No. 18639
LEI0SCH DAGBLAD, Dinsdag 7 December.
Tweede Blad. Anno 1££0.
Gemeenteraad van Leiden
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON
IN ONZE STRAAT
(Vervolg van gisteren).
El
- De lieer VAN ECK vervolgt:
Heb doel van den strijd der S. D. A'. P.
ie het belang' der geheeie menschheid, niet
alleen van de arbeiders; de een mag nieb
leven van de uitbuiting van anderen.
Veel praten, weinig doen, wordt ons ver
weten, maar dat gaat niet anders. Doel der
ip.oditiek van dezen raad is immers behoud
dezer maatschappij. Alleen als he^ niet an
ders kon, werd den arbeiders wat toege
worpen. Invloed oefenen naar buiten is van
meer beteekenis dan de invloed, dien een S.
D. A. P.er als wethouder hebben k^n. Bo
vendien heeft een wethouder mee te bè-
heeren, wat niet anders kan dan volgens
meerderheid van den raad, d.i. in kapitalist
tischen geest. Door hier een wethouderszefcel
te aanvaarden, zou de drager den band met
hte proletariaat verbreken.
Waarom wel zitting in de commissies
Daar is het verband met het proletariaat
•met verbroken-, daar wordt niet meebe-
heerd door de socialisten, daar voeren zij
geheel' een soc. dem. politiek, daar zitten
zij als controleur van het proletariaat, als
hoedanig een wethouder niet geduld kan
worden. De NS. D. A. P. brengen de poli
tick in den Baad, wordt .gezegd. Juist, dit
is immers het doel. Maar anderen doen pre
cies hetzelfde, die voeren alleen een kapi
talistische politiek.
Wil dit allemaal zeggen, dab de S. D. A,
P. hier alleen bij een meerderheid een wet
hoiiderszetel zullen aannemen In princi
pe, ja, maar toch is er een kans, dat ook
met een burgermeerderheid een soc. dem.
wethouder zal worden-, n.l. wanneer die
burgermeerderheid voelt, dat in soc. dem.
richting moet worden gestuurd, wanneer
dus de soc, dem. de leiding zou kunnen
nemen.
Zoolang de Glir. arbeiders echter bun hui
dig standpunt handhaven, is er zeker gocn kans
.Van de Chr. arheideisafge vaardigden in den
raad is van eenig medovoelen met het'proleta
riaat geen sprake: als bewijs voert hij aau. hoe
zelfs het meest vooruitstrevend lid daarvan, de
heer Heemskerk, do salaris verhooging van don
burgemeester verdedigde.
Z,i. gaat het kapitalisme failliet cn de
gemeenten zullen daarvan het eerst de sla
gen krijgen. Met de gemeente zullen de be-
stuurderen kelderen, en daarvoor dankt do
8. D. A. P.
Niet alleen voor cribiek, ook voor daden
zitten zij in den raad, zie hun voorstellen.
Ook hebberf zij steeds objectief gestaan te
genover voorstellen van anderen.
Hoe meer de vermogenden aan belasting
betalen, hoe minder de> groote massa, des te
beter. Allen mee laten betalen is esn assu
rantie voor deze maatschappij. Hoe eerder
dus die assurantie verdwijnt, de3 te verkies
lijker. Hg gaat dan de hooge inkomens, die
tot zelfs met 50 pCt. belast worden, nader
beschouwen. Met aftrek van die helft, blijft
er nog te veel over. Ver gel gk daarmee wat
de armste drommels betalen van een tekort.
Afgezien van verzet van Ged. Staten en
de Kroon bij voorstellen tot verhooging
van het noodzakelijk levensonderhoud, wordt
aangeroerd daartegen het wegtrekken dei-
gegoeden. Hg weet, dat er weldra Vreer
eenigeü heen zullen gaan. Maar daardoor
mag men zich niet laten weerhouden, daar
op moeten andere maatregelen wordeu ge
maakt, als' uitbreiding der gemeente, zoodat
niet, zooals nu, even buiten Leiden, een soort
oase wordt gevcrmcl van verontruste Leide-
naars
Pas op, wordt gezegd, bijl verdere loons-
verhooging hard noodig moeten ook de
kleintjes betalen. Dat is een uitspelen van
den eenen arme tegen den andere. Bij hoo-
gere salarissen vergeet men echter dit mo
tief.
Een som van Vi millioeu aan rente en af
lossingen per jaar, komt den kapitalisten
ten goede. Als een gemeente-instelling een
tekort heeft, dan is dat jammer, maar dat
zegt niet alles. Hoe zou de bevolking b.v.
gebrandschat zijn bij particuliere lichtfa
brieken? Zooveel mogelijk moet van den kost-
prgs worden uitgegaan, dat acht hij juist,
pioar progressieve prijzen kunnen toch daar
naast worden gesteld. Tegen het huidige
fcysteera om door vergrooting van den om
zet de prijzen aan de lichtfabrieken te druk
ken, beeft hij geen bezwaar, mits niet de
kleintjes daarbij het loodje leggen.
Van het rijk heeft de gemeente niets te
verwachten. Eerder helpt het rijk de ge
meente van den wal in den sloot. Een moei
lijkheid voor de gemeenten is, de last om
aan geld te kunnen komen. Laat het rijk
daaraan tegemoet komen door e-eu gedwon
gen leening ten bate. van de gemeenten.
En dat te eer, waar z.i. de gemeenten
opnieuw straks voor moeilijkheden zullen
komen te staan als destijds tijdens den oor
log. En opnieuw zal hij dan dezelfde houding
aannemen, die men hem kwalijk g on omen
heeft, vooral na zijn woorden op het congres
der S. D. A. P., waar hij erkende, dat zgn
partij ook gereque&treerd heeft aan den
raad, al was het regeeringswerk. Dat is z.i.
toch logisch. Als het rijk geen uitkomst biedt,
dan moet het proletariaat zich wel wenden
tot het gemeentebestuur, dat jlan zijn zijde
moet kiezen. Niet te vervullen eischen zijn
niet gedaan.
Niet vereenigen kan hij zich met het stand
punt van B. en W. ten aanzien van den
raad. Hg vvgst op de kwestie der ontslagen
brugwachters, de houding wat de politie
aangaat enz. Dit college vergeet, dat onder
invloed der democratie en de gewijzigde
omstandigheden een andere houding aange
nomen dient te worden dan de zuiver for
malistische van thans. Wel wordt advies ge
vraagd aan particulieren, vereenigingen etc.,
maar niet aan den raad, men zie het geval
betreffende den drank verkoop op 3 Oct. H$
hoopt op meer kneedbaar heid en tegemoet
koming van B. en W. in de toekomst.
Hij had gedacht, dat de drankbestrijders
een voorstel zouden hebben ingediend tot
verheóging der subsidie, hij zou er dan voor
gepleit hebben. Hij moet erkennen, dat, als
de eerste belanghebbenden dit niet noodig
achten, de raad het zeker niet hoeft te doen.
Toch acht hij de drankbestrijding hier te
veel in een hoekje geduwd; een groot alge
meen belang is er bij betrokken. Noodig
daarbij is voorlichting, opleidiug van het
jongero geslacht. Groot© weerklank moet
echter gevonden worden onder de groote
massa, anders baat het niet veel of men
beperkingen invoert. Steun aan de particu
liere vereenigingsn is daarom zeer wen-
schel gk.
Over do arbeidscommissies 7^1 hij kort
zijn. Slechte loonen, slechte werklokalen enz.
hebben gemaakt, dat de groote missa der
arbeiders niet al te bereid is tot werken in
deze kapitalistisch© maatschappij» Zeker heb
ben deze commissies niet de bedoeiing mee
te werken aan den opbouw dezer maatschap
pij. Bedoeling is de richting aan te geven'
waarin de ontwikkeling der dingen zal gaan,
n.l. het mee doen spreken der arbeiders in
het bedrgf. Tegen de demoralisatie «van het
kapitalisme. Zgn voorstel zal opvoedend wer
ken, ook voor de toekomst, als de leiding
voor een groot deel in handen der arbeiders
komt. Alles kan in hoofdzaak blijven, zocals
het is, alleen krijgt het personeel een advi-
seerende stem en kijk op den loop yan zaken.
Het voorstel is tevens revolutionair, omdat
zoo de begeerte zal worden gewekt om
volledig baas te worden. Ook voor de po
litie heeft hij zoo'n commissie voorgesteld,
waar heel wat buitensporigheden zou kun
nen verdwijnen, dat heeft hem zijn erva
ring als burgemeester ook geleerd. De po
li' e staat dichter bij de vclksnieening en
kan vergen gehoord te worden, ook met het
oog op dit gevaar, aan haar taak verbonden.
Aan de macht van den burgemeester hoeft
niet geraakt.
Tot- slot wil hij het nog hebben over de
v e ran t\v oor d e 11 j kli e i dZijn fractie weigert-
dip voor het gedoe van het kapitalisme met
al zijn fouten en misdaden. Hoe staat het
echter met de verantwoordelijkheid der
andere fracties, met name de chr. arbeiders-
afgevaardigden Achten deze do ka-pitolis-
tische maatschappij van meer belang dan de
groote massa? Iedere partij, die niet zetelt
in de groote massa is als verloren te be
schouwen. Goed- of kwaadschiks zal de
bourgeoisie moeten inbinden. Misschien is
het nu nog tijd om van koers te veranderen.
Wil men dat probeoren, de S. D. A. P. is
bereid in die richting te steunen. Anders
zal de houding der S. D. A. P. onverzoen
lijk zijn.
De heer WILMEB meent, dat de rede van
.dén heer Yan Eek in do Gehoorzaal past,
niet in de raad. Zie b.v. de critiek op die
belasting verordening. Die kan niet anders,
zelfs een rood college van B. en. W. bad
niet- anders kunnen handelen.
Yeel van wat de heer Yan Eek heeft ge
zegd, - heeft z. i. niets met de gemeente
belangen te maken. Hij zal echter af en toe
daarop moeten antwoorden.
De socialisten zullen eerst dan goed ach
teruit gaan, als ze geroepen zullen worden,
wetten' te maken, zelf te besturen. Zijn
partij is bij de jongste verkiezing niet
achteruitgegaan, integendeel iets vooruit.
Yorig jaar is al ampel besproken de kwestie
"\an het weigeren van een wethouderszetel
door B. en W., do heer Yan Eek heeft het
noodig geacht, deze kwestie weer op het ta
pijt te brengen, weshalve hij tegen zijn plan
in nog iets daarvan wil opmerken. Verschil
tusschen een wethouderszetel en zetels in de
diverse commissies ziet hij niet. In de com
missies stemmen en beheeren de S. D. A.
P'ers toch ook mee Met c3e S. D. A. P- is
echte'fdn tegenstelling met den heer"Knut-
tel, slecht te debatteeren, want men we6t
niet, wat het beginsel feitelijk is. Hier is
het zus, daar zoo.
Yan progressie in de bedrijven is hij geen
principieele tegenstander. Is het echter
praobisch mogelijk?
Medezeggenschap der arbeiders bij c?e
productie acht hij te natuurlijk om er apant
van te gewagen. Zijn partij is reeds land
daarvoor.
Wat het voorstel Yan Eek in deze rich
ting betreft, kan dit niet bereikt worden
door een verbetering van het georganiseerd
overleg in die richting?
Wat de houding van den heer v. Eek op
het congres der S D. A. P. betreft, spr.
citeert daarover een schrijven van diens
partijgenoot AlbarcJa in „Het Volk" zelf ter
bestrijding, waarir deze den heer Yan Eek
waarschuwt, dat diens tactiek van f-risch
critiseeren en eischen boven het mogelijke
leiden moet tot eer» debacle voor hem zelf
op den d'uur-
Al is men overtuigd van een debacle der
huidige maatschappij, het is toch nog niet
noodig, daarmee ini Leiden een begin te
maken.
Hij wijst er op, hoe bij de jongste loons-
verhooging zoo goed als geheel de eischen
der organisaties zijn gevolgd. Wat het pre
mie-vrij pensioen betreft, hij hoopt op een
democratischer pracadvies dan de S. D. A.
P. wil, n.l. het gaan daarmee tob een zeke
ren weistandsgrens.
Ten slotte kondigt hij aan, dat hij met de
heeren Oostdam, Bisschop en Wilbrink op
nieuw voorstelt dc groote gezinnen tege
moet te kome?:> tot een grens van f 3000 met
een toelage van f 13 per drie maanden voor
ieder kind beneden de 16 jaren boven
dé drie.
De heer KNUTTEL staat tegenover deze
begrooting anders dan het vorig jaar. Toen
beschouwde hij de begrooting als een pro
gram voor hec volgend jaar, nu als het
resultaat van hot afgeloopen jaar. Hij voelt
daarom weinig behoefte de gebeurdo dingen
nog eens naar voren te brengen.
Bij de verkiezingen heeft men gezien een
versterking der reactie, al is dit slechts
schijnbaar. Do reactie heeft in he«t vrouwen
kiesrecht haar laatste troef uitgespeeld1,
wat in de toekomst den toestand zal zuive
ren. Hij wijst op het reactionaire der regee
ringen, ook in die landen, waar een soort
revolutie is geweest, gepaard van een toe
nemen van de macht zijner partij.
Hij spreekt van schijnbaar, omdat de
verschijnselen, die de huidige maatschappij
ondergraven, toenemen, trots het slagen
der kapitalisten om de werklust weer aan
te wakkeren. Deze verschijnselen zijn le.
de iina'ncieele nood, 2e. de toenemende
crisis, die zich overal in den vorm van
werkloosheid vertoont en ook hier zal ko
men. Aan prijsdaling zullen de arbeiders
daarom weinig hebben, afgezien nog hoe
tegenover de eenc daling een andere ver
hooging staat.
Nu de nood zoo groot geworden is, dat
de gemeenten feitelijk niet meer kunnen
bestaan, kan men de situatie in het bui
tenland zoo ©enigszins^ begrijpen.
De bankbiljettenpers is nog het eenigo
redmiddel, dat echter de débacle slechts
verschuift. Het kapitalisme heeft „abge-
v, irfscliaftet".
Stel daar tegenover het eenige land,
waar verbetering is ingetreden, Busland,
dat heeft afgerekend met zijn belagers,
gaat nu opbouwen. Al het tegenovergestel
de is gelogen. In Busland ziet hij den
basis der internationale revolutie, al zal
cie in ieder land door de ci!?cn arbeiders
nxoeten komen.
Het lijkt daarom dwaas misschien, aan
dit peuterwerk der gemeentepolitiek mee
te doen, doch dit moet wel om de arbei
der» op te voeden. Hij is niet tegen her
vormingen, de vraag is alleen -maar voor
of legen het kapitalisme.
Het systeem der bourgeoisie is 'om
iemand van het kantje naar den muur te
sturen, Ged. Staten, de Kroon, wat niet
al en zich daarachter te verschuilen. Als
of in die andere lichamen de macht niet
bij dezelfde parten berust
Als 'eerste hervorming is noodig salaris-
verbetering van het gemeente-personeel.
Hierbij verschuilt men zich weer achter
het georganiseerd overleg. De gemeente
kas beslist niet, maar de machtsverhoudin
gen in en ook builen den raad. Zijn b.v.
de loonen elders en in. het part, bedrijf
hooger, dan zal men hier moeten volgen.
Overigens moeten de arbeidershet sta-
kmgswapen gebruiken, willen ze hier iets
bereiken.
De heer Van Eek gewaagde van het ver
leden niet van de toekomst en daar deed
hij goed aan, want die is toch aan het
communisme. Dat zal ook hier blijken, als
de toestanden zich verscherpen. De be
schouwingen van den heer Yan Eek dragen
het kenmerk van het onwaarachtige. Hij
wijst e'' toch op, hoe elders de S. D. A. P.
wel wethoudersetels aanvaardt, die het.
kapitalistische karretje trekken, alleen hier
niet. De partij van Yan Eek breekt nooit
af, zij is die grootste steun van het kapi
talisme. Het bewijs daarvoor is de ver-
üordeoling»van-de dictatuur van het prole
tariaat.
De VOORZITTER verzoekt den heef
Knuttel niet zoo door te gaan. Niemand
in den raad gelooft toch een woord van
wat liij zegt.
De heer KNUTTEL is tegen de arbei
derscommissies van den heer Yan Eek. Dat
zou zijn een herstel van het systeem der
modelfabrieken, een medezeggenschap in
theorie, niet in practijk. Zoo zou zelfs be
langstelling worden gewekt in arbeiders
kringen voor liet kapitalistisch bedirijf, dat
hen weer rou weterf uit te buiten.
Kindertoeslag acht hij door en door ver
derfelijk. I Ls trouwens maar in schijn een
kindertoeslag, in werkelijkheid een ont
houding van loon aan de anderen. Het
wordt een soort aalmoes. Bovendien acht
hij het niet in het belang der maatschappij,
dat er zooveel kinderen komon, waardoor
eens een bedenkelijke toestand komen
moet.
Ten slotte zegt hij tegen de begrooting
te zullen stemmen.
Hierna verdaging tot hedenavond.
De ramp op Wilton's scheepswerf.
De kapitein der genie J. H. do Man schrijft
in „De Ingenieur":
Van verschillende zijden reeds is in de dag
bladen de ramp toegeschreven aan zetting van
de bekistingen. De stempels van dio bekistin
gen waren door middel van wiggen geplaatst op
houten sloven, welke zonder meer op het ter
rein waren gelogd. Dit terrein beslaat uit opge
spoten grond; de kolom voeten van het in aan-
bouw-zijiicle gebouw *taan op heipalen. Tijdens
het storten van het thans ineengevallen gedeelte
was het weder voortdurend droog, deels vrie
zend gedurende den nacht, waardoor het ter
rein, waarop de bekisting stond, in gunstigen
.toestand verkeerde. Kort vóór het ongeval is
het weder minder koud geworden, zoodat de mo
gelijkheid niet uitgesloten is, dat de gTondslog
door weehworden minder draagvermogen kreeg.
Aangezien de grondslag uit opgespoten grond
bestaat, zoude naar mijn meeniug' een dergelijke
wijze van stempeling alleen toelaatbaar zijn ge
weest, indien door zeer nauwkeurige proefne
mingen was vastgesteld, dat de grondslag vol
doende draagvermogen had en geen ongelijk®
zettingen te verwachten waren.
Een andoren ongiuistigon factor acht hij A-Vopfc»
van do uitgevoerde constructies, 't Gee-n rva-.
der toelicht.
De ramp laat zioli nu als volgt verkï&ren:
De bekistingen waren, door het invaren van
do dooi. niet meer in slaat dc betonconsiruc"->3
te dragen. Door plaatselijke zettingen had wel
licht een gedeelte der onvoldoend verharde
constructies zeer geleden. De lichte schokten,
ontstaan bij hef wegnemen van de bekisting
onder de gewapend beton dakvlakken (hetgeen
'geschiedde tien dagen na het storten), zijn vote
doende geweest om plaatselijk een der onderdee-
len van de constructie to doen bezwijken, wel-1
licht een. der spantbéénéh van de groote over
spanning dor Jioogo hal of een van vorenbedoel
de korte kolommetjes. De bekisting daaronder,
heeft den stoot van de in beweging geraakte
massa niet kunnen weerstaan en is bezweken-
Do geheelo constructie, welke slap en nog on
voldoende vesteend was, is toen ten gevolge van
de zijdelingsdkp krachten, door de ineenstorten
de nevencontructiedeelen daarop uitgeoefend.
De voortplanting van de- instorting heeft met
groote snelheid plaats gehad, waarschijnlijk met
de snelheid, waarmede een stool in een con
struct io zich voortplant, dus ongeveer met de
snelheid ran het geluid is 340 Meter per sec.;
vandaar dat de ooggetuigen medecleelen, (^.t
alles tegelijk ingestort is. De instorting heeft
zich voortgezet in eon gedeelte van den lageren
middenbouw naast- do groote hal, waar gerber-
liggers waren toegepast, zulks niettegenstaande
die middenbouw door een dilafafievocg van de
hal gescheiden was. Dit behoeft geen verwon
dering te baren; do dilalatiovoeg kon niet be
letten, dat zijdelingsohe druk van do instortende
groote hal op de buitenste kolommenrij van dien
middenbouw word overgebracht, waardoor die
kolommen bezweken en vervolgens ook in dat
gedeelte de instorting zich Voortplantte.
B 1 ij kens oen in ,,J e A r b e i d opge-
opgenomen kwartaal staat van de op 30 Septem
ber 1920 bij het N. A. S. aangesloten bonden be
draagt ophet oogenblik het aantal aangesloten
leden -16.930, wat sedert 30 Juni een achteruit
gang boteekent van 8413 leden. De grootste aan
tallen hebben thans nog: Landelijke Fed. van
Bouwvakarbeiders 10.457 leden (2406 achteruit
gegaan). Ned. Fed. ran Transportarbeiders
9196 leden (3269 achteruit) en Land, Fed., van
Fabrieksarbeiders 2820 (1011 achteruit).
Bezuiniging 0 p de d e p a r t e inen
ten. Men schrijft aan „Het N. v. d. D.":
Mr. Mar chant predikt in de Kamer een
bezuinigingsveldtocht op de Departementen.
Zr,n methode bestaat alleen in het niet-toe-
staan van nieuwe ambtenaren, waarmee men
natuurlijk niet veel opschiet. Hij gaat van
de veronderstelling uit. dat bij toeneming
van dé hoeveelheid werk de in dienst zijnde -
ambtenaren harder zullen gaan werken. In
middels zal hij wel geen bezwaar er tegen
hebben, dat overbodige ambtenaren onmid
dellijk worden verwijderd.
Hem zij derhalve het - Agendo meege
deeld:
Toen in '14 de mobilisatie begen. werd
o.o. op heb Departement van Oorlog een
speciaal telegraafkantoor gesticht, dat recht
streeks in verbinding stond met het Hoofd-
telegraafkantcor in de Prinsestraat. Telefo
nisch en telegrafisch werden telegrammen
overgebracht. Of dat nu wel noemenswaardig
versnelling gaf, is nog twijfelachtig, maar
laten we aannemen, dat het de snelheid
vergrootte. Voor de bediening van dit
postje op het Departement werden aange
wezen: twee telefonisten, twee telegrafisten'
en als leider een hoofdcommies.
Na November '18 is natuurlijk de i^den
van bestaan voor dezen dienst vervallen
en men zou venvacht hebben, dat, mede in
verband met het tekort aan personeel bij den
telegraaf- en telefoondienst, deze vgf per
sonen aan dien dienst zouden zijn terugge
geven. Wel verre van dien! Tot op den hui-
digen dag zitten ze daar; alleen de hoofd
commies doet er halve dagen dienst.
En nu do kosten van dat dienstie; deze
bedragen twaalf duizend driehonderd acht
entachtig gulden tachtig cents per jaar.
De vier telefonisten en telegrafisten hebben
een inkomen van 9600 gulden per jaar an
brengen maandelijks 32.40 gulden voor tram-
kosten in rekening. De hoofdcommies, die
half meetelt, heeft een inkomen van 4800
gulden en telt dus mee voor 2400 gulden.
ïjTaar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
39)
Hij had Sophie oncler zijn toehoorders
opgemerkt en al den tijd, terwijl hij over
do. tooneelliiricïitïng sprak, dacht" hij er
aan, hoe de weerkaatsing zijner woorden
over haar gevoelvol gelaat zou gaan, gelijk
de schaduwen op een korenveld op een
zomermiddag; het gaf hem hetzelfde prik
kelende genot op haar gevoelig verstand te
werken en de zichtbare uitwerking waar
te nemen, als een violist voelt bij het ts
voorschijn brengen van fijne, teere klanken,
die minder geoefende vingers niet kunnen
vinden. Het innerlijk genot van den kunste
naar die zijntalent gebruikt, vermengde
zich nu met de begeerte van den man. om
dlat- opgeheven gelaat te kussen, dat hij
vaag zag als een deel van de massa, voor
hem in de donkere zaal. Het zijn twee
sterke koorden, intellect en hartstocht, en
'als Sophie geweten had, hoe ze te trekken,
ti er geen twijfel aan, dat de voorzichtige
visek, de heer Howard, die avond aan haar
voeten gesparteld zou hebben, maar zij was
een meisje in den eersten bloei van teedere
aanbidding voor een man, die ouder on
knapper dan zij was, en dacht er evenmin
aan, het orakel te bewepken als die aanbid
ders, die in het begin van de wereld voor
hun afgod knielden.
„En nu, zijn geoefende stem ging
voort „nu zult ge zeker begrepen heb
ben dc
Een groote, flikkerende straal van rood
licht flitste van boven door do donkere
zaal.
„Brand! Zie, zie!'- riep eon schoolmeisje
zenuwachtig.
Iedereen stond op en keek in dc aange
duide richting, en werkelijk waren do ven
sters boven in de zaal rood van vlammen.
De uitgangen van c)e zaal waren niet goed,
in een oogenblik had het kleine gehoor, dat
voor een lezing van dit soort verzameld
was, den weg bij der lezer versperd. Do
heer Howard stond bleek, maar zooals So-
pkio gevoelde, heldhaftig mot. zijn a ante e-
keningen in de hand, en traohtte do orde
te bewaren en een paniek te voorkomen.
Dc ernstige jonge man, die als secretaris
dienst deed, ging naast hem staan, zijn bril
glom en zijn lippen waren, stijf gesloten,
niaa-i; met vastberaden moed tot zelfs in zijn
laarzen, toen zij over het poddum slapten.
Hij was bedroefd en verschrikt; maar wist
eindelijk, wat het was to leven. „De knaap
stond op het brandende dek," een toestand,
dien hij zoo dikwijls in zijn verbeelding
doorleefd had, Vis hij in zijn veelbelovende
jeugd gedichten moest opzeggen.
„Dames en heyren. do stem van Ho
ward klonk doordringend en overredend
„mag ik a in uw eigen belang vragen een
ènkelo rij te vormen en rustig heen te
gaan 'I Op die maaier kan de zaal in cEnie
minuten leeg zijr. Ik zal blijven totdat
iedereen weg is."
Zelfs in dat gespannen oogenblik was er
een zacht applaus en terwijl de voorst-en
er zich nu uitgedrongen hadden, vormden
de cA'erigen een rij en volgden één voor dón
in plechtig© stilte. Howard verliet het
podium en ging op Sophie toe.
„Waar-om waoht je? Waarom ga je niet
heen?" fluist-erde hij haastig.
„Ik ik heb geen haast," fluisterde zij
terug. Hun oogen ontmoetten elkaar.
„Sophie, wilde jo me niet verlaten?"
vroeg hij dicht aan haar oor.
„Ik kon het niet," antwoordde zij.
Toon deed een zeer zonderling geluid
boven uit de zaal hen opschrikken en op
kijken.
„Um m m!" riep mevrouw Bean, in
een gesmoord geluid door de hand van me
vrouw Pemberton, die deze met groote
tegenwoordigheid van geest voor haar mond
had gehouden.
„Arme mevrouw Beam, zij is zoo opge
wonden. Ik ben bang, dat zij ziek is," riej>
Sophie, naa r haar vriendin loop end.
Zelfs de stoet-, gericht op zelfbehoud,
wierp een blik naar ecliterert op het zonder
linge gezicht van mevrouw Pemberton, die
mevrouw Bean wurgde, eai mevrouw Bean,
die mevrouw Pemberton met een par-apluio
bewerkte. Zij voelde^ vaag, dat het een
onderwerp van gesprek zou zijn, als do
zaken weer gewoon werden.
„Um m!" Met een ruk bevrijdde me
vrouw Bean zich en riep zoo luidde zij kon
„Het- is niets anders dan een schoorsteen
brand bij Hallcm het- flikkerde op dicht
bij dit raam ik keek, waar de- vlammen
van daan kwamen
Zij hield op, om adem te scheppen, en de
stoet talmde, keerde om en men ging zitten
op de plaatsen, die het dichtst bij waren.
De secretaris voelde zich bedrogen en Ho
ward had cr-g het land over het heclo ge
val, dat in veel korter tijd had plaats ge
grepen, dan men later gclooven kon, in
derdaad, vijf minuten na het eerste geroep
van brand zat men weer te luisteren naar
een beschrijving van de schetsen op liet
doek, terwijl sommige leden van het gehoor,
die de straat bereikt hadden en daar
wachtten, één voor één teruggeslopen met
een gevoel van verlegenheid.
Wij hadden allen den indruk, dat het
mevrouw Bean weer aan tact ontbroken had
- ofschoon wij natuurlijk op weg naar huis
zeiden, hoe verstandig zij was en hoe dank
baar wij haar waren.
„Ik voelde," zei mevrouw Pemberton,
„dat zij juist iemand was, om bij zoo'n ge
legenheid te gaan schreeuwen, en ik was
besloten ten koste van alles een paniek te
voorkomen. Yan kind af Rad ik den' naam,
dab ik- in tijd van gevaar mijn tegenwoor
digheid van geest behield."
De heer Howard ging naar huis met So
phie, en hij gaf slechts uiting aan den alge-
meenen indruk, toen hij zei
„Mevrouw Bean heeft zoo iets onbezon
nens."
Sophie lachte. Zij was gelukkig genoeg
om over niets te lachen.
„Ik vind, dat het veel meer onbezonnen
zou geweest zijn, om ons alleen zonder lezing
naar huis te laten gaan."
„O, dat meen ik natuurlijk niet," zei de
heer Howard. „Maar er is iets Laten we
echter nieb over mevrouw Bean praten, als
we een, halfuur voor ons zelf hebben. Een
halfuur, Sophie, van een geheel leven. Ocli,
als het- levqn maar eenvoudiger was
Frans Howard zuchtte, en geloofde, dat
hij meende wat hij zeihij was in ieder ge
val oprecht genoeg in zijn spijt, om den
gehcelen zomer het dreigend aanzoek bij
Juffrouw Salisbury te vermijden. Een dozijn
malen had die dame hem naar dc heining
gebracht en evenveel malen had hij achter
uit geslagen, cn was gevlucht naar de vrij©
weiden van het jcvngezellenleven, waar hij
nog dlroomen kon van ccn meisjo met do
friscliheid der jeugd.
Maar voor Sophie was het leven in het
laatste uur zoo eenvoudig geworden, dat zij
ineens voor don dag kwam met de ronde
vraag
„Ik hoorde, dat u verloofd was met juf
frouw Salisbury. Is cSat waar?"
E-n Howard wa6 blijder dan hij over da
meeste dingen in zijn leven geweest was, dat
hij dadelijk zeggen kon: „Neen, het is niet
waar." Hij hield op, da-ar hij wist, dat hij
nieb verder moest- gaan. maar was toch ge
dwongen e-r bij te voegen„Ik zou misschien
met haar verloofd] zijn, Sophie, als jij en ik
niet samen gesproken hadden in dien tuin
op die.u avond in Juni. Maar het zou dwaas
heid zijn."
Hij zei niet-, wat. dwa-aslieid zijn zou, om
dat hij niet zoozeer met Sophie sprak dan
wel met zichzelf redeneerde. Liefde in esn
hutje wa9 heel mooi, maar liefde in eon
klein huisje in de buitenwijken van Lon
den Terwijl hij het in zijn hoofd onder
woorden bracht, werd do onmogelijkheid er
van alweer werkelijkheid voor hem. Da-fc
zou geen liefde zijn. Zijn Cupido had meer
dan pijlen en boog noodig, als tie god zou
overgehaald wo-rden om to blijven hij
eischte niets minder dan drie nette dienst
meisjes en lekker eten Maar nu fladderde
heb kleine, naakte ventje langs hen door
de mistige straten, en zij waren zoo good
als alleen, ingesloten in dien zachten ruk£,
alsof een tooverwo-lk om hen heen geworpen
was. Geen gelieven op een bergtop hckïden;
een geheïraer plaats om el kaai eter te cute
moeten. (Wordt- vcvrcigu).