No. 18617
LEiDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 November.
Tweede Blad. Anno 1920.
TWEEDE KAMER
RECHTZAKEN.
FEUILLETON
IN OMEB STRAAT
Zitting ;.n glsieroamkt-dug.
Regeling van Werkzaamheden.
Dc VOORZITTER stelt voor, ais de Huur
wetten dezen avond niet afloopen, deze voort
te zetten morgen vó6r de algemeene be
ech ou wingen.
Aldus besloi-en.
Verruiming gemeentelijk belastinggebied.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van het wetsontwerp tot wijziging van de
Gemeentewet en van dc wet op de Rijksïn-
komstenbelasting-
De heer DRION (V. L) bespreekt de
kwestie van den voorrang, die aan de ge
meentebelasting wordt gegeven boven de hy
potheek. en in verband hiermede zijn amen
dement om dezen voorrang te doen vervallen.
Het uitgeven van hypotheken is een volks
belang en met een bepaling als deze zal
daarop ongunstig beïnvloed worden- Zij
schept niet alleen rechtsonzekerheid maar
ook onrecht-
De heer RINK (U. L.) bestrijdt het amen-
dement-Van Beresteijn, dat bedoelt een sn-
idnomia uit de wet weg te nemen.
"De heer VAN BERESTEIJN (V.-D.) ver
dedigt nog nader zijn amendement-
De MINISTER VAN FINANCIËN, de
heer DE VRIES, heeft tegen het amende
ment-Van Beresteijn geen bezwaar- Tegen
over den heer Drion verdedigt spr. den voor
rang der belasting tegenover de hypotheek.
Een gevaar voor de hypotheek ziet hij daarin
nict-
Do heer VAN BERESTEIJN (V-D.) trekt
zijn a men dement in.
Het a men demente DE WYKERSLOOTH
wordt met algemeene (68) stemmen goedge-
k<. u rd.
Het amende nent-Driou word-t met 41 to
gen 28 stemmen aangenomen.
De heer DE WILDE (A.-R-) verdedigt zijn
amendement om dc gemeenten 10 twaalf-
ma andelijksohe voorschotten te verstrekken-
Dc MINISTER neemt dit over.
De hoer VAN BERESTEIJN (V.-D) ver
dedigt een amendement om te bepalen, dat
de gemeenten do bevoegdheid krijgen huo
eigen inko nstenbelasting te administreeren.
De heer J TER LAAN (S.-D.) wensoht
een andere berekening van het belastbaar
inkomen.
De MINISTER heeft bezwaar tegen beide
amenderaenlen-
Het amendement-Ter Laan wordt verwor
pen met 4ö tegen 20 stemmen-
Do hoor VAN BERESTEIJN (V.-D) trekt
zijn amendement in.
Het wetsontwerp is afgehandeld.
Na tweede lezing zal de eindstemming
plaats hebben.
Uitbreidt g van Amsterdam.
Voortgegaan wordt met het wetsontwerp
to-t uitbreiding van Amsterdam-
De heer KETELAAR (V -D) betoogt, nat
verschillende uitb.oidingen van de kleine ge
meenten niet aanpassen bij die gemeenten,
maar bij de groo'e aanliggende. Wanneer
de uitbreiding beperkt blijft, dan zullen bin
nen korten tijd weer verdere voorstellen moe
ten worden ingediend- Alle onaang .inam-
heden zullen dan weerkseien- Het umende-
ment-Snoeck Honir-jmans komt vlak bij die
doelen van Amsterdam, die spoedig volge
bouwd zullen zijn. Er ligt nu slechts een af
stand van een paar roiuuten tusschen die ge
deelten. Het zou d<uo sloohts korten tijd du
ren of weer waren deze gedeelten aange
bouwd.
Het amcnlement-Jolijn wil een stukje van
beide gemeenten Ojd'v-f- en Nieuwer-AmsteL
behouden. Dat stukje wordt bij den aanleg
van de Ceintuurbaan ceu prachtstuk in
dustrie-terrein-
Spr- ontraadt de amendementen en verde
digt het wetsontwerp.
De heer VAN DEN TEMPEL (S.-D-) steunt
dat betoog. Onder £k<! amende ment-Snoeck
Henkemans vall-ra rita'e Jeefeu van Amster
dam, zonder we'ke de uitbreiding verminkt
zou zijn.
De heer WIJNKOOP (C. P.) is vóór het
wetsontwerp, dat hem eigenlijk nog niet
ver genoeg gaat. Hij wil vooral naar het
Oosten verder gaan.
De heer BOMANS (R-IC-) wens elite wel,
dat Godep. Staten ook zoo'n ruimen blik had
den als het Haarlem gold- (Gelach)
De MINISTER VAN BINNENLAND-
SCHE ZAKEN, dc hoer RUIJS DE BEREN-
BROUCK, komt op tegen de bewering, dat
dorpsbewoners door een grootc stad worden
mishandeld. Dit is onjuist en onbillijk.
De annexatie van '96 is aan den kleinen
kant geweest.
Thans wreekt zich dal al. Het amende-
ment-Snoeek Henkemans doet een gemeente
ontstaan die te klein is om financieel draag
krachtig te kunnen zijn.
Bij de replieken stelt de heer SNOECK
HENKEMANS een motie voor, waarin ge
vraagd wordt de behandeling van het wets
ontwerp uit fee stellen totdat de uitbreiding
van Haarlem aan de orde is, opdat dezo on
derwerpen gelijktijdig kunnen worden be
handeld.
De vergadering wordt verdaagd tot
's avonds te acht uur.
Vergadering van gisteravond-
Huurwetten-
Aan de orde is de voortzetting van de al
gemeene beschouwingen over de wetsontwer
pen: maatregelen tegen het onbewoond la
ten van woningen, wijziging der Huurcom
missiewet en aanvulling van de Woning
noodwet
De MINISTER VAN ARBEID, de heer
AALBERSE, zet zijn rede voort, welke hij
in de vorige avondvergadering was begon
nen. Hij beantwoordt eerst eenige vragen
van ondergeschikten aard. Wat het woning
vraagstuk betreft, we behoeven elkaar niet
meer van den ernsfigen woningnood te
overtuigen.
Het woningvraagstuk is reeds oud, zooals
wol blijkt uit een rapport van een commis
sie van 1855. De gemeentebesturen bchooreu
(goed doordrongen te zijn van den won ia g-
nood, zoo goed als de landsoverheid. Er is
zeker wel geen vraagstuk, waaraan zooveel
congressen en boeken zijn gewijd, maar het
woningvraagstuk in den zin als wij het nu
behandelen is niet een vraagstuk van wo
ningverbetering maar van woningverschaf
fing. Wij moeten den moed hebben het zóó
te zien, omdat we dan de beste middelen tot
leniging van don nood kunnen vinden- Met
holle theorieën komen we niet ver.
De heer Faber heeft, zooals bekend, bere
kend, dat we voor 450,000 woningen in tien
jaren f 3 milliard noodig hebben. Dat is om
te duizelenl Maar komon we wel erg ver,
wanneer we het vraagstuk zóó in cijfers be
rekenen? Is het niet beter om te beginnen,
en dan eens te zien wat men in het buiten
land doet? Bij vergelijking met het buiten
land slaan wij intussohen geen slecht figuur.
Een Belgisch blad geeft een goed getuigenis
van ons voorbeeld op het gebied van den wo
ningbouw. Zonder zelfverheffing kunnen we
verklaren, dat we op dit gebied het buiten
land vooruit zijn. Spreker heeft bij sommige
gemeenten optimistische klanken gehoord
over de toeneming in den bouw. Als het zóó
doorgaat, zullen we spoedig eenigszins door
den nood heenkomen, luidde het hier en
daar. Spreker geoft voorbeelden van verschil
lende gemeenten, waarin de nood reeds te
boven gekomen is, of staat te worden over
wonnen- Vooral zijn er gemeenten in Lim
burg te noemen- Veel nood blijft er aan mid
denstandswoningen on ambtenaarswouingen-
Deze dingen zogt de Minister niet om te ont
kennen, dat er in ons land nog een woning
nood bestaat, maar om het pessimisme op
dit gebiod op te heffen- Men maakt elkaar
maar naar met het noemen van tal van on-
t ustb aren de oij f e rs.
De woningnood begon reeds in 1906 te
openbaren, toen de nieuwbouw werd stop
gezet in het particuliere bedrijf. De Wo
ningwet had hieraan heelemaal geen
schuld. Integendeel, toen do nood begon,
moest zij worden toegepast Sindsdien is
de nood toegenomen. De eenige oplossing
is: met de minst mogelijke kosten zooveel
mogelijk woningen in zoo kort mogelijken
tijd te bouwen. (Gelach en geroep: nu we
ten we nog niets). Vooral zoo snel moge
lijk moet gewerkt worden. Men moet niet
meer hechten aan oude toestanden, toe
gankelijk zijn voor vereenvoudiging, voor
nieuwe bouwmethoden. Wat anderen mee-
nen te kunnen doen, moet ernstig worden
overwogen, De besparing moet liggen in
het voorkomen van onnoodige verfraaiin
gen, bewerkingen en andere overbodige
dingen Het eenvoudigó moei domineeren
al het onnoodige afgeschaft. Om zooveel
mogelijk te bouwen kan men nieuwe bouw
methoden loepassen, arbeidskrachten van
elders toelaten, ook van het buitenland.
Spreker steunt zooveel proeven als hij kan.
Zijn ervaring is echter, dat wel sneller,
maar niet goedkooper met nieuwo bouw
methoden wordt gewerkt> De bouwvergun
ningen moeten snel afkomen. Spreker kent
gemeenten, waar sommige bouwvergunnin
gen twee jaar na aanvrago inkwamen.
Stemmen: Welke gemeenten?
De Minister: Laat ik ze liever niet
noemen
Stemmen: Amsterdam?
De Minister wil geen namen noe
men Maar zoodra spreker die gemeenten
ontdekt, heeft hij ze op die fouten gewezen.
Hij berekent dat (fit jaar f 125 miliocn
aan voorschotten zal zijn uitbetaald, ter
wijl f200 millioen zijn aangevraagd. Per
jaar zal het verleenen van voorschotten
de staat komen op f 250 millioen. Aange
zien deze bedragen verkregen kunnen wor
den uit leeningen van spoorwegen, indus
trieën en particulieren, moeten wo ze hoe
groot ze ook zijn, zoo laag mogelijk hou
den. Zij zullen doorwerken ia heel ons fi
nancieel economische leven en ten slotte
ook de rente verhoogen.
Wil men zoo rpoedig mogelijk tot een
oplossing van het vraagstuk komen, dan
moeten voorts de huren de kosten dekken.
De toestand is toch thans inderdaad zoo.
dat door de loelagen de menschen bedeeld
worden. Dat mogen we hun eens ga-m
zeggen en zij moeten overtuigd worden,
dat het geld voor andere nuttige doelein
den ontbreekt. Het doet genoegen te be
merken, dat hetzelfde denkbeeld zelfs In
het socilisatie-rapport wordt genoemd
De heer OTTO; Maar de toepassing 1
De Minister vergelijkt de huren van
het jaar 1914 met die van thans. Thans
wordt in een groote stad van inkomens
van f 1300—f1500 2pCt., van f 1500- f2000
9,7 pCt., van f2000-t2500 9 pCt., van
f2500f3500 8.4 pCt". en van f3500f4500
7 pCt. aan huur betaald'! De laatstgenoem
de inkomens betaalden vroeger in dieze'Me
stad 20 pCt. voor hun huur. Men begrijpt,
dat hierin weer verandering moet komen.
In de eerste plaats moeten de huren tot
hun cude equatiepunt komen, op hetwelk
t'e particuliere bouw weer rekening geven
gaat. Ir de tweede plaats overweegt de
reg'tving een steunregeling voor den par
ticulieren bouw, die waarschijnlijk morgen
in de Staatscourant" zal komen In het.
kort komt zij hierop neer, dat premies aan
een particulieren bouw worden gegeven per
v:eikan4cn meter gronds berekend. De pr<o
mies zullen aanvankelijk boog gesteld wor
den. maar gelden voor een korte periode,
r,m vervolgens voor elke nieuwe periode
te worden verlaagd Tn het eerst zal c7;e
kel dus het sterkst werken, om, naarmate
do particuliere bouw op dreef komt, te ver
minderen. Spreker zet de steunregeling
nader uiteen. Hij betoogt, vervolgens, dat
hij van alkocfbouw niets moet hpbben.
Wat de motie van den heer Schaper be
treft, deze zal wel niet beoogen, dat de. be
doelde circulaire verdwijnt, maar dat de
normen er uit verdwijnen. De Minister
weet echter, dat minstens 70 pCt. van de
woningen, door de woningbouwverenigin
gen gebouwd, beneden die normen blijven.
Of ze dus te laag zijn? Het tegendeel blijkt
hieruit wel genoegzaam- de Minister kan
geen grooterc hoogte van arbeiderswonin
gen toestaan, dan in de circulaire aange
geven is. De hier voorgeschreven hoogte
sluit aan bij die in Engeland en Duitsch-
land en... Amsterdam! Wat de woning-
verordpning toelaat, wordt norm. In Am
sterdam is de hoogte der arbeiderswonin
gen 2,70 M. geworden. De normen, door
spreker gesteld, zijn d"us reeds ingevoerd.
De meeste bouwplannen blijven binnen de
normen van spreker, zoodat deze niet hoo-
ger nehoeven Ie v,mrden gesteld. De Mi
nister stelde ze zoo, om zoo goedkoop mo
gelijk te bouwen, daarom alleen.
Wat het denkbeeld i het Woningfond*
betreft, gevonden door he.Uingen op de
lioogere huren, spreker zal er nader op
ingaan bij het amendement. Hij kan zich
echter niet voorstellen, dal dit ongewij
zigd zal worden gehandhaafd. De g mdge
dac'utc van den voorsteller van het amen
dement is spreker niet onsympathiek, hij
voerde er een jaar geleden reeds corres
pondentie over met zijn ambtgenoot van
financiën. Maar op de door den heer F
per voorgestelde wijzo is het fonds niet
te vormen, zonder geweldige ^billijkheden
tegenover een zekere groep verhuurders,
's Ministers ambtgenoot en bij zelf zijn
toen tot de conclusie gekomen, dat recht
vaardig zou wezen een belasting on de
waardevermeerdering, maar dan niet al
leen van gebouwen, doch in het algemeen
Fien wetsontwerp op de waardpvermeerde
ring is binnen niet te lanrr^ i:;4 te cr-
wachten; er wordt met veel spoed aan ge-
we- In dit band r**''4 de Minister
den heer Schaper aan zijn amendemonl
om te werken tot een rrW' den
vor71'1 te v ■iop'""" 'l! ,rp|»
wachten wetsontwerp op de waardever
meerdering aan de orde t» "-m Het
denkbeeld, zooals het nu in het "mende-
ment Is verwerkt, kan de
aenbovelen.
Het Amerikaansche cenkbeeld vrm den
lieer Van Beresteijn heeft spreker in han
den gesteld van een deskundige, die er
voor vr 't en er een rapport over zal uit
brengen.
Ten slotte moet de grootc nood over
wonnen worden door innige samenwerking
van Rijk, gem nte i en vereer igingen
De Minister van Justitie, de
heer HEEMSKERK, betoogt, dat de wijzi
ging dei Huurcommissiewet b1-'1 de
knellende banden, den ve. hi .rders aange
legd, losser le maken, als ergang naar
den ouden taestand. Hij wijst uitdrukke
lijk op de in de wet aan de Kroon
opgedragen bevoegdheid der Huurcommia-
sies op te heffen, wanneer zij het tijdstip
er voor gekomen acht.
Men kan op dit oogenblik omtrent dat
tijdstir. cent - —,-pn.
Spreker behandelt vervolgens de be
voegdheden en de taak der HuurcommL-
sies. De kantoren vallen niet onder de
Huurcommissiewet Men zou kunnen voor
stellen de kantoren te b.-engen onder de
Huurop- ecingswet, maar veel -mi
niet mee reiken, omdat het bedrijfsbe
lang het wel steeds winnen zal van het
belang van den gewonen huurder. Het
grootste belang moet ook het zwaarste we
gen Spreker meent hiermede voor zijn
deel de opmerkingen te hebben beantwoord,
cic hem betreffen.
De VOORZITTER steelt voor den spreek
tijd bij de replieken te bepalen op een
kwartier.
Aldus besloten.
De heer STAALMAN repliceert.
De heer SCHAPER replïceerend, ver
klaart. zich geenszins bereid zijn amende
ment in zake een Woningfonds om te wer
ken tol een motie.
De heeren OTTO en DE JONGE repli-
ceeren.
De Ministers dupliceeren.
De heer SCHAPER trekt zijn motie in.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Bij artikel 4 der wet op het onbewoond
laten van woningen verdedigt de heer ABR.
STAALMAN (M'dd.) ean amendement om de
mogelijkheid to scheppen, dat de Huurcom-
misr;H brj verhuur van leegstaande- woningon
waarborg verkrijgt voor het rich tig nako
men der huurovereenkomst, dat door den
MINISTER VAN JUSTITIE wordt overge
nomen.
Een tweede amendement van den heer
Staalman, om den tijd, waarvoor verhuurd
wordt, in overeenstemming te doen zijn met
plaatselijk gebruik, wordt ingetrokken.
Op artikel 14 dier wet verdedigt de heer
STAALMAN e:>n araendement, om n'euw'couw
van af 1 Mei 1919 en niet van af 12 Fe
bruari 1920. zooals de regeer in g voorstelt.,
aan de werking der wet te onttrekken.
De heer SCHAPER ziet de billijkheid1
vau het amendement niet in.
De MINISTER ontraadt eveneens het
amendement. Degenem, die vóór den in het
wetsvoorstel genoemden datum hebben ge
bot wa, konden met zijn bepalingen rekening
hoiden.
Op voorstel van den Voorzitter zal mor
gen over bet amondemenfc, het artikel e*i
het wetsontwerp worden gestemd.
Jiij artikel 1 van het wetsontwerp tot wij
ziging van de Huurcommissiewet verdedigt
de heer SCHAPER eenige amendementen,
tea eerste om niet, zooals de regeering
voorstelt, de huren automatisch met 2u pCt
boven den huurprijs van 1 Jan. 1916 te
verhoogen; ten tweede, om, indien de H uur
commissie den huurprijs verhoogt en daaraan
terugwerkende kracht vereent, daaraan be
paalde voorwaarden te verbinden; ten derde,
om in geen geval den huurprgs door de
huurcommissie hooger te stel.en dan 50 pCt.
hoven dien van 1 Januari 1916, cm de helft
van de hoogere vergoeding, voer zoover ze
na 1 November 1920 is toegestaan, te deen
storten in eon Centraal Woningfonds, welks
opbrengst zal worden aangewend ten bate
var. de woningvoorziening.
De heer STAALMAN verdedigt een amen
dement op dit artikel, om de oude huren
met 30 pCt. (in plaats van met 20 pCt.,
zocals de regeer mg voorstelt) te verhcogen.
De heer SMEENIC (A.-R.) bestrijdt het
amendement-Staa'man.
De MINISTER acht het eerste amende
ment van den heer Schaper niet aannemelijk.
Hoewel de Regeering het amendemenl-Staal
man niet kan aanbevelen, laat zij de beslis
sing aan de Kamer over.
De heeren STAALMAN en SCHAPER re-
pliceeren.
De MINISTER dupliceert.
De stemming wordt aangehouden.
J e heer SCHAPER trekt zgn tweede amen-
aeraent in.
Bij artikel 5 licht de heer VAN DER
WAÈRDEN (S. D.) nog even toe, wat door
de voorstellers van het de-sbetrefiend amen
dement bedoeld wordt met het zoogenaamd
Centraal W oningfonds.
De heer DRESSELHUIJS (V. L.) verde
digt een amendement, om niet te spreken van
50 pCt. boven den huurprijs, geldende op,
of laatstelgk vóór 1 Jan. 1916, maar de
woorden „de huurprijs" te veranderen in „de
normale huurwaarde."
De heer STAALMAN verdedigt een amen
dement om de huurcommissies de zorg op te
dragen voor een redelijke huurverhooging,
die geleidelijk voert tot den normalen prijs
vaa he-, vrije verkeer. Dit is in overeenstem
ming met het oorspronkelijk wetsontwerp
der Regeering.
De vergadering wordt verdaagd, tot
W oensda-gmiddag één uur.
KANTONGERECHT TC LEIDEN-
De Kantonrechter alhier heeft veroor
deeld
Wegens loopen op verboden grondJ. G.
G. O., M. B. C. W. d. J., A. G., E. J. M.
H., L. N.. W. J. J. R. H.. Ph. J. S., P. H.,
H. J. v. G., M. H. K., allen to 's-Graven-
hagc, ieder tot f 5 of 5 d.J. K. W. B. v.
B., J. v. d. K., G. v. d. K., allen te 's-Gra-
venhage, iecJer tot f 2 of 2 d.C. J. te
's-Gravenhage, tot f 5 of 5 d.J. R. K. en
J. B. tot f 5 of 5 d. P. W. te Hillegom, R.
J. E. te Hillegom, A. B. te Woubrugge, J.
v. d. M. te Alkemade, J. H. en J. B. beiden,
zwervende, ieder tot f 5 of 5 d.
Wegens burengerucht H. J. S., G. J. F.,
A. v. d. L., W. F V., J. J. M. ieder tot f3
of 3 d.
Wegens een valschen naam opgevenJ.
P. K., J. B., M. L. v. R., ieder tot f 10 of
5 d.C. v. d. B., tot f 10 of 1 d. L. H. P.
te Voorhout tot f 10 of 10 d.
Wegens straatschenderijF. d. H. to
Katwijk-aam-Zee tot f 15 oi m. tsch.
Wegens strooperijN. H. B. tot f 3 of 3
dagen.
Wegens overtreding der Jachtwet: P. S.
te Noordwijkerhoub tot f2 of 1 m. tsch.
L. B. S. te Noordw.hout tot lm. c 10 en 1
m. f 5 of 2 m. 5 d.D. A. q. H. te Rijnsburg
tot f 10 of 5 d.
Wegens overtreding der Visscherijwet
W. J. S-, W. W. ieder tot f 3 of 3 d.
Wegens overtreding der Arbeidswet: J.
Naar het Engelsch van J. E. BUGKROSE.
(Nadruk verboden.)
16)
Maar mevrouw Beau had vergeten, dat
er, toen zij zelf een jong meisje was, een
tijd geweest was, dat zij precies hetzelfde
zou gedaan hebben. Want ieder gewoon
menschenkind heeft het op een of ander
oogenblik in zich, dat heb alles opgeeft ter
wille van do lijdende menschheid. Een
oogenblik later worden zij voorzichtiger en
vergeten hetmaar het is wel zeker, dat
Hij, die de menschsn liefheeft, zich dc- bes
ten herinnert.
Eindelijk kwam het kleine gezelschap,
heel vermoeid, bij maanlicht over de brug
der Tuinstraat. Klang, kling, klang, klang,
luiclde de klok in den hoogen toren het
droge, witte plaveisel glom als een zilveren
pad, en de geur van Sophie's rozen verge
zelde hen.
„Het is prettfg weer thuis te komen," zei
mevrouw Bean
„Ja," was het eenige, dab Sophie ant
woordde want. zij was bezig to ontdekken,
dat zij werkelijk van onze straat hield.
HOOFDSTUK V.
Klang, klang, klang, kling, klang, klang,
klang, kling
Het spelen van een gezang op den kerk
toren toonde aan, dat heb acht. uur was op
een Zondagmorgen, en heb scheen heel ge
past, dat Martine, het dienstmeisje, So
phie's brieven bij die begeleiding binnen
bracht want als ge in do Tuinstraat woont,
is uw leven op muziek gezet; het is dus na
tuurlijk, dat zulk een feit, als de eerste
brief van den held aan de heldin begeleid
wordt door lieflijke tonen, 's Zondags was
het ontbijtuur pas negen uur. Sophie was
dus nog niet benedon gekomen van uit haar
zolderkamertje met het hoogo venster, dat
door den populici overschaduwd werd, van
waar zij op dezen schoonen morgen niets
minder vroollijks zier kon dan cTe blauwe
lucht en dansende bladeren. Zij keek naar
den brief in haar hand, opende hem niet,
rekte het gelukkige oogenblik zoo lang mo
gelijk. Maar oindelijk verbrak zij met beven-
do vingers het blauwe zegel.
„lieve juffrouw Watson!
Tijdens mijn aangenaam vorblijf bij uw
nicht, heeft u, geloof ik, gezegd, dat u
graag zoudt hebben, dat ik een kleinen lees-
gang voor u zou ontwerpen. Zoo is dien
workelijk wilt, wil u mij misschien een let
tertje schrijven aan mijn tegenwoordig
adres. Maar waarschijnlijk hebt u bij dit
prachtigo zomerweer geen tijd voor ern
stige lectuur.
Met. vriondelijkc groeten, uw toegenegen
Frans Howard."
Sophio's blozende wangen werden onder
het lezen bleeker, on toen zij klaar was,
waren haar lippen zelfs wit. Dit was alles
na dc belofte van vriendschap en den kus
in den tuin.
Toen begon haar geest te arbeiden, om
stecnen van stroo te maken, zooals de gees
ten doen, totdat zij hun jeugd verliezen,
wat geen zaak van jaren is. Zij begon zelfs
luchtkosteelen te bouwen van do steenen,
die zij gemaakt had togen dat het ontbijt
klaar was. Hij was natuurlijk te rechtscha
pen, om een minnebrief to schrijven aan
een meisje, cïat hij niet kan trouwen zij
begreep best, dat zijn fatsoenlijk karakter
hem zoo iets verboot maar zij droomde
van een romantische liefdesgeschiedenis, als
die van Petra.va en Laura-, met herhaalde
ontmoetingen en zonder poëzie. Och, het
was alles zoo onmogelijk en belachelijkEr
is niets zoo belachelijk, als de droom van
een echt meisje; hij is even lief en nutte
loos als de geuren van een zomerwind
maar het hart, waar hij door komt, wordt
rijp.
Sophie ging zitten, omdat zij zoo dwaas
was, en beantwoordde den brief per om
gaande.
„Waarde heer Howard!
„Het zal een groot genoegen voor mij zijn
alles te lezen, wat u aangeeft. Ik kan do
meest© boeken uit de biblitheek hier krijgen
en nicht Hanna laat me hierin geheel vrij,
omdat zij voor eon dubbel stel boeken go-
abonneerd is.
Met. vriendelijke groeten, uw toogenegen
Sophie Watson."
„Ik wil niet., dat hij denkt, dat ik ver
wacht, dat hij do boeken zenden zal," zei
Sophio hardop. „Ik wil geon verplichting
aan hem hebben." Want- ondanks de be
scheidenheid van haar jonge meisjesliefde
voor al do Grooten van het- Verleden, be
lichaamd in eten persoon van éón enkel
man, was Sophie's trots een beetje ge
kwetst, Zij wat- niet geneigd eenige gift van
Howard aan te nemen.
Na hot ontbijt ging zij naar do kamer
van mevrouw Watsou en legde het boek
met preeken klaar, da doze altijd 's Zon
dagsmorgens las.
„Ik wil vandaag Wesley hebben," zei me
vrouw Watson. „Hij was er niet bang voor.
den menschen te zeggen, dat zij naar de hel
zouden gaan, als zij zich slecht gedroegen;
do dominees beloven nu iedereen een eerste
plaats in den hemel; dat is onzin."
„Barmhartigheid mompelde Sophie.
„Ik weet zeker, dat dc heer Birbeck en de
oude dominee
„Barmhartigheid!" bromde mevrouw Wat
son. „Dat brengt juist alles in de war. Ik
heb graag mijn geloof zuiver."
Toen gaf zij Sophie de gewone f 1.50 voor
do collecte, en begon de preeken van John
Wesley te lezen.
Toen de kerk uit wa-s, ging Sophie naar
huis met de Beans, cn bijna iedereen keerde
zich om, om mevrouw Bean na te kijken,
die heel rao )i was in de beroemde rose-
zijden japon, nu oversluierd (zooals zij
zeide) door gebloemd mousseline.
„Ik weet, dat het vreeselijk duur en chic
lijkt," fluisterde zij tegen Sophie. „Ik ge
loof zeker, dat juffrouw White denkt, dat
ik het van madame Valance heb; ik zag,
dat zij er in de kerk naar keek. Laat ze het
maar denkenIk wil, dat zc allen gelooven,
dat Herbert goede zaken maakt. Dat is een
van de manieren., waardoor een vrouw een
man kan voorthelpen als je weet, wat ik
bedoel."
„Je hebt de nieuwe mouw," zei Sophie.
„Ja. Echt Fransch nietwaar?" Maar
zij ging nog zachter praten „als je me
gelooven wilt, het waren gebloemde mous
seline gordijnen, die ik kreeg, toen ik trouw
de toen waren zij in dc mode, maar het
volgende voorjaar kreeg ik kanten gordij
nen, zij waren dus maar éénmaal gewas-
schen. En do gamcoring kocht ik verleden
jaa-r op een uitverkoop voor een stuiver de
el. Het past wel niet geheel bij elkaar,
maar zij hield W6er op en keek Sophie
met. triomfeerende verrukking aan.
„Mijn oudje heeft, htt goed gemaakt, hèT^
zei de heer Bean, die c»cn vorigen avond,
laat was thuis gekomen. „Het is juist wat
ze te Londen in Regentslreet dnagen."
Zijn stem was schor, omdat hij in hot
laatste half jaar te hard gewerkt on daar
enboven kou gevat had, maar zijn blijkbaro
trots op zijn vrouw deed zijn vermoeide
oogen een oogenblik oplichten, ofschoon
zijn gezicht bijna grijs van vermoeidheid
werd, toen zij allen in de kleine voorkamer
zaten.
„Ik heb nogal erge hoofdpijn," zei hij.
„Ik geloof, dat ik een poosje ga liggen."
„Maar we hebben lamsvleescb," zei me
vrouw Beau. „en doperwten. Je komt toch
weer beneden om te eten?"
„O ja. Maar daar komt- juffrouw White
aan; ik kan haar gebabbel niet uitstaan."
Juffrouw White werd door Louise binnen
gelaten, maau* zij wilde niet gaan zitten.
„Neen, dank u," zei ze. „Ik kwam alleen
maar even om u te vragen of u als gewoon
lijk mijn zilver wilt. bewaren. En ik zal u
den sleutel geven voor het geval ik iete
mocht noodig hebben. Men kan nooit
weten."
„O ja, de kist kan onder mijn bed staan,
zooals vroeger," zei mevrouw Bcan. „Ik
wil ze met genoegen voor u bewaren. Het
is volstrekt geen moeite."
„De reden, waarom ik het graag hier heb
is, dat geen inbreker denken zal, kostbaar
zilver onder uw bed tc vinden," zei juffrouw
White. „Dieven zouden misschien naar
mevrouw Watson of mevrouw Norton gaan,
ziet u zij hebben allerlei zilver op heb
buffet staan."
(Wordt vervolgd).