LEIDSCH m DAGBLAD. Woensdag 5 Januari 1921. EERSTE BLAD. Officieele Kennisgeving STADSNIEUWS, FEUILLETON m ONiTEAAT GEMENGD NIEUWS Het voornaamste nieuws van heden. PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel, \s Zaterdags 40 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lagere prijs. Kleine adverleiitiëii Woensdag 50 Cts., Zaterdag 75 cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postreoht. Voor evenlueele opzon ding van brieven 10 Gts. porto te betalen. Bewijs nummer 5 Cts. 'Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers «oor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden p. 3 mncL 2.35, p. week f 0.18 Buiten Leidon, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18 Franco per post rtmnw 2. l5 Nummer 18662. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. De Burgemeester Aan Leiden brengt ter kennis van de ingezetenen, ctat morgen (Donderdag) aan de gemeentelijke vischwin- kels (Vischmarkt en Stadshulpwerf) ver krijgbaar is SCHELVISCH a f 0,20 en f 0.26, grootero SCHELVISCH a f 0.36 en f 0.40. en SCHAR a f 0.23 per pond. W. PERA, Wetb. Lo. Burgcm. Leiden, 5 Januari 1921 Eerste congres van het Oostersch Genoot schap in Nederland. II. Na de bijzonder geslaagde middag-verga dering, welke in het groot-auditorium van het Universiteitsgebouw werd gehouden, waarvan wg gisteren verslag- gaven, hield het in de algeraeene vergadering definitief benoemd bestuur in den „Huize van Dijk", aan het Rapenburg, een receptie, welke zeer druk bezocht was. Een aantal geleerden, zoowel uit Leiden als van elders, kwamen het bestuur gelukwenschen; velen hadden hun dames meegebracht. De voorzitter, prof. dr. Snouck Hurgronje, beantwoordde de goede wenschen, ten opzichte van het jonge Genoot schap uitgesproken. 's Avonds had weder een bijeenkomst plaats van leden en geïntroduceerden in het groot-auditorium waar voor een vrij talrijk gehoor prof. dr. F. W. Arnoldt C. I. Ë.t uit Londen, die als buitenlandsch lid dit congres bijwoont, aan de hand van een reeks duidelijke lichtbeelden in de Engelsche taal een voordracht hield over „den oorsprong en de ontwikkeling van de Perzische schilder kunst." Spr. ving aan met den inval der Mongolen in de 13de eeuw te schetsen waardoor groote verwoestingen in Perzië werden aangericht, om daaruit te verklaren het gebrek aan stu diemateriaal van de Perzische kunst gedu rende het tijdperk, loopende van de 7de eeuw (na den val van de Sasanid-dynastie) tot de 13de eeuw. Het is dus moeilijk na te gaan, welke de artistieke invloeden zijn ged weest gedurende de zes tusschenliggenèe eeuwen. Spr. verklaarde nu, hoe Boedhisti- sche en Christelgke schilderkunst invloed hebben uitgeoefend en hij toonde met voor beelden uit de 6de, 12de, 15de en 16de eeuw aan, hoe de pre-Mohammedaansch- Perzische voorstelling van Bahram Gur en zijn slavin Azada, voor wie hij een hert schoot, voortleefde in de verschillende kunst richtingen, dio achtereenvolgens ontstonden. De aandrang tot een herleving van Per zische schilderkunst in de 15de eeuw, kwam van China en 'karakteristieke Chineesche kunst is steeds merkbaar in Perzisehe schil derijen. Spr. ging vervolgens een reeks licht beelden vertoonen van schilderijen, begin nende met de Mongoolsche periode, toen de Chineesche invloed het sterkst was, waarop t\r Het volgen de Timuritische periode, ge durende welke zich een oorspronkelijk Per zische stijl langzamerhand deed gelden, om ten slotte voorbeelden op het doek te bren gen uit de Sasavidische periode, waarin eenige van de schoonste voorbeelden van Perzische schilderkunst Averden voortgebracht Voornamelijk vestigde hij de aandacht op het werk van twee groote schilders, Bihzad en Mizak, wier schilderijen hg uitvoerig besprak. Aan het einde van zijn lezing ging spr. in Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE. (Nadruk verboden.) 61) Juffrouw White ging dus he on, cn me vrouw Pemberton ging na-ar do keuken, om te zien, of de vleeschpastei goed werd, en later in den avond ging zij naar de Nor- tons voor een partijtjo bridge en zij had niet do minste bedoeling iets te zeggen over do vreemde geschiedenis, die zij dien middag gehoord had. Maar toen mevrouw Norton zei: „Ik begrijp niet, wat mevrouw Dean doet, ik heb haar bijna niet gezien sedert (.Lit bridge-wedstrijcl in het- wijk- gebouw," was het onmogelijk, om niet veel- .lenu to kijken. „Ik denk, dat zij het druk heeft," ant woordde mevrouw Pemberton, met zulk een opvallende voorzichtigheid, dat zij evengoed met woorden hadl kunnen zeggen, dat zij iet? te verbergen had. „Vroeger werd mevrouw Bcan door haar werk nooit verhinderd om uit te gaan," lachte mevrouw Norton. ,,Het moet wel een heel gewichtig ding zijn, dat haar zoo thuis houdt." „Zeker wel," zei mevrouw Pemberton. „Akelig weer hebben we En het was geheel volgens de mensche- lijke natuur, om in het eerste vertrouwe lijke oogenblik tot haar te zeggen „Wat is or met mevrouw Bean „Och niets," zei mevrouw Pemberton. „U weet, hoeveel we allen van haar hou den," •dropg mevrouw Norton aan." „Wat u ook zeggen zoudt, het zou volkomen vei- het kort na het vervat Van de Perzische schil derkunst. De lezing werd met aandacht gevolgd en de voorzitter maakte zich tot tolk der ver gadering, toen hij prof. Arnold dankte voer hetgeen hij had medegedeeld. Sectievergaderingen. Hedenvoormiddag verdeelde het Congres zich in drie secties, waarin verschillende onderwerpen werden behandeld. In de Semietisch-Egyptologische sectie, onder voorzitterschap van prof. dr. T. J. de Boer (secretaris prof. dr. F. M. Th. Böhl), gaf allereerst dr. R. Micdema, van Amersfoort, een critische beschouwing van „Strzygowski's jongste hypothese over den oorsprong der Christelijke kunst" en betoog de, dat deze hypothese, waar zij den oor sprong van de Chr. kunst in Mesopotamië en Iran zoekt, geen wetenschappelijke waarde heeft, wel echter biedt zijn arbeid den ar- chaeoloog en kunstcriticus materiaal van beteekenis aan. Volgens spr- moet de oor sprong van de Chr. kunst in Egypte ge zocht worden. Prof. dr.*F. M. Th. Böhl, uit Groningen, sprak vervolgens over „Nieuwe gegevens I over de oude Amorieten'V welke hij een tusschenschakel noemde tusschen de Assy- riërs en de Israëlieten. Hoewel tot hetzelfde ras behoor end als de Israëlieten en mede I aan de Eufraat wonende, vormden zij gods- dienstig met dezen een tegemtelling. Dr. Th. L. W. van Ravensteyn, Ned.-Herv. predikant te Eerdbeek, hie'd een beschou- wing over „Fatalisme en Yahuisme", die volgens het betoog van dezen spreker elkaar strikt genomen uitsluiten. „Het Hebreeuwsch en de andere talen in de Rabbrjnsche litteratuur" was hst onder werp door dr. J. L. Palaclie, uit Leiden, behandeld. De ouden beschouwden in theorie hun eigen taal niet alleen als de voortref felijkste, maar ook als de meest oorspronke lijke. In de practijk echter heerschte tegen over andere talen de grootste tolerantie, zelfs voor godsdienstige zaken. Zoo zijn de beide Talmoeden voornamelijk in Arameensch dialect geschreven. Dat men in de oudheid over de verhou ding van de verschillende talen nog zeer onklare voorstellingen had, was begrijpelijk. Eerst de taalwetenschap Icon over dit alles h$t juiste licht doen schijnen, zooals spr. ten slotte nader deed uitkomen. In de Arische sectie, die werd gepresi deerd door prof. dr. G. W. Caland, te Utrecht (seer. mej. dr. M. A. Muassis), kwam aller eerst de voorzitter zelf aan het woord. Hij hield £ën verhandeling over: „Woord afleiding on beteekenis van Avestlsch Spen- ta", terwijl vervolgens prof. dr. B. Fadde- gon, uit Doom, een bijdrage leverde over de Compositie van Badaranaya's Vendanta Sütra", dat in den vorm van memoriseer- spreuken een samen\ratting is van hetgeen geleerd wordt in de Yedanta's. Dr. V. F. Buchner, alhier, behandelde daarna het meervoudsaffex in het Osse- tïsch' en de heer H. Dunlop, uit 's-Graven- hage beschreef vervolgens een Nederlandsch document omstreeks 1625, voor den geds- dienst der Parsi's", terwijl de verhandelin gen in deze sectie werden besloten met een voordracht van mej. dr. Martha Muusses, te Utrecht, over „de verschillende beteekenis- s»en van Sanskrit Chesaja." In de Oost-Aziatische sectie, onder voor- 1 zitterschap van prof. mr. J. E. Heer es, te 's-Gravenhagc (secretaris prof. -J. C. van Eerde), werden een viertal voordrachten ge houden. Prof. dr. G. A. J. Hazeu, alhier, vertelde eenige interessante dingen, over de Kebon- gan in het Javaansche huis, prof. dr. M. W. de Visser, mede alhier, hield een verhande ling over Oud Janansche Wonderverhalen, waarna dr. L J. L>. Duyvendak, lector in het Chineesch aan de Universiteit alhier een ïc-zing hield over: „Wisseltalen in het Chi- -neesch", terwijl eindelek de heer H. Kraemer uit Voorschoten, een en ander meedeelde over Hamrak Fansari, een der belangrijkste figuren in de geschiedenis van den Indotie- sischen Islam. In de Hellenistisch-Byzantjjnsche sectie, voorgezeten door pref. dr. U. Ph. Boisöe- vain (secretaris dr. A. W. Byvanck) sprak eerst onze stadgenoot prof. dr. D. C. Hes- seling, over Byzantijnsché volksoverleverin gen, prof. mr. R. Fruin, te 's-Gravenhage, deelde bijzonderheden mede over de jaartel ling, voorkomende op de munten van de Rc- meinsehe stadhouders van Bithynië, Carbo en Pansa. Hier besloot dr. D. Cohen, te 's-Gra- venhage, de rij der sprekers met een uiteen zetting van „de bestuursindeeling van het i rpk der Seleuceden." I Na afloop der secties werd een bezoek gebracht aan de tentoonstelling van Ooster- sche handschriften, aangericht in de Univer siteitsbibliotheek, onder leiding van de hee- reu dr. C. van Arendonk en dr. O. F. Bqchner. Het congres zal van avond besloten wor den met de opvoering van het Wajangspel: De verdwijning van Dewi Retna-Erawati, onder leiding van den heer Soorjo Poetro. Nutsvoordracht. Voor een niet groot, maar wel zeer be langstellend auditorium, sprak gisteravond, op uitnoodiging van» het Nutsdepartement Leiden, dr. W. II. Staverman, uit Deventer, over „Frankrijk en het Fransche Hof vóór de revolutie." j Spr. schetste de macht van den Koning, den adel en de geestelijkheid tegenover de onmacht en de machteloosheid van den der- den stand. Tp,l van anekdoten verleende» I glans aan sprekers boeiend betoog. Duide- lijk deed hij uitkomen hoe de verspilling, wuftheid en nietsdoener^, van de geprivili- geerdc- klassen moest leiden tot haat en af keer bij den „minderen man", waartoe de Hofkringen behalve de boeren en de arbei ders ook de groote financiers, de groot industrie el en en intellectueelen rekenden. Alle die „mindere lieden" moesten zorgen voor de gelden, die de hooge heeren voor luxe noodig hadden en de verpachting der belastingen was een voortref lelijk middel om de belastingschroef tot het uiterst mogelijke aangedraaid te krijgen. ^Zoo moest de bom wel barsten en de revolutie komen. Spreker toonde duidelijk aan, hoe veel min der aanleiding zg, die thans naar revolutie, neigen, hebben ora die revolutie ts begec- I ren Hij maakte het den hoorders duidelijk, dat, was er indertijd een derde stand, die terstond het gezag kon overnemen en voeren, doordien daartoe ook de intellectueelen, fi nanciers en industrieelen behoorden, er thans, moeilijk sprake van kan zijn, dat een vierde stand daartoe paraat is, terwijl de boeren, die in 1789 verlangden aan hun onderdruk king een einde te maken, thans zeker niet op de hand van den vierden stand zijn. Oofc verdere verschilpunten tusschen toen en thans werkte spr. uit. Een hartelijk applaus dankte spr. voor zi,n zoo belangwekkende lezing. De ofiicier van gezondheid 1ste klasse C. G. Tichelaar, is van Dordrecht overge plaatst naar hier* De inaugureelë rede van jorof. dr. *3. A. J Hazeu, welke gehouden zou worden op I Zaterdag 15 Januari, is nader bepaald op I Woensdag 12 Januari e.k. des namiddags om twee uren, in het groot-auditorium van het Universiteitsgebouw. Met ingang van 27 December 1920 is tot wederopzegging benoemd tot Rgkskeur- meester in bjjzonderen dienst de v^arts M. Verkerk, a hier en is met ingang van 1 Ja nuari 1921 de heer W. H, van Wierst, al hier benoemd tot concierge bij het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te De Biit. Van hier 'wordt aan „De N. Crt." ge- j meld: Sedert het Leidsche telefoonnet aan hot 1 Rijk is overgegaan, zijn ook de abonnements- voorwaarden veranderd. Onder andere is er deze bepaling, dat het tarief afhangt van het aantal abonnementen op 1 Januari van elk jaar. Bij een abonnementenaantal tus schen 1000 en 2000 bedraagt het tarief f 60 per jaar, en dit zou, indien 1 Januari 1920 er 2000 abonnementen waren geweest, in gevolge de voorwaarden f70 geworden zijn. Hoewel echter het aantal aanvragers reeds eenigen tgd van dien aard is, dat het aan- j tal aansluitingen de 2000 verre zou over treffen, is het er ongeveer veertig onder gebleven. Dit vindt zijn oorzaak^ hierin, dat de directie van de postergen en telegrafie er niet in is geslaagd, de ontbrekende te lefoontoestellen machtig te worden. Uit het buitenland waren zij niet te krijgen, althans niet tgdig genoeg. Wel is er, met het oog op deze f20.000, getracht de ontbrekende toestellen te krijgen van het Ministerie van Oorlog, dat nog de beschikking heeft over een aantal zoogenaamde inductietoestellen. Naar men ons evenwel mededeelde is de directie hierin niet geslaagd en is het aan- tai van 2000 aansluitingen den eersten Ja nuari hierdoor niet kunnen worden bereikt. Dit beteekent voor het Rijk een tegenvaller van f20.000 en voor de ingezetenen van Leiden, voor zoover zij telefonisch zijn aan gesloten, een voordeel van hetzelfde bedrag. Ontsporingen. Naar „D e Tel." meldt, zijn Maandagavond omstreeks halftwaalf, -ter hoogte van het station Hillegom. drie wagons van een goederen trein ontspoord. Hierdoor geraakte do hoofdlijn versperd, zoodat cle laatste trein uit Rotterdam, die te 12.37 te Amsterdam moet aankomen, eerst te 3.20 arriveerde. Do reizigers in dezen trein moesten te Hii- lcgom overstappen .Er hadden geen per soonlijke ongolukken plaats, de materieel© schade is gering. Gietermiddag zijn bij Hoogcarspel een viertal goederenwagons ontspoord. Er kwamen geen persoonlijke ongelukken voor. De treinen van Enkhuizen ondervon den aanmerkelijke vertraging. Do snel- trein, welke namiddags 5.36 te Amster- dam behoort aan to komen, had niet mim- I dor dan vijf kwartier vertraging. Een kindermoordenares? Het Nationaal Rcddingsleger te Am- sterdam had een half jaar geleden een meisje opgenomen van ongeveer 22 jaar. Veel sprak zij meestal niet, maar af en toe de<>d zij verhalen van eon kind, dat zij zou hebben vergiftigd De commandant van het Reddingsleger geloofde niet veel van het verhaal, maar' achtte het toch beter de politie van het geval in kennis te stellen. De commissaris, de heer Ploos van Am- stel, nam het meisje een verhoor af, maar ook hij is niet veel wijzer geworden. Zij vertelde, clat zij een jaar of drie geleden Amsterdam, waar zij woonde, had verlaten on naar Den Haag was getrokken, waar zij „het leven" inging. Zij woonde daar met een paar vriendinnen. Het adres van haar woning daar kon zij niet opgeven. De drie meisjes kregen ook wel eens „vrienden" op bezoek. De dame, aan wie de woning hoorde, rnoclP dat echter niet weten, maar haar driejarig dochtertje, dat wel eens bij de meisjes kwam en do vriendenbeczoeken zou hebben gemerkt vertelde haar wat zij had gezien. Het kind werd) zoet gehouden met ohocolade, maar dat bleek op den duur niet afdoende. Do kleine moest dan maar uit den weg geruimd. Het 22-jarig meisje zou het geval op knappen. Zij kocht bij een drogist (een adres wiist zij alweer niet) zuringzout of zoutzuur. Wat het precies is geweest, kan zij niet zeggen. De drogist wilde het eerst niet geven, maai het meisje vertelde, dat het diende ora vlekken uit haar kleeren te halen. Toen kreeg zij het. Zij is toen met het kind alleen in een BINNENLAND. Morgenochtend brengt Minister Pop een be*- zoek aan de Kweekschool voor Zeevaart alhier. De ontheffingen van het kaasm aak verbod wor den ingetrokken. Dienst- en rusttijden van locomotiefpersoneel. Gratificaties aan Rijkswerklieden. BUITENLAND. Eerst einde dezer maand samenkomst te Pa rijs van den Oppersten Raad. De conferentie van deskundigen te Brussel eenige «dagen uitgesteld. De Spaansche troonrede. De onderhandelingen tusschen Polen en Li- thauen afgebroken? kamer gegaan en heeft de kleine het goedje ui t een. theekopje laten drinken. Het fleschje on het kopje hadl zij het raam uit gegooid. Na tien minuten werd het kind onwel on toen is het meisje weggeloopen, do kleine aan haar lot overlatende. Tot zoo ver het verhaal. Wat er vorder met heb kind is gebeurd,~ef het is overle den, wist zij niet Wel vertelde zij, dat do vriendinnen naar Duitschland waren ge trokken. De vergiftiging zou in Juni 1918 zijn ge beurd. Voor zoover hier bij de politie be kend is, is er echter niets van zoo'n geval uit die dagen bekend. Het is dlan ook niet onmogelijk, dat de moordgeschiedenis alleen in do fantasie van het meisjo leeft. Zij is nu op transport naar Den Haag gesteJd. Misschien kan do justitie daar meer licht in dio vreemde geval brengen. („Hbl.") In 1920 heeft de Amster- damsohe tram 125,477,000 passagiers ver voerd. Het jaaT te voren heeft het aantal passagiers 133,907,076 bedragen. Een ach teruitgang cTus vat bijna 8V£ milliocn pas sagiers. Do politie te Barneveld heeft een dief aangehouden, don 24-jarigen S., uit Bodegraven. Hij heeft bekend bij eén rijwielhandelaar te Nieuwveen 14 rij wielbanden een aantal lantaarns, klakslo- tcn, enz. te hebben gestolen. Volgens op gave had dit jonge menseh wegens diefstal reeds 4 jaar gevangenisstraf ondergaan; nog 6 jaar had hij' te goed. Toch had hij, naar zijn zeggen, nog vaker uitbraak dan. inbraak gepleegd Reeds is gebleken, dat hij meer dan 100 rijwielen heeft gestolen. P r ij sdaling. Te Culem- borg is do melkprijs gisteren gesteld van 21 op 19 ct por liter. In Don Helder is de prijs van het licht gas, dio sedert 1 Oct. j.l. 27 ct. bedroeg, met 1 Jan. gebracht op 20 ct. Do melkboeren te Bergambacht hebben den prijs van do volle melk met 2 ct. per liter verlaagd en thans gebracht op 18 ct. per liter. De machinist, die op Nieuwjaarsdag den morgen-D.-trein van Amsterdam naar Old en zaal had gebracht en des avonds der. goederentrein van Ol- desnzaal naar Amsterdam zou rijden, is in dien tussohent-ijd aan het zwieren geraakt en et-ond des avonds dronken op cSe ma chine. De stationschef gela6ttte hem de machine te verlaten, waaraan, hij geen ge volg gaf, waarop de stationspolitio den machinist verwijderde en in verzekerde be waring nam. („O. D.") Men meldt uit Zaltbom- melEen als militair gekleede persoon, die lig bij mij zijn. Maar als ze in een of andere moeilijkheid zit, zou ik haar graag willen helpen." „O. ik heb juffrouw White vast beloofd, dat ik geen woord! zeggen zou," zei me vrouw Pemberton. die werkelijk haar be lofte had willen houden. „Het schijnt, dat er iets gemist werd en mevrouw Bean maar ik weet zeker; dat het alles een ver gissing was en u moet zweren, niemand iets te lalen merken zelfs mijnheer Nor ton niet." „Alsof ik mijn. man alles zei!" zei me vrouw Norton met kalme minachting. „Hij vertelt alles dadelijk over. Verleden week nog vertelde hij mevrouw Salisbury, dat wij het karpet in het salon tweedehands gekooht Robben niet, dat wij er ons over hebben te schamen maar met menschen als de Salisbury's Natuurlijk, dat begrijp ik best," zei me vrouw Pemberton. „Nu u moet me belo ven, het niet verder te vertellen van me vrouw Beat: er kan wel een9 niets va-n waar zijn Net als met den prijs bij den bridge-wedstrijd. Ik hoor, dlat er menschen zijn die zich verwonderen, dat zulk een slecht speelster kon winnen, maar ik vind het volstrekt niet vreemd. Het is bij die spelen uitsluitend geluk." „Zij keek nogal raar, toen zij het taschj in haar hand nam. Dat herinner ik me nu," zei mevrouw Norton langzaam. Toen kwam ihaar goedhartigheid boven en zij voegde er bij„U en ik mevrouw Pemberton, hebben alle taschjes, die we willen hebben ik heb drio nieuwe in een lade liggen, die ik nooit gebruikt heb zoo iets is voor öqs geen verleiding, en we moeten daarom niet oor deel en. Misschien als wij nooit iets moois hadden „Neenriep mevrouw Pemberton dra matisch uit. „Al was ik in lompen gekleed, en had ik een dichtgenaaide krant, om mijn pakjes in ie dragen!" „Het spijt me," zei mevrouw Norton met een bezorgde stem, „dat er iets werkelijk niet in orde i? Zij is wel altijd wat anders geweest dan wij, anderen maar ik cJacht-, dat dit nu eenmaal haar aard was." Mevrouw Norton legdlo toen haar vinger op het gevaar, dat er in schuilen moet, als men anders is dan zijn naastenzoolang alles goed gaat;, hindert het niet, maar het eerste zaadje van den twijfel vat dadelijk wortel in een bodem, die geschikt is, het te ontvangen want de menschen gelooveu gaarne, dat, wat anders is dan hijzelf, min der goed is dat is do menscbelijkheid, waartoe wij allen moeten behooren of we willen of niet „Ik weet," zei mevrouw Pemberton, ter wijl ze opstond, „dat ik er op kan rekenen, dat u dit aan niemand zult oververtellen." Ep is niets, dat ik kan oververtellen. U" hebt mc niets gezegd," zei mevrouw Norton. „Neen, natuurlijk niet," antwoordde me vrouw Pemberton met een zucht van ver lichting, dat de zaak zoo goed geschikt was. Ik twijfel niet aan uw voorzichtigheid Die ken ik. Maar een belofte is voor mij een heilige zaak." En met het onbestemde gevoel, dat zij het monopolie van die opvatting had, ging zij haar gastvrouw vóór naar beneden in de vestibule, waar haar echtgenoot haar wachtte.» HOOFDSTUK XVIII. Drie heel ongewone en alledaagscho oor zaken werkten samen ooi mevrouw Beau in afzondering te houden. Ten eerste was zij ziek. En evenals zoo veel heel gezond© menschen was zij zonderling beschaamd over zoo'n zwakheid. Zij zei tot zichzelf, dat het alles maar verbeelding was, en trachtte te denken, dat zij goed was, maar zij bleef tooh, als een ziek dier, instinctmatig bin nen haar vier muren. Ten tweede was zij bezig met een geheim werk niet minder dan het maken van een huwelijksgeschenk voor een vrouwelijk lid van de firma Salisbury en Co., dat zoo wol de firma,.de ontvangster en een moge lijk toekomstigeiL vennoot waardig moest zijn. Bij de bezoldiging van een tegenwoor- cligon bediende was dit eeoi werk van vele uren aanhoudend borduren, totdat haar hoofd dreigde te barsten van pijn en haar vermoeide handen beefdenmaar het prach tige witte borduurwerk op twee mooie witte lakens maakte zij mooi genoeg voor een koninklijk geschenken terwijl het in gewikkelde patroon onder do bekwamo vingers van mevrouw Bean groeide, ver gat zij in het genot der voltooiing de pijn, waaraan zij nu voortdurend leed. De derde reden voor haar afzondering was het vertrek van Louise, om te trouwen en do onbedrevenheid der nieuwe meid, dlio snauwde tegen Betsy, voortdurend twistte met Bobby en blijken gaf van haar slecht humeur door het aardewerk in de achterkeuken te breken. Mevrouw Beau was dus een tijd te veól in beslag genomen, om ergens heen te gaanmaar toen de lakens eindelijk klaar waren, en de nieuwe meid wat bruikbaar der was geworden cn haar ongesteldheid minder erg was, nu het ingespannen zitten voor het borduurwerk opgehouden was, begon zij ach af te vragen, ho<f liet kwam. dat do menschen. vergaten haar op de thee to vragen. Zij ging eens naar mevrouw Grainger, maar zelfs mevrouw Grainger's houding vs.n dankbaarheid voor maat schappelijke hulp was een beetje veran derd, on zij was bij dio gelegenheid meer geneigd bijzonder vriendschappelijk met mevrouw Pemberton te zijn, als het ware over mevrouw Bean's hoofd heen. Zij hield nog heel veel va haar oude vriendin, ma- zij begon te vergeten, dat haar intrede in het maatschappelijk leven van de s'raat afgedwongen was door dien avontuurlijken geest, en iets v&A onbewuste bescherming kwam in haar toon voor iemand, die zulk een hoed kon dragen, en een bezoek ge* bracht had bij die gewone nieuwo men schen op nummer achttien. „Gaat u mee?" vroeg mevrouw Bean« opstaande, aan mevrouw Pemberton. „Nneen. Ik geloof, dat mevrouw Grain ger mij wat van de kleertjes wil laten zien, dio zij gemaakt heelt," aarzelde mevrouw Pemberton. „Wilt u ook niet blijven?" voogdo me vrouw Grainger er snel bij „Het ka» mo niet 6ohelen. of t' ze ook ziet." Maar mevrouw Bean meende, dat zij gaan moest, en zij ging naar haar eigen huis, waar zij voor het raam bleef zitten, tot het donkr-j. word, en zij had con. ge voel, alsof iedereen haar haatte. Het waa natuurlijk een dwa/ie gedachte, maar som migen van ons in Flodmoutli hebben die, als we lijden aan de gevolgen van den lange» winter en den mist en het gebrek aan afwisselingmaar mevrouw Bean bad dit vroeger nooit gehad, en het was zoo nieuw vcor haar, dat zij dc kwaal heel slecht verdroeg. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 1