Ho. 18266 LE1DSCH DAGBLAD, Woensdag 17 September. Tweede Blad Anno 1919. EERSTE KAiER. TWEEDE KAMER. De psrs over de Troonrede. (Zitting van gister,en.). Voorzitter: J. J. G. baron Van Voorst .tut Voorst. Hot nienwgelcozen lid dr. J. A. A'. II. van teon wordt na aflegging van de vereischta oeden door den voorzitter geïnstalleerd. Ingekomen zijn de geloofsbrieven van da leden bij de periodieke verkiezingen in da verschillende provinciën gekozen; zjj wor den gesteld in handen van een twaetal com missies van onderzoek, welke morgen ver slag zullen uitbrengen. Be-vergadering wordt hierna verdaagd tot hedenochtend 11 uur. (Zitting van gisteren.) Als -tijdelijk vcorzitter spreekt de heer FOGK een woord van welkom. Spr. werpt daarbij een terugblik op heb afg:loepen zit tingjaar der ICamer. Men zegt van parlemen ten 2/00 vaak dat er veel gepraat en weinig 'gewerkt wordt. Maar deze Kamer zo-u men .onrecht"doen, als men van wetgevend onver- megen sprak. Met eriïit zijn tal van belang rijke wetsontwerpen behandeld en met nauw gezetheid onderzocht. Moeilijk is er een periode aan te wijden, .waarin zooveel wetgevende arbeid is afge daan. De Kamer heeft in haar eerste jaar 'getoond, dat zij geschikt is voor haar wetge vende plicht. Spr. constateert dan met voldoening dat 'ens volk buiten den oorlog bleef en veel fcliende bespaard bleef. Dat moet ons volk de kracht géven tot voortdurenden arbeid. Niet tevergeefs zal wederom een beroep gedaan worden op deze Kamer. Het Nederlandsche volk heeft getoond één en saamhoorig te zijn. Pogingen om er dee- ien vanaf te scheuren hebben gefaald. De Kamer staat achter dé regeering en fial haar krachtig steunen als ajj opkomt ivoor de eenheid van ons land en afweert (pogingen om er deelen van af te scheuren. {Applaus). Spr. richt dan een woord van gelukwensch tot den heer Lobman, die 40 jaar geleden tot Iia van deze Kamer werd gèkoz2n. Deze is een sieraad van de Kamer en een voor beeld voor de Kamerleden. Vaak wekt deze, dijk spr. vanmorgen las, den indruk dat q hoewel "de oudste zijnde de jongste is. Spr. wenscht hem toe dat hij nog geruimen tijd aqn Kamerlidmaatschap zal mogen ver vullen. (Applaus). Ce Minister van Financii® de heer DB iVIUES, sluit zich aan namens do regesr.'ng bij de woorden van gelukwensch tot den heer Lohman gericht. Daarna biedt spr. aan de wetsontwerpen betreffende de Staatsbegrcoting 1920 ver gezeld gaande van e2n ncta nop?ns den toe stand van 's lands financiën. Ingekomen zrjn de ge'oofslrbven van bet nieuwe Kamerlid Braat (vacature-Bos). Hierna is aan de erde de benoeming van eer voorzitter. De tijdelijke voorzitter benoemt tot leden 'der commissie van stemopneming de heerea Marchapt, Van Schaik, De Wilde en mevr. •Greene weg. 71 stemmen uitgebracht. Mr. D. Fock 68 stemmen, Kuiper '1 st.. Visser van IJzeti- jdc^rn 1 st en 1 blanco. Prrsfce candidaat mr. D. Fock. 71 stemmen uitgebracht. Mr. dr. Kooien 'Al stemmen, J. H. Schaper 21 stemmen, blanco 3. Twebde candidaat mr. dr. Kooien. 69 stemmen uitgebracht. Jkr. De Geer 40 stemmen L. M. Hermans 1 st., Schaper 25 stemmen, blanco 2 stemmen. Derde candidaat jhr. De Ge2r. De commissie van stemopneming zal de ncminaoi** aan H. M. de Koningin aan bieden, aangevuld met do hoeren Rutgers, Dresselhuijs, II. G. M. Hermans en De Grcot. D eheer A. Braat wordt toegelaten tot lid 'der Kamer. De VOORZITTER 2egt dat het zijn .voor nemen is de Kamer a.s. Donderdag te één uur de afdeelingen te deen trekken en stem ming fee houden over de wijziging der Inva liditeitswet en vrijwillige Ouderdomswet, Vragen. Do Jieer SANNES (s.-d.) vraagt verlof vragen te racgen richten tot den minister van Landbouw mzake de maatregelen voor 1de levensmiddeienvoorziening. •ver dit verzoek zal Dinsdag worden be slist. Do vergadering wordt verd .agd tot Don derdag één uur^ Over de bij gelegenheid der opening van hei nieuwe zittingjaar der S.aten-Uenara.ïl door H. M. de Koningin uitgesproken rede, geven de verschillende dagb aden hun oor deel. Wij laten hier eenige persstemmen [volgen. Sprekende over de aansluiting bij dea Volkerenbond, vraagt do „N. R. Ct.": Zal Nederland bloot lid worden zonder meer, omdat het moeilijk anders kan, om dan, toegetreden, zich to laten leiden, naar gelang de golven opspatten, of zal het- stre ven naar een actieve rol, als wij verleden week m dit blad hebben geschetst? Dat is de belangrijke vraag, op welker beantwoor ding de natie reikhalzend wacht. Zq ver langt de gezindheid der regeering te dbn aanzien te weten, dóch daaromtrent laat de Troonrede ons vooralsnog in het duister. De financieele paragraaf noemt de „N. R. Gt." belangrijk en veelzeggend. Ondanks de opbrengst der Rijksmiddelen toeneemt, en de belastingschroef steeds sterker aangedraaid is, toont de begrooting voor het komende jaar een „belangrijk 'tekort". En de uitgaven zullen, door rege lingen, die in voorbereiding zijn en geen Uitstel kunnen Iqden, nog „aanzienlijke ver meerdering" ondergaan. .Versterking van middelen wordt mitsdien „dringéhd noodig"- geacht. Belasting van weelde-uitgaven. fis cale herziening van het tarief, belasting op tabak, sigaren en sigaretten, uitbreiding van zegelbelasting zijn in aantocht. Tot een der voornaamste redmiddelen, cm' onze financiën aan de veranderde tijds omstandigheden aan te passen: de heffing, in eens, is de regeering nog niet bekeerd. Daarvcor moet wellicht eerst aan het ont werp-,, Vermogensaamvasbelasting" een aer- lijke begrafenis worden bezorgd. Dit is jam mer, want, gelijk wij reeds jaren betoogd hebben, na een bekoorlijke heffing ineens zou voor de verdere ontwikkeling van ons financieel beleid weer een basis verkregen zijn, en een pplitiek gevolgd kunnen wor den met perspectief. Thans blijft het tob ben zonder vasten ondergrond. Teekenend noemt het „HBLD.", dat op d* passage in de Troonrede, waarin van da vastbesloten houding der regeering tegen over België's pretenties blijkt, onmiddellijk volgt de mededeeling, dat aan de Staten- Generaal zal worden voorgesteld Nederland to doen tóetreden tot den Volkerenbond. Men weet, dat wq met dezen Volkeren bond allerminst zijn ingenomen, maar ook dat wij meenen, dat de tegenwoordige rega ling de kiem kan zrjn, waaruit een betera internationale regeling kan groeien. Wel nu, naar die internationale regeling zal de Nederlandsche regeefing ongetwijfeld moe ten verwijzen, wanneer de militaire „eischen" van België aan de orde komen; het is daar om goed, dat hier van het voornemen der Nederlandsche regeering, om toa te treden tot den Volkerenbond blijkt. Ten aanzien van de aangekondigde finan cieele ontwerepn, schrqft het blad o.a.: Het treft ons, dat de nieuw aangekon digde belastingen alle indirecte belastingen zijn, die op weeldevoorwerpen misschien uit gezonderd. Sommige der nieuwe belastin gen zijn reeds geruimen tijd geleden «ioor minister De Vrie3 in het vooruitzicht ge steld. Dit betreft de fiscale herziening van het tarief van invoerrechten, waaruit des tijds een opbrengst van f13,500,000 werd verwacht, een belasting op uitgaven van weelde, waaruit een bate van f 10,000,000 werd tegemoet gezien, en esn belasting op tabak, sigaren en sigaretten, die 20 ir.illioen gulden zou opbrengen. Natuurlijk is hst mogelijk, dat de plannen inmiddels wijzi ging hebben ondergaan, in verband met do verdere stijging in de eischen die aan de staatskas worden gesteld. Mind?r dan de vroegere raming van een kleine 45 rnil- liosii gulden zal de regeering wel niet uit de thans opnieuw aangekondigde heffingen wenschen te putten. Het „HBLD." merkt voorts op, dat geen advertcntiebelasting wordt aangekondigd, terwijl voorts de onderstelling wordt ge opperd. dat ook de belasting op koffie en tnee achterwege zal blijven H;t besluit: De Troonrede belooft een ernstig -tr?.veu r.aar goed:n wetgevenden arbeid. Moge de werkelijkheid ons niet teleurstel-en. De benoeming van een Staatscommissie tct bestrijding van de duurie wordt in de Troonrede niet vermeld- Dit acht het „VAD." niet zonder beteekenis. Want hier moet ingegrepen worden, en krachtig ook en spoedig daarbij, en dat voeli iedereen, die inziet hoe er een einde moet komen aan den wedloop ousscnen loon- opdrijving en prqsstrging. Dat begrijpt ook ieder, die weet, dat de Overneid, zco- wei clïe van Staat als provincie en gemeente, niet anders kan dan de belastingschroef steeds meer aandraaien. Dat is op zichzelf geen onoverkomelijke ramp voor ons, die het voorrecht hebben buiten den oorlog gebleven te zijn, mits men dan snaar de financieele druk legge na:r mate vin da krachten van .de schouders waarop die komt, en niet schrome het me3 flink in het ge zwel te metten, en met zooveel oordeel, dat de minst mogelijke sch de wordt toegebracht. Het „Vad zegt van de Troonrede in haar geheel, dat ze getuigt van groote werkkracht en vrij is van alle pralerij, waartoe een ministerie met zoo gelukkig eerste jaar Achter zich, allicht zou vervallen. Het eenvoudige karakter van Ruys over wiens jeugd 'thans alle stemmen verstomd zqn, en die telkens meer de rechte man op de rechte plaats blijkt te wezen, komt in de Troonrede geheel naar voren. Ze laat duidelijk zien, dat het ministerie zich be wust is. dat er, al werd er reeds veel ge daan nog veel meer te doen overblijft, dat „de polsslag van dezen tijd" niet slechts zoo lang moest kloppen, tot de vrees voor een horharng van de Novemberdagen lot een minimum was teruggebracht, maar dat het than? de vraag is, hoe wij, juist als in 1848 op den bodem van wet en recht aan de wereld kunnen toonen, dat een vrq volk geen revolutie behoeft om tot den uit bouw van z\jn reeds op gezonde democra tische fundamenten opgebouwde staatsinstel lingen te komen. Moge de Regeering daarbij gedingen wor den en gesteund door allen, en die vormen gelukkig de overgroote meerderheid van onze natie. p De „NIEUWE CT." (v.-l.) merkt naar aanleiding van de aan den Volkenbond ge wijde zinsnede op: De stemmen, die waarschuwden tegen toe treding waren zeldzaam, van iets; dat op beweging gelijkt daartegen, zooals men dia in de Vereenigde Staten kent, is geen sprake. Het is enkel de vraag of men zich in ons land in breedë lagen wel geneel bewust is van omvang en portee van het vra&gstuk en in zooverre is het goed, dat ons nog eenige tijd rest, zoodat de publieke opinie kan worden voorbereid en de Statan- Generaai 'bij hun beraadslagingen en hun beslissing eenig denkbeeld kunnen hebbm van de opvattingen en meeningen, dia ten aanzien hiervan bestaan in ons volk. Bij *de mededeeling, dat de regeling der defensie hangende blijft, totdat men meer weet omtrent de eischen, die de Volkenbond ui dit opzicht aan zqn ledeu zal stellen. teek ent het blad hét volgende aan; Dit is inderdaad niet geheel zonder ge vaar, In zoover als de weerbaarheidsgedac-hte bij ons toch reeds zeer zwak is en <lef nei ging wellicht wordt versterkt: God's water, over. God's akker te laten Joopen. Het lijkt ons de vraag, of, gezien hetgeen er ge schiedt in verschillende landen, -welker re geeringen hebben meegewerkt bij het ent- werpen van het volkerenbondstatuut niet ook hier iets naar buiten zou kunnen blij ken van den wil, om met vreugde- of al thans bereidwillig do offers te dragen, dia ook in het beste geval van ons zullen werden gevorderd. Zeer belangrijk is ditmaal in het bijzon der de financieele paragraaf. Vooral de aanvangszin, die doet. blijken van de ernstige zorg, waarmee de financieele toestand de regeering vervult. Helaas hebben wij niet den indruk gekregen, dat de wil 't doen van nieuwe uitgaven tot het uiterste te be perken zoc sterk is, als in verband met den zcrgelijken 'toestand der geldmiddelen onverbiddelijk noodig ware. Wij zb'n niet overtuigd, dat onder deze omstandigheden enkele van de kostbare maatregelen, dis de regeering op haar program heeft, geen uit stel kunnen lijden, wij zijn niet overtuigd, dat de regeering bereid is de consequen ties te trekken ten aanzien van de loon politiek, die de ten gevolge van schaarschte opgedreven prijzen vereischen. En te dien aanzier dient de regeering allereerst voor te gaan, wil zq het vraagstuk, waarvan zij den ernst blijkt in te zien, tot oplossing te brengen. Dat klinkt onsociaal, en be dreigt in eenig opzicht wellicht haar popu lariteit, maar haar verantwoordelijkheid/be wustzijn legt naar onze meening, haar die taak op. Het grootere belang dient te jmi me er en boven het meer directe en juist waar de regeering aan de Belastingbetalers steeds nieuwe eischen stolt en stellen rooet, dient 'zij rekening te houden met de psy chologische factoren, die de bereidwillig heid, steeds meer belasting op t?. brengen, vergrooten. Zij werkt het kwaad, dat toch reeds zoo ernstig woekert, der belasting ontduiking in de hand, indien zij niet m?t alle krachten er naar tracht inderdaad de uitgaven tot het allernoodzakelijkste fce ba- perken Bovendien, het wordt nu toch wel lang zamerhand tijd," dat de regeering en in het bijzonder de minister van financiën, eens een algemeen financieel plan aan net par lement voorlegt. De belastingpolitiek van God-zegen-den-greep mag nu toen geacht werden haar tijd te hebben gehad. Er is nog veel onzekers in den toestand, maar mei een stelsel van glijdende schalen zou een financier toch op het oogeriblik wel iets van n.eer algemeenen aard kunnen geven, dat den contribuabelen de wetenschap geeft, waaraan zij ongeveer toe zijn. Met betrekking tot de gedeeltelijke be stendiging van de distributie regelingen vraagt de redactie zich af, of de minister hei ditD.aal niet zal kunnen stellen zonder belanghebbenden. Niet zonder schrik bespeuren wq\ Jat de onvermoeibare arbeidzaamhe d van minister Aniberse "ons dreigt gelukkig te maken met allerlei regelingen en muntregelingen in den zm als door het R.-K. congres van den raad van bedrijven werden geëischt. Juist nu in den strijd dar natiën alles wat tot verhooging onz:r eronomische weerbaarheid zou kunnen strekken, moet worden vrijge maakt voor dit doel, achten wq de banden, die R.-K. economen aan onze bedrijven wil len aanleggen, een gevaar. Weliswaar zal ook hier op den duur de wal het schip wel keeren, maar "inmiddels kan onberekenbaar en onherstelbaar kwaad zijn aangericht. Wij hopen, dat de minister er in slagen zal, en van dit plan namen wij met genoeg doening kennis, middelen te vinden, dia een vreedzame bijlegging van arbeidsgeschillen mogelijk maken. Het oordeel van het Katholieke hoofdor gaan „DE TIJD" luidt: Deze. Troonrede, welke mét de koninklij ke bede om Gods zegen op den arbeid der Staton-Generaal eindigt, wekt, en terecht, goen overdreven verwachtingen op, maar zij is evenmin somber gestemd. Wel blijkt er de ernst uit, waarmede do regeering de haar wachtende taak opvat. Economi- scho en financieele positie van ans land is vooreerst hoofdzaakde verzorging daar van zal Regeering en Kamer dit jaar voor namelijk bezighouden; grondwetsherzie ning en andere maatregelen van staatkun digen aard kunnen inderdaad in dezo pe riode wel even wachtende zedelijke en stoffelijke welvaart van ons volk ga thans voorop en zij zal moeilijk beter behartigd kunnen worden dau. door het huidig Ka binet, dat reeds in liet eerste jaar zoo veel sympathie van alle partijen heeft af gedwongen. De ministers De Visser en Aalberse wedijveren mei elkander weder in aibeicls- lust, merkt „DE MAASBODE" op. In 't bijzonder wijst heb blad op de aangekon digde wijziging der Woningwet. Er moet a tout prix in letterlijken zin gebouwd worden. Kan het voor la gen prijs, dan natuurlijk: nog beter. Waarover wij ous steeds verwonderen, is over de conservatieve sleur, welke nog steeds belet, dat goedkoop© procédés wor den ixjgepast op den woningbouw. Alles gaat vooruit, alleen de techniek var. den woningbouw schijnt stil te staan. Bij eenv hoogon prijs «Ier tegenwoordige woningen, zal een zeor dure wet nog niet genoeg lokaas kunnen brengen. Ligt het niet op den weg der regeering het bouwen zelf gosdkooper te maken? Jammer genoeg noemt „De Msbd heb, dat Nederland nu ook zijn buitcnlandsche politiek heeft. Eerst in oorlogstijd zijn do Oranje-boeken helaas belangwekkend ge worden. België zorgt, dat het ifc vredestijd zoo blijft. Met buitengewonen nadruk spreekt Hare Majesteit van het Belgische streven. En niet alleen onze belangen en rechten, maar ook onze zelfstandgheid acht zij door de Belgische politiek bedreigd. Ook wij achten neb conflict zóó ernstig, dat een oplossing in Belgischen zin de souvereini- teit van ons land deerlijk zou aantasten Zij, die in België bezig zijn een politiek van baatzucht en imperialisme te voeden, mogen overtuigd zijn, dat heel ons land, weet, hoe weinig baatzoekers achter den lieer Hymans staan, terwijl heel ons volk in dit conflict zich schaart om de regeering, die handhaven zal Heb Christ. Hist, orgaan „DE NEDER LANDER" schrijft, dat het stempel van den zwaren tijd, welken wij doormaken, diep op de Troonrede staat ingedrukt. Een ernstig vermaan aan ons volk om zul mg te wezen, waarnevens wij gaarne een koninklijke aansporing tot onvermoeiden arbeid hadden vernomenniettemin een "Troonrede die geen slagboomen voor do toekomst legt-, maar (.lie lieenwijsfc naar mogelijkheden van ontwikkeling enrherstel van het gebroken evenwicht. Althans wan neer Regeering en volk eendrachtig sa menwerken, en die afwikkeling der interna tionale vej-houdngen de moeilijkheden niet vergroot, maar steeds meer wegnemen zal. Daarop blijven wij hopen. Do „STANDAARD", het anti-rev. hoofd orgaan', heeft de „zwak-klinkend© phrase over den Volkerenbond" minder moed gevend en bezielend gevonden dan de aan de verhouding tot België gewijde passage. Wilson zelf heeft reeds lang den glans en gloed van deze vondst doen verbleeken. Gelukkig mochten we vernemen, dat deze ongereed© vondst voor Nederland geen be teekenis zal erlangen, tenzij do beide Ka mers der Staten-Generaal er in bewilligen. Zonderling deed het alleen aan, dab men Hare Majesteit in d'cze Troonrede hu reeds geheel onnoodig betuigen liet, dat hot prijs geven van een aanmerkelijk deel van haar Souvereiniteit op geen beslisto afwijzing zou stuiten. Het ware daarom in elk geval verkeerdelijk geweest Hare Majesteit nu reeds, geheel onnoodig, zoo pertinent te laten verklaren, dat zij niet onverbiddelijk op een ongeschonden handhaving van liaar 'Souvereihe rechten staan zou. Dat do invoerrechten, „die nog zoo laag staan, iets omhoog gaan," benauwd; het blad niet. Bij den zoo breed opgezetten rijkdom van wat- ons voor Nederland op paedagogisch, sociaal en industrieel gebied zal kunnen verrijken, doot 't ie pijnlijker aan, dat 'a Lands Defeüsie er zoo goed als bij in schoot, en dab, als droef gevolg van Iden- burg's trimestraal isolement, het Kolo niaal belang, dat. voor Nederland 6chier als naar voren dringt-, niet tot zijn recht kon komen. We hooren, dat nieuwe lasten, van belangrijk gehalte, zullen te heffen zijn. Ook zullen de Regentschappen een meer autonoom karakter erlangen. En zal de Zending zich in milder vrijmaking ver heugen kunnen. Maar dó brandende vraag stukken, waaraan straks allicht de toe komst van onze Koloniën zal hangen, kon den evenmin als do Defensievraagstukken aan (1e orde komen. Het „CENTRUM" (r.-k.) prijst den kloeken zin, welke uit dit staatsstuk spreekt. Heb is geen parade-program dat ons in do Troonrede wordt ontvouwd. Hot is een werkprogram, urgent onder velerlei op zicht, om niet te zeggen onder elk opzicht. Aan dlis urgentie, waarvan de Regeering zich diep doordrongen toont, moge de werkkracht en werklust der Staton-Gene raal beantwoorden naar de volle mate, welke zij verdient. Het volk vraagt thans vóór en boven allesdaden. En deze Troonrede staat in heb toeken van verbetering, hervorming on vooruit gang. Het hoofdorgaan der Soc.-Dem, Arbei derspartij „HET VOLK" acht den inhoud van de Troonrede niet evenredig aan haar lengte. Zij laa.t ods vrijwel in het duister ten aanzien van de vraagstukken, (lie thans heb meest do aandacht bezighouden, te we ten de duurte, de belastingen cn de bui- tenlandscho verhoudingen met inbegrip van heb militarisme. De uitingen over de bui- tenlandsc-he positie zijn schamel. Te waar- deeren valt in de zinsnede omtrent het conflict met België een gematigdheid van toon, die de voorwaarde is tot een bevre digende oplossing van dit conflict. Minder' nuchtere terughoudendheid ware echter in de aan den Volkerenbond gewijde bewoor- dingon op 'haar plaats geweest. „HET VOLK" vindt overigens .weinig aanleiding lot commentaar in de Troon- redë. Zij kondigt een bonte verscheidenheid van wetsontwerpen aan, die echter meer den indruk van oogenvcxblindende parade, dan van werkelijk sterke hervormings gezindheid maakt. Wij notceren er slechts uit dat wat men mocht aannemen, dat reeds zoo goed als gereed zou zijn, de land bouw arbeidswet nog pas „in voorberei ding" is, een term dio in troonrede-taal op eBn vrij ver verwijderd verschiet duidt. Bij veel van de aangekondigde maatregelen zal alles van. den inhoud afhangen. Een wets ontwerp bijv. „tot bevordering van de vreedzame bijlegging van arbeidsgeschil len" kan aannemelijk cn zelfs toe te jui- chen zijn, maar ook verfoeilijk reactionair wezen. In dit en zoovele andere opzichten is afwachten de boodschap, die deze troon rede aan de arbeidersklasse geeft. „HET HUISGEZIN" (r.-lc.) is niet vol daan over hetgeen in verband met den Imo gen stond der prijzen is opgemerkt. Wij missen hier een warm woord van deernis met den nood van zoovelcn, en do verzekenng, dat, wat het ook kosten moge en welke offers van de schatkist ook mogen worden gevergd, die nood zal worden ge lenigd buiten het kanaal der armenzorg om. Dat cle eischen, aan 's lands schatkist ge steld, met zorg vervullen, is volkomen be* grijpelijk, maar hooger staat de bekomme ring om het wel en wee van grooia groe pen van het volk, die, indien de regeering niet krachtig ingrijpt, bange maanden te gemoet gaan. Ook wat omtrent het defensievraagstuk word; tgezegd, had men liever in een ando ren toon hooren klinken. Het is redelijk, dat voor de oplossing van het vraagstuk op den Volkerenbond wordt gewacht, maar niets had behoeven tc weer houden de verwachting uit te spreken, dat/ de internationale regeling tot oen vermin dering der bewapening zou leiden en dat dientengevolge, gelukkig, de persoonlijke cn financieele lasten zouden worden ver licht. Ook ten aanzien van Icaië missen we. een aanwijzing, dat de regeering zich bewust ia van den nieuwen koers, die daar moet v/er- d-en ingeslagen, willen we dat rijk blijvend voor het moederland behouden. Natuurlijk ontbreekt thans nog elke toe speling op een mogelijk bezoek der koningin aan Indië daarvoor is het nog te vroeg maar over onze verhouding tot de in- landfeche bevolking had toch niet behoeven te-worden gezwegen: een woord van ver trouwen, een woord van warme belangstel ling, een woord van oprechte samenwer king. had ginds goeden i»druk kunnen maken. Over Wesb-Indië is totaal gezwegen ook dit beschouwen wij als een ongewenscht en te betreuren gemis, vooral in verband met nieuw opgedoken geruchten, dat de- Unie do kolonie Cnracao voor een ontzaglijk© som zou willen koopen. In één woord: de oenheid en samenhoo- righeid van het rijk binnen c-ti buiten Europa had in de Troonrede beter tot uiting kunnen en moeten komen. Voor het „NIEUWS VAN DEN DAG" (ncutr.) valt er over clo Troonrede weinig te zeggen. Het blad heeft veel vaag- vonden on wil afwachten. Er schijnt wel eenige tegenstelling ;us- schen de- beloofde „uitvoering van. werken 1 en liet bevorden van ontginninger", en eenige zinnetjes verder het voorne men tot „beperking van nieuwe uitgaven, tot- het uiterste". Wij hopen clafc nieuwe uitgaven die „slechts" cle bevordering van geestelijke- cn aesihetdscho belangen raken, niet weer, gelijk zoo vaak geschied is, onder laatstgenoemde leuze van do baan gescho ven worden: dit waren een zuinigheid die de wijsheid bedriegt. Ook met andere groote uitgaven, mits ze productiet zijn of zullen worden, zij men niet karig. Waar rooveel moet geëischt worden, cische men liever wat meer, het zal de tegenwoorcligo en toekomstige welvaart beter ten goedo komen dan schrielheid. De „TELEGRAAF" (neutr.) zegt o.a. Er ligt over deze Troonrede een persoon lijk cachet-, dat aan tal van vorige ontbrak. Do eerste persoon enkelvoud treedt er meer op den voorgrond dan wij tot dus verre gewoon waren. Dit- noemt men bij dit Christelijke ministerie' blijkbaar rekening houden met den polsslag van den tijd. Wat- ons verder treft is de verregaande koelheid waarmede over de totstandkoming van den. Volkenbond wordt gesproken. Geen juichkreet, zelfs geen vriendelijk woord. Alleen de zeer doodnuchtere mede deeling, dat do toetreding van ons land ..aan uwe goedkeuring zal worden onder worpen." Terwijl bij de para-graaf „defen sie" op oud-Hollandsch© wijze de* kat uit de-n boom wordt, gekeken en het ministerie Hare Majesteit laat spreken van: >,De op- loosing van het defensievraagstuk kan eerst ter hand worden genomen, wanneer om trent de internationale .regeling, door den Volkenbond beoogd, meer zekerhe'd zal-zijn verkregen." Er spreekt- bijna wantrouwen uit en het is wel zeer in tegenspraak met „de innige dankbaarheid aan. God", dat hij ons vader land voor de verschrikkingen van den oor log heeft willen sparen." De Volkenbond zal thans trachten de we reld daarvoor te sparen en daarover geen onkel woord van dankbaarheid uit- den mond van onze Koningin. Dat moet wel zeer opvallen. De claus over onze verhouding tot België is welsprekend, nadrukkelijk en van een sympathieke bewustheid vr.n ons goed rechte Het meer technische deel der Troonrede, is vol schoon-stralende beloften, die het staatsstuk a- giorno verlichten. Daar is de geruststellende verzekering, dat wij in „afzienbaren tijd" geen voedsel- nood zullen hebben. Als ten minste niet alles zoo duur is geworden, dut alleen do millionnairs ian dit land gevoederd kun nen worden. Vriendelijk doet het aan, aal met bet oog op den berooiden staat van s lands schatkist „het doen van nieuwe uitgaven tot hot uiterste beperkt wordt." Nog vrien delijker zou her- geweest zijn als cr tevens bij vermeld ware, dat ..het- doen van vele oudo uitgaven achterwege zal blijven." EPSTI TDÏNGENT™" STV. MIJ. NEDERLAND AMBON, pass. 15 Gept Lizard. MEROPE, pas- 13 Sept Dover. KAMBANGA.N, IJ Sept, op 200 m. W. van Scilly. ORANJE, tlmisr., pass 15 Sept. Gi braltar. RONDO, uitr. 13 Sept. van Suez. VONDEL, uitr., II Sept. ie Grave send. KON. NED. STOGMB. MIJ TRITON, 23 Aug. van Port SaicT naar Saloniea. ULYSSES, 9 Sept van Oadix te Buenos Ayres. ROTTERD. LLOYD. INSULIN DE, 16 Sept van Batavia to Rotterdam. KAÏY1, uitr. pass. 31 Sept. Gibraltar. KON. HOLL. LLOYD. FRIS IA, thuisr. fe5 Sept. van Monte video.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5