Ho. 18323
Derde Blad Arno 1919.
gemeenteraad van Leiden.
PERSOVERZICHT.
BINNENLAND.
LESDSCH DAGBL&Dj Zaterdag 29 November.
(Vervolg van gisteren).
De beer KNUTTEL erkent bij c3e politie
posten dat de orde bewaard moet worden
zelL in een cammunistisoho maatschappij,
maar aan do kapitalisten wil bij geen geld
toestaan voor het op haar manier bewaren
dor orde, d. w. z. op nrilitairistèsahe wijze.
Ook het gezag van den burgemeester zonder
aan den raad verantwoordelijkheid te zijn
verschuldigd, aoht hij verkeerd, waatbij
nog komt, dat de politie steeds blijkt te
zijn eon instrument tegen de arbeiders
beweging. Zelf heofb bij meegemaakt, hoe
zonder reden o<p betoogmgen met do sabel
werd ingehakt.
Do heer tlEEMSKEtRK zegt, dat als
juist was wat de heer Knuttel zeido, alleen
do goed gesitueerden zioh een bewaker van
hun goederen kunnen aanstellen, terwijl
de arbeiders zoudon komen bloot te staan
aan- uitspattingen
De heer DUBBELDlEMAN is het niet
eons met den heer Knuttel om de politie af
te schaffen maar wel is hij er voor, om de
politie t-e reorganiseerendit geldt vooral
de inspecteurs, die zeer ruw optrederf en
bij betoogingen, arbeiders mishandelen.
Zelfs vrouwen, die kwamen betoogen om
eeu maal aardappelen, zijn mishandeld.
Daartegen protesteert hij. Overigens, is hij
er vast van overtuigd dat zelfs in de beste
communistnscSie maatschappij politie niet
kan worden gemist.
De heer VAN STRALEN pleit voor op
neming der politie in het georganiseerd
overleg en doet oen voorstel daartoe.
De heer HUGE8 meent, dat de politie
'3 de hoeksteen der samenleving. Het sala
ris moet zoo worden, dat zij worden de
ceromoïiimeesters van de straat.
De VOORZITTER, aoht verdediging dor
politie onnoodig. Wat opnemen in het ge
organiseerd overleg betreft, verzet hij zich,
al heeft hij er niets tegen, dat do politie
gehoord wordt bij salarisherziening e.a.
Het zou zijn tegen de draad in wat de ar
beidersverenigingen zelf wilde. Hij verze
kert verder, dat hij is tegen elk ruw optre
den der politie.
De neer HEEMSKEILK had graag prac-
advies over de motie Van Stralen, waarvan
de VOORZITTER niet weten wil.
De motie Van Stralen wordt verworpen
mot 16 tegen 13 stemmen (die der heer en
Kuivenhoven, Sijtsma, Heemskerk, Van
Tol, Van Gruting en de S. D
Opmerkingen van vereohillende aard
worden dan gemaakt, waaruit wij willen
aanstippen, dat de heer DUB-BELDEMAN
ibij motie voorstelde de post van f 463 voor
belooningen aan de politie te schrappen,
welke motie hij terug naan na verdediging
door den Voorzitter
De heer KNUTTEL, stemming vngend
over de politieposten, is de ee-nige tegen-
i stemmer
De heer HEEMSKERK dringt aan de
proef met aanbesteding der uniformen nog
eeu« to herhalen.
De keor VAN WEBREN acht demping
van het Lovendaal gewensoht, de heer VAN
DER ZEEUW van de gracht aan de Anna
P aim 1 ownastraat.
De heer OOSTDAM had gaarne gezien,
dat de bouwpolitie meer had gedaan dan
waarschuwen inzake den bouw van den
mattenfabriek, waartegen wethouder VAN
D'ER POT opmerkt, dat dit niet is gedaan
om allea schijn van kleinzieligheid te ver
mijden. Voorts klaagt de heer OOSTDAM
over het ontsieren van den Morschsingel
door een bek, hetgeen hem aanloiding geeft
om aan te dringen op een schoonheidscom
missie. De heer HUURMAN vindt het hek
juist mooi.
De beer VAN STRALEN zou gaarne uit
breiding der verordening, dat huizen niet
aori kt*» bestemming mogen worden ont
trokken en oen verordening tot het tegen
gaan vaa opzettelijk leeg laten staan, ter
wijl de heer KNTJTTEL de manier, waarop
bier winkelhuizen worden gebouwd, bene
den alles vindt.
Wethouder VAN DER POT zogt strenge
handhaving der verordeningen toe.
Een motie van den heer A. MULDER,
niet over to gaan tot inrichting van een
9leciri»che installatie in hot archief wordt,
aa, bestrijding door de heeren OOSTDAM,
BOTS en DE LANGE met 27 tegen lstem
verworpen.
Na«r aanleiding van een klacht van den
boor DUBBiELDEMAN over het overbren
gen van keien, niot goed genoeg meer voor
'fc Rapscburg enz. naar arbeiderswijken,
fci. klasseanaatregel, een klacht, door
do heeren HUURMAN en DE LANGE ge
duld, al ontkennen zij het laatste, zeggen
B. en W. toe, dat geen minderwaardig
materieel meer naar arbeiderswijken zullen
worden gebracht.
De heer KNUTTEL heeft bezwaar tegen
de vervanging van linden aan do singels
door iepen en klaagt over den smakeloozen
aanleg van bloemperken.
De heer DUBBELDEMAN, die wijst op
de vernieling van het schoone plekje bij
de molen de Valk, zeggen B. en W. oen on
derzoek toe naar wat daartegen is te doen.
De heer A. MULDER wil in overweging
geven, het salaris van den directeur der
gemeente-reiniging te verhoogen.
Over 't loon der sneeuwopruimers, vroe
ger 10 ct. per uur, praat de heer VAN
STRALEN. Hij wil 60 ct.. per uur, daar er
anders geen liefhebbers zullen zijn.
De VOORZITTER merkt op, dat over
het loon nog niets is besloten, dat zal later
wel onder de oogen worden gezien, als het
noodig blijkt.
Avondzitting.
Mede namens den heeren Van Gruting
stelt de heer SIJTSMA een motie voor tot
afschaffing van liet ambulantisme op een
zestal ldeine scholen. Als concessie wil hij
op de grootere vooralsnog den toestand
ongewijzigd laten. Noch uit een oogpunt
van administratie, noah van leiding, noch
van controle acht hij op de kleinere scho
len het ambulant isme te verdedigen. Hij is
tegen do hoofd el ooze school.
De heer GROENEYELD wil algeheele af
schaffing van het ambulantisme en doet
daartoe con voorstel.
De lieer WILMER acht het te veel ge
vraagd van den raad direct te beslissen en
wil praeadvies van B. en W. over beide
voorstellen, zooals ook wethouder Van der
Lip dit beter oordeelt.
Uit tactisch oogpunt wil de heer
SIJTSMA daarmee meegaan en ook de heer
Groeneveld stemt daarin toe. Aldus besla*
ten.
Toah dit punt van het ambulantisme ter
pen hebbend, willen we hier even een abuis
herstellen, in het raadsverslag van giste
ren gemaakt door het wegvallen van eenige
woorden. Wethouder Van der. Lip achtte
een ramp het afschaffen van het ambulan
tisme en tevens de hoofdelooze sohool.
Weggevallen was bij ons het afschaffen van,
zoodat het leek of de wethouder tegen liet
ambulantisme was, al zullen ingewijden het
wel begrepen hebben.
Dc heer GROENEVELD dringt aan op
opheffing van de muilkorfcirculaire (onder
wijzers is opgelegd geheimhouding over
ambtelijken dienst), daar deze verderfelijk
werkt.
Wethouder VAN DER LIP acht de circu
laire in 't geheel niet onbillijk. Bedoeld is
alleen dat onderwijzers geen ambtelijke
mededeelingen mogen doen aan derden.
Do heeren KNUTTEL, SIJTSMA en
DUBBELDEMAN zijn eveneens voor in
trekking der circulaire, terwijl ook de heer
DE LANGE zijn stem er voor motiveert,
doen z.i. hot pactisch resultaat der circu
laire toch nihil is en tevens de heer
HUGES.
De heeren OOSTDAM en VAN DER
POT pleiten voor een verder afwachtende
houding, terwijl de heer VAN DER LIP
toezegt wijziging der instructie en tevens
een nieuwe circulaire, waarin precies uit
eengezet zal worden, wat bedoeld is. Ten
onrechte hebben de onderwijzers aan de
circulaire een te ver gaande strekking ge
geven.
De heeren De Lange en Huges zijn dan
tevreden, en de lieer Groeneveld trekt zijn
motie in, die wordt overgenomen door den
heer Knuttel en dan wordt verworpen met
18 tegen 12 stemmen (die der s. d. en den
heeren Knuttel, Sijtsma en Van Gruting).
De heer KNUTTEL Btelt voor de. instruc
tie te wijzigen in dien geest, dat buiten de
lesuren onderwijzers ook mogen spreken
met de ouders, wat de heer DE LANGE
desorganiseerend acht.
Wethouder VAN DER LIP wijst er op,
hoe toch wijziging in de instruotie door
hem is aangekondigden z. i. deze motie een
vooruit-loepen is.
De heer KNUTTEL neemt zijn motie
daarop terug.
De. he or DE LANGE vraagt of B. en W.
ook inlichtingen willen verschaffen of zij
wijaging willen brengen in het aantal on
verplichte onderwijzers (thans 72 op de
f321) een vraag van belang voor de>reorgar
nisatie der Chr. 6aholen, die volgens de
wet het recht zullen hebben op gemeente-
kosten evenveel van die onderwijzers te be
noemen.
Wethouder VAN DER LIP belooft deze
inlichtingen.
Wanneer dan de heer SIJTSMA de niet
in de secties geopperde vraag uit, of de
zittingen van da schoolcommissie niet open
baar kunnen zijn en mevr. DUBBELDE-
MANTRAGO de eveneens in de secties
niet te berde gebrachte vraag of de subsi
die aan do school voor instrumentmakers
wel gewettigd is hetgeen de heeren
Sijtsma, Van Gruting en Van Hamel doet
wijzen op dc wereldvermaardheid van deze
school wordt op voorstel van den VOOR
ZITTER besloten met 22 tegen 8 stemmen
(die der heeren De la Rie, Dubbeldernan,
Groeneveld, Van WeereD, Van der Zeeuw,
Van StraleD, Knuttel en mevr., Dubbelde-
man-v-Trago) dat niet meer onderwerpen
mogen worden geentameerd, Diet in de sec
ties besproken.
Mevr. DUBBELDEMANTRAGO doet dan
twee voorstellen; lo. dat do raad uitspreko,
dat de gemeente zelf de schaolvoeding-over-
nc-me: 2o. dat (als overgangsmaatregel) een
subsidie van f 5000 aan de vcrcenigmg worde
gegeven onder voorwaarde, dat de voeding
goed zij en dat 'een begin wordt gemaakt met
Meeding van hen, die dat noodig hebben.
Gp aanraden van wethouder VAN DER
LIP werden deze twee voorstellen in handen
van B. en 5V. gesteld ter fine van praead-
vif3. nadat de heeren Van Stralen en De
Large een directe behandeling en afdoening
hadden voorgestaan.
Do heer KNUTTEL legt vast, dat hg
niet beschouwd wil worden als te hebben
goedgekeurd het verleenen van subsidies
aar scholen op confessioneelen grondslag,
waai door het sectarisme in Me hand worat
gewerkt.
Een voorstel-VAN DER ZEEUW, de post
van f 250 als subsidie aan de commissie voor
de volksbijeenkomsten te schrappen, daar
deze vpveeniging niet neutraal is, wordt
met 20 tegen 10 stemmen (die der s.-d. en
van den heer Knuttel) verworpen.
I'o heer KNUTTEL is tegen de post tot
het geven van subsidie voor leesten op 8
Oct. en Koninginneverjaardag. omdat zoo
doende gewerkt wordt in zekere richting.
De f 500, aangevraagd voor congressen,
acht hy ook niet direct noodig. Komt er
een gongres, dan kan de raad nog altijd zien.
De heer GROENEVELD stelt voor alle
Si bsidiea te laten vervallen en de totaio som
daaivan (f7460) te besteden voor een kin
derfeest op een anderen d^g dan een ver
jaardag van het vorstelijk huis, om het zoo
doende een derde deel der bewoners van
Leicen mogelijk te maken, zjjn kinderen
aan een op zichzelf onschaidig feest te laten
deelnemen. Men gunt de kcn.nklijke fam.lie
gaarne alle goeds persoonlijk, maar als re-
gecrend vorstenhuis acht men in e.-d. krin
gen haar oogewenscht, verzekert de heer
DIJBBELDÉMAN.
De heeren HEEMSKERK en DE
LANGE komen op voor het Oranjehuis,
waarna met 20 tegen 10 stemmen (die der
s.-d. en van den heer Knuttel) het voorstel
Groeneveld verworpen wordt.
Met dezelfde stemmenverhouding wordt
verworpen een motie KNUTTEL, uitsprekend
tfe wenschelrjkheid, dat de gemeente, onder
handelingen opent over het overnemen van
van ae openbare leeszaal en bibliotheek, na
dat de heeren DE LANGE en wethouder
VAN DER LIP dit als het particuliere ini
tiatief doodend hebben bestreden en tevens
een ameodement-KNUTTEL om de subsidie
aan de leeszaal met f 20-00 te verhoogen,
nadat wethouder VAN DER LIP heelt op-
geiïierkt, dat liet toch geen gewoonte is,
om meer subsidie te geven dan gevraagd
wordL
"Wanneer de heer GROENEVELD pleit
voor vrije dokterskeus bij den armendienst,
wordt besloten te wachten op de binnen
kort te verwachten voorstellen tot reorga
nisatie van den geneeskundigen dienst.
Pe heer HEEMSKERK klaagt over de
lage uitkeeringen van het burgerlijk arm
bestuur, hij wil hoogere, terwijl de lieer
VAN STRALEN is voor ean tarief op be
paalden basis, en breken met de gewoonte
van dwang om tot een zeker kerkelijk arm
bestuur te gaan.
De heeren J. P. MULDER, A_ MULDER
en wethouder BOTS noemen vast tarief on
mogelijk en komen op voor de kerkej.jjke
armbesturen, die doen, wat zij kunnen. Wet
houder Bots voegt er aan toe, dat Leiden
in vergelijking met elders wat armenzorg
betreft een zeer goedfiguur maakt.
Een voorstel-DUBBELDEMAN, de ver
gadering te schorsen (11V* uur) wordt aan
genomen met 19 tegen 10 stemmen en de
zitting verdaagd tot Donderdagmiddag één
uur.
^len is gevorderd tot volgn. 202. De
aitgaven zijn dus nog niet af en de inkom
sten oog in 'fc geheel niet behandeld.
Invoer van geroofde machine?.
„ONZE ZELFST^DIGHEID", het twee-
wekelijksch tijdschrift voor Staat- en Letter
kunde, vestigt de aandacht op een bericht
betreffende den invoer in ons land uit
Duitschland van werktuigmachines, welke
vermoedelijk grcotendeels van den „oorlogs-
buit" in Noord-Frankrijk en België afkom-
stig zijn.
j Het blad teekent hierbij o.m. liet volgende
aan:
De vraag, in hoeverre de machines wer-
kelijk uit België en Noord-Frankrijk af-
komstig zijn, is van secundair belang. De
hoofdvraag is: Hoeveel machines iijn er weg
gehaald, van welken aard en in welken toe
stand? Duitschland is verplicht diezelfde ma
chines of equivalenten daarvan terug te
geven.
Nu is het van voldoende bekendheid, dat
I een groot deel der machine- en metaal-in
dustrie in België stil staat, doordat do far
blieken geheel leeg geroofd zqo. Nog steeds
wacht men op de vervulling van bovenge-
noemde verplichting en iiu gaat ftet toch
niet aan, dat werktuigmachines in groote
massa's naar het neutrale buitenland gaan en
zctodoende onttrokken -worden aan hun be
stemming: uitlevering naar België en Noord-
Frankrijk!
Het is onbegrijpelijk, dat aan dezen in
voer niet bijtijds paal en perk gesteld is,
vooral, waar men in Nederland toen zoo
veel mogelijk alles dient té vermijden, wat
de geprikkelde stemming beiderzijds nog
meer kan verbitteren. Het zal wel waar
zjjn, dat Nederland door geen enkel tractaafc
I geüouden is, dan invoer van dergelijk mate-
iiaal te verbieden, doch het is even waar,
i dat Nederland niet gehouden is dien invoer
I toe te staan, en het zou der Nederlandsche
iepeering buitengewoon goed gestaan heb
ben, indien zij den invoer verboden had tot-
dat in voldoende mate restitutie der in
België weggehaalde machines had plaats go-
ha'
Wanneer straks door de geallieerde regeo-
ringen die restitutie met klem zal worden
geë'scht, zal het natuurlijk weer heeten, dat
Duitschland die machines niet bezit en dab
het doorvoeren van dien eisch de Duitsche
industrie geheel zal ontwrichten. Inmiddels
het-ffc men dat materiaal omgezet in dougde-
i lijke Hpllandsclio guldens en hetgeen men
daarvoor kan koop en.
Vei bod van allen verderen invoer dezer
i artikelen acht het blad noodzakelijk „in het
i beian- van de internationale vriendschappe
lijke verhoudingen, van onzen goeden naam
en van den bona fide handel"
Hoe nuttig en wenschelijk een vrij ruil-
■vakeer ook is, aldus besluit het artikel
men 'dient een deugdelijk onderscheid te
maken tusschen den normalen handel on ge
legenheids-transacties als deze, welke in-
i dmischen tegen de billijkheid, ons rechts
gevoel en onze goede verstandhouding met
onze naburen, terwijl onze binnenJandschs
vvciktuigmachine-industrie en de eerlijke han
del groofce schade Jijden.
De leeTiirtg van 450 miilloen.
De heer Visser van IJzondoorn schrijft in de
nota, toegevoegd aan het Voorloopig Verslag be
treffende het wetsontwerp tot het aangaan van
een leening van 450 mülioen guldon, het niet
eens te zijn met den Minister van Financiën, dit
van oordeel fes, dat met spoed tot consolidatie
van de geheole vlottende schuld behoort te wor
den overgegaan, wil niet het gevaar dreigen, dat
do Nederlandsche Bank haar taak ten behoeve
van handel, nijverheid en landbouw niet naar
behooron zal kunnen vervullen.
Niets wijst er op, dat hot tempo, waarin gedu-
rende de laatste maanden naar meer normale
i omstandigheden werd teruggekeerd, in de naaa-
te toekomst belangrijk sneller zal worden en dat
j spoedig het tijdstip zal aanbreken, waarop de
Bank by de vervulling van haar maatschappelij
ke taak van den omvang van de vlottende
schuld bezwaar zal ondervinden.
D aar om Is do heer Visser van IJ zeil doorn
van oordeel, dat met de consolidatie van do vlot
tende schuld gevoeglijk nog eenige maanden
kan worden gewacht en dat delging van de ge
heel e vlottende schuld voorshands niet noo
dig is.
Bij de bepaling van het bedrag der leening
houdt de Minister niet alleen rekening met het
volgens hem reeds bestaande tekort van den
crisisdienst ad 120 millioon, doch mede met
criidsuitgaven ten bedrage van 120b mi) li oen,
die volgens zijn zienswijze nog zuilen moeten
goschieden en waarvoor bij de begrooting nog
geen gelden beschikbaar zijn gesteld,
In het algemeen acht de heer Visser vaa
IJzcndoorn het niet goed, geldleeningen aan te
gaan ter bestrijding van uitgaven, welke nog in
gewilligd moeten worden.
Na 1 Augustus 11. zullen de crisisontvang
sten verscheidene tientallen van millioenen
meer bedragen dan 120.5 mülioen. Wil men
derhalve op dit oogenblik een leening aangaan
lot dekking van het tekort van den crisisdienst,
dan kan met het leenen van 100 mülioen wor
den volstaan.
Do Minister wonscht 200 millioon te leenen
tot dokking van tekorten op den normalen
dienst; doch do steller der nota becijfert, dat lot
dekking van die tekorten niet meer behoeft ge
leend te worden dan 145.3 mülioen.
Wil men dus al op dit oogenblik een leerting
aangaan lot dekking van de tekorten op den
normalen dienst en op don crisisdienst, dan
kon met een leening van 250 mülioen worden
volstaan.
Ook kan de hear Visser van IJzendoom zich
er niet mede vereenigen, dat do bedragen, waar
toe in de leening moet worden deelgenomen,
worden bepaald naar de aanslagen in de ver
mogens^ en de inkomstenbelasting voor het
dienstjaar 1918-19. Daarvan zal toch het ge
volg zijn, dal zij, die na 1 Mei 1918 achteruitgin
gen, worden benadeeld, en zij, die sedert dien
datum vooruitgingen, worden bevoordeeld.
De steller der nota betoogt voorts de wen-
schelijkhekl de rente der leening te verhoogen
tol 51/» pGt. en den looptijd der leening op 40
jaar to stellen.
Ten slotte geeft de heer Visser van IJzen-
doorn te kennen, dat het de voorkeur verdient
met do onderscheiding tusschen gewone Jeenin-
gen en leeningen tot dekking van crisisuitga
ven to breken en tot opheffing van het Lee-
nïngsfonds over te gaan.
Dat fonds is van goenerlei nut en het bestaan
daarvan leidt tot een noodeloos omslachtige en
daardoor noodeloos kostbare administratie van
een belangrijk deei der Rijksmiddelen.
De Marine-begrootinfl.
De Minister van Marine heeft dc Memo
rie van Antwoord o-p zijn begrooting inge
zonden.
Er blijkt uit, dat de Minister het eindcij
fer der bogrooting heeft verminderd met
een bedrag van niet minder dan
f 5,785,000.
De Minister deelt tevens uitvoerig zijn
plannen mede.
De defensie-waarde van het aanwezige
materiaal ia gering. Een groot gedeelte zal
worden opgeruimd. Yan de zes pantser-
schepen blijven er vier in gebruik, nl. twee
in Indië, één voor algemeene diensten en
één in reserve. De overige worden voorloo
pig zonder herstelling aangehouden. Yan
de pantsersöhepen de „Noord-Brabant" en
„Holland", die onlangs reeds uit de sterkte
zijn gevoerd, is het eerste bestemd voor op
leidingsschip, terwijl het tweede zal worden
verkocht. De zeven kanonneerbooten zijn
alle onbruikbaarvier er van worden opge
ruimd, de overige blijven voorloopig be
waard. De acht torpedobootjagers hebben
weinig waarde, dodh blijven behouden voor
oefening. De mdjnenleggers „Triton" en
„Yulcanua" worden opgelegd. De vier mij
nenvegers blijven behouden, dooh de Minis
ter deelt mede, dat de diepgang van alle
iets te groot is. De andere torpedobooten
worden ten getale van 15 a 20 opgeruimd.
Bovendien zijn in Indië nog nogen klei
nere torpedobooten, die eerlang ook uit de
sterkte zullen worden gevoerd.
De rest van het materiaal, denkt de Mi
nister voorloopig te behouden.
Naar zijn meening kan onze toekomstige
vloot bestaan uit een kern van klein mate
riaal.
Er zal worden benoemd een interdepar
tementale commissie, wolk© zal advüseeren
omtrent de samenstelling van de vloot.
De bemanning van de schepen, welke
voor Indië noodig zijn, zal hoofdzakelijk
moeten woeden geleverd door de inland-
sahe bevolking.
De Minister deelt verder mede, dat de
op stapel staande kruisers niet zullen wor
den afgebouwd, dooh wel de aanbouw van
onderzeeboot en zal worden voortgezet.
Uitvoer toegestaan.
De Minister van Landbouw heeft beslo
ten met ingang van 2 December tot nade
re aankondiging, dispensatie te verleenen
van het verbod van uitvoer van naalden
en van viltpapier en asphaltpapier. Zoo-
laDg de verleende dispensatie, niet zal eijn
ingetrokken, zal do uitvoer van dieze arti»
kelen aan geen enkel voorschrift of beper
kende bopaliug zijn onderworpen.
HBT ALÏ3I.
Uit het Engelsch van M. POLLEXFEN.
(Nadruk verboden.)
I.
De man was al van den vroegen morgen
op het pad; nu liep het tegen midder
nacht, De storm stak op en do r 'gen joeg
H Sagen over de vlakte. Het viel Jacob
Qark zwaar tegen het noodweer op te tor
nen. Hrj was juist uit de strafkolonie ont-
dseen en zeer vtrswakt. Hoewel nauwelijks
feug jaar, zag hg er uit als een man van
vijftig Zijn gelaat droeg duidelijk de sporen
vaa drankzucht. Ond®sks de ellende, die hij
pkend h»a, was er toch hoop in zjjn hart
Wen leven; ho- op een betere toekomst.
*6t veel inspanning had hjj goed- opgepast,
0T", zoodra da tgd daar was, het bewöe
Van on Wag te kunnen ontvangen, tegen de
ojnische pmilosofie in van oen zijner lotge-
'ooben, Andrew genaamd, die bewee^rde:
„hee-ns van onkaag, waarvoor, man? Eens
btrjft gezeten i Hier hou je h t beter
een daarbuiten met al je vrjjhoid. N.emand
je meer. Ik wensch je plezier
tvt dat bewijsjel"
Maar ondanks dit pessimisme, bleef Jakob
VthJIt zga hoojivolla droomen droomen. Hg
verlangde naar een nieuw, een beter leven.
Had men hem gisteren niet van werk ge
sproker. ergens m de buurt van Bal-a-moor?
Daarheen ging hjj nu; mjjlen ver was het
gaans, en de regen en de wind deden bem
in zijn_onderlip bijten, om weerstand te bie
den aan de op hem losstormende moeilijk
heden.
„Ik kan niet meert Ik moet rusten!" jam
merde hjj eindelijk uit. „Ik moet zoeken naar
eenige beschutting. Alles aan mij is door
weekt. Zon het toch waar zijn, dat alles
je tegenloopt, van het oogenblik af, dat ja
je bewijs van ontsiag beet hebt, sooals An
drew beweerde? Hemel, 3ta mij oijf'
Buiten sloeg ergens een torenklok; hjj telde
de slagen, elf of twaalf, hjj wist het niet
Hjj vocht met dsn wind, voortschrijdend
en terzelfder tjjd loerend naar ieta, dat op
eenige beschutting leek. Eindelijk doemde
er wat op, een donkere massa, dia een hui3
bleek, omgeven door een groep awarte too
rnen en een muur. Hij sleepte zioh er heen.
Het was een schuilp'aata. God had hem ge
holpen' -
Hjj was den muur nu dicht genaderd en
tot ztjn verbazing zag hjj, hoe het huis één
brok n:"ü9 bleek te zijn. Het was geheel
uitgebrand, het dak was ingestort; alléén de
muren stonden overeind, waar de wind nui-
iend omheen joeg.
Maar Clark zond dankgebeden ten hemal;^
hjj kon hier schuilen, hjj kon eindelijk zijn
doodmoeë ledematen uitstrekken. Het moeite
heesch h£ zich over den muur het huis in
en trad naar zjjn vermoeden een keuken
binnen, waarvan de zoldering onaangetast
bleek. Een flauw maanlicht hielp hem bjj
zjjn onderzoekingen. De vloer voelde klam
en vochtig aan. Hij huiverde:
„Als het me hier niet bevalt, kjjk ik maar
naar een ander vertrek uit," mompelde hjj
halfluid. Het was weer totaal donker ge
worden; hjj hoorde zjjn eigen woorden als
echo verklinken in de ruimte en berzelfdsr
tijd nam hij iets waar, dat als een verwij
derde zucht langs hem gleed. Hjj schrok
hevig, greep op den tast nsur een deur, die
hjj ylingz achter zioh toe trok, met een
gevoel van verluchting, alsof hj) lets achter
zich had afgesloten. Clark voelde een trap
oprezen, die hjj opging, om opnieuw in een
open ruimte to komen. Hjj wist niet wat ta
doen nu. Terug naar de kenken, waar hj)
een schuilplaats wist, of boven blijven in de
groote hal met de woest-drijvende wolken
hoog boven zijn hoofd. Opeens nam hjj een
geluid waar. Onbeweeglijk stond hij stil,
zjjn blood atolde in zjjn aderen; dezelfde
angst, die hem in de kenken had aangegre
pen, beving hem ook hier. Hjj luisterde in
gespannen, maar het geluid stierf weg. Het
scheen hem toe, alsof lompe voetstappen ovor
een stsenen vloer sloften. Jacob keerds zion
plotseling om; waarschijnlijk was er nog
iemand, die onderdak zocht in dézen don
keren nacht. En toen hij rondkeek, moê3t hjj
glimlachen, want direct achter hem stond
het wonderlijkste mannetje, dat hij ooit aan
schouwd had. en voor zoo'n wezentje nad
hij vreee gekoesterd' 'Een miezerig klein,
boel oud mannetje, met een sterk gebogw,
krommen neus, en nog wel met één arm
(de linker was onvolgroeid en werd door een
soort van doek recht tegen het ljjf gedrukt)
stond vóór hem in het plotseling doorge
broken maanlicht. Zjjn grgze kieeren waren
van zeer ouwerwetsche snit; ten minste dit
vond Jacob, misschien wel vanwege de pel-
lerinejas en het zwarte caiotje, dat de mm
droeg. v"..
„Dus wjj samen zjjn lotgenooten in de
ellende?" vroeg Clark, de stilte verbrekend.
„Werkelijk, jij bent wei heel oud, om bjj zoo'n
nacht nog buiten te moeten zijn."
,,Jalotgenooten. een oud man".
Hot antwoord klonk als een echo en
kwam van zéé ver, dat Clark ontstelde.
Opnieuw voelde hij angst, maar dat wildo
hij niet. Wat kon een zoo oude man hem
doenl Met één handbeweging kon hij allen
adem uit het verschrompelde nekje van
het mannetje knijpen. Vreemd, op hetzelf
de oogenblik, dat Clark dit dacht, zag hij
in werkelijkheid bovon da losse das bloed
sporen aan den ouden nek. alsof inderdaad
iemand gepoogd had hem te wurgen, niet
lang geleden. Hij was verbaasd, dat de
man nog leefde, zóó duidelijk waren do
duim-indr ukken.
Hij voelde zioh onbehagelijk, mompelde
iets van rust te willen zoeken, en vond
endelijk iets, wat op een vroegere stook
plaats geleek, waar bij vick kon uitstrek
ken. Doch hoawel hij zijn oogen stijf dacht
kneep, zag hij alles. Hij zag voortdurend
liat oude mannetje, in de wonderlijke klee
ding, heen en weer gaan tusschen de bouw
vallen van hot uitgebrande huis. Eens
hoorde hij hem in de keuken neerdalen en
Clark had will-an zweren, dat hij om hulp
lmd geroepen, zoodat bij te hulp wou snel
len. Doch voordat hij tweo 6tappen gedaan
had, versobeen de man boven aan de trag
en verdween haastig. Clark riep hem aoh-
terna, drong er op aan, dat hij ook tot
rust zou komen, bood hem zslfs zjjp
eigen plaatsje, maar de vreemdeling ging
er niet op in en bleef aan het dwalen.
Toon viel Jacob Clark eindelijk in slaap,
maar hij word na een klein uur met schrik
wakkerhij voelde den ouden man vlak
bij zioh, die als in een onnaspeurbaar
ademtochtje hem influisterde„Ut zaj bi]
je komen, als je mij noodig hebt".
In heft Oosten kondigde een fijne road
lijn den komenden morgen aan-,