Ho. 18333 Gemeenteraad van Leiden TWEEDE KAMER, LEJDSOH DAGBLADj Vrijdag 5 December. Tweeds 85ad Anno ÏS19. (Vervolg van gisteren). E De heer VAN DER ZEEUW stelt bij do in komsten in een motie voor om goen subsidie, in welken vorm ook, aan do padvinders to geven, dio do kosten zelf wel willen dragen. De heer KNUTTEL steunt deze motio om principieel© redenen, daar hij do padvinderij be schouwt ais oen miUtairistische organisatie on Als onpaedagogisch. Wethouder VAN DER LIP merkt op, dat d® kleine togemootkoming in de huur van het ge bruikte lokaal daarom wordt gegeven, daar or onder do padvinders ook wel zijn, die do kosten niet kunnen dragen. Hij dringt aan op continu ïteit in subsidiearing. Do motic-van der Zeeuw zal op do eerstvol gende agenda worden geplaatst. De lieer VAN DER ZEEUW dringt aan op overleg mot do naburige gemeenten om te ge raken tot afschaffing dór tollen, waarop wet houder VAN DER POT verzekert, dat niets aan B. en W. aangenamer zou- zijn. Op eon vraag van den heer SYTSMA, hoo 0. on W. de minder bedeelden tegemoet willen komen om hen meer gelegenheid te openen tot het genieten van middelbaar onderwijs, ant woordt wethouder VAN DER LIP, dat de vor ming van een studiefonds -in overweging is. De heer KNUTTEL, openbare vermakelijkhe den ook beschouwd als te behooren tot de le vensbehoeften, wil alle belasting daarop ophef fen. Hij wijst er nog op, hoe juist door de be lasting do beste veTmakelijkhedon het ergste worden gedrukt. De hoor DE LANGE spreekt daarentegen de hoop uit, dat B. en W. werkelijk, gelijk zij over wegen, er too zullen overgaan de belasting op de openhaTe vermakelijkheden te verhoogen. Wethouder VAN DER POT acht de openbare vermakelijkheden ook eon gelukkig beIa«tingob- ject. Iedor heeft hier zelf in do hand of hij dlo belasting wil betalen «of niet» Een motio Knuttel wordt verworpen met 19 tegen 8 stemmen (dio van den voorsteller en der S. D.). Do hoer DE LA RIE is van meening, dat door do retributie bij gas- ooi electrlciteitsbedrijf winst wordt weggecijferd, tengevolge waarvan verlaging van don prijs wordt tegengehouden. Hij stolt voor do retributie in het vervolg te doen vervallen. Wethouder VAN DER POT is van oordeel, dat door de retributie hoelemaal geen winst wordt weggecijferd. Het geschiedt alleen om het beheer der fabriek zuiver af te scheiden. Hij verwijst ook naar do straatverlichting en merkt op, dat de ga^prijs hier beneden den kost prijs is, zoodat de prijs allerminst gedrukt wordt. Met 18 togen 8 stemmen wordt de motie de la Rie verworpen. De heer DUBBELDEMAN doet een voorstel om de gemeente-apotheek open te stellen voor ziekenfondsen, die daaruit tegen kostprijs dan zouden kunnen betrekken op voorwaarde, dat ie gemeente medezeggenschap krijgt over de contributie-regeling dezer ziekenfondsen. Hij meent te mogen vastleggen, dat do apothekers overvragen. Nadat do heer HUGES heeft werklaard, dat hij alleen mee kan gaan met maatregelen van algemeen belang, niet voor bepaalde groepon, wordt dit voorstel in handen van B. on W. gestejd voor praeadyiea. De VOORZITTER deelt mee, dat de hoofdelij- ko omslag is bepaald op f 1.890.522, terwijl voor onvoorziene uitgaven is uitgetrokken f 141.765. Do heer HEEMSKERK acht den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud to laag. Vooral voor grootore gezinnen ia hooger kinderaftrek zeer gewemscht. Hij wil B, en W. in overwe ging geven, zonder eenig cijfer zelf aan te ge ven, te onderzoeken, hoever in dezen kan wor den gogaan on hij stelt een motie van deze strekking voor, die hij tenslotte terugneemt, wanneer de heer SYTSMA en de VOORZITTER er op gewezen hebben, dat toch reeds praead- vies over deze aangelegenheid van B. on W. is te wachten. Do heer DE LA RIE deelt nog mede. dat hij f 1200 aftrek niet te hoog acht,, terwijl ten slot- to wethouder VAN DER POT vorzoekt eventu- eele voorstellen in deze materie in te zenden vóór 1 Maart a.s. Hierop wordt de begrooting met alleen de stem van den heer Knuttel tegen aangenomen. De heer GROENEVELD zeide, dat de S. D. vóór stemde, al had do begrooting niet de al geheel© instemming. Hij wees er verder op, dat do S. D.-fractie alleen steun had gevonden bij den heer Knuttel, doch overigens vrij geregeld allo 21 burgerlijke Raadsleden als een gesloten blok tegen zich had gevonden. Een overtuigend bewijs, hoezeer het goed geweest was, geen wet- houderszclel to aanvaarden. Do heor OOSTDAM: eindelijk hebben zo wat gevonden als mosterd na. den maaltijd.- Spoedeischend komt dan in behandeling een voorstel tot aankoop van een terrein, groot 6803 c.A., tegen een prijs van f2.75 per M2., grenzend aan terrein, dat de gemeente reeds ia eigendom heeft bij de Maria Gondastraat, dat 3. h. s. wordt aangenomen. Rondvraag. De Heer KNUTTEL klaagt over het stenogra fisch verslag, waarop do VOORZITTER mee deelt, dat voorstellen dienaangaande spoedig te wachten zijn. Tevens komt -do heer KNUTTEL nog eens terug op do kwestie uit de vorige raadszitting over de benoeming van een onder- wijzoros in de vacature van een onderwijzer, wat weihouder VAN DER LIP zijn destijds in genomen standpunt nog eens doet uiteenzetten. ^Vo zullen daarop niet terugkomen. De heer HEEMSKERK wil gaarne maatre gelen 2ien getroffen tegen de geweldige vracht auto's, hetgeen de VOORZITTER doet opmer ken, dat dit een punt is, dat do aandacht heeft yan B. en W., doch waaraan weinig te doen is, .daar Ged. Staton goedkeuring verleenen. Nadat wethoudor VAN DER LIP nog heeft Aoeegedeeld op een vraag van den heer DUB BELDEMAN van de vorige raadszitting, dat in de volgende zitting den raad een voorste! zal boreiken tot het verleenen van een voorschot ban Mathesis Scientiarum Genctrix, wordt do tittlng gesloten. Vergadering van D~o nderdag rü i d d a g. - Staatsbegroting 1920- Hoofdstak X. Aan de orde is de stemming over het amendJement-RUTU E R8 op artikel 46 van Hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid on Handel) der Staabsbegrooting voor 1920 (om de subsidie van f 7500 aan liet Kon Ned. Landbouwcomifcé niet toe to kennen. Het wordt met 58 tegon 11 stemmen aan genomen. Hoofdstuk X wordt hierna z.; h. at', aan genomen. Interpellatie-Braat, Besloten wordt den heer Braai verlof to verleenen tot iiet richten van vragen aan den Minister van Waterstaat over den toestand, ontstaan door de staking der R. T. M. op de Z.-Hollandscho en Zeeuwscho eilanden en over de vraag of öb Minister in het belang van heb algemeen niet be middelend kan optreden of maatregelen treffen, dat deze onhoudbare toestand wordt opgeheven. Wijziging M. O.-wet. Aan de orde is hierna heb wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van do wet tot regeling van het middelbaar onderwijs. De heer DRESSELHITYS (V-L.) heeft er bezwaar tegen, dat kennis van het Fransch geen deel zal uitmaken van de admissie-oischen voor de iBte klasse eener lioogere burgerschool. Spr. wijst op de be- teekenis van de moderne talen voor ver scheidene betrekkingen, juist voor ons land Spr. wijst op de nadeelige gevolgen van 's-Ministers voornemenhet onderwijs in de vreemde talen zal daardoor op d'e H. B.-scholen worden benadeeld. Hij verde digt dlaarbij het behoud van het Fransch voor cfe lagere school. Flij vraagt» of de re geling ook voor de gymnasia zal gelden. De heer YAN DER BILT (R.-K.) be tuigt ingenomenheid üiet hei ontwerp. Ook liet M. O, moet zich aan de eischen van den tijd aanpassen. Afschaffing van heb Fransch is in hei belang van de lagere school. Verder hoopt spr., dat bij de Ne tte rlandscha taal de regels voor die geslach ten zullen worden afgeschaft. Muziek wil spreker wel op de H. B. 8. hebben, mits er weer niet een examenvak bijkomt. Het onderwijs is reeds overladen, daarom is besnoeiing gewenscht. De heor VAN BERESTEYN (VD.) be toogt. dat het onderwijs op die H. B. 8. veel te Intellectualistiech is. Veredeling van het hart is gewerscht. Daarom wijst spr. op de bet eekenis van muziekonderwijs dat echter geen examenvak moet worden. Spr. bestrijdt, n*et een beroep pp elgeo ei varing als leeraar, den lieer Dresselhuys. het Fransch behoort op de lagere school niet thuis. De heer KRUYT (Bond van Chr. Soc.) ver dedigt het Fransch voor de lagere school; do kennis van deze taal is een eisen, welke voor heb leven beslissend is. Men zal .door de afschaffing van het Fransch niet verkrij gen democratiseeriog, maar vulgariseering van de. lagere school. De heer ALBARDA (S. D. A. P.) verbaast) zich er over, dat de vorige spreker zich aansloot bij het betoog van aen heer Dressel- huys. Dat was allerminst democratisch. Men moet het lager onderwijs niet bezien van het M. O. en gymnasiaal-onderwgs. De rege ling van den Minister beteekent een weldaad voor het lager onderwijs. Dit heeft zich niet te richten naar M. O. en hooger onderwijs. Reeds lang is er op aangedrongen tot dezen stap over te gaan. Het verplichte onderwijs in Fransch heeft in het algemeen liet onder wijs op de lagere school benadeeld. I e moeilijkheden voor het M. O. zal men moeten^ oplossen door beperking van het plan en besnoeiing van de leerstof. De Minister, de heer DE VISSER, heeft vroeger reeds gezegd, dat hij de lagere schooi fiiet langer gedénatureerd wenscht te zien, door verplichtingen voor ander onder wijs. Niemand heeft er zich toen tegen ver zet. Het is ongerijmd, dat op tal van lagere scholen de kinderen in de 3de klasse reeds beginnen Fransch te spreken, dat ia op 8- rigen leeftijd. 96 pCt. der kinderen bezoekea met meer dan de lagere sicholen. Spr. beroept zich voor zijn standpunt op onder wijsspecialiteiten. De lag. school moet eindonderwijs geven en moet niet verband houden met het verdere onderwijs. De leer lingen van H. B. S. en gymnasia zullen er geen nadeel van ondervinden. De bedoeling is wel degelijk lycea en gymnasia op ge lijk e wijze te behandelen als de H. B. S. Spr. zal de leeraren Hoeren alvorens "den gemeenen maatregel van bestuur te conci- p.eaen. Maar al waren de adviezen ongun stig, spr. zal zich aan zijn voornemen hou den, met het oog op de adviezen, welke hij reeds ontving. t Wat de muziek betreft, binnen zeer korten fcrjd zal spr. de inspectie hooren $ver zijn voornemen om het leerplan der H, B. S. slechts in hoofdlijnen in den algemeenen maatregel van bestuur op te nemen, zoodat sonvmigo vakken facultatief worden, opdat het onderwijs meer dienstbaar kan worden gemaakt aan de bepaalde richting, die de jongc-lui Volgen. Het aantal vakken voor her ëmdexamen wordt daarbij aanzienlijk beperkt. Bij .art. XII spreekt de heer VAN WIJN BERGEN (R.-K.) Deze heeft bezwaar tegen do bepaling, dat directeuren leeraren en beambten der Rijks H. "B.-schoIen zullen benoemd, geschorstt en ontslagen worden door den Minister en niet door de Kroon. Do MINISTER neemt het artikel terug. Bij art. XIII maakt de heer ALBARDA' (S. D. A. P.) een opmerking, waarna do MINISTER antwoordt met het oog op de bijzoEdere tijdsomstandigheden de schaal der schoolgelden te zullen herzien. art. XIV verdedigt de heer VAN [VEEN (C.-H.) een amendement', om het schoolgeld, waarvan het to heffen proportioneel minimum door den Minister wordt vastgesteld, te re gelen met inachtneming der iinancieele draag kiacbt der belanghebbenden. De MINISTER wijzigt dienovereenkomstig zijn regeeringsartikel. De heer VAN VEEN (C.-H.) trekt dit amendement in. Spr. licht een amende ment toe, om do H. B.-scholen, die onder bouw van lycea vormen, to behandelen als H B.-scholen met 5-jarigen cursus. De heer OTFO (D -L.) vraagt, of, in dien bij dit wetsontwerp eeu betere uit drukking wordt aangenomen dan (.propor tioneel mini mum'', een gelijko redactie zal worden opgenomen in dc wijziging der II. O.-wet. Spr. wenscht te lezen-. Het schoclgekl wordt aldus geregeld, dat voor geen groep van belanghebbenden het schoolgeld lager is, dan aan de Ier plaatse: aanwezige open bare scholen Spr. dient hiervoor een amendement in. De VOORZI l? IER merkt- op. dat een dergelijke wijziging niet bij tweede lezing in do wijziging der H. O.-wet kan inge voegd worden. De heer DE GEER (C.-Hacht dit amendement beter en duidelijker dan de wijziging door den minister aangebracht. De MINISTER heeft geen bezwaar de lycea in het ontwerp op te nemen, maar do vorm, waarop de heer Van Veen dit wil doen, berust op een misvatting. Spr. zegt de verlangde wijziging toe. De heer VAN VEEN (O.-H.) trekt dan zijn amendement in. De MINISTER neemt het amendement- Otto pver. Bg XVIII verklaart de heer VISSER VAN IJZENDOORN zich tegen dit artikel. Bij de exameneischen voor het gymnasium wenscht hg boekhouden te zien opgenomen; voor juristen is het noodig, dat zij dit vak k old en. Heb stelsel van gecommitteerden of „dwarskijkers" bg de eindexamens beschouwt hg als een teruggang. Bij de gymnasia heeft dit stelsel piet gunstig gewerkt. De groote fout is, dat uitsluitend de leeraren der schooi bet examen afnemen;- zgn deze hier voor niet geschikt, dan vermag de deskun dige daartegenover niets. Er kan volkomen zekerheid zijn, dat de zwakke candidaat er door komt. De heer KETELAAR (V.-D.) 13 het eens met het stelsel, door den Minister gekozen. De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) ver- dedigt het voorgestelde eindexamen-systeem. Do heer TEENSTRA (V.-D.) is het eens xuet den heer Visser van IJzendoora. Een examen door een vreemde commissie 18 de beste waarborg tegen misbruiken. Ds heer ALBAitDA (S. D. A. P.) be schouwt het instituut der gecommitteerden als een waarborg tegen misbruiken en tegen te lage exameneischen, Spr. wil het met deze proef wagen. 1 e heer OTTO (U.-L.) is eveneens voor hef systeem van den Minister. 'Be MINISTER verdedigt het voorgestel de schoolexamen. In paedadogisehe kringen gaat men er meer en meer toe over het schoolexamen boven het Staatsexamen, te verkiezen. Bij het gymnasium heeft Het schoolexamen voort-s bezwaren ontmeet m het peil van onze gymnasia is goed. Meer misbruiken verwacht spr. niet en daartegen kunnen trouwens altijd maatregelen worden genomen. Heb artikel wordt met 50 teg-en 7 stemmen aangenomen. Ee eindstemming over het wetsontwerp zal op een later te bepalen dag plaats heb ben. Z. h. st. wordt aangenomen het wets ontwerp, houdende machtiging tot bet van Rijkswege garandeeren van de geldleenmgeu ten behoeve van de stichting en inrichting ■\ab gebouwen van gesubsidieerde bijzon dere scholen voor nijverheids- en handels onderwijs. Staatsbegroting 1920. Hoofdstuk Xa (Arbeid), Hierna is aan de orde Hoofdstuk Xa (Ar beid) der Staatsbegrooiing voor 1920. Bij de af deeling Arbeid spreekt de heer SCHAPER (S. D. A. P.). Deze wijst op eenige belangrijke sociale wetten. De Ar beidswet wordt gesaboteerd. Er zijn patroons, m n bakkers en bouwvakpatroons, die tot de arbeiders zeggen, dat zij van minister Aal- berse gunstige afwijkingen zullen verkrijgen, en op grond daarvatn collectieve contracten willen sluiten, tot ver in 1920. Spr. releveert ook het adres van de Veree- nigMg „De Ned. Dagbladpers", om1 de Ar beidswet niet op de journalisten toe te pas sen, €n vraagt den Minister ook eend rifet den Ned. Journalistenkring te spreken, of al die bezwaren der directeuren gegrond zijn. De heer SMEENK (A.-R.) maakt eenige opmerkingen over de sociale wetgeving. Hij wil een permanent hof van arbitrage in ar- hoidsaangelegenheden, naar heb voorbeeld van Engeland. Spr. vraagt hoe het staat met de voorbereiding van de invoering der Ar beidswet. De heer REYMER (R.-K.) bespreekt 'dé werkkracht van dezen Minister, voor wien blij a ens de aangekondigde wetsontwerpen de tijd van rust nog niet gekomeh is. Hij vraagt spoedige regeling van Het collectieve arbeids contract. De MINISTER zegt', dat' schgnbaar .naar1 buiten de spoed van de voorbereiding der verdere sociale wetgeving iets minder zal worden. Dat is noodig, omdat er anders' op- eenhooping komt. Aan de voorbereiding der invoering van do nieuwe Arbeidswet wordt' hard gewerkt. ,V erschillendo algemeene maatregelen van bestuur zijn zöo goed als geheel gereed. 'Aan paticonsvereenigingeii heeft spr. geenerlei toezeggingen gedaan. De concept-maatrege len yan algem eni bestuur zul'efo. bij eten'Hoo- gen'Raad van Arbeid komen. Do regeling van arbitrage komt- bg het cc-Uectief arbeidscontract tevens aan de ordei feoor de collectieve arbeidsovereenkomsten fcumt een voorloopige regeling. Voor de pobliek rechtelijke regeling zal een speciale subcommissie uit den Hoogen Raad van Arbeid worden ingesteld. De vergadering wordt verdaagd tot des avonds 8 uur. Vergadering van Donderdagavond. Slaatsbegrooting voor 1920. Hooge colleges von Staat. Aan de orde is Hoofdstuk II der Staats- begróoting voor 1920. De algemeene beschouwingen worden ge opend. Dc heer DE MONTé VERLOREN (A.-R.) vraagt of de Minister niet kan overwegen of liij den toelichtenden staat voor de be grootingen der verschillende departementen niet uniform kan inrichten, opdat de "Ka mer kan nagaan of de gelden besteed wor den op de wijze zooals tusschen de regee ring en Kamer is overgekomen. De MINISTER VAN FINANOIEN, de heer DE VRIES, meent, dab principieel deze zaak omgaat buiten hetbudgetrecht der Kamer, doch zegt- overweging toe. De algemeene beschouwingen worden ge sloten en de begrooting aangenomen z. h. st. Financiën« Aan de orde is Hoofdstuk VII B der staatsbegroting voor 1920. De algemeene beschouwingen worden ge opend. De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) dringt aan op spoedige verkrijgbaarstellmg van het rapport der Staatscommissie voor de pensioenwetgeving en komt op tegen de beperking der ambtenaren in heb uiting geven aan hun politieke overtuiging. Spr. protesteert tegen 's Ministers optre den, dat in de eerste plaats gericht is tegen de sociaal-democraten^ Spreker citeert een aantal gevallen, die den schijn hebben van een politieke ver plaatsing. Vervolgens wijst spr. op den achterstand in de belastingheffing. De heer HEEMSKERK (A.-R.) verheugt zich over de toezegging van den Minister om te overwegen weder een inspecteur van 's Rijks betaalmeesterskantoren aan te stel len. De kgn.' TER HALL (N. P.) vraagt of de werkwijze van de Regeeringsbureaux wel economisch is te noemen. Do heer OUD (V. D.) ondersteunt het be toog van den heer Ter Laan inzake de poli tieke verplaatsingen. Spr. gaat vervolgens de regeling na van den aanslag van vreem delingen. Hoe staat het met den aanslag van den ex-keizer. Do MINISTER zegt, dat, zoodra bekend was, dat de ex-keizer een huis te Doorn had aangekocht, waaruit valt to concludee- ren, dat hij hier wilde blijven, de belasting administratie is aangeschreven, dat hij in de Nederlandsche belasting moest worden aangeslagen. Ook andere vreemdelingen, van wio kan worden opgemaakt, dat zij hier wilden blijven, zijn in de belastingen aangeslagen. Het is wel gemakkelijk te zeg gen er moeb bezuinigd worden, maar het is de vraag, wa-ar bezuinigd: moet worden. Spr. heeft de impressie, dat de ambtenaren aan zijn Departement buitengewoon bard werken. "VVat de inspectie van de betaalmeesters kantoren aangaat, daarvoor zal een zeer speoia-al deskundige worden aangesteld. Aan het verkrijgen van nieuw personeel voor d'e belastingen wordt zooveel mogelijk gewerkt. Spr. ontkent echter, dat eenig persoon is overgeplaatst wegens zijn poli tieke overtuiging. Wel echter zijn wel eens overplaatsingen geschied! in verband! met het politiek optre den der ambtenaren. Want do belasting ambtenaren moeten noch te zeer vermaag schapt worden met de bevolking noch ook de geheelo bevolking tegen zich in het har nas jagen. Maar dat spr. een socialist, om hem onaangenaam to zijn overplaatst, dat ontkent spr. ten sterkste. Spr. wil perso nen van elke overtuiging in Staatsdienst J Houden, mits hun overtuiging geen schade doet aan den dienst zelf. In den Ministerraad 13 besloten, dat, als een ambtenaar wethouder wordt, hem niet het halve salaris kan worden uitgekeerd. Een verwijzing naar art. 89 juncto 62 der Gemeentewet is niet van beteekenia. Een Rijksbelastingambtenaar kan juist- wel wet houder worden. Do heer SNOECK HENKEMANS (O.-H.) bespreekt do uitkeering aan de gemeenten van een deel van de opbrengst der oorlogs winstbelasting. Spr. vraagt of de gemeente 's-Gravenhage voor die uitkeering in aanmerking zal ko men. Hij bepleit haar aanspraak daarop wegens Haar krachtige steunverleening aan onvermogen den tijdens den oorlog, zonder een beroep te doen op het Kon. Nat. Steuncomité en wègens het doen van tal van extra-uitgaven voor het onderwijs zon der om steim van het Rijk aan te kloppen. De heer OTTO (U. L.) wijst er op, dat de motie-Rink niet alleen den wensoh naar bezuiniging inhield, maar tevens de uitnoo- cüging aan de regeering, aan do Kamer mede te dcelen wat zij ten deze denkt te verrichten. De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) repli ceert. De heer BEUMER (A.-R.) merkt op, dat de feiten, door don heer Ter Laan aangevoerd, volkomen zijn teniet gedaan door do mededee- lingcn van den Minister. Do MINISTER deelt nog mede, dal voor oen dag of vijf het besluit genomen is het rapport betreffende de pen^ioenwetgeviug te publicee- ren. In zake Den Haag kan spr. nog geen en- dag of vijf het besluit genomen is, ke* rapport Yan do gecombineerde Gedeputeerden omtrent de verdeeling van het beschikbaar aandeel iiit do oorlogswinstbelasting. De hoer SNOECK HENKEMANS (O.-H.): Maar u hebt toch geen parti-pris legen Den. Haag! Do MINISTER; Als ik" dat zeide, zou ik" spre ken logen mijn geweten. Spr. is op zoek naar Ie middelen tot bezuiniging. De algemeene beschouwingen worden ge Jay ten. Bij de derde afdeeling (Kosten van 's Rijk"* schatkist) bepleit do heer HEEMSKERK d'e belangeu der betaalmeester. De MINISTER zegt, dat cr geen reden ii om voor betaalmeesters op den tor zake gel* denden regel een uitzondering te makan. Bij do vijf do afdeeling (Kosten voor mi nis! ratio der directe belastingen) vraagt do liöOJr J. TER LAAN hoever het ontwerp op de rrchts- positio thans gevorderd is. Spr. behandelt aan geval van z.i. ongeoorloofde pressie te Oostburg door een hoofdambtenaar geoefend op zijn ambtenaren om'doel uit te maken van de bur'-' gerwacht. Do heer HEEMSKERK acht het onrecht vaar dig, dat oudere ontvangers op klei nero piaaV sen zijn gepasseerd door jongere ontvLiigers bij het vorkrijgen van hooger bezoldigde kan toren. De heer OUD (V. D.) sluit zich hierbij aan, evenals do heer SGHOKKING (G.-H.) Do MINISTER zegt, dat het wetsontwerp op den recbtstoeeland met den meestcn spoed doot den Minister van Justitie wordt voorbereid. Spr. heeft het gevalle Oostburg onderzocht on I? van meening, dat de redactie van de aan schrijving aan de ambtenaren van den hoofd* commies te Oostburg verder gaat dan hij meent, dat do hoofdcommies had mogen gaan. Wat de ontvangers betr-eft, wier kantoor niet in aan* merking kwam om van tweede- eerste kia9se te worden, deze zijn. feitelijk jaloersch op de ontvangers die wel de voordeelen genoten van' de opschuiving van hun kantoor. Spr. ziet geoa rechtsgrond om eerstgenoemde ontvangers nu óók iets meer te geven. Bij de zesde afdeeling (Kosten van admini* stratie van Het zegel, enz.) betoogt do haeü NIEMEIJER (V. L.), dat do particuliere lote rijen op zeer bedenkelijke wijze in omvang zijn' toegenomen. Spr. vraagt oen grondig onder zoek. De heor BEUMER is allerminst bevredigd door 's Ministers antwoord op den aandrang voor afschaffing der Staatsloterij. Spr. zal een amendement indienen, om stemming te vragen over het eerste onderdeel van dezen poot, be treffende de Staatsloterij. De MINISTER verklaart persoonlijk tegen* stander te rijn v&n do Staatsloterij, dooh ziet daarom geen aanleiding deze dadelijk af te schaffen. Daardoor zou men slechts spelen ftf de kaart dor ongecontroleerde loterijen. Op art. 40 dient de heer BEUMER (A.-R.) een amendement in om het artikel te vermin deren met f 1 om Jo Kamer in de gelegenheid te stellen uit te spreken dat de Staatsloterij zal worden afgeschaft. Verschillende sprekers wilien het amende ment veranderd zien in een motie. De heer BEUMER (A.-R.) acht een amen dement even goed, doch heeft geen bezwaar bef amendement te vervangen door de velend® motio: „Do Kamer, van oordeel dat afschaffing der^ Staatsloterij noodzakelijk is, gaat over tot de orde van den djg."- Deze motie zal worden behandeld op nader te bepalen dag. Bij de ariitste afdeeling (Kosten van pensi oenraden enz.) klaag1 de heer SCHAPER (Sj D. A. P.) over slordigheid van een ambtenaar, die de pensioenzaken heeft af te doen en die tevens commandant is van de burgerwacht Iflr Den Haag. De MINISTER zegt, 'dat de klachten over langzame afdoening van pensioenaanvragen bij verandering der pensioeninschrijving zullen ver mindoren. De heer OTTO (U. L.) zegt, dat een 'dergelij ke belangrijke zaak had moeten zijn onderwor pen aan den Raad van Ministers en van don Raad van State. De bcgrooting wordt aangenomen z. S. et'. Verschillende wetsontwerpen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming worden daarna aangenomen do volgende wetsontwerpen: 1'. Regeling .van "de ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor de gemeenteamb tenaren voor 1920. 2. "Wijziging en verhooging van de begroo ting van uitgaven van het Fonds voor de uit voering van de Tiendwot 1907 (Staatsblad No» 222) voor 1918 (Uitkeering uit het Fonds aari 's Rijks middelen). 8. Regeling van de ontvangsten en uitgaven! van hot Weduwen- en Weezenfonds voor bur gerlijke ambtenaren voor 1920. '4. Regeling van do ontvangsten en uitga veil van de Weduwen- en Weezenfondsen voor mi litairen en gepensioneerde militairen der land- cm zeemacht voor 1920. 5. Wijziging der Leeningwet 1914. Wegens het vergevorderd uur wordt te 12 uai 20 min. de vergadering verdaagd, tot Vrijdag morgen elf uur precies. SCHEEPSTIJDINGEN. STV. MIJ. NEDERLAND. AXÏBNOR 28 Hor. te Padang. BATOE thuisr. 30 Nov. van PortJSaid. GItOTIUS uitr. 3 Deo. van Southampton. KON. NED. STOOMB. MIJ. DANAE 2 Dec. van Algiers naar Carta gena. IRIS 3 Dec. van Havre naar Amsterdam. MINERVA 8 Dee. van Hamburg naar Barr.v Roads. TELLUS paas. 4 Deo. Dungeness. KON. WEST-IND. MAILDIENST. OOMMEWYME 20 Nov. van Curtujao naar La Guayra. ORXNSSEN 30 Nov, van Ouragao naaf Puerto Columbia. STV. MIJ. OCEAAN. RHESUS aa Nor. van Hongkong.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5