INDISCHE BRIEVEN RECHTZAKEN. VARIA, Kamar van Koophandel en Fabrieken ie Katwijk. I. Aan het verslag der Kamer over 191S ontleenen wg het volgende: Aan üe irawlviaécherg werd deelgeno- men door. 86 loggers, die fl,960,S00 bru to besomden; de hoogste besomming ba- droeg 169.172 en de laagste 1 2452. De haringvisscherij, die van af einde; October, tot aanvang December met ver rassende resultaten werd uitgeoefend door. 59 loggers, gaf een totale besomming van f2,052,SOO, hoogste besomming belieg f So,120, de laagste daarentegen f 74S0. Jran ongevallen, afgezien van eênige mate- rieelo schade wegens vleetverlies, blesf men bij deze visscherij gespaard, in tegenstel ling met do t rawlvisscherij. Hierbij zijn door mijnen of torpedeeren vergaan 18 loggers. Bomschuiten waren dit jaar voor reke ning van Katwjjk niet meer in de vaart; in 1911 landde voor. het laatst een haring schuit. De geschiedschrijver maakt, volgens het verslag, melding van 30 scheepjes op de kust en 50 haringvaarders in 1540,' tegen 40 schuiten in 1694. Toer een eeuw waren er 30, in 1831i 12 en in 1832 slechts 10 schuitjes van 26 tot 2S vcet bodemlengte. In 1834 bestond de vloot uit 29 schuitjes, .waarvan er echter slechts 12 overliepen, wijl rekening gehouden moest worden met 'de iinancieele draagkracht van den reedsr. Da diepte dezer schuitjes behaalde neg niet #de manslengte en de houw was slanker, 'dan die, zooals wij dien kennen, omdat bjj naderenden storm', mensohen en vaartuig, zoo snel mogelijk in een nabij zijnde En- gelsehe haven of op de Hollandscha kust geborgen moest worden. Het gaan naar verder gelegen vischgron- 'den was ooraak, dat in 1850 de schuit van 29:/_. voet werd gemaakt, welke respec- tievelgk werd vergroot tot 32 voet in 1S60, 34 voet in 1872, zelfs een van 36 vcet en in 1890 van. 40. tot 42 voet, zoodat toen het laadvermogen van de z.g. Kastok gelijk stond tot de totale bergruimte der vaartuigen van 1830. Hst aantal schuiten in genoemde jaren bedroeg resp. in 1850; 38 stuks, in 1860: 47, in 1872:' 43, in 1890: 64, in 190-3: 75, in 191217: 50, 41, 24, 8, 6 en 2 stuks. Me» de bodeir.verlenging van 26 op 42 Voet, was de diepte verdubbeld. De harïngvisscherij, uitgeoefend in de orr.- 'gevir.g van Lowestoft en Harwich, werd via I860 tot Doggersbank verlegd, later suc cessievelijk tot Lerwick en de volle zee. De grootere afstand maakte grootere berg ruimte, snellere vaart en meerdeï visclituig wensenelijk; het gevolg was de strp orü besta an tegenover het kielvaarfcnig. De bomschuit verkreeg daardoor een vorm 6n een grootte, die hoe langer hoe minder Voor heb strand geschikt waren. De. kiel, Voor bet eerst in 1902, was het begin van het einde van de bomschuit, daar zjj nu al leen in e:n haven kon binnenkomen en ook ïïq motor kon nu zonder bezwaar, in de bom schuit worden geplaatst. In- 1906 werd "de laatste bom gebouwd, Eerwrjl men op het oogenblik nog slechts het bodem-viaschersvaartuig als lichter voor hei-toestellen en dergelijke doeleinden ont moet, alsmede bij den slcoper. Tot /.cover de historie. De prijzen der steurharing varieerden in •1918 van f68 tot f48.40, die der volle pekelharing van f71 tot f64 en die der ijlt van f64.90 tot f 63.75. Omtrent Landbouw zegt het verslag o.m. dat spinazie evenals vorig jaar totaal geen .winst gaf. Frei was ook in 1918 een winst gevend ooriogsproduct. Het beschot'der aard appelen was goed, de prijzen bij den aanvang var het seizoen loonead, later zelfs beneden productieprijs- niettegenstaande de toezeg ging van de Regeering, dat de teelt looac.nd gemaakt zou worden dcor vast le stellen prrj;eD. In tegenstelling met alle vorige ja ren rijn alle Katwjjksche vroege aardappe len in het binnenland gebleven'., Pootuien waren veel uitgeplant, de prijzen zeer goed en ae teelt- winstgevend.- De b tee'de oppervlakte bcspeen was aan- merktlijk grootev dan ooit te voren, de prij zen zeer goed, gedurende den tijd, dat uit voer was toegestaan zeer hoog.. Bloemkool was er aanmerkelijk minder geplant dan vorig jaar, in hoofdzaak uit vrees voor de zeer hoogs productiekosten van dit artikel; de teelt heeft goede winsten opgeleverd-, Late peen was er tfeel gezaaid en moest eigenlijk geheel door de distributie wordea atgenomen. De veel te laag- gestelde prijs het Rijkskantoor was echter oorzaak, dat het grootste gedeelte frauduleus is verkocht en *ervoerd voor veevoeder< yan zaaiuien was zeer veel gezaaid; het vervoer is steeds verboden geweest, zoodat de handel geheel stil lag.. Toch hebben en kelen in het najaar kans gezien om van hun voorraad flinke hoeveelheden ta verkoopen, welke op deze wijze buiten distributie om, toch bij de consumenten kwamen, tot scha de van hen, die zich aan de voorschriften hielden en docr de behandeling van eerst- genoemden, waardoor de afname vobr distri butie langzamer ging, langer met hun voor raad bleven zitten.. Witte kool was weinig geplant, evenzoo krq.len en rapen; het eerstgenoemde artikel heeft-, zij bet dan ock weinig, baten opgele verd. Roede en gele kool is bjjna geheel af genomen voor distributie tegen prijzen, waar mede men tevreden kon zijn. Voor het eerst zija aanmerkelijke hoeveelheden boonen ge teeld, als snijboonen, princesseboonen en pionkbconen; bjj vastgestelde prijzen door de Prov, commissie met de Z. Q. was de teelt locnend. Het verslag komt tot de con clusie, dat het tuinbouwbedrijf, al waren dan ook de productiekosten buitensporig hoog, over het algemeen loonend is geweest; x v. Het hotelleven, waarover ik het tot dus verre had, brengt me nog qnkele koste lijke herinneringen uit het verleden naar voren-: De Indische Regeering is werkgeef ster in het groot. Haar werknemers zjjn legio en niet zachtzinnig springt zjj er mee cru. Nu zijn ze hier, dan weer daar, en nie mand. die de eer heeft vermeld té worden op de periodieke conduitelijsten, hij zij offi cier of' civiel-ambtenaar, is er zeker van, dat niet het eene of andere overplaatsings besluit onderweg is. Men kan zich zoo ge moedelijk hekben ingericht, nnn kan zich er gens eeneiig (aangenaam) "voelen en wèn.- sclun er lang te blijven, _nien kan het be- westziin in zich omdragen "juist te zijn, waar men. behoort, te Batavia is Jjet een of ander hoofn dat aan een regeeringsbureau diep ernstige gedachten zit uit te broeden, bezig u van uw plaats weg te piekeren. Vroegen bet:ride men dat nog met fl.50 voor een ztge1; thans- ontvangt men een ongezegeld overplaatsingsbesluit. Het was dan ook wel wat erg. Stel u voor, dat het gebeurde, dat iemand den-pojtlooper zag aankomen! Een grocte brief werd overgereikt. Daarvoor werd fl.50 betaald. Overgeplaatst naar vul maar in. Een paar dagen later, als men de eerste maatregelen voer verhuizing ai" genomen had, verscheen dezelfde lands dienaar weer met zoo'n soerat, .brief). Weer i'1.50'. De overplaatsing was ingetroivken. tn voer ais aaraigneió, waarom niet ge- vraaga was, wera 'dus f3 betaaih, Neen, oat is uit. Enfin, men had dan zoo'n overplaatsing en men vertrok naar zijn nieuwe stand plaats., Ging men niét, dan moest men maar crülag uit 's lands dienst vragen., Dat is in tempos dahoe'.os (vroegc-r tijd) wel eens ge- heiuQ met sommige onderwijzers. Er was n.l. een tjjd, waarin het onderwijs verre van goed was, Er stonden leerkrachten voor de klasse, die in het minst niet voer hun taak bercuend waren, en die bijv., spreeklessen gaven in de Nederlandsche taal, welke zij zelf met machtig waren. In dezen geest bijv. „Mijn schoen is glimt. Zegt na, jongens: Mijn schoen is glimt." In dieü tjjd werd op Celebes benoemd tot inspecteur de heer Rosskopf, die zich tot taak stelde die luitjes uit den dienst te krij gen-, Dan droeg bij zoo'n onderwijzer voor ov.iplaatsing vcor bijv. van Bothain, op; Celebes, naar Palembang, een reis als van Amsterdam naar Moskou. Maar die onder wijzer liet zich zoo niet wegrukken, uit zpu vzderland en nam zrjn ontslag. Werd liever klerk bij een Chinees.. De inspecteur had zijn zin en had toch niemand den dienst uitgedrukt. Men moet maar_slim zijn! - Maar om op de zaak terug te komen. De ambt-naar komt op zrn nieuwe star.d- p.aats en moet 'daar eerst enderdak in een hotel. Dat moet er dus zrjn en de Regée- ring zorgt er voor, dat het er is. Er is altijd wel iemand, die zijn huis tegen een vaste subsidie van f50 per maand voor hotel be schikbaar stelt en dan van de gasten tevens f5 per dag vraagt-, Maar dan 'moet men niet vragen, hoe het daar is, Ten minste in vroe ger jaren niet. Op Ternate eens komende, vernam ik al heei gauw, dat het hotel op dat oogenblik niet beschikbaar was. Het werd verbouwd oi zou juist verbouwd worden, Ik ben er, zestien maanden gebleven, op Ternate, be deel ik, en al dien tjjd bleef het hotel op het punt verbouwd te werden. Waar, dus heen? De resident verwees mij naar een gewe zen zendeiing. Daar kon ik met mijn vrouw terecht- Eet was juist Zaterdag voer Pink steren, Den volgenden morgen om tien uren ongeveer hcorde ik, terwijl ik in de voorga lerij zat, ergens een klok kleppen. De eer waarde heer liep in dezelfde voorgalerij wat' te mopperen. Ik vroeg hem: „Wat heteekent die klok?'' Het antwoord luidde: „Verschrikkelijk, Het is meer dan erg." „Wat- is er gebeurd? Is er brand?" „Brand! Was er meer brand! Maar daar is het vandaag zoc-'n heilige dag en daar zit u rustig hier, terwijl de klok u naar het bedehuis roept. Is u een heiden?" Het is verschrikkelijk?" „Maar, mijnheer^ zei ik, _^daar roept de klok u naar het bedehuis en n blijft hier loopen mopperen. Dat is te erg. U meest u als Christen schamen." „Neen, dezen predikant ga ik niet hoo- ren," was het wederantwoord, „De man is me te modern." „0. zoo", luidde mijn slotwoord. „Zooi denk ik er precies over, De man bevalt me niet anders De zendeling keek mij eens aan, maar ik hield mij zoo ernstig, alsof ik rnzie met schoonmama had, en hij sloffe naar ach teren. 'Zestien maanden later kwam ik te Banda en de assistent-resident daar had hse'.emaal niet voer een gouvernementshotel gezorgd. In zijn tuin stond n!. een paviljoen en dat stelde hij ter beschikking, maar declareer de daarvoor zelf f100 in de maand. Bui ten de officieele papieren was het echter niet bekend, dat doortrekkende reizigers nu ook het recht hadden van dat ongemeubel de paviljoen .gebruik te maken. Zoo was er officieel gelegenheid en het bestuurshoofd had '7 zelf f 100 per maand en geen last van, Gelukkig vroeg mijn chef mij en mijn vrouw te logeeree. Ja, het was vyel een aardige tijd toen, nu een kwart-eeuw en langer geleden. Er was iets gemoedelijks in de lucht'., al was het niet altijd aangenaam. y eeleischend moest men niet zijn. Aardig was later oc-k het doorgangshotel te Maos. De lener weet natuurlijk niet, waar- Maos ligt. Welnu, ge kunt het even ten Noor den van Tjilatjap vinden. Jaren geleden waren reizigers van Batavia naar So.rabaja en omgekeerd altijd verplicht daar te over nachten. De trein vertrok 's morgens om zes uren van "We'.trevreden én bereikte over Bu.tenzorg en Bandoeng1 's avonds tien uren Maos, als er ten minste niets tusscken'oeide kwam. Ik ben er wel eens om tien uren 'isavcnds aangekomen, maar tegen een aard- schuiving in het gebergte, is niet bestand, zelfs geen sneltrein. Den volgendeu morgen vertrok men dan weer om zes uren en arriveerde men 's avonds om zes uren te Scerabaia. Dat hotel had het dus druk. Was de avendtrein aan, dan liep het vol met vieze, bezweete, bjjna zwarte reizigers,, die onmid1- delljjk met schocne kleeren onder den arm do badkamers opzochten. Eenigen tijd later zaten zij dan verfriseht en gereinigd in de vocrgalerjj, met een glas whiskey soda en daarna een bittertje voor zich. Om halfne- gen luidde de etensbel en gingen allen aan tafel. Maar nu is het me in die jaren niet gebeurd, dat ik iets anders te qten kreeg, dan soep, aardappelen,, ham en doperwtjes En ik ontmoette niemand, oi hij had, op welken dag ook. ham en doperwtjes gehad in het gcuvernementshotel te Maos. Nu is de dienst anders geregeld. Mea spoort Maos voorbij en overnacht te Ban doeng of te Djoeja en geniet van een mo dern diner, ook wel eens met ham en dopL erwtjes, maar de menu's zjjn verschillend. Dat is alles veranderd. Wie nu op Java reist, heeft nier meer het gevoel in een achterland te sjjiu, Hjj is in de groote wereld. Die achterho:-ksche toesta», den laat hij zich vertellen door reizigers, die pas in Europeesche dorpen overnacht hebben. A. v. W. Financieele Mededeelingen. Leoningon Staatsspoor en H. IJ. S. itl. Naar van wego de emitteoten wordt me degedeeld, zijn de inschrijvingen op do b1/»- pCts.-leeningen der Mij tot Expl. van Staatsspoorwegen cn der Hollandsche Ijze ren Spoorweg-Maatschappij overteckend. SCHEEPSTIJDINGEN. STV. MIJ. NEDERLAND, BABOE, uit-:., 10 Sept. te Port Said. ROEP AT, 10 Sept. van Amsterdam te Sydney. KON. NED. STOOMB. MIJ. MEftOPS, 12 Sept. van Amsterdam naar Lissabon. TITAN, 12 Sept. van Amsterdam naar Passages KON. WEST--IND. MAILDIENST. STUYVESANT, 12 Sept. van Amster dam naar Paramaribo. HOU—AMERIKA LIJN. 'ANDIJK, pass. 11 Sept. Lizard. POELDIJK, 12 Sept. van New-Orleans t-o Rotterdam. NIEU W-AM STERDAM, '12 Sept. van Rotterdam naar New-York. ROTTERD. LLOYD. P.ATRIA, 10 Sept. van Rotterdam to Batavia. STV. MIJ. OCEAAN. HELENUS, 6 Sept. van Colombo. AMSTERDAMSCH GERECHTSHOF. De moord op korporaal Wissilio Yoor dit Hof stond in hooger beroep te recht de 2"T-jarigo Corn. Gezin a van do W. wed. van. Joh. Corn. Wassilie, beschuldigd van medeplichtigheid aan moord. Genoemde J C Wassilie werd IS Augus tus 191S te Tilburg, waar hij in ^rvrmzoen lag, yermoord door zekecen korporaal Jan sen, die bij het echtpaar Wassilie, te Am sterdam, in den kost was geweest Naar door cl? vrouw en Jansen werd be weerd, ging Wassilie zeer ruw met ziju vrouw om en Jansen, die van dit alles her haaldelijk getuige was geweest, wist door een vriendelijke behandeling de genegcr.- heid der vrouw te winnen. De vrouw bracht Jansen tot het plan naar Tilburg te gaan en daar Wassilie vergift te drin ken te geven. Zij kocht te dien eindo in de Czanr-Pcter-straat een flesehje zout- geest en gaf Jansen ook geld om jenever te koopen en naar Tilburg to reizen, het geen Jansen deod. Men weet-, wat toen Tilburg is geschied. Het vergptigingsplan werd niet ten uitvoer gebracht, daar bei de mannen op een gegeven oogenblik ruzie kregen. Volgens de verklaringen van Jansen liep hij daarbij gevaar door Was silie met leen scheermes- te worden ver wond. Jansen wist echter het mes machtig te worder. cn sneed «daarna "Wassilie ch keel af. Voor de rechtbank te Tilburg werd Jan sen wegens moord tot twaalf jaar gevan genisstraf veroordeeld, terwijl de vrouw wegens medeplichtigheid door de ido Ka mer der Amsterdamsche rechtbank tot acht jaren gevangenisstraf 'werd veroordeeld, nadat de officier negen jaren gevangenis straf geëischt had. Beklaagd© was van dit vonnia in hooger beroep gegaan, omdat zij cl© straf te hoog vond. Zij bekende, herhaaldelijk met Jansen gesproken te hebben over een mogelijk van-kant-maken van haar man Ook erkeu de zij zoutzuur te hebben gekocht. Zij heeft^ liet fleschje op clen schoorsteenmantel neer gezet-, waar Jansen het weggenomen heeft, lleisgeld had zij hem niet verstrektJan sen zeide den Zaterdag vóór den moord: ,,lk zal mija kostgeld maar in doo zat houden voor morgen waarop ilj hom (Sc> week maar niot had laten betalen en hem het geld had laten behoudei). daur zij wel begreep, dut .hij «dit voor die reis naar TiibuFg noodig had. Getuigen werden in deze /.aak niet ge hoord. De advocaat-generaal, mr. van .Geuns,- wees or op, dut yan bekiaagdc de vurigo wensch is uitgegaan, om haar man van het leven te zien boroofd: Spr. wees cchbsr ook op oe.aigs ver/achtende omstandighe den on in het bijzonder .op de ruwe behan deling. welke deze vrouw van haar man Ticeft ondervonden 8nr. eischto ten slofcté bevestiging van liet vonnis der rcchibaplc met vermindering der straf evenwel tot vijf jaren gevangenisstraf. Verdediger was mr. Koster, die betoog de, dat hier geen- actieve, doch passieve medewet king door liekl. is verleend en passiieve medewerking in niet &ti*nfbaaiV tenzij de wet uitdrukkelijk anders bepaalt. Tl. concludeerde daarom tot ontslag van rechtsvei volging. Uitspraak over vei Lien dagen. Een school voer detectives ie Parijs^ Ook te Parijs klaagt men over de toenemen* do onveiligheid. Men heeft wel een groot aan tal politie-agenten, maar bekwame detectives; die de meest geraffineerde hoeven op 'spoor komen, ontbreken. In den Parijschen Gemeen teraad heeft Emile Massard onlangs een hartig woordje over d?zen misstand gezegd: „Als er een enkelen keer onder de Techercho nog eeti soort Sherlock* Holmes wordt gevondeu, daü krijgt hij gauw genoeg van een baantje, waai* mee hij hoogstens frs. cO per jaar kan verdie nen. Hij vestigt zich voor eig:n rekening en bemoeit zich met echtscheidingenThans zal echter te Parijs een detective-school opgericht worden, die onder deskundige l?iding zal staan. De spiegel bij liet onderwijs. Dat do Engelschen hardleersch zijn bij do studie van vreemde talen, is algemeen bekend. Groot is dan ook vaak de wanhoop der Fran- schc leeraren, die de «Engelsche jeugd tever geefs trachten Fransch te leeren. Eén dezer wanhopigen is op het idee gekomen het gebruik van den spiegel in te voeren bij het klassikaal onderwijs. De leerlingen zien nu wat him mond, keel en tong doet. De resultaten van deze leer-; methodo schijnen bevredigend le zijn. In d9 scholen, waar de jeugd zich dapper spiegelt, op 'gevaar af ijdel te worden, schijnt het Fransch werkelijk beter door te dringen dan in cle scho-; len met meeT verouderde onderwijs-methoden'. Schoonheidsmiddelen Tan. voorlied Van af do vroegste tijden zijn de do Ai- teren Evals er op uk geweest haar uiter lijk voorkomen door allerlei schoonhCds- middelen te verfraaieren dikwijls werd de toevlucht genomen tot do meest zon derlinge brouwsels. Een zeer oud mildel, om een mooie teint te verkrijgen, war net wasschen mot melk, meer speciaal mei ozelmnenmelk. Des avonds werd het ge laat er mee gewasschen en niet- afgedroogd zoodat de melk gelegenheid had flinlc in de huid te dringen Des morgens werd het gezicht met erwfonsap afgewasschen.- Ook do tanden werden veelal met ezelinnen- melk gepoetst. Zeer geliefd was ook als huidmiddel een soort olie, vermengd met de asch van een mum. Zeer kostbaar wus het volgende middel.- Witte kapoenen werden gedurende veer tien dagen uitsluitend gevoed met rijst, die in geitenmelk geweckt- was. De kapoe nen werden vervolgens geslacht-, met vee- ren en al kort en klein gemaakt en daar uit een water gedistilleerd, dat d© huid blank eri zacht moest maken. Het haar werd in den ouden tijd met galappels zwart geverfd. Ook had men tal van middelen tegen kaalhoofdigheid, waaronder zeer origineele. Zoo raadde; men bijv. aan het kale hoofd in t© rijven met "asch van een egelhuid. Men meende, dat de stekels den haargroei zouden be vorderen en diep ravijn, dat zich links van ons aan onze voeten ontplooide. Hier werd mij, onder een kleinen boom, een plaats aangewezen, wear ik me op mijn gemak nederzette' en - na op fluistertoon nog eenige bijzonder heden gevraagd en verkregen 'ta hebben irijn boterhammetje ging zitten verorberen, hei. geweer dwars over mijn knieën gereed houdende. Mrfn tochtgenootsn posteerden zich verder op, ongeveer een paar honderd h'-etec van elkander af staande. Zccals ik daar zat, genoot ik in velerlei 'opzicht. Ik rustte uit van mijn ongewdnen klinitocht genoot van mijn boterham, 'die mij natuurlijk uTcmuntend smaakte, en had .volop gelegenheid om het landschap aan. ïnijn moeten te bewonderen. En dweper als •ik ben van natuurschoon, bood de Westkust van Sumatra mrj daartoe gelegenheid te' 'ever. Dc lachende vallei met haar kleuren pracht, badende in het zonlicht, het zilveren stroompje, dat- zich heel in de diepte kron kelend een weg naar zee baande, de tal- rrjke veelkleurige vogels en vlinders, die leven aan het diepe, vruchtbare en bjoeien- "dc landschap in zijn natuurstaat verleenden, 'dat alles maakte op mij een grootschen en onvergetelijken indruk. Ik had blijkbaar nog den tjjd; mijn ieids- Snan toch had me gezegd: .,U zult 't wel ïnerken, als er wat op til is; de drijvers zijn nu zoo omgetrokken en bevinden zich aari den overkant van "dit ravijn; de bonden' laten zr straks wel I03 en die jagen het wild naar en door het ravijn, en zoo komen zij vanzelf deze helling op, om te trachten, een goed heenkomen te zo-eken in het achter, u liggende alang-alangveld. En ik geef tt de verzekering, dat u 'fc wel hooren zult, want als de honden de „lucht" hebben, gaan zij te keer, dat het een aard heeft!" Ik hoorde evenwel nog niets, wat daarop ge leek; wel drong af en toe het verwijderd geblaf van een hond tot mij door, doch ik schreef dit meer toe aan het gemoedelijke aanslaan van een waakhond, dan aan het nijdige, woedende ge blaf van jachthonden, die het wild op de hielen zitten. Mijn opwinding en geestdrift begonnen dan ook langzamerhand, naarmate het wachten lan ger duurde en het zonnetje hooger steeg, eeni- gormate te bekoelen. Ik had het mij zoo heel anders voorgesteld; ik had gedacht, dat na on geveer een- halfuurtje do eerste onrustig gewor- j den zwijnen zich al zouden vertoonen en be- j nedenswinds als ik zat argeloos in mijn ar- men zouden vallen! En ik zat nu reeds een paar j uren te turen in de diepe vallei, elk bewegihkje gadeslaande, elk geluid, hoe geTing ook. ontle- dende, zonder iets te zien of te hooren. Ik had mijn geweer, bij het verzitten af cn toe, reeds naast mij neergelegd, toen ik opeens op grooten afstand een leven hoorde alsof er „amok" ge maakt werd. Er werd op trommels geslagen, er klonk een geschreeuw en gegil of er een heele kampongbevolking gekooid werd, hondengeblaf en geransel op ijzeren ketels en blikken bussen vermengde zich tot een chaotisch kabaal, waar- i voor zelfs de duivel gevlucht zou zijn! In een seconde was ik opgesprongen, het geweer in rlen aanslag: met argusoogen het ravijn afspeurende naar een levend wezen, dat zich door de vlucht aan dat helsche spektakel zou willen onttrek ken. Het geluid werd met elke minuut sterker; de inlanders schreeuwden en gilden om er me- delijden mee te krijgen ep onbarmhartig ran selden zij daarbij op hun levenmakende klop jacht instrumenten; zij. moesten nu welhaast zichtbaar worden, dacht ik, zóó van nabij hoor de ik het leven. Ik kon zelfs de verschillende stemmen en de hoogere of lagere „o"s en „a"s der verschillende drijvers reeds onderscheiden, doch te zien kreeg ik niets, hoe ik mij ook in spande! Geen mensch, geen hond en geen zwijn vertoonde zich binnen mijn gezichtskring. Ook van mijn andere tochtgenooten hoorde ik geen schot vallen; zij waren blijkbaar even onfor tuinlijk als ik. De drijvers maakten, aan het geluid te oordeelen, een omtrekkende beweging en na nog een halfuurtje geduldig afgewacht te hebben, ging ik maar weer kalm zitten; doch ik kon een gevoel van teleurstelling niet onder drukken; zou het nu wéér niets opleveren? Zou ik 'nil wéér met ledige handen aan boord terug moeten komen? En dal, terwijl ik, op mijn nieu wen kennis vertrouwende, had opgesneden, dat ik nu wel voor fijne karbonaden zou zorgen! DaaT zat ik nu! Terwijl ik zoo min of meer wrevelig zat to peinzen, hoorde ik in de alang-alang achter mij beweging en onmiddellijk stond ik weer gereed, don vinger aan den trekker; ik hoorde duidelijk het op-zijdc-duwen van de alang-alang en het kwam mij voor, dat het geluid zioh in mijn rich ting voortplantte. Daar klonk een stem: „Toe- wan, toe wan!" en bleek het een inlander te zijn, die mij zocht en mij namens mijn heide ken nissen kwam uitnoodigen bij hen te komen zitten en een stukje te eten. Ik volgde mijn zwijgzamen gids en trof mijn tochtgenooten aan op een be schaduwd plekje zittende, do geweren tegeneen boom gezet en met dezelfdo teleurstelling op het gelaat als zich bij mij moet hebben geopen baard. De drijfjacht had niets opgeleverd, zeer legen hun verwachtingen in. Er was niets aan te doen; het beste was maar kalm te berusten en bet een volgenden keer te herhalen. Onze inlander klom in een klapperboom, sneed eeni ge jonge klappers af, die met doffen slag op de vochtige aarde vielen en met welker heerlijke Mappermelk wij onzen dorst leschten. Zoo za ten wij nog wat-na te keuvelen over de moge lijke oorzaken van onzen tegenspoed, toen de „Kapalla-Kampong" ademloos kwam aanhollen roepende: „Een hert! Een hert!" Hij had een hert gezien! Of wij meegingen om het na te zetten! Nu, dat behoefde hij geen tweemalen te vragen en in minder dan geen tijd waren wij hem nagesneld in de richting van den bergtop; steeds hooger klommen wij, af en toe halsbre kende toeren makende door over omgevallen boomen en over boomwortels, die gedeeltelijk langs en over diepe ravijnkloven lagen of hin gen, to klauteren, waarbij telkens onze gewe ren, die over onzo schouders hingen, ten eindo bij het klimmen de handen vrij te hebben, aan de lage takken bleven haken. Geen rust gun den wij ons, want telkens weee onze gids op de rersche sporen van het hert, hetwelk nog geen vijf minuten te voren daar moest zijn gepas seerd!^ Wij hebben als gekken gehold, vooral wanneer wij weder een soort pad onder onze voeten hadden, tot wij eindelijk cm ongeveer tweo uren het nuttelooze van zoo'n vervolging inzagen en besloten weder even le gaan ruston. Wij waren inmiddels op een hoogte van naar schatting 1500 Meter gekomen dn zochten vlug een heerlijk plokje uit om te rusten, oen zonnig plekje, waar wij beschut waren vcor den kou den wind; een voorzorgsmaatregel, die gebie dend was, omdat we doornat bezweet waren. Toen wij weer eenigermate op verhaal waren gokomen, was het hoog lijd om den terugwog' aan to nemen, wilden wij althans op een be hoorlijken tijd weder in do bewoonde wereld teritg zijn. Wij hebben ons toen, op voorstel van bet kamponghoofd, bij het afdalen wode.r over grooten afstand van elkander verdooia, omdat het niet onmogelijk zou zijn, dal sen on zer een zwijntje zou opschrikken,- die dan ©jp zijn vlucht door een der andere tochtgenoten „genomen" zou kunnen morden, doch ook dit loverde niets op en vol kwalijk bedwongen te leurstelling daalden wij verder af. Een fropisoh' regentje van een paar uur verhoogde onze stemming niet weinig en druipnat kwamen wij omstreeks eep uur of acht weder op den groe ten weg bij de kali, wat? wij afscheid van el kaar namen. Mijn leidsman putte zioh uit in verontschuldigingen over het micdukken van' den toch zoo veelbelovend en t«ht; op mijn vraag, hoe hij nü dezen tocht beschouwde, nu wij zelfs niet één varkentje medebrachten, kon hij niet anders dan ziju oprechte spijt ar over betuigen, doch het slot was, dat mijn col lega's aan boord ntsuwo reden hadden om zlöif vroolijk to maken over mijn jacht succes en dé kok zijn braadpannen maas weder zw: opber gen, die hij den heelon dag te vuur'bad gehoiv den, zooals hij beweerde! Ik heb hen mesa* iaten geksohcre/i, do:h toen zij de volgende week refds konden f muilen van een inderdaad door mij gescholen zwijn, waren zij de eersten, die mij even weJg?me?id felici teerden met dit miccesje, als zij or tot durverre den draak mede hadden gcstoJwo. Van dat tochtje hcop ik u oen volgenden keer eenige bijzonderheden te vertellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 6