m STRAAT
UIT 0E RAADZAAL
FEUILLETON
TWEEDE RARER
Tweed© Blad. Ann© 1920.
1 Ken' wc?v een silling. ;'ie op e?n middag
beëindigd worden kon, al sienden er een-
en-twinlig punten op de agenda. Zj>, die
onverbeterlijk pessimist zijn ten aw-iem van
de praatgra^heid van den ltaad. zullen wel
'direct oP-Tji'aen met oen minachtend schou
derophalen: 't waren er me de punten ook
naar. Geheel en al ongelijk hebben dezen
weliswaar niet, maar een avondzitting v.a;
or toch wel van te maken geweest, wanneer
de sluizen der welsprekendheid wjjd waren
opengezet, wat nu eens gelukkig niet ge
beurde. 't Geschiedde Maandag met mate,
al was 't at en toe rog vrjj ovorbodig
O! de krachten gespaard worden voor de
begrooting? Uit enkele kleine, losse opmer
kingen viel reeds op te maken, dat er dan
heel wat los zal komen! Zet ie schrap,
wordt dan de bus,
Bij de ingekomen stukken was er één, dat
heel wat tjjd wegnam. Dat B. on W. toch
een verzoek om loonsveraooging, uitkeering
ineens enz. van do Federatie van Gemeente
werklieden eenvoudig ter visie wilden leg
gen, in plaats V3n een pracadvie3 daarover
uit te brengon, stond de soc.-deni. fractie
niets aan, alhoewel B. en W. geen twijfel
lieten bestaan, dat, gezien de pas aange
nomen aanzienlijke salarisverhooging over de
geheele linie van gemeentepersoneel, de
met stijgende dunrtocijfors ea den finan-
cieelen toestand der gemeente, bij uitbren
gen van een praeadvies dit toch ongunstig
zou luiden; zoodat in de practjjk con prae-
adTies geen resultaat zou opleveren, tenzij
uit den Raad met een voorBtel werd geko
men, dat een meerderheid vond. En juist
door ter visie te leggen wordt de deur
voor zulk oen voorstel uit don boezem van
den Raad opengezet. Verschil van eenige
beteekenis zien we derhalve niet in dezen,
waar alleen door een initiatief-vuoretel uit
den Raad iets te bereiken zou zjjn in de
richting van een nieuwe salarisverhooging,
iets, waarvan men gerust kan zoggen, dat
ze pas achter den rug is, bezig is behandeld
te worden of spoedig komt.
Overigens gaven de ingekomen stukken
sleohts aanleiding tot enkele opmerkingen.
De benoemingen verliepen zonder eenig in-
oident en alle subsidiekwesties gingen er
glad door, zondert men die voor schooi-
voeding en-kieeding en voor de leeszaal
„Reuvens" uit Hoewol men ten aauzien van
hei oerste gorost had kunnen zwijgen, waar
het niet anders betrof dan het voteeren
van gelden voor oen vroeger genomen be
sluit, meenden enkelen nog eens als hun
meening naar voren te moeten brengen, dat
dit feitelijk geen punt van overheidsbe
moeiing mocht uitmaken, waartegen van
andere zjide natuurlijk werd opgekomen.
Juist om het overbodige van de woorden,
aan deze kweatie, die geen kwestie meer
was, besteed, meenen we, waar de subsidie
er dan ook z. h. st doorging, ook niet ver
der hierop meer te moeten ingaan. Trou
wens, het uitschakelen van de overheid bij
zulke aangelegenheden fs nu toch waarlijk
oen tikje ouderwetsch. Meu kan er immers
nier meer buiten, dat leert de practyk des
'stens.
Vat het tweede betreft, de heer Dub-
boldeman wilde aan de subsidie een soort
coi vróie over de salarissen aan de leeszaal
vaitnden. uit te oefenen door B. en W.
Op zichzelf is dit denkbeeld niet zoo ver
werkelijk; voor wat, hoort wat; maar de
hce= Dnbbeldeman was niet gelukkig in het
aangeven van een norm voor die salariea-
ring. Op den basis als do gemeente-ambte
naren was inderdaad uiterst vaag. Do heor
Dubbeldeman wildo B. en W. in dezen wel
vertrouwen, maar liet tevens doorscheme
ren, toen de heer Knuttel zooveel zeide als
niet meer vertrouwen in B. en W. te heb
ben aan in het bestuur der leeszaal, dat de
Baao toch B. en W. kon controleeren. Is
het te verwonderen, dat B. en W. niet erg
happig waren op de eer van toezienden
voogd onder voogdij van den Raad? Behailve
zjjn partiigenooten kreeg de heer Duhboide-
man niemand mee.
De heer Knuttel brak een lans voor de
aanvankelijk door de leeszaal gevraagde
subsidie van f4200, wnarb'ó hjj goede ar
gumenten naar voren bracht. We zijn hét
toch met hem eens, dat een leeszaal op het
Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
22;
Juffrouw White's handen, waren zacht,
maar zij kern dit alles niet vergeten, dat de
koetsier ten minste dertig cents voor hot
wachten zou rekenen, zoo niet zestig. Het
scheen ongevoelig, maar ai en denkt aan
zulke dingen, als men van f 1800 per jaar
moet leven en een zekeren stand op hou
den.
Eindelijk riep Louiso uit:
„Ze komt bij," en in een paar minuten
reed juffrouw White de straat door met do
zilverdoos op den bok.
,,Als ik u was, zei Louise, ,,zou ik een
beetje gaan liggen."
Mevrouw Beau schudde hot hoofd on zette
weer den ouden hoed op, die in de gang
hing: de andere was weggenomen.
,,Ik ga even uit," zei ze. „Pas op, dat
het schap en vleesch niet aanbrandt."
Toen liep zij langzaam hot hek uit, den
weg over en belde bij juffrouw Whito aan.
Haar voeten konden haar ternauwernood
■dragon. Al haar gevoel was in opstand
tegen hetgeen zij moest doen. Maar zij
moest het doen on de gevolgen dragen.
,,Ik wilde juffrouw White spreken," zed
»e dof tot de meid aan de deur.
„Mevrouw Beam 1" zei juffrouw White
verbaasd, toen zij do kleine kamer bin-
nen trad
terrein van kranten 011 tijdschriften volleJig
by moet zyn, zoowe' als op dat van litterair
als wetenschappelijk werk, wil de inrich
ting voldoen aau de eischen, er aan te
stellen. En over drie jaar zal men er tóch
aan moeten gelooveu, wil men niet de lees
zaal alle subsidies, ook die van het rijk,
doen derven. Waar echter liet bestuur dar
leesraam met f2500 als volstrekt noodza-
keiiik genoegen had genomen, meende de
Raad niet op het voorstel-Knuttel te moe
ten ingaan, waarna het voorstel van B. en
W. er met vlag en wimpel doorging.
Volgden de praeadviezen op een tweetal
moties van socialistische zyde. Ten eerste
wat betreft de instelling, van een commissie
van bijstand voor de personeelszaken. B. on
W. voelden daarvoor niets en a( betreurt men
deze afwijzende houding er is wel reden
voor! het lijkt ons verstandig, dat de
Raad. zij het met Ideine meerderheid, B.
on W. niet heeft trachten op te dringen,
wat zij niet begeerden. Van een goede samen
werking was men toch geenszins verzekerd
in dat geval.
Ook al praat men niet over ioonsverhoo-
ging. zijdelings kan men ook daarop aan
sturen. Dat leek ons n.I. tevens de bedoe
ling van het araendement-Van Stralen wat
het tweede geval betreft, om het vaste per
soneel der lichtfabrieken zoo ongemerkt wat
toe te stoppen, door voor het losse personeel
een salarislimiet vast te stellen, die gun
stiger zou kunnen wezen dan het loon der
vaste arbeiders, 't Z-al niet gaan, was de
uitspraak van den Raad. De lantaarnopste
kers hebben echter hun veruooging, dit suc
ces verkregen de heeren Van Stralen en
Dubbeldeman.
Het slot was de befaamde Schoonheids
commissie. De noodzakelijk daarvan werd. nu
B. en W. o. meer dan halverwege tege
moet, kwamen door maatregelen in uitzicht
te stellen, die wansmaakuitingen by .anbouw
zullen weren, aiterst problematiek. Het fcy-
rannisatie-gevaar, dat zoo'n commissie op
levert, 'domineerde ook o. i. nu deze kwestie.
Van de drie voorstellers was het feitelijk,
al stemden natuurlyk alle drie voor de com
missie, den stelregel volgend «tarnen uit,
samen thuis, zooals de heer Oostdam op
merkte, alleen de heer Knuttel, die prin
cipieel voet by stuk hield. De heer Oost-
dam was eigenlyk tevreden en van den heer
Sytsma mag men 't zelfde aannemen, waar
hjj zweeg.
Een zitting, im groszen Ganzen, zonder
veel politiek. Af en toe even een herinnering,
dat er nog zooiets beslaatEn nu de
begrooting?
Zitting van gisternamiddag.
Interpellatie-Van Ravesta'in
De heer VAN RAYESTEIJN (O.-P.)
vraagt verlof tot de Regeering vragen te
mogen richten over de instructie van de
gedelegeerden naar den Volkenbond.
Over deze aanvrage wordt morgen he
slist.
STAATSBEGROOTING VOOR 1921.
Algemeens Beschouwingen.
Voortgegaan wordt met de algomeene
beschouwingen over de Staatsbegrootine
voor 1921.
De heer DRESSELHUIJS (V.-L.) vindt
niet veel aanleiding voor olgemeene be
schouwingen. Het volgend jaar zal er ge
legenheid zijn om de rekening van het Ka
binet op te maken.
Hij hoopt, dat de Minister van Arbeid
voorzichtig zal zijn bij het treffen van over
gangsmaatregelen zoowel In zake de Ar
beidswet als 'de Woningvoorziening, opdat
's lands financiën daarbij geen gevaar loo-
pen.
Van den Minister van Oorlog is nog
niet veel te zeggen. Zijn plannen zijn duur
en het leger zal niet paraat zijn.
Over het sociaüsatie-vraagstuk zal spr.
niet uitweiden, zelfs niet na de rede van
den beer Schaper daarover. Spr. heeft ge
tracht zich op de hoogte te stellen van het
vraagstuk in binnen- en buitenland.
Van de werkzaamheid van de commissie
weet spr. niets, aangezien zijn partij daar-
,,Ja," zei mevrouw Bean. „Neen, dank u,
ik zal niet gaan zitten Ik ben gekomen, om
u to zoggen dat ik uw koffiepot uit de laat
genomen on in den lommerd gebracht heb."
Zij had geen woord tot verzachting kun
nen zeggen, al had haaf leven er van afge
hangen.
„Mijn koffiepot beleend? Dien mijn vader
als een bewijs van achting van het gemeente
bestuur van FlocEmouth heeft gekregen. Ik
kan het niet gclooven Beleend I"
Juffrouw White vond het veel erger dan
zij hot zou gevonden hebben, als het ineens
afgestolen was
„,Belcond!" herhaalde zij. „Hoo kon u
dat doen
„Ik weet het niet," zei mevrouw Bean.
„Ik kan het geld krijgen en hem terugbren
gen, maar ik wist, dat u hem dadelijk zoudt
missen en zoudt aankomen, en Herbert zou
het misschien hoeren hij wil zijn deur
altijd voor de gezelligheid open hebben en
hoorb dus alles en hij is juist nu achter
dochtig omtrent geldzaken Daarom moest,
ik u zeggen, wat er gebeurd wju»
„U neemt het zeer gemakkelijk op. Weet
u, dat ik u kan vervolgen En dat iedereen
i nde straat schande over u zou roepen? En
dat uw echtgenoot het vroeg of laat toch
moot liooren?" vroeg juffrouw Whito.
„Ja," zei mevrouw Bean. „Dat weet ik.
Maar hij zal dan wee:- beter zijn en meer in
staat het te verdragen." Zij hield op. „Het
spijt me, dat ik het gedaan heb, juffrouw
White. U zult vóór het eten den koffiepot
terug hebben. Goeden dag
Zij echecn vaar wol te zoggen aan veel
meer dan juffrouw White, toon zij de kamer
uitging aan het maatschappelijk loven,
dat zij liefhad, cio naaikransjes en briefge-
gartijtjea en al de eenvoudige gezelligheid
uit angstvallig is geweerd. Het rapport der
S. D. A. P. is gedeeltelijk eon in 't ïïol-
landsch geschreven Duitsch werk.
Dc heer TROELSTRA (S.-D.) De kritiek
was ook aan Duitschland ontleend.
De heer DRESSELHUIJS (V.-L.) ont
kent dat niet. maar de heer Troelstra be
vestigt daarmede spr.'s bewering.
Spr. wijst vervolgens op de artikelen van
Prof. De Vooys in de Eeonomisch-Statistl-
sche berichten cn enkele andere artikelen
en rapporten.
Aan de hand daarvan behandelt hu de
socialisatie in Duitschland. Ebert heeft aan
stonds verklaard, dat een onmiddellijke,
overgang naar het socialisme onmogelijk
was en dat de socialisatie slechts geleidelijk
kan geschieden, aangezien er industrieën
zijn rijp voor of nog niet rijp voor sociali
seering. Ten slotte bleek slechts één onder
werp geschikt, nadat een zeer groote com
missie daarnaar onderzoek had ingesteld.
De Socialisatie van de mijnen was de eenLg
mogelijke. De geheele onteigening van de
mijnen is nog niet uitgesloten.
De socialisatie-wetten van Maart 1919
werden niet als socialisatie erkend. De com
missie kreeg ruzie met den Minister van
Arbeid in het socialistisilie Kabinet en
schorste haar werkzaamheden. Tot Juni
1920 werd er niets meer van gehoord en het
rapport van de commissie was absoluut
dood en begraven. In Juni 1920 kwam de
Kapp-Putz en van andere zijde werd ge-
ëisoht opleving van de socialisatie-gedachte.
De Socialisatie Commissie werd opnieuw
aan het werk gesteld. Het nieuwe plan
stond op de basis van het privaat-bezit en
het had met het Erfurter plan niets mee'
te maken. De meerderheid van de commis
sie volgt het plan van Rathcnau, die voor
loop ig de eigenaars van de mijnen in het
bezit wil laten. De oude kapitalistische ge
dachte van winstmaken met een premie
stelsel wordt gehandhaafd en een bescher
ming van de consumenten bevat het plan
niet.
Merkwaardig is de houding der socialis
tische leiders in Duitschland tegenover deze
plannen, want hun belangstelling voor de
plannen is minimaal. Prof. De Vooys meent
dat d'e Duitsche arbeiders vóór alles wen
scihen een wijziging van hun positie, die
zichtbaar en tastbaar moet zijn. Het. tweede
plan is ook van de baan en nu is de Com
missie van Zeven benoemd, onder leiding
Stiunes.
Haar rapport brengt slechts één meer-
derheicfsverslag waarin nog iets van de
tweede soort socialisatie wordt aanbevolen.
Overigens wenscht het rapport medezeggen
schap van de arbeiders in het bedrijf en co-
partnership, precies hetzelfde wat spr.
vroeger reeds in de Kamer heeft verdedigd.
Dc socialisatie-gedachte is in Duitschland
geheel dood en de verdedigers zoeken al
leen nog maar een fatsoenlijke begrafenis
Spr, meent dat nu men in Duitschland tot-
een dergelijke "conclusie is gekomen, het
vraagstuk wel is afgedaan, want als er er
gens gelegenheid had bestaan om spoedig
tot een onteigening over tc gaan, was het
Duitschland. na den oorlog.
H luireommissieweL
Aan de orde zijn verschillende siemmin
gen over amendementen bij de Huurcom-
missiewet ingediend.
Het amendement-Staalman (geleidelijke
overgang naar het vrije verkeer) wordt,
verworpen met 58 tegen 17 stemmen.
Het amendement-Schaper (Woningfonds)
wordt verworpen met 54 tegen 22 stemmen.
Het am en dement-Van Rappard (om in
plaats van den huurprijs van 1 Januari
1918 als basis te nemen de normale huur
waarde op dien dag en om medé de 50 pCt.
toe te laten, indien ingrijpende verbeterin
gen aan de woning zijn aangebracht) wordt
aangenomen met 56 tegen 20 stemmen.
Het amendement-Soliaper (om onder IX
te doen vervallen de woningen verhuurd
door publiekrechtelijke lichamen) wordt ver
worpen met 56 tegen 20 stemmen.
Het amendement Snouck Henkemans (om
aan IX toe te voegen de woningen, waar
voor de bouwvergunning is verleend na
31 December 1919) wordt aangenomen met
50 tegen 26 stemmen.
van onze straat, die zoo prettig en aardig
leek, nu zij bijna voorbij was.
Maar de gedachte, om medelijden te vra
gen, kwam niet eens bij haar op zij voelde
6l echts dat zij verkeerd gedaan had, en ver
diende wat zij kreeg; het minste, wat zij
met mogelijkheid doen kon was, het zonder
morsen aan to nemoa
Juffrouw White liet haar halverwege de
trap afgaan en liep haar toen na.
„Kom terug," zei ze. „Ik wist een oogen-
blik niet wat ik zei. Maar ik probeer te doen.
wat goed is, en ik geloof niet, dat ik deze
zaak bekend moet laten worden. Zij zal tus
schen ons blijven. Als uw zenuwen u niet
begeven hadden, zoudt u uw bijouterieën
geruild hebben voor mijn koffiepot en
kans geloopen hebben, dat ik intussohon
teruggekomen was."
„Meent u dat?" hijgde mevrouw Bean
verbaasd.
„Ik meen gewoonlijk wat- ik zeg," zei juf
frouw White.
„Het is erg lief van u ik dacht niet*
stotterde mevrouw Bean en zij keek nog
steeds de lastertong van onze straal aan.
„Oik houd evengoed van een praatje
als een ander," antwoordde de slimme
dame, die do gedachte van de andere raad
de. „Maar ais ik wü, kan ik mijn mond hou
den. Ik ben niet zwak. Ik denk, dat u dat
wel weet?"
Toen ontspande het strakke gelaat van
mevrouw Beau zich en haar lip trilde.
„Ik verdien het niet. U is veel vriende
lijker dan ik verdien," zei ze stootond.
„Herbert. als hij het wist het zou hem
gedood! hebben. Ik kan nooit zeggen, boe
dankbaar ik u bei. nooit/'
„Poeh! Maak er niet zoo'n drukte over.
We zullen er niet meei* aan denkon," zei
Het amendement-Otto (winkels onder de
huureommissiewet brengen) wordt verwor
pen met 42 legen 31 stemmen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
51 tegen 29 stemmen.
Woningwet.
Aan de orde is de stemming over het
sub-araendement-Schaper op het amende
ment-Kuiper dat luxebouw wil weigeren.
Het sub araendement bedoelt hooger beroep
van dc beslissing van het gemeentebestuur
toe te laten op den Minister van Arbeid.
Dit sub-amendement wordt verworpen
met 52 tegen 20 stemmen.
Het amendement-Kuiper wordt aangeno
roer» met 38 legen 34 stemmen.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd.
Siaatsbeyrooüng voor 1321.
De beer VAN VÜUREN (R.-K.) be
spreekt de financiën.
Hij stemt in met het- aanblijven van den
Minister van Financiën. Deze is door den
drang der omstandigheden ge-drongen in
een bepaalde richting en al is deze niet even
vast-, zij is goed te noeaien.
De beer A. P. STAALMAN (Chr.-D.)
betoogt-, dat heb kabinet niet homogeen en
christelijk is, maar in sociaal opzicht heeft
het alle vrijzinnige kabinetten geslagen,
zelfs dat van Goeman Borgesius. De socia-
listen is dat niet naar den zin en vandaar
dat zij het kabinet krachtig bestrijden.
Vervolgens keert spr. zich tegen de socia
listen, die bijv. zeer snurkend! schrijven over
de Huureommissiewet, maar hier in da Ka
mer een zeer slap figuur maker. Uitvoerig
bestrijdt hij de socialisatie.
De heer KOLTHEK (S. P.) zioi in de po
ging tot fusie der vrijzinnigen een reactie.
Het onderscheid tusschen de heeren Scha
per en Merchant op het- punt van socia
lisatie is gering, want het Staatssocialisme,
dat de heer Schaper wil, is toch al niets. De
socialisten trachten met een spelletje de
leden bijeen te houden.
Do heer Treub en de rechterzijde trachten
den toestand va-n vóór den oorlog te herstel
len, hetgeen zal gelukken als de arbeiders
van rechte staan blijven, De-ze gebeurtenis
sen kunnen echter door de revoluticmnaire
beweging worden achterhaald.
Do vergadering wordt verdaagd tot
'a avonds acht uren.
Avondvergadering.
I nlerpeliatie-Oeckers.
Aan dc orde is de interpellatie van den
heer Deckers, naar aanleiding van de scha
de, den landbouwers en den landbouw toe
gebracht door de overstrooming van de
Maas in Januari 1920 omtrent de maatrege
len. genomon of nog to nemen om herha
ling van zulk oen ramp te voorkomen en
mede nopens de kwestie van de Beerscbe
Maas.
De VOORZITTER stelt, voor, den spreek
tijd voor den interpellant op drie kwartier
te bepalen.
Do heer BEAAT (PI. P.) kan zich met dit-
voorstel niet vereenigen en vraagt daar
over stemming.
Do VOORZITTER acht dit onncodig.
De heer BRAAT handhaaft zijn vooratel
het is een landbouwondorwerp.
De heer DECKERS (R.-K.) verklaart aan
drie kwartier ruim genoeg te hebben.
De heer BRAAT blijft zijn verzoek om
stemming handhaven.
De VOORZITTER ziet dan van ranteoe-
nccring van den spreektijd af.
Do heer DEOKERS (R.-K.) wijst er op,
dat de betrokken streek reeds 110 jaar ge
leden door overstroomingon geteisterd werd
Het ministerieel© bezoek tijdens de ramp is
door de bevolking op hoogen prijs gesteld
en de bevolking vertrouwt, dat de Minister
aan him nooden zal te gemoet komen. Dit
is echter nog niet volkomen geschied. Spr.
dankt den Minister voor de vergoeding
voor de regeoringsaardappelen, die door
het water onbruikbaar zijn geworden. De
Commissie voor het Watersnoodfonds heeft
zich bereid verklaard credieten te garan
deeren aan de door d'en ramp getroffenen.
Intusschen is uit Noord-Brabant niettegen
staande herhaalde waarschuwing geen on
kel verzoek om crediet ingekomen, naar de
Minister 17 September op vragen van spr.
heeft meegedeeld. Do reden echter hiervan
juffrouw White, met minder vaste lippen
dan gewoonlijk. „Ik houd niet van oen
scöno," voegde zij er scherp bij.
„Het is meer dan ik verdien," herhaalde
mevrouw Bean, haar oogen afwisschend.
„Och, als wij allen kregen wat- wij ver
dienden 1" zei juffrouw White. Toen kwam
er een licht in haar oogen en zij sprong op.
„Het kan u misschien helpen een ge
dichtje te hebben, dat ik over dit onder
werp gemaakt heb," zei ze opgewonden.
„Zal ik het voor u halen?"
„Graag," zei mevrouw Bean, verbaasd
over dit mengsel van scherpzinnigheid en
dwaze rijmelarij van onbeteekenenden beu
zelpraat en van een wil een geheim te be
waren want wo houden nooit op, ons te
verwonderen over dfeze tegenstellingen bij
andere menschen.
„Hier ie het," zei juffrouw White. „En
ik ik dacht, dat het voor de gelegenheid
paste. Ik vind altijd, dat er voor alles een
gedicht is, ziet u. En zij begon op een hoo
gen, zangerigen toon te lezen
„Wo bogen niet op onze verdiensten,
neen.
Omdat zo zijn o zijn Ideen.
Wat wij niet graag hebben, mijn makkers.
Plant dat ook niet op andere akkers.
Daarl Misschien neemt u het wel graag
moe naar huis", en de dichteres drukte me
vrouw Bean het stuk papier in dc hand, te
gelijk met het biljet van zestig gulden, en
fluisterde: „Hiermee kunt u den koffiepot
inlossen en het me later wel teruggeven."
Hardop vocgdé zij er bij: ,,Ik ben zoo blij,
dat mijn klein gedichtje u beviel."
„Ik ik
Mevrouw Bean trachtte te spreken en oe-
vochtigde toen het gedicht met tranen, -oo*
was, dat- de- door een watersnood, getroffe
nen in de gelegenheid waren crediet fee ver
krijgen bij hun eigen boerenleenbank. Bij
boerenleenbanken te Cuijck, Harris, Meg en*
Lith, Haps, enz. is daarvan dan ook ruim
schoots gebruik gemaakt cn zijn ook vele- in
lagen opgevraagd. Vele landbouwers heb
ben voorts oen deel van bun inventaris met
verlies verkocht, om dc noodzakelijke her
stellingen aan woning of stal te bewerk
stelligen Verder is hulp verleend door een
provinciaal comité, ingesteld door dfo Alge
meen© Watersnoodcommissic.
To Ouijck zitten 20 H.A. landerijen nog
bedolven onder het zand, dat uifc dc rivier
is opgekomen. Ook het Algemeen Comité
tot vaststelling der ondersteuningen, oneïer
leiding van den ingenieur Faber, is nieb vol
gens een vasten maatstaf te werk gegaan,
naar de Minister zelf heeft erkend. De Mi
nister dient dus herziening der uifckeerin-
gen to bevorderen, te raeor, waar de Beev-
sche Overlaat is in stand gehouden op bevel
van de wettige overheid.
Spr. richt tot den Minister van Land
bouw dc volgende vragen:
Is de Minister niet van oordeel, dat nan
hen, die getroffen werden door de over
strooming dor Maa-3 in Januari 1929, be
hoort te worden te gemoet gekomen in die»
geleden schade?
Is de Minister bereid in dezen ovcr-lcg te
plegen met het- Algemeen Watersnood-
comité en herziening cn uitbreiding der1
door dit Comité toegekende bedragen te be
vorderen
Is de Minister bereid, indien blijkt, dab
de schadevergoeding vanwege heb Algemeen
Wat-ersnoodcomité niet voldoende kan zijn,
te bevorderen, dat van Rijkswege alsnog da
noodige geldelijke tegemoetkoming wordt
verstrekt
Spr. hoopt, dat het door hem gezegde bij
den Minister van Waterstaat de overtui
ging zal hebben gevestigd, dat een derge
lijke ramp in de toekomst onmogelijk zal
moeten worden gemaakt.
D© sluiting van -den bovenm-ond Ier Beer-
sehe Maas in 1883 in verband met den aan
leg van dén spoorweg Nijmegen—'VenJo is,
volgens een artikel van den ingenieur Boa-
gaerts, daarvoor aansprakelijk te stellen*
18 nu de dijk voldoende sterk genoeg ge
maakt, heeft men de capaciteit der Maas
gehouden op voldiende kracht Sinds maan-
dén is er tusschen Catwijk en Mooi een
dam die een ernstige belemmering voor de
scheepvaart vormt en die nog niet is weg
genomen.
Als de Maas „om i9, dan kan geen gere
geld onderwijs o£ medische hulp worden
verstrekt, dan moet het verkeer en ver
voer met bootjes geschieden. De bedding
van de Maas dient verder zoodanig ver
ruimd, dat do doorstrooming van de Ma-aa
zoo kan geschieden, dat geen water in het
bedijkte land behoeft te stroomen.
Spr. stelt tot den Minister van Waters
staat de volgende vragen:
Wil de Minister mededeelen, welke maat
regelen zijnerzijds genomen zijn ter voor
koming van een ramp langs de Maas, zoo
als naby Cuyk in Januari 1920 heeft pfa&tó
gehad, alsmede ter beperking van de over-?
stroomingen door de Beersche Maas?
Is de Minister niet van oordeel, dab deH
genen, die jaarlyks te lijden hebben door,
hel in werking treden van den Beerscben
Overlaat, met recht mogen verlangen, dal
aan dezen toestand ten spoedigste een einda
wordt gemaakt?
Zoo ja, wil 'de Minister dan, m afwach
ting van de eindoplossing der Beersche
Maaskwestie reeds dadelyk de noodige maat
regelen nemen om te bevorderen, dat, in
overleg met de provincie en de naaste be
langhebbenden, zoodra mogelijk een tijde
lijke kade wordt gelegd, waardoor de wer
king van den Beer6chen Overlaat zooveel
mogelyk wordt beperkt?
De Minister van Landbouw, He
heer VAN IJSSELSTELTN, moet een paar
feite!yke gegevens recht z?tten. Het Watera-
uoodsfonds heeft niet 149,000 gulden,
maar 236,000 gulden uitgekeerd. Men moet
onderscheiden tusschen de min of meer,
periodieke overstrooming van de Beersche
Maas en de ramp, die het land van Cuyot
heeft getroffen door de 'doorbraak. Men
heeft onmiddellyk gedaan wat de hand vond
om te doen.
De Minister van Watersbaat dö
als Shakespeare zelf ze niet. versmaad zed
hebben.
Maar de heer Beau, die allen tijd tot
opmerken had, zei een paar dagen later:
„Zeg, Ethel, waarom draag je nooit meer
eenig sieraad?"
„Och, broches zijn niet in de mode", zei
ze luchtig, maar blozend over haar geheele
gezicht. „Als je in de modebladen de groo
te dames ziet afgebeeld, hebben zij bijna!
altijd niets aan haar hals of alleen een
snoer parels."
„Zoo, is het dat?" antwoordde de h->or
Bean. „Nu, ik moet zeggen, Ethel, dat je
altijd goed op de hoogte bent van toilet
zaken."
„Dat. was ik als meisje altijd", 9temdé
zij vroolijk toe. ,Jk bluf er niet op. Het In
een ga.ve, net als pianospelen."
HOOFDSTUK VIII.
In dezen tijd gebeurde er iets zeer zon
derlings in onze straat. Menschen van
iederen stand namen er aan deel, van db
werkvrouwen af, die op waschdagen uit de
stegen achter de kerk kwamen, tot j'uffrouw
Salisbury toe. De heer Salisbury was te
druk bezig met zijn boter, om er zich heel
druk over tc maken, maar hij gaf toch raad.
De heer Birbeck kwam meestal op een vas
ten dag van de week thuis met een Stul
versblad in zijn zak en een postwissel
dertig cents, dien hij op een verafgelegen
kantoor gekocht had, in zijn beurs.
(Wordt- vervolgd).