No. 18475 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 Me! Tweede Blad. Anno 192Ö. Nederland en België. Gisteren heeft in de Belgische Kamer Hij mans de Belgische minister van buiten!, «lten zijl reods aangekondigde rede over de' Nederlandsch-Belgische onderhandelin gen over da 'wijzigingen van de verdragen van 1639 gehouden en bevestigd, dat België niet zal teekenen, wanneer het in zake do Wielingen geen gelijk krijgt. Havas meldt over de. rede het volgende Hijinans zeide, dat het oogoiblik was aan gebroken om aan de Kamer -'itleg te geven van de onderhandelingen nopens de herzie ning der verdragen van 1839 en van het gc- Lphil, dat zich voorgedaan beeft op het oogenblik, waarop de onderhandelingen het doel schenen te zullen bereiken De Kamer »1 begrijpen, dat de minister gehouden is om zeker voorbehoud in acht te nemen en dat het onbescheiden zou zijn cm in bijzon derheden te treden nopens de besprekin gen, welke gedurendo verscheidene maan den te Parijs hebben plaats gevonden. De minister gaf vervolgens een uitvoerig over dekt van de geschiedenis der onderhande lingen rfopens de herziening der verdragen van 1839. Do zaken, welke besproken en opgelost moesten worden, konden verdeeld .worden ia twee groepen, welke hot onderwerp uit maakten van afzonderlijke besprekingen, te weten de vraagstukken, welke betrek king hadden op do veiligheid en de verde diging des lands en die noper s het regime vaa en den aanleg der waterwegen tusschen Schelde, Maas en Rijn. De voorstellen, welke onze afgevaardig den aan de. commissie van veertien voor- legden om België de noodige waarborgen van verdsdigonden r.ard te verschaffen, hadden ten doel de verdediging van Schelde en Maas te .verzekeren. Wat de SchelcPe betreft, wezen de afge vaardigden van al clo verbonden mogend heden ons voorstel van do hand, omdat, zij van meening waren, dat c.'e huidige toe stand, volgens de lessen van den buicüigen oorlog en naar wat men kan voorzien no pens toekomstige oorlogen een beteren waarborg aan België schonk.,. Wat Nederlandsch Limburg en de Lim- burgsche Maas betreft, erkenden de afge vaardigden der bondlgenootcn het gevaar, waaraan de poort van Limburg België blootstelt, maar Nederland stelde tegen over de Belgische 'eischen eon volstrekt© weigering, door te verklaren, dat het elke schennis van zijn gebied als een onmidrlol- lijken casus belli zou beschouwen. Ten aanzien van de vraagstukken van ver dedigden aard leidden de onderhandelin gen nog niet tot een doel. Tijdens deze beraadslagingen zochten de Belgische afgevaardigden met de Neder- lanasche gedelegeerden naar een overeen stemming ten aanzien van de vraagstuk ken nopens do waterwegen en die van eco- lomisehen aard. Deze beraadslagingen leid den lot het opstellen van een entwerp-ver- drag, dit een uitgebreid plan inhield voor .de ontwikkeling van de internationale bin- enwaterwegen, waarvan heel België voor deel zou trekken. Do regeering machtigde do afgevaardigden haar instemming met it ontwerpverdrag te betuigen, evenals met- het ontwerpverdrag, uat met de vijf groote geallieerde mogendheden en Neder- and gesloten zou moeten worden. Met de regelng van het economisch v.r- drag met Nederland, achtte de regiering tegelijkertijd de bepalingen over de blff- vehde onzijdigheid en de waarborgen vol gens deverdragen van 1839 vervailen. Tot zoover was meta enkele dagen ge leden gekomen. De Belgische afgevaardig den hadden in de laatste zitting van de commissie vata veertien met opzet het nog onopgeloste vraagstuk nopens de oorlogs kaart op de Schelde voorbehouden, de Ne derlanders hadden bovendien ïfi een for- ■neele verklaring herinnerd aan di nand- hving van het recht van België om nieuwe waarborgente verkrijgen, welke noodig wa- rc-ta voor zgn veiligheid en den algeraeeaen trede. Behalve ter zake de militaire verdediging, waar geeta oplossing werd bereikt, kwam men tot overeenstemming over di uvea ge noemde verdragen. Er waren nog slechts énkele formaliteiten ti virvullen vóór de otderteekening. De regeering begrijpt de gevoelens b« itele Belgen opgewekt door dö mislukking tac de pogingen om het land nieuwe waar borgen van. verdediging te geven regen de zwakte vata zrjn grenzen door zijn geografi sche ligging. De regeering' ondervindt ten bittere teleurstelling, maar meende door doderteekening van het handelsverdrag een daad va'n wijs beleid te doen, waardoor aan het land geen vernedering noch prjjs- goving van rechten werd opgelegd. Hst was °?5 tuttig, dat de politieke status van Bei- llc" door een formeele tekst w;rd erkend. o regeering me ends, dat het gewen sent Was met Nederland normale be!rekking?n te hervatten; een gcedi verstandhouding ius- '3e^e 'anden uit politiek en econo misch oogpunt bezien ia wensclie!jjk. Maar onderwijl kwam een ernstige le- sprekrag naar voren over de waardigheid dë veiligheid van het land. Het ging över de souvereiniteit over di Wielingen, zoolang deze kwestie niet is opgiiostin overeenstemming met onze riekten en be langen acht de regeering het onmogelijk Qe ooderhandelingen voort te zetten en tot eer, beslissing te komen. «ünister. gC.eft een beschrijving van 1Ro^ ''n"en' waarover Nederland sedert oou de volstrekte en uitsluitende souvirei- Voa1" ,0Pe'Sc'1t- Het is de eerste keer, dat j^uerland zulk een eisch stelt. 3Ü v.rscbi!- de gelegenheden heeft de Nedérlandsche ^erraS volgehouden, dat Nederland het tJÏ zou hebben om de Wielingen te be- nen en te verlichten, maar dat het niet JL de.ze wijze zjjn souvereiniteitsrechten vm Ultoeieneu- Later werden enkele reser- 'amn. ter ^ake vain dp volstrekte van ge,gjg bij de u„p!aJts van "emschepün, maar do oorlog maakte plot- hp'vn e?n e'U(* aaa deze k wist ie. Een oosi- oplossing werd verkregen door di" be kende feiten, door Nederland Evenals Soor allo oorlogvoerande stalen erkend. Meer data vier jaren ontwikkelden ziek di vijandelijkheden vrij op onze to-rrtor ale wa teren. De geallieerden," de vijand en Neder- lana meenden, dat die wateren naar d; wet konden dienen voor maritieme en militairi operaties voor den aanval op en de verde diging van de Belgische kust. Nooit zrjn die wateren a]3 onzijdig gebied beschouwd, nooit beeft Nederland op dat punt esn'gi re-erve gemaakt op protesten geuit. Integjndeel, de gebeurtenissen, verklarlngm. karakte- deristieke handelingen tconen aai. aiit Nï- der'atad die wateren beschouwde als b-Voe rende tot het Belgische grondgebi-d. Nu eischt Nederland ze op als de zijne, wil er zrjn. souvereiniteit over uitstrekken en de Yjaamsche kust overheerschen. De Belgi sche regeering kan dergelijke aanspraken hiel toegeven, welke een afscheuring zou den beteekenen van het nationale grondge bied en een vermindering van frnas vei ligheid. De regeerlng weigert in deze r.m.-'an.iig- hedeïi de onderhandelingen over de herzie ning van de tractaten van 1S39 voort te zetten, zoo lang het geschil, door Nederland opgeworpen, niet een oplossing 'heeft ge kregen, welke ons recht, de waarborgen van onze essentieele belangen, erkent De beslissing is ter kennis gebracht van den voorzitter van -den Raad van Veertien -en van de Nederlandsche gedelegeerden. Itadien de WielingA onder Ned rlandsche souvereiniteit bleven, zou Neder and het ge zag hebben over de Belgische kust tot bjj Zeebrugge. In een nieuwen oorlog zou Zee- brugge eeta maritieme basis mee ben worden fn ons systeem van verdediging en voedsel voorziening. Geen beschaafd volk kan toe staan, dat een vreemd land er zeggenschap over heeft dn den tosgang kan afsluiten. Wij willen aan geen aanspraken toegeven, welke dreigen onze veiligheid en onze ver dedigingsmiddelen ernstig to verminderen en eeta aanslag vormen op de territoriale inte griteit e'n de waardigheid van ons land. Het. werk vata de herziening der verdragen moet niettemin worden voortgezet; de oor log heeft hu'n een .doodelijken slag toege bracht. De verbonden mogendheden -hebben de noodzakelijkheid erkent, welke ons is opgelegd door den zorg voor de toekomst des lands. De minister zei ten slotte, dat hij ter be schikking staat van de Kamer, maar meent, dat hij eeta fout zou begaan, als liij het ge heel der verdragen besprak, thans, op het oogenblik, waarop de regeering de onder handelingen afgebroken verklaart. Teü slotte heeft de Kamer met algemeene stemmen op vyf na een motie aangenomen, waarin zij de verbreking der Nederlandse li- Belgische onderhandelingen door de r.-gee- ring goedkeurt en besluit aan de bespreking van de begrooting van buitenlandsche zaken de bespreking der verdragen vast te kop pelen. Dit laatste na een gedachtenwisseling, waarbij heb af en to.e nog warm toeging. Van enkele zijden drong men toch aan op een dSrecte bespreking van de verdragen en®alles, wat daarmee annex is. Inzake de Wielingen schijnt de regeerir.g allo par tijen. behalve misschien de kleine front partij, achter zich te hebben. Ook de pers steunt do regeering, zelfs die bladen, die destijds tegen het Belgisch annexionismestelling namen, al blijft hun taal kalm en geschikt tot verzoening en schikking. Voor de annexionistische schreeuwers is het koren op hun molen. De „Soir" zegt. bijv. „Dè kwestie van de Wielingen wordt door Nederland gebruikt als afleiding en om den schijn te wekken later aan België te hebben toegeven, in do hoop dat België alsdan alle andere bepalingen van bet trac- tnat zonder tegenspraak zal aanvaarden." Heb- ergste maakt het echter Pierre Nothoms, de primus inter pares onder ge noemde schreeuwers, die insunucerb van een gèheim Engelsch-Ncderlar.dscli verdrag over de Schelde. Dus zijn de onderhandelingen tusschen België en Nederland r fgebroken door onzen zuidelijken nabuur. Niettemin moet het werk der herziening der vcdragen van 1839 worden voortgezet, heet het een eind verder, wat niet bepaald in overeenstem ming is met elkaar. In boeverre België hierbij speculeert op cenigo hulp der bond- genooten in den oorlog? De kwestie zelf, hoezeer we botriiiircn, dat geen eindresultaat is bereikt, dat beide partijen bevredigt en daardoor medcboJpt om de verhouding tusqehen beide landen zoo goed mogelijk te maken, kan ons betrekke lijk koud laten. België weigert ten slotte do door hem zelf niet door ons begeerde wijzigingen, zoo dat cïe toestand blijft, gelijk die volgons do tractaten van 1839 is TWEEDE KAMER. Vergadering van gister- namiddag. Lager-Onderwijs-wet. Bij art. 132 licht de heer A. STAALMAN (Middensfc.-P.) een-amendement toe, om te voorkomen, dat pkysiek of uit anderen hoofde onbekwame onderwijzers bevoegd zijn les te geven in lichamelijke oefening. De heer OSSENDORP (S. D. A. P.) verdedigt een amendement, om geen af zonderlijke akte te eischen voor onderwijs in handenarbeid en nuttige handwerken. De heer OTTO (U. L.) verdedigt een amendement, om' voor zijngen, teckenen, lichaamsoefeningen en wiskunde een af zonderlijke bevoegdheid te eischen. De heer. VAN DER MOLEN (A. R.) licht een amendement toe, om de vreemde talen en wiskunde niet op te nemen in de bevoegdheden van de akte van bekwaam heid. De heer GERHARD (S. D. A'. P.) bo- strijdt het amendement-Otto. Hij acht uit breiding van het aantal bevoegdheden piet in het belang van het "onderwijs De heer KETELAAR (V. D.heeft be zwaar tegen allerlei afzonderlijke akten. Alleen voor het amendement Staalman ge voelt spr. iets. Mevr. SUZE GROENEWEG (S. D. A. P.) wijst op de groote beteokanis van het zangonderwijs; zij wenscht daarvoor ech ter geen afzonderlijken vakonderwijzer. Spr. verdedigt nader bet aniendeiaent-Os- sendorp. Do heer VAN WIJNBERGEN (R. K.) acht voor wiskunde een speciale bevoegd heid gemotiveerd. Hij is voor bet amen dement-Van der Molen. De heer JUTEN (R. K.) spreekt in ge lijken geest. De heer VAN RAVE.STEUN (Comm. P.) is tegen uitbreiding van het aantal akten. De MINISTER VAN ONDERWIJS, de heer DE VISSER, bestrijdt het amende ment-Staalman. Wanneer de hoofdakte geen bevoegdheid geett voor gymnastiek onderwijs, zal dit onderwijs op do kweek scholen een quantité m'glinble worden. Met gelijke redeneering bestrijdt spr het amendement-Van der Melon. Voor Het uitzonderingsgeval, dcor den heer Staalman bedoeld, dat n 1. de onder wijzer pKysiek niet geschikt is voor gyra- nastiek-onderwijs. zou in diens gedachten- gang een vakonderwijzer! hiervoor moeten worden aangesteld. Spr heeft zich gesteld op het standpunt, dat de algemeene akte alle bevoegdheden most omvatten, behal ve de moderne talen, die meer opleiding eischen dan de kweekschool geeft. Voor de lagere school is geen Bijzondere be voegdheid noodig voor iiet onderwijs in vreemde talen. Tegen bet .amendement.Os- sendorp heeft spr. geen overwegend be- zwanj-, voor zoover dit betreft don han denarbeid. De andei'9 amendementen ont raadt spreker, Na replieken neemt de MINISTER de handenarbeid in de algemeene akte op. Het nmendement-Ossendorp (geen afzon derlijke akte voor nuttige handwerken) wordt met 47 tegen 19 stemmen vmvor- pen. He,t amendement-Otto (afzonderlijke be voegdheid voor zingen, teekenen, lichaams oefening en -wiskunde) wordt met 59 tegen 15 stemmen verworpen. Het amendement-Staalmnn (afzonderlij ke bevoegdheid in lichaamsoefening) wordt met 59 tegen 5 'stemmen verworpen. Het amendement-Van der Molen (vreem de talen en wiskunde niet iri de algemeene akte) wordt met 46 tegen 14 stemmen ver worpen. Bij art. 133 licht de heer DRESSELHU3TS (V. Li) eeii amendement toe, om het voor de hulponderwijzeres gemakkelijk te ma ken de volledige akte van bekwaamheid te verkrijgen, door vrijstelling van bëpaalde vakken bij het examen. De heer VAN DER MOLEN (A. R.) be strijdt het amendement. De heer OTTO L.) wenscht, dat het bezit voor de akte voor de hul^onderwij- zeres toegang geeft tot de 4de klasse der kweekschool. De MINISTER geeft in overweging het amendement in te trekken ter vervanging van een amendement op arr. 150, om de hulponderwijzeres toe te laten tot de 4de klasse der kweekscholen, waarin het aspi rant-onderwijzerschap begint. De heer DRESSELHUYS (V. L.) wij zigt de redactie van zijn amendement. Spr. zal den uitslag der jstemming afwach ten, alvorens te beslissen, of hij bij art. 150 een amendement "zal indienen. De VOORZITTER bepaalt de stemming op vrijdagmiddag. Bij art. 155 licht de heer OTTO (U. L.) een amendement toe, om afzonderlijke ak ten in te stollen voor zingen, teekeneD, li chamelijke oefening en wiskunde. De heer GERHARD (S. D. A. P.) lielit een amendement toe voor een afzonderlijk ke akte wiskunde. De MINISTER acht de amendementen niet meer ter zake doende, na de beslis sing bij art. 132 gevallen. De heeren OTTO en KETELAAR trek ken him amendemepten in. De vergadering wordt verdaagd tot des avonds to acht uren'. Vergadering van gisteren. Lager-Onderwijs-wet. Op artikel 139 (indeeli'ng der kweekscho len) verdedigt de heer BL1LTEN (R. K.) een amendement, om geen kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen te vormen; hij is daar tegen co-educatie. De MINISTER zegt, 'dat in zijn voorstel kweekscholen met en zonder co-ieducatie wordeta onderscheiden, maar niet voorge schreven. Spreker raadt intrekking aan De huur BULTEN trekt zjjn amendement in. Art. 139 wordt goedgekeurd. Op artikel 140 (over hoofden van kweek scholen) verdedigt de heer ALBARDA (S. D. A. P.) een amendement, om een bepaling te doen opnemen, dat directeuren en lee raren van de Rijkskweekscholen de bevoegd heid moeten bezitten, welke vereischt wordt voor het geven van onderwijs aan H. B. S. met 5-jarigen cursus of aan een gymnasium. De heer OTTO (U. L.) verdedigt ü-ü amendement; om voor het lesgeven in eenig vak aan een Rijkskweekschool te var- eischen het bezit van een akts M. O. in dat vale Indien echter het denkbeeld van den heen Albarda voldoende instemming vindt, trekt spreker zijn eigen amendement gaar ne in. De heer .VAN WIJNBERGEN (R.-K.) heelt prach'ache bezwareta tegen deze amende menten. De heer VAN DER MOLEN (Al-K) be toogt, dat de kweekscholen verder zullen gaajn, óók op het gebied der moderne 'feal-en, dan de H. B.~ S. met 5-jarigen cursus. Daarom spreekt het vanzelf, dat inen aan de directeuren eta leeraren der kweekscho len hoogere eischen stelt dan aan di? der hoogere burgerscholen. De MINISTER stelt vast. dat. zooals de amendementen daar liggen, zij óf onuitvoer baar öf een wassen "nous zrjn. Blijft hst amendement-Albarda in dezen vorm. dan zullen er véél meer onbevoegde dan bevoeg de leerkrachten wezen. Indien de Kamer het am ndement o oh tor wil, cringt d.' minis ter althans op eenig voorbehoud aan. De heer VAN DER MOLEN, roplices- rend, beveelt een aanvulling aan, waardoor uitzondering mogdijk wordt, wanneer geen bevoegde leerkrachten beschikbaar zrin De heer ALBARDA wrjz'gt zijn amende ment in dien geest. De heer OTTO dupliceert. Omdat het ge wijzigd amendement-Albarda voldoet aan alle eischan, trekt hij zijn eigen amende ment in. De MINISTER betoogt, dat het amende ment door de wijziging zoodanig is ver zwakt. dat het de eerste tientallen v;,n jaren de gewoonte zal wezen onbevoegde leer krachten aan te stellen. De VOORZITTER stelt voorop de stem mingen te doen houden Vrijdag bij den aanvang der vergadering, waartoe wordt besloten. Or artikel 141 (toelating tot een Rijks kweekschool) verdedigt de he;r OSSENDÖRP (S D. A. P.) eenige amendementen, strek kende om voor de toelating ta eischm 5- jar;ge H. B. S., gymnasium of lyceum en om van eiken leerling een geneeskundige verklaring te eischen. dat hij geen lichanms- of zielsgebreken bezit. De heer BULTEN (R.-K.) verdedigt e s amendement, om, voor de toelat'ng ót de kweekschool, te eischen hc-tzij 3-jarig? H. B S., hetzij U. L. O., hetzij de eerste drie leerjaren van 5-jarige H. B. S., gymnasium of lyceum. De heer ALBARDA (S. D. A. P.) steunt de amendementen van de hseren Ossendcrp. eu Bulten. De heer VAN DER MOLEN (A.-R.) acht de* zaak op dit oogenblik nog niet voor een volkomen oplossing rijp. Op denzelfden" grond verklaart de heer KETELAAR (V.-D.) zich tegein het amendenient-Ossendorp. De MINISTER verzet zich tegen het amemdement-Ossendorp. Onschuldiger is het amendement-Bulten, dat de Minister over neemt De heer OSSENDORP (S. D. A. P.) licht een amendement op. artikel 142 töe, om, indien zjjn amendement op art. 141 wordt aangenomen, en de voorbereidende studie gesteld op 5 jaren, den cursus aan de Rijks kweekscholen, de eigenljjke vakopleiding dus,, niet, zooals de Minister voorstelt, op 5, maar op 3 leerjaren te stellen. De .heer BULTEN (R.-K.) verdedigt een amendement, om de fraaie handwerken niet verplicht te stellen op de kweekscholen. De heer'WINTERMANS (R.-K.) verdedigt een amendement, om op de Rijkskweekschool hef godsdienstonderwijs op deze'ide wijze te geven als op de lagere school. De heer VAN DER BILT (R.-K) bepleit, dat op de kweekscholen op afzonderlijke ure® bij de lessen in de gezondheidsleer anti- alcoholisch onderwijs zal worden gegeven. De MINISTER verklaart, dat hetgeen de laatste spreker wil, zijn algeheele in stemming heeft. Spreker verzet zich tegen, het amendement Bulten, omdat in het on derwijs in fraaie handwerken een belang rijk element van algemeene vorming ligt. Het amendement van den heer Winter- mans neemt do Minister over. Hij ontraadt ten slotte zeer ornstig aanneming van het amendemenb-Ossendorp. De heer BULTEN trekt zijn amende ment in. Op artikel 143 (inrichting van het onder wijs der Rijkskweekscholen) verdedigt de heer OSSENDORP eenige amendementen, om de toelage aan de adspirant-onderwïj- zers te brengen van 500 op f 1000, en om de aobpirant-onctenvijzers pracfcisch te doen oefenen in de eerste plaats opr aan de Rijkskweekscholen verbonden zoogenaamde leerscholen en eerst daarna aan gewone la gere scholen. Do heer BULTEN verdedigt een amen dement, om het examen, noodig voor het 'verkrijgen van den titel van adspirant- on der wijzer, niet af te nemen onder toe zicht van den hoofdinspecteur, maar ,,van drie gecommitteerden, door Onzen Minister jaarlijks aan te wijzen." De heer OTTO heeft, een amendement, dat gelijk is aan dat van den heer Bulten. Een auder amendement van spreker be doelt de practische vorming van de adspi- rant-onderwijzers te doen geschieden aan speciale van Rijkswege opgerichte lagere scholen. Ten slotte verdedigt spreker een amendement van den lieer Dresselhuys, die niet aanwezig kon zijn, om aan het bezit van een akte van bekwaamheid van hulp- onderwijzeres. het recht te verbinden tot toelating in de vierde klasse van de kweek school. De heer VAN WIJNBERGEN wil ten be paling zien toegevoegcT aan artikel. 143, vol gens welke de adspiranten do toelage .van 500 slechts zoolang zullen ontvangen als zij verbonden zijn aan de lagere school, aan welke zij hun practische vorming vinden. De heer KETELAAR steunt het amen- dementl-Ossendorp betreffende de leerscho len, die ook zoogenaamde modelscholen zou den kunnen wezen. Hij voelt veel voor het amendemenfc-Dresselhuys, maar blijft het een bezwaar vinden, dat de bezitsters van do akten van bekwaamheid \oor hulponder wijzeres geen les gehad hebben in de mo derne talen aan de vormschool en aan de kweekschool reecb een zekere kennis daar van zullen moeten hebben. De lieer SNOEOK HENKEMANS (C.- H.) steunt het amendement, dat beoogt de leerscholen aan de Rijkskweekscholen t'e handhaven. De beer GERHARD verdedigt het amen dement van den heer Osscndorp. Do MINISTER brengt een wijziging aan, welke tegemoet komt aan de opmerking van den lieer Van .Wijnbergen. In zijn redac tie vervallen de bestaande leerscholen niet. Spr. vroeg don gemeentebesturen, deze leerscholen over te nemen. Toen zij niet veel lust daarin bleken te hebben, stond he€ bij spreker vast, dat de bestaande leerscho len aan de kweekscholen zouden verbonden blijven. Spr. vrnagt de Kamer de desbetref fende amendementen niet aaa to nemen, maar hem in dc verdere regeling vrij to laten. Tegen het amendement-Dresselhuys gel den de bezwaren, door den heer Ketelaar geuit. Spr. zou hot kunnen overnemen, in dien er nog in 6tond, dat cie bctookken meisjes tot de vierde klas kunnen worden toegelaten, indien zij examen hebben afge legd in dc vakken, waarin ze nog geen exa men dedeD. Het amendement-Bulten kan het best worden teruggenomen, waarna spreker een wijziging zal voorstellen in ósn geest van dat amendement. De lieer BULTEN trekt- zijn nmende- ment in. De MINISTER brengt de toegezegde wij zigingen aan. De heer OTTO wijzigt het amendement van den heer Dressclhuys in oen geest als door den Minister is aangegeven en trekt zijn eigen amendement in De MINISTER, duplicocreud. neemt heï amendement-Dressclhuys over Op artikel 14 verdedigt de heer ABR. STAALMAN (M. P.) een amendement, om het verlecnen van een toelage aan leerlin gen, wier woning racer dan vier K.M. van de kweekschool ligt, afhankelijk te maken van voorwaarden, waardoor leerlingen, die na het examen niet bij het onderwijs gaan, die toelagen moeten terugbetalen. De MINISTER ontraadt aanneming van het amendement-Staalman. De heer STAALMAN trekt het in. De vergadering wordt'te 11.50 verdaagd tot Donderdag te één uur. UIT DE OMSTREKEN ALEEMADE, Bij Kon, besluit is de heer L. H. M. J. Vofters benoemd lot burgemeester dezer gemeente. HELLEGOM. Door de voreeniging het Ko loniaal Instituut, te Amsterdam, is aan de firma Jobs. Kraaij en Co., alhier, opgedragen de bovenbouw van het Koloniaal Instituut le Am sterdam, waarvan door bovengenoemdo firma de onderbouw Teeds is gemaakt. Voor dezen bouw zullen vier a vijf jaar noodig zijn, om dit werk te voltooien. Hej. W. J. H. Verleur, alhier, is te Haar lem geslaagd als onderwijzeres. HOOFDDORP De heer T. Snatorse, boek houder bij de Boerenleenbank alhier, is met ingang van 1 Augustus a.s benoemd lot assis tent-accountant te Amsterdam. HAARLEMMERMEER. In- deze gemeente i3 aan den geniodijk door A. B. in het riet ge vonden een half mud tarwe. Dit lijkt een vreemd zaakje In de Ringvaart, langs den Aalsmeerder- dijk alhier, was een g'root aantal visehnetten niet diep genoeg uitgezet, met het govolg, dat zij door een passeerende stoomboot werden ge grepen. Do visschers, die het zagen gebeuren,; kwamen van allo kanten toesnellen. Eerst na lang tobben mocht het gelukken, de netten van de schroeven los te krijgen. LISSE. 1 oor de voormiddagdrai erjj van, heden zijn 4 paarden ingeschreven; voor he denmiddag 12. NOORDWI.JKERHOUT. Gisteravond ar riveerden hier Weensche kinderen, die bij ver schillende R.-IC. gezinnen werden onderge bracht. Een sportkar, met twee kinderen er in, werd door een auto aangereden. Eeu der kin deren kreeg' een diepe hoofdwond en de sportkar was geheel vernield. 'e{ OUDEWETERING. Omtrent het zinken van een bootjo op hel Braassemermeer verne men wij nader, dat was het inotorsalonjaoht „Greta", van den heer Kraayenvanger te Rot terdam. Doordat de machine weigerde achteruit te slaan, liep liet vaartuig "kort onder don wal op palen en zonk direct. De „R. P. VIII" mot den majoor Bodaan haalde de drenkelingen af en zette dezen af aan het walersporthuis en jachthaven „De Brasem". De eigenaar der jachthaven, kapitein E. Beek, heeft don inven taris geborgen en daarna de drie groote gaten in het vaartuig gedicht en het vervolgens mot éigen materiaal het meer overgevoerd en naar zijn hulpwcrf gebracht. De gaten hadden een geweldigen omvang en toch kwam het jacht voorloopig gerepareerd op de werf aan zonder één enkelo gebrokeu ruit. Toen K. gisteren dicht langs de Wetering reed, geraakte hii door een onwillekeurigo be- .weging van zijn rijwiel te water. Onze pee t bode stapte nog in het nat en zoo had men den dren keling door handreiking spoedig op den. wal. Gisteravond viel een tweejarig kind van A. v. V. in een diepe sloot tegenover de jacht haven „De Brasem". De eigenaar, de heer E.: Beek, die zich in zijn. woning bevond, hoorde ,jeen gil en snelde naar buiten, maar zag niets als wat opborrelen in het water. Hij bedacht zich geen oogenblik, maar dook en haalde de kleine weer naar boven, juist op tijd- Dank zij het doortasten van den heer Beck was het kind gered. TER-AAR. Hier zija thans de eerste peu len in deze gemeen te" gekweekt ter veiling aan gevoerd. NIEUWKOOP. Ons fanfarekorps „Eens-» gezindheid" behaalde op het muziekconcours te Gouda den eersten prijs in de tweede afdeeling< SASSENHEIM. De Raad vergader» Vrij dagnamiddag om twee uren. Een begla is gemaakt met liet riool van Overplaats tot Meuneweg. Op dat gedeelte moe ten de perceelen van de Overplaats loozen. VOORSCHOTEN. Bij dr. Holwerda. hui» „Nimrod", zijn de kippen ge6lolea. Van dë- der(s) wederom geon spoor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5