BUITENLAND
vorig gevoel naar Lejjjf»- trokken of ha-ax ver-
teg-enwoordigers ontwficen. Haar twaalftal rat
■dau ook jpracbiig in elkaar. In alle takken
toonde rij een eupérieur spel, waartegen an-
Idere vereenigingen helaas ook Vitesse (L.)
niet tegen opgewassen warenDit heeft zij
hoofdzakelijk te dankon aan haar nu raaiende
captain t. Zhmaeren, die het spelpeil door zijn
aanvoering en voorbeeld tot ongekende hoogte
heeft opgevoerd. In de competitie verloor zij
slechts 1 keer en won de overige, evenals de
kampioenswedstrijden. Op seriewed; Irijden was
ze minder gelukkig. Voor den ..Tuyt-beker"
werd gepeeld tegen D. T. V., waarvan ze ver
loor, wat wij hoofdzakelijk wijten aan de ver
moeienissen van den vorig en dag, toen rij een
zworen kampioenswedstrijd tegen D. E. V.
speelde. Ook de A. L. O.-korf ging verloren
door een gelijk «pel in de 2o rende tegen A.
L. 0. In het geheel speelde zij 21 wedstrijden,
waarvan zo er 18 won, 2 verloor on 1 gelijk
©peelde.
Vitease (L.) had een minder good seizoen,
maar omdogde took ai-s nummer 3 met 4 ver
loren wedstrijden. Hoowel haar twaalftal niet
veel verzwakt was, bleek haaT ploeg tooh te
licht en te weinig geroutineerd om goed suc
ces to hebben togen do andere twaalflallen. Bo
ven dieu had zij nog al eens to kampen met in-
vallers(eters). Op seriewo&si rijden had zij al
leen sncces op die van D. 0. S. 0., waar zdj don
eersten prijs behaalde. In het geheel speelde zij
18 wedstrijden, waarvan er 12 werden gewon
nen, 5 verloren eoi 1 gelijk.
Ook in de eens te helft van dit seizoen heeft
Fluks getoond do beste Leidsche korfbalclub te
zijn. Heeft rij nog kans op het kampioenschap,
voor Vitesse beschouwen we die als verloren.
Deso laatste vereent ging, die vroeger de leer
meesteres was y<ui de anderen, moet dit nu
zelfs afstaan aan haar zufltervereeniging Fluks.
Zij kan van haar jongcro zuster nog veel loe
ren, vooral wat betreft doorzettingsvermogen en
verdediging, waarin Fluks rich soms werkelijk
een genie toont. Fluks speelt dit jaar zonder
v. Zimmeren en de jongste Schilfhinzen, wat
wel een verlies voor haar was. Maar het en
thousiasme en fanatisme der jongere plaats
vervangers vergoedde hdcr veel aan. Ze heeft
op het oogenklik 6 wedstrijden gespeeld, waar
van 3 gewonnen, 2 verloren en 1 gelijk. Verder
won zij op de serie wedstrijden van Vitesse (L.)
den len prijs.
"Vitesse (L,), hoewel zeker tot het genre der
•A.-kflasso beboerende, speelt dit jaar zwakker
of liever gezegd ongelukkiger dan andere ja
ren. Zij kan rich nog niet zoo goed bij de Am
sterdammers aanpassen als Fluks, maar toch
wordt haar spel gewaardeerd. Veel verliezen
heeft Vitesse niet geleden, zoodat hot daar
niet aan zal liggen. Van de 6 wedstrijden die
rij gespeeld heeft won zij er één, verloor er 8
en epeoldo 2 koer gelijk.
Ten elotte onze Nieuwjaarswenschen! Voor
Fluks een kampioenschap (?J), in elk geval dat
ee op bert goede pad van 14. Zondag mag Moor
gaan.
Voor-Vitesse een gelukkiger tijdperk en vrij
waring voor de gevreesde laatste plaats.
Voor onze geachte lozera(cssen) een gelukkig
Nieuwjaar, enz.
Nieuwjaarswedstrijd.
't Is een goed idéé van Fluks geweest het
nieuwe jaar met een vriendschappelijke ont
moeting in te zette®, ook al met het oog op de
banden, die er tusschen Leiden en den Haag
bestonden, te versterken.
De beleefdheid, die -Fluks 26 Dec. jl.. had,
'door in den Haag een propaganda wedstrijd te
Bpelen, wordt nu door H. S. V. wederkeerig ge
daan. Zij zal zoo sterk mogelijk tegen Fluks
verschijnen om de nederlaag die wij in elk
geval voorzien zoo klein mogelijk te hou
den. Voor Fluks een goede gelegenheid om in
training te Wijven voor den zwaren strijd op
■4 Januari a;e.
Het lot van de Dardanellen.
Gabriël Hanataux schrijft in de „Figaro"
over de tfuaestie van do Dardanellen, een
quaestie, zegt hij, die door Glemenceau en
Lloyd George te Londen aangeroerd is en waar
over Berthelot op het ocgenblik do besprekin
gen voortzet Lloyd George heeft dn het Lager
huis verklaard, dat het het standpunt van de
'Engelsche regeerkig was, dat de sultan zich
een onbetrouwbaar por&cv hoeft betoond en hij
'de naam cöeed haar niet) opschrikken. Zij
liet haar vingers over de beddelakens gaan.
Een oogenblik daarna, vond zij den zak van
haar japoai en nam er verschillende dingen
■uit: een schaar en sommige instrumenten,
die pleegzusters gewoonlijk gebruiken j
maar ook: een handschoen. Clarence, die
haar met "trouwe toewijding a-ankeek, zag
dien handschoen. Zijn oogen vestigden zich
daarop.
„Is dat een handschoen van jou, Con-
Stance?" vroeg hij.
„Neen, niet van mij,'- antwoordde zij
flooiu. „Hij behoort aan een patiënt van mij
èen meisje, dbt ik bezoeken ging, toen
ik nóg in het Home was. Ik heb dien hand-
,60*110611 in mijn zak gestoken ,ik weet eigen
lijk zelf niet- waarom."
Clarence kreeg een kleur en nam den
handschoen op.
„Een zonderlinge samenloop van omstan
digheden," zei hij. „Ik ik meen hoe
vreemd, dat je cEen handschoen in je zak
stak."
Constance viel terug in haar kussen met
«en vermoeid zuchtje.
„Ik weet niet, waarom ik het gedaan heb.
'Ik zag dien handschoen juist dien dag,
toen ik het Home verlaten heb dien dag
*- ik herinner me je herinnert je
Zij deed haar oogen toe alsof zij te ver
moeid was om na te denken en nog meer te
praten. Clarence stak den handecho en in
>djn zak, steeg te paard en reed naar fle
rgËEa.11.
„Constance, hoe gaat het met baarP-
ivroeg air Ralph.
„Zij is beter rij komt er wel door. Maar
luk' r eens, Ralph ik wou je wat zeg-
tan iets heel merkwaardigs. Ik ben pas
ij haar geweest. Zij waa met haar kleeren
due van rijn ambt, dat hij zoo -leoht waar
nam, ontheven dient te worden.
Dat is een negative oplossing van het doel,
zpaar de positieve, hoo zal die zijn, m. w. aio
de sultan niet langer als territoriaal eouvereia
de wacht houdt over de Dardanellen en den
Bosporus, wie zal het dan doen?
£>o quaestie van de zee-engten bleek onop
losbaar, sinds de Turken in Europa waren ge
vestigd, en Rusland zijn heerschappij had uit
gebreid tot aan do Zwarte Zee..
Het lot van dezen internationalen verkeers
weg is van belang voor de toekomst van Zuid-
Rusland, Van Oostenrijk, van Hongarije, van
Tsjecho-Slowakije, van Polen, van Roemenië,
van Bi%STjje, van Europeesch Turkije (als het
blijft bestaan), van Aziatisch Turkije, in het
algemeen van alle m ogendheden, die oevers tak
ten zijn aan de Middelandsche Zee en de Z v ar
te Zee.
Venizeles heeft verklaard, dat de Grieken
voor een internationale oplossing rijn. Alle be
langhebbenden moeten betrokken zijn bij do
wacht aan de poorten van het Oosten.
En het is weinig waarschijnlijk, dat Venizc-
los zoo stellig positie neemt, zonder andere re
geeringen, die er bij geïnteresseerd rijn, ge
raadpleegd te hebben.
Hanataux is nu voor de volgende oplossing.
Hij-wil dezo hebben op den basis door Europa
gesteid voor do monden van de Don&u. In één
woord, het lot van de groote maritieme ver
keersweg tusschen de Zwarte Zee en de Mid-
dellandsche Zee, Wol hij geregeH hebben door
een internationaal verdrag en een interaatio-
naie commissie, welke slechts de uitbreiding
zou zijn, van degene, die reeds bestaat en die
in de praktijk de beste resultaten heeft gehad.
Debevoegdheden van de internationale Do-
nau-comnrissio zouden uitgebreid, vermeerderd
en vergroot moeten worden tot de Dardanellen
en den Bosporus en toegevoegd 'hij het geheel
der bepalingen van de gemeenschappelijke na
vigatie van de binnenzeeën, tot welke deze zee-
engten toegang geven^ Engeland zou als groot
ste vlcotmogendherd een overwegenden invloed
daarin hebben, maar ieder wat hem toekomt.
Maai ook de anderen zullen hun plaats heb
ben. Frankrijk zal veed gewicht in de schaal
kunnen leggen als bemiddelaar. Nooit was
het een mooiere rol beschikt. "Want de vrede
in de Middelandscbe Zee, ja, men kan bijna
spreken van de vrede van de wereld, hangt af
van een goede oplossing van de quaestie van
Dardanellen en den Bosporus.
De Bolsjewiki en de kunstenaars.
Een correspondent van het „Journal des Dé-
bats" heeft een onderhoud gehad met de dames
Bertzeff, die thans in Parijs vertoeven, maar
drie maanden geleden nog te Petrograd woon
den. De cone is oen violiste van naam, en de
andere heeft rich reeds bekend gemaakt als
schrijfster van e enige goede Russische en
Eransche romans. Zij hebben twee jaar lang
ouder het Bolsjewistisch regime geleefd en al
de verschrikkingen ervan ondervonden.
Het feit, dat zij tol de arüsten gerekend wer
den, heeft haar waarschijnlijk voor erger din
gen dan materieel© verliezen behoed, want
eigenaardig genoeg, geniet deze klasse ecnige
voorrechten onder de Bolsjewisten, en beschou
wen deze schilder-0, zangers, tooneelspelers,
musici etc. als superieure en zelfs ©enigszins
heilige wezens. Zoo verdiende de eene zuster,
die les gaf aan een muziekschool, een enorm
salaris. Maar mets deed haar meer genoegen,
dan haar traktement in den vorm van levens
middelen, brood, veldvruchten of een stukje
vlees ch (e ontvangen, en meer dan eens heeft
rij concerten gegevea{*waarbij hel publiek zijn
plaatsen betaalde metbrood of andero
voedingsmiddelen. Eens, zetde zij, ontving ik
een haas, en ik herinner mij nog de begeerige
©n afgunstige blikken, waarmee men mij teen
gadesloeg.
Er is lang geen personeel genoeg om de her
opende schouwburgen te laten bespelen en men
begunstigt de artfeten, die zich aanmelden, met
warme kleeren, levensmiddelen en verschillen
de faciliteiten op allerlei gebied.
Mejuffrouw Bertzeff vertelde nog een typee-
rehd voorval. Zij maakte ©ene een tournéo met
eenige collega's en wachtte aan het station te
Petrograd op een dei* zeer schaarsche treinen.
Het perron was overvol. Toen do trein aan
kwam, vond er een hevig tumult plaats. Van
orde was niets to bespeuren, men twistte en
vocht om de plaatsen, en degenen die uit wil
den stappen, werden verhinderd door hen, die
de wagons binnendrongen. HaaT impressario
bezig ©n toen vond zij dezen handschoen."
Hij hield hem sir Ralph voor. „Zij zegt, dat
hij toebehoorde aan iemand, die zij heeft
opgepast, toen zij te Londen waa. Bekijk
rmm eens."
„Nu, ik rie hem," zei Ralph barsoh. „Wat
•moet dat?"
„DitIk heb den bandschoen, die da-arbij
behoort. Ik heb hem gevonden in het kan
toor van Lycett Cray son. Hij zei, dat hij
van mevrouw Warner was je weet wel
maar zij ontkende het, terwijl ik er bij was.
Wat maak jo daaruit op?"
Sir Ralph keek hem aan.
„Ik maak er niets uit op," zei hij.
„Ik zou er op zweren, dat deze hand
schoen behoort bij dien anderen,dien ik
thuis heb. Maak je daar niets uit op "Wacht
dan maar af en zie toe."
Hij praatte over wat anders en reed wel
dra terug naar de Grange. Constance was
veel beter zoo veel beter, dat hij haar
vragen kon doen.
„Wat (Men handschoen van je vriendin
netje betreft, Constance, wat was dat voor
een patiënt?"
„Het was een jong meisje een vrouw
tje, dat ik bezocht heb, toen ik in Ons Huie
was. Waarom vraag je dat?"
„Dat doet er niets toe. Maar vertel mij
wat van haar."
„Er is niet veel van te vertollen. Zij was
ziek en was al een poos ziek geweest. Ik
hield van haar. Het speet mij, toen zij weg
was."
„Wat was het voor een meisje? Geef ons
een beschrijving van haar."
Constance deed haar best.
„Groot, donker, met zwarte oogen. een
beetje kreupel liep rij wat mank 1'*
riep oohter slechts: „Kameraden, laat de ar-
tisteil paseeeren", en dat gezegde was voldoen
de, oln aan haar en haar 'collega's een weg tus
schen het volk vrij te laten en een .ruime plaafe
in de wagons te verzekeren.
De artist en zijn natuurlijk als alle andere
beroepen ingedeeld in verschillende groepen,
aan het hoofd van welke bijzon-dero commis
sies en sovjets staan. Iedere kunstafdeehng is
op deze wijze afgebakend en ingericht. De le
den ontvangen een kaart, welke recht geeft op
de verschillende voorrechten, welke de vereeni-
ging geniet.
Een enorme solidariteit heersoht onder hen
en dezo wederzijdscho. steun is oen van de
schoonste uitingen van hun broederlijke kame
raadschap. Maar men moet niet me enen, dat
rij daarom vrijgesteld zijn van eenigen last,
diG door de Sovjetfegeening aan haar onderda
nen is opgelegd. Het waren vreesehjke verha
len, die deze dames aan den verslaggever
deden.
Toch geloeven zij, dat het volk langzamer
hand genoeg krijgt van Lenln en zijn prin
cipes. Nu de schoon e dagen van de revolutie
voorbij zijn, en het honger en koude lijdt, en
evengoed als de bourgeois bloot staat aan ge
vangenschap en fusileering, lijken deze begin
selen, hoe schoen ook in Iheorie, minder be-
goerenswaard.
De eenige klasse, die van de algemeene ver
warring heeft geprofileerd, is die der hoeren.
Zij zijn meer endeels kleine landeigenaren ge
worden, en hebben langzamerhand alle rijk
dommen van do rieden in ruil voor voedings
middelen tot zich getrokken. Voor het Bolsje
wisme voelen zij weinig, maar de indirecte
voordooien accepteeren zij gaarne.
Bolsjewisme onder Mohammedanen'
Onlangs deelden wij mede, dat de bolsje
wistische leiders pogen op krachtige wijze
propaganda te maken onder de Mohamme
daansche bevolking in Rusland, om daar
door te trachten het bolsjewisme onder de
Mohammedanen in Indië en elders te ver
spreiden.
In de „Times" komt thans een schrijven
voor van iemand, die onlangs een Rus ont
moette van Tartaarschö afkomst, die door
handelszaken genoodzaakt was geweest ge--
mimen tijd te Moskou te toeven en eerst
onlangs met Kolfcsjak's legers uit Sovjet
Rusland had weten t9 ontsnappen.
Gedurende zr;n verblijf te Moskou had
4i*ö gelegenheid gehad het werken der Bolsje
wistische Mohammedaansche orgenisaties te
bestudeer en. Daaromtrent deelde hq nu een
en ander mede.
De Mohammedaansche afdeeling van het
„Gostersche departement" van het commis
sariaat voor buitenlsndsche zaken heeft ge
vormd een „Verbond voor de bevrijding van
den Islam", die door de Sovjet-regeering ge
subsidieerd wordt met vijf rnillioen roebels
in goud, en waarvan het doel is oproerige
beweging op te weaken onder de Mohamme
daansche volken tegen Earopeesche over-
heersching. Om echter 'die bedoeling te be
mantelen heeft men den bond den mooien
naam gegeven van „Verbond tot bescher
ming vain de belangen der Islamitische we
reld.' Het onmiddellijk doel van den bond
is door woord en geschrift om soortgelijke
bestaande organisaties te steunen, zcdelgk
en materieel. Het Verbond laat zonder uit
zondering vertegenwoordigers van alle Mo
hammedaansche volken, paitijen en organi
saties toe; iedere politieke partij behoudt
baar origineel© beteekenis en wftze van wer
ker.-zoolang die niet indruischen tegen de
algemeen© beginselen van den Bond. Toege
treden 3qn reeds de Egyptische Naticnalisten,
de Tnrksche NatiomUisfo-n, de partq van
„Eenheid eo Vooruitgang", de ftjdische Na-
fcionalisteo, de Afghaansche patriotten, de
Unie van Kaukasische Muzelmannen, het
Congres der Russische Muzelmannen, de Bond
van Perzische Naticnalisten.
Het Centraal Uitvoerend Comité van het
Verbond heeft zgn hoofdkwartier te Mos
kou onder leiding van de meest, bekende
Mohammedaansche leiders, die in nauwe ver
standhouding werken met bolsjewistische lei
ders.
Het Verbond heeft benoemd twee sub
comités, n.l. het „Oostersch Centraal Co
mité' hetwelk nagaat alle organisaties in
Peiziö, Trana-Raukasië, Aoatolië, Turke
stan, Afghanistan en Indië en dat zjjn
hoofdkwartier heeft bp de troepen van
Moestapha Kemal Pasja, en het „Euro-
„Ja. Wat weet je van haai? Waarom
vraag je dat?"
„Zoo maar," zei Clarence, „alleen uit
nieuwsgierigheid."
Hij reed naar de Hall. .i
„Ik wou, dat je met mij meeging naar
Lycett Orayson," zei hij. „Ik heb met
Constance over cFen handschoen gepraat,
weet je. Zij heeft een beschrijving gegeven
van de vrouw, aan wie die toebehoort. Die
beschrijving komt geheel overeen met de
beschrijving van do vrouw, die ik naar Ly?
cett Orayson zag gaan. Die handschoenen
behooren hij elkaar. Er zit een zonderling
geheim achter, Ralph. Wat moeten wij
doen
Sir Ralph zag Clarence aan. Hij, sir
Ralph, hechtte niet veel beteekenis aan de
geschiedenis van dien handschoen. Al zijn
gedachten bepaaldten zich tot Constance
al zijn onuitg-c^prok-en gebeden waren voor
haar herstel.
„Ik weet niet waar je op doelt," zei hij;
„maar, Clarence, je hebt tot nu toe zoo
verstandig gehandeld, dat ik geneigd ben
je leiding te volgen. Wat wil jo, dat ik
doen zal, naar Lycett Crayson gaan?"
„Ja," zei Clarence opgewonden. „Ik wil
je niet overstuur maken, beste Ralphmaar
ik heb een voorgevoel, dat wij op bet punt
zijn een- vreeselijke ontdekking te doen. Je
herinnert je wat Ik gozegd heb dat- de
vrouw, cRo dien avond naar Lycette Oray
son gegaan is, het huis niet weer uitgeko
men is
Sir Ralph lachte.
„De man is niets meer dan een gewone,
alledaagsche schavuit. Je bent bezig hem te
betichten van een misdaad, hom in oen
treurrspel te betrekken, ik weet al niet wat.
Maar ik zal met je meegaan als je wilt."
peesch Centraal Comité" te Berlin dab zich
bemoeit met propaganda in Europa. Egypte,
Europeesch Turkije, enz.
Het Verbomf zal uitgeven en gratis ver
spreiden een speciaal propaganda-orgnan in
de Perzische, Arabische, Turkisohe en Tar-
taarsche talen.
Lenin en Trotsky hebben, vertelt de schrij
ver in de „Times" verder, ook het oog ge
richt op China en Korea. In een brief, ge
schreven door Voznessensky, neteekenddjor
Tsjitsjerin en gericht fofc den bekenden Chi
nee zen politicus Soen Yat Sen, dringen de
ChiDeesche revolutionairen zich bft de bolsje
wisten er openlijk op aau dat de Chineeeohe
revolutionairen zich bij de bolsjewist en zul
len voegen.
In de „Kradmy Nabafc" (Roode Alarmklok),
een 'bolsjewistisch b!ad, heet het ten aanzien
van Korea: „Op dit oogenblik is de eenige
veilige plaats Moskou. Een „Nationale Kare-
aaÏÏsche Bond" is gevormd in Sovjet Rus
land met het doel een revolutie in Korea
te Iregiimen om daar de onafhankelijkheid
te herstellen. De Koreaansche revolutionai
ren zijn gekomen in onze rangen en hebben
regimenten gevormd, die opmaicheeren om
ons te helpen. De Koreaansche werklieden,
die in Rusland gekomen zijn, hebben zich
gevoegd bij de „Dèrde Internationale", welke
een confederatie is van de werklieden der
gelieele wereld om te vechten togen den
kapitalislagchen ouderdrukker.
Korea moet als één man opstaan en in
veibinding treden met de dfbeiders- en bce-
rcn-regcering. Dan zullen wij samen de Ja
panners kunnen verdrijven uit "Wladivoetok
en Korea. Het uur der bevrijdingis nabij.
Korea, nog een laatste pogingI;5
Uit dit alle3 blijkt, dat het bolsjewisme in
zijn huidige fase een groot er gevaar ia voor
het geheel e Oosten dan voor Europa.
„Een revolutie in het geheelp Oosten",
besluit de schrijver in. de „Times", „op
bolsjewistische theorieën, zou niet alleen zijn
een onvergelijkelijke ramp voor de geheele
Christenwereld, doch het einde van die Ooe-
tersche beschaving, die geleidelijk gepoogd
heeft in zich op te nemen de vruchten van
weêtersche vooruitgang."
Voetgangers in Parijs.
In sommige wijken van Parijs ie het ver
keer, vooral van auto's, langzamerhand
zóó druk géworden, dafc voetgangers er
waarschijnlijk met voor hun genoegen uit
wandelen gaan Clément V au tel komt in
een van zijn laat ito films voor den voet
ganger op. Hij schrijft
Ik had me bijna candidaafc gestold Yoor
den gemeenteraad als „canoUdaat van de
voetgangers". Maar ik heb bij mezelf ge
zegd, dat ik waarschijnlijk verpletterd zou
wordienwat doe je tegen en tegenstan
der met een auto?
Toch '.3 do zaak van de Parjiache voet
gangers een groote en nobele zaak: haar
voorstaan dat is (Jo zwakken en verdrukten
verdedigen.
Wat is de voetganger
Niets.
Wat inoet hij zijn?
Iets.
Manr hoe meer wij gaan, hoe meer 't
arme voetgangersvolk als quamtité négli-
geable behandeld wordt: het raakt onder
den voet en bovenden wordt hGt nog af-
gesriauwd Dezer dagen heb ik dit verhe
ven woord gehoord van con voetganger,
die omver geworpen en beleecKgd was
door een tyran op wielen;
Overrijdt mij, maar weest tenminste
beleefd I
lederen dag worden er te Parijs *an zes
tot tien nLcnschen overreden. Do „Go-
thaV en de „Bertha's" hebben dat ge
middelde nooit bereiktde straal wordt een
slagveld en natuurlijk betaalt do infante
rie het gelag.
Oudin, de nieuwe voorzitter van den ge-
meenteraad, heeft ons zoo pas gouden ber
gen beloofd. In tusschen zouden wij heel t«
v re den zijn als we eon straat konden over
steken zonder te ©beuken dat het trottoir
aan de overzijde misschien in een betere
wereld gelegen is. Tal van straten, lanen
en pleinen hebben sedert den oorlog van
naam veranderd' maar het kruispunt dt-T
verpletterden, zal dat ooit een anderen
naam krijgen
Voetgangers, mijn broeders en ook gij,
brave vrouwen, die te voet gaat, laat ons
Hij schelde en bestelde cfe clog-cart; zij
reden naar Grayson's oude huig. Paard en
dog-cart lieten zij over aan de zorgen van
den groom en klopten aan do poort, in den
muur. Er kwam geen antwoordRalph
duwde de cleur open, zooals hij nog eens ge
daan had. Het kostte hem meer moeite dan
don vorigen keer, want de poort was nu
van grendels voorzien. Zij liepen het tuin
tje door en kwamen bij de glazen deur van
het kantoor. De gordijnen waren openge
schoven. Lycett Orayson zat aan de tafel.
Hij schrikte, toen hij ze zag binnenkomen.
Zijn gezicht was aschgrauw er waren diepe
groeven rondom zijn mond.
„O, sir Ralph 1" zei hij. „Dag, lord Doi-
lingtonl Wat is er van uw dienst
Sir Ralph stond tegenover hem. „U kunt
enkele zaken verklaren, waarvan wij gaar
ne opheldering verlangen, mijnheer Oray
son," zei hij. „Zooals u misschien weet,
freule Deebrook is ziek, gevaarlijk ziek op
do Grange."
„Dat weet ik, dat weet ik," zei Lycett
Orayson. „Ik ben pas thuis gekomen van
een reis naar Londen voor zaken. Het doet
mij veel verdriet
„Wij willen weten," zei Clarence, zonder
te letten op Lycett ürayson's verklaring,
„wio bij u geweest ia op Woensdag den
30sten van de vorige maand."
Lycett Orayson glimlachte.
„Dan zal ik waarlijk mijn dagboek moe
ten opslaan. Er komen mij zooveel menschen
bezoeken en raadplegen. "Wilt u een etoel
nemen? Ga zitten, sir Ralph, als ik u ver-
f/oeken mag."
Sir Ralph en Olarence namen plaats.
„Den dertigsten?" zei Lycett op een za-
kolijken toon. „Laat eons zien. Mevrouw,
Warner."
een v^eniging, oprichten, laat ons ons
verdedigen, en. als het moet, laat ona ai-
dalen in de straatDaar moeten wij
oveïwinnen of sterven
De naakte man.
Men zal rich herinneren, dat eenigen
tijd geleden vóór den oorlog het Brussel-
selie gemeentebestuur, waarin liberalen en
socialisten de meerderheid hadden, eep mo
nument aan do nagedachtenis van Enrico
Ferrer had opgericht. Een naakt© man met
oen fakkel in de hand werd voor den in
gang van een Brusselsche kerk geplnatet;
op het. voetstuk werd hulde gebracht aan
den Spaanschei) vrijdenker. Toen do Duk-
schexs Brussel bezet hadden, hebben zij den
naakten man en het huldigende voetetuk
weggeborgen. In November 19is waren er
echter veel Brusselaars, die zich do her
overde vrijheid niet konden voorstellen
zonder het Ferrar monument en met groo
te energie werd er door sommigo ..vrijden
kers" op de herplaatsing er van aange
drongen.
Daarmede kwam. de gemeentelijke over-i
heid echter in groote moeilijkheid. Het ma<
nument was steeds een doorn in liet oog
van do Spaansche regeering en van den
Bpaansches^ gezant to Brussel Het herin
nerde aan relletjes met revolverschoten,
die ten tijde van het Ferrer-proces voor
het Spaansche gezantschap hadden plaats
gehad. Het was dus niet mogelijk na de
vele weldaden, die de Spaansche gezant on
d)e Spaansche cegeering aan het Belgische
volk tijdens de bezetting bewezen hadden,
het beeld opnieuw te plaatsen: het zou
'.oor velen een monument van ondankbaar
heid geworden zijn. zooals een Bruraelsch
blad schreef.
De vrijdenkers gaven den strijd echter
Diot oper werd zelfs een groote betoo
ging gehouden en de eisch om dien naakten
man, die overigens in de Brusselscho re
vues en humoris+ischo bladen -een vermaard
heid kreeg, cho van verre herinnert aan
die van een ander monument der Belgische
hoofdstad, werd stecd dringender.
Er moet iets gedaan worden om het
„volk" to bevredigen, Men heeft er nu
het volgende op gevonden: Do naakte man
komt terug, maar na een motamorphose
?an symbolische beteekenis. Met Ferrer
zal hij niets meer tc maken hebben, maur
alleen nog -ie gewetensvrijheid betekenen
Fr zal np het voetstuk ook nog herinnerd
worden aan zijn ontvoering öfoor de Duit-
scliers.
De kïndcrcriminalitcit in Frankrijk.
Onlangs word door de correctioneel© recht*
bank van het departement van de Sein© een
jongen van zeventien jaar veroordeeld tot drie
jaar voorwaardelijke gevangenisstraf wogen*
inbraak.
Het geval van dezen knaap, die onder bekia*
genswaardige omstandigheden tot misdaad ge
komen is, heeft de aandacht yan het publiek'
wederom voor een oogenblik gevestigd op de
lander-criminaliteit
Men moet nffctuurlijk dit woord niet in z^ii
ergste en gevaarlijkste beteekenis* beschouwen,
doch er onder verstaan: landlooperij.. kleh.e
diefstallen uit étalages, inbraken, enz., mis*
drijven dus, die de daders in aanraking met
do justitie brengen.
Terwijl er in 1614-1915 in Parijs 2000 zulke
delinquenten werden opgepakt, was dit getal
voor 1918 tot 6000 gestegen.
Op dit terrein wordt uitstekend werk ver
richt door de verschillende patronaten, die
xich met de zorg voor zulke kinderen, belasten.
Doch het „Journal" wijst nog een anderen
weg aan om van deze kinderen een goeden bur
ger in de maatschappij le maken: 1. door zulke
kinderen bij patroons In het land een ambacht
te laten leeren, waardoor tevens zou voorzien
worden in het gebrek aan geschikt© hulp-
krach Jon in do vorschillende beroepen.
Om te verhinderen, dat zulke kindere\, na
eerst de beginselen van het beroep bij een pa
troon geleerd te hebben voor een paar stuivers1
meer zonder geldige reden naar een ander zou-
don gaan, moeten door de vakvereenigingen te*'
palingen in het leven geroepen worden, d-é
hierin voorzien.
„Die haar handschoenen hier liefc liggen
dat herinnert u zich nog wel," zei Oï5>
rence.
„Pardon? O ja, i\u herinner ik liet- mijl
Het waa baar handschoen niet; hij moet.
aan een andere cliënt hebben tocbeboord.
Excuseer mij een oogenblik." Hij wist, dlat
hij doodsbleek geworden was, dat zijn bee-
nerr trilden, dat de Schaduw des Doods
over hem zweefde. Mijn dagboek^is in de
andere kamer. Ik zal het even krijgen."
Hij ging de kamer nit. Sir Ralph en Ola
rence staarden in het vuur en keken elkaar
nu en dan aan. Zij waren nog mannen, die
als het ware in de duisternis rondtastten,
en zij waren omringd door diepe stilte,
slechts afgebroken door den regen, die te
gen het venster sloeg.
Lycett Crayson was niet ver geloop en.
Hij was in de hall vapi het oude, half ineen
gestorte huis; daar stond hij, snakkende
naar adem, de draden bijeen te rapen van
zijn verwarden geest.
Die mannen wat beteekendo hun bef
zoek? Wat wisten zij? Wat vermoedden rijt
Op dat oogenblik zag hij in zijn verbeelding
den kelder, waar boven hij stonddton kel
der, waarin het lijk verborgen was van de
vrouw, die hij vermoord had. Het zweet
stond hem in groote druppels op heb voor
hoofd, ieder lid van rijn lichaam trilde. Hij
moest zoo aanstonds teruggaan en verkla
ring geven, rekenschap afleggen van het
bezoek van Becky, het bezoek van die vrouw,
die hij had ja, vermoord! Hij leunde
tegen den muur en trachtte zijn verstrooide
gedachten te verzamelen.
éWordfc vervolgd,)