LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Maart.
Het conflict iusschen de tuinbouwveilingen en
de utnnenlandsche kooplieden (grossiers).
EERSTE-KAMER
0
Her Centraal-Bureau dor Tuinbouwvei
ling in Den Haag meldt ons
Nu de strijd tusschen de tuinbouwveilin
gen 011 de grossiers niet meer tot het vei
ling-» terrein is beperkt gebleven, maar tot
aan don kleinhandel, ja, zelfs reeds tot
aan do consumenten, is uitgestrekt, komt
tiet ons gewensoht voor, omtrent de vei
lingen in het algemeen en dezen strijd in
het bijzonder, een 011 ander to publiceeren
Er beslaan in Nederland ongeveer 180
tuinbouwveiHngsvereenigingen, waarvan
ongeveer alle tuinders (pl ni 60.000) lid
zijn Do producten worden door de tuinders
op dc- veilingen aangevoerd en daar bij
afslag verkocht door midd van een af
mijn toestel.
ln 1918 bereikten de gezamenlijke vei-
lingsomzetten een totaal bedrag van bijna
120 rnillioen gulden; in 1920, ondanks de
ongunstige omstandigheden en den slech
ten fruitoogst, oen bedrag van meer dan
60 rnillioen gulden. Uit deze cijfers blijkt,
van welk e^i enorm belang d-c veilingen
voor den tuinbouw zijn.
Een rechtvaardiging van het veilingssy
steem te geven zou ons te ver voeren; ge
noeg zij op to merken, dat, sinds het vel
Ijmgsysteerh is ingevoerd, aan het den-
boer-opgaan van gewetenloozo commissio
nairs een èind.e is gemaakt on de tuinders
den werkelijken marktprijs voor liun pro-
chieten ontvangenimmers, op d'o veilin
gen wordt do prijs bepaald door vraag en
r.: nbod
Uit den aard van het veilingsysteem
volgt, dat op de veilingen twee categorieën
van personen noodzakelijk zijn: tuind<ers,
die aanvoeren, on kooplieden, die afnemen
De kooplieden zijn dus voor het veilen
oan noodzakelijk clementsteeds hebben
da veilingsbesturen dat ingezien en zoo-
voel mogelijk met hen overleg gepleegd
oangaanclle hun wenselien
Hoe is dan nu plotseling een felle strijd
tusschen veilingen en kooplieden ontstaan?
Do veilingen wenscliten r. mheidsfust ln
te voeren«dat beteokent: 'gelijkvormige
manden en kisten, die eigendom der vet-
ling3vereenigingen zijn. Uitgeroeid dlencPe
namelijk te worden het misbruik, dat tuin
«Ier A zijn tomaten in een mandje van 0
pond, tuinder B in een van 7Vc pond, tuin
der CJ" in een kistje en tuinder D in een
zakj e aanvoerde
Uit de. invoering van oonheacisfust volgde
de slijtagehuur dat betcekent, dat de koop
lieden, die die door Tien gekochte producten
niet binnen 24 uur hadden overgepakt in
eigen, fust, huur zouden moeten betalen we
gens gebruik van. het fust der veiling.
Reeds in 1919 werd dooi* do veilings
besturen in Zuid-Holland op betaling van
huur aangedrongen, echter zonder succes,
ïn Mei 1920 weigerden de kooplieden lan
ger huur te betalen in Loosduinen, waar
deze beffing reeds vroeger was ingevoerd
cJo besturen der beido Locsduinsche veilin
gen besloftoii echter tot iederen prijs de
heffing te handhavenbijna kwam het tot
oein staking, toen op bet laatste oogenblik
door de kooplieden en de twee veilings
besturen beslaten werd de kwestio voor een
Scheidsgerecht te brengen, welles uitspraak
bindend zou zijn voor beide partijen voor 2
jaar. Het Scheidsgerecht werd gevormd
door twee afgevaardigden der kooplieden
en twee afgevaardigden der veilingen, cULo
als onpartijdig voorzitter kezen prof. mr.
Voraart. Deze Commissie-Veraart over
woog", dat het met do billijkheid als met
het recht overeenstemt, dat cr door de
kooplieden wordt." bijgedragen lot het in
damt houden van een fust, waarvan het
vocviureald gebruik den kooplieden in niet
geringe mate ten gcedo komt" cn bepaalde
/.uj do Looaduinseho Groent en veilingen
gedurende dan termijn van 15'April 1920 tot
1922 tciT laste der kooplieden een slijtage -
geld zal worden geheven van 1 pöt., ter
wijl van fust dat aanstonds na don ver
koop op de vediiAg zelf wc.rdt geledigd, geen
heffing verschuldigd is"
Hiermede is voor <le veilingen da recht
matigheid der si ij bag cheffin g 'vastgelegd.
Zich beroepende op dezo uitspraak, wil
den nu ook andere veilingen slijtagehuur
invoeren: mot liamo do veiling to Leiden.
Heb Leidsche vcilingsbestuur gaf aan do
Leidscke kooplieden kennis van zijn voor
nemen en noodigete hen uit tot besprekin
gen. Aanvankelijk waren de Leidsohe koop
lieden niet ongenegen een billijke huur to
betalen, tot. plotseling do Nederlandscho
Federatie van Binnonlandsche Kooplieden
op heb terrein verscheen, do Leidsche
Kooplieclenvoreeniging in haar Organisatie
opnam slijtagehuur portin en fc weigerde en
tob staking overging.
Do Leiclschë veiling pakte dc zaak direct
forseh aan, zoodat do Leidsche burgerij geen
dag groenten behoefde te missen, maar zij
tegen veilingsprijzon kon betrekken.
Inmiddels trachtten wij voortdurend tot
overleg met do kooplieden te ko-men zij
weigerden echter pertinent ieder overleg; be
sloten op alle veilingen in het Westlnnd
tegen zeer lage prijzen te lcoopen, om aldus
hun Leidsche collega's to steunen op Maan
dag 28 Februari werd dit besluit inderdaad
ten uitvoer gebracht.
Een storm van verontwaardiging ever
dezen aanslag op de v.eilin-gsorganisatie ging
op in heel het Westland alle veilingen wer
den direct stop: gezet, cn met enorme meer
derheid word in de vergaderingen besloten,
zelf de producten naar de steden te voereo
en het uit de hand verkeopen strafbaar te
stellen.
Wij steljlon ons onmiddellijk in verbinding
met de gemeentebesturen van Den Haag, Am
sterdam, Rotterdam cn Haarlem en mochten
de volledige medewerking ondervinden, zoo
dat de verkoop aan de kleinhandelaren overal
rustig kon geschieden-
Hiermede hebben wij oen overzicht van het
ontstaan van den strijd gegeven- Hoe hij ver-'
loopen zal is nog niet te overzien-
De voilingsorganisatio is vast besloten den
strijd door te zotten, daar zij er niet slechts
in ziet een strijd legen do slijtagchefiing,
maar vooral een strijd om de macht- Wie zak
do baas zijn op de veilingen, de tuinders of
de' kooplieden Dit is dc inzet van den strijd
en daarom moeten wij hem doorzetten met
allo middelen en alle gevolgen- Het gaat
voor den tuinder om het zijn of het niet-zijn
hunner vcilingavorocnigmgen want een
veiling, waar de kooplieden de baas zijn, Is
geen veiling meer I
In bijna allo steden hebben do kleinhande
laren onze zijde gekozenzij hebben daar-
medo verstandig gedaan, want de machts
wellust dor grossiert* beperkt zich niet tot do
veilingen reeds vroeger werd ons de eisch
gesteld, dat do kleinhandelaren en de consu-
mentenvereenigingen van de veilingen moes
ten worden geweerd wij .hebben dezen eisch
afgewezen. Maar zouden wij thans den strijd
verliezen, aan zou ook deze cisoh onmiddel
lijk worden doorgezet en aldus de veiling-
handel door een klein: aantal grossiers zijn
gemonopoliseerd.
De kooplieden hebben iedere poging om
toü overleg te geraken, pertinent afge
wezen. l)e tuinders hebben zien voortdurend
bereid verklaard tot overleg, omdat iedero
stagnatie op de veilingen hun scnade doet.
Daarom hebben wij den eisch goste.d. d.'.t
evontueele geschillen geen stagnade op de
veilingen mogen veroorzaken, maar langs
echeidsrechteljjken weg moeten worden op
gelost. Terwijl dit ook op sociaal en zelfs
op internationaal gebied als de meest aan
gewezen vorm wordt beschouwd om ge
schillen op te lossen, zjjn de leiders der
kooplieden oen andere meening toegedain.
Vo.'gens hen geeft een arbitrale uitspraak
geen voldoende zekerheid; ook prof. Ver
aart zou geconcludeerd hebban op onjuiste
gronden! Niet alleen mondeling' is echter
de zaak door het scheidsgerecht behan
deld, maar het wederzijdseh standpunt is
in een tweetal igemories schriftelijk uiteen
gezet, zoodat de kooplieden-arbiters ten
volle in de gelegenheid zijn geweest, do
argumenten der tuinders-arbiters te ont
zenuwen! Het is toch al te naïf om dan
achteraf een uitspraak nog te diskwaliti-
ceeren.
De tuinders zijn dus tot dezen strijd
gedwongen, omdat overleg door de koop
lieden eenvoudig geweigerd is. De veilin
gen moeten nu zelf den binnenlahdeclien ban
de, ter hand nemen ten einde te voor
komen, dat de groenten bederven of de
steden zonder groenten zitten. Een gewel
dige last is daarmede op onze schouders
gelegd, maar wij rekenen op de medewer
king van de gemeente-besturen en van de
kleinhandelaren. Mocht in eenige steden,
tengevolge van den strijd; een tekort aan
groenten ontstaan, dat dan de winke'.icrs-
vereenigingen, of de marktbesêuren ons
waarschuwen, want stagnatie in de voed
selvoorziening moet zoo mogelijk worden
voorkomen.
Daarom zijn wij onder deze omstandig
heden ze'fe bereid onze producten aan win-
keliersvefeenigingen of combinaties ran
winkeliers ter plaatse te leveren.
Vergadering van gisteren.
Hacgc Colleges-
Aan de orde is de behande'ing van Hoofd
stuk II der Staalsbe^rooting 1921 (Hooge
colleges van Staat cn kabinet dar Koningin).
De lieer VLIEGEN (S. A. P.) criti-
scert de militaire wacht voor de Eerste Ka
mer. Spr. vraagt of deze ie bedoeld als
eerewaeht of als bescherming van de leden.
Do heer Vliegen is van meening, dat dezo
bewaking overbodig en stelt een motie
voor. waarin de Kamer verklaart, dat zij
op behoud van de militaire wacht voor <le
Kamer geen prijs stelt.
Op voorstel van.den VOORZITTER wordt
besloten, deze motie te doen drukken en
-ronddeepen en de behandeling er van te
houden op een nader te bepalen dag.
Do begrooting wordt hierna z. h. aan
genomen.
Begrccting Fiiiauciëu-
Aan de orde is de behandeling van Hoofd
stuk VIIIB (Financiën).
De lieer GILISSEN (R.-K.) dringt er
op aan familiestukken niet als belasting-
object te beschouwen. Ook wenscht hij geen
belasting op pleiziervaartmgen. Eveneens
zou spr. het betreuren, indien de Regesrmg
nu een belasting opi de handelstransacties
ging heffen. De tijden voor de conjunctuur-
belasting zijn voorbij en .wij zitten nu in
een algeraeene financieel© malaise. Indion de-
Minister deze belasting echter een'g) jaren
tevoren had ingediend, zouden er belang
rijke baten voor de schatkist'uit zijn voort
gevloeid.
Ten aanzien van de vervalschiüg van zil-
vorbons en bankbiljetten, erkent spr., dat het
moeilik is, om deze ven'alsching te voor
komen. Toch is spr- van' meening, dat er
wel middelen gevonden kunnen worden, om
deze overtredingen tegen te gaan.
In de eerste -plaats zou cle heer Gilissen
bepaald willen .zoin, dat de zilverbons en
bankbiljetten niet meer dan één keer door
de Bank worden uitgegeven. Ook zou liet
gevaar" voor namaak onderschept kunnsn
worden door bet gebruik van een bijzondere
soort papier.
Voorts oritisec-rt spr. de gemaakte fout,
dar er bankbiljetten van f40 zijn uitgegeveu,
waarop de waai do van f60 stond vernield.
Gaanio zou hij hierover nadere inlichtingen
van den Minister ontvangen.
Sprekende over. den finaneieeleu toestand
van ons land, zegt de heer Gilissen het licht
zinnig te vinden, te spreken over een heffing-
ineens ter aflossing van de crisisechu'.d, zon
der daarbij te denken, aan de enorme schade^
welke hierdoor' zou worden toegebracht- aan
handel en: industrie.
Ten slotte dringt spr. er op aan, om niet
oen eventueel surplus van het Lemingfonde
te gebruiken vóór dekking van cle gewone
uitgaven, om een snellere aflossing te ver
krijgen.
De lieer DE VOS VAN STEEN WIJK.
(O.-H.) maakt eenige opmerking) over de
wijze van storting der aandeelen in de ge
dwongen Ieening en klaagt er over, dat
deze alleen te Amsterdam kan geschieden.
De liêen VAN EMBDEN (V. D.) herin
nert aan den duurtebgslag voor de predi
kanten en wijst op den grootea noodtoestand,
waarin vole predikantsgezinnen verkeeren
en bepleit ook" terugwerkende kracht der
pensioenregeling voor leerarenweduwen.
Voorts brengt spr. hulde aan de directie
van de Nederlandscho Bank, welke geheel
werkt in het algemeen belang.
Spr. herinnert aan do herhaalde critiek
van den heer Van Gijn cn hij vraagt zich
af ol die critiek hier wel noodig was.
Het hoeft den schijn of de heer Van Gijp,
die nog wel koninklijk commissaris der
Bank is, het bestuur van de Bank tracht
te ondermijnen.
Spr. vraagt of het wel aangaat, nog
steeds den particulier van den functionnaris
te scheiden. Indien de heer Van Grju, ge
woon commissaris was,- zou zijn positie reeds
ïang onhoudbaar zijn geworden.
Ten slotte wil spr. vragen of de Minister
do verzekering kan geven, dat het gezag
van den koninklijken commissaris tegenover
de directie der Nederlandsche Bank en de
persoonlijke verhoudingen van dien aard
zijn, als voor een goede uitoefening der
functie van dien commissaris noodzakelijk is.
Do beraadslagingen worden geschorst.
Oorlogsbegrooting.
Aau de orde is voortzetting van de be
handeling der oorlogsbegrooting.
De heer VAN EMBDEN (V.-D.) wil voor
opstellen dat hij erkent de waarde van onze
onafhankelijkheid, zoowel de ideëele als de
maatschappelijke. Voor de hsndhaving van
vrijheid en vrede, van onafhankelijkheid en
neutraliteit, hebben we vooralsnog een leger
noodig. Ook spr. verafschuwt den ocrlog,
maar nationale defensie is nog onvermijdelijk.
Ook bij de internationale defensie zal een
icger noodig blijken.
Spr. stelt zich op het standpunt, dat
slechts oen beperkte macht moet beschikbaar
werden gesteld, omdat een leger slechts
vertegenwoordigt eea beperkte waarde, of
garantie voor de verdediging van ons land.
Door zich te wapenen schept'men sleeh.s
een kans om te ontkomen aan overweldiging.
Als* zoodanig) heeft een verdediging alleen
eon relatieve waards.
Spr. is van meening, dat de ingediende
begrooting een te groot tekort aanwast, om
in een voldoende bewapening te voorzien.
Waar zoodoende slechts e:-n betrekkelijke
verdediging wordt bereikt, acht spr. heb
hier een mooi terrein om te bezuinigen.
Tientallen van millioenen kunnen op deze
uitgaven wordon bezuinigd. 25 h 30 rnil
lioen acht do lieer Van Embden ruim vol
doende voor onze corlogsuifcgaven als be
perkt bedrag voor oen beperkte bewape
ning.
Ook door het vertrouwen van de nabu
ren kan onze onafhankelijkheid worden ver
sterkt. SpT. is van meening, dat dit vertrou
wen door opvoering der bewapening slechts
geschaad zal worden.
Uit liefde voor zijn vaderland, verklaart
'spr ten slotte, ::a!> hij zijn stem niet aan
"deze begroeting kunnen geven.
De MINISTER VAN OORLOG betoogt, ah
antwoord op de rede van mevr. Pothuis
Smit, dat ontwapening'niefc mogelijk fa, aan
gezien wie zich ontwapent, "ook van verza
diging afziet.
De Staat beeft evenwelden plicht zjjn
onderdanen te beschermen.
Wat betreft hef ideaal van mevr. Pot-huin
'om in de toekomst tot ontwapening te ko
men, ook spar. hoeft dit ideaal.
Verder is gevraagd, waarom de Minister
niet mee kan gaan met het denkbeeld, dat
do neutraio staten moesten voorgaan met da
ontwapening.
Deze kwestie acht spr. heel eenvbudig,
ni. omdat neutraliteit slechts een tijdelijke
eigenschap is.
Ten aanzien van de opmerkingen van den
heer Van Embden zegt spr. dat het ook
zyn herhaalde malen uitgesproken overtui
ging is, dat de bewapening van een fand
slechts een relatieve waardo hoeft.
Voort;, verklaart de Minister, dat de Re-
gceriug deze begrooting durf do verhoogen,
omdat zij overtuigd was, dat zij dit moest
doen.
Wat betreft het korp3 maréchaussee, juist
om dit uitstekende korps to behouden, aar
zelt apr. om onoverwogon maatregelen te
nemen, waardoor het peil waarop het korps
thans staat, ernstig gevaar zou loopen.
Een te sterke uitbreiding zou heb gehalte
van het korps verminderen.
Ten aanzien van cle poli tie troepen, zegt
spr., dat deze zijn opgericht, om de maré
chaussee, welke geleidelik legerdiensten
moest verlichten, haar eigenlijke bestem
ming terug te geven.
De Minister zegt toe, dat hij uitbreiding
van het korps maréchaussee gaarne in na
dere overweging zal nemen.
Met betrekking tot de cavalerie zegt cle
Minister, dat hij niet kan meegaan met de
meening, dat dit wapen om de hooge kosten
moest worden opgeheven.
Wel is spr. van meening, dat een zoo
zuinig mogelijk beheer bij dit wapen, dat
eigenlijk uit zich zeil' hooge kosten mee
brengt, noodzakelijk is.
Z. k. s. worden aangenomen de vesting-
begrooiing en de begrooting van het Fonds
ter verbetering van de Kustverdediging.
Mevr. POTHUISSMIT (S.-D.) replicee-
rend blijft aandringen op .ontwapening.
De heer SMEENGE (U.-L.) blijft uitbrei
ding van het korps maréchaussée op dit
oogenblik noodzakelijk achten.
De heeren IDENBURG, POLAK, VAN
EMBDEN en VERHETEN repliceeren even
eens
Na dupliek van dón MINISTER wordt
de begrooting aangenomen met 25 tegen 6
stemmen.
Tegen stemden de heeren Mendels, Van
Embden, Van Kol, Polak, Slingenberg en
mevr. PothuisSmit.
De vergadering wordt hierna geschorst
tot hedenavond halfnegen, ter voortzetting
van do behandeling der begrooting van Fi
nanciën.
A v on d-v er-g-adoring.
Begrooting financiën.
Aan clo or do ia voortzetting van de be
handeling dor begrooting van Financiën.
Dc heer VAN DER LANDE (R.-K.) be
pleit bescherming van handel en industrie.
Spr. vraagt den Minister do onbillijkheid
weg le nemen, dat vele industrieën belast
zijn met invoerrechten, terwijl andere on
belast zijn.
Do heer GEERTSEMA L.) bepleit
iets royaler vergoeding voor do leden der
raden van beroep.
Do heer VAN WASSENAER VAN CAT-
WIJK (C.-H.) klaagt over de zware belas
ting op do biljarten
Do heer POLx\K' (S. D.) beklaagt zich
over do niet-uitvoering van do motie-Kete
laar' iDzako do pensioenstorting van gepen-
sionncorden en wachtgelders.
Do heer LUCASSE (A.-1L) komt op
tegen do hersobatting van de waarde van
het meubilair door de ambtenaren van den
fiscus.
MINISTER DE VRIES zegt, dat het on
billijk zou zijn indien bij do hersehatting
goen rekening was gehouden met de waar
de van liet oogenblik.
Ten aanzien van do zilverbons zegt spr.
dat do vervalsching gelukkig geen grooten
omvang heeft aangenomen.
Wat. betreft de vragen over de predakants.
tractementen' zegt spr. dat dit geen taak
voor do overheid is.
Sprekende ovor verhooging der pen
sioenen van ambtenaren zegt de Minister,
dat bot initiatief hiervoor van de Kamer
moet uitgaan.
Ton aanzien van do kwestie-Van Gijn
zegt- spr. dat do verhouding van den beer
Van Gijn niet to vergelijken is mot dio van
do gewono commissarissen.
Wat bet-reft de tariefabelastwig, is spre
ker genegon de bestaande onbillijkheden
weg te ncmon.
Bij c3e replieken dient do heer Van Emb
den een mofcio in, houdend!© t©rugwerkendo
kracli b voor de pensioenen van leeraren
weduwen.
Deze motie zal op nader te bepalen dag
worden behandeld.
Na re- en duplek wordt de begrooting
z. h. st. aangenomen.
Eveneens z. h st. aangenomen ontwerp
tot wijziging van art. 75 der wet op de Oor-
logswinstbelasting.
De vergadering wordt hierna geschorst
tot morgen 11 uur.
Door Henri Arclell. Naar het Franscb.
(Nadruk veibodeji).
Ik zie 'i in zijn oogca. ik begrijp 't uit-
hetgeen hij zegt- cn.wat hij'niet zegt. Som
tijds, als hij praat met- tante of met zijn
vriend Pierre, zegt liij iets, dat mij heel
eenvoudig lijkt, en tante, of Pierro
.begint te lachen. Ik begrijp de reclelï van
dio plotselinge vroolijkheid volstrekt- niet
at hindert mij Ik heb lust om Guy too te
3 ocpcii: ,.Jc bent immers mijn vriend;
eer mij alles bëgrijpen Wat de groote raen-
selicn zeggen! Ik ben geen klein kind meer 1
Ik ben bijna achttien jaar!
niets van dien aard, niet
omdat Madeleine rnij haar eeuwig: ,,Dai
hoort zoo nietZOn toefluisteren, maar
omdat ik het wel prettig vond een soort-
baby te blijven vóór" Guy, waarvoor hij
verplicht is zorg to dragen
16 November.
Te. beginnen met vandaag houd ik van
Po rijs! Hel is nu niet alleen voor mij een.
on motel ij kc verzameling huizen, waar tus
schen in hier cn daar eenige booïnen ge
worpen zijn, waarvan do arme wortels door
het ospholt verpletterd worden. Ik heb be
grepen, dat liet zijn eigen schoonheden
heeftik ha<l volkomen ongelijk, toen ik
/.e niet. opmerkte, omdat ze verschilden
\ari da öéhopiuieden,die ik boven alles
liefheb; the, welke door den goeden God
f?'"maakt zijr en waar de mensehen niets
aan gedaan hebben, zooals do zee, de on
dergaan clo' zon, de bloemen
Wat mij verzoend heeft niet Parijs, dat
is mijn bezoek van vandaag aan do Noire
Dame, en dat bezoek heb ik aan Guy te
danken. Gisteren, toen ik Madeleine vroeg
naar ons programma van den dag van he
den. antwoordde zij met een lijst bood
schappen, die hom deed terugdeinzen.
,,WaU Zooveel bezigheden op één mid
dag Maar jc zul; die arme Arlette nog
dood makenOm niet eens lo spreken, dat.
zij zich doodelijk moet vorvelcn. zoo voort
gesleept to worden van den eencn winkel
naar den andéren
Wat dat betreft vergiste Guy zich vólke
rn cn Maar ik heb er niet over gedacht to
gen te spreken, toen ik hem hoorde voort
gaan; „Het zou voel boter zijn, als zij eens
iots van Parijs zag. Louise, laat haar dan
„ronddwalen" onder de vleugelen van miss
Ashton, als je zelf geen tijd hebt haar to
chaporonneeren".
„Dat zou heel goed zijn", antwoordde
tante, „indion miss Aühton Fransch sprak.
Maai- sij broddelt nog net zoo erg, als toen
zij pas uit Engel rui cl kwam. Zij en Arlette
zouden elkaar niet begrijpen en zouden
elkaar kwijt raken in Parijs, zoodra ik ze
alleen liet gaan".
„Maar jc zou ze onder mijn geleide kun
nen laten gaan. Zog, Arlette, heb je lust
met je lijfwacht de Notre Dame te gaan
bekijken, bijvoorbeeld, omdat jo zooveel
van kerken houdt en mij tol geleide mee
te nemen?"
Ik nam dit voorstel met groote ingeno
menheid aan. Maar tante aarzelde, ik weet
mot waarom. Zij mompelde óenig© woor
den tegen Ow, waaronder ik het geliefde:
Zooals liet hoort/' van Madeleine opving
Eindelijk heeft. Guy gelukkig zijn plan de
zegepraal doen behalen en vandaag zijn wij
met ons drieën op weg gegaan naar clc
Notie Dame in een écraseusc. volgens mijn
verlangen. Ik houd altijd veel meer van
die éeraseuses, waarin men licht en lucht
hcert, dan van vigilantes, echte doozen
op wioten. waarin men haast geon adem
kan halen.
ONotro DameGuy had wel gelijk mij
daar naar toe te brengen Eerst om de
bloemenmarkt, daar vlak in de buurt, en
waar liet zoo lekker ruikt naar seringen
en rozen uit het Zuiden en ten tweede,
omdat, de kerk zelf. zoo schoon is, dat ik
er dadelijk van onder den indruk kwam.
Ik was "vol eerbied, toen ik daar binnen
trad, bij do gedachte alleen van het aantal
jaren, waarvan het gebouw den last draagt
De kerk maakte op mij den indruk van
oen oude, zeer edele, zeer majestueuze en
zeer welwillende dame, die u d'adelijk het
verlangen inboezemt voor haar noer to
knielen
Guy, dae echt. een ware aanbidding heeft
voor do Notre Dame, al is hij een Parijze-
naar, heeft verklaard, dat wij ons als rei
zigers moesten voordoen en alles bekijken.
Wij hebben dan ook alles gezien, de schat
kamer en d© torons or onder begrepen.
Toen wij boven op dien toren waren, na
trade voor trede te zijn opgeklommen, had
ik een gevoel of ik midden in den hemel
was overgebracht. Boven aan bet oneindig
aantal trappen g-ckomen, dio wij moesten
opklimmen zag ik blauw boven mijn hoofd
on nog oens blauw, een oneindige uitge
strektheid blauw, teer,, zaelit-blauw, door
geen wolkje beschaduwd; en toen zonne
schijn, heider en doorschijnend, waarin ik
inij gehuld voelde, evenals ln den wïntcr-
wmd. die ons in het gezicht snèed. Rondom
ons niets dan de ruimte, vol licht. En dan
aan onzen voet, heel in de laagte, heelc-
maal verpletterd, do massa huizen, die' zich
zoo ver.uitstrekten, dat zij ineèn smolten
of zioli vermengden met den nevel aan den
horizon. Ik werd aangegrepen door het
bewustzijn, er zooveel te zien, te denken
aan de groote hoeveelheid menschen, die
onder die tallooze daken woonden, welke
schitteren in de zon menschen, die ik niet
kende, die ik nooit zou leeren kennen, die
de een heel gelukkig, de ander, ach,
housch ongelukkig waren, want 't schijnt
dat er ook heel veel ongelukkige menschen
pp de wereld ziin
„Waar peins je over, Arlette, met (lat.
ernstige gezicht?" vroeg Guy.
„Ik vroeg mij af of er in al die huizen
stollig meer gelukkige dan ongelukkige
menschen wonen. Er zijn meer gelukkigen,
nietwaar?"
„Laten wij dat. maar hopen".
„Geloof je het niet, Guy? Jc spreekt zon
der overtuiging'".
„Dat komt, omdat je daar een belang
rijk vraagstuk opwerpt, koninginnetje, dat
massa's wijsgeoren heeft doen peinzen,
zonder te worden opgelost. En ik, die niet
bepaald een geleerd wijègeer ben, zou mij
niet gaarne bemoeien met de oplossing.
La; ons hopen, dat do sorn der sterve
lingen, die tevreden zijn met bun lot, het
wint van de som clergenen, die bet niet-
zijn en aldus gedragen wij ons ate vol
maakte optimisten
Op dat oogcalblik begreep ik aan den
Mik, aan den toon van Guy. dat hij sprak
uifc oudermannen-ondervinding, en ik had
zoo graag in zijn gedachte willen doordrin
gen, om to ontwarren wat- daarin ge
schiedde. Onze oogen ontmoetten elkander
en van toon veranderende, besloot hij
vroolijk
„Ik veronderstel trouwens, dat ik tot
een bekeerde preek. Ik behoef jo geen toe
gevendheid aan to bevelen tegenover het
arme leven, dat maar al te raak belasterd
wordt, zelfs door hen, die er het- meest aar
verplicht zijn. Stel jc maar langen rijd
tevreden heb jo zoo verleidelijk voor te
stellen als de paleizen, bewoond door uo
feeën je vriendinnen".
„Neen, zoo stel ik het mij volstrekt niet-
voor. Yooi mij gelijkt, hot leven op een ra.u
mijn geliefde voetpaden daar ginds, bij
Douarnenez. langs clo zco Mijn ge
liefkoosde weg is niet mooi over zijn ge
heel© lengte op soramigo plaatsen is hij
begrensd door een rand van heideplanten,
stekende brem en allerlei lieve plantjes;
dan verdwijnen die weder en cr blijft niets
anders ovci als mager en in den zomer
verdord gras Maar zonder zich te bekom
meren om zijn omgeving, loopt mijn voet
pad steeds voort tot heb plotseling stil
staat voor een kolossaio sokeur in do fa-
la-ise Dat is bet ledig Het-
einde."
Ik had zulk een genot van mijn dierbaar
voetpad to kunnen spreken, van waar het-
uitzicht op de zee weergaloos schoon is, dal-
ik de plaats vergat, waar ik mij bevond
en ik was haast- verwonderd, toen ik de
stem van Guy hoorcin klinken:
Rots lang? dë kust.
(Wordt vervolgd