No. 18722.
LÉIDSCH DAGBLAD, Woensdag 16 Maart.
Tweede Blad. Anno 1921.
EERSTE KAMER
TWEEDE KAMER.
UIT DE OMSTREKEN
FEUILLETON.
L'©ef üasy
(Vergadering van gisteren.
Begrooting van Buitenlandsche Zaken.
(De MINISTEft VAN BUITENLAND-
8CHE ZAKEN zet zijn vrijdag afgebroken
rode voort en we) wat betreft het geschil
met Servië Spr «et uiteen, dat hierbij van
arbitrage geea sprake kan zijn. De kwestie
leent zich niet voor een dergelijke oplossing.
Wat ten slott* ons gezantschap bij den
Paus betreft, met den heer Van den Berg
stemt hy niet in, dat een land zonder Ka
tholieke ingezetenen geen behoefte heeft
aan een vertegenwoordiger bij den Paus.
Spr. mag geen rekening houden met Katho
lieke of niet-Katholieke gevoelens, maar
alleen zich de vraag stellen, in hoeverre het
algemeen belang vertegenwoordiging bij
den Paus eischt en z i is het voor ons van
beteekenis dat alle Staten, op een enkele
na, bij het Vaticaan, een diplomatiek cen
trum van beteekenis, zouden vertegen
woordigd zijn Daar mogen wij niet ont
breken Kwesties met het Vaticaan heeft
onze vertegenwoordiger niet behoeven uit
'den weg te ruimen maar zijn verkeer met
rijn collega's zijn berichtgeving zijn voor
ons var beteekenis Zoo is ook de opvatting
van de Fraq^che regeering van de positie
van een diplomatiek vertegenwoordiger.
iWij mogen in een belangrijk diplomatiek
milieu niet ontbreken. Dat is een kwestie
van gevoel
De heer VAN KOL (S. D. A. P.) repli
ceert
Spr zet nader zijn standpunt uiteen in
■ako de Wielingen-kwestie. Hij vergelijkt
deze kwestie met die van de grensregeling
der Ëems Lncüen voor doze rivier hetzelfde
standpunt, werd ingenomen ten aanzien van
de Wielingen dan meent spr., dat hier de
aanspraken voor oris land niet zoo heel gun
stig zouden staan.
Spr bestrijdt voorts den heer Polak Hij
noemt het eer verheugend verschijnsel, dat
heb.advies van der. heer Polak, om de on
derhandelingen met België af te, breken,
door dei Minister iö afgewezen zij het dan
ook niet scherp genoeg.
Do red var den heer Polak noemt spr.
geheel in strijd met zijn pogingen om tot
ontwepening te komen.
Spr verklaart ten slotte, van het door
hem U Vrijdag gesprokene geen woord
terug te nemen omdat hij er van overtuigd
is, daardooi cfet. zaak van ^rede cd vriend
schap te dienen
De heer VAN EMBDEN (V. D.) blijft
bij rijn opvatting over de Servische kwestie.
De heer VAN DER FELTZ is van mee
ting, dat dn heer ld en burg zich in zijn oor
deel over he- gezantschap bij het Vaticaan
vergist, en dat wel degelijk de beslissing
gaat ove» een vaat-en gozantschapspost bij
den H Stoel
Spr blijft aandringen op nadere inlich
tingen zoo Doodig in comité-generaal
over de motieven, welke den Minister tot
het desbetreffend voorstel hebben geleid.
Ton slotte verklaart de heer Van der
Feite, dat hij vertrouwen heeft in het. bui
tenlandse!) beleid van de>n Minister en dat
hij zijn stem aan deze begrooting zal geven.
Do heer POLAK (S. D, A. P.), replicee-
rond, herinnert er aan, dat België de Wie
lingen-kwestie heeft opgeworpen op een
moment, dat er over do voornaamste kwes
ties volkomen oplossing was verkregen,
terwijl Nederland steeds bereid was die op
lossing to handhaven Nede-land bood bo
vendien arbitrage aan, die echter door Bel
gië werd afgewezen.
Het gaat evenwel niet aan, van ons
bovendien nog te eischen, dab wij altijd
maar blijven wachten, tot het België welge
vallig is onze concessies te aanvaarden
Ook c*- heer VERHEYEN (R.-K.) komt
in zijn repliek ten krachtigste op tegen
do beweringen van den heer Van Kol.
De heer DIEPENHORST (A. R.) ver
duidelijkt een passage uit do rede van den
heer Idenhurg,
De heer VLIEGEN (S D- A. P.) wil,al
lereerst prutesteeren tegen do wijze, waar
op de heer Van Kol is onderhanden geno
men Ooor den heer Verbeyen.
Spr betreurt, dat juist de heer Polak
de eerste moest zijn, om den heer Van Ko)
to wijzen op zijn verkeerd standpunt.
Spr. kan mededeel en, dat zijn part ijge-
nooton in 1919 hebben besproken met partij-
genooten in België en met dezen overeen
kwamen dat de Belgische socialisten zich
krachtig zouden verzetten tegen eiken aan
val op ons gebied en dat de Nederlandsche
sooia-listen zouden ijveren voor economische
tegemoetkomingen aan België.
De socialisten willen den vrede door on
derlinge afspraken versterken en beves
tigen
In tegenstelling mot den heer Polak
blijft de beer Vliegen zich op het stand
punt stellen, dab te allen tijde de gelegen
heid tob onderhandelen «voor België moet
openblijven
De MINISTER, dupliceerend, doet eenjgo
nadere mededeelingen over de gevangen
neming van den lieer Rapaport als consul
te Belgrado.
Ten aanzien van do Belgische kwestie
zegt de Minister, dat het niet in zijn be
doeling ligt den heer Van Kol het recht te
ontzeggen zijn standpunt over dit vraag
stuk uiteen t© zetten.
Wat betreft de rede van den heer Vlie
gen, zegt de Minister, dat zijn oordeel is,
dat er we) degelijk eens een moment kan
kómen, dat de onderhandelingen moeten
worden afgebroken.
De bogrootlng wordt z. h. s. aangeno
men.
Scppletoire Begrootingen.
Aan do orde is de behandeling van de
wetsontwerpen tot aanvulling en verhoo
ging van Hoofdstuk III der Staatsbegroo-
ting voor het diensxjaar 1920 (subsidie Ver.
Nederland in den Vreemde).
De wetsontwerpen worden z. h. s. aange
nomen.
De vergadering wordt geschorst tot
Woensdagmorgen to elf uren.
1 (Vergadering van. gisteren.)
Regeling van werkzaamheden.
Do VOORZITTER stelt voor na 3e ta-
tiaksontwerpen aan do orde te stellen do
ontwerpen: wijziging van Hoofdstuk VIII
eu dat betreffende do fabricage van bus
kruit.
He heer VAN BERESTEYN (V.-D.) zegt,
dat het ©indvers'.ag nog niet is u tgebracht.
Hij vraagt dan nog eenig uitstel.
Het voorstel vau den Voorzitter werdt
aangenomen met 34 tegen 18 stemmen.
Levensverzekeringmaatschappijen
Aar de orde is het wetsontwerp voor
schriften ten aanzien van lev nsverzekering-
maatschoppijen, welke bjjzondere voorzien ng
behoeven.
Di algemeene beschouwingen worden ge
opend.
De heer MARCHANT (V.-D.) betoogt,
dat het noodig is het begrip „scliuld-
eischer" beter te omschrijven, zoodat vast
staat, dat alle verzekerden daaronder val-
ien. Voorts wenscht hij bepaald te zien,
dat de Maatschappijen verplicht zullen zijn
r.iedo te dee1 on, als het mis loopt. Verder
dringt hij er op pan, dat in de te benoemen
commissie de belanghebbenden een verte
genwoordiging zullen krijgen. Ook acht spr.
noodig onderzoek naar de royementen, die
door da Maatschappij zijn gedaan, en, naar
de dividenden, dio in de laatste jaren zijn
uitgekeerd, terwijl men wist, dat de zaak
misliep. Hij acht het billijk, dat althans die
dividenden worden terugbetaald.
De heer RUTGERS (A.-R.) ziet niet veel
heil in de bepalingen, die de heer Mer
chant wil. Zij beteekenen niet ve3l, want
eftect zullen zij niet hebbeu. Men moet ver
schil maken tusschen hetgeen in het ver
leden ligt en wat er in de toekomst zal ge
beuren. Spr. voorziet niet, dat zij, die nog
betalingen moeten doen, geen schade zulten
lijden. Spr. juicht dit ontwerp toe en acht
wijzigingen niet noodig.
De heer VAN SCHA1K (R.-K.) is ook
ingenomen met dit ontwerp. Het voorziet in
een behoefte. Het komt hem voor, dat alle
Maatschappijen onder toezicht moeten ko
men, omdat er zullen zijn, dis zwak zijp.
maar bljjven hopen op betere tijden. Juist
van de onsoiiedo Maatschappijen is niet te
wachten, dat zij ziclt vrijwillig zullen aan
melden. Het is de vraag of de Officier van
Justitie aanstonds bereid zal zijn een onder
zoek in te stellen, als er booze geruchten
gaan over de soliditeit van een Maatschap-
pi). Wanneer op die wijze de wet wordt uit
gevoerd, heeft spr. de noodzakelijkheid van
nadere bepalingen niet begrepen.
Dc Minister van Justitie, de beer HEEMS
KERK. constateert, dat de opmerkingen van
mr. Merchant niet in het Voorloopig Ver
slag voorkwamen. Hij is intusschen bereid
dien., verzoeken in overweging te nemen.
Er is eebter spoed bij dit ontwerp, omdat
iederen dag uitstel nadeelig is voor de
schuideisckers. Spr. ontkent, dat dit ont
werp oigenlijk alleen in het belang van
de Maatschappij is. Wanneer dit belang
wordt gediend, is het toch onmiddellijk in
het belang van de schuld eischers. Veran
deringen acht spr. in dit ontwerp niet noodig.
De rechter-commissaris heeft hier niet de
zelfde functie als in een faillissement. Daar
regelt de wet den gang vau zaken geheel
eu al, terwijl hier die regeling slechts ge
deeltelijk wordt aangegeven. Juist daarom
is de commissie van advies noodig om den
rechter-commissaris van advies te dienen.
De commissie moet diis uit. deskundigen
bestaan om den rechter-commissaris voor te
lichten.
De commissarissen zelf moeten in de
eerste plaats med.-deeling doen van den toe
stand der Maatschappijen. Een aan.rage van
betrokkenen moet behoor.ijk geargumen
teerd zgn, wil zij voor onderzoek in aan
merking kunnen komen.
Terugbetaling van de dividenden zal -op
moeilijkheden stuiten. Wat moet er gebeu
ren met hen, die thans geen aandeelhouders
meer zijn, en tot hoever mojt de terugwer
kende kracht gaan? Niemand kan nagaan,
wanneer de aansprakelijkheid is vast te
stellen geweest.
'De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Bij art. 2 wenscht de heer MARCHANT
(V.-D.) te bepalen, dat het onderzoek ook
kan geschieden op verzoek van een schuld-
eischer.
De MINISTER acht dit amendement over-
bo'dig.
De beer MARCHANT (V.-D.) trekt het
dan weer in.
De heer MARCHANT (V.-D.) verdedigt
een amendement, om tusschen de beide le
den van artikel 2 in to voegen een nieuw
lid, luidende:
Bestuurders on commissarissen, die rede
lijkerwijze moeten voorzien, dat de maat
schappij in do toekomst niet aan al haar
verplichtingen zal kunnen vo'.doen, zijn tot
het indienen van het verzoek namens de
maatschappij verplicht.
Ce heer VAN VEEN (C.-H.) acht dit
ammdement ongewenscht, omdat het niet
is aan te geven wanneer commissarissen
kunnen voorzien dat het ia de toekomst
niet goed zal gaan.
De heer MARCHANT (V.-D.) meent, dat
de heer Van Veen zich vergist. De commis
sarissen zijn pas verplicht wanneer zij ze
ker weten, dat het verkeerd zal gaan.
De heer VAN VEEN (C.-H.) acht het ver
keerd de Maatschappijen te verplichten aan
gifte te doen, terwijl zij nog volledig sol
vent zijn te achten.
Do stemming wordt aangehouden.
De heer MARCHANT (V.-D.) steit voor
to bepalen, dat do commissie bij voorkeur
uit schu'.deischers zal' bestaan.
De MINISTER ontraadt dit amendement,
dat noodelobs bindt zonder beslissend te zijn.
De heer MARCHANT (V.-D.) rtelt voor
na artikel 16 in te voegen een nieuw artikel,
luidende:
„De rechter-commissaris brengt zoo spoe
dig mogelijk een verslag uit omtrent den
toe-stand der maatschappij, omtrent de wjjze,
waarop liet beheer is gevoerd en omtrent de
verantwoordelijkheid van bestuurders en
commissarissen voor dat beheer, tiet ver
slag wordt gepubliceerd."
De MINISTER heeft geen bezwaar tegen
dit amendement en hij neemt het over.
De heer MARCHANT (V.-D.) stelt voor
in artikel 22, eerste lid, achter de woorden:
„met dien verstande, dat aan schuldeischers
nimmer meerdere verplichtingen kunnen
worden opgelegd", toe te voegen de woor
den; „dat met elka vermindering van de
verplichting der Maatschappij tegenover
den schuldeiseher een evenredige verminde
ring van de verplichting van den schuld-
eischer gepaard gaat."
De heer REYMËR (R.-K.) heeft bezwaar
tegen dit amendement en dit artikel. Hij
geeft daarvoor technische gronden aan.
De MINISTER ontraadt het amendement.
Men dient deze kwestie aan de technici over
te laten.
De heer MARCHANT (V.-D.) trekt het
in er. stelt voor aan het eersto lid van
artikel 22 toe te voegen:
„De Rechtbank kan op verzoek van den
belanghebbende, ingediend binnen zes we
ken na de beschikking van de Rechtbank
bedoeld in artikel 2, vernietigen het roye
ment van polissen, geschied op grond van
wanbetaling der premiën, welke kenneliju
een gevolg was van gegronde vree3 voor
het in gebreke blijven van de maatschappij
in de nakoming barer verplichtingen. De
ret htei-commissaris wordt over dit verzoek
gehoord."
De MINISTER heeft geen bezwaar tegen
dit amendement.
De heer MARCHANT (V.-D.) stelt als
nog voor aan het eerste lid van artikel 22
toe te voegen:
„De Rechtbank kan de aandeelhouders in
da maatschappij verplichten tot liet volstor
ten hunner aandeelen, en tot terugbetaling
van genoten dividenden, en hen die als
bestuurder of commissaris het beheer heb
ben gevoerd of daarop toezicht hebbeu moe
ten houden, tot terugbetaling" van uitkee-
ringen, als zoodanig van de maatschappij
genoten en tot vergoeding van de schade,
dcor nalatigheid in hun beheer eu toezicht
aan de schuldeischers veroorzaakt."
Do MINISTER ontraadt ook dit amen
dement.
De stemmingen hebben Woensdag plaats.
De vergadering wordt verdaagd tot des
avonds acht uur.
Avondvergadering
Bij de interpellatie-Hermans over den
aankoor, van een huis te Tiel door don
Raad van Arbeid, zegt de heer L. M.
HERMANS het te betre-rsn, dat de Minister
niet openlijk zijn afkeuring heeft uitge
sproken Het staat volgens spr. vast, dat
het initiatief tot verkoop van zijn huis van
deu heer Rink is uitgegaan.
Spr. herinnert er aan, dat het rapport
van de commissie, welke een onderzoek in
stelde. veroordeelend is voor den lieer Rink,
den taxateur en de Rrjksverte':e.iiigsb:iük.
De heer Hermans ste t ten slotte eenige
vragen aan den Minister, o a. of maatrege
len zullen worden genomen, opdat de Mxilie
voor eventueel aan te koopen huizen voor'
de Riiksverzekering bank voortaan behoorlijk
za' geschieden.
Voorts vraagt de heer Hermans of do
minister de voorzitters der Raden van Ar
beid tot zuinigheid in de administratie neeft
aangespoord en ten slotte, of do minister
wil aanvaarden het aanbod van mr. Sink,
om liet voor buiten de zaak staande fact xea
getaxeerde bedrag, als voor verhuizen, te
storten in het Invaliditeïtsfonds en le.i lieer
Rink verder uit te noodigen een nader te-
bepalen bedrag als te veel voor net buis
ontvangen, eveneens in dit fonds te storten
De Minister van Arbeid beant
woordt de beide eersto vragen bevestigend.
Voorts stelt de Mini iter met nadruk vast,
dat door de bijzondere commissie is uit
gemaakt, dat de heer Rink geen invloed
op de taxatie heeft geoefend en zich due
niet heeft bevoordeeld.
Door den heer Rink is f5000, als ge
taxeerde verhuiskosten in het invaliditeïts
fonds teruggestort. De laatste vraag is door
den heer Hermans laten vervallen.
Na re- en dupliek ivorJt de inte-pellatio
gesloten.
Bij de interpellatie-Ketelaar betreffen
de de pensioenstortingen do r gepsnsioa-
neerden en wachtgedsrs, stelt de keer
KETELAAR eenige vragen:
lo. Of de Minister niet van oordeel is,
dat de voor burgerlijke Rrjk'amb'ena.-en ia-
gevoerde maairege' wel degelijk afschaf
fing der pensioenstor .ing be eekent;
2o- Over da bi'lijkheid. dat zulks ook ge
schiedt voor gspensionneer.len en wacht
gelders;
3o. of de M ulster alsnog bereid is door
een wetsontwerp de voornaamste bezwaren
weg te nemen.
Minister De Vries wj'st op het
grcole tekort- in 's lands financiën, waar
door niet aan den geuiten wensch kan wor
den tegemoet geltomen.
^Een wetsontwerp te dezer zake kan de
minister niet indienen, als zjjnde voor hem
onverdedigbaar.
Na rep.iek van den heer KETELAAR,
waarbij deze de indiening van een initiatief
voorstel zegt te overwegen, wordt de inter
pellatie gesloten.
Bij de interpellatie-Van öeresteyn in
zake de subsidie aan de Nationale Opera stelt
de heer V/VN BESESTc-YN eenige t-ragen:
lo. Waarom de Minister afwijkt vau net
stelsel, dat door het Rijk subsidie wordt
verleend op voorwaarde, dat ook door de
gemeente bclangstel.ing wordt getoond;
2o. Welke Minister is belast met de ba-
oordeeling van de beteekenis van kunst
instituten?
3o. Heeft de Minister van Binneniundseie
Zaken .voldoende advies ingewonnen?
4o. Is den Minister bekend, dat de Na
tional Opera dour de liooge oelastingen niet
liquidatie wordt bedreigd?
5o. Welke maatregelen denrt de Minister
te treffen, opdat b(j de toepassing van de
belasting, genoemd onder art ?4 I j der Ge
meentewet, de noodlijden ie kon.tnst I ngen
daarvan niet de dupe worden?
De Minister van Justitie is ran
meen.ng, dat, waar het hier een gesenil
tusschen Gedeputeerde Staten en den Ge
meenteraad van 's-Gravenhage ge dfc. een
interpellatie eigenlijk geen reden heeft.
Overigens meent sprdat f i n a o :i e o i e
overwegingen den doorslag hebben gegeven
bij de bes.issing door den Raad van State.
Aan de tot-stand-koming van bet K. B.
heeft de keele regeering meegewerkt.
Na re- en dupliek wordt de vergadering
gesloten.
ALPHEN. Ons dorp heeft gis er ivo ad
van zes 1ot tien uren in het duister ge
zeten door een defect aan den kabel bjj de
Leeiirpove.
Alhier heeft men thans een aanvang
gemaakt met. de werkzaamheden voor den
bouw der nieuwe Ned.-Herv. Kerk.
De Raad dezer gemeente vergidert
Donderdag 17 Maart as, des namiddag*
te twee uren.
BODEGRAVEN. De heer H. W. Speet-
man. alhier, behaalde op de veetentoonstel
ling te Rotterdam een eersten prijs voor
het beste pink-kuiskalf (geboien na 30
Sept. 1917 en voor 1 Oct. 1918). De kerr
II. do Graaf, alhier, kreeg een tweeden
prijs voor de beste melkkoe (geboren voor
1 Oct 1917), een eersten prijs voor de
beste melkschot (geboren na 30 Sept. 1918
en voor 1 Oct. 1919), een eer ten prijs
voor de beste melkvaars. een twe den prjjs
voor de beste kalfdragende koe. een eersten
prijs voor de beste kalfdragende schot,
eer, eersten prijs voor de be3ta kalfdragende
schot, een tweeden prijs voor het oeste
Pink-kuiskalf (geboren na 39 Sept 1919
en voor 1 Oct. 192')), een eer'tan prijs
voor den besten stier (geboren na 30 Sept.
1918 en voor 1 Oct. 1919), en een eersten
prijs voor den besten stier (geboren na 30
Sept. 1919).
HAARLEMMERMEER. Met betrek
king tot de electrificatie van de Meer,
kunnen we mededee'en, dat thans ook een
aanvang is g.ma^kt me', het eggen van oen
ondergrond.chen kabel in den Kruisweg in
de richting van Heemstede. De bouw -.an
transfornmtorhuisjes aan den IJweg Sple-
ringweg en nabij de Cruquiu3 is reeds b'ina
geheel voltooid.
In de plaats ran den heer E. Dokter
te Zwanenburg is door liet centraal stem
bureau tot lid van den Raad (S. D. A. P.)
gekozen verklaard de heer G. Onkenhout,
grondwerker, wonende oan den Akerdük,
alhier.
Maandagmiddag geraakte een meisje,
dat uit school kwam, bij den Vijfhuizer-
weg in de ringvaart. Het kind dreef al bijna.
Boor Henri Ar dell Naar het Fransch.
Nadruk verboden).
32) -
Eindelijk na een triomftocht van alle
dansende paren door het salon om tante te
begroeien, die verheven nederzat in haar
grooten fauteuil, versohenen do tafeltjes
voor het souper Ik zat aan het tafeltje
van Guy Hij vroeg: „Bon je tevreden
over den avond V'
Ik antwoordde: „O ja," op zulk een
overtuigden toon. dat iedereen om mij be
gon te lachen
Of ik tevreden wast Zóó tevreden,
dat, toen ik eenmaal in bed lag, ik mijn
best heb gedaan om mij niet door den
slaap te laten overweldigen, om den heelen
avond nog eens voor mijn geest te laten
voorbij gaan En dat was heel gemakke
lijk, zóó duidelijk stonden do gedchten van
de he eren en dames die ik het aardigst ge
vonden had. mij ï.og voor den geest Ik zag
•hen heen er weer 'oopen, elkaar toelachen,
m&t> elkaar praten, terwijl de muziek maar
steeds doorspeelde Maar de muziek scheen
al zachter te worden en meer uit de verte
ie komen en eveneens do stemmen der ca
valiers en der dameshun bewogingen wer
den onzeker hun gedaanten vaag vaar...
vaag. Ein lijk zag ik heelemaal niets
meer en ik hoorde ook niets meer Ik
was ingeslapen
27 November.
Wat zou mevrouw Morgan© triomfeeren,
»ls zij wist, dat ik mij vandaag gedragen
heb als oen weinig beschaafd menschWat
do herinnering aan mijn avontuur gemak
kelijk maakt tt> dragen is, dat zij er nooit
iets van weten zal. Luister dan naar do ge
schiedenis vader.
Overmorgen zal het huwelijk van Char
lotte plaats hebben. Tante, die het steeds
drukker heeft., hau Madeleine, miss Ashton
en mij da.j ook uitgezonden om een bood
schap te doen in de Avenue do d'Opéra.
Toen wij den wintel uitkwamen, was er
geen rijtuig mee-. De koetsier had de be
velen zeker slecht begrepen. Ik was ver
rukt over het vooruitzicht alleen, te voet,
naar huis te gaan, maar ik wachtte mij wel
mijn blijdschap te toonen, om het onge
lukkige gezicht van Madeleine, die mij op
een toon van schrik toevoegde, toon ik de
mogelijkheid opperde van te loopen
„Te voet naar huis gaan! Dat zou veel
te ver zijn. We zullen een rijtuig nemen".
Ik zette mijn raadgevingen voort, maar
in een anderen zin
„Wel, Madeleine, als je niet loopen wilt,
laten we dan in een omnibus stappen. Dat
is veel vroolijker dan een vigilante
„Ik weet niet of mama dat wel goed zou
vinden," antwoordde Madeleine zonder
eenige geestdrift.
„Is het niet zooals het behoort, om in
een omnibus te etappen V'
„O jawelmaar
„Ach, Madeleine, toe zoek nu geen
„maar"Miss Ashton, wilt u welt"
Miss Ashton maakte vaag het een of an
der teeken en Madeleine zei eindelijk op
een toon van berusting:
„Laten wij dan met de«n omnibus gaan,
daar dat soort voertuig zooaeer fcn je
smaak valt"
Zij zelf heeft de plaatsen genomen, en
zij, do aristocratische Madeleine, heeft als
een r cwoon sterveling :n de rij gestaan en
gewacht tot er plaatsen voor ons waren.
Zij scheen nog minder verrukt, toen zij
naast een dikken heer kwam te zitten, die
blies als *en zeehond, en tegenover twee
zeer jeugdig© heeren, die ons dadelijk de
eer hebben aangedaan, zeer ongepast
notitie van ons te nemen.
Plotseling stapte achter-op een mager-?,
gele, armoedige vrouw, met oen <ük, lcc-
lïjk klein kind op haar arm zij moest blij
ven staan, heen en weer geslingerd door
dc beweging van den omnibus. Ik dlaoht,
dat zij daar heel lastig stopd met dat kind
op den arm, en Ik fluisterde Madeleine,
dio steccb deftig zat, in liet oor:
„Zou ze niet gaan zitten?"
„Je ziet wel, dat er geen plaats is".
Dat was waar. Er waren veel oude da
mes in den wagen en eenige heeren een
zat te lezen c-en ander In zijn overpeinzin
gen verdiept en de twee jongelieden ver
vuld met. hun eigen beschouwingen, die
Madeleine verveelden. Ik zag het aan de
roode kleur van haar wangen, en aan den
overtuigenden plooi van haar wenkbrauwen
Zij waren zeker zeer vermoeid, daar zij
hun plaat§ niet aanboden aan die arme
vrouw met haar kind. Op dat oogenblik
deed een schok haar bijna omvallen. Dat
was al te erg! Ik cïacht er niet over na of
het zoo behoorde, ja dan neen, maar ik
stond op en riep de vrouw toe:
„Juffrouw, wilt u op mijn plaats gaan
zitten?"
IkMiad'do woorden-nog niet uitgespro
ken'of er weerklonken drie uitroepen:
Madeleine riep mij dadelijk toe:
„Arlette, je kunt toch niet alleen op het
balkon gaan staan! Blijf zitten"
Miss Ashton riep
„O, miss Arlette, u niet opstaan I Ik zal
gaan
En de twee mooie jonge heeren riepen
al*) één man
„Juffrouw, wees zoo goed mijn plaats te
nemen
Stellig niet, ik wou die r laats niet aan
nemen. En dat zei ik ook zoneter aarzelen:
„Dank u Maar u is zeker moe, ik
wil u niet noodzaken, te blijven staan
voor mij
De een werd rooc! als karmozijn, de an
der g'roen D hecsle omnibus keek
Een oude da.mo mompelde
„Heel goed, een goede les.
Madeleine scheen liet zoo benauwd te
krijgen, dat ik een vreesp'iik gevoel van
schaamte had, toen ik de vrouw naast
haar zag zitten op mijn plaats, terwijl ik
de plaats van mk>s Ashton moest nemen,
om aan het gebiedend bevel van mijn
nichtje te gehoorzamen
Dc dikke heer bromde dof voor zichzelf,
tc-rwiil wij aan het verwisselen waren:
„Wat zijn die vrouwen toch beweeglijk!
Men stapt niet in een omnibus, nis men
niet in staat is te blijven zitten."
Mij beschermeling wendde zich rood van
kwaadheid, tot mij:
„Het is schand-diik, mAnsohen, die hee
lemaal niet vriendelijk zim te hooren kla
gen over anderen, die het wel zijn!"
In den heelen omnibus liep een gemom
pel van gopdkpuring, dat dc gemdhik'-
heicl van den dikken heer nosr vermeer
derde, en hij begon te kibbelen met do
vrouw, zonder te luisteren naar den con
ducteur, die hun het zwijgen wou opleg
gen.
Ik was heelemaal beschaamd de oorzaak
te wezen van zooveel opschudding. Geluk
kig kwamen wij voor Satnt-Philippo du
Roule. Madeleine sprong meer uit den
verwensehten ccraseuse, dan zij er uitstap
te. Ik volgde haar. Ik begreep wel aan
haar gezicht, dat een boetpredikatie mij
wachtte en zich reeds prepareerde in haar
hoofd, en ik maakte mij gereed zo dapper
in ontvangst te nemen. Madame Morgan©
heeFt er mij zoo vaak op getrakteerd, dat
eentje mij geen schrik kan aanjagen.
Maar ze zei alleen, op een toon, dio mij
een openbaring was van haar geestestoe
stand:
„Nooit zal ik meer met je in een omni
bus gnan, Arlette, want je weet niet hoe
je je daarin moet gedragen."
„Weet ik niet hoe ik mij moet gedra
gen?"
„Neon, je weet ntet hoe je je behoorlijk
moet gedragen. Je geeft er een vertoontng
in van je zelf. Je bent dte oorzaak van
twist'
„Moest ik die vrouw dan laten staan,
met dat kind tot haar last?"
„Ja, da-t kon nu eenmaal niet anders.
Eenjong meisje moet zich nooit op den
voorgrond plaatsen'^.
„Ik heb er geen oogenblik over gedacht,
dat ik dat deed zei ik ik was boos, om
dat ik knorren kreeg om die verwenscht©
„onbehoorlijkheden". „Wees niet bang, ik
zal niet vergeten, dat men te Parijs alleen
aan zichzelf moet denken
(Wordt vervolgd.l