No. 18482
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 Juni
Tweede Blad. Anno
BINNENLAND.
geding van buitengewone belastingon.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
znke het wetsvoorstel van den heer Mar
■bunt c. s. tot heffing van buitengewone
ielftstingcn voor een snellere aflossing van
,jP ciïsissch'.'ld.
Daarin merken de ondertoelcenaron, de
Tweede Kamerleden M.irehaut, 'ran Bore-
stevn, Ketelaar, Oud en Tecusfcra, o m. <p
De economische vooruiczivhtea, die de
[iaancieele bepalen, schijnen voor Neder
land in de naaste toekomst niet gunstig,
pe steeds nog stijgende opbrengst der
jjjjksmiddelen bewijst de enorme c-xpan-
jjeve kracht van ons öedryi d.even, di-ub
gst de werking der ongunstige factoren
hierdoor geheel zou worden geneutrali-
jperd, is Diet aannemelijk; de moeilijkhe
den zullen straks in de iriddclencijfers zijn
te herkennen.
Maar bovendienWelke raming is door
de uitkomst over 1919 zoo verblijdend over
troffen Een raming, waarbij geen rekc-
ding is gehouden met de verminderde
joopkracht van het geld. De enlarissen
rijn opgevoerd met peivenuiges, die s- in
tijds de honderd overtroffen, allren met
het doel, de koopkracht, daardoor veite-
jenwoordigd, te houden Cjj hetzelfde peil.
Jfatuurlijk moet hetzelfde accrès zich uit
spreken in de opbrengst der middelen.
;Wnre het anders, wij zouden niet vooruit
gaan, doch beneden het peil van vóór den
oorlog terugzinken. Indien men de cijfers
ran 1919 herleidde tot den norm, door de
toepaeing van de formule, waarnaar dc sa
larissen zijn opgevoerd, is het de vraag,
of de uitkomst ons een juichkreet zou ont-
jokken
Veeleer valt te voorzien, dat wij moei
lijke jaien te gemoet gaan. Dit is een over
ireging, die ons prikkelen moet om onze
schulden spoedg te delgen, nu nog moge
lijk is, ten einde voor de moeilijke jaren
don druk te verlichten.
De bezwaren tegen de vermogensheffing
aangevoerd, zijn goeddeels het gevolg van
het bestaan der crisisschuld zelf. Zonder
moeilijkheden kunnen wij van die schuld
au eenmaal niet vrijkomen. Het middel,
hier voorgesteld, is minder bezwarend dnn
de langdurige druk onder de andere me
thode.
De voorstellers verwachten, dat dc hef
fing van het vermogen den betaler zal
prikkeleie tot besparng, om het geslagen
gat to stippen, ook al mocht hij in staat
zijn om L <t bedrag in termijnen van zijn
inkomsten vaf te zonderen. In elk geval
zal die prikkel om om het verlies in te
halen sterker werken dan ingevolge de
langdurige heffing tot dekking van rente
en aflossing.
Dit is een van de redenen, waarom dc
onderteekenaren van de versnelde schuld
delging een versneld herstel verwachten.
Zij beoogen geenszins, dat de Staat na 't
incasseeren van de vermogensheffing de
mimte, ontstaan door het wegvallen van
de verplichting, om rente en aflosssing te
betelen, aanstonds zou gaan aanvullen
door de directe belastingen met dit bedrag
op te voeren. De Staat zal wel verplicht
zijn, rekening te houden met de aderlating
die de vermogens hebben ondergaan. Het
is echter te verwachten, dat, na afloop
yan tijd do geslagen wonde zóó afdoende
zal zijn genezen, dat de sporen van de ope
ratie zullen zijn verdwenen.
Er is voor de vermogensheffing nog een
argument aan te voeren, waarop tot dusver
de aandacht niet is gericht. Nu de directe
belastingen tot een ongekende hoogte wor
den opgevoerd, komen tal van verschijnse
len, waarop de theoretsche beschouwingen
der belnstingleer zijn gegrond, in een an
der licht. Een van deze verschijnselen is
de afwenteling. Deze is bij de inkomsten
belasting een belangrijke rol gaan spelen.
Voor hen, die hun inkomen vinden uit be
drijven, is menigmaal de mogelijkheid ge
opend om de verzwaring hunnen inkomsten
belasting af te wentelen op de verbrui
kers en op hen, die hun diensten bchoc-
.ven. Aldus werkt de directe belasting in
menig opzicht als een indirecte.
Bij do vermogensbelasting zal dit niet
hogelijk zijn, althans veel mincler gemak
kelijk. Zij, die worden aangeslagen, vol
doen de belasting uit eigen middelen. Al
dus worden in de eerste plaats diegenen
lot het dragen van den last geroepen, die
aan de uitgaven door den crisistijd afge
dwongen, het behoud van hun vermogen,
menigeen het verwerven van zijn vermo
gen, hebben te danken.
Ten einde de betaling ineens te bevorde
ren en dus de afwikkeling te bespoedigen,
lubben de voorstellers de bepaling opge
nomen, dat bij dadelijke voldoening van
het geheels bedrag acht procent wordt ge
kort. Zij blijven van meening, dat overi
gens bij het bepalen van den duur en hot
aantal der termijnen de keuzo van tien
jaartermijnen bet doelmatigst zal blijken.
Het is zuiver een vraag van opportuniteit.
Reden om met de heffing hooger te gaan
is er, naar de voorstellers niet.
Dc vermogensheffing *an niet mot de vermo
gensbelasting worden samengesmolten, omdat
de wijze van betaling d°arvoor te veel verschilt.
De toeslag op de inkomstenbelasting kan niet in
óón tarief worden samengesmolten met do in
komstenbelasting omdat zij niet over hetzelfde
bedrag wordt geheven. Wel kan zij worden ver
anderd in een toeslag op de Rijksinkomstcnbe-
Insting, zoodat zij op één biljet wordt gebracht
en gelijktijdig geïnd. De daartoe ncodige wijzi
ging is aangebracht.
De opmerking, dat met het kindertal geen re
kening wordt gehouden bij de buitengowono be
lasting van bedrijfsinkomslen, is niet juist In-
lusschen geren onderlcckenaren toe, dat de lief-
ring voor ambtenaren cn anderen, die geen of
slechts een klein vermogen bezitten, te bezwaar
lijk kan zijn. Zij hebben daarom oen nieuw ta
rief samengesteld, dat met deze bezwaren reke
ning houdt.
Hel opnemen van den aanslag van naam-
looze vennootschappen zou neorkomon op een
dubbele belastiug van de binnonlandsche aan
deelhouders. Tegen dit nadeel weegt niet op liet
voordeel, dat ook dc buitenlandsche bezitters
zouden modebetalen. Dit geldt niet van buiten
landers," die in Nederland gelegen onroerend
goed bezitten. De crisisuitgaveu hebben ook bon
gebaat.
Voorts konden door de beperking der belas
ting tot de vermogens boven f 50.000 een aantal
vereenvoudigingen worden aangebracht.
Daarentegen is een tweede lid toegevoegd, dat
oen bepaling behelst, die Nederlandere, die na
het eincle van den oorlog zich naar het bui
tenland begaven, om de hooge belastingen bier
te lande te ontgaan, alsnog in deze heffing be
trekt.
Een nieuwe bepaling is toegevoegd, die de on
billijkheid wegneemt, dat zij, die in de kolo
niën wonen en wier verlof valt in con der ja-
ren 1920 tot 1926, voor volle bodrag in dc ka-
pitaalhcffing worden aangeslagen.
Aan do overeenkomstig de Mem. van Ant
woord ingediende nota van wijziging is bet vol
gende ontleend:
L Indien de waarde van het vermogen, niet j
meer bcdraag dan f 50.000 is geen belasting
verschuldigd.
Indien die waarde meer bedraagt dan f 50.000
wordt de verschuldigde belasting over gehecle
bedragen van f 1000 berekend, als is aangewe
zen op do volgendo tabel:
van f 50.000—f 75.000 1 pCt., van f 75.000—
f 100.000 2 pCt.; van f 100.000—125.000 3
pCt.: van f 125 000f 150.000 4 pCtvan
f 150.000—f 175.000 5 pCt.; van I 175.000—
f 200.000 6 pCt.: van f 200.000—f 225.000 7
pCtvan f 225.000—f 250.000 B pCt.; van
f 250.000—f 275.000 9 pCt.; van f 275 000
f 300.000 10 pCt.; van i 300.000—f 350.000
11 pCtvan f 350.000—f 400.000 12 pCt.;
van f 400.000—f 450.000 13 pCt.; van l 450.000
f 500.000 14 pCt.; van f 500.000—f 600.000
15 pCt.: van f 600.000—f 700.000 16 pCt.; van
f 700.000—f 800.000 17 pCt. van f 800.000—
f 900.000 18 pCt.: van f 900.000—f 1.000.000
19 pCt.; van f l.OOO.OOO—f 1.250.000 20 pCt.;
van f 1.250.000—f 1.500000 21 pCt.; van
f 1.500.—000—f 1.750.000 22 pCt.: van
f 1.750.000—f 2.000.000 23 pCt.: van f 2.000.000
f 2.500.000 24 pCt.; boven f 2.500.000 25 pCt.
IL 1. Er wordt voor tien achtereenvolgende
belastingjaren, het eerste aanvangende 1 Mei
1920, een toeslag geheven op de aanslagen in dc
inkomstenbelasting van de belastingplichtigen,
ouder letter a van artikel 1 der Wet op dc In
komstenbelasting 1919 vermeld.
Deze toeslag is niet verschuldigd, indien het
inkomen niet meer bedraagt dan f 5000.
Bedraagt het inkomen meer dan f 5000 dan
wordt de toeslag berekend over gehecle bedra
gen van f 100, als is aangewezen op do vol
gende tabel:
van f 5000—f 7500 7» pC,t.; van f 7500—
f 10.000 1 pCt.; van f 10.000—f 12.500 l1/.- pCt.;
van f 12.500—f 15.000 2 pCt; van f 15.000—
f 17.500 27* pCl.; van f 17.500—f 20.000 3 pCt
van f' 20.000—f 22.500 37* pCt.; van I 22.500—
f 25.000 4 pCt.; van f 25.000—' f 27.500 47* pCt.;
van f 27.500—f 30.000 5 pCt.; van f 30.000—
f 35.00 5pCt.: van f 35.000—f 40.000 G pCt.r
A an f 4-0.000f 45.000 67* pCt.; van f 45.000
f 50.000 7 pCt.; van f 50.000—f CO.OOO 71/* pCt.;
van f 60.000—f 70.000 6 pCt.; van f 70.000—
f 80.000 87» pCl.; van f S0.00O—f 90.000 9 pCt.
van f 90.000—f ÏOO.OOO 97= pCt.; van f lOÜ.OOO
1" 125.000 10 pCt.; van f 125.000—f 150.000
107* pCt.; van f 150.000—f 175.000 11 pCt.:
Van f 1750.000—f 200.000 ll1/* pCt.; van
f 200.000—f 250.000 12 pCt.: boven f 250.000
127* pCt.
TWEEDE KAMER.
(Vergadering van gisteren.)
Nedcrland-België.
Na dc voorlezing van de verklaring van
den Minister van Buitealandschc Zaken, den
heer VAN KARXEBEEK. gisteren vermeld,
klonk applaus van beide zijden der Kamer.
Do heer TROELSTRA (S. D. A. P-) stelt
voorop volkomen doordrongen tc zjjn van het
g.rcrte belang van het Nederlandsche volk
bij een rustige en zakelijke behandeling.
De vragen, welke- tor sprake komen, zijn
tweeerlei. Zij .«treffen het beleid der Regee-
riug cn de kwestie zelf.
Spr. vraagt inlichtingen over de Neder-
lan h-riie grens der Wielingen- Hij vraagt
zich voorts af, of de Belgische Regeering
de Wielingen-kwestie misschien heeft aan
gegrepen, om den afloop der tractaat-on-der-
handelingon te niet te doen. Spr. vraagt
den Minister hoe de tekst luidt van de nota
van België betreffende het afbreken der on
derhandelingen. Ook vraagt spr. inlichtin
gen omtrent de bedoeling van enkele verkla
ringen van Minister Hymansals zou er
geen oplossing bereikt zijn bij de onderhan
delingen over de tractaatherziening,
Wat betreft den Belgischen eisoh van een
garantie, voor de neutraliteit van België,
door Nederland over te nemen, en wat aan
gaat het verlangen van een militaire allian
tie, daaraan zal nooi't voldaan kunnen wor
den. Spr. verheugde er zich over, dat ook do
Belgische socialisten hiervan niets willen
weten.
Omtrent de houding der NederLanclsche Rc.
gecring ton aanzien van de Wielingen, zegt
spr-, dat het niet aangaat zich vast te leggen
op historische aanspraken. Dat blijkt ook
niet uit 'sMinisters mededeelingen. Deze
aanspraken kunnen den doorslag niét geven.
Ook juridische beginselen, ontleend aan het
Volkenrecht., kunnen niet allen den doorslag
govon.
Spr. zou twee beginselen voorop stellen
willen. Ten eerste het belang van den we
reldvrede ten tweede- het Nederlnnisch be
lang op oen zoo goéd. mogelijke internati
onale positie.
De Regeéring kan zich nu -stollen op liet
standpunt van een compromis, maar feitelijk
hoeft zij reeds alles gedaan wat taa haar
verwacht kan worden.
De heer VAN RAVESTEIN (Comm P.)
betoogt, dat van een beroep o-p historische
rechten geen sprake moer kan zijn. Hij vraagt
hoever geografisch on3 beweerd recht strekt.
In het belang der goede verstandhouiing
incoten wij ons in onze eischen zoo veel mo
gelijk beperken.
Dc heer DRESSELHUTS (V. L.) gaat
den 1-oop der onderhandelingen na, waarbij
België een ongelooflijken eisoh stelde, n.L
de souvereiniteit over de geheele Schelde.
Niettegenstaande dien edsch, is de Regee
ring tooh qp de onderhandelingen ingegaan-
Aanvankelijk leidden deze tot een voor
beide partijen bevredigende uitkomst. Neder
land hcoft daarbij belangrijke concessies ge
daan. Toen er overeenstemming was bereikt
bij de onderhandelingen, was de Wielingen-
kwest-ie van -alle kanten bekeken. Spr. zegt
dat men nu niet anders kan zeggen, dia dat
België nu de Wielingen-kwestie gebruikt als
een voorwon else]Ook in België is dat erkend
Met welk doel dit voorwendsel gebruikt
wordt, volt niet na te gaan. Misschien zjin
or biunenl-andsche Belgische overwegingen.
Do Nederlandsohe Regeering heeft de on
derhandelingen met de eerlijkheid, tact cn
fatsoen gevoerdterecht heeft hiervoor ap
plaus geklonken- Spr. zegt, dat Nederland
elk rechts- of arbitragémiddel zal aanvaar
den. maar hij verwacht, dat er geen verdere
stappen zulllcu worden gedaan de grens is
nu bereikt. De Regeering behoeft hiervoor
zeker geen aansporing, maar het is ge-
wenscht, dat- uit de Kamer dit verklaard
wordt.
Do MINISTER VAN- BÜITENLAND-
SGHiE ZAKEN vor-nam met genoegen van
don heer Troolstr-a, dat de houding der Re
geering correct is geweest. Diens beschou
wingen zal apr. niet- in bijzonderheden vol
gen.
Nederland heeft zijn aanspraken op de
Wielingen niet prijs gegeven bij den aan
vang van den oorlogde houding, toen aan-
j genomen, is eohtor volstrekt niet onver
klaarbaar.
Spr gelooft niet, dat de Rc-geering in
consequent is geweest, tem aanzien van do
Wiediagenkwestie.
Van een g'eheim tractoat met Engeland
is spr. niets bekend. Over die bedoeling
van uitlatingen van minister Hijmans kan
spr. zich niet uitlaten.
Do brief der Belgisoho delegatie betref
fende het afbreken der onderhandedingon
is formeel nog niet in behandeling bij de-
commissie; claairom kan spr. den inhoud
niet bextueel modedeolen. Er is natuurlijk
ooncordatie met de modedcelingen van mi
nister Hijmans in tie Belgisoho Kamer.
Onjuist is do meening ion den heer Van
R-avcsteyi, dat er geen hist-orisohe rechten
zijn. Mon moet over clezo reohhon niet- licht
vaardig spreken. Wie van dc Wielingen
spreekt, spreekt van dc Schelde; wie van
de Scheldo spreekt, spreekt van Vlaande
ren cn wie vai Vlaanderen spreekt; spreekt
van Zeeland en ten slotte van Nederland.
Den heer DreaaeJhuys antwoordt spr.,
dat het standpunt der Rogeorrng uit zijn
verklaring blijkt.
Een technische solutie is er maar het is
nu niet liet cogvnHik, daarover' te 6pre-
kon.
Interpellatie-invoering Arbeidswet.
Aan de orde is hierna de interpellatie-
Sohaper, omtrent heb in-working-tredeai
van de nieuwe Arbeidswet aangaande den
8-ur en-dag.
Spr. licht zijn interpellatie toe, cn be
toogt, dat de invoering van de Arbeidswet
vertraagd wordt. Hij oiteerb daarbij het
geen „De Nicniwo Courant" over het be
leende uitstel van dc invoering cm in ver
band daarmede over do Arbeidswet sohreof.
Spr. stelt ben slotte de volgende vragesn
1. Togen wolken datum kan, volgons den
Minister, de in-worlring-breding van de
nieuwe Arbeidswet, althans wat de voor
naamste bepalingen betreft, worden te ge-
moet gezien?
2. Waaraan is het toe te schrijven, dat
dezo wet, naar bet schijnt, nog in de eerst
volgende maanden niet in boepassing zal
worden gebracht?
3. Wordt door de werking van den Hoo-
gen Raad van Arbeid die toepassing niet
al to zeer vertraagd, roede doordat de amb
tenaren aan het Departement aan hun werk
voor dat doel worden onttrokken
De MINISTER VAN ARBEID, de heer
AALBERSE, antwoordt op de eerste vraag
dat over den datum van iu-werksng-tre-
ding van de nieuwe Arbeidswet nog niets
mot zekerheid te zeggen valtwaar de
Hooge Raad van Arbeid en do Raad van
State nog gelioor-d moeten worden. Spr.
gelooft-, dat. met 1 October de bepalingen
betreffende do fabrieken en werkplaateen
in werking zullen kunnen treden. Spr. zal,
wat hem bebreft, alles aanwenden, om de
invoering nog te bespoedigen. Daarna zul
len achtereenvolgens komen do regelingen
voor winkels, ziekeninrichtingen, apothe
kers, hc-tels en restaurants en ten slotte
de regeling vaa den arbeid buiten fabrie
ken, enz.
Spr. meent, dat er spoed is en wordt be
tracht. Het is do meest ingrijpende wet,
tot nog toe in het „Staateblacï" versche
nen; daarom is een goede voorbereiding
noodig.
Als voorbeelden noemt spr. de invoe
ring van do Veiligheidswet, waarvan de-
voorbereiding 15 maandén duurde die van
de Stuwadoorswet, welke slechts op een
groep van personen betrekking heeft, duur
de ruim 24 maanden, on dro van de Steen-
houwerswet duurde bijna 17 maanden. De
voorbereiding van de invoering van de Ar-
beicljwét zal, wat de fabrieken en werk
plaatsen betreft, elf roaandon duren.
Men moet er ook rekening mode houden,
dat ook ander-o wetten aan spr.'s Depar
tement in voorbereiding zijn, m. n. de Ge-
zondhcécislwet, do Warenwet en de Vleesoh-
keu rings wet, welke ongeveer terzelfder tijd
als da Arbeidswet geheel in werking zullen
kunnen itreden.
Voor de Arbeidswet zijn noodig 7.03 aige-
meeue maatregelen van bestuur het Ar
beidsbesluit is goreed cn reeds terug van
den Hoogen Raad van Arbeidweldra gaat
het naar den Raad van State. Vorder zijn
gereed voor den Hoogen Raad het Werktij-
dembcsluit cui het Rusttijden- cn Arbeids-
tij'dcmbcfduiit. Voorts komen >er nog ee.11
Jooclsoh Balckersbesluit, een Plaatscnbealuit
en het zeer belangrijke O verg angsbesloi t
welke deze maand gereed kom on en naiar
den Hoogeu Raad van Arbeid gaan.
Bovendien was er verschillende andere
belangrijke arbeid aan spr.'s Departement;
m. n. bet ontwerp van een 6oheepsarS>ei-
derswet ter vervanging van do Stuwadoc-ro-
wet-, een wijziging van do Steonhouwere-
wet en het ontwerp tot vreedzame beslech
ting van arbeidsgeschillen in vergevorder-
den staat van voorbereiding verkeert- de
Landarbeid erswet.
Hierna komt spr. tot- de tweede vraag
met een uiteenzetting van dc wijzo vaat
voorbereiding d'cr bestuursmaatregelen in
zake do Arbeidswet. Veel tijd werd m. n.
veireischt voor do opleiding van het nieuwe
personeel der arbeidsinspectie, waarvam.
het aantal ambtenaren van 77 tob 99 is ge
komen.
Wat de derde vraag betreft, van een al
of niet gewilde obstructie van den Hoogcn
Raad van Arbeid is geen sprake. Spr. is
het niet eens met den interpcllant. dat
men do voorbereiding nu maar overhaast)
moet afdoen. Do Minister moot zijn toezeg
ging gestand doen, dat hij den Hooge,a
Raad van Arbeid zal hooron ovor de maat
regelen var. bestuur. En j'uist- do voorstan
ders van den 8-uren-bh.g moeten er prijs
op stellen, dab de voorbereiding zoo goed
mogelijk is. Hoe dio ook zij, „De Nieuwo
Couranit" zal in elk geval schrijven, dat
spr. gewerkt heeft onder de awecp van den
heer Schaper. Maar het is niet dro critiok,
welko 6pr. vreooi. Schade doen volkomen
valsche on geheel uit do lucht gegrepen be
richten, als die in „Het Volk", inhouden
de, dat cb Arbeidswet eonst 1 April in wer
king aou treden.
De heer SCHAPER (S. D. A. P.) is niet
voldaanhij acht 's Ministers mededoelinig
inzake tie invoering van dien 8-uren-dag
met 1 Ootober niet geruststellend.
Spr, dient con mobio in, wnciiión betreurd
wordt, dat do Arbeidswet nog niet in wer
king is getreden en den Minister verzocht
wordt, te bevorderen, cïat do wot met 1
•Juli in werking treedt.
Do heer BRAUTIGAM (S. D. A. P.) be
toogt, dat de Hooge liaad te langzaam
werkt en bespreekt uitvoerig dc arboids-
toec3ta-nclen in verschil!en-do bedrijven.
De heer RUGG-E (S. D. A. P.) zet uiteen,
dat invoering van de Arbeidswet voor den
landbouw van belang is. Spr. stélt na ecnii-
gen tijd voor zijn rede te mogen afbreken
om deze morgen voort te zetten.
Het voorstel komt in stomming-or wor
den uitgebracht 42 stommen voor on 1 st-eir
tegen, zoodat de Kamer ni-et meer volballis.
blijkt.
De vergadering wordt verdaagd tot mor
gen te óén uur.
SPORT
LAWNTENNIS.
België'Nederland.
Het Ncderlandshe team, dat Zaterdag en
Zondag op do banen van do Ix.-opoil Club
tc Brussel tegen de Belgen zal spelen, be
staat volgens de ,,Spkr uit 1. Chr. C. van
Lennep.- 2. Mr. A. Diemer Kul, 3. G. J.
Scheurleer, 4. Mr. M- van der Feen, 5. Mr. L.
A- N ij pels. C. G. R. Castonaijk, 7. A. Knap
pert, 8. Jhr. E. G. de Serriere.
Dubbels: 1. ScheurleerDiemer Kool,
2. Van LennepN ij pets, 3. Van der Fcon—
Knappert. 4- De SerriereGaaien ]yk.
Het Belgische team zal vermoedelijk uit
dezelfde spelore bestaan als tegen ce Zwit
sers, n.l.1. Lammens, 2. Washer, 3. De La-
valeyc, 4. De Borman, 5. Laloux, 6. Sigart,
7. Van den Beinden, 8. Graeffe en voor bet
Dubbelspel: 1. WasherLammens, 2.
Gebrs. Laloux, 3. Laloux cn de Lavaleye. 4.
Van den BeindenGrisar.
SCHEEPSTIJDINGEN.
8TV. MIJ, NEDERLAND.
BATJAN, uitr., 2 Juni van Genua'.;
KON. NED. STOOMB. MIJ.
ORION, 2 Juni van Napels naar Catania
KON. HOLL. LLOYD.
DRECHTERLAND, thjiisr, 31 Mei van
Las Palmas.
KON. F.ST-IND. MAILDIENST.
ALMELO, 30 Mei van Colon naar Anï-
sterdam.
VAN RENSSELAAR, 19 Mei van Curar
Sao naar La Guayra.
HOLL-A fel EK IKA LIJN.
ANDIJK, 3 Juni van Rotterdam naar
New-York.
SCHIEDIJK, pass. 3 Juni Dungeness.
BH HEL®.
Zeer vrij naar het Engelsch var, ANDREW
■SONTAR, door T. de Ti.
(Nadruk verboden).
SLOT.
,,Zou jij het prettig vinden, als vader
soldaat werd, kereltje V'
),0 vader", zei het ventje, het lioofd van
vader dicht naar zich toetrekkend.
Het zal zoo eenzaam zijn zonder jou".
-Maar, je hebt moeder toch, vent V'
-Ja, het is heerlijk met moeder óók.
^aa!' jij maakt altijd zulke mooie dingen
met me."
-Maar, kereltje, ik dacht, dat je er zoo
"nar verlangde, dat ik uit zou gaan?"
»-Ja, hel zal prachtig staan, jij in nni-
°nn, vader. Maar je weet wel, die vlieg
machine, waarvan je me vertelde, dat
(*le bommen liet vallen En als die nou
CCns PP jou valt?"
-Och, ik- had je dat malle verhaaltje
e,Senlijk niet moeten vertellen. Dat is dom
Un uie. Het was maar een verzinseltje.
Veatje."
•Ik heb er zooveel over gedacht, vader.
.- Wou> dat soldaten niet hoefden te vcch-
en alleen maar over de straat loopen
'D 'e mooie, schitterende uniformen, hè
Zul je ook een sabel hebben, vader?"
,,Neen vent, die hebben we niet noodig".
„Hè, daar ben ik blij om. Ze zijn zoo
scherp. Je zóu je kunnen snijden en wie
zou je dan moeten verbinden, als iker
niet was Waarom wil je toch altijd zoo
graag, dat ik je verbind, als je je hebt ge
sneden
,.Ik weet het nieh kereltje. Ik denk.
omdat je het zoo zachtjes doet en ik altijd
tranen in je oogjes zie".
„Moet jij nu cok iemand gaan doodma
ken. vader?"
„Ik weet niet, kereltje. Ik moet doen,
wat de officieren bevelen".
„Stel je voor, dat je een man gaat dood
maken, die op z'n Duitsch Widger heette,
en dat die een kleine jongen had
„Maar vent, dat was innners allemaal
maar een verzinseltje".
„Ja, vader. .Wil jij me instoppen, van
avond V'
,,'t Is zoo goed, ouwe jongen Hij
stopte de lakens en dekens stijf om hem
heen.
„Heel stijf, vader, dan word ik zoo lek
ker slaperig, dat ik wel den boelen dag
zou willen gaan slapen".
„Wacht daarmede," zei de vader, die,
om zijn ontroering te verbergen,- zijn neus
snoot, „wacht daarmee nu maar tot ie
je ouden vader in zijn uniform hebt ge
zien. Dan zul je heelemaal niet meer willen
gaan slapen."
„Neen, vader," zei de jongen met stra
lende oogen dan zaf ik den heelen dag
voor het raam zitten en wachten, of je
langs komt. Zul je me dan salueeren,
vader
„En of, kereltje, en of," zei Widger
zacht.
„En als je het Vietoriakruis krijgt, mag
ik het dan bewaren V'
„Zeker." zei Widger.
„Je doet altijd wat je belooft", zei liet
ventje blij. „Wanneer ga je, vader?"
„Nog niet, kereltje. Zij hebben me nog
niet noodig. Als zij een man te kort kwa
men, zouden zij het me laten weten, heb
ben zij me beloofd."
„Ik hoop, dat ze je maar gauw noodig
hebben, vader. Jammer, dat we de vlieg
machine nu niet hebben afgekregen, hè V'
„Maar die maken we nog wel af voor
ik ga".
„E11 als je nu weg bent, vader, ergens
in Frankrijk misschien," zei het ventje
heel ernstig, „en je ziet vliegmachines in
dc lucht zul je je dan verbeelden, dat ik
het ben die je kom bezoeken 1"
„Ik w eet, dat jij het zijn zult," zei
Widger.
„Gelukkig," zei dc jongen zachtjes zuch
tend. „Wat praten wc grappig samen, hè
vader Zouden alle jongens zoo met hun
vaders praten
„Ik denk het wel vent. Misschien niet
heelemaal zoo. want jij bent toch alleen
m ij n eigen jongen, hè
,,'t Ventje sloot zijn oogjes. Onder de
dekens hield hij dc band van zijn vader
stevg vast.
„Ik word zoo slaperig, vader. Blijf je
nog een klein poosje bij me. Speel maar
eens. dat je schildwacht bent."
..Dat zal ik doen," zei Widger zacht en
sloot zijn lippen stijf opeen, omdat hij an
ders in snikken zou zijn uitgebarsten.
Toen hij meende, dat de jongen na een
minuut of vijf zachtjes was in slaap ge
vallen, trok hij zijn hand terug cn liep op
z'ri tteenen naar de deur. Een vermoeid
stemmetje fluisterde: „Wie is daar?"
„Widger liep op z'n tecuen terug: „Va
der", zei hij.
„Lieve, lieve vader", zei de jongen zacht
Een maand Liter ging ^.kereltje" heel
alleen op reis in zijn vliegmachine en drie
dagen later werd zijn tuberculeus lichaam
pje begraven.
Widger ging naar het bureau en vroeg
0111 onmiddellijk naar liet front te mogen
gaan.
Toen zijn zwager het hoorde en zijn
vrouw naar dc reden voeg vau dit plotse
ling vertrek, antwoordde zij
„Joe was een grooter menscli, dan wij
vermoedden. Hij wist, dat de kleine jon
gen op zijn hoogst nog drie maanden had
tc leven en de dokter had hem verteld, dat
bij de eenige was, die dc laatste weken
van zijn jongen kon verlichten. Hij en do
jongen begrepen elkaar zoo goed".
Soldaat Henry Joseph Widger kwam bij
een regiment infanterie en de weg naar
het station voerde voorbij zijn huis Zijn
vrouw en schoonzuster wachtten aan het
station om daar afscheid van hem te ne
men. Toen zij langs zijn huis kwamen, be
merkte zijn buurman hoe Widgor plotse
ling rechterop ging loopen en trotse!» ver
der marcheerde, alsof de oogen van de. beu-
Ie wereld op hem waren gericht. Hij keek
naar een raam op de bovenverdieping ooi
maakte eerbiedig het militair saluut.
De antcre soldaat, die hem dit zag doen,
vroeg: „Wat doe jij. zeg? Daar was nie
mand, die naar je keek, hoor
„O, niet?" zei soldaat Joseph Widger.;