LEIDSCH m DAGBLAD.
Woensdag 5 Januari 1921.
EERSTE BLAD.
Officieele Kennisgeving
STADSNIEUWS,
FEUILLETON
m ONiTEAAT
GEMENGD NIEUWS
Het voornaamste nieuws
van heden.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. per regel, \s Zaterdags 40 Cts. per regel. Bij
regelabonnement belangrijk lagere prijs.
Kleine adverleiitiëii Woensdag 50 Cts., Zaterdag
75 cts. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postreoht. Voor evenlueele opzon
ding van brieven 10 Gts. porto te betalen. Bewijs
nummer 5 Cts.
'Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers «oor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden p. 3 mncL 2.35, p. week f 0.18
Buiten Leidon, waar agenten gevestigd zijn,
per week 0.18
Franco per post
rtmnw 2. l5
Nummer 18662.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
De Burgemeester Aan Leiden brengt ter
kennis van de ingezetenen, ctat morgen
(Donderdag) aan de gemeentelijke vischwin-
kels (Vischmarkt en Stadshulpwerf) ver
krijgbaar is SCHELVISCH a f 0,20 en
f 0.26, grootero SCHELVISCH a f 0.36 en
f 0.40. en SCHAR a f 0.23 per pond.
W. PERA, Wetb. Lo. Burgcm.
Leiden, 5 Januari 1921
Eerste congres van het Oostersch Genoot
schap in Nederland.
II.
Na de bijzonder geslaagde middag-verga
dering, welke in het groot-auditorium van
het Universiteitsgebouw werd gehouden,
waarvan wg gisteren verslag- gaven, hield
het in de algeraeene vergadering definitief
benoemd bestuur in den „Huize van Dijk",
aan het Rapenburg, een receptie, welke zeer
druk bezocht was. Een aantal geleerden,
zoowel uit Leiden als van elders, kwamen het
bestuur gelukwenschen; velen hadden hun
dames meegebracht. De voorzitter, prof. dr.
Snouck Hurgronje, beantwoordde de goede
wenschen, ten opzichte van het jonge Genoot
schap uitgesproken.
's Avonds had weder een bijeenkomst
plaats van leden en geïntroduceerden in het
groot-auditorium waar voor een vrij talrijk
gehoor prof. dr. F. W. Arnoldt C. I. Ë.t
uit Londen, die als buitenlandsch lid dit
congres bijwoont, aan de hand van een reeks
duidelijke lichtbeelden in de Engelsche taal
een voordracht hield over „den oorsprong
en de ontwikkeling van de Perzische schilder
kunst."
Spr. ving aan met den inval der Mongolen
in de 13de eeuw te schetsen waardoor groote
verwoestingen in Perzië werden aangericht,
om daaruit te verklaren het gebrek aan stu
diemateriaal van de Perzische kunst gedu
rende het tijdperk, loopende van de 7de
eeuw (na den val van de Sasanid-dynastie)
tot de 13de eeuw. Het is dus moeilijk na te
gaan, welke de artistieke invloeden zijn ged
weest gedurende de zes tusschenliggenèe
eeuwen. Spr. verklaarde nu, hoe Boedhisti-
sche en Christelgke schilderkunst invloed
hebben uitgeoefend en hij toonde met voor
beelden uit de 6de, 12de, 15de en 16de
eeuw aan, hoe de pre-Mohammedaansch-
Perzische voorstelling van Bahram Gur en
zijn slavin Azada, voor wie hij een hert
schoot, voortleefde in de verschillende kunst
richtingen, dio achtereenvolgens ontstonden.
De aandrang tot een herleving van Per
zische schilderkunst in de 15de eeuw, kwam
van China en 'karakteristieke Chineesche
kunst is steeds merkbaar in Perzisehe schil
derijen.
Spr. ging vervolgens een reeks licht
beelden vertoonen van schilderijen, begin
nende met de Mongoolsche periode, toen de
Chineesche invloed het sterkst was, waarop
t\r Het volgen de Timuritische periode, ge
durende welke zich een oorspronkelijk Per
zische stijl langzamerhand deed gelden, om
ten slotte voorbeelden op het doek te bren
gen uit de Sasavidische periode, waarin
eenige van de schoonste voorbeelden van
Perzische schilderkunst Averden voortgebracht
Voornamelijk vestigde hij de aandacht op het
werk van twee groote schilders, Bihzad en
Mizak, wier schilderijen hg uitvoerig besprak.
Aan het einde van zijn lezing ging spr. in
Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
61)
Juffrouw White ging dus he on, cn me
vrouw Pemberton ging na-ar do keuken,
om te zien, of de vleeschpastei goed werd,
en later in den avond ging zij naar de Nor-
tons voor een partijtjo bridge en zij had
niet do minste bedoeling iets te zeggen
over do vreemde geschiedenis, die zij dien
middag gehoord had. Maar toen mevrouw
Norton zei: „Ik begrijp niet, wat mevrouw
Dean doet, ik heb haar bijna niet gezien
sedert (.Lit bridge-wedstrijcl in het- wijk-
gebouw," was het onmogelijk, om niet veel-
.lenu to kijken.
„Ik denk, dat zij het druk heeft," ant
woordde mevrouw Pemberton, met zulk
een opvallende voorzichtigheid, dat zij
evengoed met woorden hadl kunnen zeggen,
dat zij iet? te verbergen had.
„Vroeger werd mevrouw Bcan door haar
werk nooit verhinderd om uit te gaan,"
lachte mevrouw Norton. ,,Het moet wel
een heel gewichtig ding zijn, dat haar zoo
thuis houdt."
„Zeker wel," zei mevrouw Pemberton.
„Akelig weer hebben we
En het was geheel volgens de mensche-
lijke natuur, om in het eerste vertrouwe
lijke oogenblik tot haar te zeggen
„Wat is or met mevrouw Bean
„Och niets," zei mevrouw Pemberton.
„U weet, hoeveel we allen van haar hou
den," •dropg mevrouw Norton aan." „Wat
u ook zeggen zoudt, het zou volkomen vei-
het kort na het vervat Van de Perzische schil
derkunst.
De lezing werd met aandacht gevolgd en
de voorzitter maakte zich tot tolk der ver
gadering, toen hij prof. Arnold dankte voer
hetgeen hij had medegedeeld.
Sectievergaderingen.
Hedenvoormiddag verdeelde het Congres
zich in drie secties, waarin verschillende
onderwerpen werden behandeld.
In de Semietisch-Egyptologische sectie,
onder voorzitterschap van prof. dr. T. J.
de Boer (secretaris prof. dr. F. M. Th.
Böhl), gaf allereerst dr. R. Micdema, van
Amersfoort, een critische beschouwing van
„Strzygowski's jongste hypothese over den
oorsprong der Christelijke kunst" en betoog
de, dat deze hypothese, waar zij den oor
sprong van de Chr. kunst in Mesopotamië en
Iran zoekt, geen wetenschappelijke waarde
heeft, wel echter biedt zijn arbeid den ar-
chaeoloog en kunstcriticus materiaal van
beteekenis aan. Volgens spr- moet de oor
sprong van de Chr. kunst in Egypte ge
zocht worden.
Prof. dr.*F. M. Th. Böhl, uit Groningen,
sprak vervolgens over „Nieuwe gegevens
I over de oude Amorieten'V welke hij een
tusschenschakel noemde tusschen de Assy-
riërs en de Israëlieten. Hoewel tot hetzelfde
ras behoor end als de Israëlieten en mede
I aan de Eufraat wonende, vormden zij gods-
dienstig met dezen een tegemtelling.
Dr. Th. L. W. van Ravensteyn, Ned.-Herv.
predikant te Eerdbeek, hie'd een beschou-
wing over „Fatalisme en Yahuisme", die
volgens het betoog van dezen spreker elkaar
strikt genomen uitsluiten.
„Het Hebreeuwsch en de andere talen in
de Rabbrjnsche litteratuur" was hst onder
werp door dr. J. L. Palaclie, uit Leiden,
behandeld. De ouden beschouwden in theorie
hun eigen taal niet alleen als de voortref
felijkste, maar ook als de meest oorspronke
lijke. In de practijk echter heerschte tegen
over andere talen de grootste tolerantie,
zelfs voor godsdienstige zaken. Zoo zijn de
beide Talmoeden voornamelijk in Arameensch
dialect geschreven.
Dat men in de oudheid over de verhou
ding van de verschillende talen nog zeer
onklare voorstellingen had, was begrijpelijk.
Eerst de taalwetenschap Icon over dit alles
h$t juiste licht doen schijnen, zooals spr. ten
slotte nader deed uitkomen.
In de Arische sectie, die werd gepresi
deerd door prof. dr. G. W. Caland, te Utrecht
(seer. mej. dr. M. A. Muassis), kwam aller
eerst de voorzitter zelf aan het woord.
Hij hield £ën verhandeling over: „Woord
afleiding on beteekenis van Avestlsch Spen-
ta", terwijl vervolgens prof. dr. B. Fadde-
gon, uit Doom, een bijdrage leverde over
de Compositie van Badaranaya's Vendanta
Sütra", dat in den vorm van memoriseer-
spreuken een samen\ratting is van hetgeen
geleerd wordt in de Yedanta's.
Dr. V. F. Buchner, alhier, behandelde
daarna het meervoudsaffex in het Osse-
tïsch' en de heer H. Dunlop, uit 's-Graven-
hage beschreef vervolgens een Nederlandsch
document omstreeks 1625, voor den geds-
dienst der Parsi's", terwijl de verhandelin
gen in deze sectie werden besloten met een
voordracht van mej. dr. Martha Muusses, te
Utrecht, over „de verschillende beteekenis-
s»en van Sanskrit Chesaja."
In de Oost-Aziatische sectie, onder voor-
1 zitterschap van prof. mr. J. E. Heer es, te
's-Gravenhagc (secretaris prof. -J. C. van
Eerde), werden een viertal voordrachten ge
houden.
Prof. dr. G. A. J. Hazeu, alhier, vertelde
eenige interessante dingen, over de Kebon-
gan in het Javaansche huis, prof. dr. M. W.
de Visser, mede alhier, hield een verhande
ling over Oud Janansche Wonderverhalen,
waarna dr. L J. L>. Duyvendak, lector in
het Chineesch aan de Universiteit alhier een
ïc-zing hield over: „Wisseltalen in het Chi-
-neesch", terwijl eindelek de heer H. Kraemer
uit Voorschoten, een en ander meedeelde
over Hamrak Fansari, een der belangrijkste
figuren in de geschiedenis van den Indotie-
sischen Islam.
In de Hellenistisch-Byzantjjnsche sectie,
voorgezeten door pref. dr. U. Ph. Boisöe-
vain (secretaris dr. A. W. Byvanck) sprak
eerst onze stadgenoot prof. dr. D. C. Hes-
seling, over Byzantijnsché volksoverleverin
gen, prof. mr. R. Fruin, te 's-Gravenhage,
deelde bijzonderheden mede over de jaartel
ling, voorkomende op de munten van de Rc-
meinsehe stadhouders van Bithynië, Carbo en
Pansa.
Hier besloot dr. D. Cohen, te 's-Gra-
venhage, de rij der sprekers met een uiteen
zetting van „de bestuursindeeling van het
i rpk der Seleuceden."
I Na afloop der secties werd een bezoek
gebracht aan de tentoonstelling van Ooster-
sche handschriften, aangericht in de Univer
siteitsbibliotheek, onder leiding van de hee-
reu dr. C. van Arendonk en dr. O. F.
Bqchner.
Het congres zal van avond besloten wor
den met de opvoering van het Wajangspel:
De verdwijning van Dewi Retna-Erawati,
onder leiding van den heer Soorjo Poetro.
Nutsvoordracht.
Voor een niet groot, maar wel zeer be
langstellend auditorium, sprak gisteravond,
op uitnoodiging van» het Nutsdepartement
Leiden, dr. W. II. Staverman, uit Deventer,
over „Frankrijk en het Fransche Hof vóór
de revolutie."
j Spr. schetste de macht van den Koning,
den adel en de geestelijkheid tegenover de
onmacht en de machteloosheid van den der-
den stand. Tp,l van anekdoten verleende»
I glans aan sprekers boeiend betoog. Duide-
lijk deed hij uitkomen hoe de verspilling,
wuftheid en nietsdoener^, van de geprivili-
geerdc- klassen moest leiden tot haat en af
keer bij den „minderen man", waartoe de
Hofkringen behalve de boeren en de arbei
ders ook de groote financiers, de groot
industrie el en en intellectueelen rekenden.
Alle die „mindere lieden" moesten zorgen
voor de gelden, die de hooge heeren voor
luxe noodig hadden en de verpachting der
belastingen was een voortref lelijk middel om
de belastingschroef tot het uiterst mogelijke
aangedraaid te krijgen. ^Zoo moest de bom
wel barsten en de revolutie komen.
Spreker toonde duidelijk aan, hoe veel min
der aanleiding zg, die thans naar revolutie,
neigen, hebben ora die revolutie ts begec-
I ren Hij maakte het den hoorders duidelijk,
dat, was er indertijd een derde stand, die
terstond het gezag kon overnemen en voeren,
doordien daartoe ook de intellectueelen, fi
nanciers en industrieelen behoorden, er thans,
moeilijk sprake van kan zijn, dat een vierde
stand daartoe paraat is, terwijl de boeren,
die in 1789 verlangden aan hun onderdruk
king een einde te maken, thans zeker niet
op de hand van den vierden stand zijn.
Oofc verdere verschilpunten tusschen toen
en thans werkte spr. uit.
Een hartelijk applaus dankte spr. voor
zi,n zoo belangwekkende lezing.
De ofiicier van gezondheid 1ste klasse
C. G. Tichelaar, is van Dordrecht overge
plaatst naar hier*
De inaugureelë rede van jorof. dr. *3.
A. J Hazeu, welke gehouden zou worden op
I Zaterdag 15 Januari, is nader bepaald op
I Woensdag 12 Januari e.k. des namiddags
om twee uren, in het groot-auditorium van
het Universiteitsgebouw.
Met ingang van 27 December 1920 is
tot wederopzegging benoemd tot Rgkskeur-
meester in bjjzonderen dienst de v^arts M.
Verkerk, a hier en is met ingang van 1 Ja
nuari 1921 de heer W. H, van Wierst, al
hier benoemd tot concierge bij het Koninklijk
Nederlandsch Meteorologisch Instituut te De
Biit.
Van hier 'wordt aan „De N. Crt." ge-
j meld:
Sedert het Leidsche telefoonnet aan hot
1 Rijk is overgegaan, zijn ook de abonnements-
voorwaarden veranderd. Onder andere is er
deze bepaling, dat het tarief afhangt van
het aantal abonnementen op 1 Januari van
elk jaar. Bij een abonnementenaantal tus
schen 1000 en 2000 bedraagt het tarief f 60
per jaar, en dit zou, indien 1 Januari 1920
er 2000 abonnementen waren geweest, in
gevolge de voorwaarden f70 geworden zijn.
Hoewel echter het aantal aanvragers reeds
eenigen tgd van dien aard is, dat het aan- j
tal aansluitingen de 2000 verre zou over
treffen, is het er ongeveer veertig onder
gebleven. Dit vindt zijn oorzaak^ hierin, dat
de directie van de postergen en telegrafie
er niet in is geslaagd, de ontbrekende te
lefoontoestellen machtig te worden. Uit het
buitenland waren zij niet te krijgen, althans
niet tgdig genoeg. Wel is er, met het oog
op deze f20.000, getracht de ontbrekende
toestellen te krijgen van het Ministerie van
Oorlog, dat nog de beschikking heeft over
een aantal zoogenaamde inductietoestellen.
Naar men ons evenwel mededeelde is de
directie hierin niet geslaagd en is het aan-
tai van 2000 aansluitingen den eersten Ja
nuari hierdoor niet kunnen worden bereikt.
Dit beteekent voor het Rijk een tegenvaller
van f20.000 en voor de ingezetenen van
Leiden, voor zoover zij telefonisch zijn aan
gesloten, een voordeel van hetzelfde bedrag.
Ontsporingen. Naar „D e
Tel." meldt, zijn Maandagavond omstreeks
halftwaalf, -ter hoogte van het station
Hillegom. drie wagons van een goederen
trein ontspoord. Hierdoor geraakte do
hoofdlijn versperd, zoodat cle laatste trein
uit Rotterdam, die te 12.37 te Amsterdam
moet aankomen, eerst te 3.20 arriveerde.
Do reizigers in dezen trein moesten te Hii-
lcgom overstappen .Er hadden geen per
soonlijke ongolukken plaats, de materieel©
schade is gering.
Gietermiddag zijn bij Hoogcarspel een
viertal goederenwagons ontspoord. Er
kwamen geen persoonlijke ongelukken
voor. De treinen van Enkhuizen ondervon
den aanmerkelijke vertraging. Do snel-
trein, welke namiddags 5.36 te Amster-
dam behoort aan to komen, had niet mim-
I dor dan vijf kwartier vertraging.
Een kindermoordenares?
Het Nationaal Rcddingsleger te Am-
sterdam had een half jaar geleden een
meisje opgenomen van ongeveer 22 jaar.
Veel sprak zij meestal niet, maar af en toe
de<>d zij verhalen van eon kind, dat zij zou
hebben vergiftigd De commandant van het
Reddingsleger geloofde niet veel van het
verhaal, maar' achtte het toch beter de
politie van het geval in kennis te stellen.
De commissaris, de heer Ploos van Am-
stel, nam het meisje een verhoor af, maar
ook hij is niet veel wijzer geworden. Zij
vertelde, clat zij een jaar of drie geleden
Amsterdam, waar zij woonde, had verlaten
on naar Den Haag was getrokken, waar zij
„het leven" inging. Zij woonde daar met
een paar vriendinnen. Het adres van haar
woning daar kon zij niet opgeven. De drie
meisjes kregen ook wel eens „vrienden"
op bezoek. De dame, aan wie de woning
hoorde, rnoclP dat echter niet weten, maar
haar driejarig dochtertje, dat wel eens bij
de meisjes kwam en do vriendenbeczoeken
zou hebben gemerkt vertelde haar wat zij
had gezien. Het kind werd) zoet gehouden
met ohocolade, maar dat bleek op den duur
niet afdoende.
Do kleine moest dan maar uit den weg
geruimd.
Het 22-jarig meisje zou het geval op
knappen. Zij kocht bij een drogist (een
adres wiist zij alweer niet) zuringzout of
zoutzuur. Wat het precies is geweest, kan
zij niet zeggen. De drogist wilde het eerst
niet geven, maai het meisje vertelde, dat
het diende ora vlekken uit haar kleeren te
halen. Toen kreeg zij het.
Zij is toen met het kind alleen in een
BINNENLAND.
Morgenochtend brengt Minister Pop een be*-
zoek aan de Kweekschool voor Zeevaart alhier.
De ontheffingen van het kaasm aak verbod wor
den ingetrokken.
Dienst- en rusttijden van locomotiefpersoneel.
Gratificaties aan Rijkswerklieden.
BUITENLAND.
Eerst einde dezer maand samenkomst te Pa
rijs van den Oppersten Raad.
De conferentie van deskundigen te Brussel
eenige «dagen uitgesteld.
De Spaansche troonrede.
De onderhandelingen tusschen Polen en Li-
thauen afgebroken?
kamer gegaan en heeft de kleine het goedje
ui t een. theekopje laten drinken. Het
fleschje on het kopje hadl zij het raam uit
gegooid. Na tien minuten werd het kind
onwel on toen is het meisje weggeloopen,
do kleine aan haar lot overlatende.
Tot zoo ver het verhaal. Wat er vorder
met heb kind is gebeurd,~ef het is overle
den, wist zij niet Wel vertelde zij, dat do
vriendinnen naar Duitschland waren ge
trokken.
De vergiftiging zou in Juni 1918 zijn ge
beurd. Voor zoover hier bij de politie be
kend is, is er echter niets van zoo'n geval
uit die dagen bekend.
Het is dlan ook niet onmogelijk, dat de
moordgeschiedenis alleen in do fantasie
van het meisjo leeft.
Zij is nu op transport naar Den Haag
gesteJd. Misschien kan do justitie daar
meer licht in dio vreemde geval brengen.
(„Hbl.")
In 1920 heeft de Amster-
damsohe tram 125,477,000 passagiers ver
voerd. Het jaaT te voren heeft het aantal
passagiers 133,907,076 bedragen. Een ach
teruitgang cTus vat bijna 8V£ milliocn pas
sagiers.
Do politie te Barneveld
heeft een dief aangehouden, don 24-jarigen
S., uit Bodegraven. Hij heeft bekend bij
eén rijwielhandelaar te Nieuwveen 14 rij
wielbanden een aantal lantaarns, klakslo-
tcn, enz. te hebben gestolen. Volgens op
gave had dit jonge menseh wegens diefstal
reeds 4 jaar gevangenisstraf ondergaan;
nog 6 jaar had hij' te goed. Toch had hij,
naar zijn zeggen, nog vaker uitbraak dan.
inbraak gepleegd Reeds is gebleken, dat
hij meer dan 100 rijwielen heeft gestolen.
P r ij sdaling. Te Culem-
borg is do melkprijs gisteren gesteld van
21 op 19 ct por liter.
In Don Helder is de prijs van het licht
gas, dio sedert 1 Oct. j.l. 27 ct. bedroeg,
met 1 Jan. gebracht op 20 ct.
Do melkboeren te Bergambacht hebben
den prijs van do volle melk met 2 ct. per
liter verlaagd en thans gebracht op 18 ct.
per liter.
De machinist, die op
Nieuwjaarsdag den morgen-D.-trein van
Amsterdam naar Old en zaal had gebracht
en des avonds der. goederentrein van Ol-
desnzaal naar Amsterdam zou rijden, is in
dien tussohent-ijd aan het zwieren geraakt
en et-ond des avonds dronken op cSe ma
chine. De stationschef gela6ttte hem de
machine te verlaten, waaraan, hij geen ge
volg gaf, waarop de stationspolitio den
machinist verwijderde en in verzekerde be
waring nam. („O. D.")
Men meldt uit Zaltbom-
melEen als militair gekleede persoon, die
lig bij mij zijn. Maar als ze in een of andere
moeilijkheid zit, zou ik haar graag willen
helpen."
„O. ik heb juffrouw White vast beloofd,
dat ik geen woord! zeggen zou," zei me
vrouw Pemberton. die werkelijk haar be
lofte had willen houden. „Het schijnt, dat
er iets gemist werd en mevrouw Bean
maar ik weet zeker; dat het alles een ver
gissing was en u moet zweren, niemand
iets te lalen merken zelfs mijnheer Nor
ton niet."
„Alsof ik mijn. man alles zei!" zei me
vrouw Norton met kalme minachting. „Hij
vertelt alles dadelijk over. Verleden week
nog vertelde hij mevrouw Salisbury, dat
wij het karpet in het salon tweedehands
gekooht Robben niet, dat wij er ons over
hebben te schamen maar met menschen
als de Salisbury's
Natuurlijk, dat begrijp ik best," zei me
vrouw Pemberton. „Nu u moet me belo
ven, het niet verder te vertellen van me
vrouw Beat: er kan wel een9 niets va-n
waar zijn Net als met den prijs bij den
bridge-wedstrijd. Ik hoor, dlat er menschen
zijn die zich verwonderen, dat zulk een
slecht speelster kon winnen, maar ik vind
het volstrekt niet vreemd. Het is bij die
spelen uitsluitend geluk."
„Zij keek nogal raar, toen zij het taschj
in haar hand nam. Dat herinner ik me nu,"
zei mevrouw Norton langzaam. Toen kwam
ihaar goedhartigheid boven en zij voegde
er bij„U en ik mevrouw Pemberton,
hebben alle taschjes, die we willen hebben
ik heb drio nieuwe in een lade liggen,
die ik nooit gebruikt heb zoo iets is voor
öqs geen verleiding, en we moeten daarom
niet oor deel en. Misschien als wij nooit iets
moois hadden
„Neenriep mevrouw Pemberton dra
matisch uit. „Al was ik in lompen gekleed,
en had ik een dichtgenaaide krant, om
mijn pakjes in ie dragen!"
„Het spijt me," zei mevrouw Norton met
een bezorgde stem, „dat er iets werkelijk
niet in orde i? Zij is wel altijd wat anders
geweest dan wij, anderen maar ik cJacht-,
dat dit nu eenmaal haar aard was."
Mevrouw Norton legdlo toen haar vinger
op het gevaar, dat er in schuilen moet, als
men anders is dan zijn naastenzoolang
alles goed gaat;, hindert het niet, maar het
eerste zaadje van den twijfel vat dadelijk
wortel in een bodem, die geschikt is, het
te ontvangen want de menschen gelooveu
gaarne, dat, wat anders is dan hijzelf, min
der goed is dat is do menscbelijkheid,
waartoe wij allen moeten behooren of we
willen of niet
„Ik weet," zei mevrouw Pemberton, ter
wijl ze opstond, „dat ik er op kan rekenen,
dat u dit aan niemand zult oververtellen."
Ep is niets, dat ik kan oververtellen. U"
hebt mc niets gezegd," zei mevrouw
Norton.
„Neen, natuurlijk niet," antwoordde me
vrouw Pemberton met een zucht van ver
lichting, dat de zaak zoo goed geschikt
was. Ik twijfel niet aan uw voorzichtigheid
Die ken ik. Maar een belofte is voor mij
een heilige zaak."
En met het onbestemde gevoel, dat zij
het monopolie van die opvatting had, ging
zij haar gastvrouw vóór naar beneden in
de vestibule, waar haar echtgenoot haar
wachtte.»
HOOFDSTUK XVIII.
Drie heel ongewone en alledaagscho oor
zaken werkten samen ooi mevrouw Beau
in afzondering te houden. Ten eerste was
zij ziek. En evenals zoo veel heel gezond©
menschen was zij zonderling beschaamd
over zoo'n zwakheid. Zij zei tot zichzelf, dat
het alles maar verbeelding was, en trachtte
te denken, dat zij goed was, maar zij bleef
tooh, als een ziek dier, instinctmatig bin
nen haar vier muren.
Ten tweede was zij bezig met een geheim
werk niet minder dan het maken van
een huwelijksgeschenk voor een vrouwelijk
lid van de firma Salisbury en Co., dat zoo
wol de firma,.de ontvangster en een moge
lijk toekomstigeiL vennoot waardig moest
zijn. Bij de bezoldiging van een tegenwoor-
cligon bediende was dit eeoi werk van vele
uren aanhoudend borduren, totdat haar
hoofd dreigde te barsten van pijn en haar
vermoeide handen beefdenmaar het prach
tige witte borduurwerk op twee mooie
witte lakens maakte zij mooi genoeg voor
een koninklijk geschenken terwijl het in
gewikkelde patroon onder do bekwamo
vingers van mevrouw Bean groeide, ver
gat zij in het genot der voltooiing de pijn,
waaraan zij nu voortdurend leed.
De derde reden voor haar afzondering
was het vertrek van Louise, om te trouwen
en do onbedrevenheid der nieuwe meid,
dlio snauwde tegen Betsy, voortdurend
twistte met Bobby en blijken gaf van haar
slecht humeur door het aardewerk in de
achterkeuken te breken.
Mevrouw Beau was dus een tijd te veól
in beslag genomen, om ergens heen te
gaanmaar toen de lakens eindelijk klaar
waren, en de nieuwe meid wat bruikbaar
der was geworden cn haar ongesteldheid
minder erg was, nu het ingespannen zitten
voor het borduurwerk opgehouden was,
begon zij ach af te vragen, ho<f liet kwam.
dat do menschen. vergaten haar op de thee
to vragen. Zij ging eens naar mevrouw
Grainger, maar zelfs mevrouw Grainger's
houding vs.n dankbaarheid voor maat
schappelijke hulp was een beetje veran
derd, on zij was bij dio gelegenheid meer
geneigd bijzonder vriendschappelijk met
mevrouw Pemberton te zijn, als het ware
over mevrouw Bean's hoofd heen. Zij hield
nog heel veel va haar oude vriendin, ma-
zij begon te vergeten, dat haar intrede in
het maatschappelijk leven van de s'raat
afgedwongen was door dien avontuurlijken
geest, en iets v&A onbewuste bescherming
kwam in haar toon voor iemand, die zulk
een hoed kon dragen, en een bezoek ge*
bracht had bij die gewone nieuwo men
schen op nummer achttien.
„Gaat u mee?" vroeg mevrouw Bean«
opstaande, aan mevrouw Pemberton.
„Nneen. Ik geloof, dat mevrouw Grain
ger mij wat van de kleertjes wil laten zien,
dio zij gemaakt heelt," aarzelde mevrouw
Pemberton.
„Wilt u ook niet blijven?" voogdo me
vrouw Grainger er snel bij „Het ka» mo
niet 6ohelen. of t' ze ook ziet."
Maar mevrouw Bean meende, dat zij
gaan moest, en zij ging naar haar eigen
huis, waar zij voor het raam bleef zitten,
tot het donkr-j. word, en zij had con. ge
voel, alsof iedereen haar haatte. Het waa
natuurlijk een dwa/ie gedachte, maar som
migen van ons in Flodmoutli hebben die,
als we lijden aan de gevolgen van den
lange» winter en den mist en het gebrek
aan afwisselingmaar mevrouw Bean bad
dit vroeger nooit gehad, en het was zoo
nieuw vcor haar, dat zij dc kwaal heel
slecht verdroeg.
(Wordt vervolgd