No. 18725.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Maart.
Tweede BSad. Anno 1921.
EERSTE KAMER
TWEEDE KM>!ER.
FEÖILLETON.
U BUITENL. WEEKOVERZICHT.
0
In het groots vraagstuk» "dat momenteel
oai-3 werelddeel beheerscht, dat dor -door
ümtsohland te betalen schadevergoeding,
zijn we niet veel verder gekomen. Althans
niet In een goede rich ting Wel misschien
het tegenovergestelde. De behandeling van
het gebeurde ter Londeiasch© conferentie in
•de diverse parlementen, voor zoover plaats
gehad, geeft weinig hoop in do naaste toe
komst. Van weerskanten sprak men wel is
waar in oen geest, clat het eens tot nieuwe
besprekingen zal moeten komen, maar het
g-rsote verschilpunt daarbij ls dit, dat beide
partijen verwachten, dat de tegenpartij
daartoe den stoot zal geven met alle ge
volgen van dien, in do eerste plaats natuur
lijk het hoofd in hoofdzaken neerleggen
bij wat de andere cischte. Dat belooft dus
weer een worsteling, gelijk ook do jongste
oorlog ten slotte was, waarbij het vooral
aankomt op sterke zenuwen en groot uit
houdingsvermogen. Een' voorspelling in
dezen wie do zego zal wegdragen lijkt
ons te gewaagd, zoodafc we ons daaraan
niet zullen bezondigen.
Zondier derhalve iets te willen voorspol
len over oen afloop van dezen oorlog na
den oorlog willen we toch nog op een paar
dingen wijzen. En wel in -de eerste p'aats
op "e opnieuw duidelijk aan den dag tre
dende r.i et-eonsgezindheid in het ka-mp
•der geallieerden, blijkende uit de uiteenloo-
pende motieven, waaruit die houding to
Londen is voortgekomen. Beide toonaan
gevende leden der ent onto hebben daar
weer eens in de eerste plaats op specifiek
■eigen belang gemikt-, toen op Frankrijk's
-onwil elke poging om tot een vergelijk te
komen, afstuitte. Waarbij echter België en
Italië heb loodje hebben gelegd. Geen van
beide laatstgenoemden heeft nl. iets aan de
«aucties, die, zondert men de bezetting der
Duitsche kolenhavens aan den Rijn uit, nog
in werking moeten treden en beide zullen
daarom ook voor toepassing wel stichtelijk
bedanken. Wanneer Sforza, Italië'a verte
genwoordiger te Londen, voor do Kamer
treedt, volgende week, zal hij het zelfs
zwaar te verantwoorden krijgen, waar in
breeden kring do ontevredenheid over zijn
aanvaarden van wat Engeland en Frank
rijk hebben bekokstoofd, groot is. België
noch Italië kunnen dó -Duitecho goederen
missen on kunnen dus aan maatregelen, die
dezer- aanvoer belemmeren, niet denken,
waarbij voor België nog komt het vraag
stuk van den transito-handel over Antwer
pen. Engeland heeft, toen heb mislukken
•der conferentie door Frankrijk's halsstar
righeid viststond, oen stap gedaan in pro
tection is..ischo richting, zco&ls do grootste
voofsianders van dit systeem zelfs niet had
den durven hopen Hoe lang is in Engeland
ai niet gesonreeuwd om maatregelen tot
het weren van Duitsche goederen van de
Engelsche markt! Daaraan is door do
sanctie betreffend© de 50 pet.-heffing bij
zonder royaal voldaan, 't Zal de- vraag zijn,
of or nu nog Duitsche goederen in Engeland
komen uit Duitschland, tenzij do Engelsche
consument bij protectionisme is cSe vrij
wel geregeld in den lioek, waar do slagen
vallen zelf die 50 pet. betalen wil! Do
Engelsche regeering, die intusschen door
het onverwachte uittreden van den leider
dter unionisten Bonar Law een groot ver
lies lijdt; vooral gezien tSe goed>e verstand
houding tusschen Lloyd George en den on-
vermoeiden uitgetreden©, is nu van allo
dumping-ontwerp en, waarover zoo groote
verschilpunten in den boezem dier regee-
ringscoalitie bestaan, af.
Frankrijk acht zich na Londen geheel
teruggekeerd tot liet vredesverdrag van
Versailles en wil feitelijk alles, wat in de
elkaar opvolgende conferenties van Bou
logne, Spa enz. aan het verdrag is afge
knabbeld, als afgedaan beschouwen. Geheel
blind voor het gevaar, dat aan een terug
keer tot dit allesbehalve volmaakte en in
menig opzicht weinig houvast biedende
vrediesverdirag vastzit, is Marianne niet,
maar zij schijnt deze klip aldus to willen
omzeilen, dat. het vredesverdrag zal worden
opgevat in der geest als door do besluiten
van Parijs vastgelegd. In die richting gaat
thans het streven.
Of op cfen duur de bedoelingen van
Frankrijk on Engeland blijvend zullen kun
nen samengaan?
Aan de andere zijde staat een Duitsch
land, dat, wat de inwendige eensgezind
heid aanbelangt, sterker is dan ooit sedert
de wapenstilstand werd geteekend. Het
streven van Briand opnieuw de Duitsche
groot-industrieelem uit to spelen tegen het
Duitsche volk is o. i. to doorzichtig om
daarvan eenig succes te verwachten. ,En
het moge waar zijn, dat de algemeene po
sitie van von Simons, dlien men beschou
wen kan als de groote leider der Duiöaehe
politiek, meer dan rijkskanselier Fehren-
bach, over hot algemeen niet versterkt is,
hij beschikt niettemin toch nog over vol
doende vertrouwen, om zich t3 handhaven.
Met goede kans, deze positie weer te ver
beteren, waar Duitschland in de rechts
kwestie der sancties bijzonder sterk staat.
Het eerste manoeuvreoren van Simons na
zijn terugkeer te Berlijn, ook waar hij trots
de Londenoche mislukking de ontwapening
tegen Beieren \s juist door dozo mislukking
opnieuw gerezen verzet in met spoed wil
doorzetten ,is althans niet ongelukkig.
Zal Duitschland straks de nadeel en der
sancties met behoud van de binnen landsehe
eenheid en van d# zenuwen bunnen dra
gen of wellicht afweren? Zal de entente
een fiasco der sancties wanneer deze
niet het gewenschte - geld brengen, dan is
er een volkomen fiasoo kunnen door
staan of betere, meer afdoende sancties
kunnen ontwerpen? Deze tweo vragen zul
len beslissend zijn. Waarbij de uitslag van
de stemming In Opper-Silezie ook een
woordje mee zal spreken
Engeland heeft voorts nog een tweeden
stap gefdaan om de werkloosheid te bestrij
den door ten slotte, nadat meer dan een
jaar d&arover was gedelibereerd, met sov
jet-Rusland een handelsverdrag aan te
gaan waarvan 't in do eerste plaats ver
wacht een op enk om en van Rusland voor de
Engelnche producten, die betaald cullon
worden, waar van goedteren-legenprestatio
door Rusland vooreerst wel niet noemens
waardig sprake zal kunnen zijn, met goud
Over alle scrupules ten aanzien van do
herkomst van dit goud wil de Engelsche
regeering heenstappen. De j in go-pers blijft
p.-oord en brand schreeuwen over een ver
drag met moordenaars en bandieten", maar
het Lagerhuis zal het verdrag wel ratificee-
ren. Vooral nu van een val van het bol-
sjemisme vooreerst reen sprake to, daar
het relletje vaft Kroonstad achteraf
blijkt het niet veel meer geweest te zijn
voor Lenin c. s. gunstig is afgeloopen cn
de overige berichten over opstanden wel
bij-nr.der blijken aangedikt. Door het sov
jet-bewind als een de facto-regeering te
erkennen, wil de Engelsche rogeerïng ver
ijdelen clat do Engelsche rechter een in
beslag nemen van gezonden sovjet-goud
door schuJdeischers vo.n hot vroegere Rus
land kan goedkeuren. Volledige zekerheid
dat zulk in beslag nomen onwettig is, be
eiaat er evenwel nog niet en dat is de stroo
halm, waaraan do tegen standers van het.
verdrag zich wel zulten vastgrijpen Wordtin
beslag nemen gesanctionnecrd, dan is het
handelsverdrag, dat Engeland verder nog
h«>f- voordeel biedt, dat officieel cJo anti-
Er.gelsche campagne in Aziö door sovjet-
Rusland zal worden gestaakt veel zegt.
die r-fit. waar niet-officieei elke actie im
mers mogelijk blijft ijdel gemaakt.
Het zal ons benieuwen, of anderen en
met name Duitschland, Engeland^s voor
beeld niet haast je rep je zullen gaan vol
gen om ook een deel te krijgen van de
voordeden van hervatting van den handel
op Rusland
Vergadering van gisteren-
Aan de orde was een reeks kleine wetsonIn
werpen, welke 7.- h, a- werden aangenomen-
Daarbij was ook bet wetsontwerp tot ontei
gening ten behoeve vau aanleg van een tram
weg van Don Hang over Wassenaar naar
Leiden.
Bij het wetsontwerp tot wijziging en ter-
hoog.ing van het VlIIste Hoofistuk doe
Staatsbegrooting voor 1920 (bezoldiging van
•militair porsoneel der landmacht) bepleitte
de heer BERGSMA (Lib-) nog eens positie
verbetering van het korps marechaussee»
De heer VAN EMBDEN (V.-D.) ver
klaarde zich op dezelfde gronden als bij de
Oorlogsbegroofcing, mede namens de heeren
Dojes en Slingenberg, tegen het
wetsontwerp.
Na beantwoording door den Minister
van Oorlog werd1 dit webontwerp aan
genomen met 19 tegen 7 stemmen, die van
mevr. PothuisSmit en van de he.ran Dojes,
Polak, Slingenberg, Men dels, Van Embden
en Van der Feltz.
Op verzoek van den heer REEKERS
(R.-K.) werd het ontwerp tot nadere aan
vulling van de Onteigeningswet, aange
houden.
Justitiehegrooting.
De heer SLINGENBERG (V. D.) zegt te
betreuren, dat do Minister*geweigerd heeft
mede to werken aan de herziening van de
rechtspositie van de gehuwde vrouw. Bij
de bestaande wetgeving wordt- de vrouw
nog steeds behandeld als minderjarige.
Verder hoopt spr, dat de Minister ces
spoedige indiening van de herziening van
bet Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorde
ring zal bevorderen,
Ce heer MEN DELS (S D. A. P.) /ijst op
de urgentie van een lier veiling van ons
strafstelsel. Hij wrst' hierb'j op de verder
felijkheid van het thans toegeparte zelst
ïn verband met deze herziening d:ing&
spr. sterk aan op gtfoofcere uitb-eiding van
het instituut der voorwaardelijke veroor-
deeÜng, aangezien de celstraf moreel, psy
chisch en lichamelijk knakt en voorwaar
delijke veroordeeling daarentegen meer te
vensenergie geeft.
Ook dringt spr aan op de mogelijkheid,
dat onvoorwaardelijke verro dae'ing bï g a-
tie kan worden veranderd in 'voorwaarde-
delrke veroordeeling
at betreft de rechtspositie van de ge
huwde vrouw, zegt do heer Mencöeis, dat heb
huwelijksrecht is verouderd cn dab hij van
meening is, dat do doorvoering van het al
gemeen vrouwenkiesrecht tot de pon sequen
tie lei$t van hervorming van dit recht.
Wettelijk ia d'o vrouw in het huwelijk pieer
onder dan gelijkberechtigd.
Voorts zegt de heer Mendels, dat hij tot
zijn leedwezen den Minister heeft booren
verklaren, cvat hij eer op verenging dan op
verruiming van cfe eischen der echtscheiding
bedacht is.
Spr. wil aandringen op uitbreiding der
gronden, waarop echtscheiding kan worden
verkregen In verband hiermede wij9t hij
naar het rapport van oen commissie in
1886. Sindsdien zijn wij nog nieta verder
gekomen Ter. slotte verheft de heer Men
dels zijn stem tegen een "post van f 10,000
op de bcgrooting, waarvan do strekking ge
heim wordt gehouden. Z. i. is zulks in strijd
met de begtetiiingswotgeving.
De heer BOSCH VAN OUD-AMELIS-
WEERD (R.-K bepleit uitbreiding van het.
aantal rechters
Voornamelijk wil hij '_s Ministers aandacht
vestigen op der groeten nood te Utrecht.
Voorts dringt spr aan op wettelijke maab-_.
regelen tegen uitspattingen op hot gebied
•der bokssport.
De heer BINNERTS (U.-L.) verzoekt
den Minister, over to gaan tot de instel
ling van meer kantongerechten en reeds bij
voorkeur in plaatsen, welke door een gun
stig verkeer en als-centrum daarvoor in
aanmerlang komen.
Ook dringt hij er op aan, dat bepaald zal
worden, dot overdracht van onroerende
goederen alleen bij notarieele acte kan
plaats hebben.
De heer VAN KOL (S. D. A. P.) wijst op
het gevaarlijke van de verbreiding en de
besmetting der venerische ziekten. Hij
■dringt daarom aan op maatregelen tot het
strafbaar-steil en van opzet telijko overbren
ging van -deze ziekten.
De heer FRANSS EN (A.-R.) dringt aan
op een spoedige indiening van een wetsont
werp op de administratieve rechtspraak.
Do heer VAN DER HOEVEN (C.-H.)
wil den Minister waarsohuwen voor een te
overhaaste indiening van een ontworp-Bur-
gerlijko rechtsvordering.
De MINISTER VAN JUSTITIE, do heer
HEEMSKERK, zegt ten aanzien van de
opmerkingen van den "heer Mendels, dat
ook hij geer al ie groot© bewonderaar is
van de celstraf.
Spr. herinnert aan de tot-stand-koming
voor veertig jaar van de strafwetten.
"Toon was do meening van de toonaan
gevende juristen^ dat de celstraf niet een
on toerende straf was. Als jong jurist heeft
do Minister zich toen tegen deze opvatting
verzet-, en nu bereiken hem dagelijks ver
zoekt» om gratie, waarbij wordt gewezen
op het onteerende van de celstraf. Ten aan
zien van de mogelijkheid, om de onvoor
waardelijke straffen bij gratie te kunnen
veranderen in voorwaardelijke, zegt do Mi
nister, het niet raadzaam te vinden, dezen
weg in Je rechtspraak op te gaan. Het aan
tal verzoeken om gratie, dat ook nu reeds
zeer groot is zou daD nog onzaglijk ver
meerderen.
Ten aanzien van het worstelen en boksen,
zegt do Minister van oordeel to zijn, dat er
geen voldoende roden zijn, om straf bepa
lingen te stellen.
Ten aanzien van het huwelijksgoederen-
recht der gehuwde vrouw, zegt d,o Minister
dat hij zo. mogelijk zal pogen een herzie
ning voor te bereiden.
Met betrekking tot de opmerking over do
echtscheiding zogt do Minister ook van
meening te zijn, dat het aantal gronden
voor scheiding wel met enkoio behoort t-o
worden uitgebreid, daarbij tredend© in het
voetspoor van de commissie van 1§86.
Wat betreft de overdracht van onroe
rende goederen ,is do Minister geneigd om
voor deze overdracht een notarieelo acte
te eischen.
De heer SLINGENBERG, repliceerend,
dient eer motie in, waarbij de Kamer de
wensckelijkheid uitspreekt, dat op den con
duitestaat voor de candidaat-notarisscn
geen aanteakeuingen ten nadeele van Ie
betrokkenen kunnen worden geplaatst, zon
der dat dezen hiervan in kennis zijn ge
steld.
Do motie zal worden gedrukt en rond
gedeeld.
Do heer VAN DER HOEVEN repliceert.
Hierna w'orut de begrooting z. h. e. aan-"
gen omen.
De vergadering wordt geschorst tot-
Dinsdag 29 Maart om halfdrië.
ÉVerv.olg van gisteren).
Huishoudelijke aangelegenheden
Goedgekeurd worden: het voorstel der
huishoudelijke commissie tot wijn ;ing van
het Reglement van Orde der Kamer; cn
voorste! dier commisrie tot wijziging van
do instructie voor den Griffier der Kamer.
Verschillende Ontwerpen.
Een tiental Uein9 ontwerpen, w.o. wijzi
ging van art. 35 van do Wet op woonwagens
en woonschepen 1918, wjjziging van de wet,
houdende vaststel inj van het tarief van in-
voeriechten, wjjziging van de wet tot rege
ling van de bezoldiging ran don Raad van
State, aanvulling der bepalingen omtrent
den in èohtscheldingszaken bevoegden rech
ter, worden z. b. st. goedgekeurd.
Suppletoire Oorlogsbegrooting.
A& de orde is liet wetsontwerp tot na
dere wijziging cn verhooging van het VUIe
hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1918.
De algemeene beschouwingen worden ge
opend.
Do heer K. TER LAAN (3. D. A. P.)
protesteert er tegen, dat thans weer 22
millioen wordt gevraagd. In 1918 ia 36Y
raillioen gulden voor de oorlogsbegrooting
noodig geweest. Spr. acht hot eon schan
daal, dat zoo roekeloos met 'a lands gelden
ia omgesprongen. Hij herinnert er aau, dat
hij in 1918 ook herhaaldelijk heelt aange
drongen op het naar huis zenden van lich
tingen, hetgeen de Regeering weigerde. Nu
hebben wij dat tekort. Voor rente alleen is
de gansche opbrengst van- den gisteren aan
genomen tabaksaccijns noodig.
Alle inlichtingen, die in liet Voorloopig
Verslag over de uitgaven zijn gevraagd,
werden geweigerd. Daartegen komt spr.
met kracht op. De Minister moet alle gul
dens behoorlijk verantwoorden cf ander»
moot de Kamer dit ontwerp afstemmen.
De heor DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
is ook niet gesticht over deze-aanvrage. Da
begrooting voor 1918 i3 nu met meer dan
50 millioen overschreden. Zulks gaat niet
can, te minder v;aar alle controle onmoge
lijk is. De Minister wijst de gelegenheid
tot onderzoek af. Spr. komt daar tegen
op. Als do Minister gelden vraagt, moet hij
precies zeggen voor welke uitgaven ze be
stemd zijn.
Namens do Commissie van Rapporteurs
stelt spr. een motie voor, om een onderzoek
in te stellen naar do wijze, waarop ver
schillende gelden zijn besteed en den Mi
nister van Oorlog te verzoeken de noodige
bescheiden beschikbaar te stelen voor dit
onderzoek.
De heer A. P. STAALMAN (Christ.-Dem.)
oefent scherpe kritiek op de gestie van
dezen Minister, die tracht deze uitgaven
godd te praten. Spr. laakt het ook, dat geen
inlichtingen zijn gegeven en sluit zich aan
bij hen, die een onderzoek wenselien. Het
wetsontwerp acht hij weerzinwekkend en
lip twjjfelt ei' niet aan, of als ons volk
nauwkeurig wist wat hier geschiedde, er
groot verzet zou komen.
De heer MAR CHANT (V. D.) acht den
Minister een vriendelijk man, maar bij ia
niet zoo vriendelijk om mede te deelen, wat
de oorzaak i» van vele uitgaven. Spr. ia
doi op goochelaars, maar een Minister ziet
hij liever niet goochelen, vooral niet met
miilioenen.
Spr. wgst op de verschillende wijze, waar
op vergoedingen zijn uitgekeerd, zelfs aan
boeren, die meer belasting betalen dan de
officieren. In tal van gevallen worden hu
welijken gesloten alleen om de vergoeding in
do wacht te slepen. Er is gezegd, dat deze
wanorde de schuld is van de burgemeerters.
Spr. heeft daarmede niets te maken, da Mi
nister is verantwoordelijk en moet zorgen
dat er geen geld wordt verspild.
Spr. betreurt het, dat de Minister van
Financiën zich niet krachtiger verast tegen
de geldverspilling aan dit Departement, Het
tegendeel is waar: hij jgeeft alle3 too wa6
dit Departement vraagt.
Moet de Kamer dit ontwerp aannemen?
Aannemen zonder meer beteekent, dat da
Kamer er geen bezwaar tegen heeft, dat
wordt omgesprongen met 's lands geldsn zon
der dat zij er iets over t*e zeggen Hoeft. De
Commissie van Rapporteurs wil een onder
zoek. Dat is half werk, indien van' te voren
het ontwerp wordt aangenomen, want dan
komt het rapport over het onderzoek als.
mosterd na den maaltijd. Afstemmen van dit
ontwerp beteekent, dat de Kamer jfkeurtj
hel gebrek aan verantwoording van dezo
posten De wijze, waarop deze Minister de
posten heeft toegelicht, doet zien, dat bjj
hem niet het juiste verantwoordelijkheids
besef voor 's lands gelden bestaat.
De heer SCHOKKING (C.-H.) meent
ook, dat de gestie van het Departement niet
vertrouwenwekkend is.
De heer TljlENSTRA (V.-D.): Wat heb ik
aim die praatjes, als ge toch vödr de be
groeting stemt!
De beer SCHOKKING (C.-H.) gaat voort
(o betreuren, dat dit Departement niet luis
tert naar de oritiek. Afstemmen he pt niate,
want het Departement bljjft hetzelfde. Deze
begrootiug maakt een ongunstigen indruk.
Van afstemmen verwacht spr. geen heil, want
heel gemakkeljjk verandert men van Minister.
De heer VAN RAVESTEIJN (0. P.) criti-
f.eerl de militaire bureaucratie.
Do neer VAN RAPFARD (V. L.) gaat
mede met h^t voorstel van de Commissie van
Rapporteurs1.
De Minister van Oorlog, de heer POP,
betoogt, dat de Regeering tot demobilisatie
in 191S is overgegaan zoodra dat mogelijk
was en met het oog op 's lands belang ge-
w ensclit was.
De inrichting der comptabiliteit maakü
onmogelijk alle inlichtingen te geven, die
gevraagd worden en alle posten te speci-
ficeeren.
Wat de vergoedingen betreft, spr. wjjst opi
de verhooging, die de Kamer heeft gewM
en op de vergoeding voor hekgeen het ge
zin moest derven als gevolg van de hoogere
loonen. Daaruit is de overschrijding van
dezen post te verklaren. Dat er misbruiken
zijn geweest, is mogelijk, maar het Depar-
,I)oor Henri Ardell Naar hot Fransch.
(Nadruk verboden).
*5)
Ik mompelde een paar woerden, waarin
al mijn onrust was opgesloten de snikken
stegen mij naar do keel. Tante bemerkte
bet-: zij trok mij -op Imar schoot-en~ stelde
mij heel vriendelijk gerust, zij gaf mij zoo
veel goede redenen, om mijn angst tot be-
dareoa to brengen, dat ik eindelijk een beetje
gerustgesteld was Guy, die 's avoncfe
kwant, legde eindelijk ook cejiige balsem
óp mijn bezorgd hart en betuigde, dab de
■epidemie to Douaruenec niet ernstig was,
en daar hij mij nooit bedrogen heeft, ge-
loofcta ik hem.
Hoe heerlijk toch, om zoon goeden vriend
ie hebben, die je altijd begrijpt, en altijd
bereid ia je aan te hooreit. Sonts krijg ik
plotseling den sohrik of ik hem vervelen zal»
als ik zoo met hem babbelMaar hij eisoht
spoedig, dat ik doorga, en herinnert mij,
dat ik hem op den avond van mijn. kornet
beloofd heb hem als vertrouweling aan te
nomen en dat hij geen reden gegeven heeft
•dat vertrouwen to verliezen Dan begin
ik van voren af aanik zeg hem al mijn
indrukken over Parijs en do menschen, die
ik ontmoet, alles door elkaar, zonder mij
langer te bekommeren om liet lichtje, dat
in zijn oogen verschijnt, en dat-mij te
Douarnenez deed denken, dab hij mij uit
lachte. Trouwens, als ik denk, dat- hij te
veel den indruk geeft zich in den schouw
burg te wanen, ais hij naar mij luistert, dan
maak ik mij boos niofc in ernst l
Wij kibbelen een beetje en vervolgens tee
kenen wij dei. vrede
Gelukkig voor mijWant .tot hem neem
ik mijn toevlucht^ wanneer ik niet weet, wat
ik doen moet en in. verlegenheid zit; wan
neer ik bang ben een dwaasheid te begaan,
die invloed heeft op de wenkbrauwen van
Madeleine, die steeds wanhopig is, als zij
mij zoo slecht gebruik ziet maken van haar
lossen over do weroldsche zeden en ge
woonten. Hij knort noodt op mijen zciodra
ik do oog ca op hem sla met de ,,smeekendo
uitdrukking'', zooals hij dat noemt, komt
hij mij dadelijk to hulp. Hij vraagt mij een
voudig: .Wat is or?" Ik verklaar hem do
zaak on alles gaat'bestDe fijne wenk
brauwen van Ma-deleduo hebbon geen enkele
beweging te maken.
Zeker, ik vind uitgaan heel amusant,
maar do prettigste avondjes zijn toch die,
welke wij nu on dan thuis doorbrengen, en
als Guy en ik samen musiceeren. Hij is er
even dol op als ik en hij speelt uitstekend,
ofsohoon hij zeer smadelijk spreekt over zijn
amateurstalent. Maar Madeleine, die er
verstond van heeft, zegt, dat hij als een
echt artist riool speelt on dat hij een echt
musicus is. Als wij samen aan de piano zijn,
dan gaat do tijd zcio vlug voorbij als hij
maar wilik denk er niet aan hoe lang heb
duurt en evenmin aan het bestaan van
Madeleine, die maar zit. t>o borduren» ge
duldig ala een Penelope, bij het licht van
de lamp. Ik zing niet alleen al mijn Bre-
tonecho liedjes, maar ook andere, die Ik
hier geleerd héb. Vooral „L'Ajuieau d'ar-
gen'o", waar Guy en ik allebei dol op zijn.
Hij zingt niet, of ten minste hij beweert te
slooht te zingen om voor te zingen! Ik ge
loof het niet heelemaal: hij zegt, dat hij
droevig speelt ook, cn wanneer hij speelt,
is het of de piano een levende persoon
I wordii, die ontroerd wordt, zingt, zich ver
heugt, of schreit en zelfs sniktEn als
ik dan luister on mijn oog en dioht doo om
I de muziek goed in mij op to nemen, dm
komt heel Douarnenoz mij voor den geest
in een klein hoekje van mijn hart, waar.in
alles leeft, wat ik heb meest liefheb. En dat
is heerlijkwel wat treurig ook, omdat ik
onze scheiding dan het meest voel, vader.
15 December.
Neen, stellig, de mis hior te Parijs daar
houd ik niet van, ten minste niet die, waar
wij naar toe gaan Al doo ik nog zoo
mijn best mijn oogen altijd op mijn boek of
op het altaar gevestigd to houden, ik kan
ze maar niet verhinderen blikken te zenden,
.paar allo kanten Guy beweert, dat ik
mijn oogen verslijten zal to Parijs en
daarna heb ik heel veel wroeging I
Wij gaan altijd naar de mis van elf uur.
Vóór het huwelijk kwam Pierre er gere
geld ook; Guy ook. Maar ilc weet nooit,
wanneer hij komt-, want hij zit niet bij cwns.
Ik veronderstel, dat Pie-rre massa's ge
beden deed voor zijn Charlotte Maar
hij, mijn neef Guy, waar denkt hij aan?
Ik vrees, dat hij heelemaal niet vroom is.
Tante had het wel gezegd bij het Paxdon te
Kergoot- Behalve dat hij niet lacht en niet
praat, kijkt hij in do kerk precies eender
als in een salon en evenals dlo heoren, die
ik bij de mis zie, heeft hij geen boek bij
zich. Zij verschijnen daar allen heel alleen,
om heel elegante dames te geleiden. Zij ge
dragen zich heel correct, gaan zitten cn
staan op als het- moetÉn toch
Ik dacht daar vanmorgen weer over,
toen de mis uitging, na een massa groetjes
to hebben uitgedeeldiedereen kent elkaar
bij de mis I Wij liepen, de straat- C cru reel les
op, Guy en ik voorop, want wij lcopen veel
gauwer dan tante en Madeleine. Ik was in
mijn overdenkingen verdiept; dab merkte
hij, hij zeide:
,,Wat ben jo stil, AurJettetje! Wat is er?"
Voordat ik over zijn vraag kon nadenken,
riep ik reeds uit
,,Guy, waarom ga jo naar de mis?"
Waarom ik er naar toe ga? Hoe nu:
een goede Christin zooals jij vraagt mij
zoo iets?"
,,Dus je gaat er niet alleen naar toe, om
on ons te ontmoeten? Des te beter!"
„Wol, Arlebtetje, wat moot jij ecu treu
rige. opinie hebben van mijn godsdienstige
gevoelens. Jo hebt mij dat te Kergoot ook
al geteemd. Weet je wel, dat het weinig
vleiend voor mij is zoo streng beoordeeld
te worden? En waarom? Dat zou
ik je wel eens willen vragen."
Ik hob hem al de denkbeelden vertelt, die
daaromtrent in mijn hoofd ronddwaalden.
Hij hoorde mij aan zonder antwoord to ge
ven, maar heel oplettend en volstrekt niet
met oen spottend geziohtik hoorde hem
alleen mompelen, terwijl hij op zijn knevel
beet
„Wio zou zooveel doorzicht vermoed heb
bon in een meisjes-hersenpannet-je 1"
En toen, 6teeds zonder te spotten, dat
weet ik zeker, maar met heb glimlachje, dat
ik zoo graag van hem zie, zei hij hardop:
„Welnu, Avlette, wees van tijd tot tijd
zoo goed een gebed voor mij te doen en
aan jou heb ik dan miseohien te danken
minder ongeloovig te worden. Is dat te
veel goëischt?"
„O iicen", zei ik met zooveel ijver, dat hij
ditmaal ronduit begon te lachen.
Daarop hebben wij afscheid van elkaar
genomen, want wij waren ongelukkig
thuis Guy verliet ons en bleef den
heel en middag weg, want hij ging naar zijn
geliefd concert in het Conservatoire.
16 December.
Nu, wij zijn ook naar hot Conservatoire
gegaan en ik hob or een namiddag doorge
bracht, dien men niet licht vergeet! Tant®
moest na heb déjeuner schrijven aan Char
lotte, die nog altijd te Florence is, in roze-
geur en. maneschijn, met Pierre, 011 zij bood
Madeleine cn mij aan dat welgelukzalig®
concert bij te wonen onder de zeer eerbied
waardige bescherming van miss Ashton. En
óm klokslag twee uur. zijn wij op onzo plaat
sen verschenen, tot grooto verbazing van
G-uy. Madeleine heeft zioh gedragon als
oen engel. Zij heeft mij naast hem laten
zitten, dan kon ik hem op mijn gemak mijn
muzikale indrukken toevertrouwen, ver
klaarde zij. En ik ben dan ook niet in ge
breke gebleven
Eén ding verbaasde mij dadelijk van. hens
hij volgde met de partituur het concerto
van Grieg, dat door het concert gespeeld
werd, in plaats van alleen te luisteren. Da$
zou al mijn plezier bedorven hebben, tel
denken, dat die heerlijke tonen te voor
schijn kwamen uit al die kleine tee
kentjes .Ik heb het hem gezegd Hij
lachte even en antwoordde:
„Wat ben jij toch echt geschapen om vleu
gels te dragon, Arlette!"
XWordt vervolgd