, zonder het te willen? Zeg
het mij dan, dan kan ik je gauw vergiffenis
vragen Vergeet je, dat ik je vriend' ben
en dat men voc- ©en vriend niets moet
verbergen
Zij sprak op zulk e-en goedhartigen toon,
zijn ernstige oogen doorboorden de mijne,
ik heb dus nie* getracht hem de waarheid
te ontveinzen, en ik fluisterde:
,,Ach, Guy, het is hard om te denken,
dat ik niets anders voor je ben dan een
Bretonsch poppetje.
,,Een poppetje!"
Hij scheen verstomd te zijn. Maar zeker
herinnerde hij zich plotseling iets en toen
riep hij heftig uit
,,Wio heeft' je zulk oen leugen kunnen
vertellen
„Niemand heeft het mij verteldIk
heb zelf gehoord, dat het tegen je gezegd
word."
„Wie WioS dat dan? juffrouw d'Estève?"
Ik boog het hoofd, ik kon geen woord uit
brengen
„En je hebti~g©loofd, dat zij de waarheid
sprak? Antwoord, Arlette bid ik je!"
„Waarom zou ik dat niet geloofd hebben?
Bij haar vergeleken begrijp ik best, dat ik
maar een onbeduidend schepsel ben, goed
om je nu en dan wat te amuseerenmaa/r
meer ook nietIk begrijp, dat ik, bij
haar vergeleken, je niet meer waard ben
dan een pop dat ik in je oogen een klein
kind moet- lijken, dat dikwijls vervelend en
dom is. Voordat, ik haar over. mij hoorde
spreken, daoht ik er niet aan maar nu
maak ik mij geen illusies meer!"
Al mijn moedige besluiten waren naar de
maan, ik kon er niet toge«n op! Hoe meer
ik sprak, des te dieper werd ik doordron
gen van mijn eigen onwaardigheid en mijn
tranen kwamen voor den dag; ik voelde
mijzedfve gelijk aan oen vod, dat niet meer
waard was dan ter zijde geschoven te wor
den of naan Douarncniez terug gezonden l
Ik greep snel mijn zakdoek, om mijn oogen
te verbergenmaar hij greep mijn handen
en vatte ze in de zijne, zooals op dien dag,
toen hij op mij knorde om d<at bock. Hij
bleef een oogemblik zwijgen en keek mij aan
met een uitdrukking, doe ik altijd wel van
hom zien wou. t,n dio weldadig doordrong
tot op den bodem van mijn ziel, en tocm zed
hij heel zacht: ,,0, wat een dwaas meisje,
dat zichzelf pijrigt om nonsenspraatjes, en
dat niet bemerkt wat zij is voor ben, die
haar omringen!"
Er was iots in zijn stem, zoowel als in
zijn woorden, dat- plotstling mijn verdriet
heeft weggenomen, en ik fluisterdo harts
tochtelijk: „Guy, he.b jo niet zooveel be
wondering voor juffrouw d'EstèveI"
„Waar ha-al je dat toch vandaan, kind,
dat ik haar bewonder?"
„Dat zie ik weJ en het vorbaast mij ook
mot. Zij zoo mooiToch vindt Made
leine, dat je nog niet genoeg bewondering
voor haar hebt, want anders zou jo iets
doen, dat zij verrukkelijk zou vinden en
tante ookl"
Guy fronst» do wenkbrauwen en haalde
do schouder op zijn gelaatsuitdrukking
was veranderd.
„Welnu, ik geloof zeker, dat mijn zuste-r
en mijn nichtje- nooit verrukt zullen weactn
op die manjftr. Verbeeld je niet, op haar
voorbeeld. Arlette, dat juffrouw d'Estève
voot mij het ideaal is van een jong
meisje Je zcu je totaal vergissen."
ik heb mij juist bijtijds ingehouden, om
nieit te dansen van ploirier Met een
kWin restant! o onrust, -dat reeds op bet
punt was te vervliegen, vroeg ik
„Dus. Guy. echt de waarheid zeggen,
vindt je mij niet al te vervelend?"
„Geef ik dec indruk dat te vinden?"
„Neem maar misschien verberg je jo
opinie uit goedhartigheid."
Hij begon hartelijk te lachen, waardoor
het restje onrust in do lucht is opgegaan.
„Ik zou niet in staat zijn tot zooveel lief
derijkheid noch tot zooveel veinzerij, dat
verzeker ik ;o Do echte waarheid ia,
dat de minuten omvliegen, wanneer wij sa
men pratend
„En
„En wat?"
Ik aarzeldo een oogwenk. En toon, enfin t
Ik heb het maar gewaagd
„En je stelt meer belang in mij dan ln
Jeanno d'Estève, nietwaar, omdat ik je
nichtje ben?"
„Dat spreekt vanzeflZij is voor mij
niet meer dan een vreemde en iij bent mijn
vriemdinneitje Ben je nu gerustgesteld
en geloof je mij 1"
Of ik hem geloofde! Ik verlang nieta
liever
Vader, ik ben een beetje bang, dat ik een
heel slecht schepsel ben, een egoïst en
harteloos kind Hoe is het mogelijk, dat
ik mij, ver van u verwijderd, zoo gelukkig
voel als ik mij niet herinner ooit geweest te
zijn? Men zou zeggen dat er in mijn inwen
dig ik een groot vuur is ontvlamd. Hot
maakt mijn hart warm en bij het licht van
dat vuur ia aBea even mooi als in een
droom l
Do bladen, volgeschreven door Arlette,
eindigden na dezen kreet van jeugdige op
gewondenheid. Zij liet ze voor rich neer
vallen cn bleef peinzend riten, met do kin
in haar kleine, saamgovouwen handen, ge
heel weggevoerd door den bekoorlijken
droom, door baar jeugdig hart gedroomd.
De duisternis om haar heen nam toe. da
kamer werd slechts verlicht door het vlam
mend haard vuur. Zij lette er niet op
En zij sprong overeind, teruggebracht naar
de werkelijkheid, toen do deur word open
gedaan en Madeleine op den drempel ver
scheen.
„Mijn hemel! Wat is het hier donker f
Arlette, ben je ingeslapen? Wij hebben jo
veel te lang alleen gelaten, arm kind!"
Te lang! Was het dan al zoo lang ge
leden, dat mevrouw Ghauaey en Madeleine
uitgegaan waren?
En toer zi:- op de pendule keek, zag Ar
lette pas, dat de heel© middag voor haar
was voorbijgegaan in die betooverondo
herleving
VIII.
„Wat rit je met zooveel aandacht te
lezen, Louise?" vroeg Guy, de kamer bin
nenkomende, waar zijn zuster kouwelijk bij
het hoekje vam den haard zat te wachtear
tot zij uit zou gaan.
MeJt een glimlach heette zij den jongen
man welkom en stak hem <te hand toe:
„Wat ik leeo? Een brief."
„Louise, ik verzeker je, dat mijn oogen
mij dat al verkondigd hadden.''
„Een brief var mevrouw Harvet."
(Woïdt vervolgd.)