No. 18355 LE1D5CH DAGBLAD, Zaterdag 3 Januari. Tweede Blad Anno 1920. Brieven van een Leidenaar. FEUILLETON Een Meisje met karakter, PERSOVERZICHT. BINNENLAND 0 DC LX.: Nu 'dfl aanslagbiljetten voor de plaatselijke directe belasting successievelijk worden thuisbezorgd, beginnen ook de klachten daar over los te komen. Niet enkel het percen tage valt tegen, velen klagen ook over een te hoogen aanslag, wat het inkomen betreft-. Tot de kjagers zou ik willen zeggen: Als uw inkomen inderdaad kleiner: is dan het door den controleur is geschat, dan zult gij dit kunnen aantoonen en dan wordt het ver laagd. Mocht de reclame-commissie ju al niet willen gelooven, dan staat u beroep bij God. Staten open en dit Collego heeft in geen geval reden om -u te wantrouwen, als u met overtuigende cijfers komt. De gemeente heeft zoo dikwijls ervaren niet te kunnen afgaan op eigen aangifte, dab men het haar niet kwalijk mag nemen, dat zjj er wel eens boven uitgaat. Zeer gegrond is echter de klacht over het te laat komen van de aanslagbiljetten. Het belastingjaar loopt van Mei tot Mei. Mon wordt, door eerst het biljet aan bet mndo van 1919 of in het begin van 1920 te ontvangen, genoodzaakt in vier termijnen te betalen, terwijl men bij tijdige ontvangst het in tien gedeelten had kunnen voldoen. De meesten zouden dan waarschijnlijk de helft reeds hebben aangezuiverd. .Dat zou voor de gemeente, die al meer dan eens kasgeld heeft moeten leenen, ook heel wal vcordeeliger zijn geweest. Deze achterstand is moeilijk goed te keuren. Ik zou niet graag beweren, dat er op de kamer van den con troleur! der gemeente-belastingen niet hard genoeg gewerkt wordt. Ik neem gaarne het tegendeel aan. Maar dan is er geen perso neel genoeg. En al is tegenwoordig het per soneel ook duur, als het gevolg van het vier 1 wijf maanden te Iaat uitkomen der aanslag- biljetten daaraan te wijten is, dan beeft de zuinigheid de wijsheid bedrogen. Ik zou v'oor het vervolg ernstig tegen dit achteraan komen willed waarschuwen, in het financieel belang der gemeente in de eerste plaats, 1 maar ook in het belang dor belastingschul- -dieen zelf. "Het belastingbiljet, zooals bet er thans uitziet, leert ons overigens twee dingen. In do eerste plaats, dat bet de taak-van ons gemeentebestuur is, vooral niet meer geld uit te geven dan strikt noodig blijkt en geen uitgaven te voteeren, vóór men weet'waaruit deze kunnen bestreden worden. Verder vindt men er in een rechtvaardi ging naar het zoeken van andere bronnen yan inkomsten. Mij dunkt; onder het licht van de laatste belastingheffing gezien, zul len de opposanten van de door rnjj eenigen tjjd geleden aangekondigde straatbelasting, er toch wel wat milder over oordeelen. Met deze belasting is het terrein voor den ge meentelijken belastingwetgever echter vrij wel afgewerkt. De gemeente zal het nu moeten zoeken in verhoogde hellingen voor openbare dien sten. Nu allo bedrijven veel meer gaan kos ten. ligt in zoodanige verhooging een groot element van billijkheid. In de laatste vergadering van den Ge meenteraad zrjn de verpleeggelden voor de patiënten in de gestichten „Endegaest", „Voorgeest" en „Rhyngeesf verhoogd. In derdaad, met recht. Jammer, dat men er een jaar te laat mee komt. Door B. en \V. .weid toch in de toelichting van het voorstel medegedeeld, dat de exploitatie dezer ge stichten in 1919 reeds een nadeelig saldo heeft opgeleverd van plm. f 50.000. De gemeente heeft dit bedrag dus cadeau gegeven aan de verpleegden en hun natuur lijke verzorgers, waaronder er heel wat zul len zjjn, die buiten de gemeente wonen en dns allerminsb aanspraak op gemeentelijke philanthrcpie kunnen maken. Doch hier geldt liet nog voor het meerendeel personen, waar aan een weldaad goed zon zjjn besteed. Anders is dit bij hellingen voor openbare diensten als markt- en havengelden. Het lijkt mij toe, dat een herziening der tarieven voor marktgelden, die, als ik mij niet bedrieg, nog van 1912 dateeren, uit een oogpunt van billijkheid en in het financieel belang der gemeente dringend herziening eischen. „Voor een paard, hit, rund, schot, vaars, pink of graskalf', zoo heette het in artikel 2 der in dat jaar vastgestelde verordening, door CHARLES GARViCE. Vrij naar het Engelsoh. (Nadruk verboden.) 73) Sir Ralph stak zijn spade in de 'osse aar de toen wachtte hij een oogenblik tot- Srong terugkwam. Want een vaag voorge voel, oen vreeselijk voorgevoel maakte zich van hem meester. Strong kwam spoedlig te rug en zonder een woord te spreken begon nen zij te graven. Nu en dan zag Strong sir Ralph aan; de vrees, op Ralph's gezicht uitgedrukt, begon zich ook van Strong mees ter te maken. Plotseling kwam zijn spade in aanraking met iets zachts. Hij haalde de aarde er af on zag eon gedeelte van een vrouwengewaad. Beide maunen hielden op, keken toe, een anderen kant liitdan zagen zij elkaar aan. En toen voltooiden zij zorg vuldig en langzaam hun vreeselijk werken plotseling sprongen beiden achteruit en een kreet van afschuw ontsnapte aan Strongs lippen; want hij was niet door eenig voorgevoel voorbereid, zooals sir Ra-lpb. „Wij wij heben een graf opgegraven, sir Ralph zei hij met heesche stem. „Deze vrouw dit arme schepseltje groote Hemel I zij is vermoordKijk hier de plek ken rondom haar hals! Wie wie heeft- dat. «gedaani Wie is het?"- Clarence en de sergeant van politie kwa men de trap af. Er was een oogenblik stll- „woxdt f0.25 geheven, voor een haas ol konijn (bij een minimum van zes stuks) per stuk een halve cent," om slechts de twee Uitersten te nemen. Sinds is de prgs dezer dieren verdubbeld en nog eischt onze gemeente hetzelfde lut tele bedrag. Wanneer het tarief werd ver dubbeld, zou er geen enkel stuks \ee min der ter markt komen, maar de marktgelden zouden bet dubbele opbrengen. Fr pleiten bovendien billijkheidsgrondeo voor deze verhooging. De salarissen en loc- nen van de met bet toezicht en de invorde ring belaste ambtenaren en werklieden zgn sinds dien tijd aanzienlijk gestegen en hel' is niet meer dan billijk, dat de' inenscben, in wier dienst indirect het personeel is, lot de verhoogde kosten bjjdragen. En wat voor de veemarkt geldt, past ook voor de andere markten: de kaas-, de groen ten- en de ooftmarkt, de markt voor het gevogelte en poelierswaren, en welke an dere markten er mogen zijn, en eveneens voor de lig- en havengelden. En wat op deze wijze binnenkomt, wordt voor een groot deel betaald door personen van buiten; eigen ingezetenen worden er zoo goed als niet doei getroffen. Een luttele verhooging van het markt/geld toch zal niet noemenswaard tot de prijsverhooging bijdragen en dus niet op de verbruikers worden verhaald. Een herziening van de verordeningen"op ons markt- en havenwezen komt mjj dan ook bijzonder urgent voor en ik hoop, dat men ter Secretarie trjd kon vinden, om baar zoo spoedig mogelijk aan de orde te stellen. Ontwapening of niet? In „HET VADERLAND" komen enkele militairen van naam op tegen het door den gep. luit.-generaal Koolemane Beijen geopperde denkbeeld, om ons leger af te schaffen en te vervangen door eon polilieleger van pl.m. 10 000 man. O.m. zegt de gep. luit.-gen. C. D. H. Schnei der: „Bijaldien er geen ooilogcn meer te ver wachten waren, waartoe zou (dan Engeland blijkbaar meostor van de vrijo zee wensohen. te blijven, en zich daartoe voortdurend inrich ten, waartoe zon Amerika 500 niouwe oorlogs schepen bouwen? Laten wij het erkennen: Ne derland zou, bij afschaffing van zijn krijgs macht, een uitzondering maken, het wolvaren- de Nederland, het Nederland mot zijn roem rijke verleden. Ten slotte geeft do schrijver als zijn ziens wijze over legervorming het volgende: ,,In slede van afschaffing van het leger, be- liooren wij de gdlieelc manlijke bevolking voor de verdediging van ons land geschikt to ma ken, waarmede reeds vroegtijdig, en wel na den sohoolplichtigcn leeftijd bijwijze van vóóroefe ningen moet aangevangen worden. Dit is alles zins mogelijk en verdient ongetwijfeld, mede uit eon gezondheids oogpunt, nJlo aanbeveling. Later, vóór don 20-jarigen leeftijd, volgt de voorbereiding voor de mililairo oefeningen, ge volgd door een algemeenen dienstplicht met eerste opkomst van enkele maanden, terwijl aan de opleiding van het kader bepaald meeT zorg wordt besteed en de keuze van hen, die daarvoor in aanmerking worden gebracht, met do moeste zorg plaats heeft. Talrijke, niet te langdurige herhalingsoéfemngcn, welke bij zoo veel mogelijke localiseeriug der militie moeten plaats hebben, dienen bij te dragen om hel ge leerde te onderhouden en zoowel de krijgstucht als den korpsgcest te bevorderen. Ik houd mij overtuigd, dat. vooral door don kortoren eersten oefeniugstijd. een streng toe gepaste local is eering dor militie en 'het houden van veelvuldige korte herhalingsoefeningen, het mogelijk is, in de toekomst een leger te ver krijgen, dat aan dc eischen, welke men daaraan moet kunnen stellen* voldoet cn den lust om te dienen bevorderlijk zal ziju, terwijl de daartoo vereisohto geldelijke uitgaven alsdan niet lan ger een bezwaar zullen uitmaken voor hen, die geroepen worden hieromtrent te beslissen." Regenboogkleuren. In een drie star in „HET CENTRUM" lezen wij: Do Haagscliö correspondent der „ZUT- PIIENSCHE COURANT" spreekt over de Linkerzijde als over „Her Majesty's most loyal opposition", die 't niet op het leven van dc heer en in heb Kabinet gemunt he?f"c. te aller oogen werden op liet lijk geves tigd, dab gevonöJen werd ten gevolge van Lycett Craysons eigen dood. Toen kreeg de politieman zijn zelfbelieersching terug on zei ,,Als u zoo goed wilt zijn, mijnheer Strong, een paar van mijn manschappen te laten halen. Zij zullen nog niet ver af zijn zij zuilen wel komen, als zij dit fluitje hoo- xen. Ik mag dit niet verlaten." Zeer vlug en eerbiedig legden zij do arme vermoorde Becky op een der andere neer gevallen deuren en brachten haar naar het lijkenhuis. Op weg daarheen passeerden aj heb huis, waar de man, die haai' dood had veroorzaakt, zelf lag uitgestrekt in de klauwen de3 doods, die alle geschillen ver effende tusschen hem en de vrouw, die hij had kwaad gedaan. Sir Ralph en Clarence keerden naar de Hall terug. Zij waren beiden uitgeput door den zwaren arbeid en de verschrikkelijke ontdekkingnadat zij een bad hadden ge nomen en wat gegeten, gingen zij naar do bibliotheek om te beraadslagen wat er ge daan riïoest worden. Eenigen tijd zaten zij stilzwijgend bij het vuur; toen zei 6Ïr Ralph zacht: „Clarence, ik heb die arme vrouw ge kend ik heb haar ten minste eens gezien en gesproken". Hij gaf Clarence een be schrijving van dien avond te Londen, toen hij Becky to hulp was gekomen. „Ik denk, dat zij mij gekend heeft of mijn naam vroe ger gehoord", zei hij, „want ik herinner mij nog hoe verbaasd zij keek, toen ik haar ver telde wio ik was." „Er is niets zoo vreemd of zoo gewoon, als zulk een samenloop van omstandighe den" zei Clarence ernstig en mot een De Haagsche schrijver legt er Mthuk op, dat de oppositie men kan nooit weten! haar kruit droog houdt en liet geweer aan dén voet. Merkwaardiger iutusschen, dan deze ietwat dubieuze beschouwing is het beeld, dat door den correspondent van de Linkscke minder heid wordt geschetst. Het mag de moeite waard heeten er kennis van te nemen. IZiehier: „De linkerzijde bestaat thans uit 48 leden, fc.w. 4 revolutionoairen (van 3 soorten), 22 sociaal-democraten (officieel eensgezind, fei telijk ook van tweeërlei soort), 15 vrijzin nigen (6 unie-liberalen, 5 vrijzinnige demor ciaten en 4 vrije liberalen), 6 z.g. neutralen (3 economische bonders, de vermakelykheids- man Ter Hall, de raiddenstandsman Staal man en de onderofficier Wijk), benevens de plattelandersbonder Braat, Van rechts is men zoo vriendelijk de heeren A. P. Staalman (christ.-demccraat) eri Van de Laar (christ.- sociaal), die nogal eens tegen rechts stem men, bij links te rekenen; ten onrechte, naar bet ons voorkomt, daar. deze heeren in be ginsel zeker tiieb links, maar. rechts thuis belmoren, al stemmen ze tot ons genoegen tegen militairistische en mammonisïieke ker kelijke voorstellen. Doch ook' al telt men deze beide heeren bij de oppositie, zoodat deze op 50 man zou klimmen, wat dan nog zou deze serie groepen en groepjes op zichzelf kunnen? Zij vertegenwoordigen im mers alle kleuren van den regenboog!" Zóó is inderdaad de werkelijkheid. En de medewerker der „ZUTPH. CRT" grondt daarop zijn meening, dat een derge lijke minderheid „nooit van zins kan zjjn om op de plaatsen van de heeren Ruvs c.s. te gaan zitten." Het ware inderdaad, eéa vermetel pogen. Of er daarom niet aan gedacht wordt, is echter een andere vraag. En al kan men Links niet het Kabinet vervangen, zoo schijnt men er toch geenszins atkeerig van, het moeilijkheden in den weg te leggen en te belemmeren in zijn taak. De crisis aan Marine en aan Oorlog. Bij Kon. besluit is met ingang van 5 Januari 1920: lc. op hun verzoek eervol ontslag ver leend nan mr. H. Bijlovdld ,Jr. als Minister van Marine en aan jkr. G. A. A. Alting von Geusau, als Minister van. Oorlog beide mei dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten, door hen aan de Koningin en aan den lande bewe zen; 2c. tijdens de ontstentenis van een Minister van Marine liet beheer van het Departoment van Marine ad interim opgedragen aan don Mi nister van Landbouw, Nijverheid cn Handel, H. A. van IJsselstcyn; 3e. tijdens do ontstentenis van een Minister van Oorlog het beheer Van het Departement van Oorlog ad interim opgedragen aan clon Minister van Bmncnlandsoho Zaken jhr. mr. Gh. J. M. Ruys de Becrenbrouck. De broodkaart. Als wiiüebroodkaart voor het 122ste tijdvak, hetwelk loopt van 5 tot en met 13 Januari a.s., zal dienen de Rijksbroodkaart in dc groene kleur op paarscn ondergrond. Uitvoer toegestaan. De Minister van Landbouw, enz., heeft met ingang van 5 Januari lot nadere aankondiging dispensatie verleend van de verboden van uit voer voor zoover betreft tarwe, spelt, gerst, rogge, haver, boekweit, kanariezaad en botcr- zaad. Lupinen en wikken- Do Minister van Landbouw, enz., heeft inge trokken zijn beschikking van 14 Maart 1910, houdende een verbod tot vermaling van lupinen cn wikken en een aflevering;- cn vervoerver- bod van lupinen-, wikken- cn pronkboonen- mcol. Steenkolen voor Nederland. Men seint uit Essen, d d. 2 Januari.'aan do N. R. Ct.: Dc Duitsch-Nedciiandsche overeenkomst in zake de kolenlevcringen is, naar ik uit be trouwbare bron verneem, tot dusver nog niet tikje van zijn kernachtige manier vanouds. „Het is al heel buitengewoon, dat jij haar juist ontmoet hebt; en toch. zulke ontmoe tingen hebben iederen dag plaat-s. Maar Ralph, ik kan geen verklaring geven van haar dood ik meen ik zie nieFin waar om" hij aarzelde even „waarom Lycett Cray son haar gedood zou hebben." „Hij had zeker connectie met haar gehad in zijn vroegere jaren. Misschien kwam heb arme schepsel hem geld vragen." „Zelfs in cEat geval is er nog" geen vol doende oorzaak om haar te dooden. Lycett Crayson kan haar afgekocht hebben. Hij was geen gekhij kende de vreeselijk© gevaren, die den moordenaar dfreigelihij was met een man om zijn hoofd roekeloos te ste ken in de lus, die de beul bij de galg ge reed houdt. Hij moet een belangrijker re den gehad hebben, om van haar tc willen afkomen." Ralph kleurde. „Hij won niet, dat Constance wist" zei hij onhoorbaar. Clarence zuchtte. „Maar hij had die vrouw immers kunnen afkoopen. Neen, ik begrijp het niet". „Constance mag het niet wet-cn", zei Ralph na een pauze. Clarence was het met hem eens. „Daar zal mijn moeder wel voor zorgen," zei hij. „Zij zal niets mogen hooren, yooiv dat zij sterk genoeg Is om het te dragen." Eindelijk keerde Clarence naar de Gran ge terug en sir Ralph was alleen om na te denken over de tragische gebeurtenissen van den dag. Heb onderzoek omtrent de arme Becky moest zakelijkerwijze dadelijk geschieden j twee dagen daarna zat de officier van justi- vorleugtd. De onderhandelingen dienaangaande duren nog steeds voort; zij worden ook ver traagd door do omstandigheden, dat de geal- lieerlcn dc koleucommissie zekere moeilijkheden opwerpt. Ondanks het feit, dat de overeenkomst nog niet is verlengd, worden er dezer dagen nog 80.000 ton Roerkolen aan Nederland geleverd. Deze hoeveelheid is reeds onderweg. Indien men niet tot overeenstemming komt over de vorlenging, zal er voor deze 80.000 ton een veel lioogero prijs betaald moeten worden dan voor de vroegere leveringen. De ex-keizer. Naar de correspondent van de „N. R. Ct." te Brussel meldt, heeft Carton de Wiart, de gowozen Belgische minister van justitie, zich als volgt uitgelaten over het in beschuldiging stellen van den ex-keizer: Indien men Willem II zou willen beschouwen als een misdadiger volgens het gèmeeno recht 1 zou dit alleen kunnen geschieden op grond van de moord- en hrandpai tijen, waarvan hij dc aanstichter is door dc wijze van oorlogvoeren, dio hij aan zijn troopen heeft opgelegd en die het terrorisme tot systecih verhief. Dit is een stelling, die door rechtsgeleerden van naam is verdedigd; maar het is niet do stolling, waar van het verdrag van Versailles is uitgegaan, toen het voorzag in de in-beschutdigingastel ling van den ex-keizer wegens de schending van het internationale fatsoen en do heilige rechtskracht der verdragen. Het geval van Wil lem H valt dan ook niet onder de gewone uit- lovcringsgevallen. Wat de geallieerde en geas socieerde landen voornemens zijn aan de No- dcrlanclscihe regeering te verzoeken, wat zij on getwijfeld doen zullen, zoodra de uitwisseling der Iractaten het vredesverdrag met Duiteph- land eindelijk van kracht heeft gemaakt, is dc uitlevering van een gewezen staatshoofd, be schuldigd van het breken van het gegeven woord en de voornaamste beginselen van'fat soen tusschen de verschillendo volken. Hun verzoek zal zich niet beroepen op ccn vroeger bestaand internationaal recht. Het zal zelfs niet gegrond 2ijn op de beschikkingen van de "Haagsche conventie van 1907, die door Duitsoh- land cn Nederland mede is onderteoikend cn die uitdrukkelijk de verplichting vastlegt, om hot gebied van een onzijdigen staat te ontzien en zekere regelen van mensGhelijkhoid bij de oor logsvoering in acht tc nemen. Hun verzoek zal gegrond zijn op een nieuw moreel cn politiek recht, dat juist geschikt is om hel internatio naal recht van het gebied der theorie over te brengen in dat der werkolijkhoid. Hel zal de corsto daad zijn van een volkenbond, die waken zal, dat voortaan do kracht van verdragen ge waarborgd zal zijn, wier schending beschouwd moet worden als een internationaal vergrijp en als zoodanig gewroken moet worden. Dit ge wroken moet niet verkeerd begrepen worden; de in-beschuldigingï-S'telling van Willem II zou het haar toekomend karakter van waardigheid en hoogheid verliezen, indien dc gedachte' van het recht vermengd zou worden met oen verlan gen naar wraak. Het is daarom goed, dat het verzoek om uit levering niet gedaan is in de eerste maanden van den wapenstilstand. De behandeling, dezer zaak mocht niet begonnen cn afgewikkeld wor den in een atmosfeer van hartstocht, maar moet geschieden met de kalmte en rust. die on vermijdelijk zijn voor een goede rechtspraak. Hieraan mag nog toegevoegd worden, dat alleen de gerechtvaardige politieke belangen, die Cicneens in het spel zijn, mogen onder* het oog gezien worden, en dat het vonnis eelfis een der bedoelingen, die de (geallieerden zich gesteld hebben, zou voorbijstroven, als bet tot noodc- loos wreodo beslissingen kwam, die den vroe- geren heerscher van Duitschland. wieus troon afstand zoon meelijwekkend schouwspel bood, tot martelaar zouden verheffen. Hel iis noodig, dat Wilhelm von Holienzol- lgfti, die in 1920 voor dc Rechtbank der Menschheid zal terecht staan, kunnen rekenen op de onpartijdigheid zijner rechters en op al de voorwaarden.van het recht op verdediging. Do deelneming aan dit vonnis van magistra ten beimoreh.de tot naties, die onder den oorlog neutraal zijn gebleven, schijnt uitgesloten door den tekst zelf van artikel 227 van het Vredes- tractaat, waarhij de keuze der vijf nationalitei ten wordt vastgesteld, cl te de rechters van den ox-Kaiser zullcui aanduicleu. Niet? zou zich echter rn.i. verzetten logon de aanwezigheid bij de debatten, zelfs bij do beraadslagingen dezer tie in het „Wapen van Desbrook". tSir Ralph en Clarence werden opgeroepen als getuigen. Dc kamer was propvol, maar de menschen gingen dadelijk op zij voor de twee lieeren, wier stoel reeds bij de tafel klaar stond. Een groote menigte had zich buiten dc deur van de herberg verzameld, men hoor de onduidelijk hun stemmenhet geheele dorp trilde van opgewondenheid, vol af schuw en nieuwsgierigheid. Dat er een moord was gepleegd, wist iedereen; het was de eerste keer, dat zulk een reese- lijke misdaad had plaats gehad in dit rus tige, afgelegen district. Het onderzoek werd voortgezet; zoodra de politicbeambte en de dokter verklaring hadden afgelegd, werd sir Ralph's naam afgeroepen. Hij stond op, bleek en ernstig, cn vertelde hoe hij en Strong het lijk gevonden had den. Toen hem gevraagd werd of hij de overledene vroeger in zijn leven wel eens gezien had, aarzelde hij een oogenblik en gaf toen verslag van zijn ontmoeting met Becky te Londen. Men luisterde naar hem in het diepste stilzwijgen, dat niet vermin derde (men gunde zich haast geen +ijd om adem te balen toen Clarence opstond! en vertelde wat hij wist. En hoe veel en van welk een vreeselijke beteekenis was dit! Aller oogen waren op hem govestigd vol verbazing. Beschuldigde de lord Lyoett Crayson van moord? Een niet te onder drukken gemompel van verbazing deed zich hooren, waaraan echter 6poedSg door de politie een eindo gemaakb werd. De rechter deed eenig'e vragen met zeer ernstige stem. „Men heeft mij offi'oieele mededeelingen rechtbank zonder voorgaande van neutrale as* scbsoreu of getuigen, dio noch beraadslagende noch raadplegende stem zouden hebben. Hun tegenwoordigheid op het proces zal, naar liet mij toeschijnt,.niet moeten goweigerd worden, indien zij er too bijdragen kan om aan de Re geering der Nederlanden, tot wie de bij het tractaat vooiziene aanvraag zal worden ge* richt, de waarborgen eener goede rechtspleging lo geven' welke de eenige zijn, dio zij xodelij* kerwijzo kan verlangen. Door den Min. van Oorlog is aan de burgemeesters bericht, dat van de lichting 1920 geen dienstplichtigen bij de genio (mo- tordienst) zullen worden ingelijfd en dat degenen, die reeds voor den dienst mochten zijn bestemd, nader zullen worden toego- wezen aan de infanterie. Van do lichting 1920 zullen geon miliciens, worden aangewezen voor opleiding tot reserve* officier, herkomstig uit de militie. Vrijwillige aanmelding is tot een beperkt aantal toego* staan. Bij beschikking van den Minister van. Landbouw, Nijverheid en Handel is inge steld een commissie, welke een onderzoek zal hebben in te stellen naar de hoedanig heden van de gewapend-beton-construotie-s, welke hier te lande in den loop der jaren zijn gemaakt. Uit den Staatsalmanak voor 1920 blijkt dat men c?e reorganisatie van het Departo ment van Buitenlandsche Zaken, welke bij Hoofdstuk Hl der Staatsbegrooting voor 1920 ter sprake is gebracht, een aanvang Li gemaakt. Zooals reed's is bericht, zal als chef vai\ het kabinet van den Minister optreden dd 'gezantschapssecretaris de heer R. Ch. Th. Roosmale Nepveu, thans geplaatst aan het Nederlandsche gezantschap to Parijs. Aan het hoofd van het kabinet van den Minis ter staat dus geen gezant meer als vroeger. Do afdeeling Politieke Zaken heeft plaats gemaakt voor de afdeelingen Diplomatieko Zaken met als chef den buitengewoon ge zant jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, cn Juridische Zaken met als chef den. admi nistrateur mr. D. W. baron Van Heeokeren, den chef van de voormalige afdeeling Po litieke Zaken. Voorts is ingesteld een afdeeling Alge meen Secretariaat, met als chef den heer J. F. Boer. Bij Kon. besluit is ingesteld een com missie yan toezicht op den geologischen dienst en zijn in cïïe commissie benoemd tot lid en voorzitter di\ O. Lely, oud-Minis ter van Waterstaat, lid van de Tweede Ka mer, te 's-Gravenhagetot ledenprof. dr. H. A. Brouwer, hoogleeraar te Delft; prof. dr. K. Martin, hoogleeraar te Lei den; prof. dr. G. A. F. Molengraaff, hoog leeraar te DelftJ. C. Raraaer, oud-inspec teur-generaal van den Rijkswaterstaat, te 's-Gravenhagc, cn W. F. Stoel, hoofdinge nieur, belast met den algemeenen dienst v&n den Rijkswaterstaat, to 's-Gravenhage. Do Minister ran Landbouw heeft be paald, dat met ingang van. 1 dezer op hun ver zoek eervol worden ontslagen als schatter: Joh. Vollebrcgt, te Zegwaard; P. v. d. Eyk, tc Benthuizen; G. de Vor Hzn., (e Vianeu, on L. de Boer Jzn., te Gouda; en dat met ingang van dien-zelfden datum als zoodanig worden' benoemd: P. Keukenmeester, te Stompwijk- Veur; A. J. Verkley. te Sasscnkeim: C. v. d. Borg, te Vrijenban; D. J. Oudijk, te Waddings- ■veon; F. M. Kooyinau, to Zevenhuizen; P. F. Oudijk, le Nicuwerkcrk a. d. IJssel; G. J. de Vos, to Goudriaan; G. Korevaar Azn.. to Brand wijk; E. van Herwaarden J. Mzn., te Aspefen; A. den Hartog, to Hoogblokland; J. J. Boer, te Kouderak; P. v. d. Linde, tc JTaas'recht; W, F Brunt, te Bodegraven. Onderwijzers met hoofdakte kunnen op kort dienstverband voor vier jaar worden uitgezonden naar Ned.-Indië met mogelijk heid om in vasten dienst te worden aange- geiteld. De statuten van den R.-K. Ceutralen Raact van Bedrijven zijn thans gereed geko- ipen, zoodat "de Vereeniging is georgani seerd, die de volgende organisatiën zal om vatten: het R.-K. Verbond van Werkgevers- gedaan van den dood van den heer Lycett Crayson," zei hij. De menigte knikte tot elkaar. Toen nam de rechter een ongeopenden brief van zijn lessenaar en zag sir Ralph aan. ,,Deze enveloppe werd gevonden in den zak van de overledene", zei hij„in dea zak van haar japon. De brief is geadres seerd aan hij zweeg een oogenblik ea ziju stem daalde ieder oor was gespannon om de volgende woorden te vernemen „aan freule Constance Desbrook." De menigte haalde diep ad-em. Sir Ralph en Clarence keken verbaasd op. „De brief werd nog niet opengedaan', zei de officier van justitie. „Ik heb het recht en inderdaad het is mijn plicht den brief te lezen, daar de inhoud misschien eenig licht kan werpen op het onderzoek; maar ik zou liever wensehen, dat freiGe Constan ce Desbrook dezen brief zelf voor de recht bank kwam voorlezen." „Freule Constance Desbrook ligt ziek op de Grange zij is te ziek om hier vandaag te kunnen verschijnen en ik kan niet be loven, dat zij daartoe den. eersten tijd in staat zal wezen", zei de dokter haastig. De officier van justitie keek een oogen blik rond toen zei hij „In die omstandigheden moet de brief geopend en voorgelezen worden. Sir Ralph Desbrooku is, geloof ik, de voogd van freule Desbrook. Ik zal u den brief ter hand 6tellen en verzoeken hem voor te lezen."- (Wordt vervolgd.^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5