No. 18605 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Octobèr. Tweède Blad. Anno 1920. UIT DE RAADZAAL TWEEDE. KAMER INGEZONDEN FEUILLETON IN ONZE STEAAT .Wie had Maandagmiddag, gezien de agen da, kunnen bevroeden, dat er 's avonds .toch noi een avonzitting noodig zou zijn Maar, we hebben er reeds vaker op ge wezen. de mensch wikt eu de raad be schikt. En zoo heeft deze, door meer dan twee uur o\er de gas- on electriciteitsvoor- stell°n tc praten, een avondzitting gefor ceerd, waarin een extra-punt ter tafel kwa?Uj nl. de salarisregeling van burge meester, gemeente-secretaris en -ontvanger en dat wel naar aanleiding van een mis sive van Ged. Staten met een gesloten zttting en alles wat dies meer zij. Met bekwamen spoed was men door het opvulsel van de agenda 's middags heen- gesneld, alleen de wijziging van het uit breidingeplan tuschen Haarleramertrok- vaartweg er Hansenstraat hield nog even op. De heer Groeneveld maakte bezwaar tegen het doen wegvallen in dit plan van de geprojecteerde dwarsstraat, blijkens de stemming optredende voor zijn heele fractie De heer Eerdmans kwam als redder in den nood om een „partijstemming" af te wen den, zooals ironisch, gezien het buiten alle politiek vallende punt der agenda, werd opgemerkt. En toen volgde de opgewarmde hoofd schotel van het raadsmenu der vorige week, waarbij de politieke zweep weer knalde af en toe. De heer Wilmer, eerste spreker, begon daar al mee, toen hij de socialimtpn, speciaal den heer De la Rie, het lid der commissi© voor "de lichtfabrie ken, te lijf ging, die daarop natuurlijk van antwoord diende op zijn manier. Ieder vogeltje xingt, zooale het gebekt is, zeide de heer I>e la Rie ter snede, toen de heer Sijtsr; a blijkbaar het woord beroerd, door 'den spreker in den mond genomen, niet erg mooi oordeelde. Dat da heer De la Rie nog eens herhaalde, dat hij alleen voor de arbeidersklasse, niet voor de heele gemeen schap, ln de commissie zit, we zullen daarop niet nader meer ingaan, 't.is langzamer hand te overbekend dan dat het noodig Is nrg eens op het absurde van een dergelijke „klasse behartiging" te wijzen. En ook ver der bleef de politiek, helaas, in het debat. Zelfs bleven de citaten van kopstukken niet achterwege, alsof daarmee nog iets bereikt wordt. Men bezigt ze immers, voor zoover ze in eigen kraam te pas komen, overigens lapt men dergelijke uitlatingen aan de politieke zool t Over te weinig praten is zeker geen kla gen, als men ziet, hoe behalve natuurlijk de betrokken wethouder (v. d. Pot) twaalf van de 25 aanwezige leden het woord voer den en wel 4 R.-K., 4 S. D. A. P., 1 Y.D., 1 Chr.-Hist. en 2 A.-R. Principieels tegenstanders waren alleen de socialisten, om zoo te zeggen. Het is be kkend, hoe zij van een progressieven gas- prijs slechts heil verwachten. Nu daarvan echter geen sp'rake is, zouden zij de fabrie ken maar willen laten werken op de be staande basis, het tekort eenvoudig op de begrooting brengend, en dat dus te doen betalen uit de progressieve belastingen, alsof daaraan geen grens is en de arbei ders dan nog niot zwaarder zouden moeten worden gedrukt dan bij zichzelf bedruipen de lichtfabrieken. De verdere tegenstand be rustte alleen op het bezwaar, dat aanvan kelijk, gelijk de wethouder gul toegaf, een heel kleine categorie nadeel al is hel dan geen onbillijkheid te noemen zou heb ben van de voorgestelde regeling, nl. de allerkleinste gebruikers, met evenwel in 't verschiet een'komen uit het moeras en ver betering voor de heele gemeenschap, ook voor de genoemde kleine categorie. Op deze kwestie zelf zullen we niet terugkomen, we meenen, dat ons artikel van Vrijdag jl. te duidelijk was, om daartoe over te gaan, ook al bleek, dat enkelen nog in een ver keerden waan waren. Van de zijde der tegenstanders scheen men het erg euvel te duiden, dat de com- icdss'e der lichtfabrieken, uitgezonderd dan de heer De la Rie.. zich z.g. had laten ,,be- keeren". Alsof het een schande is, over tuigd te worden. Eerder het. tegendeel, niet vatbaar te zijn voor overtuiging, zou die benam ng verdienen. De lieer Sijtsma -cbruikte zelfs de dikke woorden: antisociaal en anti-democratisch, maai haa daarover toch wel heen willen •stappen, wanner hij overtuigd was ge-, worden, dat de voorstellen zouden leiden tot hetgeen de voorstanders er van ver wachten. Of deze woorden daarom niet cl „dik"' waren gekozen? Van verschillende zijden, ook uit de voorstanders, gingen stemmen op, die-, al hoewel ze geen schijn van bewijs konden aanvoeren, als opinie verkondden, dat het beheer der lichtfabrieken niet economisch genoeg is, dat op administratie enz. wel is te bezuinigen, 't Was zoo'n soort gevoel, dat bij hen sprak. De wethouder en ook de heer De Lange als lid der commissie dach ten er anders over. Waar bovendien niet met concrete feiten werd gekomen al leen de heer Sijfsma noemde een te onder zoeken geval is nagaan vrijwel ondoen lijk. Het verstandigst lijkt ons de opmer king van den heer De Lange, dat een directeur, die zich een zeer goed leider be toont als de huidige, niet het vertrouwen mag worden opgezegd, voor en aleer er bewijzen zijn van misstanden. Het eind van het lange lied was, dat de voorstellen met 16 tegen 9 stemmen er door gingen, met een kleine schakeering In de tegenstanders bij de gas- en clcctrici- teirsregeling, waarmee de meerderheid, naar wij vertrouwen, de wijste partij heeft gekozen. Een ander goed ding voor de gemeente is o.i., dat hier voortaan ook het be-vroren Argentijnsch vleesch zal zijn te bekomen, 't Is wei wat laat, bij andere plaatsen ver geleken, maar beter laat dan nooit. Tot slot de bespreking over genoemde salarissen, waarbij de burgemeester, men zal dat eerbiedigen, de leiding had over gedragen aan den heer Pera en was heen gegaan. De persoon van den burgemeester werd zeer terecht geheel buiten de dis cussie gehouden en alleen gedelibereerd over de al of niet wenschelijkheid het bui gemeesterssalaris van f 3000 op f 12,000 te brengen. Over niet-verhoogen van de jaarwedden van gemeente-secretaris en -ontvanger was volledige overeenstemming. Het standpunt van den lieer Heemskerk, dat het salaris zoodanig moet zijn, dat ieder tot burgemeester is te benoemen, afgezien van particuliere geldelijke omstandighe den, is o.i. volkomen ad rem. Roeping en al dergelijke fraaie aardigheden is voor ieder vak niet een zekere roeping noodig, wil men er iets in bereiken? staan buiten de kwestie. Iets anders is na tuurlijk verschil van meening ten aanzien van de grootheid der som, daarvoor be- noodigd, mede in verband met den stand der gemeente-financiën. Met de kleinst mo gelijke meerderheid is besloten tot de sa- larisverhooging, waarbij, zondert men de S. D. A. P. uit en de Vrijz.-Dem., die unaniem tegenstemden, de overige fracties verdeeld waren. Zitting van gisteren. Herziening Gemeentelijk Bela3tinggebied. Aan do ordle is het wetsontwerp tot wijzi ging der Gemeentewet en van cfle wet op de Inkomstenbelasting 1914. Do VOORZITTER geeft in overweging zich bij de algemeone beschouwingen te be palen tot het ontwerp in het algemeen en in zijn geheel en dus niet. op de ar bi kei en in te gaan. Een wetsontwerp tot verhooging van de algemeene Rijksuitkeering aan de gemeen ten, gelijk in do Troonrede is aangekondigd, heeft heb Departement van Binnenlnnd- scbe Zaken verlaten. Spr. geeft in overwe ging op deze aangelegenheid niet uitvoerig in te gaan evenmin op de waardevermeer deringsbelasting, ten behoeve van de ge meenten, waarvoor een wetsontwerp in voorbereiding is. De forenzen-kwestie kan bij het desbetref fend artikel behandeld worden. Besloten wordt do spreektijd op een uur te stellen. Algemeene beschouwingen. De heer VAN BERESTEIJN (V. D.) meent, dat ook maar een oplossing, moet gezocht worden op het gebied van de finan- cieele verhouding tusschen de gemeente en haar naburen. Spr. vraagt- hoe de Regeering staat tegenover de wet- van 1897, betreffende de uitkeeringen aan de gemeenten,' wil men een jaarlijksche uitkeering geven, of wel een som, gelijk aan de kosten der gemeen ten voor het uitvoeren an Rijkswetten. Vervolgens schotst 6pr. den finanoieelen nood der gemeenten en critiseert het beleid van dezen Minister, die heb ontwerp her haaldelijk wijzigde en dus -blijkbaar nieb weet wat hij wil. Niemand weet wat de ge volgen van deze wijzigingen zullen zijn. Hij verwacht van verschillende nieuwe belastin gen geen grootere inkomsten voor de ge meenten. Spr. bestrijdt de meening, dat de gemeente geen koopman mag zijn en geen winst mag halen uit de bedrijven. Spr. maakt over verschillende onderdee- len der nieuwe voorstellen nog eenige op merkingen. Zijn eindconclusie is, dat het belasting gebied der gemeente niet voldoende ver ruimd is. Hij kan het beleid vam dezen Mi- nisier niet bewonderen. Do heer DE WI.JCKERSLOOTH DE WEERDESTEYN (R.-K.) gelooft eveneens, dat dit ontwerp geen voldoende verbetering brengt. Spr. betoogt-, dat er nog veel on zekers is in deze regeling, speciaal wat de gevolgen betreft. Alleen de opcenten op de vermogensbelas ting, de passantenbelasting en do reclame- belaslting geven eenige voordeelen, maar zullen niet voldoende blijken om in den nood te voorzien. Spr. wenscht in de eerste plaats, dat do gemeenten zuiniger zullen zijnwat niet zeggen wil het nalaten van 8oeialo maatregelen. Ten dorde moet de wet van 1897 gewijzigd worden. Ten vierde wil spr. een stelselmatige uitbreiding van de groote gemeenten door bijtrekking van om liggende gemeenten. Vorder betoogt spr., dat er meer toezicht moet zijn, m.n. vanwege Ged. Staten, op de financieele gestie der gemeenten, door uit breiding van art. 194 der Gemeentewet o. a. ten aanzien van het verleenen van sub sidie en do exploitatie van gemeentebedrij ven en de gemcenteloonen. Ook wijst spr. op dc hooger en duurder wordende eischen voor den woningbouw. De heer RELJMER (R.-K.) bespreekt uit voerig den nood der gemeenten en betoogt, dat een der oorzaken is het onvoldoendo ge meentelijk belastinggebied. Spr. acht het ontwerp geen voldoende verbeteringten abele brengt' het een ver schuiving Van lasten en anderdeels is het een sprong in het duister. Dc heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) keurt de ministerieele circulaire af, waarbij de gemeentebesturen er op gewezen werden geen' uitgaven te doen, zonder dat 'deze door middelen gedekt zijn. Spr. noemt dat misdadig. De loonon worden or door go- drukt. Hij klaagt over de late indiening der toegezegde noodregeling, van welker in houd men zelfs nog niets weet. Spr. verwijt de Regeering impotentie. Vervolgens be spreekt hij het amendement-De Geer, tot wijziging der financibele verhouding tus schen Rijk en gemeenten, hetgeen hij be strijdt De financieele verhouding moet grondig worden herzien. Het Rijk zal ver schillende groote uitgaven voor bepaalde uitgaven voor eigen rekening moeten ne men m.n. voor armwezen, politie en on derwijs. Natuurlijk zal hierbij de autono mie der gemeente gewaarborgd moeten wor den. Door een deel der uitgaven voor reke ning van de gemeenten to laten kan voorts lichtvaardig uitgoven van Rijksgolden voor kom eal worden. Spr. protesteert tegen do rente van 7 pCt. voor het Bankkapitaal en zou hierom trent een uitspraak der Kamer wenschen. Hij vraagt voor de gemeente vrijheid om een eigen grondbelasting te heffen. Hij acht de voorgestelde regelingen niet voldoende. De heer DE WILDE (A.-R.) betoogt, dat- men eon Rijksuitkeering aan dé gemeenten thans voor zich had moeten hebben. Het vertrouwen in het financieel be'o'd i- pi- 1 versterkt. Spr. betreurt, het, dat men met een noodrogeling genoegen zal moeten ne men. De gemeenten zullon nu voortgaan op den ingeslagen weg en in afwachtende hou ding blijven leven. Een dergelijke nood- regeling bazcort zich bovendien altijd op toevallige omstancHigheden waardoor groote onbillijkheden worden begaan. Intusschen moet men billijk zijn in zijn oritiok; het is een uiterst moeilijk onder werp. Spr. zou het in hooge mate betreuren, ala er iets van de autonomie der gemeenten ver loren ging. Men mag de gemeenten niet stellen onder curateele van het Rijk. Maat regel moet zijn, dat hetgeen de gemeente doet zij beslist zelf moet betalen, liijkssteun moet slechts gegeven worden, als een zeker equivalent voor diensten aan het Rijk be wezen. De belastingbevoegdheid moet zoo ruim mogelijk zijn. De kosten van armwe zen, onderwijs en politie zoudon ten deele voor rekening van. het Rijk kunnen komen. De kosten bedragen voor Den Haag respec tievelijk 8, 34, 13 en 4.28 pCt. ran de totale uitgaven. Hij vraagt wat de meening der Regeering is om genoemde uitgaven groo- tendeels voor rekening van het Rijk te doen komen. Intusschen maakt spr. eenig voor behoud omdat het voor den belastingbeta ler vrijwel hetzelfde is of hij zijn geld bij de gemeente- dan wel bij den Rijksontvan ger brengt. Van het wetsontwerp verwacht spr. niet veel. Van het tweede amendement-De Geer, de Rijksuitkeering betreffende, kan niemand de portée overzien, daargelaten nu nog of dat amendement toelaatbaar is. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdag één uur. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie), Reactie bij Volkshuisvesting. Geachte Redactie. Vergun ons een plaatsje in Uw blad, ton einde te signaleercn hoe de reactie ten opzichte ook van de Volkshuisvesting op dit oegenblik hoogtij* viert. We willen ons op dit oogenbllk niet ver diepen in de vraag, hoe sinds 1914 de be rekening van de crisisbijdrage steeds is ge wijzigd en steeds is verminderd. Ook willen wij nu niet aanloonen, hoe den verwachtingen, ten opzichte der Volks huisvesting bij het optreden van minister Aaiberse, totaal de bodem is Ingeslagen. We willen er alleen op wijzen, dat de aanbouw totaal dreigt te worden stop ge zet, hoe „Tuinstadwijk" haar plannen te rug kreeg als ontoelaatbaar en hoe „Ons Doel," „De Eendracht" en „Ons Belang" zeer waarschijnlijk hetzelfde lot zullen treffen. Tenzij, dat de Gemeentebesturen, en dus ook het Gemeentebestuur van Leiden, de Regeering zal weten aan Het verstand te brengen, dat we op die manier niet uit dc woningmisère komen. De jongste ministerieele circulaire gooi de, zooals we dat van die offieieele mede- deelingen gewend zijn, vroegere bepalin gen overboord. Voor de verschijning daarvan was het standpunt van de afdeeling Volksgezond heid, welk departement over de diverse plannen heeft te oordeelen en te beslis sen, als volgt weer to geven: a. Aan dé plannen moeten architecto nische eischen worden gesteld (Een bouw plan van „De Eendracht" bijv. werd afge wezen, omdat de opzet tc eenvoudig was). b. Kazernebouw is ontoelaatbaar, terwijl zooveel mogelijk moet worden gestreefd naar eensgezinswoningen. c. Een arbeiderswoning moet minstens vijf vertrekken bevatten, waarvan drie slaapkamers. Eén daarvan moest zoo groot zijn, dat er ruim plaats was voor een tweepersoonsledikant. d. Platte daken zijn ongeoorloofd, als vormende geen woningen, doóh woon- doozen. En we mogen constateeren, dat deze voorschriften, waaraan door den Inspec teur voor Zuid-Holand streng de hand wordt gehouden, een gunstigen invloed hebben gehad op de eischen, welke de ar beiders aan hun woning zijn gaan stellen. Do zucht, de huren te drukken ten koste van de woning, is, zoowel bij de arbeiders al9 bij de bouwvereonigingen, voor een Naar het Engelsch van J E. BUCKROSE. (Nadruk verboden.) 4) Zij liep gauw heen en gaf haar taschjo aan Sophie, en een oey.enblik later glipte het lint uit de hand van heb meisje, terwijl de inhoud, gekneusd, maar herkenbaar, in allerlei richtingen ever den glad dén parket vloer rolde. „Goede hemel, juffrouw Wat son heeft van het souper gestolen!" riep de jonge man, die naast haar had gezoten, op gewonden uit-, „en ik hel» haar toch genoeg gegeven. Iedereen keek. Het was een pauze waarin zij niets anders te doen hadden. En Sophie, alleen in hun midden, raapte de verspreide lekkernijen op met een gevoel van schaamte en verlegenheid, dat vreeselijker was -dan zij, die hun jeugd vergeten heöly?.u, ooit be grijpen konden Een oogenblik hielp niemand haar. Het scheen haar een eeuwigheid. Toen ging Pie- ter Norton haar helpen om de snoeperij met een soort van medelijdende verachting op te rapen, maar pas, toen zij het laatste chooelaadjo hadden opgeraapt, en alle anderen over niets druk aan het praten wa ren, kwam mevrouw Bean terug. In een oogenblik overzag zij met vluggen blik den toestand en zij greep het taschje uit de hand van den jongen Norton. „Hot is het is van mij," hijgdL ze. Toen drukte zij haar hand tegen het lijfje van do ongelukkige rose satijnen japon en wendde zich tot mijnheer Salisbury. „U u moet niet denken, dat Herbert, er wat van wist, mijnheer Salisbury. Als het u belieft niet. Hij zal net zoo boos zijn als u. Het is mijn schuld alleen." „Waarom heb je het gedaan?" klonk de stom van den heer Bean, zacht, maar vree- selijk boos. Mevrouw Beau keek den kring van ge zichten rond, die haar aankeken, en ver borg het haar in haar handen. „Ik had er zoo het land over, dat ik ple zier had, terwijl Bobby en Betsy niet. naar don circus konden gaan. Hef. kwam bij me op, toen ik naar de voordracht luisterde, en kalmer werd, nadab ik zoo zoo vreese- lijk vroolijk was geweest. En ik dacht, als ik zelfs niets van het souper at, zou het niet hinderen." Zij liet haar handen zinkon en keek hen berouwvol aan. „Als u kinde ren hebt, zal u hot misschien begrijpen Toen legde Pietor Norton, die nog bij haar stond, haar hand op zijn armhij kreeg een kleur, terwijl hij het deed, en was vreesclijk verlegen, maar hij zei heel dui delijk „Ofsohoon ik geen Irindleron heb, kan ik het begrijpen. Kom nu mee om wat te eten" „Het is heel Datuurlijk, dat u graag wat lokkers voor de kinderen meenam, lieve mevrouw Bean", zei mevrouw Salisbury met koele beleefdheid. „Wees er niet be droefd over en laten we niot meer over zoo'n kleinigheid praten." Maar die Deensche heer wilde volstrekt all©3 van do zaak weten, en hij was het, die inderdaad de lucht zuiverde. „Lekkers voor de kinderen in haar tasch je meenemen" zei hij in zijn uitstekend Engelsch„natuurlijk doet ze dat mijn vrouw doet het altijd. Een moeder leert zulke dingen. Juffrouw Salisbury, u zal bet niet begrijpen. Maar ik wil me zelf het ge noegen geven een doos met lekkers aan die bekoorlijke yrouw te zenden, die zoo bijzon der chic enlief is 1van de beste Engel- scho soort. Geef mé als het u belieft haar adres." Hetgeen juffrouw Salisbury wel doen moest, terwijl de rest van het gezelschap zich begon af te vragen of het ten slotte niet „chic" was, op een avondpartij lek kers te stelea, zóó zonderling was de ge- lieole geschiedenis. Eenige oogenblikken la ter ging Sopliie naar huis met de Beans door onze stille straat te middernacht, me vrouw Bean tob tranen toe berouwvol, en mijnheer Bean nog erg boos. „Ik wilde, dat je een beetje meer als andere mensch en was," zuchtte hij ein delijk. „Ik niet", zei Sophie. „Als zij in heb eeno opzicht meer op hen leek, zou ze liet ook in het andere opzicht doen als u weet wat ik bedoel. U zoudit haar niet an ders willen hebben." Maar de heer Bean wildo dit niet toege ven, en zij gingen zwijgend verder, tot zij aan het huisje kwamen, waar hij en zijn vrouw gewoond hadden, zoolang zij ge trouwd waren, en het doffe lioht van de Lantaarn schee,n op het punt van den neus van zijn vrouw, die altijd rood werd als zij huilde. „Kom, vrouwtje," zei hij toen; „ik weet niet, of ik je eigenlijk wel anders wil hebben." En toen Sophie den blik zag, dien zij el kander bij het licht van de lantaarn toe wierpen, klopte haar hart- weer. Zij begon zelfs in te zien, wat voor wonderlijke zaken verbonden kunnen zijn aan eten on drinken voor hen, die ©r niet te veel van hebben. Heb is, als 'b ware, alsof medelijdon en liefde aan alles een ziel gavenwant men kan in onze 6traat. merken, dat, te doen, alsof men het vette gedeelte van een scha- pebout lekker vindt, een soort van offer op liefdes altaar zijn kan. HOOFDSTUK H. Onze straat loopt van het Oosten naar heb Westen tusschen twee lange wegen. Do weg aan den Westelijken kant is breed en stil, bografenissen gaan er iedcren dag langs, maar zij drukken niemand ter ne der, omdat zij er bij schijnen te behooren en even natuurlijk zijn als het vallen der bladeren van de populieren. Den weg aan den Oostelijken kunt be reikt men over een zeer breede spoorweg brug, die als een heuvel aan heb eind van onze straat verrijst, en Flodmouth is zoo vlak, dat dikke dames even sbilstaan en zich neg eens bedenken, voordat zij zoo'n hoogte beklimmen. De weg is heel druk cn vol leveneleetrische trams rijden naar heb water, waaraan Flodmouth zijn naam ontleentouderwetsche omnibussen voeren naar buiten; oude wagentjes sukkelen tus schen de menigte trams door op de drukste uren van den dag. De huizen bij de brug zijn zóó beschut- voor- en afgesneden van den stroom van leven op den weg aan do andere zijde, dat- zij er heel saai en vervelend uitzien, en hiermede wordt bij den huurprijs rekening gehoudenmaar wij, die er wonen zeggen, dat wij ze heel prettig vinden, omdat ze zoo afgelegen zijn we zijn allen te fatsoenlijk arm, om ooit te zeggen, dat wij arm zijn. Maar het- moot gezegd worden, dat Sophie nog niet zooveel van onze straat hield, om de gebreken er van prettig te vinden. groot deel verdwenen. De arbeiders zijn prijs gaan stellen niet alleen op een be-> hoorlijk© woning, doch ook op een omge ving, die een goede woning tot haar recht doetkomen. Tot de beruchte woonhokcirculaire vaq minister Aaiberse dat alles den bodem kwam inslaan. Daarin tooli wordt bepaald, jdat vooij woningen met een inhoud van 226 tot 275 kub. Meter minstens 60 pCt., van 276 tot 300 kub. Meter minstens 70 pCt der ex- plotatiekosten door de huren moest zijrü gedekt, terwijl voor woningen boven de 300 kub. Meter geen voorschot meer zou worden gegeven. En als we nu moeten vaststellen, wat deze bepalingen voor den woningbouw inj Leiden Yieteekenen, willen we even na gaan, wat bijv. het woningtype van „Do; Eendracht" tot financieel resultaat heb ben zal. Deze woningen, die slechts aan mini- mum-eischen voldoen, hebben een inhouds maat van 5.20 maal 8.50 maal 7.50 is on geveer 325 kub. Meter. Voor deze woningen is dus zelfs het ver krijgen van voorschot afgesneden. Doch' stel, dat minister Aaiberse voor een botte weigering terugschrikt en een voorschot' verleent, dan moeten toch de geheele ex- plotatieVosten door.de huren worden ge dekt. De woningen, die nu gebouwd wordetf (bouwplan kosten ongeveer f 7700. Zui nig gerekend, mogen we wel aannemend- dat ze nu kosten zullen f 8000. Rekenen we het percentage, dat door de Regeering wordt gesteld, doch wat door zeer vele deskundigen te laag wo*dt ge acht, n 1. 7 pCt van de kosten, dan zal voor doze mihimumwoning aan huur moeten worden opgebracht f 560 per jaar of meer dan £10 per week. Natuurlijk zal ieder toestemmen, dat dit een onzinnigheid is. Een bouwvakarbeider, die f 10 moet ver wonen, ral zeer spoedig den patroons gaan vertellen, dat hij minstens f80 per week moet gaan verdienen. Een loonstijging, die de bouwkosten weer schrikbarend zal op voeren. Dat gaat dus niet. Blijft over, mee te gaan met de plannen van minister Aaiberse en woningen bou wen van *2-26 kub. Meter. Dat moet worden een cénkamerwoning bij éénsgezinswonin- gen of verdiepingbouw. En nu mag verdie- pingbouw pas zijn voor Amsterdam oT BoUevdam, vcor Leiden is dat systeem absoluut ongeschikt. Wat moeten de bouwvereenigingen na" auen Woningen bouwen, welke over tien jaar absoluut onvoldoende zijn en dan een beeld geven van Hollandsche krenterigheid? Het bijltje er bij neer leggen en tot de Gemeente zeggenZorg zelf maar, dat de ingezetenen een woning krijgen? We meenen. dat nooh het een noch heï ander aan te bevelen is. En we meenen ook, dat, als het Ge meen febésjuur verder wenscht te kijken dan naar de belangen van het oogenblik, on een open oog heeft voor de eischen,- welke over een tien of vijftiental jaren aan de arbeiderswoning zullen worden gesteld, cTat zij dan met ons alle krachten zal in spannen, dat de woning voor de arbei dersbevolking niet voor 50 jaren zal zijn bedorven. Wij meenen, dat het de taak Is van het Gemeentebestuur, in samenwerking met andere Gemeenten, de Regeéring duidelijk te maken, dat in de plaats van deze „woonhokcirculaire" van minister Aaiberse een Rcgeeringsbepaling wordt uitgevaar digd, waarbij aan de-bouwvereenigingen wordt gegeven een renteloos kapi taal voor den aanbouw van woningen. Waar het geld vandaan moet komen? Wie de millioenen weet te vinden voor het oorlogen ontketenende militairisme, zal het ook wel weten te halen, al9 het voor dé opheffing van den woningnood noodig is. Geachte Redactie, onze dank voor de plaatsing. P. J. BOMLI. 3-October-strat No. 64* Leiden, 25 October 1920. en toen zij op een middag terugkwam van haar dagelijbschen tocht naar c3e bibliotheek zag zij alleen maar, hoe vervelend de hui zen en hoe leelijk de populieren waren. Zij herinnerde zich, dat de primula's in Long Marthon bijna geplukt zouden worden en zij zuchtte en het boekdeel „Do Republiek der Nederlanden" woog baar zwaar, terwijl zij keek naar de geel-grijze lucht on de grijze huizen, die op een afstand weder bij elkan der schenen te komen. Toen kwam een man met een wagen met goedkoope, vreemde hyacinten van den kant van- het dok den hoek om en hun teere witte, rose en lila kleuren staken heerlijk af tégen de som bere straat en lucht en gaven leven aan die saaiheiden toen zag Sophie, dat overal schoonheid is. Dus ging zij vroolijk naar boven, naar de kamer, waar nioht Harm a heel gemak kelijk en deftig op een groote canapé zat. Mevrouw Watson was ziekelijk, meer omdat zij er lust in had, dan dat zij het werkelijk waszij was een van die vrouwen, die op de eea of andere manier interessant moeten zijn, en als al het andere mislukt, nemen zij liuq toevlucht tot een bijzonderen rug, been en, die geheel anders dan ander© beenen zijn. Maar haar gezicht was uitste kend en zij las den geheelen dag geschie denis, levensbeschrijvingen en romans om beurten als voortdurende geestelijke sand wiches. Nooit had een oudé dame minder behoeft aan gezelschap en zij nam alleen oen meisje, omdat iemand haar briefjer moest schrijven, met verstand haar boeken moest ruilen en dc noodigo boodschappen •doen. (Woedt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5