tweeojTkanies^
feuilleton.
egmond.
PERSOVERZICHT.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 6 November,
Tweede Blad. Anno 1920.
BUITENLAND.
Wo. 18614
Te weelderige huizenbouw? Als
men met den trein ons land doorkruist aldus
schrijft men aan „DE TIJD'' dan wordt men
gewaar, dat bijna elke stad tegenwoordig haar
tuindorpen heeft, en wél gebouwd of iu aan
bouw: o m. Amersfoort, Rotterdam, Den Haag,
Nijmegen, enz., enz., overal ziot men wijken van
nieuwe meest éóp-vercldeping hooge landhuis
jes, modem gehouwd, veelal, vrijstaand met bij-
hehoorend voor- en achtertuintje met schuurtje.
Het ziet er alles mooi en knus uit, en wij
zouden er niets togen hebben, als dit royaliteit
inet grond en materiaal niet uit de gemeente
lijke kas. of althans met hooge subsidie van do
gemeente betaald werd, en dat in eenYluren tijd
als beden, nu bouwmaterialen cn arbeidsproduc-
tie zoo hoog in prijs zijn. en dan vragen wij ons
ernstig af, waarom juist in dezen lijd met die
royaliteit begonnen, om op oen groote uitge
strektheid allomaal één-verdiepiDg hooge ge
bouwtjes neer te zotten, waar bij den heer-
schenden woningnood slechts een klein percen
tage menschen op dure wijzo mee gediénd zijn....
Nu kan men'wel beweren, als men iels doet,
moet men bet goed doen; maar er bestaat tocb
ook nog een oud vaderlands oh spreekwoord, dat
heel: de tering naar de nering zetten. En dan
zoiiden wij willen vragen, waarom in dezen lijd
geen eenvoudige, solide woningen van twee ver
diepingen naast elkaar neergezet, als maar gc-
zorgjl wordt voor een breedc straat, zoodat beide
zijden huizenrijen ruim van licht en lucht voor
zien worden.
Of zijn huizen van twee en drie verdiepingen,
heelo stralen lang, waarin de burgermiddenstan-
ders wonen, opeens niet meer goed en gezond
voor mijnheer den werkman, die» naar evenre
digheid genomen, zeker oen grooter, inkomen
ibcoft dan de eersten, en wel oen woning kau be
talen in dozen Lijd, zonder hooge subsidie uit
do gemeentekas?
Als men echter wat wil doen, dan ook voor de
middenstanders, die evengoed gebrek hebben
eau woningen en zeker niet meer een hooge
huur kunnen betalen. Maar ik vergat, dat men
bij Jan Publiek als kiozer ook oen beetje in het
gevlei moet komen.
Vergadering v"an gister
middag.
Regeling van v/erkzaamheden.
Do VOORZITTER stelt voor den spreek
tijd van de algemeene beschouwingen over
do begroeting to rantsoenëorcn cn wel als
volgt
Do Roomsch-Kath. Partij 3% uurde
Anti-Re vol. Partij 2 uur do Christ-.-Hist.
Partij TV4 uurdo Soc.-Dem. Partij 2%
uur, en alle overige» groepen en partijen
1 uur.
De replieken zijn op de helft van dezen
tijd bepaald.
Do heer WIJNKOOP (C.-P is tegen die
rantsoeneering. Hij wenschl vrijen tijd te
hebben om alles te sproken.
De heer DÜIJS (S.-D) vraagt het woord.
De VOORZITTER stelt voor hem 5 mi
nuten te geven.
De heer WIJNKOOP (C.-P.) vraagt stem
ming over dfit voorste*.
Het voorstel van den Voorzitter om 5 mi
nuten te geven wordt aangenomen met 62
tegen 6 stemmen
De heer D'UIJS (S.-D.) vrt-klaart zich
tegen do rantsoeneering, waarin hij een
ernstige aantasting van de vrijheid der min
derheid ziet. Vooral de kleinere partijen
'zijn groot- gemaakt- door de uitvoerige dis
cussies in de Kamer.
Dc heer VAN DEN TEMPEL (S.-D.) is
het met dat betoog niet eens.
Hij wenscht de discussie over d© begroo
ting to beperken, opdat do Kamer haar
werkzaamheden kan afdoen. Hij had aan de
kleinere partijen meer willen geven.
De heer KOLTHEK (S.-P.) blijft zich
ook verzetten en waarschuwt de rechter
zijde dat zij niet op deze wijze moet voort
gaan.
De heer BEÜMER (A.-R.) zegt, dat aan
vankelijk was besloten voor do kleine par
tijen (van één persoon) maar uur toe te
staan Door de vergadering werd dit be
drag tot 1 uur verhoogd.
De heer WIJNKOOP (C.-P.) vraagt in
het openbaar de rant-soeneering te behande
len. Hij doet het voorstel om den tijd vrij
te laten.
Dit voorstel wordt verworpen met 45
tegen 19 stemmen.
Verschiilendo wetsontwerpen.
Aan de orde zijn: v
1. Wetsontwerp Onteigening van eigen
dommen, -noodig voor het uitbreiden ran
bet ziekenhuis aan den Coolsingel te Rot
terdam
2- Wetsontwerp Wijziging der Merkenwsfc.
3 Wetsontwerp Wijziging van de Plan ten-
ziekten wel, de Meeldauwwet 1912 en do
Aardappelenwet.
4. Wetsontwerp Onteigening ten behoeve
van de Landbouwhoogeschool en van het
Rpsproefstation voor zaadcontrole to Wa-
geningen.
5. Wetsontwerp Aanvulling en verhoo
ging van het tiende hoofdstuk der Staats-
begrooting voor 1920 (Premiën en scha
deloosstellingen ingevolge de Sckeurwet).
Nos. 14 worden z h. st. aangenomen.
Bp No. 5 wenscht de heer TEENSTRA
(V.D) een onde rzoek of de schadeloosstei-
(stelling aan coöperatieve vereenig'.ngen in
Friesland wel voldoende is geweest.
De Minister va n Landbouw, N rj-
verheid en Handel, de heer VAN
ÏJSSELSTEYN antwoordt, dat de betrokke
nen bij het crisisgerecht in beroep kunnen
komen.
Het wetsontwerp wordt z. h. st. aange
nomen.
Eg een suppletoire Landbouwbegrooting
(Posten wegens crisisu'tgaven) wijst de he.>r
VAN BERLSTEUN (V. D.) op een groo'.e
post van li/s millioen voor crisis-commis-
j sies-uitgaven.
De Minister, de heer VAN ÏJSSEL-
STEUN antwoordt, dat da Kamer eer ang zaï
j worden ingelicht over de kosten van com-
I missies en bureaux. In het bijzonder be
spreekt hij nog de uitgaven aan het graan-
bureau. De kantoren hebben gewoonlijk
hun uitgaven zelf betaald.
Na repliek van den heer VAN BER -
STEIJN (V.-D.) antwoordt de Minister,
de heer VAN IJ SS ELS TEIJN, dat hij be
reid is de rekeningen van alle bureaux
«ver te leggen; de hear Van Beresteijn kan
dan een maand besteden aan het nazien
er van. Het graanbureau is een afdeeiiug
van het departement-
De heer WIJNKOOP (Rev. P.) vraagt
stemming over het wetsontwerp.
De suppletoire begrooting wordt met 46
ttegen 6 stemmen aangenomen.
Aan de orde zijn hierna de volgende wets
ontwerpen. die z. h. st. worden aangeno
men:
1. Wetsontwerp bekrach'iglng eener over
eenkomst met de Nederlandsche Handei-
Maatschappij voor den verkoop 111 Neder
land van de voor Iandsrekening in Ned.-
Indié gewonnen-voortbrengselen van Had-
en mijnbouw, enz.
2. Wetsontwerp verhooging van het kre-
dielbedrag ter voorziening in het kastekort
van den Indischen dienst hier te iande ge^
dui^nde het jaar 1920.
3. Wetsontwerp goedkeuring van den
ondershandschen verkoop aan de gemeente
Rotterdam van de Beneden-Herjp'aat onder
Pernis.
4 Wetsontwerp afwgking van arfc. 4 der
Pensioenwet voor zijdelingse hen Staatsdienst
1912 ten behoeve van den gëpens'oneerden
Rijksklerk 1ste klasse der directe belastin
gen, invoerrechten en accijnzen W. Schil-
peroor t.
5- Wetsontwerp bepalingen nopens het
verleenen van e?n weekkre liet voor gelden,
te betalen op de ontvangkantoren der in
voerrechten en accijnzen
6. Wetsontwerp goedkeuring van den on
dershandschen verkoop aan het Roomsch-
Katholiek Kerkbestuur van den Heiligen Jo
seph te Delfzijl van voormaligen vesting-
grond.
7. Wetsontwerp goedkeuring van den on
dershandschen verkoop aan de gemeente
Delfzijl van voormaligen vestinggrjnd.
8. Wetsontwerpen wijzig ng en a nvul ing
van de begrooting v*3n inkomst n en uitgj-
ven van het Leeningsfonds 1914 voor net
dienstjaar 1920, alsmede van het Vilde
hoofdstuk A der Staatsbegroting voor liefc
dienstjaar 1920.
9. Wetsontwerpen verhooginng van hoofd
stukken II—V, Va, VI, VVb, VIII—X. Xa
en XI der Staatsbegrooting voor 1920-(kos
ten pensioenverhooging).
10. Wetsontwerp aanvulling van 'fc Vilde
hoofdstuk A der Staatsbegrooting voor 1939
(rentevergoeding aan den postchèque- en
giro-dienst).
1. Wetsontwerp wijziging en - aanvulling
van artikel 22 van de Postwet („Staats
blad" No. 543 van 1919) (Postchèque- en
girodienst).
2. Wetsontwerp onteigening ten behoeve
van aan.eg van een spoorweg Roodeschoof
Delfzijl.
3. Wetsontwerpen, verhooging van de be
grooting van het Zuiderzeefonds en wrjz'glng
van hoofdstuk IX der Staatsbegroo ing voor
1920 (beteuge ing Amstel'diep; kosten voor
bereidende werken; aankoop grond voor
tecit van rijshout).
4. Wetsontwerp onteigening in de ge
meente FJocgeveen, noodig voor den aanleg
van een hoofdwaterieiding door bet water
schap „Zuideropgaande".
Bij No. 1 oppert de heer VAN BERE-
STEYN (V.-D,) bezwaren Hij meent, dat
de minister nu tocb langs een omweg met
een zelfstandigen Postchèque- en Giro
dienst komt. Van liet Haagsche Post' antnor
uit zou de dienst bestuurd worden; boven
dien wordt in het Noordeinde een gebouw
n- ^schaft.
0 heer VAN STAPELE (S. D. A. P.)
heeft gelijke bezwaren.
De VOORZITTER deelt mede, dat nog
andere sprekers zijn ingeschreven.
Bij afwezigheid van den Min ster van Wa
terstaat wordt het ontwerp van de agenda
afgevoerd.
Nos 24 werden z. h. st. aangenomen.
Aan de eind© zijn hierna:
L Wetsontwerp bevordering van den aan
leg en het in exploitatie brengeo van een
net van-tramwegen in de provincie Limburg.
2. Wetsontwerp wijziging Beroeps wel.
3. Wetsontwerp verbetering van de wet
van den 26sten Maart 1920 (Staatsblad no
148), tot wijziging van de termijnen bedoeld
j in do artikelen 523, 526 en 549 van het Bur
gerlijk Wetboek en afschaffing der wet van
9 Juli 1855 (Staatsblad no* 67)-
4. Wetsontwerp wijziging van he: afzon
derlijk hoofdstuk der Staatsbegrooting voor
het dienstjaar 1918, dat de uitgaven bevat
•voor het ministerie van Arbeid (verschillen
de onderwerpen).
J 5- Wetsontwerp aan vulling en verhoog ing
van hoofdstuk Xa der Staa»tsbegrcoting
voor 1919 (verschillende onderwerpen).
6. Wetsontwerpen wijziging van: de Steen-
houwerswet; de Caisson wet 1905; de Phos-
phorlucifers wet 1901; de Veiligheidswet en
de Stuwadoorswet.
7- Wetsontwerp onteigening voor den bouw
wan woningen te Amsterdam aan cn nabij
dc ringvaart van de Watergraafsmeer.
9. Wetsontwerp onteigening voor den bouw
van arbeiderswoningen te Haarlem-
10- Wetsontwerp Onteigening voor den
bouw van arbeiderswoningen te Amersfoort.
11. Wetsontwerp Onteigening voor den
bouw van arbeiderswoningen te Beek (L-)
12. Wetsontwerp Onteigening voor don
bouw van arbeiderswoningen te Rotterdam.
13. Wetsontwerp Goedkeuring van het op
11 Mei 1920 te Caracas tussehen-Nederland
en de Vereen.ig.de Staten van Venezuela ge
sloten verdrag tot herstel der diplomatieke
betrekkingen tusschen de beide Staten-
14. Voorstel van wet van den heer Van
Beresteijn c.s- tot wijziging van art- 17 der
Crisis-enquêtewet 1918.
Nos. 114 worden z-hzst. aangenomen.
Dc heer VAN BERESTEYN zal no- 14 bij
de behandeling in de Eerste Kamer verde
digen.
Uitbreiding Amsterdam.
Aan de orde is hierna het wetsontwerp tot
uitbreiding van de gemeente Amsterdam met
deelen van de gemeenten Westzaan, Zaan
dam enz-
Er worden geen algemeene beschouwingen
gevoerd.
Bij art. 1 verdedigt heer SNOECK HEN-
KEMANS (C.-H.) een amendement, waarvan
de., bedoeling is, dat niet" de geheele ge
meente Sloten, maar alleen da-I gedeelte, dat
geacht kan worden in afzienbaren tijd voor
de uitbreiding -van Amsterdam noodig te zijn
bij Amsterdam wordt gevoegd- Er blijft dan
over een zuiverlandelijko gemeente Sloten,
tot een oppervlakte ongeveer even groot als
de tegenwoordige gemeente Amsterdam, met
3.600 inwoners en bevattend twteo dorpen
Sloten en Osdorp.
De lieer COLIJN (A.-R.) licht een amen
dement toe om de grenswijziging in het ont
werp voorgesteld, voor zoover het de ge
meenten Ouder- en Nieuwer-Amstel betreft,
minder ver te doen gaan, dan het wetsont
werp voorstelt. Spr- meent, dat de aange
voerde gronden in het ontwerp een zoo gro-oto
uitbreiding in deze richting niet we'tigen-
Do in de amendementen ontworpen grens is
de in het ontwerp voorgestelde grens teu
Westen van de Amstelveen schen Weg, van
daar gaande in vrijwel rechte lijn In Ooste
lijke richting naar de Amstoi, d? Amsvel snij
dende en van daar leppend© langs den kort-
stcn weg tot öte in liet - ontwerp weer aange
wezen g rens.
De heer HAAZEVOET (R.-K.) is voor de
uitbreiding en vraagt waaro-m men nog niet
vcrdtë-T is gegaan. De uitbreiding over hot IJ
neemt nog voortdoirend 'toe, zoodat een brug
over het IJ zal noodig zijn. Daarvan is ha
ven uitbreiding uaar het Westen het gevolg,
waarvoor deze annexatie niet voldoende is*
Ook heeft Amsterdam parken noodig-
Als de amendementen worden aangenomen
zal spr. tegenstemmen
D*a heer DE BUISOXJó (E- B.) pleit voor
do aansluiting van Sloten bij Amsterdam,
omdat daarvan voordooien voor do bevolking
zijn te verwachten.
De verdere beraadslaging wordt verdaagd;
Besloten wordt c3- verdere behandeling,
alsook die van eenige andere wetsontwerpen;
te behandelen Dinsdag, vóór de algemeen©
beschouwingen der Staatsbegrooting te
houden.
De vergadering wordt verdaagd tot Dins-*
dag 1 uur.
U BUSTENL. WEEKOVERZICHT.
De grooto strijd in Amerika is beslist. De re«
publikeinen hébben de overwinning behaald over
de heele linie. Op zich zelf is dat na een 8-jarige
regeering van een demoeraat geen bijzonders,
het is zelfs een vrij normaal verschijnsel, dat
dank zij de ontevredenheid, in breeden kring
door do bovenliggende partij gewekt, de onder-
liggonclo eon oorsprong verkrijgt. Maar zoo'a
eolatanto overwinning als Harding heeft hevooh-
ten, heeft jiiemand voor hom ooit behaald. Zijn
meerderheid van over de zes millioen stemmen,
is etwas niemals dagewesenes. Eerlijkheidshalve
zij hierbij echter niet" uit het oog verloren, dat
thans voor do eerste maal een kleine dertig
millioen vrouwen aan do verkiezing bobben deel
genomen, waardoor de gelegenheid voor een
groolerc meerderheid van zelf werd geboden.
Zij terloops even opgemerkt, <lat de republi
keinen bijkans 21h millioen dollar aan de verkie
zingscampagne hebben besteed, de democraten
„maar" pl.m. 900.000 dollar. Zonde feitelijk,
zoo'a kapitaalverknoeiing voor geen onkel tast
baar voordeel!
Ook voor Senaat en Huis van Afgevaardigden
bobben do republikeinen ruim voldoende mepr-
derhcVl verkregen om het republikeinscli pro
gramma verder ongestoord en ongehinderd to
kunnen uitvoeren, zoodat de huidige periode van
machteloosheid ala gevolg van een democratisch
bewind met een in kleine meerderheid republi-
k einsehen Senaat is afgesloten. Amerika her
noemt als hot ware zijn plaats m dc grooto po
litiek.
In welken geest, ziedaar natuurlijk de belang
rijke vraag. Ten aanzien van enkelo vraagpun
ten is dat te zeggeu, ten aanzien van de hoofd
kwestie, voor zoover het Europa en met Europa
do menschheid betreft, niet, helaas. Gevoerd zal
worden een binnenhui dsohc politiek, die voor-
cleelig is voor do groote zakenlui, dus een po
litiek in dc richting van protectionisme. Verder
staat vast, dat Amerika zich niet zal inlaten
met do Ierschc kwestie, deze beschouwend als
een zuivere inwendige Engclsche aangelegen
heid, een standpunt, waarvoor zeker zeer veel is
te zeggen, vooral waar de Unie wat Cuba en
Haiti betreft, vrijwel in een zelfde schoone po-
sitio verkeert aJs Engeland ten opzichte van
Ierland Edoch, de VolkenbondDo republi-
keinsohe partij zelf is to dien aanzien verdeeld.
Men heeft daar absolute tegenstanders als do
Senatoren Borah en Johnson en voorstanders
onder zekere reserves, die ton doel hebben Ame
rika in geen enkel opzicht te doen inboeten aan
rechten cn vrijheden, zooals het die thans be
zit. Ziedaar nu juist hel cardinalo punt. Een
Volkenhond. die iets to beteckenen zal hebben,
eischt oven zeker als twee maai twee vier is, van
alle leden zekero opoffering ten bate van de alge
meene menschheid. Wie daartoe niet bereid is,
doet beter buiten _le blijven staan. Het ongeluk
is nu ovenwei, dat zonder Amerika do Volken
bond, die, dank zij het Fransche militarisme,
dat uit den wereldkrijg is goboren, toch reeds
wankelt, vrij zeker een mislukkig is te noemen.
Een gunstig iets in deze omstandigheden kan.
wellicht zijn, dat Harding niet bepaald is eer
Dat vooT de alleroudste periode onzer vader-
landschc geschiedenis, die van Bataven en Ro
meinen bijvoorbeeld, eerst het oudheidkundig
bodemonderzoek do vaste fundamenten vermag
te loggeu, waarop het gebouw der historie kan
worden opgetrokken, ik geloof, dat dü thans
vrijwel algemeen zal worden erkend. Doch ook
latere eeuwen? waaruit de literaire berichten
eleohts zeer schaars" tot ons zijn gokomon, heb
ben zulk een fundament wel noodig. Dat ook
hier vaak do spado te hulp zal kunnen komen,
raogo uit het volgende blijken.
In Kennemeriand leefde omstreeks 700 na
Chrvolgens de oude ovorlevering, een onzer
eerste Christenpredikers, Albertus, een van die
mannen, welke met Willebrord mede waren
gekomen, om hier het Evangelie te brengen.
Vooral in Egmond, op eon plaats, oudtijds Hal
len gekeetcn, heeft deze heilige man gewerkt, en
toen hij gestorven was, richten zijn bekeerlingen
op zijn graf een kerk op, waarin zijn nagedach
tenis in cere bleef, ook al werd zij telkens weer
opnieuw door do Noormannen verwoest. Door
•tal van wonderen bowoos hij ook nog na zijn
dood de kracht van zijn geloof. Tweehonderd
jaar later was Dirk I graaf van Holland ge
worden, en op aansporen van een non, aan wie
Albertus meermalen in don droom was ver
sohenen, Liet deze het lijk van den heilige op
graven en „verheffen", opdat het een aanspo
ring zou zijn voor do geloovigen. Later werd
het lijk overgebracht naar een nieuw, houten
•gebouw, dat Dirk te Hallen had doen oprichten,
en hieruit groeide door de vroomheid van Dirk's
zoon, Dirk II, het sfeenen gebouw, hetwolk een
maal de beroemde abdij van Egmond zou
worden
Op de plaats, waar Albertus echter hel eerst
begraven was, geschiedde een nieuw wonder;
daar borrelde onder dc opgegraven saicophaag
een heldere hrond op, waarvan het water de
kracht had zieken to genezen. Ook nu nog ligt
er op eon kwartier a fslands van de plaats der
Abdij een bescheiden putje to midden van het
akkerland, hetwelk zelfs, nog in onzen tijd dé
gclöovigon tot zich trekt.
Zicthier het oudo verhaal van Albertus, ge
lijk vooral zijn levensbeschrijver het ons ver
haalt. Onzo moderne historici hechten geen
waarde aan dergelijke 'overleveringen, voor hen
is zulk een IjeiLgeleven slechts een la tor sa
mengesteld verhaal zonder historische betee-
koniis. Wanneer zij over Egmond of de oudste
geschiedenis van ons eerste Gravenhuis spreken,
dan geldt voor hen slechts die eerste officieele
oorkonde van het jaar 922, waarbij Karei, de
Koning dor Franken, „aan een zekeren getrou
we, genaamd Dirk", een aantal goederen schonk
waaronder „de kerk te Egmond" met alle ge
bieden, welke daar in wijden, omtrek bij be
hoorden.
Volgons do oude kroniekschrijvers bedoekende
deze schonking de stichting van het graafschap
Holland, het ontstaan van. het Hollandsche Huis
Doch ook op dit punt ts de moderne historie-
schrijving zeer sceptisch gezind. Men neemt ook
don vader van Dirk te hebben gevonden, al is
men er ook niet zeker van, een zekeren graaf
Gorolf, en dezo moot ook reeds goederen en
rcohten in deze streken hebben bezeten.
Dat Dirk I ook die Abdij van Egmond zou
hebben gestioht, ook dit wordt betwijfeld. Want
mon meent in die „kerk te Egmond" reeds do
abdij zolve to zien, en als deze aan Dirk word"
geschonken, moot zij er dus reeds vóór hem zijn
geweest en kan niet door hem zijn gesticht.
Welke „kerk te Egmond" zou er anders gemeend
zijn in de oorkonde? Misschien het kapellelje,
dat dan mogelijk toch op hot graf van die Al
bertus heeft gestaan, moenen andoren, die zich
meer aan do oudo overlevering houden. Maar
wat heeft clan de schenking van zulk oen ka
pelletje to beduiden?
Do J>eroemdo Abdij van Egmond zolve, dio
eenmaal tot grooten blooi is gekomen, doch in
den Spaanschen tijd is verwoest, heeft hij voort
during de hetangstelling van velen gaande ge
houden. In de eerste holft van de vorige eeuw
zijn haar ruïnon goheel vernietigd en ter willo
van do steen uitgebroken, waarbij o a. nog een
grafkelder gevonden werd van een der velen,
dio binnen do Abdijkerk begraven waren ge
weest. Ook do oerslo Hollandsoho graven waren
daar bijgezet.
Zou men missokicn zelfs ook hun graven nog
kunnen weervinden? En wat was er mogelijk
"loch nog van dit bouwwerk zelf onder den grond
bewaard.
Het is de heer G. van Kalekeu-geweest, dien
helaas in dozen zomer een plotselinge dood hoedt
weggenomen vóór hij zijn belangsfelling bevre
digd mocht zien, die den tegenwoordigen am
bachtsheer van Egmond van de wenschelijkhcid
overtuigde, dat naar deze zaken nog eens een
onderzoek zou worden ingesteld, en die in op
dracht van dezen mij cr toe overreedde dit ou-
«di-.rzoek ter hand to nemen. Al lag de geschie
d-nis dor la lore Abdij zelve feitelijk ver buiten
don gezichtskring van mijn-gewone arbeidsveld,
toch deden de belangrijke kwesties, onzo vroeg
ste middeleeuwen betreffende, welke aan het
onts-taan van dit beroemde klooster verbonden
waren, mij besluiten dit onderzoek ter hand to
nomen. De hoop hier mi&sckien een tipje te
kunnen oplichten van den dichter Sluier, welke
die vroegste geschiedenis bedekt, heeft mij
naar ik meen, niet bedrogen.
Wat de Abdij zelve betreft, bleek al spoedig
ihoe grondig het wandalenwerk in het begin van
do vorige eeuw was verricht. Do muren waren
volkomen uitgebroken en slechts de sporen, wel
ke hun fundamentgreppels iu het zand hadden
achtergelaten, loonden nog de plaats, waar zij
hadden gestaan. Verschillende bouwperioden
schijnen hier op die wijze nog in den gron-d te
zijn afgeteekend, doch do hoop hier verder nog
iets van het bouwwork te voorschijn te brtngen,
moet dunkt mij, gekeol worden opgegeven, ook
al zou men zijn opgraring over vool grooter
breedte uitbreiden, dan wij deden. Bovendien is
het grootste godoello van het terrein, waar een
maal de Abdij lag, thans tot zulk een diepte af
gegraven en gelijk gemaakt, dat wel bijna alles
zal zy'n verdwenen Ook de gravon waren vol
komen doorwoeld en verstoord; hun inhoud
vindt men verspreid door den geheolon boven
grond terug.
Straks vermolden wij 110? hoe or ons toch
nog ook op deze plaats eon interessanto verras
sing was bereid. Het scheen ons evenwel toe,
waar wij tegenover dc oude overlevering een
eenigszins ander standpunt innemen, als onzo
historici, dit vaak plegen te doen noomdo niét
Bakihuijzen v. d. Brink do geheelo oude ge
schiedenis van Egmond in de twaalfde ebuw
„gefabriekt" dat niet hier op de plaats vf.n
Birks Abdij in de oersto plaats de sleutel to
zoeken was voor dio oudste historie. We her
innerden ons het verhaal van dio bron, welke
ontsproten zou zijn op de plaats van Albertus'
graf en zagen op eon tien minuten afstands
van dio Abdij in het akkerland dat bijna ver
geten Albertus-putjo liggen, en zoo scheen het
ons mogelijk, dat veeileer op dio plek bij dat
puijo do bodem nog iets^an dio gebeurtenissen
uit het begin Vaarde aclrtste eeuw zou weten te"
verhalen. SpiviE^Suot die; overlevering van oen
kerk, door Albertus' bekeerling en op zijn graf
opgericht? Zoo hebben we dan ook daar een
onderzobkmet de spade ingesteld en niet te
vergeefs'. Daar kwamen al spoodig voor don dag
de sporen van een volkomen uitgebroken muur;
wolke. slechts zeer oppervlakkig was gofimdeerd
of liever nog boven» op het vaste zand van den
bodem opgetrokken was geweest. Een liooge
muur kan het dus niet geweest zijn, doch weleer
oen onderhouw van steen en kalk, waarop een
gebouw van lichter materiaal, van hout waar
schijnlijk heeft gerust. Dio steen was bijna vol
komen weggebroken, dooh de achtergebleven
kalk was in banen in den grond te vervolgen;
en deze banen teekenden ons, tot onze verras
sing nog zeer goed herkenbaar, den plattegrond
af van een- groot kerkgebouw van niet minder
dan pl.m. 25 M. lengte
Hier had dus werkelijk een aanzienlijk kerk
gebouw gestaan, dooh dit niet alleen, maar hot
tegenwoordige putje van St. -Albertus lag daar
binnen precies midden in de absis van dezo
kork. Do plaats, waar eenmaal die bron zou zijn
ontstaan, bij het opgraven van het lijk van den
heilige, de plaats dus van het graf van St.-Al-
bertus, was hier op' de eereplaats van deze se
dert geheel verdwenen, doch thans weergevon
den kerk. Deze kerk dus was zonder eonigen
twijfel do kerk van dien heiligen ALbcrtus ge
weest, gelijk die door zijn bekeerlingen op zijn
graf was opgericht in hel begin van de 8ste
eeuw onzer jaartelling.
Hoo belangrijk moet het work van deze oer
sto zendelingen zijn geweest, als hier zulk een
aanzienlijk kerkgebouw verrees- E11 ook het
wonder zelf vonden we hier verklaard. Immers,
de-plek rondom het putje vertoonde nog zeer
duidelijk de sporen van een oude ingraving en
toen we dezo nagroeven, geschiodde het won
der opniouw, oen bron ontstond, d.w.z. het
grondwater werd al spoodig beroikt.
Wanneer dan Dirk I van den Frankischen
koning 200 jaar later „de kerk te Egmond"
ten geschenke kreeg, zou dit dan niet dit
aanzienlijke kerkgebouw geweest zijn? Deck
de beteekenis van die schenking zou ons dan
nog duidelijker worden. Het viel ons name
lijk op hoe het Albertusputje cn de sporen
van dit kerkgebouw juist in bet midden
lagen van een eigenaardig gevormd stuk
land. Dezo vorm was oen langwerpige vier
hoek met afgeronde 'hoeken en deed mij zóó
sterk aan dien van oen Frankisch castellum
denken, ook de «verhoudingen der afmetin
gen van lengte cn 'breedte als 3 2 kwamen
hiermee overeen <lat ik 'besloot tot een
onderzoek van de 'begrenzing van dit land,
-dat thans slechts door een greppeltje van do
omringende velden is afgescheiden. En zier.
do ar kwam werkelijk rondom oen broede
gracht voor den dag, die eenmaal het cas-
itellium had omgeven. Op één punt was zel-fs
nog binnen die gracht ook eon brok van een
uit tufsteen gebouwden ringmuur bewaard.
De kerk van den heiligen Albevtus bad dus
gelegen binnen een ommuring en een
gracht, geheel aangelegd in den vorm van
oen Frankisch castellum. Het was dus oen
kerkfort geweest, naar Frankischen trant
gebouwd.
Als dus dc koning der Franken aan ,,cen
zekeren getrouwen onderdaan, met narao
Dirk'', zooate do oorkonde hem noemt-, in
deze barbaarsche streken zulk een korkfort
ten geschenke gaf, zou dat dan geen gift
van zeer groote beteekenis zijn geweest'
w©lkc de positie van den begiftigde tot een
zeer bijzondere maakte? Zouden dan die la-1
tere chroniqueurs toeh wel zoo'n groot -»n-*
gelijk hebben gehad, als zij in deze schen
king de eigenlijke stichting zagen van het
graafschap Holland?
Uit deze oudste Egmondsehe kerk lie-t
Dirk I het lijk van Albertus overbrengen,
naar een houten oratorium, later door de
steenen Abdij vervangen, op de plaats, Hal
len genoemd. Daar in Hallen had deze predi
ker volgens overlevering gewoond cn ge
werkt. Welnu, onder® de boven beschreven
grondslagen van de latere abdij cn gedeelte
lijk door deze doorsneden, kwamen de zeer
duidelijke resten te voorschijn van con vroe
gere nederzetting en tal van scherven, ia
deze sporen gevonden, bewezen ons. dat dit
een laat Friesche nederzetting moet zijn ge*
weest. Hebben we hier niet hel oudste
dorpje Egmond voor ons, Hallen, de plek
van Albertus' werkzaamheid?
Zoo zien we hier dus voor ons liggen ccd
stukje geschiedenis dier oudste predikers,
de oudste geschiedenis van Egmond, en di<
geschiedenis is. niet „gcf abriekt in de 12de
eeuw", doch trouw door den bodem zeiven
bewaard-
Merkwaardig is het, dat die historie in
werkelijkheid geheel overeenkomt met die
oude. veel gesmade overlevering. Wat uit
deze laatste echter niet valt op te maken,
was de groote beteekenis van deze „kerk te
Egmond"; dat de schenking van Dirk I de
gift van ecu belangrijk Frankisch kerkfert
be te eken de, heeft slechts de spado ons kun*
non leeren,
J- H. nOLWERDA'.
Ik meen goed te-doen de resultaten v-ia
dit wérk, waarvan ©poenig volledige publi
catie zal geschieden in dc eerstvolgende
„Oudheidkundige Me electee Hagen van 's Rijks
Muslim van Oudheden", thans reeds aan een?'
grooteren kring bekend te maken.