LEIDSCH DAGBLAD. P3US DEB i .Ote, g|r regel glat«^|s '40 I u- ÉJoine a^ertentiöiilVroensd^ P$- 3M SiJ iM 5»aj%«| ..«w. 'Jqgagggyolgegifl poif Bureau NoordeiR^spleln. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 176, Redactie 1507. PRIJS DEZEB COURANT: iVoor Leiden, p, 8 mud, 12.50, p. vrpek" I Ö,Ï0 Duilèn Leiden, waar agenten gwan tig'd. zijn, par week 0/10 Ftaicö pró pöal vfrr li Dinsdag 6 Juli 1920. Nummer 18509- C Officieele Kennisgeving. OEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. De Burgemeester van Leiden brengB Jer .kennis van de ingezetenen, dat mor gen (JWoensdag) aan de (gemeentelijk!» wjschwinkols (Yischmarkt en Stadshulp- iWerf) HORSMAKREEL verkrijgbaar is k 10.18. SOHELVISCH k f0.22, GROO- TÈRE SOHELVISCH k fO.25-fO.28, Pieterman if o. 23, schol a f 0.2e en ftARBOT i f.0.62 per pond. N. C. DE J3IJSELAAR, Burgem. Leiden, 8 Juli 1920. STADSNIEUWS, Do uitsluiting der bouwvakarbeiders. Zooals vrij gisteren reeds meedeelden, gaal het in het conflict tusschen de pa troons in de bouwvakken en de werklie den, voor zoover deze zijn aangesloten bij 'de moderne on syndicalistische bon den, steeds meer hard tegen hard, en de JÜtsiuiting" krijgt meer en meer een alge meen karakter. - [Als het. getal uitgestotenen in Lelden £lleen werd ons van werknemerszijde ge doemd 203, waaonder ook een 9-tal steen houwers, die voor het eerst in het conflict tdjn betrokken. Verder zijn er nog 70 j^erkloozen, die reeds vóór de uitsluiting SVaren ontslagen. De patroonsorganisatie deelde mede, jjïat er nu 229 op de lijst stonden, waar onder ook een aantal stukadoors, die er gisteren waren bijgekomen/Ook in de om géving van Leiden wordt volgens de pa troons goed gewerkt. Het bleek ons trou wens ook op het kantoor van de moderne (organisatie, waar een zestal Duitschers, 'flle gewerkt haddon bij de Maatschappij •.iPadox"' en ook uitgesloten waren om- jqat rij zich bij de modernen hadden aan gesloten. Deze leden wilden weer naar. Duitaoh- Ifind vei-treÈbn, Tri de Eoop daar werk te yiïiden. In Noordwijk is gisteren een patroons- yerecnigtng opgericht, waarbij zich yrij- twel alle patroons hebben aangesloten, zoo- Öat Leiden deze gemeente nu los kan laten. Het bostuur dier vereeniging kan jar nu zelf dc leiding op zich nemen. Gisteren werd onr. van patroonszijde hok medegedeeld, dat een groot deel der R.-K. en Ohr. arbeiders uit vrees voor mo lest niet werkten. Dit wordt tegengespro ken door een der Christelijke arbeiders. Hoe dit zij, gisteravond is een vergade ring gehouden van den Ncd. Ohr. Bouw- (arb.-Bond, om hun houding nader te be palen in verband met het optreden der ffaltgeslotenen, waar de volgende, motie Werd aangenomen: De Nederl. Ohr. Bouwarbeiders-Bond, 'afd. Leidenbijeen in vergadering op Maandag 5 Juli, in „Patrimonium", ge hoord hebbende het molest, hun voorzit ter aangedaan, protesteert hier ten sterk ste togen. Elk hunner neemt de verant- iwoording van het afgesloten contract voor zijn rekening en zai zich individueel met 'tiJle krachten togen ellfe berooving van Öe .Vrijheid om te arbeiden verzetten. Men ziet hot, als het moet zal Bet ook ,van die zijde hard tegen hard gaan. (Over de hulp van de politie, om werkwil ligen te beschermen, waren zoowel deze werklieden als de patroons zeer tevreden. Het bestuur der moderne organisatie JTan werklieden zcide ons nog, dat men van die zijde zooveel mogelijk de uitge stotenen tot kalmte aanmaant. Men deelt ons mede, dat in het be stuur der afdeoling Leiden .van het ge nootschap. Nederland—Engeland ook zit ting heeft mevr. Vijgh—Vijgb, alhier. Tot directeur van „De Echo der Dui nen", te Noordwijkerhout, is benoemd de heer Joh. O. Geyp, djrectéur san het Leidsch Muziekkorps. Bij gelegenheid der inzegening yan het huwelijk van den heer O. v. d. Keur Jr., dir.. der Clir. zangvereeniging „Es Animo",alhier, gisteren in de Oosterkerk, door dr. Riemens, werd na afloop der pleohtigheid namens de zangvereeniging het bruidspaar een fraai ingebonden par tituur overhandigd yan het koorzang-stuk „Bruidzang", comp. Ph. Loots, welke door de leden van „Ex Animo" als wenscb het paar werd toegezongen, met orgel begeleiding. Het was, buiten weten van don directeur, ingestudeerd onder leiding van den. heer Nico v, d. Keur, De firma F. Vinkestein en Zoon heeft haar schoenenbazaar verplaatst van de Haarlemmerstraat 98 naar Haarlemmer straat 38, hoek Ursulasteeg. In dit perceel, een der oudste wonin gen yan Leiden, was tot voor eenigen tijd oen kruidenierswinkel gevestigd. De te genwoordige eigenaar heeft er een nieuwe onderpui aangebracht, zoodat het antiek karakter van do woning vrijwel Is be houden. De verbouwing werd dus voor den architect, den heer Rijnswou, een dank bare laak en de aannemers, de heoren Oudshoorn en Van der Spek, hebben hem bij de uitvoering op uitnemende wijze ter zijde gestaan. Het is een mooie winkel geworden. In de Ursulasteeg zijn twee groote winkelramen Voor één raam vindt men een uitstalling van lederfournituren, bestemd voor personen, die hun eigen schoenwerk r.epareeren. Voor het andere raam vindt men volksBchoenwerk, terwijl aan de Haarlemmerstraat luxe-schoenwerk is geëtaleerd. Achter den zeer diepen, prachtig verliohton winkel zijn het kan toor en de electrlsohe reparatie-inrich ting, terwijl boven do gevulde magazij nen zijn. Gisteravond te ongeveer 'acht uren was het in de omgeving van do Zijdgraoht geruimen tijd rumoerig, waarvan de oor zaak was, dat de Gebrs. S. twist hadden, welke in een vechtpartijtje overging. Het geval werd druk besproken.. iDe zware vette varkens van vóór 'den oorlog 'leefden tot dusver nog dleedits irn onze herinnering. In den oorlogstijd, waaraan wij nog niet geheel zijn ontgroeid, waren en- geen voldoende grondstoffen voor mesüma- teriiaal- Dit is gelukkig weer anders gewor den on heden zijn aan het slachthuis aan gevoerd een achttal varkens van neg geen jaar oud, waarvan do lichtste 183 on de zwaarste 230 K.G. woog; een gewicht, waar mede een vadkensmoster Ln den goeden ouden tijd zeer tevreden was. Deze varkens waren gemest bfj dén landbouwer M. van Zwie- ten, Gz., te Altpihen, en aangekocht door den dlager Peter M. Verhoef, Steenstraat 1. Aan het postkantoor alhier en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende Juni voor den postchèque en girodienst gestart f 694.303.29; uitbetaald wegens chèques f 648,080.68, Óp de post rekening van dit postkantoor -werd bijge schreven: a. wegens stortingen f 630.292.18; b. wegens overschrijvingen f 1,123,916,83. Afgeschrevena. wegens overschrijvingen f 28.930.48; b. wegens chèques f 629.481.24. Op den laatsten der maand was het aantal rekeninghouders van dit kantoor 525, Gemeenteraad van Leiden (Vervolg van gistereü), S '120. Praeadviee op het voorstel der Commis sie, b'tflast mot h'et onderzoek naar do billijkheid van bel aan de brugwachters Rietkerken eii Van Putten verleend ontslag. (121) De heer SIJTSMA spreekt' zijn leedwezen uit, dat deze kwestie zoo getraineerd ia, waardoor beide betrokkenen in voortdurende spanning zijn gehouden. Het heelt hem ook gogiïefd voor de commissie, die zelf met zooveel spoed heeft gewerkt. Grievender is echter de wijze, waarop B. eni W. het resul taat' der commissie hebben bejegend door er zoo weinig aandacht aan te schenken. Als voorzitter der commissie wil hij daartegen opkomen en zijnerzijds kahtteekeningen ma ken op het praeadvies, waaruit hij mr. v. d. Lip meent té herkennen met de conclusies, alsof er geen hooger recht is dan geschre ven recht en wij hebben het ontslag gegeven, Óns is heb goed. Hij wjjst nogmaals op heb vage en pn- 'dtidelijke van behandeling én onderzoek de zer kwestie destijds. De voornaamste aan klager was beschonken ens. De gerezen twij fel werd sterker door de houding der be trokkenen, die alles hebben gedaan, wat ge daan worden kon om de zaak geheel uitge zocht te krijgen, tot zelfs bij de rechtbank toe. Waren zij naar hun meening schuldig geweest, zij zouden dat niét hebben gedaan. Na tweemaal tevergeefs een beroep op den raad te hebben gedaan, heeft de nieuwe raad'de zaak eindelijk geëntameerd. Het spijt hem, dat B. en Wi. niet méé wilden doen aan het onderzoek der oommis sie. Was dat uit formalisme? Hij protesteert tegen de uitlating in het praeadvies, dat het onderzoek der commissie niet ernstig is feweest en wat het niet noemen van namen er gehoorde getuigen betreft, hadden B. en W. aan het onderzoek deelgenomen, dan wisten zij die, welke nu verzwegen zjjn, omdat er lieden bij zijn, in dienst der ge meente, 'bang voor de gevolgen onz. De handelingen der beide ontslagenen zijn ïiiei goed gepraat maar in onderling verband beschouwd en naar de juiste waarde gemeten on toen is uitspraak gedaan. Hjj rakelt dan het gebeurde pog eens op. Dat van Boudjja een kwartje als fooi werd aangenomen, zegt niets. Dat hebben ook anderen gedaan. Mén. schaffe dan het heele fooisysteem eens en voor goed pf. Zelfs de justitie vond geen termen ter vervolging. Is eenige straf verdiend, hier is de zwaarste opgelegd, die te geven wafl. Mede door het strafregister van beiden wordt gezegd, bedragend voor, Van Putten 17 straf fen in 11 jaar, voor Rietkerken 19 in 9 jaar. Ljjkfc dit eerst nog iets, io vergelijking- met 'de andere brugwachters bljjkfc het niet groot te zijn. En. dan nog de feiten, waarvoor iS gestraft. De directeur, van markt- en havendienst heeft ook niet direct tot ontslag geadvi seerd, al is dit later wellicht het geval ge weest. Het eenparig oordeel der commissie is, ail de straf te zwaar was, dat deze hoog stens uit schorsing had mogen bestaan. Wat zegt het slotargument van B. en W.'s praeadvies, met de vraag: wat moert er dan gebeiuren, waarbij naar voren wordt g&- sohoven, hoe bij terugnemen der. ontslagenen hun de heele tjjd van ontslag zal moeten worden uitgekeerd. Bij het doen van recht is dat toch geen argument. Waar bovendien beiden ander werk hebben gehad, v. Patten al den tijd, Rietkerken bpna al den lijd, acht spr. betalingniet noodig. - De heer DUBBELDEMAN meent, dat het praeadvies van B. en W. zoo al niet met Groeneveldiaansche oppervlakkigheid dan toch met Groéneve'diaatKcke spitsvondigheid is samengesteld. B. en W. zijn zooveel als advocaat van kwade zaken. Eenmaal er uit blijft er uit, is de leus. Als er een scheidsgerecht was geweest, had hij zich. niet met de zaak willeo inlaten. Hjj wi( er eohter op wijzen, dat, al was men a priori van andere meening, dé com munie bijna eenparig tot de conclusie is ge komen, dat beide betrokkenen vrij uit gaan. De beste mensch kan een glippertje ma ke:, ook B. en Wi en het i3 geen tohande, dab in te zien. Hij steunt den heer gjjjtama inzake dé ge- tuigenkwéstie, enz., daarbjj önccessi^velük! geïnterrumpeerd door wethouder y. d. Pot en de heeren Oostdam en Huurman en hand haaft heb voorstel der oommissie. Tenslotte vraagt hjj nog of juist is, dat 'de 'directeur van markt en havendienst later rapporteerde van diefstal van een vaptje zeep. door beide brugwachters, terwjjl later bleek, dat de bestolene zelf de dief was? Do heer KNUTTEL meent, dat heb prae advies van B. en W. in twee gedeelten is te splitsen, lo een maebtskwestio, 2o. een rechtskwestie. Over het eerste zal hij niet spreken, als hebbende weinig zin. Uitvoe rig gaat hij dan in op het tweede punt, pogende aan te tonen, hoezeer elke reden, voor een zoo zware straf als niet eervol ontslag ontbrak. Welke straf dan wél had moeten worden toegepast, heeft de com missie niet onderzocht, als vallende buiten haar terrein. Heb terugbrengen der kolen, op de schuit is zeker een fout, dooh psychologisch be grijpelijk. De meeaten zouden zoo doen. Reden voor ontslag is het niet. Later heeft men or de cardo quostionio van wil len maken, toen andere argumenten ont braken maar uit den ontslagbrief tracht hij te bewijzen, dht het dat nieti is geweest. Ook hij haalt de fooi van Boudijn aan als iets heel gewoons, er tegen op komen de, dat doze te kwauer naam en faam be kend kan worden verondersteld, waar deze in 15 jaar tijdfe slechts eenmaal wegens diefstal is veroordeeld, hoewel vaker voor drinken en vechten. Hij vraagt den voor zitter als hoofd der politie tegen zulke lichtzinnige, lichtvaardige uitdrukkingen in te gaan. Verder gaat hij nog op bijzonder heden in als het ontbreken van lioht in het brugwachtershuisje, wat nog wel was voor geschreven. Het strafregister van beide betrokkene acht hij eveneens niet meer dan middel matig. Ook niet uitgesproken verdenkingen zijn van invloed geweest, ook al is de onjuist heid daarvan later gebleken. Van mede plichtigheid aan diefstal blijft totaal niets over. Hoogstens is or 6prake van bijkom stige nalatigheid, disciplinair te straffen, maar nimmer met ontslag. De heer HEEMSKERK wiL waar hij over tuigd is, dat onrecht is godaan de heele commissie is overtuigd, dat de 6traf van ontplag onverdiend is meehelpen aan herstel, wat dat ook mogo kosten, B. en TV. stappen maar lichtvaardig over de zaak been. Hjj sluit zich aan bij zijn drie mede- commissieled'en, die reeds heb woord voer den. De heer OOSTDAM verklaart nader zijn standpunt als minderheid der commissie. Hij heofb zich -steeds gesteld op het stand punt van het algemeen belang. Dat vroeg beroep, daarom stemde hij destijds voor do motio Dubbeldeman. Toen hij het ongeluk had in de commissie te komen, stelde hij zich weer op dat standpunt. Hij gaat, al onderschrijft hij de gebezigde uitdrukkin gen niet, mede met zijn mode-commissie leden tot aan het terugbrengen der kolen op de schuit. Dan wijkt zijn weg af. Dat is hot eenige vergrijp, wat is overgebleven en al is heb psychologisoh verklaarbaar, het is de taak der overheid aan te toonen, dat die psychologie verkeerd is. In plaats van meo te helpen voor zoover in vermogen lag hebben beide ontslagenen geprobeerd do bewijzen weg te doezelen en al is mede plichtigheid dan niet bewezen, dit feit mo tiveort z. i. ontslag, waar deze beidé per sonen getoond hebben, niet bun positie te verdienen. Voor on-eervol ontslag was z.i. echter geen reden. Hij heeft daarom nog gedacht over een motie, waarin dit werd uitgedrukt, doch alleen eenstemmigheid in den raad zou beide ontslagenen iets baten en waar die ontbreekt, raadt hij hen aan zich te grijpen als houvast aan de eensge zinde uitspraak der commissie, voor zoover deze luidt, dat van iets oneervols geen kwestie is. Do heer DE LANGE ia tegen het voor stel der commissie. Al bet gesprokene heeft op hem een averechtschen indruk gemaakt. Er is absoluut niet aangetoond, dat de com missie meer vertrouwen verdient dan B. eai W., die toch door positie in maatschappij als anderszins z. i. de voorkeur verdienen. D© raad heeft het recht van ontslag in handen gesteld van B. en W., dus heeft, de raad afstand gedaan van het recht van revisie. De zaak valt daardoor buiten de competentie van den raad. Ten slotte wijst hij op heb rapport van den directeur van markt en havendienst voor de beslissing van B. en W., diat alleen in zoover afweek, dat voor één schorsing met inhouding van tractament vroeg. De heer KUIVENHOVEN heeft dén in druk gekregen, dat de begane fout de zwa- ro straf van ontslag niet wettigt. .Wethouder VAN DER LIP zal niet punt voor punt nagaan. Hij zal aanvangen met do formeele kwestie. Er is het verwijt ge maakt, dab er zoo weinig aandacht is geschonken aan het rapport der commissie.; Dat is het gevolg van het verkeerd be sluit; deze zaak, vallend alleen onder do competentie van B. en W. in een Raads commissie te brengen, waarvan B. en W.; zonder eigen standpunt te verlaten, geen deel konden nemen. Zoo komt men van hot een tot het ander. De Raad wil zich maken tot een college van hooger beroep. Zijn standpunt echter is: Wij moeten ons houden aan bestaande wetten en verorde ningen. Wil men dat niet, dan. zullen soherpe conflicten onhoudbaar zijn, niet door schuld van B. en JV-, maar van den Raad. Uit eerbied voor den Raad en de Com missie zal hij over do kwestie zelf nog iets zeggen, al doet hij het niet cum animo.; Nogmaals geeft hij dan de lezing van B. en B. handhavende, dat Boudijn te 'slech ter naam en faam bekend moet -worden ge acht, gezien diens algemeen strafregister, onz. Hij concludeert, dat op een dusdani- gen post personen als beide ontslagenen niet te gebruiken zijn, ook al neemt men niet aan medeplichtigheid aan diefstal, of wat ook. Het verwijt van advocaat van kwado za ken wil hij terugwerpen op de commissie, die- telkens vergoelijkt, dooh tevens aar zelt, zooals hij poogt aan te geven. 'Aan het strafregister der ontslagenen heeft de commissie te veel waarde geheoht Zelfs bij minder zou deze straf zijn geval len. Dat het strafregister overigens mid delmatig is, ontkent, hij beslist. Slechts vier brugwachters hebben een dergelijk, doch dezen hebben dan nog 25 en 20 jaren dienst, tegen beide ontslagenen resp. 17 en 19. Er was nog pas 6 weken té voren gestraft met de bedreiging: volgende keer ga je er uit. Dat het O. M. geen vervolging wilde, zegt. nog niets. Het laat dikwijls een zaak ongemoeid, als volgens het tuchtrecht vol doende is gestraft. .Op de vraag van den heer Dubbeldeman antwoordt, hij, dat hom niets bekend is van oen dergelijk rapport Hij blijft ér ten slotte bij, dat B. en W. alleszins redeu hadden tot- de gegeven uitspraak. De heeren KNUTTEL, DUBBELDEMAN HEEMSKERK, SIJTSMA en DE LANGÈ repliceeren, waarbij de heer DUBBELDE MAN nog een motio voorstelt om B. en W. niet te verzoeken, maar op to dragen beide ontslagenen zoo spoedig mogelijk weer in dienst te nemen, met meebelling van den tijd buiten gemeentedienst voor pensioen en vergoeding van hetgeen zij in dien -tijd minder inkomen hebben ge noten. Dit als afweer tegen een door B. en W. naast zich neerleggen van het voor stel der commissio. De VOORZITTER kan dit staatsstuk" niet precies onderbrengen, maar in ieder FEUILLETON, FABBIEESEOOS. Roman naar hot Engelsch van BOOTH TARKINGTON. (Nadruk verboden.) S7) (Vaag verontrust liep hij naar een der '^plaatsen achter in den' wankel en liet eijri oog langs de twee rijen barbiers gaan, ityha-rbij hij hier en daar snel afgwende blikken opvXDg. Hij hield ©en korte in fectie, nadat hij op do gedachte was ge- ko.mon, of een der barbiers dien dag of iqeïi vorigen ook gestorven kon zijn, maar gr was geen open plaats in een der rijen. !P>0 stoel naast hom was onbezet,' maar iemand had daarop een exemplaar van de /Extra" laten liggen en met gefronst go- •ilkat nam hij dat op en keek er in. De 'jejjreto der gezwollen, op sensatie gerichte tfêgois zeiden hem weinig: Noodlottig ongelukNieuw systeemdak in en slingert den" kapitalist met den .^t'vin der dood neer. Zeven ontkomen bij de instorting. De dood eischt Tot zoover had hij gelezen, toen een öriollc hand op h^t papier werd gelegd ©h letters yo.oV rijn oogen bedekte. Opkij- 'énd zag hij Bibbs voor zich staan, bleok en ordelijk, vol onuitsprekelijk medelijdon. Jj.k ben om \i gekomen, vader", zoi Bibbs, .ijBjcp is do jóngen met uw hoed en jas. u>cp' die aan étx ga mee naar huls." v'.En zelfs tóen nog begreep SWidan het hic| Zóó vist yali hij ovèrtuigd van do sterkte en gTöótbèid Van alles, wat' hét zijue was, dat hij niet begreep, welke ramp hem had getroffen. Maar hij was versohrikt. Zonder oon woord te zeggen, volgde hij Bibbs met 'ooden schoenen door den stil len winkel naar buiten, maar loen rij het trottoir hadden bereikt, bleef hij staan en mot rijn bevende viagers de mouw van zijn zoon grijpend, draaide hij hem om, zoodat zij van aangezicht tot aangezicht tegenover elkaar stonden. „Wat wat Zijn mond kon liem niet don dienst bewijzen, dien bil er van vroeg, zoo was hij ontdaan. „Extra!" schreeuwde een eourantenjon- gon vlak in zijn gezioht. „Jonge miUionair van de Noord Zijde oogonblikkclijk gedood Extra I" „Niet Jim," zei Sheridan. Bibbs nam do hand van rijn vader in de zijne. „En jij kamt mij dat vertellen?" •Sheridan wist) niet wat hij zeide. Maar uit die eerste woorden ©n uit die eerste zielesmart op het groote, verslagen gezicht begreep Bibbs den geuit-en kreet van be schuldiging „Waarom was jij het niet." HOOFDSTUK- XII. Toon Bibbs drie dagen later in dl© zwarte groep onder de kale boomen op hot kerk hof stond, drong zioli ton spijt' van hemzelf een heel oude gedachte aan hom opde ziekelijke broeder liad dén sterken broeder begraven en Bibbs was benieuwd te weten, hoeveel millioen malen dat reeds was go- bourd, sinds do menschen voor het eerst- do zoons van één moeder broeders noemden. Hij na in letterlijken zin had hij rijn sterken broeder begraven, want Sheridan was als gebróken, toen hij zijn doo'dcn zoon zag. Hij bezat niets om hom den sohok te hel pen dragen, geen bepaalden godsdienst, mooh eenige „wijsbegeerte," bepaald of onbepaald. Hij kon rich slechts tegen het voorhoofd slaan en telkens weer vragen of hij niet met oen bijl gedood kon worden, terwijl rijn vrouw niets anders wist te doen dén hom smcoken, rich niet zoo „overstuur te maken," terwijl rij zelf voortdurend jammerde. Edith sloot schreiend een wa penstilstand met Sibyl on droog zorg, dat do rouwkleoron boven alle oritiek waren. Roscoe was geheel verbijsterd en onttrok zioh aan alles, rijn gedrag rechtvaardigend met de zonderlinge beworing, dat- hij „niet de minsto ondervinding in zulke zaken had." Bibbs, de schuwo buitenstaander, werd dfus, tijdens dien korten, vreeselijken tijd, meestor in huiswant somtijdB kan de dood een dorgelijk vreemd verschijnsel ten gevolge hebben. Hij haalde de bloedverwan ten van buiten dé stad van het stationhij bepaalde don tijd voor de begrafenis en den tijd voor de maaltijden; hij koos de bloemen uit en ook Jim's doocUasthij deed alle naro dingen en allo andere dingen. Jim had behoord tot oen orde van Ridders die de godsdienstige plechtigheden met een eigen schilderachtige ceremonie verleng- "den, en in hot eerst.had Bibbs dat willen vermijden, maar bij cenig nadenken opper de liij geen bezwaren, want hij veronder stelde, dat die Ridders en hun dienst rijn vader wel niet zoozeer troost zouden schen ken, maar toch voldoening. Do Ridders voerden dus de processie met hun muziek korps aan, dat "een gedeelte van den lan gen -weg naar het kerkhof een treurzang speelde,, en keerden toen terug, na eerst, niet hun gepluimde hoeden eerbiedig in de harid, twee rijen geformeerd te hebben, om den lijkwagen en de rijtuigen daar tus schen door to laten passeer en. „Bijzonder knappe mannen," rei Sheri dan op gosmocffden loon. „Zij allen al len hielden veel van hem. Hij was Zijn ademhaling ging in een snik over en rijn keel werd als toegesnoerd. „Hij was een Groot, Verheven Heraut l" Bibbs had goed geraden. „'Stof tot stof," zei onder de kale boo men do predikant en bij die woorden schok te Sheridan stuipachtig van het hoofd tot do voeten. Er ging een huivering door al len in de zwarte groep, behalve door Bibbs, toen het kwam aan „stof tot stof." Bibbs stond er kalm bij, want hij was de eenige onder hen, die zich met die gedachte had vortrouwd gemaakt-; hij was er langen, langen tijd na aan toe geweest zelf stof te worden, en zelfs nu kon hij geen langdurige scheiding tusschen hem en stof voorspel len. Dc machinefabriek had hem er heel dicht bij gebracht! en indien hij or naar te rug moest keeren, zou zij hem er waar schijnlijk nog dichter bij brengen; zoo dicht zooals dr. Gurnoy voorzag dat nie mand hot verschil tusschen hem en stof zou kunnen zien. En Sheridan zou, als Bibbs hem goed kende, er nu nog meer op staan een man van hem te maken, nu er een man minder in de familie was. Voor zoover Bibbs wist, had niemand en niets .rijn vader ooit weerhouden zijn plannen door te zet ten, wanneer hij die eenmaal had opgevat; en Sheridan was niet' In staat te gcloovcn, dat een van rijn plannon niet de uitwer king zou nebben, die hij daarvan verwacht te. Zijn natuur maokto hem ongeschikt een mislukking te aanvaarden. Hij was begif tigd met oen vreeselijke volharding; en met het onwrikbaar vortrouwen, dab rijn han delwijze do eenige goede was, zou hij daar aan vasthouden om ecu man van Bibbs te' maken, die op zijn lijdelijke en onpersoon lijke manier heel goed begreep, dab hij daardoor licht- niet een man, maar stof zou worden. Hij huiverde niet bij die gedachte of bij wolke andere ook. Do waarheid omtrent Bibbs was uitgedrukt in het vers, dat Editli Had geannexeerdhij had rioh zoo geheel de overgevoelige gewoonte eigen gemaakt, van zijn gevoelens to verbergen, dab hij on getwijfeld op, dab oogcnblik was vergeten, waar hij enkele daarvan had gelaten, voor namelijk dio welke hemzelf betroffen, waar zij niet konden gevonden worden. Hij was een vreemde voer zijn vader, maar rijn va der niet voor hem. Hij wist-, dat Sheridan's plannen voortkwamen uifc hot stijfkoppige geloof, dat zij Bibbs zelE geluk eouden aan brengen, en wat heb resultaat daarvan ook mocht worden, do zoon was niei) bitter ge stemd. Verre van daar, want toen hij naar de groote, droevige gedaante keek, die schokto van smart, kneep een bijna on draaglijk medelijdon Bibb's ós keel toe. Roscoo stond te knipoogen en rijn lippen trilden; Edith weende luid; mrs. Sheridan leunde half in zwijm tegen haar man aan. Maar Bibbs wist, dat rijn vader de eenigo was, die werkelijk leed. Het was voorbij. Mannen, in zwarte over- kleeden kwamen naar voren met hun schop pen en Bibbs knikte haastig tegen Roscoè, terwijl hij een opvallend gebaar naar do rij wachtende rijtuigen maakte. Roscoe be greep het Bibbs wilde blijven om het graf te zien dichtmaken; de anderen mo» ten heengaan. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 1