LEIDSCH
DAGBLAD.
Dinsdag 8 Februari 1921.
Gfficieele Kennisgeving
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
FEUILLETON.
Heef üpj
PRIJS DER ADVERTENTIES
80 Cts. per regel, 's Zaterdags 40 Cts. per regel. Bij
ïegelaboimement belangrijk lagere prijs.
Kleine advertoniiën Woensdag 50 Cts., Zaterdag
75 cts. bij oon maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postreobt. Voor eventuoele opzen
ding van brieven 10 Gt-s. porto te betalen. Bewijs
nummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden p. 3 mud. 2.35, p. vreei" Q 18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn,
per week ©18
Franco per post 8.75
Nummer t86Öt.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
gemeentelijke vischvebkoop.
De Bnrgemeester van Leiden brengt ter
kennis van do ingezetenen, dat morgen
(Woensdag) nan de gemeentelijke visohwin-
kel3 (Visehmarkt en Stadshulpwerf) verierijg-
foaaT is SCHELVISCH k £0.20, GROOTE
SCHELVISCH k f030 en £0-48, SCHAR k
fO-So, SCHOL k f0 32 en f 0.40 en KABEL
JAUW k' f0.50 per pond.
W- PEItA, Weth. loeo-Bnrgem.
Leiden, 8 Februari 1921.
De 348ste verjaardag der Leidsohe
Hoogeschool.
Ter gelegenheid van den 346sten ver
jaardag der Leidsche Hoogeschool hield de
rector-magnificus, iprot dr. B. P. van
Caicar, hedenmiddag voor een teer talrijk
Sehoor in het groot-auditorium der Aca-
eraie een rede over: De ontwikkeling en
fctteekenis der moderne bacteriologie".
Wie in korte bewoordingen de betee
kenis van de historische ontwikkeling der
bacteriologie wil schetsen, kan gevoeglijk
ijjn besprekingen op Holiandschen bodem
beginnen, aldus ving spr. zijn rede aan.
Aan weinigenonzer toch zal den naam
van Antonie van Leeuwenhoek onbekend
B\jn. Toch heeft, volgens sprde historie
schrijver niet steeds het volle licht laten
vallen op de beteekenis van Van Leeuwen-
hoek's waarnemingen en de gevolgtrekkin
gen, die hij daaruit meende te mogen
maken.
Gedurende meer dan een eeuw werd met
de methoden van Van Leeuwenhoek naar
micro-organismen gezocht en weldra was
hun aantal^zöó sterk gegroeid, dat in 1780
Otto Friedrich Muller zich voor het eerst
aan hun classificatie kon wagen.
Een gelukkig jaar voor de ontwikkeling
3er bacteriologie is het jaar 1S37 geweest.
Schwan en Cagniard ia Tour ontvouw
den tegelijkertijd hun inzichten omtrent het
wezen der alcoholische gisting. Zij leerden
de gisting opvatten ais een vitalistische pro
ces. Heel het genie van Louis Pasteur was
echter noodig, om te bewijzen, dat de al-
coh*'lsche gisting een proces voorstelt-, dat
afhankelijk is van levende wezens, en dat
sonder leven niet mogelijk is, Uitgaande
van een oneindig kleine hoeveelheid gis-
tingsmicroben, kon Pasteur een oneindig
groote hoeveelheid steriel, doch voor gisting
vatbaar materiaal, in ontleding doen over
gaan
Groot opzien baarde ook de ontdokking
der boterzure gisting en weldra kon Pasteur
zjfn beroemd geworden wet omtrent de spe-
cifiteit der gisting opstellen: elk gistings
proces wordt veroorzaakt door zijn eigen
microbe.
V/as het wonder, dat, onder den invloed
van deze vérstrekkende onderzoekingen, de
oude vitalistische opvatting omtrent het
ontstaan van infectie ziekten weer op den
voorgrond trad?
Met groote juistheid had Pasteur waar
genomen, -dat een gistingsproces niet, met
voor ons waarneembare snelheid verloopt,
voordat de vermeerdering der microben een
zekere hoogte heeft bereikt.
Hel leerstuk van de specificiteit der gis
ting aldus ging spr. voort - Jiad ook
op het gebied der infectie'eer rjpe vruchten
afgeworpen en vooral nadat Robert Koch
zijn bewonderenswaardige techniek in de
der specificiteit bij besmette'ijke ziekten
had opgesteld. Iedere besmettelijke ziekte
heeft haar eigen, wél omschreven oorzaak.
Door middel'van de door Koeh ontdekte
onderzoekingsmethoden, kon spoedig bij tal
var. infectie-ziekten een oorzake'jjk micro
organisme worden geïsoleerd. Toch zjjn er,
volgens spr., nog vele besmette ij'ke ziekten,
welker kiem ons ten eenenmale onbekend
is en in welker pathogenese daardoor nog
verschillende schakels ontbreken. Nadat
men echter in den loop der jaren van een
groot aantal besmettelijke ziekten de oor
zakelijke kiem had geïsoleerd en deze met
al de hulpmiddelen, waarover de oacterio-
logische techniek beschikt, waren geinden-
dentificeerd, kon men zich langzamerhand
gaan wijden aan het wezen der bacteriologie
zelf. Jaren lang toch had men van het wezen
der infectie de meest vreemdsoortige voor
stellingen. Een juiste voorstelling van het
verloop eener infectieziekte kan men zich
echter eerst vormen, wanneer men bekend
is met de factoren, waarvan de symbiose,
de samenleving, tusschen infecteerende kiem
en geïnfecteerd organisme afhanke'ijk is.
De eerste, die eenige orde en regelmaat
in den bestaanden chaos heeft gebracht,
was De Barry, die drieërlei vormen ran
symbiose onderscheidde, die door spr. ach
tereenvolgens werden behandeld.
Hierna deed hij uitkomen, dat het para
sitaire symbiose nog duidelijker is geworden,
nadat de bacteriologie hulp had gekregen
van de immuniteitsleer. Op enkele vrij scherp
omschreven plaatsen hebben de wegen dor
bacteriologie en der immoniteitsieer elkan
der gekruist; daarna hebben zij in volkomen
harmonische symbiose hun weg vervolgd en
de kennis dezer kruispunten is voor de ken
nis van de klinische bacteriologie van groot
belang geworden, zooals spr. opmerkte.
Er zijn voornamelijk drie ontdekkingen
geweest, welke de bacteriologie en de immu
niteitsleer tot elkander hebben gebracht.
Naast de ontdekking van Pasteur der vac
cine en die van von Bebring der immuun-
sera, heeft vooral ook het werk van Eliaa
Metchnikoff veel tot de ontwikkeling der im
muniteitsleer bijgedragen.
Na de onderzoekingen van dit drietal op
dit gebied te hebben besproken, deed spr.
uitkomen, hoe zjj een juister inzicht hebben
gegeven in het wezen der infectieziekten en
in de verdedigingsmiddelen, waarover het
organisme beschikt. Met name hebben zij
on' de beteekenis der phagoc.ytose op hun
juiste waarde doen schatten, wat door spr.
met een enkel voorbeeld werd geïllustreerd.
Dat immuniteitsleer en bacteriologie steeds
op do meest gelukkige wijze hebben samen
gewerkt, heelt, volgens spr., een zeer bij
zondere reden. Heel de historische ontwik
keling van een bepaald vak leert ons, dat
men vooral dan bij "die ontwikkeling hulp
mag verwachten van andere - vakken, indien
de beoefenaars dezer vakken ten minste
eenigszins op de hoogte zijn van de grondbe
ginselen der wetenschap, die zjj meaneii te
kunnen vooruitbrengen.
Deze feiten verklaren, volgens spr.'a niee-
ning, afdoende, waarom de samenwerking
tusschen scheikunde en bacteriologie niet
steeds een volkomen harmonische is geweest.
Nadat spr. dit met eenige voorbeelden had
aangetoond, ging lijj over tot een bespreking
7an onderzoekingen op het gebied der schei
kunde, die uitermate vruchtdragend hebben
gewerkt en waarvan men met zekerheid
kan voorspellen, dat zjj in de toekomst nog
rrper vruchten zullen afwerpen. Het ge
niale werk van Emil Fischer vooral is het
geweest, dat bacteriologie en scheikunde tot
elkander heeft gebracht; eensdeels omdat
misschien geen enkele bioloog beter inzicht
heeft gehad in het "wezen d fermenten
dan juist deze scheikundige.
Doch anderdeels niet minder, omdat de
resultaten van zijn werk naar het gebied der
bacteriologie zijn overgebracht door biolo
gen, die zich de moeite hadden getroost,
zich vooraf voldoende kennis dei' scheikunde
eigen te maken.
Indien de voorteekenen niet bedriegtiu,
zullen in de naaste toekomst, paar spr.
meent, bacteriologie en scheikunde hun weg
in harmonische symbiose samen vervolgen.
Meer echter nog dan aan de scheikunde,
danken de klinische bacteriologie en de im
muniteitsleer misschien aan de physiologie
der spijsvertering en niet aan datgene, wat
de vergelijkende physiologie der voeding ons
leert, wat spr. weder met .enkele voorbeelden
aantoonde.
Wat van zoovele vakken geldt, geldt ook
en misschien nog in sterkere mate van de
bacteriologie, aldus giug spr. voort; geldt
ook en misschien in nog sterkere mate van
de bacteriologie. Hoe meer zij zich ont
wikkeld heeft, des te meer heeft zij haar
zelfstandigheid prijs gegeven. De steeds toe
nemende specialiceering van onzen tijd heeft.,
naast voordee'.en, zeker ook groote nadeeleu.
Bjj, die het onderwijs, met- name dat aan
onze universiteiten voor een bepaa'de op
leiding heeft te regelen, zal zorg hebben
te dragen, dat zooveel mogelijk het ver
band tnsschen de verschillende onderwjjs-
vakken door te vérgaande specialiseering
niet verloren gaat. Is dit wel het géval,
dan dreigen vele vakken en daaronder niet
het minst do bacteriologie in de Unci te
komen.
Ais laatste punt zijnor bespreking wilde
spr. nog de vraag onder de oogeu zien,
wat de beteekenis is der bacteriologie voor
het probleem, dat gedurende den loop der
eeuwen den zoekenden on denkenden men-
schelijkèu geest heeft bezig gehouden: de
vraag na'ar het ontstaan van bét menschelrjk
leven, beginnendc'met te zeggen, dat de bac
teriologie het probleem van bet leven geen
stap heeft vooruitgebracht.
De beteekenis van het onderzoek naaf de
generatio spontanea kan ons, volgens spr.,
niet duideljjker worden, dan wanneer wij
aan de hand van het leven en werken van.
Pasteur het bezien.
Beter inzicht in de beteekenis van dezen
reusachtigen geest voor het ontstaan van bet
ieven kan men niet krijgen, dan hém in ver
band te beschouwen met twee zijner beroem
de tijdgenooten: Ferdinand Brunatiere en
Emile du Bois Reymond.
Gnomstootelijk heeft Pa tsur bewezen, dat
nimmer bjj door menschenherseaen ontwor
pen experimenten in doode stoffen leven op
treedt. net leerstuk der generatio spontanea
door Needham en zijn volgelingen met groo
te hardnekkigheid verdedigd, heeft afge-
afgedaau.
ZuEen wij thans met Arrhenius trachten
ons te gewennen aan het denkbeeld, dat
het leven van andere planeten tot ons geko
men is, vroeg spr.'!
Alsof ooit een probleem werd opgelost,
door het in andere werelden to verplaatsen!
Beter doen wij met ons te herinneren, aldus
besloot spr. zijn belangwekkend betoog, dat
ons zelfs de samenstelling der doode stoffen,
waarvan eik leven afhankelijk is, van de
fermenten, nog volkomen onbekend is. Daar
legt het aangrijpingspunt van dien inemsch
in on3, die de natuur door rede wil begrij
pen, doch laat die andere mensch jn ons,
van Pasteur leoren, dat het onredelijk is,
de problemen van oorsprong en einde op te
sluiten binnen de vermogens van het men-
acheljjk verstand.
Na afloop dezer bijeenkomst hield de rec-
tor-magnil'icus voor Senaatsleden, vertegen
woordigers van studenten-corporaties en voor
alle anderen, die belangstellen in de Leidsche
Universiteit een receptie in <jen Huize Van
Djjk, aan het Rapenburg.
Met liet oog op het overlijden van den
oud-hoogleeraar mr. S. .1. Fockema An-
dreae niet lang geleden, deed zich de aca
demische kapel bij de plechtigheid in de
Academie niet hooren, had er geen professo-
rendiner of -reünie plaats en blijft ook de
ommegang van studenten met fakkels, muziek
en banieren achterwege.
Wei hielden de eerste-jaars-Corprieden in
den middag een gekostumeerde rijjool door
straten ,en langs grachten, waar vlaggen wap
perden ter viering van den dies natafis.
Do Nedcnlandsche Lectorenvereeniging
(lectoren aan de Nederlandse,Uc universitei
ten) heeft gisteren alhier, onder voorzitter
schap van dr. -T. H- P. van Kerckhof. haar
jaarlijksehe vergadering gehouden- In dezo
vergadering werd het huishoudelijk regle
ment gewijzigd en zijn de aftredende be
stuursleden, dr- J. H- P- van Kerckhof, dr. J.
P. Jexisscn en de Seer J. J. L. Duyvendak',
allen alhier, herkozen-
Van de afd. Leiden van den Alg. Ned-
Werkmeestersboud brachten 21 leden Zater
dagnamiddag een bezoek aan demeelfabriek
van do firma De Koster Co., alhier.
Weinig hadden zij kunnen vermoeden, dut
zij al dadelijk met deze eerste excursie zulk
een goede keus deden. Door juist dit bedrijf
te willen leeren kennen zette de nieuwe wijze
van werken, het houden van excursies tot
verruiming van hun iuziohten inzake be-
driifsexploitatie, en de wonderbare ontwikke
ling der techniek, zich goed in-
Gebruik makend van de welwillendheid
van genoemde fiuma, togen zij op weg en be
gaven zich door wat steegjes en een mooi
grachtje (jammer, dat het water zoo wordt
verontroinïgt) naar de Looierstraat, waar de
ingang der fabriek is-
Nog konden zij niet vermoeden, nu stellig
niet, dat achter deze onaanzienlijke buurt
zoo'n schat van uienscihelijk vernuft en kun
nen, dug in dag uit, altijd bezig was door
toepassing en vervolmaking der techniek het
bedrijf al maar op te voeren-
Onder leiding van den fabrieksclicf, den
heer Hub, zijn dc bezoekers drie cn een half
uur bezig geweest alles te bezichtigen zij
hebben beian^stelLend de loop van hot graan
gevolgd, van dat het uit, het schip werd op
gehaald, weggevoerd langs een ontzaglijken
transportriam in de soilo, totdat getoond
werd een -overheerlijk sneeuwwit poeder
(bloem.)
Zij hebben gezien, dat de korrel van stof
werd ontdaan, gereinigd werd gewassohen,
gedroogd, 'gewalst, gezeefd-
Er is geuoteu en eerbiedig werd sojms stil
gestaan bij een schijnbaar eenvoudig werk
tuig, dat toch zoo mooi naar voreu bracht
wat nisnsehelijk vernuft tot stand kan bren
gen. Do bezoekers hebben zich kunnen over
tuigen wat de techniek vermag, cn waren
de firma en de heer Hub dankbaar voor hun
bereidwilligheid.
V/ij moeten nog melden, dat op dc hier
gehouden pluimveetentoonstelHnjg de heer F.
Mandenmaker, alhier, met zijo zeldzame col
lectie krielhoenders en duiven niet minder
dtin 9 eere-j 10 eerste'en verschillende-tweede
en derde prijzen bohaalde.
Morgen hoopt een onzer .oudste stadgo-
uoeiten, do'gep. tamboersmajoor .T.'H- Som-
melingv zijn. OOsten verjaardag te herdenken.
De oud-militair, die liet vaderland vele jaren
heeft gediend, is thans aan zijn kleine iro
ning Kattenpoort 19, in de Clarasteeg.' ge
bonden-
Het zal den ouden man d-aaroun dubbel
aaogonnam zijn, wanneer hij morgen bezoe
kers bij zioh krijgt die hem gelukwcnschen cd
willen medewerken om dezen dag'vóór hem
tot oen feestdag te doen zijn-
Mochten er onder onze stadgenooten we-
zon, die zich daartoe opgewekt gevoelen, dan
zullen zij een goed" werk doen door cr even
heen tc gaan-
Gistornamiddag geraakte op den Hooge_
Rijndijk het achterwiel van een met een
paard bespannen groentenwagen vast tus
schen do rails van de tram, met het gevolg
dat liet wiel brak en de wagen omviel, waar-
.dooc dc groenten over de straat rolden. Na
dat deze weer op den wagen wareu geladen
en hot wiel hersteld, kon de man zijn weg
vervolgen. Yolo huismoeders moesten alleen
wet langer wachten op haar groenten.
Door de politie alhier zijn bij eenige
personen iu deze gemeente, bij wie loten
waven verkrijgbaar gesteld van een iri do
dagbladen in den laatsten tiid herhaaldelijk
BINNENLAND.
Herdenking van den 346sten verjaardag
der Leidsche Hoogeschool.
H. M. de Koningin en Z. K. de Prins
in Den Haag gehuldigd ter gelegenheid
van hun twintigjarig huwelijk.
De electrificatie der spoorwegen en van
ons land.
De commissie voor georganiseerd over
leg in ambtenaarszaken en het stelsel der
kindertoeslagen.
Het confliot In de sigarenindusirie iS
voorloopig opgelost.
Jhr. mr. de Savornin Lohman neemt
ontslag als lid van de Tweede Kamer.
BUITENLAND.
Naar verluidt, weigert Beieren de ont
binding der burgerwachten.
Zwitserland weigeit Volkenbondstroepen
voor Wilna over zijn gebied te laten.
Nieuwe opstanden in de Belgische Kongo
geannonceerde Premieloening, deze loten in
beslag genomen, omdat den verkoop email
In strijd wordt geacht met de loterijv.,-
Men meldt ons uit Wassenaar: Za
terdagmiddag passeerde de arbeider S. op
de buitenplaats „DuinreH" een juffrouw,
in zeer zenuwachtigen toestand. Toen bij,
een eindje voortgeloopen was, zag bjj, dat
zij zioh van haar mantel ontdeed en in den
vijver sprong. Onmiddellijk keerde nij' terug,
maar bij den vijver gekomen, was de juf
frouw reedé weder op het droge gekropen.
Zjj werd: bij den tuinman B. binnenge
bracht, alwaar zij zonderlinge verbalen deed.
Zij vroeg naar een predikant en later naar
eer. dokter uit Leiden. Bij B. werd zij
van droge kieeren voorzien en nadat haar
zenuwen gekalmeerd waren, vertrok zij met
ae inmiddels gearriveerde dokter weder naai:
Leiden, waar zij ook thuisbehoorde.
LEIDSCHE SCHOUWBURG.
Het Botterdamsch Tooneel.
Het laatste Stadium, satiriek
blijspel in 3 bedrijven, van
J. M. IJssel de Schepper—
Becker.
Goede satire is zeker een zeldzaamheid
op heb tooneel cn vooral van inlandsche
makelij. Het doet ons daar m genoegen te
kunnen conntnteeren, dat, „Hot öaatjit'e
Stadium", van bovenstaande HoUandscha
schrijfster geslaagd mag heeten, al lijdt
het geheel o. i. eenigszins onder een af oa
too tot gewild geestig doorgedreven gees
tigheid.
Op bepaald van scherp vernuft blijk ge
vende wijze legb de schrijfster in haar welk:
ais heb ware de satirieke paradoxHet ge
luk in het. huwelijk is het grootste onge
luk en deze werkt, zij volslagen tooneel-
fahig uit. Er moot blijven, om gelukkig te'
zijn, een verlangen, al is het desnoods een
verlangen naar het verlangen, anders is
redding noodzakelijk uit ,,den poel van ge
lukzaligheid". Dit wordt gedemonstreerd
in Mathilde met haar vier onafscheidelijke
aanbidders, haar vroegere verloofde Henk,
haar eersto man Frans, dien zij opgeeft
voor haar tweeden echtgenoot Egbert en
dr. Volckcv, uit- wiens sanatorium zij ten
slotte weer weggaat met Frans, aldus, zijn
2>o©r Honri Ar/Ml. Naar hot Fi-aiisch.
(Nadruk verboden).
I.
„Zeg, Guy, zal jo mijn instructies niet
vergeten 1 Je vergeet niet, dat wij een tele
gram van je verwachten, wanneer wij op
w-eg moeten gaan naar Douarneuoz, om er
den avond voor heb feest te wezen," her
baalde mevrouw Chausey nogmaals tot haar
broeder, eon knappen, langen jongen man
van ongeveer acht en twintig jaar, heel
elegant in zijn optreden en vijftien jaar
jonger dlan zij daardoor beschouwde zij
item eenigszins als liaar oudste zoon.
Op don drempel van het groote hotel
van Pont-A H-.n ©tonden zij te wachten op
bot rijtuig,.dat Cluy do Pazannc naar liet-
stationnetje van- Quinperio zou brengen.
Hij was vroolijk begonnen te lachen om de
opdrachten van zijn zuster.
„Louise, als ik je bidden mag, praat er
nu niet meer over. Jo vernedert mij met je
gebrek aan vertrouwen op mijn geheugen.
Ik verzeker je, dat. ik op dë> hoogto zal we
zen vaü mijn loeriersbaantjodat je bedje
gespreid zal wezen, en lekker ock; dat-je
een rijtuig zal hebben om naar het Paidon
to gaan, enz enz. Voor dat alles kun je go-
rust op mij vertrouwen."
„Kunnen wij dat werkelijk, oom!" fluis
terde een blond, jong meisje hem ondeu
gend toe, een slank persoontje in haar wit
Parjjsch toiletje.
Haar verloofde stond bij haarals men
ze zoo naast eikaar zag staan', bleek liet
heel duidelijk, dat huil huwelijk niet gere
kend kon worden tot do huwelijken uit
oonvenanco.
Als een cciho uit het vensterraam her
haalde een ander jong meisje vroolijk:
„Werkelijk, kunnen wij dat, oom?"
Zij gaf hem dien titel uit gekheid, want
gewoonlijk noemden zij elkaar als broer en
zuster heel eenvoudig bij hun voornaam.
„Go kunt op mij vertrouwen, nichtjes; ik
beloof hot je plechtig op mijn woord. Go
kunt dan ook ka-Lm genieten van de laatste
uren, die ge» te Pont-Aven zult doorbren
gen."
En zioh tot het verloofde paar wendende,
voegde hij er .ten s'otto grappig bij:
„Geniet, er maar van, gelukkige men-
sohen, voor wie Pont-Aven in do gedacht©
een oord van zaligheid zal blijven, zoozeer
zullen, do heerlijkste herinneringen er aan
verhonden wezen."
„Zeg eens, Guy, ik zou maar niet met
hen spotten," zei mevrouw lachend; „an
ders, pas op, als heb jouw beurt is
„Als die ooit komt! Ik stel mij voor, dat
dit nog zoo lang zal duren, dat wij alle
maal veel te vozadigd zijn, om nog den inm
eten lust te hebben in gekheid maken of met
elke-ar to ©potten
„Do druiven zijn zuur, Guy," riep Char
lotte, liet geëngageerde meisje, hem vroo
lijk toe. „Als Jeanne d'Estèvo hier was, zou
u dan nog zulke uitspraken dtoen, oompje,
mijn beste oompje?"
„Ghi, Io sa? Ja-, misschien zou inder
daad do goede gelegenheid, het heerlijk©
groen van Pont-Aven, do invloed van do
luoht van .Brcbag.no van al do Bretagnor
mutsen, van ja, wat niet nog meer 1
Misschien, dat cM alles to zamen zulk een
invloed op mij had, dat ik het wagen 20
de schoon© Jeanno een beslissende decla
ratie te doen, maar
„Maar," viel mevrouw Chausey hem in
de rede, „op het oogenblik moet je denken v
niet aam do verovering van do uitverkoren©
uws harten; maar liever afsoh-eid van. 0113
nomen en heengaan. Want anders kom je
te laat aan den trein en j© weet, dat.
„Dat-iJk to Donamcncz voor logies, een
rijtuig en de rest moet zorgen. Louise, ik
verzekor jo. dat jo het mij niet nog eens
behoeft to herhalen. Ik maak, dtab ik weg
kom daar komt juist mijn wagentje
aam."
Heel sierlijk was dat wagentje nioty een
soort karretje, mank en hobbelig;^ een
bleek© Bretagner boer zat op den bok, eon
man met een mager gozicht, dat uit een
vilten lioed met breedlen rand uitkwam en
waarvan do linten fladderden in den wind.
Heel weinig sierlijk, inderdaad mot lachen
den blik beschouwde Guy het, terw'il heb
vurigo span, waarmee hij iedeven dag in
het Bois de Boulogne reod, hem even vluch
tig voor den geest kwam.
Mevrouw Chausey herhaalde:
„Guy, haast je wat, als je. den trein niet
missen wilt, jo rijtuig staat kla-ar. Kijk
maar eens goed rond in Douarnen-ez voor-
dat wij er zijn. Als d© tijd je lang valt zon
der ons, ga dan maar eens kennis maken
met de familie, dio wij daar hebben."
„O ja, de familie, die jij daar te Doaar-
nencz ontdekt hebt."
„Ontdekt? Volstrekt niet! Aoh kom,
Guy, gisteren heb ik jo nog uitgelegd, dat
do dokter van het plaatsje, Yvos Morgauc,
oen neef van ons is. dbo>r zijn eerste vrouw.
„Neef k la mode d© Bretagnol"
„Neen zeker niet, een eolito neef, la
mode van alle mogelijke landen Guy,
maak toch niet overal-gekheid mee. Je
bent onverdraaglijk
„Een echte neef ja of neen, dat kan mij
weinig schelen,'1 zei hij met- een zorgloos
'lachje. Ik heb hoegenaamd geen lust ken
nis te gaan maken met dien achtenswaar
dige!» inwoner var Donarnenez. Trouwoi^s,
nu hij onde den schep ter staat van oen
nieuwo ega, is hij geen familie meer van
mij, evenmin als db stoot kinderen, waar
mee 11 zegt, dat dezo nieuwe echtgenoot©
hem begiftigd heeft. Je kunt hem gaan op
zoeken, Louise, mijn heel lieve en gezellige
zuster, als je er zin in hebtmaar wat mij
betreft, ik zal dien uitmuntenden esculaap,
<taar twijfel ik niet aan, maar aan zijn zie
ken overlaten
•j,Mijnheer, hot wordt tijd om heen. t©
gaan," bracht do koetsier schroomvallig in
heb middfcn met de punt. van. zijn zweep
c?fcreelc3o hij de ooren van zijn paardjes.
Guy keek op zijn horloge.
„Verduiveld! Ja, het is tijd. Yooru.it 1
Dag, Louise; dag nichtjes; tot. ziens! Dus
ik wacht jullie over twee dagen.
Hartelijk drukte hij do hand van den ver
loofde van Charlotte, Pierre Kivesaltes, een
schoolkameraad uit zijn kinderjaren, en hij
sfcapto in het wagentje.
Eenige jonge meisjes uit. clo Fransche ko
lonie, die zeer talrijk was te Pont-Aven,
woonden heb vertrek van den jongen man.
bij, vonder zich in heb minst te gen eer en.
Zij fluisterden onder elkaar in hun Engelscli
gebabbel, en maakten wederzijds hun op
merkingen over do elegante Parisiennes,
alle drie zoo vroolijk en zoo jong, dat men
mevrouw Chausey gemakkelijk voor de
ouclstc zuster van baar dochters kon heb
ben. aangezien.
Zij hadden ook een zeer gevocLigen indruk
gemaakt op die schilders,, die altijd in groo
ten getale in dat heerlijke hoekje van
Finistero vertegenwoordigd zijn.
„Aristocraten," hadden zij elkaar toege
fluisterd, toen zij den eersten keer, met. d©
twea jonge hoeren, de merkwaardige eet
zaal van het „groote" hotel van de plaats
waren binnengekomen.
En met kennersoog hadden zij de drie rei*
zigst-ers op bescheiden wijze opgenomen;
de moeder, in de volle ontplooiing van een
echoone vrouw, op rijpen leeftijd, eon.
p raclitig ontwikkeld figuur en toch had
haar gelaat een verwonderlijken glans ge
houden, verhoogd door haa>r lichtbruine ha
ren, die met zorg waren opgemaakt, en aar
dige krulletjes vormden boven haar blauw©
oogen, die bijna altijd lachten, evenals haar
lippen, welke gaarne do ivoren onberispe^
lijko tanden even vertoonden.
Zij scheen te herleven in haar oudste
dochter; zóó was zij twintig jaar te voren
geweestdezelfde blonde schoonheid, de
zelfde vroolijke, onveranderlijke opgewekt
heid, die bij haar tweede dochter minder
sterk uitkwam. Dit was een allerliefste bru
nette, fijn als een Saksisch porseleinen
beeldje, en even elegant; maar een buiten
gewoon gedistingeerde elegance, cn d-at was
haar geheel© persoontje, heel zacht, van
nature kalm en correct, wars van al wat
origineel was, als dat ten minste eenigszins
aan excentriciteit deed denken.
^Wordfc vervolgd.)