Pio. 18460 LEIDSCH DASBLAD, Vrijdag 7 Mei Tweede Blad. Anno 1920. 1 "~~~~~SEMEENTEZAKEN. Amendementen van den heer Eikerbout. heer F. Elkorbouï heeft voorgesteld om ia do vfrardcuiiig vau 24-April 1919, regelende de hcf- plaatselijke directe belasting naar het jjj&neu te Leidon dó volgende wijzigingen aan te Aan personen die na het uitreiken van iaanslagbiljet hel verschuldigde bedrag bin- Bnon een maand in zijn geheel hebben voldaan, Mi een reductie van 2 pCL van de totale hoofd som iu mmdoring worden gebracht; B Do gelegenheid worde opengesteld dat, roordai het aanslagbiljet is uitgereikt, roeds met de betalingen kan worden aangevangen, terwijl sjj dio hiervan gebruik maken voor de te vroege betalingen een rentevergoeding van 2 pCt. ont vangen in mindering van hun aanslag. lot toelichting van dit voorstel zegt de voor steller: Gezien de financieelc moeilijkheden waarmede gemeento voortdurend te kampen heeft, fcomt het ons gewenscht voor dat hierin veran dering wordo aangebracht. Hoewel wij gaarne erkennen dat bü aanneming van ons voorstel, een schijnbaar verlies valt te boeken, daar conatateercn wij anderzijds dat dit verlies weder ruimschoots worde gedekt, door de mindere opneming van kasgelden. In den regel wordt voor het opnemen van kas gelden oon rente gevorderd van G pCt. Een re geling als door ons wordt voorgesteld, zal ton gcvolgo hebben, dat, de opneming van kasgel den niet zoo groot meer zal behoeven te zijn en 'dus de gemeentekas een winst van 4 pCt. zal hebben. In verband mot ons 2o voorslol achten wij het dringend noodzakelijk dat oen regeling wor de getroffen die den ingezetenen ten goede zal komen. Waar vooral hot laatste jaar slechts een ter mijn van vier maanden liet om do bolastingpen- ningen te betalen, hebben vele personen de moei lijkheden daarvan ondervonden .aangezien zij in een to klein tijdsbestek him belasting moesten voldoen. Het komt ons daarom gowenscht voer dat oen gelt-genbcid wordo. geopend om in lijds reeds met do betaling een aanvang to maken, terwijl bij de laatste storting een verrekening van eventueel gekweekte rente kan plaats hebben. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Regeling van werkzaamheden. Besloten wordt met het oog op den He melvaartsdag Donderdag 13 en Vrijdag 14 Mei niet te vergaderen. Dinsdr.g a. s. zal een avondvergadering gehouden worden.. Interpellatie-lichting 1920. Aan de orde is hierna de interpellatie- K< ter Laan, betreffende het nt»meu of -voorbereiden van maatregelen, om steun te verleencn aan de dienstplichtigen, die in 1920 naar hun haardsteden torugkee- ren, in den geest als geschied is in de laatste helft van 1919. Do heer K. TER LAAN (S. D. X. P.), zijn interpellatie toelichtend, vraagt of de Minister bereid is dc steunregeling, di,e voor 1919 is toegepast, ook te doen gelden voor do lichting 1920. De noodzakelij khrid daarvan zet spr. dan nader uiteen Ver schillende van de naar huis gezonden men schen zijn werkloos en hebben steun drin gend noodig. Verscheidene menschen van de lichting 1920 hebben veel langer ge diend, dan die van de lichting 1919, en toch komen de laatsten voor steun in aan merking en de eersten niet. Spr. acht het verkerd en dringt krachtig op steun aan; een blijvend gedeelte is volstrekt niet meer noodig. De MINISTER VAN OORLOG, de heer POP, zegt, dat indertijd het besluit is genomen, dat er na 1 December 1920 geen steun meer gegeven zou worden. Wie op dien dag ziek was, behield den steun ect- ter nog eenigen tijd. Spr. heeft ook in vorige posities de be langen van hot personeel altijd naar zijn beste weten behartigd; maar een andere vraag is of toegegeven moet worden aan het verlangen van den heer Tor Laan. Volgens de wettelijke regelingen is fei telijk alleen steun mogelijk gedurende den werkelijken dienst. Spr. herilnncrt aan de .demobilisatiemaatregelen van 1918. Toen werden velen jjJotseling naar huis gezonden, die' daarop niet hadden kun nen rekenen. Bovendien waren itoen de omstandigheden, wat betreft de werkge legenheid, zeer ongunstig. Steun was toen inderdaad gemotiveerd, ook omdat do be trokkenen burgerkleeding en velen hunner ook gereedschappen zich moesten aanschaf fen. Achtereenvolgens zijn verschillende regelingen getroffen, waarbij elke volgen de iets minder gaf dan do voorgaande. Op 31 December 1919 eindigde de steunvet leening. De redenen voor deze steunverlee ning zijn vervallen en men heeft altijd ge weten, dat het hier geen blijvende zaak betrof. De vraag van den heer Ter Laan beantwoordt spr. dus ontkennend. De heer K. TER LAAN (S. D. A. P.) dient van repliek. Hij zegt, dat thans aan duizenden militairen ten onrechte do noo- dige steun wordt onthouden. Spr. dient de volgende motie in: ,,De Kamer, van oordeel, dat do steun- verleening van de laatste helft van het jaar 1919 ook dient te gelden voor de dienst plichtigen, die in 1920 naar hun haardste den terügkeeren, gaat over tot de orde van den dag." De heer DUYMAER VAN TWIST (A.- R.), bestrijdt de motie, welke hij niet uit voerbaar acht. Verschillende kwesties, wel ke zich bij een dergelijke steunverlecning voordoen, zijn niet opgelost. Do mon- schen, die met groot verlof zullen gaan,' mogen eenigen tijd vroeger vertrekken en krijgen dan hun soldij doorbetaald. Dat is een goede maatregel. De MINISTER zegt nog, 'lat, als 't hem mogelijk blijkt- en dat lijkt hem niet on waarschijnlijk een regeling te troffen, waardoor het blijvend gedeelte wordt opge heven, hij hiertoe zal overgaan, maar voor 1920 is dat nog niet mogelijk. Spr. blijft) het verlangen van den hear Ter Laan bestrijden. Do heer K. TER LAAN (S. D. A. P.) voert nogmaals het woord. Do motie-K. TER LAAN wordt met 50 tegen 18 stemmen, verworpen. Ontwerp Lager-Onderwijs-wet. Hierna wordt voortgegaan met do be handeling *van liet ontwerp-Lagor-Ondcr- wijs-wet. Aan de orde is de verdore behandeling van art. 19 (onderwijs voor kinderen, die meer dan 4 K.M. van een school wonen). De MINISTER VAN ONDERWIJS, de heer DE VISSER, brengt nog een rodac- tïeverbetering aan. Spn. bestrijdt het amen- doment-Otto, om 't huisonderwijs bijwijze van uitzondering ook te kunnen geven aan lrinderon van meer dan drie gezinnon, mits het aantal dezer kinderen niet groot er zij dan acht. Dit zou een uitnoodiging voor do gemeentebesturen zijn, om zooveel mogelijk uit 's Rijks kas huisonderwijs te verstrek ken. Intüs3chcn is spr. bereid het amende- ment-Otto over te nemen, wanneer deze aan de bezwaren te gemoet komen door wij ziging van een zijner amendementen bij een der volgende artikelen. In stemming komt net amendement-Van B&vesteyn, om de steunregeling van art. 12 alleen te doen geldon voor het oponb.iar en niet voor het bijzonder onderwijs. Het am ondement wordt met 75 stemmen tegen 1 stem verworpen. Aan do orde is ».rtt. 16 en 174, bepalende dat in elke gemeento voldoende lager on derwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal scholen, A-elke voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige ge zindheid toegankelijk zijn. Do heer KOLTHEK (Soe. P.) verdedigt oen amendement, om t© bepalen, dat aan elke openbare sohoól zal wor-lon ingesteld een oudercommissie, bestaande uit ten min ste vijf ouders of voogden van schoolgaande kinderen, terwijl uit do verschillendcom missies zal worden benoemd eon centrale oudler-commissie voor allo openbare lagere soholen in de gemeente. De heer KETELAAR (V.-D.) licht een amendement toe, om -aan elke openbare la gere school in te .-.tollen een oudor-com- missio voor ten minst© 5 ouders t>f voogden van leerlingen der school. De ouder-com- missio wordt door Je gezamenlijke ouders gekozen, doeh de gemeenteraad regelt haar inrichting, samenstelling en wijze van ver kiezing. De ouder-cammissio heeft steeds toegang tot de school en et- onderwijzend personeel is verplicht haar allo gewensoht© inlichtingen te geven. Do commissie deoR aan dit personeel haar wen schen mee cn zoo noodig ook aan het- gemeentebestuur en aan do loden van het Rijksschoolbest-iur. Zij heoft het recht bijeenkomsten van de ouders met het onderwijzend personeel bij een te roepen. Do commissies zijn bedoeld als trait d'union tusschen da ouders en het onder wijzend personeel. In spr.'s stelsel krijgen ook do zg. r.udor-avonden een wettelijk© sanctie. Do heer OSSENDORP (S. D. A. P.) licht een amendement toe, om bij art. 174 op te nemen de bepalingde Gemeenteraad is bevoegd voor één of meer scholen ouder- commissiee, in te stellen, met in-acht- nenaing van de regelen, vastgesteld bij al- gomeencn maatregel van bestuur, den On derwijsraad gehoord. Spr. acht het niet wel doenlijk in het ontwerp -Je bijzonderheden to regelenbeter is, dat dab bij bestuurs maatregel geschiedt. Met enkele punten van de regeling den amendementen-Ketelaar kan spr. zioh niet vereenigen, speciaal niet net net voortdu rend- toegang hebben van do oudcr-com- missie tot do school. Het instituut is nog geheel nieuw, daarom moet men nu niet reeds de verplichting opleggen aan alle ge meenten, maar alleen de mogelijkheid ope nen tot het instellen van ouder-commissies. Do heer OTTO (U. L.) verdedigt een amendement, om afwijking van het oprich ten van openbare soholen, toe te laten tel kens voor oen termijn van drie jaar, doch niet toe te laten, indien de ouders, voog den of verzorgers van 12 of meer leerplich tige kinderen, blijk geven, dat zij openbaar onderwijs voor deze kinderen in de gemeen te verlangen, of, in geval van opheffing cencr bestaande openbare school, zoolang nog acht of meer leerplichtige kinderen deze school bezoeken. Spr. acht hetgeen de Minister voorstelt, zijndo niet anders dan oen herhaling van do bctreffondo alinea uit bet Grondwets artikel, niet voldoende. De bedoeling van art. 192 wordt door eenvoudige herhaling van het algemeen voorschrift niet bereikt- De waarborgen voor openbaar onderwijs dienen nader te worden uitgewerkt, zoodat er overal, waar maar ecnigsrins noodig, openbaar onderwijs zal zijn en dat uitzon dering hierop alleen met goedvinden van do Kroon kan worden toegelaten. Spr. wijst er nog op, dat het amendement ook van belang k<Jü zijn voor menschen van rechts in bepaalde omstandigheden. Want oen protestant geeft de voorkeur aan een openbare sehool boven een katholieke school en laatstgenoemde aan een openbaro boven een protostantsche school. Do heer VAN DER MOLEN (A.-R.) wenscht nu te beslissen over instelling van ouder-commissies; maar de ontwikke ling van het instituut moet men aan do toe komst overlaten. Daarom kunnen thans de bijzonderheden nog niet In de web worden opgenomen. Spr. geeft een wijziging van het amende ment-Ossen dorp in overweging, zoodat de instelling van ouder-commissies door den gcmconteraad niet facultatief, maar ver plicht is. Uit deze commissies znllon later de schoolbesturen groeien. Do heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) spreekt in gelijken zin. Men moet tlians over hot principe beslissen, maar de uit werking aan den bestuursmaatregel over laten. Do heer VAN RAVESTE7N (Comm. P.) is tegen alle amendementen; het feit, dat de katholieken de ouder-commissio verde digen, terwijl in bun scholen de Kerk re geert, is voor spr. hot bewijs, dat de voor standers van de openbaro school bier op don verkeerden weg rijn. Hij vreest er van een sleohton invloed op het onderwijs. De heer DE WYOKERSLOOTH DE WEERDESTEIJN (R.-K.) verklaart zich voor de oudor-commissie. Hij is togen hot amendemont-Ottodit kan verkeerde ge volgen hebben voor do openbare sohool, doordat de jurisprudentie zich kan vormen, dat een openbaro sohool moet worden op geheven als er minder dan acht kindoren zijn en dat is niet het geval. De hoer SGHOKKING (Chr.-Hist.) be strijdt eveneens hot amcndcmcnt-Otto. Men kan hier geen normen voor het geheelo land stollen. Spr- is er voor hot principe van de louderoommissrie in de wet te leggen, omar dftn toch met verplichte instelling. De hoer BULTEN (R.-K.) is voor verpüohte ouder-comm isries. Do heer RUTGERS (A.-R.) bestrijdt het amendement van den heer Otto. Do MINISTER ontraadt alle drie de amendementen botrcffendc do ouder-com missie om den vorm- Het amen domen tr-Kolt - hek is onuitvoerbaar; het voornaamste be zwaar is, dat de ouder-commissics dezelfde wettelijke bevoegdheden zullen krijgen als do schoolbesturen. Men zal dan oen conflict van rechten krijgon. Togen het amendement-Ketelaar hoeft spr. gelijke bezwaren. Men heeft hier te doen met oen novum cn do bevoegdheden moeten nauwkeurig overwogen vromen. Intusschen hebben dezo amendementen principieel iets goeds boven het amende- ment-Osseirudcrpzij schrijven de instelling van ouder-commissies voor. Het amende- ment-Ossondorp geeft den Gemeenteraad de bevoegdheid tot instelling en daarbij vreest spr. conflicten in de gemeenten, waarneer er geen algchcclo overeenstemming is. Het in stituut moet gehouden warden buiten poLi- tioken strijd on buiten strijd tusschen on derwijzers en ouders- Hot doel der ouder-com missies moet zijn do belangstelling der ouders te prikkelen en hot peil van het on derwijs to vorhoogen. Spr. is bereid de ouder- commissies in do wet op te nemen; do rege ling zal aan den bestuursmaatregel, gehoord den Onderwijsraad, worden overgelaten. Spr. zal dan den Onderwijsraad een wenk geven om do Vaikveneonigingen te hooron. Den heer Otto geeft opr. in overweging zijn amen1 dement niet te handhaven. Tegen het stellen van de normen, in het amendement genoemd, ontwikkled spr. bezwaren- Er zijn nu .20 scholen met minder dan 12 leerlingen. Bovendien heeft men rekening te houden met de wisseling van het aantal schoolkin deren in verband mot toe- of afneming der bevolking. Do heer .KETELAAR (V.-D.) wijzigt zijn amendement aldus, dat verplichtend wordt voorgeschreven de instelling van ouder-com missies, waarvan do opriohtang, samenstel ling, bevoegdheden en wijze van verkiezing wordt overgelaten aan een algoanoencn maat regel van bestuur, den Onderwijsraad ge hoord. Do hoer OTTO (U.-L.) verdedigt nader zyn amendement. De hoer OSSENDORP (S. D. A. P.) trekt zijn amendement in. De heer KOLTHEK (Soc. P-) trekt zijn amendement in. De MINISTER neemt het amendement- Ketelaar over. Het amendement-Otto wordt met 33 tegen 29 stemmen aangenomen. Vóór steunde de linkerzijde cn van rechts do heeren Van Wijnbergen, Peels en Van der Melen. Vrijdag voortzetting. De vergadering wordt verdaagd tot des avonds te acht uren. Avondvergadering. Interpellatie-Van Itavesteiju- Aan do orde is de interpellatie van den hoor Van Raves te ijn nopens de mogelijkheid van een horstel der betrekkingen met Rus- Land. Do heer VAN RAVESTEIJN (Comm. P.) herinnert er aan, dat deze interpellatie ge ruime n tijd geleden is aangevraagd, doeh herhaaldelijk is uitgesteld. Thans wordt we der een aanval tegen Rusland ondernomen, doch dit maakt dc regeling onzer politieke betrekkingen met Rusland niet minder ur gent, al denken sommigen wellicht, dat dit offensief een eind zal maken aan de Sovjct- regeoring. Spr. echter is er volstrekt zeker van, dat ook di'b offensief zai worden ven- pletterd. Mogen wij vraagt spreker ten op zichte van do Sovjet-republiek goon zelfstan dige politiek meer voeren, omdat wij zijn aangesloten bij den Volkenbond? Ook voor ons geldt de eisch, dat wij de handelsbetrekkingen met Rusland herstallen. Kr, zip echter sterke aanwijzingen, dat ctze Regeering alles "heeft gedaan om het particuliere handelsverkeer te vernietigen. Tal van handelaren wendden zich tot den heei Wijnkoop om betrekkingen met Rusland aar. te knoopen. Doch daar waren zij natuur- lijk aan het verkeerde adres. Zij messten bü do Regeering zijn. Heeft dsze nu gemeend, al die handelsbetrekkingen te mostsn ver bieden, dan heeft zij gehandeld tegen ons handelsbelang. Ongetwijfeld heeft Rusland c:cnomls:ha hulp noodig. Maar omgekeerd i3 het cok voer het kapitalisme noodzakelijk ten spoe digste in relaties te treden met dit ontzag lijk gebied. Maar er gelden hier ook ideëeïe belangen. Het geldt hier gaan par tijzaak maar een algemeen volksbelang. Spr. stelt de volgende vragen: 1. Welke stappen heeft de Minister tot hog toe gedaan, ten einde de üandelsbeirek- gen van particuliere personen of handels lichamen in Nederland met Rusland weder mogelijk te maken? 2. Heeft de Minister zich daartoe recht streeks gewend, hetzij tot de Rsgeering te Moskou, hetzij tot den vertegenwoordiger der Russische Radénregeering, den heer Litwinof, te Kopenhagen, netzij lot de Rus sische delegatie, die tot herstel der econo mische betrekkingen zich naar Zweden 'en: Dehemarken heeft begeven? 3. Is de Minister bereid, de resultaten vain die pogingen mede te Jeelen en, zoo ze onverhoopt niet mochten zijn in het werk gesteld, dit alriiog ten spoedigste te doön? 4. Is het juist, dat de repitriearing van: Nederlanders, die zich in Rusland bevinden, niei heeft kunnen plaats vinden, omdat de Nederlamdsche regeering hisr le lande een aantal Russen togen hun wil vasthield? Of zijn voor de vertraging in net vertrek van de in Rusland vertoevende Nederlanders andere redenen aan te given? 5. Is de Regeering bereid, zoo spo?dlg mogelijk te trachten de normale politieks betrekkingen tot Rusland, met welken Staat Nederland immers niet in oorlog verkeert eta waarmee sinds 1813 vreedzame en nor male betrekkingen hebben bestaan, te her stellen 6. Is de Regeerl'ng bereid daartoe den eersten slap te doen, die noodzakelijk aan allo politieke stappen moet voorafgaan, na melijk eeta erkenning van de huidigs Rus sische Sovjet-regeering als rechtmatig "en factisch gouvernement? 7. Indien de Regeering den tijd tot her stel van de politieke betrekkingen met Rus land nog niet gekomen acht, waarvan wenscht zij dan dat herstri afhankelijk te maken 8. Moet naar haar oordeel een forme de erkenning of opneming van Rusland in den Volkenbond aan dat herstel voorafgaan? En, indien dit laatste het geval mocht zijn, is de Regeering dan niet van oordeel, dat het laöge uitstel aan deze afwachtende politiek verbonden van onberekenbars scha de zal blijken voor de belangen der Nïder- landsche industrie en van len Nederland- scheb handel? De Minister vanBui tenlandsche Zakeh, de heer VAN KARNEBEB&, ver deelt de vragen in drie groepen; een heeft betrekking op politieke relaties, een op handelsrelaties en een op Je uitwisseling vafc Nederlanders tegen Russen. Wat de poli tieke betrekkingen tot Sovjet-Rusland aan gaat, die aangelegenheid is hier reels meer dan eens ter sprake gekomen, laatste'ijk bij do interpellatie-Wijnkoop, toen de Kamer diens motie tot herstel der politiek; be trekkingen heeft verworpen. Spr. zet nogmaals de gronden uiteen voor het standpunt der* Regeering. De Sovjet republiek heeft nooit eenig; erkenning ge vraagd. Over dit punt moet men niet te spoedig heönloopen. Het is zelfs d; vraag ef het_'wel verwonderlijk is, dat de Sovjet republiek die erkenning niet givraagd beeft De erkenning immer3 brengt den plicht voor haar mede de Regeerihg, di; zij erkend FEUILLETON OE HOEVE IN 'T BROEK. Een roman uit Masoeren door RICHARD SK0WR0NNEK. (Nadruk verboden.) IS) „Heer, ik bon niets meer dan je knecht, die er op uit is jo te helpen I En als alles Vitioopt zooals ik hot mij vjorstwl, aan zul len rij or in de dorpon van hot Broek nog lang over spreken 1 Kam nu mee, opdat wij ons zelf tot dit Bogdansoho verlovingsfeest Uifcnoocfigon 1" SchmiezeL do meentherderOhila, de kleermaker, Zaborowski, de schoonmaker, vormden het Baginsker dorpsorkest, dat de kunst van do heilige Caecilia in dezen stillen hoek van Masoeren vertolkt© en zioh bereid toonde om bij de viering van feesfce- hjke gebeurtenissen hot loven hunner mede burgers, als oogstfeesten, bruiloften, doop- Plcchtigheden en begrafenissen hun mede werking to verlcouon. Sohmiezel bespeelde eon klarinet als aan voerende stem, Chila streek bijwijze van begeleiding op de viool, en Zaborowski op een eigengemaakt bosje, dat maar twee snaren bezat, een dikke cn een dunne, com pleteerde in het goweflschte rkythmus het SwieeL Want Schmiezel beschikte maar over "Jee melodieën, één om bij te springen en g® om bij te walsen, en nu ook was het ^oorowski's taak, door den bromtoon van "•Q bas aan do verschillende behoeften en <t0 v°ld°cn, want het gebeurde <-*31)5. dat de jongens als afwisseling van de polka en wals een schots of een rijn- lander wilden dansen. Bij treurige prestaties haddon zij er dit op gevonden, dat zij de beide melodieën in een zooveel mogelijk god ragen tempo spoel den. Daar de dorpelingen niet beter wisten, omdat zij bij dezo muziek misschien wel ge doopt waren of hun ouders hadden bogna- ven, verlangden zij niets liever cn Schmie zel, Chila en Zaborowski waren dus vrij van do lastige tijdroovende tookzakelijk- heid, op hun ouden dag nog cieuwo mu ziekstukken in te studeeren. Zoo zaten zij ook nu op het Bogdansche oogstfeest in den hoek, waar de kachel stond, van de groot© gelagkamer en speel den wat men van hen verlangde en taxeer den in gedachte, wat hun buiten de gewone betaling, dio de oude heer Bogdan hun ver zekerd had, nog door den jongen heer Bog dan zou toebedeeld worden, als hij aan den dans deelnam,, waarover men in het dorp al dagen lang gemompeld en gebabbeld had. Want het was een geheim, dat, be halve de Bogdans, bijna de geheele wereld wist, dat namelijk vandaag op het oogst-" feest van den heer Daniël de zaak tusschen hem en de kleine houtvestersdochter uit Dlugossen, naar wie hij al zoolang vrijde, zou beklonken worden. Bij zulke gelegenheden betoonde men zich niet schraal en wierp men den muzikanten minstens een hand vol klinkende thalers in het bord, waarin de jongens gewoonlijk oen groschen legden als zij een extra-dans be stelden. En lang zou het zeker niet meer duren. Jongeheer Daniël zatl aan de tafel, waaraan de erfzonen zaten en was al een paar maal opgestaan, en was toen weer gaan zitten, alsof hij het rechto oogenblik nog niet gekomen achtte. De kleine liout- voslersdochter zat mot aar moeder in den anderen hoek tusschen d"e boerenvrouwen aan do tafel van vrouw Bogdan. Zij had do kop koffie, die voor haar stond, nog niet aangeroerd en zoo dikwijls een van do boe renzoons haar een dans kwam vragen, sloeg zij de oogen neer. Haar moeder, in haar zwart zijden kleed, richtte zioh even van haar Btoel op en zeido telkens weer„Mijn dochter bedankt, omdat rij :sog geen lust heeft om to dansen!" Het was hiermee immers duicfelijk bewe zen, dat zij den eersten dans voor zeker iemand wilde bewaren? De oude heer Bogdan zat met do overige boeren van het dorp in de kleine raadska mer van do herberg op een plaatsje van waar hij het dansende jonge volk in de groote kamer kon overzien, en hij 1 oei de zich inwendig voldaan. Op tafel stonden een dozijn flesschen roodon wijn, waaruit de boeren dronken, zoodat zij door den drank bijna allfl roode hoofden hadden, en in gedachten hield de heer Bogdan zich met zijn lievelingsspel bezig, namelijk met uit zijn hoofd uit te rekenen, hoeveel tha ler hem wel ieder van zijn gasten schuldig was, on hoe rij, ondanks de lafhartige krui perij jegens hem, van verkropte woede bijna uit hun vel barstten. Dit was nu zoo'n goede gelegenheid om hun te laten voelen, dat hij meer had en meer kon doen dan zij. Als or een flesch leeg was, bracht de herbergier oen nieuwe. Voor de menschen in do groote zaal was een groot vat bier aangestoken, niet maar zulk bocht of bruin bier, zooals de andere boeren op het oogst feest schonken, maar echt Boiersch. De vrouwen dronken zoete fcc-ffie en muskaat wijn van een thaler de flesoh, en dat zij er wil van hadden, was wel te merken aan haar druk gesnater en gesohreeuw. Het toppunt van allo genietingen was wel een klein kistje, dat voor don gas the or op tafel stond. Daarin lagen lange rollen van tabak ge maakt, die men volgens cle nieuwo manier niet meer uit een pijp rookte, maar een voudig zoo in den mond stak. Het andero uiteinde werd met tondel of met een zwa- velstokjo aangestoken. Dezo rollen noemde men sigaren en zij kostten anderhalven grosohen per stuk. Omdat zij zo lekker von den, aten de boeren ze half op, en do andere helft rookten zij op, zoodat men de lucht in do beide vertrekken wel mot een mes snij den kon. De oude Bogdan zog door den nevel heen hoe Pawlowska, geheel zooals het behoorde, een onderdanigen dans voor rijn vrouw uit voerde, terwijl het nog niet lang geleden was, dat do Èogdanka bij haar do borden gewassohen en do keuken schoongemaakt bad, en hoe hior aan zijn tafel de eene boer den andoren overschreeuwde, omdat ieder hom iets aangenaams wilde vertel len. Dan lacht© hij inwendig en het pret tigst van alles vond bij nog, ''at hij telkens het plezier kon hebben zich over zijn maoht en zijn rijkdom opnieuw te verheugen. Maar ook buitendien nog had hij alle re- don met zichzelf en do wereld tevreden te zijn. De zaken over de grenzen waren in de laatste weken buitengewoon goed gegaan. Het scheen wel alsof de menschen in Polen een soort geeuwhonger naar Pruisfechen spiritus hadden, en hij dacht er in vollen ernst over zelf een branderij te beginnen en daardoor in het vervolg meer dan hot dubbele van dezo winst op to strijken, dien hij tot nu toe had binnengehaald. Wat hem bijna nog hot meest streeldehet bezoek bij den kantonrechter was preciis zoo afge- loopen als hij het rich had voogcstald on hij kon het den brutalen vlogel, dien Jan Baginsky, wel zoo goed als zekor op sohrifti geven, dat hij -zich, wat zijn erfgoed betrof, den mond kon afvegen, zondor iets gegoten to hebben. De kantonroohter was ze or vriendelijk ge weest, had hem van het begin tot het eind toe aangehoord, zeer aandachtig, on tea slotte gezegd: „Ja, dat schijnt vel een on- bruikbare bengel te wezen, en het doet mij leed voor u, mijnheer l'-ogdan, dat uw ambt van schout u verplicht over alle niindorjari- gen in uw gemeente voogdij te moeten uit oefenen, on dat u daardoor zooveel erger nis on plagerijen moet vexduron. Wij zul len in de eerstvolgendo dagen een termijn moeten vaststellen, waarop vrij oen bengel duidelijk aan rijn verstand brengen, dat hij weer naar zijn Seminario wordt terugge zonden, en hiermeo kastal" Hierop had do heer Bogdan oen tip van den rechterlijken chamber cloak ootmoedig aan zijn lippen gebracht cn er bijgevoegd: „Edelachtbare beer kantonrechter, zooals u hot in uwe wijsheid beslist, zal het ge schieden, en hoe ook uw uitspraak moge zijn, ik weet van to voren, dat u niemand onrecht zult aandoen, maar eon ieder rijn recht geven zult." Op straat had hij er in ziohzolf om ge lachen, dat zulke vijze, gestudeerde men schen zoo gemakkelijk te vangen waren, eo hij had uit blijdschap daarover in het wijn huis van Pfitznor ccn flink Rotspon van twee thalers gedronken, en toon hij naar huis reed, had hij do Broekhoovo zoo goed als in den zak (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5