No. 18704c LESDSCH DAGBLAD, Woensdag 23 Februari. Tweede Blad. Anno 192L BINNENLAND. FEUILLETON. ü©©f De Rijkskolendistributle en de Limburgsche steenkolen. Op de vragen van het Tweede-Kamerlid den heer H. li. M. Hermans be.reffende de $rgzen door de Rijkskolendis.rib.nie betaald voor de Limburgsche steenkolen; toeken ning van premiën; het tekort van de Rjjks- koiendiitributie; beperking van de steen- kolenpr.iductie en wijz'glng van het Mijn reglement, heeft de mintster van Landbouw geactwonrJ. Voor de door de Rijkskolendislribuiie ge distribueerde kolen ontvingen de Limburg sche mijnen in de tweede he ft van 1920 naar 'gelang van do soorten, welke werden geie- verd, f 15 50 h f 30.75 por ton. De gemid delde prgs bedroeg in December f 27,87»/. Ser ton. In dit gemiddelde zijn de cok93 en e steenkoolbriketten meegerekend, welke producten hoogcr in prgs z ;n dan steenko len (resp. f38.25 en 131 per ton). Boven deze prgzen ontvingen de mijnen ivan 1 Juni 192(3 af een premie van f25 per ton voor hetgeen, gerexend per werkdag, meer werd afgeleverd, dan go niddeld in de eerste vgf maanden ter bes rliikking van de Bgkskolendistribulie was gesteld. Deze p e- mie is uitbetaald over 298 749 ton. Gere ;end ovei de totale aflevering ia deze premie neergekomen op een verhooging van c a. 13.24 per ton. De aanleiding tot de invoering van deze ■premieregeling was gelegen in de omstan digheid, dat de Limburgsche mijnen op een prijsverhooging aandrongen, terwijl de mi nister inderdaad moest erkennen, dat er, in verband met de gestegen productiekosten, reden bestond, aan de wensclien der mijn- besturen tegemoet to komen. Hij he f.; echter gemeend, een verhooging afhan:;e ijk ie moe ten stellen van het opvoeren der produotis en daarom geen prijsverhooging, doch eon premierege ing ingevoerd. Deze premierege ling is op 1 Januari ingetrokken en gewjj- iigd in een prijsverhooging, welke neerkomt .op f 1.50 per ton en hoeft gegolden tot 16 Januari, na welken datum de Limburg-cche kolen niet meer door de Rijkskolendistriba- tic zijn gedistribueerd. De daling van de buitenlandsche kolen- prljzen, welke sedert October van het vorige jaar even snel als scherp is mgetrelen, heeft uiteraard tot gevolg gehad, dat groote verliezen zijn geleden zoowel op de voor raden in de voorafgaande maanden voor de fwintervoorriening aangsleg! als op Lonen de contract m Bij den aanvamg ven 1920 be schikte het Centraal Verre .enkantoor vor Brandstoffen, dat frita'g'i de e'gemres van do voorraden Ï3, doch waaraan de Staat voor de financiering van deze belangrijke voorsonotten verleend had, over een zeer groote reserve, waarmede eventueole verlie zen op voorraden, die bij een eindigen van de regeeringsbemoeiing wa rschijnl k waren te achten, zouden kunnen worden gelakt Op die reserve is in den loop van 1920 sterk ingeteerd, aangezien het in het be ang van de instandhouding van ons maatschappelijk leven dringend noodig was, de toch reeds ïoo ontzaglijk gestegen prijzen der steen kolen in de tweede helft van 1920 niet nog neer op te voeren. Een wetsontwerp heeft hel dep. van Land bouw reeds verlaten, waarbij „pre memo rie" een post is uitgetrokken om het nadee- jte saldo der brandstoffenvoorziening te 'dekken. Het is toch niet mogelijk, thans reeds vol doende gegevens mede te dee'en omtrent het hiervoor benoodigde bedrag. Dit hangt af èn van den prijs, voor welken de voorbanden ko'.envoorraad zal verkocht worden, én van 'de aanspraken, die de staatskas zou Kamen laten g-lden op aanwezige baten van het C. V. Bwaaromtrent nog onderhandelin gen gaande zijn. Het is den minister bekend, dat de steen- kolenproductie in ons land wordt beperkt Zulks ia noodzakelijk, omdat er op dit ogenb ik geen voldoende vraag naar sin- kolen meor bestaat om de produ-tie op het hooge peil te kunnen houden waarop zij in de laatste maanden van 1921 stond. Tot een inkrimping van het aanta' arbeiders zijn, volgens de verkregen inlicht'ngen de mijn- testuren in liet algemeen nog niet orargo- Voor zoover dit zal moeten geschie den, geldt bjj de staatsmijnen de_ regel, dat voor ontslag vooralsnog alleen in aanmer king komen de niet in Nederland gevestigde arbeiders. Naar aan den minister is mede gedeeld, wordt deze regel ook door do direc ties van de particuliere mijnen toegepist. Omtrent do voorgenomen wijziging van het Mijnreglement 1906 is het overleg tus schen do betrokken autoriteiten nog han gende. Zoodra dit overleg zal zgn beëindigd, zal over de noodig geachte wijzigingen het ad vies worden ingewonnen van een voor dit doel in te stellen commissie uit den Hoogen Raad van Arbeid, waarin onder meer ver tegenwoordigd zu'len zjjn de Arbeidsinspec tie, het Staatstoezicht op de mijnen, de werkgevers en de organisaties van werkne mers Vervolgens moet nog de Raad van State worden gehoord. Hoeveel tijd met eon en ander gemoeid zal zjjn, is bezwaarlijk van te voren vast te stellen. Het is daarom niet mogelijk met stelligheid mede te doelen, t gen welk Ind- stip de "bedoe'de herziening haar beslag zal hebben gekregen. Wachtgelden Ingediend is een wetsontwerp tot verhoo ging van de wachtgelden, genoten ren ge volge van de ontbind,ng van arrondissem.n.s- rechtbanken, kantongerechten en raden van beroep. Nu bp de wet van 29 Mei 1920 de pensioe- neu en bij Kon. besluit van 12 Augustus 1920 de wachtgelden, toegekend krachtens j bet wachtge denbes'.uit met 49 pCt. zjjn ver- j boogd, komt het den minister van JujÉitie. I eveneens redelijk voor, dat in deez fds mate j werden verhoogd de wachtgelden, die geno ten woraen krachtens de wetten van 9 April j 1877, 7 April 1911 en 1 Mei 1917, waarbij I gewone gerechten en rad3a van beroep (on gevallenverzekering) werden ontbonden. Immers, de ingevo'.go die wetten toega- kende wachtgelden zjjn berekend naar de sa larissen, welke golden vóór 1 Januari 1918. Ook ten behoeve van deze groep wachtgelden behoort derhalve rekening te worden gehou- i den met de waardevermindering van het geld, welke sind3 de toekenning dier waeht- I gelden heeft plaats gevonden en wordt in verhand daarmede evenals voor de pensioe nen en de wachtgelden .toegekend ingevolge het wachtge'denbesiuit, een verhooging met 40 pCt. voorgesteld. Uitvoer van kaas. De N. U. M. kan consenten endosseeren voor uitvoer van 75 pCt. van de kaas, voor zien van het Rijksmerk, gedurende het tijd vak van 30 Januari tot 27 Februari 1921 be reid of te bereiden door producenten, die zich schriftelijk hebben verbond.n tot nako ming der hun met betrekking tot de binuen- landsche ma.kvoorziening opgelegde verpiich tingen. De minister van Landbouw beeft besloten, tot nadere aankondiging met ingang van 16 Maart 1921, dispensatie te verleenen van bet verbod tot uitvoer van kaas, voo-r zoover be treft kaas, welke overeenkomstig de aandui ding, voorkomende op het daarop aange brachte Rjjkskaasmerk, een minimum vetge halte in de droge stof van 45 procent, 40 procent, 30 procent of 20 procent heeft, als mede voor gekruide kaas met een gewicht boven 15 K.G., zaohte of gemalen kaas in blik en zachte, rechtstreeks uit melk bereide kaas, verpakt in staniol, tot een gewicht van ten hoogste V» K.G. per stuk. De nieuwe postwetten. In tegenstelling met wat „De Ned." meld de, vernemen andere bladen, dat de nieuwe posttarieven reeds met 1 Maart a.8. in wer king treden. De Middenstandsbond- Het. bestuur van den Middenstandsbond hooft aan de besturen van de verschillende Algemeene Middenstandevereenigingen in ons land een schrijven gericht, waarin het 1 mededeelt besloten to hebben een enquête in te stollen naar do gevolgen, die de wer king der aolit-uron Arbeidswet reeds ge bracht heeft, of die begrijpelijk ervan te wachten zijn. Het wondt zioh daartoe tot de verschillende besturen om gegevens daar omtrent te mc-gen ontvangen De bedoeling is, dat ieder bestuur bij de leden zijner ver- coniging een zoo volledig mogelijk onder- zook als hier bodoeld instelt en van do uit komsten daarvan een rapport aan bet Bonds bureau van den Middenstandsbond vóór 1 April a.s. inzendt. Het bestuur van den Middenstandsbond meent dat, zoo niot geheel, dan toch groo- tendeels reeds geoordeeld kan wordeD over den invlood die genoemde wet o-p den gang van zaken in de verschillende middenstands- bedrijven uitoefent en zal, indien uit da rap porten voldoende blijkt dat er enkele of meerdere middenstandsbedrijven zijn, die door de werking van den acht-uren Arbeids wet. ernstig geschaad, of zcoals soms ge vreesd wordt, met ondergang bedreigd wor den, niet nalaten met alle kracht bij den Minister van Arbeid of bij de Volksverte genwoordiging aan to dringen op een mil dere toepnssing, resp. opheffing der lect in den laalslcn tijd zijn aJlcrwege stemmen opgegaan, die do noodzaicelijkheid bepleiten om do openbare lichamen (Rijk, provinoic en ge meente) benevens hun verschillende instellin gen tot meerdere zuinigheid in hun uitgaven te brongen. In verband hiermodo heeft het Be stuur van den Middenstandsbond een schrij ven gericht aan do plaatselijke Middenstands- vereenigingen, aangesloten bij dien Bond, waar in opgewekt wordt in elke plaats waar zulks noodig is, een aotie to begin acn, waardoor de overheid gedrongen zal worden tot meerdere zuinigheid en waardoor dan ook de belastin gen niet hooger opgevoerd behoeven te worden, dan strikt noodzakelijk is. Dc Haarlemschc Handel9voreeni.ging heeft, over dit onderwerp reeds een drukbezochte vergadering gehouden, waar als sprekers zijn opgetreden do hoeren Mr. W. M- F. Troub on jhr- J- O. Mollerus- Laatstgenoem de hoeft zich beieid verklaard ook elders spreekbeuten over hot bedoelde ondorwerp to houden. Hot bestuur van den Middenstandsbond dringt er bij de vereenigingen op aan deze gelegenheid' te benutten, waardoor een hernieuwd bewijs van activiteit tegenover de burgerij zal kunnen worden geleverd. (Het schrijven gaat. vergezeld van een afdruk van een verslag d'er te Haarlem gehouden vergadering.) Onderzoek naar den toestand der industrie. In aansluiting; aan het onderhoud, dat de Nijverheid-raad, naar onlangs werd bericht, met den Minister van Landbouw heeft gehad over de voorloopige uitkomsten van het onderzoek naar den toestand van de nijver heid heeft, naar wij vernemen, de Rand tel ken' aan dien minister 'n algemeen overzicht van de bg dat onderzoek door de industrie gedane mededee'ingen overgelegd. Dit everzicht is een samenvait'ng van de antwoorden, die op de door de Commissie var. Onderzoek uit dsn Nij erhe'd raad aan de industrie gestelde vragen werden gege- ven en berust op 730 antwoorden, waarvan 686 van industrieelen en 44 ran vereenigin gen, bepaalde takken van industrie omvallend en betreft in het geheel 83 takken van be drijf In het schrijven, waarbij dit overzicht aar. den minister wordt aangeboden, wjist de Raad cr op, dat hjj pas na het op 24 Februari e.k. te houden congres van in- dnstrieelen zijn oordeel definitief zal uit- j spreken en dat hij derhalve den minister thans nog geen volledig en definitief adres kan aanbieden. Intusschen bevestigt de Raad In dit schrijven eenige mededeelingen. bjj bedoeld onderhoud aan den minister gedaan, betreffende punten, waaromtrent in den Raad eenstemmigheid bestond en waaromtrent de besprekingen in het congres wagrschpii'jjk niet tot een andere zienswijze zullen leiden, hoewel ook, wat deze punten betreft, de Raad zich zijn eindoordeel nog most voor behouden. Wat den arbeidstijd betreft, kan de Raad zich goed vereenigen met de won- schen, die door do industrie zjjn geuit. Dit geldt in de eerste plaats voor wat gezegd werd naar aanleiding van de moeilijkheden en achtersteLing. die voor de Nederlandsche industrie voortvloeit uit het feit, dat in som mige concurreerende landen eem wetteüjke regeling nog niet tot stand kwam, terwijl in andere, waar dit wel het geval was, zeer belangrijke punten van verschil met onze regeling vallen aan te wijzen, of wel ook niet zoo streng do hand wordt gehouden a» de wettelijke bepalingen. De Raad stelt voorop dat het noodzakelijk is, dat de regeling van den arbeidstijd hier te lands nauw aansluit bg die in andere landen doorgevoerd. Aan do bezwaron, voort vloeiende uit afivjjkende regelingen, wordt weliswaar voor een deel tegemoet gekomen door overgangsbepalingen en ministarieele vergunningen, doch deze zgn grootendeels beperkt tot metaal- en textielindustrie en omvatten niot eene alle bedrijven die daar voor in aanmerking komen. Bovendien zijn zjj als tgdelijk bedoeld, zoodat de industrie in haar bewegingen gehinderd wordt door het dreigende vooruitzicht van de onver zachte toepassing der Arbeidswet. Ter ver krijging van da noodige elastic't'it en aan passing hij de toestanden in hot buitenland acht do Raad het tevens gewensclit de mo gelijkheid te scheppen, "dat doer gemeen schappelijk overleg van werkgevers en arbei ders van do regelingen der Arbeidswot, ten aanzien van den arbeidstijd kan worden af geweken. Hoewel de Raad zich terdege be wind is, dat de voor de verwezenlijking dezer twee wensclien noodzakelijke wijzig'ngen d:r Arbeidswet 1919 ook veel tegenstand zn l:n ontmoeten, meent hij toch, dat met alle mid delen moet worden getracht deze wijzigin gen, vooral die betreffende den laatst uitge sproken wensch, zoo spoedig mogelijk tot stand te brengen. Om echter reeds dadelijk practische resultaten te verkrijgen, zou een zoo soepel mogelijke toepassing "van da Ar beidswet en het vrijgevig verleenen van op die wet steunende vergunningen voor een langoren werktijd gewen3cht zgn. Do Raad kan zich geheel aansluiten bij hetgeen in lie' voor'.oopig verslag van de Eerste Kamer der Staten-Generaal omtrant de algemeens beschouwingen over da Staatsbsgroo'.ing voor het dienstjaar 1921 gezegd is over onder steuning van werk'.oozen. Op deze'i'de als in dat verslag genoemde gronden, is de Raad van oordeel, dat de tegenwoordige werkloosheidsregeling niet meer voldoet aan de eischen, die aan zulk een regeling moeten worden gesteld, daar zij o.a. door "net feit, dat uitkesringen aan werkeloozen veelvuldig de plaatselijke loo- nen te boven gaan, de economische belangen van do industrie rechtstreeks benadeelt. De Raad meent dan ook, dat deze regering zoo spoedig raogelgk moet vervangen worden door een andere. De Raad behoudt zich voor, zgn denkbeelden dienaangaande nader aan den minister uiteen te zetten, zoo «ïadera overwogingen van deze aangelegenh id hem i daartoe aan'eiding mocht geven. Reeds thans vestigt de Raad echter de aandacht van den minister op een met de werkloosheid nauw samenhangende rege ing. nl de veriee- ning van een Markentoeslag aan Nederland sche arbeiders, dio even over de grens in Duitsche fabrieken arbeiden. Deze Mar- ker.toos'ag acht de Raad principieel oijjuist en in zijn gevolgen nadee'.ig voor de Neder landsche nijverheid. Hierdoor toch zjjn de Duitsche fabrieken in staat om goedkoope werkkrachten uit Neder'and t9 betrekken, en komt deze regeling dus neer op sutei- diecring door de Nederlandsohe Regeoring van Duitsche fabrieken, die hier te lande scherp concurreeren en zich daardoor een groot afzetgebied hebben veroverd. In het belang van de Nederlandsche nijverheid dient deze maatregel zoo spoedig moge ijk te wor den ingetrokken. Tenslotte vermeldt da Raad nog, dat onder de middelen, dio tot verbe tering van den bestaanden toestand van do industrie zouden kunnen worden aangewend, het verleenen van eenige exportpremie, het geen van enkele zijde werd aanbevolen, in den Raad geen ondersteuning vond, terwijl j het invoeren van diffcrentieele rechten ia j de Nederlandsche koloniën bjj dan Raad wel instemming vond, doch ter zjjde werd ge steld, omdat zoodanige heffing bjj d; tegen woordige verhouding van het moederland met Indië toch niet practisch te verwezen lijken werd geaoht. Bij Kon. Besluit is benoemd tot burge meester der gemeente Wcerselo J. S. Jan sen is opnieuw benoemdmet ingang van 13 Maart 1921, tot burgemeester der gemeente Amsterdam J. \V. C. Teil-ogen; verder zijn herbenoemd tot burgemeester van Udoii, M. O. Thijsseu; Vuren, G. J. de Bruijn Wodenoyen, D. F. Romein Ar- kel en NccJioheu. F. J. Folkorts; Blcskena- graaf en Streefkerk, P Gautier Oudewa ter, J. AL van DoorninckBruinisse, 's-Hage, Dooru en Maarn, mr. A. baron Schimmolpenntuck van der OycMaarsson en Maarsseveen. S. I. Oambier van Noot en Worlcum, jhr J Quarles van Uffordj Staphorst, A H. J. van Wijngaarden; Vlo drop, J. Maessen; Elsloo, F. Eussen. Do minister van Financiën brengt tor algemeene kennis, dat., ingevolge kon. be sluit van 11 Februari 1921 de ingetrokken zilverbons van f 1, van f 2.50 (beide ouden vorm) en van f 5, alsmede de zilverbons van f 2.DO, omschreven in art-, 1 wttn het kon. besluit van 31 Maart 1915, gewijzigd bij ba- sluit vaD 14 Juni 1918. als zilverbons van do eerste soort alsnog tot en met 31 De cember 1921 ter inwisseling kunnen worden aangeboden ten kantore van hot agent schap van het ministerie van Financiën te Amsterdam (Korto Spinhuissteeg no. 3). Dcsverlangd kunnen de bons per post aan bovenstaand adres worek-n gezonden met duidelijke opgavo van naam en adres van den inzender Ter bevordering van een spoedige afdoening zullen de inzenders good doen, bij dc bons te voegen een behoorlijk gefrankeerd en aan hen zelf geadresseerd formulier van een postwissel ton beloope van het bedrag der door hen ingezonden zilverbons Do heer W. G. E. d'Artillaet Brill, consul-generaal, dio vroeger geruimen tijd opgetreden is als diplomatiek vertegen woordiger van Nederland te Buenos-Aircs, is to Garaca» aangekomen, met de bestem ming om, wanneer de eerstdaags te ver wachten uitwisseling heeft plaats gehad van de ratificaties betreffende de overeen komst tot herstel van de diplomatieke be trekkingen tusschen de beide landen, op te treden als gezant der Nederlanden in Venezuela f De heer Van Vollenhoven, de gewezen j Nederlandsche gezant te Madrid en te Frus- se!, zn! zich eerstdaags t9 Brussel ve:tigen. In opdracht van het best sur der Unie j en van den Schoolraad, hebben de be'de I voorzitters met den secretaris, in part'cu- I liere audiëntie, door den Minister van On- j derwijs ontvangen, dezen de ernsige fce- zwaren voorgelegd tegen het Kon be luit inzake het overleg bij de benoemingen. Het bleek, dat de bedoeling van dit K. B. I geenszins geweest is de vrijheid der besturen 1 3an te tasten. De Minister zegde echter, overweging der bezwaren toe. (,,Ne 1 Het bestuur der Ver. van Nederland sche Gemeenten deelt mede overwogen te hebben of aan hflt invoeren van nieiwe be lastingen, bedoelt in art. 249 sub e, f en n' der gemeentewet, overleg tusschen de ge meenten vooraf behoort te gaan, aingez'"»jü invoering van een bepaalde be'asting na- deolige gevolgen zou kunnen hebben, indien dezelfde belasling niet in andere gemeenten werd ingevoerd. Daar is v. de belasting op logeergasten. Daar het volgen van een gemeenschappelijke regeling hier wenschelgk voorkomt, stelt het bestuur zich voor tsgen het e'nde dozyt maand te 's-Gravonhage een bgesnkomst ta beleggen van vertegenwoordigers der betrok ken gemeenten, waarbij ho*, be tuur zich vcorloopig, om redenen van pra-tischen anrd, alleen tot de badplaatsen heeft bepaald. Dr. T. I. de Vrieze, officier van ge zondheid le kl. van het leger in NederL Indiê, die in opdracht van den minister ran Koloniën sinds Januari 1920 te Amsterdam en sinds Augustus 1920 te Parij3 een studie maakt van huid- en geslachtsziekten, heeft nsder opdracht gekregen, werkzaam te ble ven te Pargs tot Augustus 1921 en daarna zijn studie voort te zetten te Londen aa te Weenon. Ingediend is een wetsontwerp tot ver- eeniging van de gemeenten Veldhoven en Meerveldhoven, Zee'.st en Ocrie. Maandag heeft de Ned. Barbiers- en Kappersbond te Amsterdam een algemeene bondsvergadering gehouden. Nadat eenige huishoudelijke zakc-i waren afgedaan, werd Doof Honri Ardeli. Naar li&t FransdL (Na/lvuk verbode-n). 14) „JaMaa^ daar dacht ik niet aan iVader zal niet mee kunrven gaan! En hem verlaten is onmogelijk Ik weet, dat hij lieel treurig zou zijn zemder „zijn kindje", zooals hij mij noemten ik wil niet, dat hij door mij bedroefd is!" „Welnu, dan ontrukken wij hem aan zijn rieken, dat is hei, eemge!" verklaarde Guy op vroolijkcn toon. verlangend do vroolijk- beid te rien wederkeer en op het bedroefde jonge geziohtje Dan zal je geen enkel voor- wendeel hebben om ons je bozoek te wei geren „Gelooft u heusch, dat vader hot goed zal vinden zijn zieken vanzelf te laten ge nezen?" vroeg zij vol vuur. „Zeker Hij Hij zal zich laten ver vangen door een vriendelijken collega 'En alles zal best terecht komen." Zij klapte a.ls een kind in do handen: „O, <liat zal heerlijk zijnWat zuilen wij heb prettig hebben, hij en ik heel alleen eameoi met u, zonder te behoeven te vree zen, door mevrouw Morgan© beknord te worden Zij lachten om deze uitbarsting van vreugde van ArleHe. Maar Arlette lette er niet op. Het plotseling opgekomen voor uitzicht van dio reis was zoo verleidelijk voor haar, dat zij er een oogenblik het ver driet door vergat, dat do dag haast om was. Nu reed de brik Dauvernenez binnen, waar bet druk waa van do terugkeerenden van het feest en men naderde het huis vain don dokter. Er stond! een rijtuig voor de deurdo tuinman haaldo er de koffers af. „O hemel!" zei Arlette verschrikt, „zou mevrouw Morgane misschien al t-hius komen Zij sprong uit de brik on liep don tuin in. Yoor de stoep 6tond een lango vrouw, van een vrij alledaagsch voorkomen, op af gemeten, ruwen toon tob Anaile, dlio do vlag had gestreken en zonder tegenspreken den stort vloed van woorden, die over haar noderviel aanhoorde, een uitbrander-zeden preek te houden die goedgekeurd schoen te worden door een log, onbeweeglijk meisje, dat naast haar stond met een mand in do liand. „Jo zegt dat mijnheer gezegd heeft, dat er pas om acht uren gedineerd zal worden, om zijn Arlette allen tijd to geven zonder zich te haasten van het Pardon terug to keoren. Welnu, meisje, ik zeg jo, dat jo het eben dadelijk moet klaar makon en op dienen, want ik alleon ben meesteres hier in huis, begrijp ji>? Het zou waarlijk wat moois wezen als ik op zoo'u kind moest zitten wachten, dat het prinsesje gaat uit hangen met haar mooie bloedverwanten uit Parijs Laten zij haar houden tot vanavond, nu zij haar meegenomen heb ben Ik wacht, niet op haarIk zou wol dwaas ween om mij to dérangeeren om menschen, dio juist een oogenblik uit kiezen, wanneer ik niet thuis ben, om tot afleiding bij mij to komen dincoren Ja, 'b is een mooi idee zoo onverwachts ergens aan te koinen Men geeft zioh rekenschap van heel veel zaken." „Van welke dan?" riep de heldere stem van Arletto. „Ja waarlijk, als het daarvan was, dab u. u rekenschap wou geven, wij hadden u vandaag heelemaal niet ver wacht" MeiTouw Morgane koerde zich om en oen waro vorstomdlieid teekendo zioh. af op haar vertoornd gezicht, toen zij mevrouw Chau- soy zag, haar dochters e>n de tweo jonge heeren, dio hun hood voor haar afnamen. „Mevrouw Morgane, zonder twijfel," zei mevrouw Chausey. De stiefmoeder van Arlette knikte werk tuiglijk met het hoofden mevrouw Chau sey ging voort op een toon van koele en volmaakte beleefdheid bij dat hardnekkig stilzwijgen „U zult ons wel willen verontschuldigen, mevrouw, waar wij gebruik maken van do permissio, die mijnheer Morgane ons gege ven heeft, zoo lang mogelijk to genioten van liet gezelschap van zijn dochtertje gedu rende ons kort verblijf te Douarnonez; daarom vragen wij u permissie haar tot vanavond bij ons te houden, want wij ver trekken morgen „Doe zooals u goed vindt, mevrouw," zei mevrouw Morgane to zeer verbluft door het plotselinge van do ontmoeting, om er zolfs aan te denken haar gezag te toonen. „Daarenboven, zij zal heel blij zijn ons, haar zustor en mij, zoo laat mogelijk weer te zienZij koestert zooveel genegenheid voor onsl" Niomand, zelfs niet Arlette, die echter gewend was een bits antwoord te geven, antwoordde op d'e opmerking van mevrouw Morgane. Maar toon zij op weg waren, merkte Guy philosophisch op: ,,Men zal mevrouw Morgane niet kunnen re rw ij ten zioh geen rocht to doen weder varen, toon zij erkende, dab Arlette gten grooten lust had bij haar te komen Lieve Hemel! Arletbeliof, wat begrijp ik je goed op dat punt!" „Is 't niet? Het is erg jammer, dat zij niet nog wat in Ckkteaulin gebleven is. Wij hadden het zoo prettig dezo tien dagen, papa, de jongens en ik. zonder haar en Blanche die op haar lijkto zoo vcol! Nu ben ik bang, dat zij den heelen winter niet meer op reis gaat!" „Maar jij gaat op reis Ben j'o al verge ten, dat je bij ons komt? Als mevrouw Morgane aJtijd zulk een weinig verleidelijk humeur heeft, dan houden wij je bij ons.... Dat is zoo eenvoudig mogelijk Dus dat is afgesproken 1" „Afgesprokenherhaald© zij met een gelukkigen, vroolijlcen lach. „Jo komt bij ons en wij houden je." Op den morgen na dien gedenkwaardiger» dag van het Pardon klonken die woorden •haar nog steeds in de ooren en 's avonds, toen zij alleen zat in den stillen tuin, over dacht zij één voor één alle kleine voorval len, die hadden plaats gehad gedurende het verblijf to Douarnenez van mevrouw Ohausey, haar dochters en Guy Nu wa ren zij allen vertrokken Zij verzamelde haar herinneringein zooals zij een schat ver zameld zou hebben, waarvan zij maanden en nog eens maanden moest leven. Vooral kwam op dab oogenblik het toooieel van het vertrek haar met een zonderlinge levendig heid! voor den geest. Zij voelde nog op de wang do hartelijke kussen van haar tante en van Charlotte, de teedere aanraking van de lippen van Madeleine. Zij herinner do zich den vriendschappelijken handdruk van Pierreen meer nog herinnerde zij zich dten indruk van haar hand, gevangen in die van Guj-, zoo ferm en zoo zacht tevens; zij hoordo hem antwoorden, toen zij hom vaar wel zei „Neen, niet vaarwel, tot weerziens... Wij verwachten je te Parijs voor het huwe lijk van Gliarlotte. Je vader heeft ie ons beloofd Zou heb mogeiijk zijn, zou zij dio reis doen? Het leek haar een weinig op een wonderen droom, zooals die opkomt in heb hoofd van heel jonge meisjos, zóó wonder lijk, diat zij er zelf niet aan durven geloo- ven. En toch, waarom zou zij zo niet een poosje terugzien? Zij waren zoo goed voor haar geweest, zoo gcod, dat zij ze nooit zou vergeten O neen, nooit 1 Starende in de heldere duisternis van dezen zomernacht, bezaaid met sterren, dacht zij na er; trachtte te raden wat de naderende toekomst haar wel zou kunnen brengen Zij was er niet bang voor in tegendeel Scheen het leven haar niet even stralend toe als een bloeiende boomgaard, door do lentezon bescheneai En vol ver trouwen en vreugde wachtte zij die toe komst af. Zij riep haar, dio weldadige toe komst zij verlangde er naar, want zij had geloof in haai geheimzinnige beloften, en bood haar lieur jeugd aan, geheel en al, onschuldig verzekerd als zij was, dat hij nameloos heerlijk licht zou brengen. £W»rdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5