LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 26 Januari. Tweede Blad. Anno 1921. Mo. 18680» GEMEENTEZAKEN. FEUILLETON De ffssioleü Urief. geoefend personeel dezer afdeeling, het geen voor zóó korten duur natuurlijk on raadzaam zou wezen. Wanneer het voorstel in dezen, door den Ra-ad wordt aangenomen, zullen B. eh W. tijdig eon ontwerp aanhangig maken, strekkende oin de bepalingen betreffende de berekening van het zuiver inkomen ge heel eensluidend te maken aan die van de Wet op de Inkomstenbelasting 1914 en om te schrappen al wat betrekking heeft op de aangifte, de kohieren, de bezwaarschriften c<n die ontheffingen. Mede zal 'dan onder de oog en kunnen worden gezien of de wijziging in de beper king van de progressieregeling, zooals deze thans in art 243o tweede lid is neergelegd, tot een anders opzetten van de progressie- schaal behoort to leiden, al zal, indien een spoedige behandeling van het wetsvoor stel-De Geer in zake de nooduitkeering aan do gemeenten is te voorzien, hot lot van dit wetsvoorstel, dat ook een bepaling omtrent de progresseiregeling bevat, eerst zijn af te wachten. Resumeerende, geven B. en W. den Raad mitsdien in overweging om lo. in beginse' t9 besluiten tot invoering der'belasting, bedoeld in art. 242b der Ge meentewet, en hun de opdracht te geven tot het doen van het verzoek aan Gedepu teerde Staten, om voorloopig de oude ge meentegrens aae te wijzen als den in be doeld artikel genoemden kring2o. vast te stellen de bijgaande Verordening, regelen de cl'e heffing van opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting te Leiden3o. vast te stellen de bijgaande nieuwe Veror dening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der Personeel© Belasting te Leiden; 4o. te besluiten om do vaststelling van de aanslagen en de invordering der plaatselijke directe belastingen naar het inkomen te Loiden, te beginnen met de op het belastingjaar 19211922 betrekking heb bende werkzaamheden, over te dragen aan het Rijk. ALPHEN-AAN-DEN RIJN. Gistermid dag heeft de heer Idenburg, op de uit- noodiging van het bestuur der Anti-liev. Kiesvereeniging, alhier, zijn bekende redfe gehouden over ,,Het Millioen." HAARLEMMERMEER. Vanwege het Kringbeabuur der Anti-Rev. Partij in deze gemeente, heeft de heer II. Colijn, Dinsdag middag alhier een rede gehouden in „de Beurs", over het „Millioenenplan". Door mr. J. A. de Wilde, lid der Tweede Kamer werden verder nog eenige waar deer ende woorden gewijd aan de nagedacht-en is van dr. Kuijper. Naar wij vernemen zijn door B. en. W. van deze gemeente, opgrond van door twee vergunninghouders in deze gemeente inge diende afstandsverldaringen, ingetrokken de ten name staande vergunningen voor de lokaliteiten van de aan den Aalsmeerder- dijk en Zwanenburgerdijk gelogen percee- •len en is in verband daarmede aan O. Rui ter vergunning verleend voor den verkoop van sterken drank in het klein voor do ge lagkamer van zijn perceel gelegen aan den Spaamwoud'erweg alhier. Zondagavond had alhier aan den Slo- terweg een relletje plaats, waarbij het zoo heftig toeging, dat de assistentie der poli tie moest worden ingeroepen. V. d. B die onder dien invloed van sterken drank ver keerde, joog eerst z'n eohtgenoote de deur uit en begaf zich daarna, gewapend met een riek, naar de woning van A. H. alwaar de vrouw was binnengevlucht. Onder ver schrikkelijk rumoer begon v. d. B. de wo ning zoodanig te bombardeeron dat de glas scherven naar binnen vlogen. Het mocht hem echter ondanks zijn gepleegd gewold niet gelukken de woning binnen te dringen. Prooes-verbaal werd ipgemaakt. HAZERSWOUDE. De algemeene ver gadering van „Onderling Hulpbetoon", ge houden in „Salvatorl" telde 76 leden. De voorzitter, de heer W. Slootweg, gaf een terugblik over het verloopen vereenigings- jaar. Twee leden waren door den doodweg genomen, nl. de heeren N. Kruiswijk en J. Dekker. Laatstgenoemde had tal van jaren als bestuurslid de vereeniging met ijver gediend. De secretaris, de heer V. de Bruyn las de notulen, die onveranderd werden goedgekeurd. De penningmeester, de heer Jac. van Pijlen, deed rekening en verant woording van zijn gehouden beheer. -De ontvangsten, met 'begrip van 'n voordee- lig saldo, zijnde f 147.38A, bedroegen f 1361.501, de uitgaven f 1037.76%, zoodat er een batig slot is van f 323.74. Aan zieken geld werd uitgekeerd een bedrag van f 798.75. De commissie tot het nazien der rekeningen, bestaande uit de heeren Joh- v. I. Werf en Jac. d© Kort, bracht bij mon de van laatstgenoemde rapport uit, waaruit bleek, dat alles in goed© orde was bevon den. De voorzitter sprak een woord van dar.k tot den penningmeester eri de com missie. Als commissieleden voor 1921 wer den benoemd de heeren Joh. van Gent en L. de Vogel en als plaatsvervangers de heeren P. v d. Spek Czn. en de Kort. Besloten werd tot aansluiting bij den Ned. Bond van Ziekenkassen, vooral met hot oog op d'e in ie voeren ziektewetten. De heer A. Heesterman, die 6 jaren achtereen als voorzitter had gefungeerd, werd benoemd tot eerelid. De heer H. Muller, die 25 ja-ar als bestuurslid was werkzaam geweest, werd door den voorzitter met dit heugelijk feit gecomplimenteerd terwijl verder be sloten werd den jubilaris een blijk van waardeering te doen toekomen. Voorts werj de contributie van f 10 aan.de „Werkver schaffing voorloopig ingetrokken. Een voorstel van den heer Jac. de Kort, om bij het begin van elk boekjaar de uitkeering aan zieken door het bestuur te d'oen vast stellen, zal door liet bestuur worden over wogen. De heer W. J. Dekker sprak een woord van erkentelijkheid voor de waar- deerende woorden aan de nagedachtenis van zijn overleden vader gewijd' en voor het blijk van hulde door de familie Dekker ont vangen. De oude heer Joh. Gaarkeuken, gaf als eere-voorzitter van „Onderling Hulpbetoon" ten -overzicht van het .ont staan en het verloop der vereeniging en eindigde met den voorzitter een presl- dentshamer aan te bieden, die dankbaar werd aanvaard. Met een woord van danrc voor de betoonde" belangstelling sloot de voorzitter de vergadering. Tot hoofd der school van d'e vereeni ging voor gereformeerd schoolonderwijs al hier, is benoemd de heer P. Goedendorp, van IJ muiden. HOOFDDORP. Het c:utraal-stemba- reau zal ten Raadhuize sitting houden op Donderdag 3 Februari a.s., des voormid- dags te halftwaaif, voor de benoeming van een R.-K. lid van den Raad dezer ge meente, noodig, doordien de heer C. Jan sen. brugwachter aan den Hillegommerdrjk alhiet. zjjn benoeming als zoodanig niet heeft aangenomen. Met de verbetering, door riolesring, beharding enz. van den Stationsweg en den Westelijken Hoofdweg, waarvan de kosten op ongeveer f8000 werden geraamd, is thans een aanvang gemaakt. De Stations weg, waarover het meest werd geklaagd, krijgt eerst een beurt. Met dit werk wordt een groote verbetering tot standd gebracht. Naar ons wordt gemeld, zullen op cfe aan de Manegalaan gelegen terreinen van het Provinciaal EhctriciteitsbeJrgf tö Bioe- mendaal, twee noodwoningen voor het per soneel worden gebouwd. KATWUK-AA.CV-ZEE.an de trawl- vissoherij kwam te IJ'muideri binnen de logger KW 47, met -f649 besomming. NIEUWVEEN. Ds. O. de Jongh, Ned1.- Herv. pred. alhier, is benoemd tot cate cheet bij de Vereeniging van Vrijz. Her vormden te Delft. NOORDWIJKERHOUT. Aan deze ge meente zijn bij Kon. besluit van 11 dezer, ingevolge d'e bepalingen der Woningwet, voorschotten verleend uit 's Rijks kas tegen een rente van 5 pOt van ten hoogste f 15.200 en "f 297.000, ten behoeve van de R.-K. Woningbouwvereniging St- Anto- iïieuwe belastingen. De in-weiking-treding op 1 Januari 1.1. Van de wet van 30 December 1920 tot wij ziging van de Gemeentewet en van de Wet op de Inkomstenbelasting 1914 geeft B. en iW. aanleiding den Raad eenige voorstellen te doen, welke tc besohonwen zijn als het resultaat hunner voorloopige geenszins dus ,van definitieve overwegingen van deze belangrijke wet. De burgerij heeft zich der halve voor te bereiden op nog meerdere voorstellen van belasting-objecten, welke de nieuwe wet mogelijk maakt. Reeds werd, zooals men weet, daarop vooruitgeloopen door het voorstel van B. en W. tot verdub beling van het getal opcenten op de grond belasting, alreeds door den Kaacl aangeno-^ men Van de nieuwe belastingen trekt B. en W. het meest aan: een belasting op bouw terreinen, nader uitgewerkt in art. 242b dor wet. Zij kan geheven worden van bouwter reinen. gelegen aan bestaande straten, grachten en pleinen, of van gronden, welke ingevolge een krachtens art. 28 der Wo ningwet goedgekeurd plan in de naaste toe komst zijn bestemd voor bouwterrein en zijn gelegen binnen een door Ged. Stalen ge trokken kring en wel tot ten hoogste A pCt. per jaar van de verkoopwaarde. Zoo spoedig de bebouwing een aanvang neemt, houdt de belasting op. Zij heeft dus ook een strekking het in exploitatie bren gen van bouwterreinen te bevorderen. Aangezien echter nog geen uitbreidings plan bestaat voor het geannexeerde ge deelte, waarin uiteraard de meeste bouw terreinen liggen, zal men zich voorloopig moeten bepalen tot binnen de grenzen der oude Stad. B. en W. willen nu vragen aa.ii G©«1 Staten daarvoor den kring te trekken. Zoodra het bedoelde uitbreidingsplan is vol tooid, kan wijziging van deze aanwijzing gevraagd worden. Verder komen, naar het oordeel van B. en \V. in aanmerking: Opcenten op de ver mogensbelasting. Tot dusverre werd ten be hoeve van de gemeente van twee even hooge belastbare inkomens een even hoog peroentage gelieven, ook wanneer het eena inkomen geheel uit vermogen en het andere gh eel uit arbeid werd verkregen. Het is ;echter een juist beginsel van belastingpoli- tiek om van het z.g. gefundeerde inkomen, dat uit 'vermogen, iets meer te heffen en de opcenten op de vermogensbelasting bie den daartoe de gelegenheid. Echter is er, .volgens B. en W., wel reden in dezen een zekere matiging te betrachten. De vermo gensbelasting wordt reeds geheven bij ver mogens van f 16.000 en moet d'us, naast de gemeentelijke inkomstenbelasting, in vele gevallen worden opgebracht van een klem inkomen. Waar nu op alle aanslagen een gelijk getal opcenten moet worden gelegd, zouden B. en W. dit getal niet hooger wil len stellen dan 15, waardoor op een op brengst van plm. f J2.000 mag gerekend .worden. De zakelijke belasting op de bedrijven kan, volgens art. 242a der wet, slechts geheven worden van ondernemingen bin nen de gemeente, waar minstens gemiddeld tien arbeiders werkzaam zijn, die minder verdienen dan een bij Koninklijk besluit. va9t te stellen bedrag. Vooral met het oog 'op bedrijven, waarvan de eigenaars of aan deelhouders elders woonachtig zijn en dus niet of belangrijk minder in de gemeente lijke lasten bijdragen, zal deze belasting, Volgens B. en W ook voor Leiden in aan merking komen. Alvorens een verordening kan worden ontworpen, dient échter de ba- doelde algemeene maatregel van b°.«ti»ur te Worden afgewacht Een belasting van hen, die gedurende ten tainstc een week als logeergasten vertoeven ïn een hotel of pension binnen de gemeen te kon voor Leiden gerust buiten beschou wing blijven, mieren B. en W. Hetzelfde geldt voor de opcenten op de hoofdsom der ftijksinkomstenbeiasting, aangezien volgens Art. 543b geen opcenten op de Rijksinkom- atenbelasling mogen geheven worden naast d»oor EDGAR POE. 1S11—1849. 5 (SLOT) Het princiep, bijvoorbeeld; van de vis in ertia©, blijkt hetzelfde in natuurkunde en ill metaphysicaeen. zwaar lichaam is moei lijker in beweging te brengen dan een lioht ■an de beweging is in overeenstemming mot die moeilijkheid. Ziedaar wat even positief is als d. dgende, soortgelijke stelling. In tellecten van groote capaciteit, die in hun doen en laten tegelijkertijd krachtiger, utondvastiger, avontuurlijker zijn dan lager staande, bewegen zich toch minder gemak kelijk en komen met meer aarzeling op gang Ander voorbeeld: Heb je nooit ge merkt welke uithangborden aan winkels het meest attentie trekken? Heb daar nimmer op gelet, zeide ik. Er bestaat, hernam Dupin, een raad sel-spel, hetgeen gespeeld wordt met een landkaart. Een der spelers verzoekt- iemand om een in gecüaehte genomen naam van stad, rivier, provincie, staat, etc. voor komend op de verwarde bont© kaart, te ra den. Een beginneling zoekt het zijn tegen- Btanders moeilijk to maken door namen fbe nomen, mot onleesbaar-kleine lettertjes gedrukt; maar de meer ingewijden kiezen [woorden dje zich over (3e gehcelo kaart uit at rokken Zulke woorden ontsnappen, even eds reclames en affiches met reuzenletters, aan d© menschen door hun opvallendheid self. Evenzoo is hot met de moreele onop lettendheid van don geest, waaraan het te eeit plaatselijke inkomstenbelasting met progressief tarief. Resten nog een belasting op de verze kering tegen brandschade en een belasting op de openbare aankondigingen anders dan door tijdschriften of nieuwsbladen, waaromtrent B. en W. op het oogenblïk nog geen voorstel wenschen te doen. Eindelijk vragen zij nog de'aandacht voor een tweetal belastingen, welke d© Gemeen tewet reeds vroeger toestond: de opcenten op de personoele belasting en de belasting naar het inkomen (hoofd, omslag). De verordening van 20 Nov. 1919, rege lende de heffing van opcenten pp de hoofdsom der Rijkspersoneel© belasting, dient te worden gewijzigd in verband' met de wijziging, welke art. 247 der Gemeen- Oewet heeft ondergaan. Evenals voorheen moet het getal dezer, opcenten tot 50 be perkt blijven voor aanslagen aan hen, voor wie de belastbare huurwaarde niet te boven gaat het dubbele van de som, bepaald in art. 12 der Wet op de Perso noele belasting, welke som voor de derde klasse, waarin Leiden is gerangschikt, f 125 bedraagt. Vroeger moest echter het volle getal opcenten uiterlijk bereikt wor den bij de aanslagen van hen, voor wie de ^belastbare huurwaarde het vijfvoud van de bedoelde som bedraagt, terwijl thans in deze bepaling voor „vijfvoud" is te le zen: „tienvoud". De wet beperkt het maximum der te heffen opcenten niet en het is dus mogelijk om daarbij verder te gaan dan het getal 100, hetwelk thans als maximum geldt. Toch zouden B. en W. daartoe niet willen adviseeren. Hoewel de wet op de personeel© belasting enkele grondslagen heeft, welke daaraan eeniger- mate het karakter van een weeldebelas ting geven, wordt het overgroot© deel der opbrengst toch geleverd door factoren, die met draagkracht niet evenredig samen hangen. Er is daarom aan het maximum van 100 opcenten vastgehouden. Voor de aansla gen van hen, voor wie de belastbare huur waarde ligt tusschen f 337,50 en f 1250 brengt dit eenige vermindering van hot van hen te heffen getal opcenten mede, doch vrees, dat daarvan een vermindering van opbrengst het gevolg zal zijn, behoeft niet te bestaan, waar de stijging van de huurprijzen en de daarmede gepaard gaande hoogere. taxatie- van de huurwaar de, alsmede de hoogere taxatie van de waarde van het meubilair een verhooging van de hoofdsom der belasting meebrengt welke ongetwijfeld in slechts weinige ge vallen niet tegen de vermindering van 't getal opcenten zal opwegen. Overigens is voldaan aan den eisch der wet, dat het getal opcenten geleidelik stijgt, naarmate men van een belastbare huur waarde van f250 omhoog gaat naar een van f1250. Ten aanzien van de plaatselijke belasting naar het inkomen bevat de nieuwe wet zeer gewichtige veranderingen. Naast de' verhooging van de forens en be lasting, die tot geen bijzondere voorstellen behoeft te leiden, daar z|j automatisch uit de wet voort vloeit, mogen als zoodanig in de eerste plaate worden genoemd de bepalingen, van de artt. 243 g en 243 h, volgens welke de aanslagen voortaan voor iederen belasting plichtige tegelijk met z|jn aanslag in de R|jksinkomsteneblastiiig door 'a Rijks ambte naren worden vastgesteld en de invorde ring der belasting eveneens door 'sR|jks ambtenaren geschieden zal. Hiermede strij dige bepalingen in plaatselijke verordenin gen vervallen van rechtswege met ingang van 1 Mei 1922. Echter kan door de Kroon, telkens voor een periode van ten hoogste vyf jaar, aan een gemeente de bevoegdheid worden verleend, om onder zekere voor waarden de plaatselijke inkomstenbelasting door haar eigen administratie te doen heffen. B. en W. stellen voor, niet alleen om geen pogingen tot het verkrijgen dezer bevoegd heid te doen, maar ook om het vaststellen der aanslagen op de invordering der be lasting reeds voor het belastingjaar 1921 1922 aan de Rijksadministratie over te dra gen, hetgeen de wot toelaat. Het wil hun toch voorkomen, dat aan deze overdracht I duidelijke, het tot banaal wordend eenvou dige voorbijgaat. De prefect heeft nooit de mogelijkheid kunnen voorzien, dat D. zijn brief vlak voor den neus van ieder een te pronk zou leggen. Ho© meer ikzelf echter nadacht over den durfachtigen, briljanten geest van den mi nister, des te meer ik overtuigd was, dat hij, om het epistel te verstoppen, het slim ste redmiddel te baat genomen had, nl. om hem in het geheel niet te ver stoppen! Hiervan vervuld, begaf ik mij op zekeren morgen, als toevallig, naar de woning van den minister, nadat ik eersl een groenen bril had opgezet Ik vond D. thuis, geeu wend, flaneerend, beuzolend, en bewerend, dat bij dood ging van verveling. D. is misschien de meest energieke mensc-h van dezen tijd; doch alleen dan, wanneer niemand hem gadeslaat. Om niet voor hem onder to doen, klaag de ik over slechte oogen, die een bril nood zakelijk maakten, maar van achter de bril- leglazcn bespiedde ik nauwkeurig het ver trek, in schijn vol aandacht voor de con versatie van den heer des huizes. Speciale attentie schonk ik aan hel groo te bureau, waarbij hij was gezeten en waar op allerlei brieven, paperassen, twee of dJrie muziekinstrumenten, wat boeken, rom melig dooreen lagen. Ik kon echter niets verdachts ontdekken. Eindelijk, door gesta dig rondturen. viel mijn oog op een prul lerig, met gouddraad bewerkt kaartenrekje van karton, dat, bungelend aan een vettig blauw lint, vlak boven den schoorsteenman tel hing. In dit rek, bestaande uit drie, vier afdeelingen, waren eenige visitekaartjes en één enkele brief. Deze laatste was ont zettend smerig en gekreukt, bijna doormid- schier uitsluitend voordeelen zijn verbon den. Thans wordt vrjjwel hetzelfde, elk jaar in omvang toenemende en zeer vetol tjjd en geld roovende werk. de vaststelling der aanslagen van alle Leidsche belasting plichtigen, feitelijk tweemaal verricht, èn door de ambtenaren der Rijks-inspectie èn door de afdeeling Controle Gemeentebelas tingen. De belastingschuldigen krijgen twee biljetten ter invulling met verschillend ge stelde en gegroepeerde vragen, welker be antwoording tot -de kennis van hun oelast- baar inkomen moet leiden. Vervolgens krij gen zij twee aanslagbiljetten en moeten zij op twee verschillende kantoren het wegms belasting verschuldigde gaan voldoen. Bij reclame zullen veelal weder twee ambte lijke bureaux en twee commissies in be weging gebracht moeten worden Dit alles wordt èn voor de administratie, in haar ge heel bezien, èn voor de belastingplichti gen aanmerkelijk eenvoudiger, wanneer zoo- wel de vaststelling der beide aanslagen als de inning en de behandeling van eventueel© bezwaren gebracht worden telkens in één hand. En waar het Rjjk dezen arbeid geneef kosteloos voor de gemeenten zal verrichten, vloeit daaruit bovendien voor deze laatsten een niet onbelangrijke besparing van kos ten voort. Intusschen rijzeii nóg twee vragen, waar van de beantwoording het eindoordeel over het al of niet voordeelige der besproken verandering zal moeten beïnvloeden. Voor eerst: Zal, waar liet brengen van de aan slagregeling in één hand uit den aard der zaak een gelijke berekening van het zuiver inkomen, zoo voor de Rijks- als voor de gemeentebelasting, vereischt, op die wijze geen belastbaar inkomen voor de gemeen te verloren gaan? En in.de tweede plaats: Zal, doordat de aanslagregeling bij het Rijk nog later pleegt voltooid te zijn dan bij de gemeente, de gemeente niet te iaat aan haar belastingpenningen komen? Op de eerste vraag kan het antwoord zijn, dat inderdaad de berekening van de zuivere inkomens in sommige gevallen voor den gemeentelijken fiscus wat minder voor- deelig wordt De regelen omtrent de bere kening van het zuiver inkomen in de ge meentelijke verordening zijn wel reeds na genoeg gelijk aan die van de Wet op de In komstenbelasting 1914, doch in enkele ge vallen is een voor cle gemeente voordeeli- ger bepaling voor die der wet in de plaats gesteld. De wet belast niet de niet rech tens verschuldigde periodieke uitkeerln- gen, zooals bijv. een student die van zijn vader genietde verordening doét dit wel, behoudens in geval van minderjarigheid. Echter moet deze voordeeliger regeling tooh met 1 Mei 1922 vervallen, ook al, krijgt do gemeente de bevoegdheid den hoofdely- ken omslag door haar eigen administratie te blijven cloen heften. Een bezwaar tegen het overbrengen van heffing en invordering bij het Rijk kan dus aan deze overweging niet worden ontleend. Ook de late aanslagregeling kan als zoo danig niet gelden, nu door de aanneming van een amendement-De Wilde in art 243h der wet is vastgelegd, dat bijwijze van voorschot aan het eind der maanden Juli tot. en met Maart van het b tstingjaar door het Rijk aan de gemeente telkens een tiende deel van de geraamde opbrengst der gemeentbelasting zal worden uitge keerd. Deze regeling schept voor onze ge meente ongetwijfeld een voordeeliger toe stand dan de thaii3 bestaande. Er is voor onze gemeente nog een bij zondere reden om zoo spoedig mogelijk tot den nieuwen toestand over te gaan on wel de onvoldoende bezetting van de afdeeling Controle Gemeentebelastingen in verhou ding tot den omvang, dien het werk dier afdeeling in de league jaren heeft gekre gen. Slechts met de uiterste inspanning is het gelukt, het kohier in het afgeloopen jaar vóór eind November gereed te krijgen en daarvoor is de behandeling van een groot deel der reclames dienstjaar 1919 1920 veel langer dan wensciielijk is ver traagd moeien worden. Deze toestand kan niet nog een jaar bestendigd blijven, en men zou dus, als men de overdracht aan het Rijk nog een jaar wilde opschorten, moeten overgaan tot uitbreiding van hei. dien gescheurd, alsof men van >plan ge weest was, hem als waardeloos te vernieti gen, maar zich nog bedacht had. De brief dfroeg een groot zwart lak, met zeer zichtbara monogram van D., was ge richt aan den minister zelf en door een fijne vrouwenhand geschreven. Men had hem schijnbaar nonohalant en zelfs met wat minachting in oen der bovensto vakjes van het kaartenhangertje gegooid. Ternauwernood was mijn blik gevallen op dien brief, of het stond bij mij vast, dat dit het veel gezochte exemplaar moest zijn. Naar het uiterlijk te oordeelen, zag hij e-r totaal anders uit dan de brief, waarvan de prefect ons zoo'n volledige omschrij ving had gegeven. Van dezen was het zegel groot en zwart, met monogram van D., van den ander het zegel klein en rood,, met het wapen der familie S. Van dezen was het aan den minister gericht adres fijn en vrouwelijk, van den ander het aan ze ker vorstelijk persoon gericht, opsohriffc flink on karakteristiek geschreven. Slechts eb afmeting vormde een punt van overeen komst. Maar juist het in het oog loopende ver schil, <3e smerigheid, do verkreukelde, ge scheurde staat van 't papier, in strijd met de ware gewoonte des ministers, deze dingen en de brutale wijze, waarop de brief zichtbaar voor bezoekers lag ten toon gesteld geheel dus overeenkomstig mijn. gevolgtrekkingen van zooeven dit alles te zamen werkte mede om mijn argwaan te wekken. Ik rekt: mijn visite zoo lang mo gelijk, en levendig redeneerend over een onderwerp, dat nog nooit faalde hem te boeien, gluurde ik onafgebroken naar liet document, totdat ik een ontdekking deed, die elk tikje twijfel wegvaagde. Vorschend naar de randen van den brief, bemerke ik, dat zij anders waren dan gewoonlijk. Dit was voldoende. Bot- werd mij duidelijk, hoe de brief moest omgekeerd zijn aJs een hand schoen, opnieuw gevouwen en gelakt. Den minister goeden dag zeggend, nam ik onverwachts afscheid, mijn gouden ta baksdoos vergetend. Den volgenden morgen kwam ik de ta baksdoos halen. Wij vervolgden oogenblik- kelijk - het gesprek van den vorigon dag. Doch gedurende ons onderhoud klonk plot seling een schot, gevolgd door de kroten, de vloeken der geschrikt© volksmenigte. D. rende naar het raam, schoof het open en keek rond. Onderwijl stapt© in snel op het kaartenrekje af, pakte den brief, stak hem in den zak en verving hom door een andbre, een soort facsimile, wat den bui tenkant betreft dat ik zorgvuldig thuis gemaakt had, het monogram van D. na bootsend met. behulp van een uit brood vervaarigd zegel. Het relletje op straat word veroorzaakt door een man, die midden tusschen de men- sohen zijn geweer hacl afgevuurdl. Daar heb wapen slechts met los kruit bleek gela den te zijn, hield men den kerel voor een dronkaa.rd of een zonderling en liet hem spoedig weer zijns weegs gaan. D. keerde zich van liet. venster af, waar heen ook ik mij dadelijk begeven had, na dat de brief in mijn bezit was. Kort daarop vertrok ik .De vermeende zonderling handelde op mijc bevel. Maar wat liadt je 'er mee voor, om den I brief door een anderen te vervangen? vroeg j ik mijn vriend. Ware 't niet eenvoudiger geweest het epistel openlijk to nemen en l te eolipseeren? D., hernam Dupin, is tot allee in staat, cn daarbij, hij hooft fLinko spieren I Hij houdt bedienden, die hem goed gezind zijn. Had ik gedaan, hetgeen je raadt, dan waa ik niet levend uit huis gekomen l De goed© Par ij zona ars zouden nooit meer iete van m© vernomen hebben. Dooh afgescheiden hier van, hadi ik een speciale reden. Ik ben in deze zaak opgetreden als partijgenoot vaa do dame in kwestoie. Aohttien maanden lang heeft hij haar in zijn macht gehad. Thans komt de beurt aan haar. Niet vermoedend, dat. do brief verdwenen is, gaat hij ck>or met zijn chantage, en aldus zijn politiekea ondergang t© gemoet. Zijn val zal niet- min der onverwacht dan belachelijk wezen. D. is bet ware monstrum horrendum een gewetenloo© genieToch zou ik zijn gedachten wel eens willen weten, wan neer hij, getart door zooals de prefect zegt een zeker iemand, gedwongen wordt den brief te openen, welken ik voor hem achterliet. Hoezoo? Staat er iets bijzonders in? Nu, dat beloof ik je? Het zou toch on wellevend zijn geweest den binnenkant blanco to laten! Destijds, t© Weenen, heeft D. me een leelijke poets gebakken, en gek scherend heb ik toen verklaard: „het in herinnering te houden." Daa-r hij nieuws gierig zal zijn, wie hem thans ontmaskerd heeft, vond ik het jammer hem geen aan wijzing te geven. Hij kent mijn hand en midden op de blanco-pagina oopicerdo ik cl© volgende woorden Un dessein si funeste, S'il n'est digne d'Atrée, est digne d« Thyeste. Deze regelen kunt ge vinden uj „L'Atrée" van Cróbillon. a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5