BUITENLAND vorig gevoel naar Lejjjf»- trokken of ha-ax ver- teg-enwoordigers ontwficen. Haar twaalftal rat ■dau ook jpracbiig in elkaar. In alle takken toonde rij een eupérieur spel, waartegen an- Idere vereenigingen helaas ook Vitesse (L.) niet tegen opgewassen warenDit heeft zij hoofdzakelijk te dankon aan haar nu raaiende captain t. Zhmaeren, die het spelpeil door zijn aanvoering en voorbeeld tot ongekende hoogte heeft opgevoerd. In de competitie verloor zij slechts 1 keer en won de overige, evenals de kampioenswedstrijden. Op seriewed; Irijden was ze minder gelukkig. Voor den ..Tuyt-beker" werd gepeeld tegen D. T. V., waarvan ze ver loor, wat wij hoofdzakelijk wijten aan de ver moeienissen van den vorig en dag, toen rij een zworen kampioenswedstrijd tegen D. E. V. speelde. Ook de A. L. O.-korf ging verloren door een gelijk «pel in de 2o rende tegen A. L. 0. In het geheel speelde zij 21 wedstrijden, waarvan zo er 18 won, 2 verloor on 1 gelijk ©peelde. Vitease (L.) had een minder good seizoen, maar omdogde took ai-s nummer 3 met 4 ver loren wedstrijden. Hoowel haar twaalftal niet veel verzwakt was, bleek haaT ploeg tooh te licht en te weinig geroutineerd om goed suc ces to hebben togen do andere twaalflallen. Bo ven dieu had zij nog al eens to kampen met in- vallers(eters). Op seriewo&si rijden had zij al leen sncces op die van D. 0. S. 0., waar zdj don eersten prijs behaalde. In het geheel speelde zij 18 wedstrijden, waarvan er 12 werden gewon nen, 5 verloren eoi 1 gelijk. Ook in de eens te helft van dit seizoen heeft Fluks getoond do beste Leidsche korfbalclub te zijn. Heeft rij nog kans op het kampioenschap, voor Vitesse beschouwen we die als verloren. Deso laatste vereent ging, die vroeger de leer meesteres was y<ui de anderen, moet dit nu zelfs afstaan aan haar zufltervereeniging Fluks. Zij kan van haar jongcro zuster nog veel loe ren, vooral wat betreft doorzettingsvermogen en verdediging, waarin Fluks rich soms werkelijk een genie toont. Fluks speelt dit jaar zonder v. Zimmeren en de jongste Schilfhinzen, wat wel een verlies voor haar was. Maar het en thousiasme en fanatisme der jongere plaats vervangers vergoedde hdcr veel aan. Ze heeft op het oogenklik 6 wedstrijden gespeeld, waar van 3 gewonnen, 2 verloren en 1 gelijk. Verder won zij op de serie wedstrijden van Vitesse (L.) den len prijs. "Vitesse (L,), hoewel zeker tot het genre der •A.-kflasso beboerende, speelt dit jaar zwakker of liever gezegd ongelukkiger dan andere ja ren. Zij kan rich nog niet zoo goed bij de Am sterdammers aanpassen als Fluks, maar toch wordt haar spel gewaardeerd. Veel verliezen heeft Vitesse niet geleden, zoodat hot daar niet aan zal liggen. Van de 6 wedstrijden die rij gespeeld heeft won zij er één, verloor er 8 en epeoldo 2 koer gelijk. Ten elotte onze Nieuwjaarswenschen! Voor Fluks een kampioenschap (?J), in elk geval dat ee op bert goede pad van 14. Zondag mag Moor gaan. Voor-Vitesse een gelukkiger tijdperk en vrij waring voor de gevreesde laatste plaats. Voor onze geachte lozera(cssen) een gelukkig Nieuwjaar, enz. Nieuwjaarswedstrijd. 't Is een goed idéé van Fluks geweest het nieuwe jaar met een vriendschappelijke ont moeting in te zette®, ook al met het oog op de banden, die er tusschen Leiden en den Haag bestonden, te versterken. De beleefdheid, die -Fluks 26 Dec. jl.. had, 'door in den Haag een propaganda wedstrijd te Bpelen, wordt nu door H. S. V. wederkeerig ge daan. Zij zal zoo sterk mogelijk tegen Fluks verschijnen om de nederlaag die wij in elk geval voorzien zoo klein mogelijk te hou den. Voor Fluks een goede gelegenheid om in training te Wijven voor den zwaren strijd op ■4 Januari a;e. Het lot van de Dardanellen. Gabriël Hanataux schrijft in de „Figaro" over de tfuaestie van do Dardanellen, een quaestie, zegt hij, die door Glemenceau en Lloyd George te Londen aangeroerd is en waar over Berthelot op het ocgenblik do besprekin gen voortzet Lloyd George heeft dn het Lager huis verklaard, dat het het standpunt van de 'Engelsche regeerkig was, dat de sultan zich een onbetrouwbaar por&cv hoeft betoond en hij 'de naam cöeed haar niet) opschrikken. Zij liet haar vingers over de beddelakens gaan. Een oogenblik daarna, vond zij den zak van haar japoai en nam er verschillende dingen ■uit: een schaar en sommige instrumenten, die pleegzusters gewoonlijk gebruiken j maar ook: een handschoen. Clarence, die haar met "trouwe toewijding a-ankeek, zag dien handschoen. Zijn oogen vestigden zich daarop. „Is dat een handschoen van jou, Con- Stance?" vroeg hij. „Neen, niet van mij,'- antwoordde zij flooiu. „Hij behoort aan een patiënt van mij èen meisje, dbt ik bezoeken ging, toen ik nóg in het Home was. Ik heb dien hand- ,60*110611 in mijn zak gestoken ,ik weet eigen lijk zelf niet- waarom." Clarence kreeg een kleur en nam den handschoen op. „Een zonderlinge samenloop van omstan digheden," zei hij. „Ik ik meen hoe vreemd, dat je cEen handschoen in je zak stak." Constance viel terug in haar kussen met «en vermoeid zuchtje. „Ik weet niet, waarom ik het gedaan heb. 'Ik zag dien handschoen juist dien dag, toen ik het Home verlaten heb dien dag *- ik herinner me je herinnert je Zij deed haar oogen toe alsof zij te ver moeid was om na te denken en nog meer te praten. Clarence stak den handecho en in >djn zak, steeg te paard en reed naar fle rgËEa.11. „Constance, hoe gaat het met baarP- ivroeg air Ralph. „Zij is beter rij komt er wel door. Maar luk' r eens, Ralph ik wou je wat zeg- tan iets heel merkwaardigs. Ik ben pas ij haar geweest. Zij waa met haar kleeren due van rijn ambt, dat hij zoo -leoht waar nam, ontheven dient te worden. Dat is een negative oplossing van het doel, zpaar de positieve, hoo zal die zijn, m. w. aio de sultan niet langer als territoriaal eouvereia de wacht houdt over de Dardanellen en den Bosporus, wie zal het dan doen? £>o quaestie van de zee-engten bleek onop losbaar, sinds de Turken in Europa waren ge vestigd, en Rusland zijn heerschappij had uit gebreid tot aan do Zwarte Zee.. Het lot van dezen internationalen verkeers weg is van belang voor de toekomst van Zuid- Rusland, Van Oostenrijk, van Hongarije, van Tsjecho-Slowakije, van Polen, van Roemenië, van Bi%STjje, van Europeesch Turkije (als het blijft bestaan), van Aziatisch Turkije, in het algemeen van alle m ogendheden, die oevers tak ten zijn aan de Middelandsche Zee en de Z v ar te Zee. Venizeles heeft verklaard, dat de Grieken voor een internationale oplossing rijn. Alle be langhebbenden moeten betrokken zijn bij do wacht aan de poorten van het Oosten. En het is weinig waarschijnlijk, dat Venizc- los zoo stellig positie neemt, zonder andere re geeringen, die er bij geïnteresseerd rijn, ge raadpleegd te hebben. Hanataux is nu voor de volgende oplossing. Hij-wil dezo hebben op den basis door Europa gesteid voor do monden van de Don&u. In één woord, het lot van de groote maritieme ver keersweg tusschen de Zwarte Zee en de Mid- dellandsche Zee, Wol hij geregeH hebben door een internationaal verdrag en een interaatio- naie commissie, welke slechts de uitbreiding zou zijn, van degene, die reeds bestaat en die in de praktijk de beste resultaten heeft gehad. Debevoegdheden van de internationale Do- nau-comnrissio zouden uitgebreid, vermeerderd en vergroot moeten worden tot de Dardanellen en den Bosporus en toegevoegd 'hij het geheel der bepalingen van de gemeenschappelijke na vigatie van de binnenzeeën, tot welke deze zee- engten toegang geven^ Engeland zou als groot ste vlcotmogendherd een overwegenden invloed daarin hebben, maar ieder wat hem toekomt. Maai ook de anderen zullen hun plaats heb ben. Frankrijk zal veed gewicht in de schaal kunnen leggen als bemiddelaar. Nooit was het een mooiere rol beschikt. "Want de vrede in de Middelandscbe Zee, ja, men kan bijna spreken van de vrede van de wereld, hangt af van een goede oplossing van de quaestie van Dardanellen en den Bosporus. De Bolsjewiki en de kunstenaars. Een correspondent van het „Journal des Dé- bats" heeft een onderhoud gehad met de dames Bertzeff, die thans in Parijs vertoeven, maar drie maanden geleden nog te Petrograd woon den. De cone is oen violiste van naam, en de andere heeft rich reeds bekend gemaakt als schrijfster van e enige goede Russische en Eransche romans. Zij hebben twee jaar lang ouder het Bolsjewistisch regime geleefd en al de verschrikkingen ervan ondervonden. Het feit, dat zij tol de arüsten gerekend wer den, heeft haar waarschijnlijk voor erger din gen dan materieel© verliezen behoed, want eigenaardig genoeg, geniet deze klasse ecnige voorrechten onder de Bolsjewisten, en beschou wen deze schilder-0, zangers, tooneelspelers, musici etc. als superieure en zelfs ©enigszins heilige wezens. Zoo verdiende de eene zuster, die les gaf aan een muziekschool, een enorm salaris. Maar mets deed haar meer genoegen, dan haar traktement in den vorm van levens middelen, brood, veldvruchten of een stukje vlees ch (e ontvangen, en meer dan eens heeft rij concerten gegevea{*waarbij hel publiek zijn plaatsen betaalde metbrood of andero voedingsmiddelen. Eens, zetde zij, ontving ik een haas, en ik herinner mij nog de begeerige ©n afgunstige blikken, waarmee men mij teen gadesloeg. Er is lang geen personeel genoeg om de her opende schouwburgen te laten bespelen en men begunstigt de artfeten, die zich aanmelden, met warme kleeren, levensmiddelen en verschillen de faciliteiten op allerlei gebied. Mejuffrouw Bertzeff vertelde nog een typee- rehd voorval. Zij maakte ©ene een tournéo met eenige collega's en wachtte aan het station te Petrograd op een dei* zeer schaarsche treinen. Het perron was overvol. Toen do trein aan kwam, vond er een hevig tumult plaats. Van orde was niets to bespeuren, men twistte en vocht om de plaatsen, en degenen die uit wil den stappen, werden verhinderd door hen, die de wagons binnendrongen. HaaT impressario bezig ©n toen vond zij dezen handschoen." Hij hield hem sir Ralph voor. „Zij zegt, dat hij toebehoorde aan iemand, die zij heeft opgepast, toen zij te Londen waa. Bekijk rmm eens." „Nu, ik rie hem," zei Ralph barsoh. „Wat •moet dat?" „DitIk heb den bandschoen, die da-arbij behoort. Ik heb hem gevonden in het kan toor van Lycett Cray son. Hij zei, dat hij van mevrouw Warner was je weet wel maar zij ontkende het, terwijl ik er bij was. Wat maak jo daaruit op?" Sir Ralph keek hem aan. „Ik maak er niets uit op," zei hij. „Ik zou er op zweren, dat deze hand schoen behoort bij dien anderen,dien ik thuis heb. Maak je daar niets uit op "Wacht dan maar af en zie toe." Hij praatte over wat anders en reed wel dra terug naar de Grange. Constance was veel beter zoo veel beter, dat hij haar vragen kon doen. „Wat (Men handschoen van je vriendin netje betreft, Constance, wat was dat voor een patiënt?" „Het was een jong meisje een vrouw tje, dat ik bezocht heb, toen ik in Ons Huie was. Waarom vraag je dat?" „Dat doet er niets toe. Maar vertel mij wat van haar." „Er is niet veel van te vertollen. Zij was ziek en was al een poos ziek geweest. Ik hield van haar. Het speet mij, toen zij weg was." „Wat was het voor een meisje? Geef ons een beschrijving van haar." Constance deed haar best. „Groot, donker, met zwarte oogen. een beetje kreupel liep rij wat mank 1'* riep oohter slechts: „Kameraden, laat de ar- tisteil paseeeren", en dat gezegde was voldoen de, oln aan haar en haar 'collega's een weg tus schen het volk vrij te laten en een .ruime plaafe in de wagons te verzekeren. De artist en zijn natuurlijk als alle andere beroepen ingedeeld in verschillende groepen, aan het hoofd van welke bijzon-dero commis sies en sovjets staan. Iedere kunstafdeehng is op deze wijze afgebakend en ingericht. De le den ontvangen een kaart, welke recht geeft op de verschillende voorrechten, welke de vereeni- ging geniet. Een enorme solidariteit heersoht onder hen en dezo wederzijdscho. steun is oen van de schoonste uitingen van hun broederlijke kame raadschap. Maar men moet niet me enen, dat rij daarom vrijgesteld zijn van eenigen last, diG door de Sovjetfegeening aan haar onderda nen is opgelegd. Het waren vreesehjke verha len, die deze dames aan den verslaggever deden. Toch geloeven zij, dat het volk langzamer hand genoeg krijgt van Lenln en zijn prin cipes. Nu de schoon e dagen van de revolutie voorbij zijn, en het honger en koude lijdt, en evengoed als de bourgeois bloot staat aan ge vangenschap en fusileering, lijken deze begin selen, hoe schoen ook in Iheorie, minder be- goerenswaard. De eenige klasse, die van de algemeene ver warring heeft geprofileerd, is die der hoeren. Zij zijn meer endeels kleine landeigenaren ge worden, en hebben langzamerhand alle rijk dommen van do rieden in ruil voor voedings middelen tot zich getrokken. Voor het Bolsje wisme voelen zij weinig, maar de indirecte voordooien accepteeren zij gaarne. Bolsjewisme onder Mohammedanen' Onlangs deelden wij mede, dat de bolsje wistische leiders pogen op krachtige wijze propaganda te maken onder de Mohamme daansche bevolking in Rusland, om daar door te trachten het bolsjewisme onder de Mohammedanen in Indië en elders te ver spreiden. In de „Times" komt thans een schrijven voor van iemand, die onlangs een Rus ont moette van Tartaarschö afkomst, die door handelszaken genoodzaakt was geweest ge-- mimen tijd te Moskou te toeven en eerst onlangs met Kolfcsjak's legers uit Sovjet Rusland had weten t9 ontsnappen. Gedurende zr;n verblijf te Moskou had 4i*ö gelegenheid gehad het werken der Bolsje wistische Mohammedaansche orgenisaties te bestudeer en. Daaromtrent deelde hq nu een en ander mede. De Mohammedaansche afdeeling van het „Gostersche departement" van het commis sariaat voor buitenlsndsche zaken heeft ge vormd een „Verbond voor de bevrijding van den Islam", die door de Sovjet-regeering ge subsidieerd wordt met vijf rnillioen roebels in goud, en waarvan het doel is oproerige beweging op te weaken onder de Mohamme daansche volken tegen Earopeesche over- heersching. Om echter 'die bedoeling te be mantelen heeft men den bond den mooien naam gegeven van „Verbond tot bescher ming vain de belangen der Islamitische we reld.' Het onmiddellijk doel van den bond is door woord en geschrift om soortgelijke bestaande organisaties te steunen, zcdelgk en materieel. Het Verbond laat zonder uit zondering vertegenwoordigers van alle Mo hammedaansche volken, paitijen en organi saties toe; iedere politieke partij behoudt baar origineel© beteekenis en wftze van wer ker.-zoolang die niet indruischen tegen de algemeen© beginselen van den Bond. Toege treden 3qn reeds de Egyptische Naticnalisten, de Tnrksche NatiomUisfo-n, de partq van „Eenheid eo Vooruitgang", de ftjdische Na- fcionalisteo, de Afghaansche patriotten, de Unie van Kaukasische Muzelmannen, het Congres der Russische Muzelmannen, de Bond van Perzische Naticnalisten. Het Centraal Uitvoerend Comité van het Verbond heeft zgn hoofdkwartier te Mos kou onder leiding van de meest, bekende Mohammedaansche leiders, die in nauwe ver standhouding werken met bolsjewistische lei ders. Het Verbond heeft benoemd twee sub comités, n.l. het „Oostersch Centraal Co mité' hetwelk nagaat alle organisaties in Peiziö, Trana-Raukasië, Aoatolië, Turke stan, Afghanistan en Indië en dat zjjn hoofdkwartier heeft bp de troepen van Moestapha Kemal Pasja, en het „Euro- „Ja. Wat weet je van haai? Waarom vraag je dat?" „Zoo maar," zei Clarence, „alleen uit nieuwsgierigheid." Hij reed naar de Hall. .i „Ik wou, dat je met mij meeging naar Lycett Orayson," zei hij. „Ik heb met Constance over cFen handschoen gepraat, weet je. Zij heeft een beschrijving gegeven van de vrouw, aan wie die toebehoort. Die beschrijving komt geheel overeen met de beschrijving van do vrouw, die ik naar Ly? cett Orayson zag gaan. Die handschoenen behooren hij elkaar. Er zit een zonderling geheim achter, Ralph. Wat moeten wij doen Sir Ralph zag Clarence aan. Hij, sir Ralph, hechtte niet veel beteekenis aan de geschiedenis van dien handschoen. Al zijn gedachten bepaaldten zich tot Constance al zijn onuitg-c^prok-en gebeden waren voor haar herstel. „Ik weet niet waar je op doelt," zei hij; „maar, Clarence, je hebt tot nu toe zoo verstandig gehandeld, dat ik geneigd ben je leiding te volgen. Wat wil jo, dat ik doen zal, naar Lycett Crayson gaan?" „Ja," zei Clarence opgewonden. „Ik wil je niet overstuur maken, beste Ralphmaar ik heb een voorgevoel, dat wij op bet punt zijn een- vreeselijke ontdekking te doen. Je herinnert je wat Ik gozegd heb dat- de vrouw, cRo dien avond naar Lycette Oray son gegaan is, het huis niet weer uitgeko men is Sir Ralph lachte. „De man is niets meer dan een gewone, alledaagsche schavuit. Je bent bezig hem te betichten van een misdaad, hom in oen treurrspel te betrekken, ik weet al niet wat. Maar ik zal met je meegaan als je wilt." peesch Centraal Comité" te Berlin dab zich bemoeit met propaganda in Europa. Egypte, Europeesch Turkije, enz. Het Verbomf zal uitgeven en gratis ver spreiden een speciaal propaganda-orgnan in de Perzische, Arabische, Turkisohe en Tar- taarsche talen. Lenin en Trotsky hebben, vertelt de schrij ver in de „Times" verder, ook het oog ge richt op China en Korea. In een brief, ge schreven door Voznessensky, neteekenddjor Tsjitsjerin en gericht fofc den bekenden Chi nee zen politicus Soen Yat Sen, dringen de ChiDeesche revolutionairen zich bft de bolsje wisten er openlijk op aau dat de Chineeeohe revolutionairen zich bij de bolsjewist en zul len voegen. In de „Kradmy Nabafc" (Roode Alarmklok), een 'bolsjewistisch b!ad, heet het ten aanzien van Korea: „Op dit oogenblik is de eenige veilige plaats Moskou. Een „Nationale Kare- aaÏÏsche Bond" is gevormd in Sovjet Rus land met het doel een revolutie in Korea te Iregiimen om daar de onafhankelijkheid te herstellen. De Koreaansche revolutionai ren zijn gekomen in onze rangen en hebben regimenten gevormd, die opmaicheeren om ons te helpen. De Koreaansche werklieden, die in Rusland gekomen zijn, hebben zich gevoegd bij de „Dèrde Internationale", welke een confederatie is van de werklieden der gelieele wereld om te vechten togen den kapitalislagchen ouderdrukker. Korea moet als één man opstaan en in veibinding treden met de dfbeiders- en bce- rcn-regcering. Dan zullen wij samen de Ja panners kunnen verdrijven uit "Wladivoetok en Korea. Het uur der bevrijdingis nabij. Korea, nog een laatste pogingI;5 Uit dit alle3 blijkt, dat het bolsjewisme in zijn huidige fase een groot er gevaar ia voor het geheel e Oosten dan voor Europa. „Een revolutie in het geheelp Oosten", besluit de schrijver in. de „Times", „op bolsjewistische theorieën, zou niet alleen zijn een onvergelijkelijke ramp voor de geheele Christenwereld, doch het einde van die Ooe- tersche beschaving, die geleidelijk gepoogd heeft in zich op te nemen de vruchten van weêtersche vooruitgang." Voetgangers in Parijs. In sommige wijken van Parijs ie het ver keer, vooral van auto's, langzamerhand zóó druk géworden, dafc voetgangers er waarschijnlijk met voor hun genoegen uit wandelen gaan Clément V au tel komt in een van zijn laat ito films voor den voet ganger op. Hij schrijft Ik had me bijna candidaafc gestold Yoor den gemeenteraad als „canoUdaat van de voetgangers". Maar ik heb bij mezelf ge zegd, dat ik waarschijnlijk verpletterd zou wordienwat doe je tegen en tegenstan der met een auto? Toch '.3 do zaak van de Parjiache voet gangers een groote en nobele zaak: haar voorstaan dat is (Jo zwakken en verdrukten verdedigen. Wat is de voetganger Niets. Wat inoet hij zijn? Iets. Manr hoe meer wij gaan, hoe meer 't arme voetgangersvolk als quamtité négli- geable behandeld wordt: het raakt onder den voet en bovenden wordt hGt nog af- gesriauwd Dezer dagen heb ik dit verhe ven woord gehoord van con voetganger, die omver geworpen en beleecKgd was door een tyran op wielen; Overrijdt mij, maar weest tenminste beleefd I lederen dag worden er te Parijs *an zes tot tien nLcnschen overreden. Do „Go- thaV en de „Bertha's" hebben dat ge middelde nooit bereiktde straal wordt een slagveld en natuurlijk betaalt do infante rie het gelag. Oudin, de nieuwe voorzitter van den ge- meenteraad, heeft ons zoo pas gouden ber gen beloofd. In tusschen zouden wij heel t« v re den zijn als we eon straat konden over steken zonder te ©beuken dat het trottoir aan de overzijde misschien in een betere wereld gelegen is. Tal van straten, lanen en pleinen hebben sedert den oorlog van naam veranderd' maar het kruispunt dt-T verpletterden, zal dat ooit een anderen naam krijgen Voetgangers, mijn broeders en ook gij, brave vrouwen, die te voet gaat, laat ons Hij schelde en bestelde cfe clog-cart; zij reden naar Grayson's oude huig. Paard en dog-cart lieten zij over aan de zorgen van den groom en klopten aan do poort, in den muur. Er kwam geen antwoordRalph duwde de cleur open, zooals hij nog eens ge daan had. Het kostte hem meer moeite dan don vorigen keer, want de poort was nu van grendels voorzien. Zij liepen het tuin tje door en kwamen bij de glazen deur van het kantoor. De gordijnen waren openge schoven. Lycett Orayson zat aan de tafel. Hij schrikte, toen hij ze zag binnenkomen. Zijn gezicht was aschgrauw er waren diepe groeven rondom zijn mond. „O, sir Ralph 1" zei hij. „Dag, lord Doi- lingtonl Wat is er van uw dienst Sir Ralph stond tegenover hem. „U kunt enkele zaken verklaren, waarvan wij gaar ne opheldering verlangen, mijnheer Oray son," zei hij. „Zooals u misschien weet, freule Deebrook is ziek, gevaarlijk ziek op do Grange." „Dat weet ik, dat weet ik," zei Lycett Orayson. „Ik ben pas thuis gekomen van een reis naar Londen voor zaken. Het doet mij veel verdriet „Wij willen weten," zei Clarence, zonder te letten op Lycett ürayson's verklaring, „wio bij u geweest ia op Woensdag den 30sten van de vorige maand." Lycett Orayson glimlachte. „Dan zal ik waarlijk mijn dagboek moe ten opslaan. Er komen mij zooveel menschen bezoeken en raadplegen. "Wilt u een etoel nemen? Ga zitten, sir Ralph, als ik u ver- f/oeken mag." Sir Ralph en Olarence namen plaats. „Den dertigsten?" zei Lycett op een za- kolijken toon. „Laat eons zien. Mevrouw, Warner." een v^eniging, oprichten, laat ons ons verdedigen, en. als het moet, laat ona ai- dalen in de straatDaar moeten wij oveïwinnen of sterven De naakte man. Men zal rich herinneren, dat eenigen tijd geleden vóór den oorlog het Brussel- selie gemeentebestuur, waarin liberalen en socialisten de meerderheid hadden, eep mo nument aan do nagedachtenis van Enrico Ferrer had opgericht. Een naakt© man met oen fakkel in de hand werd voor den in gang van een Brusselsche kerk geplnatet; op het. voetstuk werd hulde gebracht aan den Spaanschei) vrijdenker. Toen do Duk- schexs Brussel bezet hadden, hebben zij den naakten man en het huldigende voetetuk weggeborgen. In November 19is waren er echter veel Brusselaars, die zich do her overde vrijheid niet konden voorstellen zonder het Ferrar monument en met groo te energie werd er door sommigo ..vrijden kers" op de herplaatsing er van aange drongen. Daarmede kwam. de gemeentelijke over-i heid echter in groote moeilijkheid. Het ma< nument was steeds een doorn in liet oog van do Spaansche regeering en van den Bpaansches^ gezant to Brussel Het herin nerde aan relletjes met revolverschoten, die ten tijde van het Ferrer-proces voor het Spaansche gezantschap hadden plaats gehad. Het was dus niet mogelijk na de vele weldaden, die de Spaansche gezant on d)e Spaansche cegeering aan het Belgische volk tijdens de bezetting bewezen hadden, het beeld opnieuw te plaatsen: het zou '.oor velen een monument van ondankbaar heid geworden zijn. zooals een Bruraelsch blad schreef. De vrijdenkers gaven den strijd echter Diot oper werd zelfs een groote betoo ging gehouden en de eisch om dien naakten man, die overigens in de Brusselscho re vues en humoris+ischo bladen -een vermaard heid kreeg, cho van verre herinnert aan die van een ander monument der Belgische hoofdstad, werd stecd dringender. Er moet iets gedaan worden om het „volk" to bevredigen, Men heeft er nu het volgende op gevonden: Do naakte man komt terug, maar na een motamorphose ?an symbolische beteekenis. Met Ferrer zal hij niets meer tc maken hebben, maur alleen nog -ie gewetensvrijheid betekenen Fr zal np het voetstuk ook nog herinnerd worden aan zijn ontvoering öfoor de Duit- scliers. De kïndcrcriminalitcit in Frankrijk. Onlangs word door de correctioneel© recht* bank van het departement van de Sein© een jongen van zeventien jaar veroordeeld tot drie jaar voorwaardelijke gevangenisstraf wogen* inbraak. Het geval van dezen knaap, die onder bekia* genswaardige omstandigheden tot misdaad ge komen is, heeft de aandacht yan het publiek' wederom voor een oogenblik gevestigd op de lander-criminaliteit Men moet nffctuurlijk dit woord niet in z^ii ergste en gevaarlijkste beteekenis* beschouwen, doch er onder verstaan: landlooperij.. kleh.e diefstallen uit étalages, inbraken, enz., mis* drijven dus, die de daders in aanraking met do justitie brengen. Terwijl er in 1614-1915 in Parijs 2000 zulke delinquenten werden opgepakt, was dit getal voor 1918 tot 6000 gestegen. Op dit terrein wordt uitstekend werk ver richt door de verschillende patronaten, die xich met de zorg voor zulke kinderen, belasten. Doch het „Journal" wijst nog een anderen weg aan om van deze kinderen een goeden bur ger in de maatschappij le maken: 1. door zulke kinderen bij patroons In het land een ambacht te laten leeren, waardoor tevens zou voorzien worden in het gebrek aan geschikt© hulp- krach Jon in do vorschillende beroepen. Om te verhinderen, dat zulke kindere\, na eerst de beginselen van het beroep bij een pa troon geleerd te hebben voor een paar stuivers1 meer zonder geldige reden naar een ander zou- don gaan, moeten door de vakvereenigingen te*' palingen in het leven geroepen worden, d-é hierin voorzien. „Die haar handschoenen hier liefc liggen dat herinnert u zich nog wel," zei Oï5> rence. „Pardon? O ja, i\u herinner ik liet- mijl Het waa baar handschoen niet; hij moet. aan een andere cliënt hebben tocbeboord. Excuseer mij een oogenblik." Hij wist, dlat hij doodsbleek geworden was, dat zijn bee- nerr trilden, dat de Schaduw des Doods over hem zweefde. Mijn dagboek^is in de andere kamer. Ik zal het even krijgen." Hij ging de kamer nit. Sir Ralph en Ola rence staarden in het vuur en keken elkaar nu en dan aan. Zij waren nog mannen, die als het ware in de duisternis rondtastten, en zij waren omringd door diepe stilte, slechts afgebroken door den regen, die te gen het venster sloeg. Lycett Crayson was niet ver geloop en. Hij was in de hall vapi het oude, half ineen gestorte huis; daar stond hij, snakkende naar adem, de draden bijeen te rapen van zijn verwarden geest. Die mannen wat beteekendo hun bef zoek? Wat wisten zij? Wat vermoedden rijt Op dat oogenblik zag hij in zijn verbeelding den kelder, waar boven hij stonddton kel der, waarin het lijk verborgen was van de vrouw, die hij vermoord had. Het zweet stond hem in groote druppels op heb voor hoofd, ieder lid van rijn lichaam trilde. Hij moest zoo aanstonds teruggaan en verkla ring geven, rekenschap afleggen van het bezoek van Becky, het bezoek van die vrouw, die hij had ja, vermoord! Hij leunde tegen den muur en trachtte zijn verstrooide gedachten te verzamelen. éWordfc vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 10