Pio. 18460
LEIDSCH DASBLAD, Vrijdag 7 Mei
Tweede Blad. Anno 1920.
1 "~~~~~SEMEENTEZAKEN.
Amendementen van den heer Eikerbout.
heer F. Elkorbouï heeft voorgesteld om ia do
vfrardcuiiig vau 24-April 1919, regelende de hcf-
plaatselijke directe belasting naar het
jjj&neu te Leidon dó volgende wijzigingen aan te
Aan personen die na het uitreiken van
iaanslagbiljet hel verschuldigde bedrag bin-
Bnon een maand in zijn geheel hebben voldaan,
Mi een reductie van 2 pCL van de totale hoofd
som iu mmdoring worden gebracht;
B Do gelegenheid worde opengesteld dat,
roordai het aanslagbiljet is uitgereikt, roeds met
de betalingen kan worden aangevangen, terwijl
sjj dio hiervan gebruik maken voor de te vroege
betalingen een rentevergoeding van 2 pCt. ont
vangen in mindering van hun aanslag.
lot toelichting van dit voorstel zegt de voor
steller:
Gezien de financieelc moeilijkheden waarmede
gemeento voortdurend te kampen heeft,
fcomt het ons gewenscht voor dat hierin veran
dering wordo aangebracht.
Hoewel wij gaarne erkennen dat bü aanneming
van ons voorstel, een schijnbaar verlies valt te
boeken, daar conatateercn wij anderzijds dat dit
verlies weder ruimschoots worde gedekt, door
de mindere opneming van kasgelden.
In den regel wordt voor het opnemen van kas
gelden oon rente gevorderd van G pCt. Een re
geling als door ons wordt voorgesteld, zal ton
gcvolgo hebben, dat, de opneming van kasgel
den niet zoo groot meer zal behoeven te zijn en
'dus de gemeentekas een winst van 4 pCt. zal
hebben.
In verband mot ons 2o voorslol achten wij
het dringend noodzakelijk dat oen regeling wor
de getroffen die den ingezetenen ten goede zal
komen.
Waar vooral hot laatste jaar slechts een ter
mijn van vier maanden liet om do bolastingpen-
ningen te betalen, hebben vele personen de moei
lijkheden daarvan ondervonden .aangezien zij in
een to klein tijdsbestek him belasting moesten
voldoen.
Het komt ons daarom gowenscht voer dat oen
gelt-genbcid wordo. geopend om in lijds reeds met
do betaling een aanvang to maken, terwijl bij de
laatste storting een verrekening van eventueel
gekweekte rente kan plaats hebben.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Regeling van werkzaamheden.
Besloten wordt met het oog op den He
melvaartsdag Donderdag 13 en Vrijdag 14
Mei niet te vergaderen. Dinsdr.g a. s. zal
een avondvergadering gehouden worden..
Interpellatie-lichting 1920.
Aan de orde is hierna de interpellatie-
K< ter Laan, betreffende het nt»meu of
-voorbereiden van maatregelen, om steun
te verleencn aan de dienstplichtigen, die
in 1920 naar hun haardsteden torugkee-
ren, in den geest als geschied is in de
laatste helft van 1919.
Do heer K. TER LAAN (S. D. X. P.),
zijn interpellatie toelichtend, vraagt of de
Minister bereid is dc steunregeling, di,e
voor 1919 is toegepast, ook te doen gelden
voor do lichting 1920. De noodzakelij khrid
daarvan zet spr. dan nader uiteen Ver
schillende van de naar huis gezonden men
schen zijn werkloos en hebben steun drin
gend noodig. Verscheidene menschen van
de lichting 1920 hebben veel langer ge
diend, dan die van de lichting 1919, en
toch komen de laatsten voor steun in aan
merking en de eersten niet. Spr. acht het
verkerd en dringt krachtig op steun aan;
een blijvend gedeelte is volstrekt niet meer
noodig.
De MINISTER VAN OORLOG, de heer
POP, zegt, dat indertijd het besluit is
genomen, dat er na 1 December 1920 geen
steun meer gegeven zou worden. Wie op
dien dag ziek was, behield den steun ect-
ter nog eenigen tijd.
Spr. heeft ook in vorige posities de be
langen van hot personeel altijd naar zijn
beste weten behartigd; maar een andere
vraag is of toegegeven moet worden aan
het verlangen van den heer Tor Laan.
Volgens de wettelijke regelingen is fei
telijk alleen steun mogelijk gedurende den
werkelijken dienst. Spr. herilnncrt aan
de .demobilisatiemaatregelen van 1918.
Toen werden velen jjJotseling naar huis
gezonden, die' daarop niet hadden kun
nen rekenen. Bovendien waren itoen de
omstandigheden, wat betreft de werkge
legenheid, zeer ongunstig. Steun was toen
inderdaad gemotiveerd, ook omdat do be
trokkenen burgerkleeding en velen hunner
ook gereedschappen zich moesten aanschaf
fen. Achtereenvolgens zijn verschillende
regelingen getroffen, waarbij elke volgen
de iets minder gaf dan do voorgaande.
Op 31 December 1919 eindigde de steunvet
leening. De redenen voor deze steunverlee
ning zijn vervallen en men heeft altijd ge
weten, dat het hier geen blijvende zaak
betrof. De vraag van den heer Ter Laan
beantwoordt spr. dus ontkennend.
De heer K. TER LAAN (S. D. A. P.)
dient van repliek. Hij zegt, dat thans aan
duizenden militairen ten onrechte do noo-
dige steun wordt onthouden.
Spr. dient de volgende motie in:
,,De Kamer, van oordeel, dat do steun-
verleening van de laatste helft van het jaar
1919 ook dient te gelden voor de dienst
plichtigen, die in 1920 naar hun haardste
den terügkeeren, gaat over tot de orde van
den dag."
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-
R.), bestrijdt de motie, welke hij niet uit
voerbaar acht. Verschillende kwesties, wel
ke zich bij een dergelijke steunverlecning
voordoen, zijn niet opgelost. Do mon-
schen, die met groot verlof zullen gaan,'
mogen eenigen tijd vroeger vertrekken en
krijgen dan hun soldij doorbetaald. Dat
is een goede maatregel.
De MINISTER zegt nog, 'lat, als 't hem
mogelijk blijkt- en dat lijkt hem niet on
waarschijnlijk een regeling te troffen,
waardoor het blijvend gedeelte wordt opge
heven, hij hiertoe zal overgaan, maar voor
1920 is dat nog niet mogelijk.
Spr. blijft) het verlangen van den hear
Ter Laan bestrijden.
Do heer K. TER LAAN (S. D. A. P.)
voert nogmaals het woord.
Do motie-K. TER LAAN wordt met 50
tegen 18 stemmen, verworpen.
Ontwerp Lager-Onderwijs-wet.
Hierna wordt voortgegaan met do be
handeling *van liet ontwerp-Lagor-Ondcr-
wijs-wet.
Aan de orde is de verdore behandeling
van art. 19 (onderwijs voor kinderen, die
meer dan 4 K.M. van een school wonen).
De MINISTER VAN ONDERWIJS, de
heer DE VISSER, brengt nog een rodac-
tïeverbetering aan. Spn. bestrijdt het amen-
doment-Otto, om 't huisonderwijs bijwijze
van uitzondering ook te kunnen geven aan
lrinderon van meer dan drie gezinnon, mits
het aantal dezer kinderen niet groot er zij
dan acht. Dit zou een uitnoodiging voor do
gemeentebesturen zijn, om zooveel mogelijk
uit 's Rijks kas huisonderwijs te verstrek
ken. Intüs3chcn is spr. bereid het amende-
ment-Otto over te nemen, wanneer deze
aan de bezwaren te gemoet komen door wij
ziging van een zijner amendementen bij een
der volgende artikelen.
In stemming komt net amendement-Van
B&vesteyn, om de steunregeling van art.
12 alleen te doen geldon voor het oponb.iar
en niet voor het bijzonder onderwijs.
Het am ondement wordt met 75 stemmen
tegen 1 stem verworpen.
Aan do orde is ».rtt. 16 en 174, bepalende
dat in elke gemeento voldoende lager on
derwijs wordt gegeven in een genoegzaam
aantal scholen, A-elke voor alle kinderen
zonder onderscheid van godsdienstige ge
zindheid toegankelijk zijn.
Do heer KOLTHEK (Soe. P.) verdedigt
oen amendement, om t© bepalen, dat aan
elke openbare sohoól zal wor-lon ingesteld
een oudercommissie, bestaande uit ten min
ste vijf ouders of voogden van schoolgaande
kinderen, terwijl uit do verschillendcom
missies zal worden benoemd eon centrale
oudler-commissie voor allo openbare
lagere soholen in de gemeente.
De heer KETELAAR (V.-D.) licht een
amendement toe, om -aan elke openbare la
gere school in te .-.tollen een oudor-com-
missio voor ten minst© 5 ouders t>f voogden
van leerlingen der school. De ouder-com-
missio wordt door Je gezamenlijke ouders
gekozen, doeh de gemeenteraad regelt haar
inrichting, samenstelling en wijze van ver
kiezing. De ouder-cammissio heeft steeds
toegang tot de school en et- onderwijzend
personeel is verplicht haar allo gewensoht©
inlichtingen te geven. Do commissie deoR
aan dit personeel haar wen schen mee cn
zoo noodig ook aan het- gemeentebestuur
en aan do loden van het Rijksschoolbest-iur.
Zij heoft het recht bijeenkomsten van de
ouders met het onderwijzend personeel bij
een te roepen.
Do commissies zijn bedoeld als trait
d'union tusschen da ouders en het onder
wijzend personeel. In spr.'s stelsel krijgen
ook do zg. r.udor-avonden een wettelijk©
sanctie.
Do heer OSSENDORP (S. D. A. P.) licht
een amendement toe, om bij art. 174 op
te nemen de bepalingde Gemeenteraad
is bevoegd voor één of meer scholen ouder-
commissiee, in te stellen, met in-acht-
nenaing van de regelen, vastgesteld bij al-
gomeencn maatregel van bestuur, den On
derwijsraad gehoord. Spr. acht het niet wel
doenlijk in het ontwerp -Je bijzonderheden
to regelenbeter is, dat dab bij bestuurs
maatregel geschiedt.
Met enkele punten van de regeling den
amendementen-Ketelaar kan spr. zioh niet
vereenigen, speciaal niet net net voortdu
rend- toegang hebben van do oudcr-com-
missie tot do school. Het instituut is nog
geheel nieuw, daarom moet men nu niet
reeds de verplichting opleggen aan alle ge
meenten, maar alleen de mogelijkheid ope
nen tot het instellen van ouder-commissies.
Do heer OTTO (U. L.) verdedigt een
amendement, om afwijking van het oprich
ten van openbare soholen, toe te laten tel
kens voor oen termijn van drie jaar, doch
niet toe te laten, indien de ouders, voog
den of verzorgers van 12 of meer leerplich
tige kinderen, blijk geven, dat zij openbaar
onderwijs voor deze kinderen in de gemeen
te verlangen, of, in geval van opheffing
cencr bestaande openbare school, zoolang
nog acht of meer leerplichtige kinderen
deze school bezoeken.
Spr. acht hetgeen de Minister voorstelt,
zijndo niet anders dan oen herhaling van
do bctreffondo alinea uit bet Grondwets
artikel, niet voldoende. De bedoeling van
art. 192 wordt door eenvoudige herhaling
van het algemeen voorschrift niet bereikt-
De waarborgen voor openbaar onderwijs
dienen nader te worden uitgewerkt, zoodat
er overal, waar maar ecnigsrins noodig,
openbaar onderwijs zal zijn en dat uitzon
dering hierop alleen met goedvinden van
do Kroon kan worden toegelaten.
Spr. wijst er nog op, dat het amendement
ook van belang k<Jü zijn voor menschen van
rechts in bepaalde omstandigheden. Want
oen protestant geeft de voorkeur aan een
openbare sehool boven een katholieke school
en laatstgenoemde aan een openbaro boven
een protostantsche school.
Do heer VAN DER MOLEN (A.-R.)
wenscht nu te beslissen over instelling
van ouder-commissies; maar de ontwikke
ling van het instituut moet men aan do toe
komst overlaten. Daarom kunnen thans de
bijzonderheden nog niet In de web worden
opgenomen.
Spr. geeft een wijziging van het amende
ment-Ossen dorp in overweging, zoodat de
instelling van ouder-commissies door den
gcmconteraad niet facultatief, maar ver
plicht is. Uit deze commissies znllon later
de schoolbesturen groeien.
Do heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.)
spreekt in gelijken zin. Men moet tlians
over hot principe beslissen, maar de uit
werking aan den bestuursmaatregel over
laten.
Do heer VAN RAVESTE7N (Comm. P.)
is tegen alle amendementen; het feit, dat
de katholieken de ouder-commissio verde
digen, terwijl in bun scholen de Kerk re
geert, is voor spr. hot bewijs, dat de voor
standers van de openbaro school bier op
don verkeerden weg rijn. Hij vreest er van
een sleohton invloed op het onderwijs.
De heer DE WYOKERSLOOTH DE
WEERDESTEIJN (R.-K.) verklaart zich
voor de oudor-commissie. Hij is togen hot
amendemont-Ottodit kan verkeerde ge
volgen hebben voor do openbare sohool,
doordat de jurisprudentie zich kan vormen,
dat een openbaro sohool moet worden op
geheven als er minder dan acht kindoren
zijn en dat is niet het geval.
De hoer SGHOKKING (Chr.-Hist.) be
strijdt eveneens hot amcndcmcnt-Otto. Men
kan hier geen normen voor het geheelo land
stollen. Spr- is er voor hot principe van de
louderoommissrie in de wet te leggen, omar
dftn toch met verplichte instelling.
De hoer BULTEN (R.-K.) is voor verpüohte
ouder-comm isries.
Do heer RUTGERS (A.-R.) bestrijdt het
amendement van den heer Otto.
Do MINISTER ontraadt alle drie de
amendementen botrcffendc do ouder-com
missie om den vorm- Het amen domen tr-Kolt -
hek is onuitvoerbaar; het voornaamste be
zwaar is, dat de ouder-commissics dezelfde
wettelijke bevoegdheden zullen krijgen als
do schoolbesturen. Men zal dan oen conflict
van rechten krijgon.
Togen het amendement-Ketelaar hoeft spr.
gelijke bezwaren. Men heeft hier te doen
met oen novum cn do bevoegdheden moeten
nauwkeurig overwogen vromen.
Intusschen hebben dezo amendementen
principieel iets goeds boven het amende-
ment-Osseirudcrpzij schrijven de instelling
van ouder-commissies voor. Het amende-
ment-Ossondorp geeft den Gemeenteraad de
bevoegdheid tot instelling en daarbij vreest
spr. conflicten in de gemeenten, waarneer er
geen algchcclo overeenstemming is. Het in
stituut moet gehouden warden buiten poLi-
tioken strijd on buiten strijd tusschen on
derwijzers en ouders- Hot doel der ouder-com
missies moet zijn do belangstelling der
ouders te prikkelen en hot peil van het on
derwijs to vorhoogen. Spr. is bereid de ouder-
commissies in do wet op te nemen; do rege
ling zal aan den bestuursmaatregel, gehoord
den Onderwijsraad, worden overgelaten. Spr.
zal dan den Onderwijsraad een wenk geven
om do Vaikveneonigingen te hooron. Den
heer Otto geeft opr. in overweging zijn
amen1 dement niet te handhaven. Tegen het
stellen van de normen, in het amendement
genoemd, ontwikkled spr. bezwaren- Er zijn
nu .20 scholen met minder dan 12 leerlingen.
Bovendien heeft men rekening te houden
met de wisseling van het aantal schoolkin
deren in verband mot toe- of afneming der
bevolking.
Do heer .KETELAAR (V.-D.) wijzigt zijn
amendement aldus, dat verplichtend wordt
voorgeschreven de instelling van ouder-com
missies, waarvan do opriohtang, samenstel
ling, bevoegdheden en wijze van verkiezing
wordt overgelaten aan een algoanoencn maat
regel van bestuur, den Onderwijsraad ge
hoord.
Do hoer OTTO (U.-L.) verdedigt nader
zyn amendement.
De hoer OSSENDORP (S. D. A. P.) trekt
zijn amendement in.
De heer KOLTHEK (Soc. P-) trekt zijn
amendement in.
De MINISTER neemt het amendement-
Ketelaar over.
Het amendement-Otto wordt met 33 tegen
29 stemmen aangenomen.
Vóór steunde de linkerzijde cn van rechts
do heeren Van Wijnbergen, Peels en Van
der Melen.
Vrijdag voortzetting.
De vergadering wordt verdaagd tot des
avonds te acht uren.
Avondvergadering.
Interpellatie-Van Itavesteiju-
Aan do orde is de interpellatie van den
hoor Van Raves te ijn nopens de mogelijkheid
van een horstel der betrekkingen met Rus-
Land.
Do heer VAN RAVESTEIJN (Comm. P.)
herinnert er aan, dat deze interpellatie ge
ruime n tijd geleden is aangevraagd, doeh
herhaaldelijk is uitgesteld. Thans wordt we
der een aanval tegen Rusland ondernomen,
doch dit maakt dc regeling onzer politieke
betrekkingen met Rusland niet minder ur
gent, al denken sommigen wellicht, dat dit
offensief een eind zal maken aan de Sovjct-
regeoring. Spr. echter is er volstrekt zeker
van, dat ook di'b offensief zai worden ven-
pletterd.
Mogen wij vraagt spreker ten op
zichte van do Sovjet-republiek goon zelfstan
dige politiek meer voeren, omdat wij zijn
aangesloten bij den Volkenbond?
Ook voor ons geldt de eisch, dat wij de
handelsbetrekkingen met Rusland herstallen.
Kr, zip echter sterke aanwijzingen, dat
ctze Regeering alles "heeft gedaan om het
particuliere handelsverkeer te vernietigen.
Tal van handelaren wendden zich tot den
heei Wijnkoop om betrekkingen met Rusland
aar. te knoopen. Doch daar waren zij natuur-
lijk aan het verkeerde adres. Zij messten bü
do Regeering zijn. Heeft dsze nu gemeend,
al die handelsbetrekkingen te mostsn ver
bieden, dan heeft zij gehandeld tegen ons
handelsbelang.
Ongetwijfeld heeft Rusland c:cnomls:ha
hulp noodig. Maar omgekeerd i3 het cok
voer het kapitalisme noodzakelijk ten spoe
digste in relaties te treden met dit ontzag
lijk gebied. Maar er gelden hier ook ideëeïe
belangen. Het geldt hier gaan par tijzaak
maar een algemeen volksbelang.
Spr. stelt de volgende vragen:
1. Welke stappen heeft de Minister tot
hog toe gedaan, ten einde de üandelsbeirek-
gen van particuliere personen of handels
lichamen in Nederland met Rusland weder
mogelijk te maken?
2. Heeft de Minister zich daartoe recht
streeks gewend, hetzij tot de Rsgeering te
Moskou, hetzij tot den vertegenwoordiger
der Russische Radénregeering, den heer
Litwinof, te Kopenhagen, netzij lot de Rus
sische delegatie, die tot herstel der econo
mische betrekkingen zich naar Zweden 'en:
Dehemarken heeft begeven?
3. Is de Minister bereid, de resultaten
vain die pogingen mede te Jeelen en, zoo
ze onverhoopt niet mochten zijn in het
werk gesteld, dit alriiog ten spoedigste
te doön?
4. Is het juist, dat de repitriearing van:
Nederlanders, die zich in Rusland bevinden,
niei heeft kunnen plaats vinden, omdat de
Nederlamdsche regeering hisr le lande een
aantal Russen togen hun wil vasthield? Of
zijn voor de vertraging in net vertrek van
de in Rusland vertoevende Nederlanders
andere redenen aan te given?
5. Is de Regeering bereid, zoo spo?dlg
mogelijk te trachten de normale politieks
betrekkingen tot Rusland, met welken Staat
Nederland immers niet in oorlog verkeert
eta waarmee sinds 1813 vreedzame en nor
male betrekkingen hebben bestaan, te her
stellen
6. Is de Regeerl'ng bereid daartoe den
eersten slap te doen, die noodzakelijk aan
allo politieke stappen moet voorafgaan, na
melijk eeta erkenning van de huidigs Rus
sische Sovjet-regeering als rechtmatig "en
factisch gouvernement?
7. Indien de Regeering den tijd tot her
stel van de politieke betrekkingen met Rus
land nog niet gekomen acht, waarvan
wenscht zij dan dat herstri afhankelijk te
maken
8. Moet naar haar oordeel een forme de
erkenning of opneming van Rusland in den
Volkenbond aan dat herstel voorafgaan?
En, indien dit laatste het geval mocht zijn,
is de Regeering dan niet van oordeel, dat
het laöge uitstel aan deze afwachtende
politiek verbonden van onberekenbars scha
de zal blijken voor de belangen der Nïder-
landsche industrie en van len Nederland-
scheb handel?
De Minister vanBui tenlandsche
Zakeh, de heer VAN KARNEBEB&, ver
deelt de vragen in drie groepen; een heeft
betrekking op politieke relaties, een op
handelsrelaties en een op Je uitwisseling
vafc Nederlanders tegen Russen. Wat de poli
tieke betrekkingen tot Sovjet-Rusland aan
gaat, die aangelegenheid is hier reels meer
dan eens ter sprake gekomen, laatste'ijk bij
do interpellatie-Wijnkoop, toen de Kamer
diens motie tot herstel der politiek; be
trekkingen heeft verworpen.
Spr. zet nogmaals de gronden uiteen voor
het standpunt der* Regeering. De Sovjet
republiek heeft nooit eenig; erkenning ge
vraagd. Over dit punt moet men niet te
spoedig heönloopen. Het is zelfs d; vraag
ef het_'wel verwonderlijk is, dat de Sovjet
republiek die erkenning niet givraagd beeft
De erkenning immer3 brengt den plicht voor
haar mede de Regeerihg, di; zij erkend
FEUILLETON
OE HOEVE IN 'T BROEK.
Een roman uit Masoeren
door RICHARD SK0WR0NNEK.
(Nadruk verboden.)
IS)
„Heer, ik bon niets meer dan je knecht,
die er op uit is jo te helpen I En als alles
Vitioopt zooals ik hot mij vjorstwl, aan zul
len rij or in de dorpon van hot Broek nog
lang over spreken 1 Kam nu mee, opdat wij
ons zelf tot dit Bogdansoho verlovingsfeest
Uifcnoocfigon 1"
SchmiezeL do meentherderOhila, de
kleermaker, Zaborowski, de schoonmaker,
vormden het Baginsker dorpsorkest, dat
de kunst van do heilige Caecilia in dezen
stillen hoek van Masoeren vertolkt© en zioh
bereid toonde om bij de viering van feesfce-
hjke gebeurtenissen hot loven hunner mede
burgers, als oogstfeesten, bruiloften, doop-
Plcchtigheden en begrafenissen hun mede
werking to verlcouon.
Sohmiezel bespeelde eon klarinet als aan
voerende stem, Chila streek bijwijze van
begeleiding op de viool, en Zaborowski op
een eigengemaakt bosje, dat maar twee
snaren bezat, een dikke cn een dunne, com
pleteerde in het goweflschte rkythmus het
SwieeL Want Schmiezel beschikte maar over
"Jee melodieën, één om bij te springen en
g® om bij te walsen, en nu ook was het
^oorowski's taak, door den bromtoon van
"•Q bas aan do verschillende behoeften en
<t0 v°ld°cn, want het gebeurde
<-*31)5. dat de jongens als afwisseling van
de polka en wals een schots of een rijn-
lander wilden dansen.
Bij treurige prestaties haddon zij er dit
op gevonden, dat zij de beide melodieën in
een zooveel mogelijk god ragen tempo spoel
den. Daar de dorpelingen niet beter wisten,
omdat zij bij dezo muziek misschien wel ge
doopt waren of hun ouders hadden bogna-
ven, verlangden zij niets liever cn Schmie
zel, Chila en Zaborowski waren dus vrij
van do lastige tijdroovende tookzakelijk-
heid, op hun ouden dag nog cieuwo mu
ziekstukken in te studeeren.
Zoo zaten zij ook nu op het Bogdansche
oogstfeest in den hoek, waar de kachel
stond, van de groot© gelagkamer en speel
den wat men van hen verlangde en taxeer
den in gedachte, wat hun buiten de gewone
betaling, dio de oude heer Bogdan hun ver
zekerd had, nog door den jongen heer Bog
dan zou toebedeeld worden, als hij aan den
dans deelnam,, waarover men in het dorp
al dagen lang gemompeld en gebabbeld
had. Want het was een geheim, dat, be
halve de Bogdans, bijna de geheele wereld
wist, dat namelijk vandaag op het oogst-"
feest van den heer Daniël de zaak tusschen
hem en de kleine houtvestersdochter uit
Dlugossen, naar wie hij al zoolang vrijde,
zou beklonken worden.
Bij zulke gelegenheden betoonde men zich
niet schraal en wierp men den muzikanten
minstens een hand vol klinkende thalers in
het bord, waarin de jongens gewoonlijk oen
groschen legden als zij een extra-dans be
stelden. En lang zou het zeker niet meer
duren. Jongeheer Daniël zatl aan de tafel,
waaraan de erfzonen zaten en was al een
paar maal opgestaan, en was toen weer
gaan zitten, alsof hij het rechto oogenblik
nog niet gekomen achtte. De kleine liout-
voslersdochter zat mot aar moeder in den
anderen hoek tusschen d"e boerenvrouwen
aan do tafel van vrouw Bogdan. Zij had do
kop koffie, die voor haar stond, nog niet
aangeroerd en zoo dikwijls een van do boe
renzoons haar een dans kwam vragen, sloeg
zij de oogen neer. Haar moeder, in haar
zwart zijden kleed, richtte zioh even van
haar Btoel op en zeido telkens weer„Mijn
dochter bedankt, omdat rij :sog geen lust
heeft om to dansen!"
Het was hiermee immers duicfelijk bewe
zen, dat zij den eersten dans voor zeker
iemand wilde bewaren?
De oude heer Bogdan zat met do overige
boeren van het dorp in de kleine raadska
mer van do herberg op een plaatsje van
waar hij het dansende jonge volk in de
groote kamer kon overzien, en hij 1 oei de
zich inwendig voldaan. Op tafel stonden
een dozijn flesschen roodon wijn, waaruit
de boeren dronken, zoodat zij door den
drank bijna allfl roode hoofden hadden,
en in gedachten hield de heer Bogdan zich
met zijn lievelingsspel bezig, namelijk met
uit zijn hoofd uit te rekenen, hoeveel tha
ler hem wel ieder van zijn gasten schuldig
was, on hoe rij, ondanks de lafhartige krui
perij jegens hem, van verkropte woede
bijna uit hun vel barstten. Dit was nu
zoo'n goede gelegenheid om hun te laten
voelen, dat hij meer had en meer kon doen
dan zij. Als or een flesch leeg was, bracht de
herbergier oen nieuwe. Voor de menschen
in do groote zaal was een groot vat bier
aangestoken, niet maar zulk bocht of bruin
bier, zooals de andere boeren op het oogst
feest schonken, maar echt Boiersch. De
vrouwen dronken zoete fcc-ffie en muskaat
wijn van een thaler de flesoh, en dat zij er
wil van hadden, was wel te merken aan haar
druk gesnater en gesohreeuw. Het toppunt
van allo genietingen was wel een klein
kistje, dat voor don gas the or op tafel stond.
Daarin lagen lange rollen van tabak ge
maakt, die men volgens cle nieuwo manier
niet meer uit een pijp rookte, maar een
voudig zoo in den mond stak. Het andero
uiteinde werd met tondel of met een zwa-
velstokjo aangestoken. Dezo rollen noemde
men sigaren en zij kostten anderhalven
grosohen per stuk. Omdat zij zo lekker von
den, aten de boeren ze half op, en do andere
helft rookten zij op, zoodat men de lucht in
do beide vertrekken wel mot een mes snij
den kon.
De oude Bogdan zog door den nevel heen
hoe Pawlowska, geheel zooals het behoorde,
een onderdanigen dans voor rijn vrouw uit
voerde, terwijl het nog niet lang geleden
was, dat do Èogdanka bij haar do borden
gewassohen en do keuken schoongemaakt
bad, en hoe hior aan zijn tafel de eene
boer den andoren overschreeuwde, omdat
ieder hom iets aangenaams wilde vertel
len. Dan lacht© hij inwendig en het pret
tigst van alles vond bij nog, ''at hij telkens
het plezier kon hebben zich over zijn maoht
en zijn rijkdom opnieuw te verheugen.
Maar ook buitendien nog had hij alle re-
don met zichzelf en do wereld tevreden te
zijn. De zaken over de grenzen waren in de
laatste weken buitengewoon goed gegaan.
Het scheen wel alsof de menschen in Polen
een soort geeuwhonger naar Pruisfechen
spiritus hadden, en hij dacht er in vollen
ernst over zelf een branderij te beginnen
en daardoor in het vervolg meer dan hot
dubbele van dezo winst op to strijken, dien
hij tot nu toe had binnengehaald. Wat hem
bijna nog hot meest streeldehet bezoek
bij den kantonrechter was preciis zoo afge-
loopen als hij het rich had voogcstald on
hij kon het den brutalen vlogel, dien Jan
Baginsky, wel zoo goed als zekor op sohrifti
geven, dat hij -zich, wat zijn erfgoed betrof,
den mond kon afvegen, zondor iets gegoten
to hebben.
De kantonroohter was ze or vriendelijk ge
weest, had hem van het begin tot het eind
toe aangehoord, zeer aandachtig, on tea
slotte gezegd: „Ja, dat schijnt vel een on-
bruikbare bengel te wezen, en het doet mij
leed voor u, mijnheer l'-ogdan, dat uw ambt
van schout u verplicht over alle niindorjari-
gen in uw gemeente voogdij te moeten uit
oefenen, on dat u daardoor zooveel erger
nis on plagerijen moet vexduron. Wij zul
len in de eerstvolgendo dagen een termijn
moeten vaststellen, waarop vrij oen bengel
duidelijk aan rijn verstand brengen, dat hij
weer naar zijn Seminario wordt terugge
zonden, en hiermeo kastal"
Hierop had do heer Bogdan oen tip van
den rechterlijken chamber cloak ootmoedig
aan zijn lippen gebracht cn er bijgevoegd:
„Edelachtbare beer kantonrechter, zooals
u hot in uwe wijsheid beslist, zal het ge
schieden, en hoe ook uw uitspraak moge
zijn, ik weet van to voren, dat u niemand
onrecht zult aandoen, maar eon ieder rijn
recht geven zult."
Op straat had hij er in ziohzolf om ge
lachen, dat zulke vijze, gestudeerde men
schen zoo gemakkelijk te vangen waren, eo
hij had uit blijdschap daarover in het wijn
huis van Pfitznor ccn flink Rotspon van
twee thalers gedronken, en toon hij naar
huis reed, had hij do Broekhoovo zoo goed
als in den zak
(Wordt vervolgd).