LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 26 Januari.
Tweede Blad. Anno 1921.
Mo. 18680»
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON
De ffssioleü Urief.
geoefend personeel dezer afdeeling, het
geen voor zóó korten duur natuurlijk on
raadzaam zou wezen.
Wanneer het voorstel in dezen, door den
Ra-ad wordt aangenomen, zullen B. eh W.
tijdig eon ontwerp aanhangig maken,
strekkende oin de bepalingen betreffende
de berekening van het zuiver inkomen ge
heel eensluidend te maken aan die van de
Wet op de Inkomstenbelasting 1914 en om
te schrappen al wat betrekking heeft op de
aangifte, de kohieren, de bezwaarschriften
c<n die ontheffingen.
Mede zal 'dan onder de oog en kunnen
worden gezien of de wijziging in de beper
king van de progressieregeling, zooals deze
thans in art 243o tweede lid is neergelegd,
tot een anders opzetten van de progressie-
schaal behoort to leiden, al zal, indien een
spoedige behandeling van het wetsvoor
stel-De Geer in zake de nooduitkeering aan
do gemeenten is te voorzien, hot lot van dit
wetsvoorstel, dat ook een bepaling omtrent
de progresseiregeling bevat, eerst zijn af
te wachten.
Resumeerende, geven B. en W. den Raad
mitsdien in overweging om
lo. in beginse' t9 besluiten tot invoering
der'belasting, bedoeld in art. 242b der Ge
meentewet, en hun de opdracht te geven
tot het doen van het verzoek aan Gedepu
teerde Staten, om voorloopig de oude ge
meentegrens aae te wijzen als den in be
doeld artikel genoemden kring2o. vast te
stellen de bijgaande Verordening, regelen
de cl'e heffing van opcenten op de hoofdsom
der Vermogensbelasting te Leiden3o.
vast te stellen de bijgaande nieuwe Veror
dening, regelende de heffing van opcenten
op de hoofdsom der Personeel© Belasting te
Leiden; 4o. te besluiten om do vaststelling
van de aanslagen en de invordering der
plaatselijke directe belastingen naar het
inkomen te Loiden, te beginnen met de op
het belastingjaar 19211922 betrekking heb
bende werkzaamheden, over te dragen aan
het Rijk.
ALPHEN-AAN-DEN RIJN. Gistermid
dag heeft de heer Idenburg, op de uit-
noodiging van het bestuur der Anti-liev.
Kiesvereeniging, alhier, zijn bekende redfe
gehouden over ,,Het Millioen."
HAARLEMMERMEER. Vanwege het
Kringbeabuur der Anti-Rev. Partij in deze
gemeente, heeft de heer II. Colijn, Dinsdag
middag alhier een rede gehouden in „de
Beurs", over het „Millioenenplan". Door
mr. J. A. de Wilde, lid der Tweede Kamer
werden verder nog eenige waar deer ende
woorden gewijd aan de nagedacht-en is van
dr. Kuijper.
Naar wij vernemen zijn door B. en. W.
van deze gemeente, opgrond van door twee
vergunninghouders in deze gemeente inge
diende afstandsverldaringen, ingetrokken
de ten name staande vergunningen voor de
lokaliteiten van de aan den Aalsmeerder-
dijk en Zwanenburgerdijk gelogen percee-
•len en is in verband daarmede aan O. Rui
ter vergunning verleend voor den verkoop
van sterken drank in het klein voor do ge
lagkamer van zijn perceel gelegen aan den
Spaamwoud'erweg alhier.
Zondagavond had alhier aan den Slo-
terweg een relletje plaats, waarbij het zoo
heftig toeging, dat de assistentie der poli
tie moest worden ingeroepen. V. d. B die
onder dien invloed van sterken drank ver
keerde, joog eerst z'n eohtgenoote de deur
uit en begaf zich daarna, gewapend met een
riek, naar de woning van A. H. alwaar de
vrouw was binnengevlucht. Onder ver
schrikkelijk rumoer begon v. d. B. de wo
ning zoodanig te bombardeeron dat de glas
scherven naar binnen vlogen. Het mocht
hem echter ondanks zijn gepleegd gewold
niet gelukken de woning binnen te dringen.
Prooes-verbaal werd ipgemaakt.
HAZERSWOUDE. De algemeene ver
gadering van „Onderling Hulpbetoon", ge
houden in „Salvatorl" telde 76 leden. De
voorzitter, de heer W. Slootweg, gaf een
terugblik over het verloopen vereenigings-
jaar. Twee leden waren door den doodweg
genomen, nl. de heeren N. Kruiswijk en J.
Dekker. Laatstgenoemde had tal van jaren
als bestuurslid de vereeniging met ijver
gediend. De secretaris, de heer V. de Bruyn
las de notulen, die onveranderd werden
goedgekeurd. De penningmeester, de heer
Jac. van Pijlen, deed rekening en verant
woording van zijn gehouden beheer. -De
ontvangsten, met 'begrip van 'n voordee-
lig saldo, zijnde f 147.38A, bedroegen
f 1361.501, de uitgaven f 1037.76%, zoodat er
een batig slot is van f 323.74. Aan zieken
geld werd uitgekeerd een bedrag van
f 798.75. De commissie tot het nazien der
rekeningen, bestaande uit de heeren Joh-
v. I. Werf en Jac. d© Kort, bracht bij mon
de van laatstgenoemde rapport uit, waaruit
bleek, dat alles in goed© orde was bevon
den. De voorzitter sprak een woord van
dar.k tot den penningmeester eri de com
missie. Als commissieleden voor 1921 wer
den benoemd de heeren Joh. van Gent en
L. de Vogel en als plaatsvervangers de
heeren P. v d. Spek Czn. en de Kort.
Besloten werd tot aansluiting bij den Ned.
Bond van Ziekenkassen, vooral met hot oog
op d'e in ie voeren ziektewetten. De heer
A. Heesterman, die 6 jaren achtereen als
voorzitter had gefungeerd, werd benoemd
tot eerelid. De heer H. Muller, die 25 ja-ar
als bestuurslid was werkzaam geweest,
werd door den voorzitter met dit heugelijk
feit gecomplimenteerd terwijl verder be
sloten werd den jubilaris een blijk van
waardeering te doen toekomen. Voorts werj
de contributie van f 10 aan.de „Werkver
schaffing voorloopig ingetrokken. Een
voorstel van den heer Jac. de Kort, om bij
het begin van elk boekjaar de uitkeering
aan zieken door het bestuur te d'oen vast
stellen, zal door liet bestuur worden over
wogen. De heer W. J. Dekker sprak een
woord van erkentelijkheid voor de waar-
deerende woorden aan de nagedachtenis
van zijn overleden vader gewijd' en voor het
blijk van hulde door de familie Dekker ont
vangen. De oude heer Joh. Gaarkeuken,
gaf als eere-voorzitter van „Onderling
Hulpbetoon" ten -overzicht van het .ont
staan en het verloop der vereeniging en
eindigde met den voorzitter een presl-
dentshamer aan te bieden, die dankbaar
werd aanvaard. Met een woord van danrc
voor de betoonde" belangstelling sloot de
voorzitter de vergadering.
Tot hoofd der school van d'e vereeni
ging voor gereformeerd schoolonderwijs al
hier, is benoemd de heer P. Goedendorp,
van IJ muiden.
HOOFDDORP. Het c:utraal-stemba-
reau zal ten Raadhuize sitting houden op
Donderdag 3 Februari a.s., des voormid-
dags te halftwaaif, voor de benoeming van
een R.-K. lid van den Raad dezer ge
meente, noodig, doordien de heer C. Jan
sen. brugwachter aan den Hillegommerdrjk
alhiet. zjjn benoeming als zoodanig niet
heeft aangenomen.
Met de verbetering, door riolesring,
beharding enz. van den Stationsweg en den
Westelijken Hoofdweg, waarvan de kosten
op ongeveer f8000 werden geraamd, is
thans een aanvang gemaakt. De Stations
weg, waarover het meest werd geklaagd,
krijgt eerst een beurt. Met dit werk wordt
een groote verbetering tot standd gebracht.
Naar ons wordt gemeld, zullen op cfe
aan de Manegalaan gelegen terreinen van
het Provinciaal EhctriciteitsbeJrgf tö Bioe-
mendaal, twee noodwoningen voor het per
soneel worden gebouwd.
KATWUK-AA.CV-ZEE.an de trawl-
vissoherij kwam te IJ'muideri binnen de
logger KW 47, met -f649 besomming.
NIEUWVEEN. Ds. O. de Jongh, Ned1.-
Herv. pred. alhier, is benoemd tot cate
cheet bij de Vereeniging van Vrijz. Her
vormden te Delft.
NOORDWIJKERHOUT. Aan deze ge
meente zijn bij Kon. besluit van 11 dezer,
ingevolge d'e bepalingen der Woningwet,
voorschotten verleend uit 's Rijks kas tegen
een rente van 5 pOt van ten hoogste
f 15.200 en "f 297.000, ten behoeve van de
R.-K. Woningbouwvereniging St- Anto-
iïieuwe belastingen.
De in-weiking-treding op 1 Januari 1.1.
Van de wet van 30 December 1920 tot wij
ziging van de Gemeentewet en van de Wet
op de Inkomstenbelasting 1914 geeft B. en
iW. aanleiding den Raad eenige voorstellen
te doen, welke tc besohonwen zijn als het
resultaat hunner voorloopige geenszins dus
,van definitieve overwegingen van deze
belangrijke wet. De burgerij heeft zich der
halve voor te bereiden op nog meerdere
voorstellen van belasting-objecten, welke de
nieuwe wet mogelijk maakt. Reeds werd,
zooals men weet, daarop vooruitgeloopen
door het voorstel van B. en W. tot verdub
beling van het getal opcenten op de grond
belasting, alreeds door den Kaacl aangeno-^
men
Van de nieuwe belastingen trekt B. en
W. het meest aan: een belasting op bouw
terreinen, nader uitgewerkt in art. 242b dor
wet. Zij kan geheven worden van bouwter
reinen. gelegen aan bestaande straten,
grachten en pleinen, of van gronden, welke
ingevolge een krachtens art. 28 der Wo
ningwet goedgekeurd plan in de naaste toe
komst zijn bestemd voor bouwterrein en zijn
gelegen binnen een door Ged. Stalen ge
trokken kring en wel tot ten hoogste A pCt.
per jaar van de verkoopwaarde.
Zoo spoedig de bebouwing een aanvang
neemt, houdt de belasting op. Zij heeft dus
ook een strekking het in exploitatie bren
gen van bouwterreinen te bevorderen.
Aangezien echter nog geen uitbreidings
plan bestaat voor het geannexeerde ge
deelte, waarin uiteraard de meeste bouw
terreinen liggen, zal men zich voorloopig
moeten bepalen tot binnen de grenzen der
oude Stad. B. en W. willen nu vragen aa.ii
G©«1 Staten daarvoor den kring te trekken.
Zoodra het bedoelde uitbreidingsplan is vol
tooid, kan wijziging van deze aanwijzing
gevraagd worden.
Verder komen, naar het oordeel van B.
en \V. in aanmerking: Opcenten op de ver
mogensbelasting. Tot dusverre werd ten be
hoeve van de gemeente van twee even
hooge belastbare inkomens een even hoog
peroentage gelieven, ook wanneer het eena
inkomen geheel uit vermogen en het andere
gh eel uit arbeid werd verkregen. Het is
;echter een juist beginsel van belastingpoli-
tiek om van het z.g. gefundeerde inkomen,
dat uit 'vermogen, iets meer te heffen en
de opcenten op de vermogensbelasting bie
den daartoe de gelegenheid. Echter is er,
.volgens B. en W., wel reden in dezen een
zekere matiging te betrachten. De vermo
gensbelasting wordt reeds geheven bij ver
mogens van f 16.000 en moet d'us, naast de
gemeentelijke inkomstenbelasting, in vele
gevallen worden opgebracht van een klem
inkomen. Waar nu op alle aanslagen een
gelijk getal opcenten moet worden gelegd,
zouden B. en W. dit getal niet hooger wil
len stellen dan 15, waardoor op een op
brengst van plm. f J2.000 mag gerekend
.worden.
De zakelijke belasting op de bedrijven
kan, volgens art. 242a der wet, slechts
geheven worden van ondernemingen bin
nen de gemeente, waar minstens gemiddeld
tien arbeiders werkzaam zijn, die minder
verdienen dan een bij Koninklijk besluit.
va9t te stellen bedrag. Vooral met het oog
'op bedrijven, waarvan de eigenaars of aan
deelhouders elders woonachtig zijn en dus
niet of belangrijk minder in de gemeente
lijke lasten bijdragen, zal deze belasting,
Volgens B. en W ook voor Leiden in aan
merking komen. Alvorens een verordening
kan worden ontworpen, dient échter de ba-
doelde algemeene maatregel van b°.«ti»ur te
Worden afgewacht
Een belasting van hen, die gedurende ten
tainstc een week als logeergasten vertoeven
ïn een hotel of pension binnen de gemeen
te kon voor Leiden gerust buiten beschou
wing blijven, mieren B. en W. Hetzelfde
geldt voor de opcenten op de hoofdsom der
ftijksinkomstenbeiasting, aangezien volgens
Art. 543b geen opcenten op de Rijksinkom-
atenbelasling mogen geheven worden naast
d»oor EDGAR POE. 1S11—1849.
5 (SLOT)
Het princiep, bijvoorbeeld; van de vis in
ertia©, blijkt hetzelfde in natuurkunde en
ill metaphysicaeen. zwaar lichaam is moei
lijker in beweging te brengen dan een lioht
■an de beweging is in overeenstemming mot
die moeilijkheid. Ziedaar wat even positief
is als d. dgende, soortgelijke stelling. In
tellecten van groote capaciteit, die in hun
doen en laten tegelijkertijd krachtiger,
utondvastiger, avontuurlijker zijn dan lager
staande, bewegen zich toch minder gemak
kelijk en komen met meer aarzeling op
gang Ander voorbeeld: Heb je nooit ge
merkt welke uithangborden aan winkels het
meest attentie trekken?
Heb daar nimmer op gelet, zeide ik.
Er bestaat, hernam Dupin, een raad
sel-spel, hetgeen gespeeld wordt met een
landkaart. Een der spelers verzoekt- iemand
om een in gecüaehte genomen naam van
stad, rivier, provincie, staat, etc. voor
komend op de verwarde bont© kaart, te ra
den. Een beginneling zoekt het zijn tegen-
Btanders moeilijk to maken door namen
fbe nomen, mot onleesbaar-kleine lettertjes
gedrukt; maar de meer ingewijden kiezen
[woorden dje zich over (3e gehcelo kaart uit
at rokken Zulke woorden ontsnappen, even
eds reclames en affiches met reuzenletters,
aan d© menschen door hun opvallendheid
self. Evenzoo is hot met de moreele onop
lettendheid van don geest, waaraan het te
eeit plaatselijke inkomstenbelasting met
progressief tarief.
Resten nog een belasting op de verze
kering tegen brandschade en een belasting
op de openbare aankondigingen anders
dan door tijdschriften of nieuwsbladen,
waaromtrent B. en W. op het oogenblïk
nog geen voorstel wenschen te doen.
Eindelijk vragen zij nog de'aandacht voor
een tweetal belastingen, welke d© Gemeen
tewet reeds vroeger toestond: de opcenten
op de personoele belasting en de belasting
naar het inkomen (hoofd, omslag).
De verordening van 20 Nov. 1919, rege
lende de heffing van opcenten pp de
hoofdsom der Rijkspersoneel© belasting,
dient te worden gewijzigd in verband' met
de wijziging, welke art. 247 der Gemeen-
Oewet heeft ondergaan. Evenals voorheen
moet het getal dezer, opcenten tot 50 be
perkt blijven voor aanslagen aan hen,
voor wie de belastbare huurwaarde niet
te boven gaat het dubbele van de som,
bepaald in art. 12 der Wet op de Perso
noele belasting, welke som voor de derde
klasse, waarin Leiden is gerangschikt,
f 125 bedraagt. Vroeger moest echter het
volle getal opcenten uiterlijk bereikt wor
den bij de aanslagen van hen, voor wie de
^belastbare huurwaarde het vijfvoud van
de bedoelde som bedraagt, terwijl thans
in deze bepaling voor „vijfvoud" is te le
zen: „tienvoud". De wet beperkt het
maximum der te heffen opcenten niet en
het is dus mogelijk om daarbij verder te
gaan dan het getal 100, hetwelk thans als
maximum geldt. Toch zouden B. en W.
daartoe niet willen adviseeren. Hoewel de
wet op de personeel© belasting enkele
grondslagen heeft, welke daaraan eeniger-
mate het karakter van een weeldebelas
ting geven, wordt het overgroot© deel der
opbrengst toch geleverd door factoren,
die met draagkracht niet evenredig samen
hangen.
Er is daarom aan het maximum van 100
opcenten vastgehouden. Voor de aansla
gen van hen, voor wie de belastbare huur
waarde ligt tusschen f 337,50 en f 1250
brengt dit eenige vermindering van hot
van hen te heffen getal opcenten mede,
doch vrees, dat daarvan een vermindering
van opbrengst het gevolg zal zijn, behoeft
niet te bestaan, waar de stijging van de
huurprijzen en de daarmede gepaard
gaande hoogere. taxatie- van de huurwaar
de, alsmede de hoogere taxatie van de
waarde van het meubilair een verhooging
van de hoofdsom der belasting meebrengt
welke ongetwijfeld in slechts weinige ge
vallen niet tegen de vermindering van 't
getal opcenten zal opwegen.
Overigens is voldaan aan den eisch der
wet, dat het getal opcenten geleidelik stijgt,
naarmate men van een belastbare huur
waarde van f250 omhoog gaat naar een
van f1250.
Ten aanzien van de plaatselijke belasting
naar het inkomen bevat de nieuwe wet
zeer gewichtige veranderingen. Naast de'
verhooging van de forens en be lasting, die
tot geen bijzondere voorstellen behoeft te
leiden, daar z|j automatisch uit de wet voort
vloeit, mogen als zoodanig in de eerste
plaate worden genoemd de bepalingen, van
de artt. 243 g en 243 h, volgens welke de
aanslagen voortaan voor iederen belasting
plichtige tegelijk met z|jn aanslag in de
R|jksinkomsteneblastiiig door 'a Rijks ambte
naren worden vastgesteld en de invorde
ring der belasting eveneens door 'sR|jks
ambtenaren geschieden zal. Hiermede strij
dige bepalingen in plaatselijke verordenin
gen vervallen van rechtswege met ingang
van 1 Mei 1922. Echter kan door de Kroon,
telkens voor een periode van ten hoogste
vyf jaar, aan een gemeente de bevoegdheid
worden verleend, om onder zekere voor
waarden de plaatselijke inkomstenbelasting
door haar eigen administratie te doen
heffen.
B. en W. stellen voor, niet alleen om geen
pogingen tot het verkrijgen dezer bevoegd
heid te doen, maar ook om het vaststellen
der aanslagen op de invordering der be
lasting reeds voor het belastingjaar 1921
1922 aan de Rijksadministratie over te dra
gen, hetgeen de wot toelaat. Het wil hun
toch voorkomen, dat aan deze overdracht I
duidelijke, het tot banaal wordend eenvou
dige voorbijgaat. De prefect heeft nooit
de mogelijkheid kunnen voorzien, dat D.
zijn brief vlak voor den neus van ieder
een te pronk zou leggen.
Ho© meer ikzelf echter nadacht over den
durfachtigen, briljanten geest van den mi
nister, des te meer ik overtuigd was, dat
hij, om het epistel te verstoppen, het slim
ste redmiddel te baat genomen had, nl.
om hem in het geheel niet te ver
stoppen!
Hiervan vervuld, begaf ik mij op zekeren
morgen, als toevallig, naar de woning van
den minister, nadat ik eersl een groenen
bril had opgezet Ik vond D. thuis, geeu
wend, flaneerend, beuzolend, en bewerend,
dat bij dood ging van verveling.
D. is misschien de meest energieke
mensc-h van dezen tijd; doch alleen dan,
wanneer niemand hem gadeslaat.
Om niet voor hem onder to doen, klaag
de ik over slechte oogen, die een bril nood
zakelijk maakten, maar van achter de bril-
leglazcn bespiedde ik nauwkeurig het ver
trek, in schijn vol aandacht voor de con
versatie van den heer des huizes.
Speciale attentie schonk ik aan hel groo
te bureau, waarbij hij was gezeten en waar
op allerlei brieven, paperassen, twee of
dJrie muziekinstrumenten, wat boeken, rom
melig dooreen lagen. Ik kon echter niets
verdachts ontdekken. Eindelijk, door gesta
dig rondturen. viel mijn oog op een prul
lerig, met gouddraad bewerkt kaartenrekje
van karton, dat, bungelend aan een vettig
blauw lint, vlak boven den schoorsteenman
tel hing. In dit rek, bestaande uit drie, vier
afdeelingen, waren eenige visitekaartjes
en één enkele brief. Deze laatste was ont
zettend smerig en gekreukt, bijna doormid-
schier uitsluitend voordeelen zijn verbon
den. Thans wordt vrjjwel hetzelfde, elk
jaar in omvang toenemende en zeer vetol
tjjd en geld roovende werk. de vaststelling
der aanslagen van alle Leidsche belasting
plichtigen, feitelijk tweemaal verricht, èn
door de ambtenaren der Rijks-inspectie èn
door de afdeeling Controle Gemeentebelas
tingen. De belastingschuldigen krijgen twee
biljetten ter invulling met verschillend ge
stelde en gegroepeerde vragen, welker be
antwoording tot -de kennis van hun oelast-
baar inkomen moet leiden. Vervolgens krij
gen zij twee aanslagbiljetten en moeten zij
op twee verschillende kantoren het wegms
belasting verschuldigde gaan voldoen. Bij
reclame zullen veelal weder twee ambte
lijke bureaux en twee commissies in be
weging gebracht moeten worden Dit alles
wordt èn voor de administratie, in haar ge
heel bezien, èn voor de belastingplichti
gen aanmerkelijk eenvoudiger, wanneer zoo-
wel de vaststelling der beide aanslagen als
de inning en de behandeling van eventueel©
bezwaren gebracht worden telkens in één
hand. En waar het Rjjk dezen arbeid geneef
kosteloos voor de gemeenten zal verrichten,
vloeit daaruit bovendien voor deze laatsten
een niet onbelangrijke besparing van kos
ten voort.
Intusschen rijzeii nóg twee vragen, waar
van de beantwoording het eindoordeel over
het al of niet voordeelige der besproken
verandering zal moeten beïnvloeden. Voor
eerst: Zal, waar liet brengen van de aan
slagregeling in één hand uit den aard der
zaak een gelijke berekening van het zuiver
inkomen, zoo voor de Rijks- als voor de
gemeentebelasting, vereischt, op die wijze
geen belastbaar inkomen voor de gemeen
te verloren gaan? En in.de tweede plaats:
Zal, doordat de aanslagregeling bij het Rijk
nog later pleegt voltooid te zijn dan bij de
gemeente, de gemeente niet te iaat aan
haar belastingpenningen komen?
Op de eerste vraag kan het antwoord
zijn, dat inderdaad de berekening van de
zuivere inkomens in sommige gevallen voor
den gemeentelijken fiscus wat minder voor-
deelig wordt De regelen omtrent de bere
kening van het zuiver inkomen in de ge
meentelijke verordening zijn wel reeds na
genoeg gelijk aan die van de Wet op de In
komstenbelasting 1914, doch in enkele ge
vallen is een voor cle gemeente voordeeli-
ger bepaling voor die der wet in de plaats
gesteld. De wet belast niet de niet rech
tens verschuldigde periodieke uitkeerln-
gen, zooals bijv. een student die van zijn
vader genietde verordening doét dit wel,
behoudens in geval van minderjarigheid.
Echter moet deze voordeeliger regeling
tooh met 1 Mei 1922 vervallen, ook al, krijgt
do gemeente de bevoegdheid den hoofdely-
ken omslag door haar eigen administratie
te blijven cloen heften.
Een bezwaar tegen het overbrengen van
heffing en invordering bij het Rijk kan dus
aan deze overweging niet worden ontleend.
Ook de late aanslagregeling kan als zoo
danig niet gelden, nu door de aanneming
van een amendement-De Wilde in art
243h der wet is vastgelegd, dat bijwijze van
voorschot aan het eind der maanden Juli
tot. en met Maart van het b tstingjaar
door het Rijk aan de gemeente telkens een
tiende deel van de geraamde opbrengst
der gemeentbelasting zal worden uitge
keerd. Deze regeling schept voor onze ge
meente ongetwijfeld een voordeeliger toe
stand dan de thaii3 bestaande.
Er is voor onze gemeente nog een bij
zondere reden om zoo spoedig mogelijk tot
den nieuwen toestand over te gaan on wel
de onvoldoende bezetting van de afdeeling
Controle Gemeentebelastingen in verhou
ding tot den omvang, dien het werk dier
afdeeling in de league jaren heeft gekre
gen. Slechts met de uiterste inspanning is
het gelukt, het kohier in het afgeloopen
jaar vóór eind November gereed te krijgen
en daarvoor is de behandeling van een
groot deel der reclames dienstjaar 1919
1920 veel langer dan wensciielijk is ver
traagd moeien worden. Deze toestand kan
niet nog een jaar bestendigd blijven, en
men zou dus, als men de overdracht aan
het Rijk nog een jaar wilde opschorten,
moeten overgaan tot uitbreiding van hei.
dien gescheurd, alsof men van >plan ge
weest was, hem als waardeloos te vernieti
gen, maar zich nog bedacht had.
De brief dfroeg een groot zwart lak, met
zeer zichtbara monogram van D., was ge
richt aan den minister zelf en door een
fijne vrouwenhand geschreven. Men had
hem schijnbaar nonohalant en zelfs met wat
minachting in oen der bovensto vakjes van
het kaartenhangertje gegooid.
Ternauwernood was mijn blik gevallen op
dien brief, of het stond bij mij vast, dat
dit het veel gezochte exemplaar moest zijn.
Naar het uiterlijk te oordeelen, zag hij
e-r totaal anders uit dan de brief, waarvan
de prefect ons zoo'n volledige omschrij
ving had gegeven. Van dezen was het zegel
groot en zwart, met monogram van D.,
van den ander het zegel klein en rood,,
met het wapen der familie S. Van dezen
was het aan den minister gericht adres fijn
en vrouwelijk, van den ander het aan ze
ker vorstelijk persoon gericht, opsohriffc
flink on karakteristiek geschreven. Slechts
eb afmeting vormde een punt van overeen
komst.
Maar juist het in het oog loopende ver
schil, <3e smerigheid, do verkreukelde, ge
scheurde staat van 't papier, in strijd met
de ware gewoonte des ministers, deze
dingen en de brutale wijze, waarop de
brief zichtbaar voor bezoekers lag ten toon
gesteld geheel dus overeenkomstig mijn.
gevolgtrekkingen van zooeven dit alles
te zamen werkte mede om mijn argwaan te
wekken. Ik rekt: mijn visite zoo lang mo
gelijk, en levendig redeneerend over een
onderwerp, dat nog nooit faalde hem te
boeien, gluurde ik onafgebroken naar liet
document, totdat ik een ontdekking deed,
die elk tikje twijfel wegvaagde. Vorschend
naar de randen van den brief, bemerke ik,
dat zij anders waren dan gewoonlijk. Dit
was voldoende. Bot- werd mij duidelijk, hoe
de brief moest omgekeerd zijn aJs een hand
schoen, opnieuw gevouwen en gelakt.
Den minister goeden dag zeggend, nam
ik onverwachts afscheid, mijn gouden ta
baksdoos vergetend.
Den volgenden morgen kwam ik de ta
baksdoos halen. Wij vervolgden oogenblik-
kelijk - het gesprek van den vorigon dag.
Doch gedurende ons onderhoud klonk plot
seling een schot, gevolgd door de kroten,
de vloeken der geschrikt© volksmenigte.
D. rende naar het raam, schoof het open
en keek rond. Onderwijl stapt© in snel op
het kaartenrekje af, pakte den brief, stak
hem in den zak en verving hom door een
andbre, een soort facsimile, wat den bui
tenkant betreft dat ik zorgvuldig thuis
gemaakt had, het monogram van D. na
bootsend met. behulp van een uit brood
vervaarigd zegel.
Het relletje op straat word veroorzaakt
door een man, die midden tusschen de men-
sohen zijn geweer hacl afgevuurdl. Daar
heb wapen slechts met los kruit bleek gela
den te zijn, hield men den kerel voor een
dronkaa.rd of een zonderling en liet hem
spoedig weer zijns weegs gaan.
D. keerde zich van liet. venster af, waar
heen ook ik mij dadelijk begeven had, na
dat de brief in mijn bezit was. Kort daarop
vertrok ik
.De vermeende zonderling handelde op
mijc bevel.
Maar wat liadt je 'er mee voor, om den
I brief door een anderen te vervangen? vroeg
j ik mijn vriend. Ware 't niet eenvoudiger
geweest het epistel openlijk to nemen en
l te eolipseeren?
D., hernam Dupin, is tot allee in staat,
cn daarbij, hij hooft fLinko spieren I Hij
houdt bedienden, die hem goed gezind zijn.
Had ik gedaan, hetgeen je raadt, dan waa
ik niet levend uit huis gekomen l De goed©
Par ij zona ars zouden nooit meer iete van m©
vernomen hebben. Dooh afgescheiden hier
van, hadi ik een speciale reden. Ik ben in
deze zaak opgetreden als partijgenoot vaa
do dame in kwestoie. Aohttien maanden lang
heeft hij haar in zijn macht gehad. Thans
komt de beurt aan haar. Niet vermoedend,
dat. do brief verdwenen is, gaat hij ck>or
met zijn chantage, en aldus zijn politiekea
ondergang t© gemoet. Zijn val zal niet- min
der onverwacht dan belachelijk wezen. D.
is bet ware monstrum horrendum een
gewetenloo© genieToch zou ik zijn
gedachten wel eens willen weten, wan
neer hij, getart door zooals de prefect
zegt een zeker iemand, gedwongen wordt
den brief te openen, welken ik voor hem
achterliet.
Hoezoo? Staat er iets bijzonders in?
Nu, dat beloof ik je? Het zou toch on
wellevend zijn geweest den binnenkant
blanco to laten! Destijds, t© Weenen, heeft
D. me een leelijke poets gebakken, en gek
scherend heb ik toen verklaard: „het in
herinnering te houden." Daa-r hij nieuws
gierig zal zijn, wie hem thans ontmaskerd
heeft, vond ik het jammer hem geen aan
wijzing te geven. Hij kent mijn hand en
midden op de blanco-pagina oopicerdo ik cl©
volgende woorden
Un dessein si funeste,
S'il n'est digne d'Atrée, est digne d«
Thyeste.
Deze regelen kunt ge vinden uj
„L'Atrée" van Cróbillon.
a