SPORT. BUITENLAND, VOETBAL l>e Competitie-indeeliiijf. Is de indeeling der. competities steeds een belangrijke kwestie' geweest, dit jaar meer dan ooit vraagt zij de aandacht, door, het geharrewar tusschen de IA vereeni- gingen en den N. V*. LL Ieder, kent net geschilpunt: de N. V. B. wil vermenging, van West 1 A en 1 B en de A clubs wen- schen daaraan niet mee te doen. In „de Spert" geeft Wouterlcod v. Doesburg de 1 A'ers in overweging, zich op de alge meens vergadering te beroepen. Wij geloo- ven zeker, dat dit voor IA een succes zou zijn, want het overgroote deel van voet ballend Nederland wil zeker geen afschei ding van 1A. Intusschen hokt de compe- titie-indeeling in het Westen danig, is nog niet i-ekend in welke afdeeling de Leid sens ciuls spelen. Wi) zijn dit seizoen in net gelukkige bezit 'van zeker, één. misschien twee, zelfs drio derde klassers. L. F. O. speeit natuur lijk in de 3de klas van den N. V. B., ten zij ja, tenzij L. F. O. geen terrein kali vinden, want, naar wjj vernemen, zijn de geel-zwarten terreinloos. A. S. C. is ge doemd ook dit jaar, in de onderste lagen van den N. V. B. te spelen. In het belang van het Leidsche Voetbal zou het geweest zijn, indien het bondsbestuur A. S. O. twee deklasser had gelaten. De financieele zijde van het voetbaivraagsiuk neemt echter te veel de aandacht der heeren bondsbestuur- deren in beslag. Intusschen is het nog lang niet zeker, dat het eerste elftal van A, S. G. dit seizoen zal spelen. Hier meer dan elders is te constateeren de achternitgang van de voetbalsport onder de meergegoeden. De derde Leidsche derde klasser zon misschien het heropgerichte L. V. V. zijn, ten minstei indien zulks strookt, met de meeuir.g der, alwijze tondsbestuurderen. De L. V. B.-compeiities zijn nog niet in gedeeld, de deelname is echter zeer groot. Ingeschreven werd door D. L. V. I en II, D. S. V. I en II, U. V. S. I. II en III (het laatste elftal voorwaardelijk). Lugdn- nuri I, II en III tl. e. voorw.), L F. v. IT en HI (1. e. voorw.), A. S. O. II (voorw.), Teylingen I en II, L. _V. V. II (voorw.), Beresievn I, II en ID, Kweekschool I; aldus 20 elftallen tegen 11 in het vorigs seizoen. Do wedstrijden van Zondag 31 Auguetus schrijven wij Zondag en wij maken een begin aan het voetbalseizoen. Wri zijn nog niet op adem1 gekomen van het oude siezoen en reeds weer vraagt het sei zoen 19191920 de aandacht. Zocals elk jaar openen wij met de Zilveren Bal-wed strijden op het Sparta-Ierrein in Spangen. Hei programma is te uitgebreid, om ons aan een bespreking te wagen, to meer nog daar er al heel weinig van de verschillende elftallen valt te zeggen. Het bestuur van den Leidschen Voetbal- Bond heeft juist gezien, de animo een beetje vroeg gaande te maken. Dommelde het Leidsche voetbal andere jaren nog een beetje, tot eind Septembsr, reeds voor Zondag heeft de L. V. B. nu de Leidsche elftallen opgeroepen voor serie wedstrijden, en de animo is er. Laten wij hopen, dat het weer Zondag wil meewerken, en dat wij een massa' toeschouwers op het D. L. V.-terréin zullen zien. Om halféén be ginnen wjj met een waarschijnlijk zeer span nende ontmoeting tusschen D. S. V., de H. B. S.-Ciub en Lugdunum. Wie of de ster kere zal blijken, kunnen wij moeilijk zeggen; wij zagen geen van beide elftallen dit jaar, nog spelen. U. V. S.Teylingen zal de prestaties van het vorige seizoen in aan merking nemende, voor II. V. S. -zijn. Als derde wedstrijd staat A. S. C.L. V. V. op het program. Zijn voorspellingen altijd n.iu of meer gewaagd, een voorspelling roer dezen wedstrijd is onmogelijk. Immers èn van A. S. O. èn van L. V. V. zijn de elf tallen ons geheel onbekend. Tot slot L. F. C.D. L. V., waarbij de N. V. B.-clnb wel als overwinnaar uit den strj'd zal komen. Programma voor de seriewedstrrjdsu v. d. L. V. B. 12 30 uur: D. 8. V.Lugdunum, 1.30 uur: U. V. 3.Teylingen. 2.30 uur: A. S. O.D. L. V. 3.30 uur: h. F. C.—D. U V. KORFBAL. Wedstiijdprogramma voor Zendag. Dordrecht. Seriewedstrijden om den •ZJ.N.G.-kcrf. le Kende: O. S. C. E. II— Rozenburg; Dectos HT, O. V.; Dectos I Vit-sse (H.); Velos—A. L. O.; Fjuks0. C. R.; H. S. V.—Spartaan. Winnaars le ronde komen tegen elkaar in 'do 2de Ronde, terwijl de winnaars (tec 2e Rende een halve competitie spelen.- Amsterdam. Seriewedstrijden om den Zilveren D. V. V.-vaas. Voorronde: D. T. V.D. E. V.; Vitesse (L.)—D. E. D.; eind strijd tusschen de winnaars der voorronde. Overzicht. Hoewel de zomersporten nog niet hebben aigeda'an. wordt het bruine monster alweer aan t rollen gebracht. Zoowel korfbal als voetbal zullen de verjaardag onzer Koningin \r, ren met wedstrijden.: Het korfbalseizoen begint met een viertal seriewedstrrjden. Be halve de hier boven genoemden geven E.K. 'C.A. en Voorwaarts nog hun medaille-wed- strrj 1. n, maar waarover we niet zullen uitwij- d O, da3r ze voor. de Leidenaars toch vau geen b.elang zijn. Fluks moet, als houdster van den korf, dezen te Dordrecht verdedigen. Verleden jaar verregenden deze wedstrijden, zoodat Fluks' kans, de korf voor goed in haar bezit te krijgen, verspeeld werd. Of ze nu den korf wser mee terugneemt, valt te betwijfelen, want het twaalftal van verleden jaar heeft zij niet meer. De ploeg die toch al zoo ver zwakt is, moet dcor vaeantieomstandigheden, nog met 2 invallers(ster) uitkomen, waardoor we helaas genoodzaakt zjjn haar geen succes te kunnen voorspellen. Tegen O.S.C.B. zou nog gewonnen kannen woiden. maar in de tweede rende, zal zij het tegen H, S. Vv dat naar ons ter oore is gekomen zeer versterkt is, moeten aflegger, Fluksers' laat de nederlaag zoo- eervol mo gelijk worden. Van het andere Leidsche team kunnen we meer verwachten. Om echter de lange DJE.D.ers te verslaan, is geen kleinigheid. Wij zullen hopen, dat haar trouwe oefeningen een succes teweeg zullen brengen. Zij maakt dan zeker.een kans den zilveren vaas weer mee naar huis te nemen. Deze wedstrijden zijn hoofdzakelijk voor de No?. 1 en 2 dei- eerste klasse. Daar echter Vitesse (L.) houd ster was, moest O.S.C.R. afvallen, terwijl Fluks, dat ook uitgenoodigd was, niet mee kan doen om bovenvermelde reden, In haar ïlaats is nu D, E. D. uitgenoodigd. Daar wjjj de sterkte der Amsterdammers nog niet ken nen, kunnen we niet gissen, wie van de eerste twee schoolclubs in den eindstrijd komen. De A. N. W -E. Aan het jaarverslag, van de A. N. W.-B. hedenmiddag in de alg. vergadering uitge bracht. ontieenen we het volgende: In het tijdvak van 1 November 1918 tot 1 Augustus 1919 traden 5657 nieuwe leden toe zoodat het ledental thans ruim 47.200 heer aagt, waarvan 1223 voor het loven. In het afgeloopen jaar werden 340 weg wijzers vernieuwd en 50 bijgeplaatst. Tha.ns zijn er in 't geheel ruim 2800, In ile jacht- naren van Aalsmeer werd voor Ï1000 aan deel genomen. Uitgegeven werd een gewijzigde herdruk van „De regels van den weg." Hiervan ziijn reeds 45.000- exemplaren verspreid. Eindelijk nog kwam in hc-t najaar 1918 Net, 57 der reeks kaarten op 't gebied van watertoerisme gereed, n.l. een op schaal 1:50000 uitgevoerde kaart van de 'Zuid-Hol- ibj-dsche meren en de Loosdreclitsohe plas sen met omstreken. De ontvangsten uit contributie bedroegen voer 1919 £180.000, aanmerkelijk meel, dan geraamd was, De biologie van dén oorlog. Prof. Nieolai, de Duitsche geleerde', die zijn meaning als heftig tegenstander van den oorlog niet onder stoelen of banken wenschte ie steken en daarom1 door het „oude regiem'' in Duitschland op alle mogelijke manieren tegengewerkt, gesard en 'vernederd w^rd, ten slotte de grond in Duitschland zoo warnï ender de voeten werd gemaakt, dat hij per vliegmachine uit Berlijn naar Denemarken vluchtte heeft b^j Orell Füssli te Züricn een „Biologie des Krieges" in het licht ge geven, waarin hij "den oorlog vaai natuur wetenschappelijk standpunt beschouwt. De oorlog is een factor in de ontwikkeling, der menschheid, die" moet verdwijnen, even als een eind is gemaakt aan kannibalisme en slavernij. De tijd is gekomen, dat Europa! als een eenheid moet optreden, ten eind'? zijn grond, zijn bewoners en zijn cultuur, te beschermen. Dc zucht om' oorlog te voeren zit het volk in 't bloed als een latent instinct: wamneer, zijn tijd is aangebroken komt het voor den dag. Juist de- universaliteit van het oorlogs- enthousiasme bewijst, dat het een instinct is, den mensch aangeboden en steeds bereid om te voorschijn te treden. Doch een instinct heeft slechts nut zoolang er, geen verande-i ring komt in het milieu. En de menschen hebben den plicht hun gewoonten bij dei veranderde levensvoorwaarden aan le passan en die instincten uit te roeien, die niet mesr bij de nieuwe toestanden behooren. Kan een dierenra? zich niet aanpassen, kan het dus zijn instincten niet bedwingen, dan gaat fiet ba gronde. De vraag ligt voor, de hand of nu ook de mensch, omdat hij zich niet wilde ver anderen, te gronde moet gaan. Elke oorlog heeft, in zoover hij een prac- tisch gevolg kan hebben en niet geheel en al overbodig is. noodzakelijk de slavernij voör een deel der menschheid tot gevolg gehad. Zoo was de oorlog ook slechts zóó lang gerechtigd als men zich bevoegd achtte cm van den overwonnene in den een of anderen vorm1 slavendiensten te: eischen en derhalve is de oorlog slechts doelmatig zoo lang men in staat is deze slavendiensten af te dwingen. Het is absoluut onjuist en een gelief koosde logische drogreden om strijd syno niem te verklaren met oorlog. De strgd om het bestaan mag geen strijd tegen het be staan zijn, zooals de oorlog is. De mensch strjjdt voor voedsel, voor betere levensvoor waarden en omi zich wat levensgenot te verschaffen. Evenals Faust wil de mensch steeds Neuland" verwerven. Doch het is in de eerste plaats een geestelijk, een eultu- ieCx Neuland, waarnaar hij streeft.; Waar Neuland veroverd wordt, is de strijd zinvol, ltvenver wekkend en goed, waar, echter slechts het) doel, is orn anderen iets te ontnemen is hij leven-dood end, zinneloos en slecht. De mensrhheid heeft thans tot taak den sche]>- penden strijd in de plaats te stellen van den ve rn i etigin gsst r ij d* Dc lofredenaars van den oorlog hebben dezen steeds beschouwd als de zeef, die de flinken van de zwakkelingen scheidt» Deze opvatting had ongetwijfeld reden van bestaan in den tijd, toen de oorlog uit een aantal tweegevechten bestond en de over winnaar zijn overwinning enkel en alleen dankte aan zijn persoonlijke dap'psrheid en Üinkheid. Doch thans is de schifting nega-, tief geworden en maken de regelen van den modernen oorlog elk biologisch nut van den krijg onmogelijk* Terwijl de jonge, dappere en sterke mannen op het slagveld vernie tigd worden, kan de zwakkeling, dö minder waardige thuis blijven.; Men kan aannemen, dat van de gezonde helft der bevolking op zijn minst 25 pCt» valt of voor het leven verminkt blijft. Daar de laatsten van nu af tot de minderwaardigen moeten worden gerekend, wordt het over- wicht Yan dezen weer vergroot.; Misschien nog erger is, dat de thuisgebleven zwakke of minderwaardige liellt der bevolking door den oorlog bijzonder groote en blijvende \ocidoelen krijgt- Da niet-dieustplichtige ad vocaat, arts of koopman behoeft niet a priori minderwaardig te zijn. Doch ook wanneer hij het wel is, komen de cliënten der sterken en Hinken, die in het leger dienen, vanzelf brj hem, Na den oorlog moet in het onder houd van de oorlogsweezen en -weduwen van de verminkten worden voorzien* Ook! deze last wordt op de schouders van den gezonden arbeider der toekomst gelegd. Maar er zijn nog belangrijker factoren bij de ne^ gafcieve schifting: ook onder de soldaten houdt de dood niet klakkeloos huis* In den O' ikg worden natuurlijk de dappere en fliu- ke menschen voor de moeilijkste en dus" gevaarlijkste opdrachten aangewezen en daar om ook in groobere mate gedecimeerd. Kort om. wanneer de oorlog langt genoeg duurde, zou hij geheel automatisch bewerken, dat heb oorlogvoerende volk ten slotte alleen uit minderwaardige elementen bestond. En dan nog iets. Het thuisblijvende, zwakke en ziekelijke deel der mannelijke bevolking brengt de komende generatie voort en wel bij elk volk, welks troepen in het vijande lijke land staan, dat dus voorbestemd schijnt to zijn om als overwinnaar uit den strijd te treden, bijna zonder uitzondering, terwijl bij het andere volk, in welks land de vijand staair, althans een niet onaanzienlijk percen tage der nieuwgeborenen door het flinke en krachtige veld-ras verwekt wordt.- De oorlog is derhalve geen versterkings middel, doch een verzwakkingsmiddeL Afgezien van deze zuiver physieke ver zwakking der oorlogvoerende volken, heeft de ocrlog ook een gbcoten moreelen in- vici-d, dien men als ongunstig moet boeken* Hg geeft aanleiding tot hoon en laster, werkt haat en leugen in de hand* Hij ver zwakt het verantwoordelijkheidsgevoel, hiji versterkt alle elementen in den mensch, die den voortgang der beschaving tegen houden. En toppunt van alles, de oorlog veiv andtrfc niets aan de iuniverseele wet van riet recht* Innerlijke" volkskracht en onaan tastbaar recht hebben altijd, alle wapen- successen ten spijt, deu palm der overwin ning weggedragen. Een dier, universeels wet ten van het recht is. dat geen enkel land op den duur grooter kan zgu dan zijn volk is* En een andere; de krachtige en Hinke heeft geen zwaard noodig', alleen do zwakke en domme* Alle lnchtkasteelen van. wereldrij ken zijn in elkaar gestort eenvoudig omdat zij In elkaar moesten storten. Geen individu of staat kan boven de maat van het moge lijke uitgroeien. Nieolai beschouwt den oor- loc als den vijand van het recht, van den arbeid, van den vooruitgang en zc-en uitvos- nc toont hij aan. dat de oorlog 0*3! elk ge- bif a slechts kwaad sticht en dat al hc-t goede, dat men aan hem prijst, slechts een logi sche dwaling is. D o is in korte trekken de inhoud van ïTiC-olai's werk, volgens de „N* R. Ct." dat' op wetenschappelijke wijze oorlog tracht te voeren tegen den oorlog* Gebruiken u»t donker Aziö, Een buitengewoon correspondent van de „Times" heeft ccn reis gemaakt door een groot gedeelte van Centraal-Azic, en doet daarvan een verhaal, wai.-uiui heb \oI- gende is ontleend: ,,Ik had. een feilen, kleinen duivel bij mij, een man van omstreeks 45 jaar, van wien ik een der dialecten der streek wilde lceren. Zijn onderwijs had niet plaats volgens te kende methode der paedadogic, maar het bestond en dus wel zoo belangwekkend uit een aaneengeschakeld verhaal van zijn eigen leven. Hij had een broeder gehad, die hüm een kleine nalatenschap met spitsvondige toe passing der landswetten afhandig had weten te maken. Eu zoo plaatste bij op een nacht vTouw en kind op hun eonigen kameel, na. het dier met dadels en een waterzak te hebber, beladen, en verborg zich in een null ah, niet ver van hun kamp. Daarop kroop hij naar zijns broeders tent, vond hem slapende, en sloeg hem met- een Memo bijl en zijn kort zwaard het hcofd af. IJij beschreef mij, tot in de kleinste bijzonder heden, het geheel© voorval, boe bij in do duisternis voortkroop op banden en voeten hoe stil het in het kamp was, en hoe liet bloed over zijn handen stroomde Toen de daad begaan was, ijlde hij weg, maakte den kameel los en vluchtte. Dag en nacht voortrijdend, stak hij do Sulaman Bergen over, totdat hij veilig Sind bereikt had. Daarop deed hij mij hot verhaal van oen gebeurtenis, die na een huwelijksnacht plaats vond. Twee broeders hadden naar de hand van een meisje gedongen en de teleur gestelde minnaar vermoordde zijn rivaal des nachts. Daarop werd hij voor den JRaad der Ouden en heit Stamhoofd gebracht. De ze laatste, die op zijn manier een weinig rechtsgeleerde schijnt te zijn geweest, oor deelde, dat er geen openbaar nadeel was aangericht', maar dbt de weduwe de ecnige lijdende partij wa-s en dat zij doen kon wat zij hot beat achtte. Het meisje begaf zich onmiddellijk naar den gevangene, verzocht hem, met bet gelaat naar Mekka gekeerd, neer te knielen trok een scherp mes, en sneed hem, ten aanschouv/o van do vergadering, de keel af. Het gebeurde eens, dat een jonge man een meisje huwde, dat hij vurig liefhad. Maar hij was arm en liet haar achter in dc hocdo ecner tante, om naar Seistan te gaan en te trachten, daar als landarbeider geld to ver ciienen. Maar, zoodra hij heen was gegaan, verried do oudo vrouw hem en bracht een trooster in de hut van het jonge vrouwtje. Na haar val zocht de overspelige haar ouden grootvader op cn verzocht hem, haar naar de gebruiken van den stam. het- hoofd af te snijden, daar zij de eer van haar echt genoot bezoedeld bad. De oud© was blind, maar de jonge vrouw bestuurde zelf zijn hund met het- mes er. binnen enkele minu- ten'lag zij onthoofd in zijn tent. Daarna kroop de grijsaard, ziedend van seniele woede, maar sluw als een jakhals, uit zijn tent en tastte zijn weg naar de hut van dc oude koppelaarster. Hij besloop haar in dc duisternis, die voor hem geen cluisterns was en hakt© baar hoofd af voofi zij geluid kon geven, waarna bij de tent van den verleider wist t© vinden eij^hem hetzelfde lot deed ondergaan. Deze en dergelijke verhalen deed mij deze half wilde man met de kinderlijke onschuld: van een knaap, die. over het plunderen van, een pereboom vertelt-, terwijl zijn felle, zwart© oogjes vurig schitteren, en zonder, liet geringst© schaamtegevoel. En clib wa< ren verhalen uit het dagelijksch leven in die verre, verre streken van Azië, die rei< ken tot aan het Poolijs in het Noorden". De Joodschc pogroms in de Oekraïne De „Slowe Polskie" bevat het verhaal van een ooggetuige over don massamoord, aangericht on der de Joodsche bevolking tan Proskurow; wij ontieenen er eenige treffende gedeelten "aan. Den löden Februari omsingelden detaeliemen-i ten van de Oekrainsche brigade tan den hetmau. Petljoera de stad en openden een concentrisch vuur van veldstukken, mitraillours en karabijnen. Tegen den middag hield de beschieting op, zij werd gevolgd door een onheilspellende stilte, de stad scheen uitgestorven. Do leden van het plaatselijk bolsjewistisch be* stuur hadden heimelijk de stad verlaten, mee- rendeefs naar Winnica, zinderen hadden hun heil gezocht door de vlucht naar omliggende dorpen, of velden. De opgerukte troepen makon zich ge-: reed om wraak to nemen wegens do holsjewis- lisoho stemming. In de pas door het regiment van den Oekrainschen hetman Semessenko be-^ zette kazerne wordt een verschrikkelijke kastij ding voorbereid, die echter niet gericht zal zijn tegen de ware schuldigen, die gevlucht zijn, maar op'de geheele Joodsche bevolking. Volgens het gegeven bevel, moesten daarbij geen patronen vermorst worden, n oest aan niemand gonado gegeven worden, mocht niet geplunderd worden.- Aan de soldaten word cocaine uitgedeeld om zo ongevoeliger te maken bij bet volvoeren van do beestachligo taak. Om 2 uur n.m. gaat het detachement van 200 man, aangevoerd door officieren en tot de tan-! deu gewapend naar 't midden der stad. ?t Was voorafgegaan door Lerbden patrouilles, die aan do zeldzame voorbijgangers opdroegen zich in hun huizen op te sluileD, want er zou een ver schrikkelijk gevecht volgen. De soldaten, in ge lederen van vieren, zonger krijgsliederen. In de hoofdstraten van do stad. gekomen drongen zij, volgons do ontvangen bevelen, groepsgewijze in de particuliere huizen. Stil, zonder leven te maken, gingen zij binnen. Maar weldra hoorde men doordringende kreten en goween, gekerm en gereutel telkens spoedig onderdrukt door 'de bekwame moordenaarshand. Do met bloed bezoedelde beulen melden het aan hun superieuren, waarbij dit gesprek werd opge vangen: „Wij zijn klaar, vadertje'. „Allen?" „Wel zeker!'* „Uitstekend!" Die afschuwelijke stoet ging1 stelselmatig van! siroat tot straat, van huis tot huis, zonder druk-* te, somber, al meer en meer bobloed. Niet allo huizen in de Jodenwijk waren ccli- ter uitsluitend door Israëlieten bewoond, tocE werd in dit opzicht geen vergissing begaan. En kele malen vertoonden zich verbijsterde bleek'e gezichten van Chris ten-vrouwen, die stamelend verzekerden, dat zich bij haar geen Joden be vonden. Met een: „wij zoeken slechts Joden- werd do deur dan dicht geslagen, en de vreemde gestalten, moestal met geschoren hoofden, waar-: op al'Ieon de lange pluk haar, of met de grooto' mutsen, waarop do Oekrainsche cocarde, trokken langzaam af om hun bloedig bedrijf verder to vervolgen. Joden, welke aan deze slachting ontkomen zijn, doordien zo voor dood waren blijven liggen, hebw ben mij later de toedracht van dezo vevsohrik-i kolijke moordvoltrekking medegedeeld. Bowust van het onheid, dat hun wachtte, wan ren do gezinnen veelal samengedrongen om een! tafel in hun sabathkleeding; kaarsen waren aan gestoken, gebeden werden opgezegd. Geen tranen' geon zuchten verrieden de hevige ontroering, die bedwongen werd door een fatalistische gela-; lenheid, gestoord door de kolfslagen, waarmedd dc beulen do deur insloegen. „Bereidt u tot' heengaan" werd hun toegevoegd en een halve minuut daarna begon 't afschuwelijke werk', kort en in stilte. FAILLISSEMENTEN. F. cn C. Notei'mans, kooplieden. Noorj beek. G. J. Schraven, schilder, 's-Gravenhago.i W. Lummerts, refcervc-lui&enant, Rot terdam. P. Stoppelenburg, koopman, te Berken-< woud© scbicn uren lang en eindelijk dit laatste. Doch neenne.n was ten slotte niets we dervaren had h.j «al dat spookachtige dan gedroomd Was hij misschienNeen, n-icn, hij werd niet krankzinnig, al pijnigde hem zijn hoofd ook nog zoo gruwelijk. Hij* was, cchra aar waarom was hij dan nu hier Lydia! Opeens wist hij »weer alles. Opeens kwam zijn dochter hem weer voor den geest, zijn aangebeden kind, dat zwaar ziek lag. Om Lydia racete hij immers zoo snel door de lar.denMaar nu mocht hij ook geen lijd verliezen. Had Kj nu maar zijn chauffeurHij had er toch een gehad..* hoe was ook weer zijn naam ..Johnschreeuwde Sille-rton voor den darden keer, cïoch hij zag slechts een stuk je weg voor zich, d'at eloor dc lantaarns verlicht was. Verder was alles donker. Achter hem weerklonk echter een ant woord „Hier is hij, moncer". Een diepe stem, to gelijk hoonend, en on derdanig, had gesproken. Sillerton gaf een Jcrcet, keek om zich. frujar niets was er to zien. „Fier is John, meneer", weerklonk het nogmaals van het vóórstuk van den wa gen. Daar mg Sillerton John staan en naast hem een andere man, eveneens in een don kere jas gehuld. Zag bij good, had die* an dere een zwart- gezicht? Een neger.? „Hallo 1 Waar kom jij vandaan?" „Meneer, ik was er bij, toen u de oude vrouw hebt overreden; ik lag in de grep pel te slapen, toen ik dien vreeselijken gil hoordeik ben toen achter u aangeloopen „En wat is er gebeurd Hebben wij in derdaad een vrouw overreden? Is zij doocl V' „Neen, meneer. Zij zal niet dood zijn, want ik vond niemand op' die plek en zag geen bloed". ,,En toen?'- „Uw wagen raasde verder en vloog te gen ©en boom op en stond stil". „Is clat waar? Johnwat heb je? John zeg toch eens wat". De chauffeur stond stil, onbeweeglijk. De neger grinnikte. „John kan niet spreken, sir; hij heeft ziph bij den val uit den wagen wat ge kneusd". „Dus is alles dan tochHeb ik dus niet alles gedroomd? Vertel mo alles 1" „John is niet zwaar gekneusd. Hij heeft alleen maar zijn spraak verloren. Dat zal de schrik hem hebben gedaan. De wagen is weer in orde, dat hebben John en ik samen opgeknapt, terwijl u sliep",. ,„Tk sliep? Maar daar begrijp ik niets vanV Sillerton greep zich naar heb hoofd. „Ben ik gek?" kreet hij. „Vertel me, hoe laat i3 heb eigenlijk?" „Hert was prcuea mxkW nacht, toen dio oude vrouw hebt overreden, en nu is het halféén". „Kent ge den weg?" „Zeer goedbinnen een halfuur kimt ge ter plaatse zijn. Ik ken den allerkortsten weg. Mag ik u er heen brengen?" „Neen, neen," riep Sillerton angstig uit De zwarte kerel wekte bij hem achterdocht „John!" riep hij, John, hoe gaat het er mee? Kun je weer verder?" De chauffeur knikte vreemd-grijnzend. Zonder een woord te zeggen, stapte hij op de auto, waarin hij zijn plaats hernam met plechtig, langzaam gebaar. De neger vroeg opnieuw den weg te mogen wijzen, waarin Sillerton weerloos toestemde. 'Met-een vloog de auto in dolle vaart verder, ge stuurd met zekere hand. Sillerton voelde zich van al de emoties doodelijk vermoeid. Alles werd hem onver schillig, hij kon niet meerloodzwaar voel de zijn lichaam. Met wezenlooze oogen koek hij voor zich uit. In het brutale licht der lantaarns suis de de wagen voort-. John stuurde gelaten en bewoog zich nauwelijks, de neger daar entegen legde een wonderbaarlijke be weeglijkheid aan den dag. Hij blies onop houdelijk op den hoorn, terwijl spookach tige vlammen van alle kanten rondom den wageD uitschoten. Steeds hadden er ont ploffingen plaats, de een na do andere, ter wijl de donder, losbrak. Steeds sneller ook rolden de wielen, aldoor maar sneller. Dab was op bat laatst geen rijden meer; het werd vliegen gelijk. En ook werd ae land weg, voorheen verlaten, langzamerhand met menchen gevuld. Doordringend en SDijdend weerklonk zonder ophouden het hoornsign^ial, hoewel John zich niet be woog. En telkens stegen kreten omhoog. Een schuwgeworden paard rende de auto te gemoeb en werd vermorzeld, karren met huiswaarts keerende boeren werden aangereden, kantelden en werden verplet terd. Gruwelijk gilde de hoorn, gruwelij ker nog gilden de slachtoffers. En al maar door joeg de wagen vooruit, over nieuwe offers heen. Van uit de greppels ter zijde, stegen vreemde menschelijke gestalten om hoog; zij lachten en weenden, sprongen cn weken, liepen terug naar den wagen en rustten niet, voordat de raderen liaar ge grepen hadden En aldoor gilde de hoovn luid en snerpend. Sillerton aanschouwde dit alles. doch bleef onbeweeglijk zitten. Wel voelde hij, hoe heb zweet hem bij stroomen langs de leden droop, hoe zijn haren overeind ston den, leijn oogen uit de kassen puilden; maar zijn keel was toegeknepen, zijn han den en voeten waren als verlamd. In zijü hersenen hield hij één gedachte vast: jullie maakt me toch niet krankzinnig, jullie spook gebroed! En meteen trok er over zijn vertrokken gelaat de schaduw van een' hoonend lachje. Nu raasde de auto door een dorp; dat- hel verlicht was. Vlammen, die om hcfb rijtuig ronddansten, ijlden vooruit-, sloegen omhoog tot nun do daken, een brandende zee kleurde den hemel: kreten klonken op en muren stortten inéén. In den kerkto ren kringelde een vlammetje bloedrood om hoog, een kraken ontstond en meteen don derde de toren omlaag. Dc klok sloeg dreu nend écn slag. Toen sprong met gillenden lach dc neger van den wagen af cn ver dween in de gloedzee. Ook stond de chauf feur op. Hij trok "zich*de ldeeren van het lijf#en Sillerton aanschouwde een knokkeL hoop, een grijnzend gezicht met lecge oog holten. Opeens gaf de ontzetting hem kracht. Met een verschrikkelijkêh schreeuw sprong ook hij overeind -en wierp zich op het spook doch -dit viel in stof en SUherton zonk zinneloos op zijn bank terug Precies om één uur 's nachts stond d© automobiel voor het ^landhuis van Siller ton in Cavbane. Binnen, in huis, lag een jong meisje en blies den laatston adem uit, terwijl voor de poort de vader met den starren blik van den waanzin voor zich uit staarde 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 6