LEIDSCH m DAGBLAD. Dinsdag 19 Augustus 1919. Officiate Kennisgevingen- STAnsmiuws BINNENLAND FEUILLETON SflIÜT TH K®OP. PRIJS DER ADVERTENTIKNi fcö Dts. per legefc. Dea Zaterdags 40 Cts. pek1 rcgcL Eik-ima advertent 1811 Woensdag 75 'Ovü.j Zaterdag f 1,—"bij een maximum yautal \voordea van 30. Inoasso volgens post- iwefei. Voos: oven-tueele opzending vaa brieven ]G OttJ, porto te betalen. Bewijsnummer 50t& Bureau Ncordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PKIJS DEZES COÜBANT: Sfoot: Leiden p, S mni f2.10, p, week fOJfl Luiten Leiden, waar agenten ge vestigd zijn, pet week .js u u 0.13 Franco pet post .j. 2.D0 Nummer 18241. Bit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. NORMAftL-MARGARINEKAARTEN. De Burgemeester der Gemeente Leiden, brengt ter kennis aan de bezitters van normaai-marga- riivekaoiden van het 4e tijdvak dat vanaf Woens dag 20 Augustus a.s. een aanvang zal worden gomaskl met de uitreiking van de noTmaalmar- gariaekaarton van liet 5o tijdvak. Deze .niigifto zal geschieden uitsluitend op vertoon van de levensmiddelenkaart en alleen aan het Broodhureau Nïouwe-Rijii 22 van 's mor gens 012 en 's middags van 25 uur. N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. 'Leiden, 19 Augustus 1919, KOHIER DER PLAATSELIJKE DIRECTE BELASTING NAAR HET GNKOMEN. Burgemeester en Wethouders van Lolden brengen ter algemeen© konnis, dab hek 4e Suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belasting naar het inkomen dienst 1918 en 1919, is goedgekeurd, en, ingevolge art. 264 der gemeentewet, ter lezing is nedergelegd. N. C. DE GIJSELAAR, Burgomeester. VAN STRIJEN, Secretaris Leiden, 19 Auguskuc 1919. KOHIER DER PLAATSELIJKE DIRECTE BELASTING NAAR HET INKOMEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeone kennis, dak hek Na- vorderingskohier der Plaatselijke Directe Belasting naar het inkomen dienst 1917, is goedgekeurd, en, ingevolge art. 204 der Gemeentewet, ter lezing is nedergelegd. N C. DE GIJSELAAR. Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 19 Augustus 1919. Kamer van Küojiliande! en Fabrieken- Til (Slot.) Handel in koloniale wa ren,— Het jaar, waarin do oorlog ten einde liep, heeft zeer belommerend op dit bedrijf gewerkt, hoofdzakelijk als gevolg van do streng toegepaste en zich steeds uitbreidende - d i s t rib u ti e ma at r eg el enOok het- meer en meer verdwijnen van de markt van een groot aantalgangbaro en door het publiek st-eds gcwenschte. artikelen was oorzaak, dat de handel zeer beperkt was en zich voornamelijk bepaalde tot den verkoop van do zoogenaamde Regeerings- artikelen. Dat het bedrijf dus niet bepaald loonend was, behoeft zeker wel geen nader betoog. D i s t i 1 le e r d e r ij c n en han del in gedistilleerd. Het jaar 1918 had voor dc distilleerderijen een zeer Icalm 'verloop. Alio grondstoften kwa men in handen van het Centraal-Verkoop- bureau van teclinischen Spiritus en Gedis tilleerd te D~Lifc, dat, in samenwerking met den Bond 'van Distillateurs, on Likeursto kers, een vrijwillige distributie invoerde. Iedere distillateur werd bij diet- betrekken zijner grondstoffen gerantsoeneerd volgens een roaanctelijksch vastgesteld percentage van zijn nomaalverbruik onder verplich ting volgens dienzelfden maatstaf zijn cliënte o1 i var. het bewerkt product te voor zien De prijzen voor moutwijn eh spiritus be reikten een ongekende hoogte, zoodat zelfs in distributie voor deze artikelen resp. f 300 en f 121.80 moest worden betaald- Bierbrouwerij. Daar de eenige hier bestaande bierbrouwerij in 1918 opge heven werd, kan over dit bedrijf geen ver slag meer gegeven worden. Mineraalwater- en, limo- n a d e-b o d r ij v o n. Ondanks het weinig gunstige weer, is het jaar 1918 voor het limonadebedrijf gunstig geweest. Hier toe werkte mede de 6chaarsckte aan cQn- sumptiemid'd-elen als thee, koffie, cacao, enz. en do minder goede hoedanigheid van 'liet bier. Daar gedurende het seizoen 1918 do suiker, hoewel zij niet tot ieder kwan tum geleverd werd, toch nog niet gedistri bueerd was, was er voldoende van deze grondstof te verkrijgen en behoefde men dë produotie dus niet te beperken. v$ i g a r e ni n d u s t r i e. Zooals bij kans allo takken 'van nijverheid bereikten in hot laatste oorlogsjaar 1918 ook voor de sigarenindustri© do moeilijkheden en belemmeringen wel baar toppunt. In de eerste plaats stond dit jaar voor de industrie in het teeken der Regëorings- bemoeiing en het dient gezegd te worden, dat do fabrikanten zonder uitzondering j zeer slecht to spreken zijn over de maat regelen, waarmede men van officieele zijde zonder ophouden deze nijverheid heeft be moeilijkt, door draconische verbodsbepa lingen van allerlei aard de expansie- heeft belet en ten slotte zonder noodzaak den export, die groote voilighcidskleop voor deze vadorlandsche industrie, door onoor deelkundig gedoe van crisisambtenaren heeft genekt. Gr r o e n t n t e c 1 t, landbouw on veeteelt. Do groente ntcolt in 1918 was zeer loonend. Do oorzaak hiervan is we-1 in hoofdzaak, dat het Centraal- I Bureau voor Groentenveilingen in Neder land, dat daartoe de macht had, de prijzen dër groenten, wat betreft het buitenlandsch gedeelo, zoo hoog stelde, "dat bij den voor- deeligen groenfcenoogst van 1918 de resul taten uiterst bevredigend moesten zijn, niettegenstaande de prijzen van mest cn de arbeidsloono.n en landhuur abnormaal 1 hoog waren. De groenenteelt in Leiden en omstreken word nog weer uitgebreid, wat blijkt uit de i volgende cijfers, betreffende de Leidscho I Groentenveiling. I De omzet wa-s in 1918 in totaal j f 1,27*2,130.73. De omzet in 1917 bedroeg f 1,073,794.63. Het omzetcijfer steeg dus met f 198,336.10. De cijfers bewegen zich nog altijd in stij gende lijn. Hoe dit zal zijn in 1919, is een open vraag, maar als niet alle voorteekenen bedriegen, kan het wel zijn, dat de naaste toekomst voor. de groententeelt niet schit terend zal zijn. (Wij vermoeden, dat deze profetie door dë feiten niét bevestigd zijn. De groenten- teelt floreert ook nu nog. Red.) I Vee t' e e 1 t. Het vette vee, zoowel 1 als het melkvee, bracht abnormaal hooge prijzen op de melkprijzen bereikten ook j een ongekende hoogte. Gebrek aan kraebtvoeder vyas echter een j zeer groote factor, en wat er nog te krijgen was, was zóó hoog in prijs, dat dienten gevolge een zeer groot deel van de ge- j maakte winst weer verloren ging. De varkensmesterij stond ongeveer stil, omdat er bijna geen geschikt krachtvoer te i krijgen was. Mond- en klauwzeer kwam weer veel meer I voor dan in 1917, voor al in het najaar. Ge lukkig droeg het over het algemeen geen kwaadaardig karakter. De aanvoer op do Leidscho Veemarkt be droeg in 1918 beduidend minder dan in 1917, hetgeen in hoofdzaak te wijten was aan het weinige vette vee, dat nog voor- banden was. In 't laatst van 1917 was toch rijp en groen voor de slacht opgeruimd en voer om te mesten was er bijna niet. Waar o.a. in 1917 nog 2460 vette kalveren ter markt kwamen, bedroeg dit aantal in 1918 slechts 354 on een dergelijke vermindering kwam voor bij de vette koeien, schapen en varkens. Wegens totaal gebrek aan aan voer werd de bediening der vette varkens- j markt van -af 19 Maart 1918 zelfs gestaakt en bleef deze markt verder bet gekcele jaar gesloten. In begin 1918 was bet vette vee dan ook zóó schaarsch, dab er voor dë nog spora disch aanwezige vette koeien prijzen wer den besteed vaii f 900 tob f 1100. Vette scha pen brachten nog van f 60 tot f 100 op, ter wijl er in die dagen zelfs slachtgeitcn en gesneden bokken werden verkocht voor do nooit gehoorde prijzen van f.100 tot f 200 per stuk. Bloembollenteelt. Het bloembollenbedrijf kon in 1918 niet genoemd wordlen een loonend bedrijf. De bollen wa ren over het. algemeen riieb best gegroeid, zoodat er niet veel leverbare bollen be schikbaar waren voor het buitenland. Niet tegenstaande den nog steeds heerscbcnden oorlogstoestand, kon er toch een tamelijk deel bollen geplaatst worden in heb buiten land, vooral in Scandinavië en Amerika (Engeland bleef gesloten)maar do booge bedrijfskosten on de betrekkelijk nog lage "verkoopsprijzen waren oorzaak, dat de resultaten niet zoo gunstig waren. Do algemeone verwachting evenwel is, dat de naaste toekomst in verband met den vrede veel beter zal zijn. Alen verwacht zelf3 een zeer sterken opbloei van dit bedrijf. Wat de vaste planten, als paoenia, enz. betreft, staat dei zaak iets anders. Ten ge volge van het dreigen van Amerika met een invoerverbod van vaste planten, wordt ernstig gevreesd, dat, wanneer dit verbod doorgaat, die teelt, die in en om Leiden nogal sterk voorkomt, zeer zwaar getroffen zal worden. Er worden echter pogingen in feèfc werk gesteld om alsnog de Amerikannsolie regee ring van dit heilloos voornemen "af to brengen. D r u k k e r ij en- Le uitkomsten, die het afgeloopen jaar voor de drukkersen hier ter stede gaf, zijn nogal uiteenloopend. Het meerendeel der bedrijven l^od nog onder de oorlogsomstandigheden. Dit zal blijven voortduren, totdat de bloembollen en boomkweekerijen weer in volle bedrijf zijn. De zeer belangrijke loonsveriioogingen, diö in 1918 aan het personeel gegeven wer den, veroorzaakten een belangrijke stijging der drukprrjzen. Werklopskeeid kwam niet veel voor, doch iets meer dan het vorige jaar. Geld- en Effectenhandel. De plaats der Banken in het economison verkeer is in de vier oorlogsjaren buitongewoon veel belangrijker geworden. Deels wordt dit ver oorzaakt door het omvangrijk beroep, dat voor allerlei emissies telkens en telkens weer op de geldmarkt moet worde gedaan, waarbij de Banken uit den aard der zaak de bemiddelende rol spelen; deels ook door den opbloei van tal van ondernemingen met de. daarmede .gepaard gaande grooiere cre- dietbehoeifce, en eindelijk door het stilliggen van bedrijven, waardoor het liquide gewor den Kapitaal vloeide naar de Bankinstel lingen. De concentratie in het Bankwezen hier te lande, waarop reeds meermalen in deze ver slagen werd gewezen, is wel is wanr reeds vóór den oorlog begonnen, doch zij wordt ten zeerste bevorderd door het belang" eenër krachtige positie in verband met de thans door de Banken op zich genomen taak. De ontwikkeling gaat in deze richting nog steeds verder, ook hier ter stede. Gasfabriek. De gevolgen van den oorlogstoestand deden zich ook dit jaar in sterke mate gevoelen. Dc aanvoer van Engelsche gaskolen -en van Amerikaansche gas olie stond vrijwel ge heel stil; terwijl die van Duitsche gaskolen zeer. onregelmatig was. Door de sterke stijging van de prijzen der gaskolen moesten de gasprrjzen wederom aan merkelijk worden verhoogd. De standaard prijs bedroeg op 1 Januari 18 cts., op 31 December 26 cts. per kub. M. Do nuttige gasaflevering bedroeg in 1917: 8,785,707 kub. M. en. steeg in 1918 tot 9,726,648 kub. M.; de vermeerdering be draagt dus ongeveer 10,7 pCt. Het aantal gasverbruikers in Leiden en 11 buitengemeenten bedroeg op 31 Decem ber 1917: 16,007; op, 31' December 1918: 13,374 of 14.75 pCt. meer. Electric it ei ts fabriek. De omzet der. Stedelijke Electriciteitsfabriok ïs in 1918 zeer sterk toegenomen, waartoe.de heerschende kolenschaarschte veel belaft me degewerkt; hij steeg van 7.173,560V2 K.W.U. in 1917 op 8,517,1761/s K.W.U. in 1918, zijnde een vermeerdering van ongev. 19 pCt. Ook het aantal aansluitingen nam' belang rijk toe. In de samenstelling de r Kamer. om hiermede ons verslag te eindigen kwam dit jaar geen wijziging. De met 1 Januari 1919 aan de beurt van aftreding zijnde leden, de heeren Bots, Mulder, Pera en Smits, werden herkozen en namen hun herbenoeming aan. De Kamer was alzoo bj hot einde des jaars samengesteld als volgt: W. Pera. Voorzitter; J. Heringa, Vice-Voor- zitter; Arnold L. Smits, G. Boon, H. Vroom, A. Mulder, F. M. A. Pieck, J. Bots en P. A. de Gooyer. Als secretaris fungeerde mt. dr. O. W. van der Pot Bz. De Kamer hield in den loop van het jaar zeven vergaderingen, en wel op 15 Januari, 5. Maart,. 28 Mei, 25 Juni, 20 August ui, 26 November en 6 December. Dc altredende Raad zal onzen burgemees ter jhr. air. dr N. G. de Gij-selaar en mevrouw De Gijsolaar oen diner aanbieden ojj Donderdag 28 Augustus in het café-restaurant ;,In dén Ver gulden Turk." Alhier is in het ïïöpltal vallen op 77-jari- genleèftijd overleden clr D. R. Thierry, oud- leoraar in do wis- en natuurkunde bij liet mid delbaar onderwijs te 's-Gravenhage. Met den verkoop van loten voor de verlo ting van een paslei van den Leidscken schilder KesJer, cn ten behoove van de verpleging van een tuberculeus meisje, welke schilderij bij de firma Sala is tentoongesteld, gaat bet nog niet naar wensch. De claiu.es kregen voor den ter mijn van. verkoop van B. en W. verlenging tot 15 September cn de loten zijn tot dien datum i alsnog verkrijgbaar bij de firma Sala. Wie een goed werk wil doen en tegelijk een kansje wil hebben op liet bezit van een kunstwerk, bevel/| wij dezo verloting aam Gisteren heoft dë politie eenige brooden, afkomstig uil België, die buiten de distributie orn, waren verkocht, in beslag genomen. Er wordt tegenwoordig, zooals wij reeds meld- j den, uit België in de Zuidelijke provinciën nogal I veel brood ingevoerd. Dit brood is van zuiver i bloem gebakken eu valt er Wel in den- smaak, ook al wordt bet iets duurder verkocht. Een Leidenaar, zoo pas uit Brabant gekomen, had een honderdtal brooden meegenomen, om j te probeeren of dit brood er hier ook in wilde i Gebiklp dit, dan zou hij meer brooden laten kc- mem Hoewel het brood hier oudbakken aan- I kwam, vond het nog al koopers. De politie heeft i echter eenige brooden in beslag genomen en den verkoop buiten de distributie verder verboden. Gister namiddag, omstreeks vier uren, geraakten in de Oranjegracht alhier twee i kinderen te water. De heer Th. Zitman, timmerman en aannemer alhier, zag van uit zijn werkplaats heb ongeval, sprong geklèed te water en kon beide drenkelingen, waar van de één reeds in zinkenden toestand ver keerde. behouden op het droge brengen. Da heer Z. heeft reeds menigmaal met gevaar voor eigen leven drenkelingen gered. Gi3te cnamiddag speelde aan den Oude Vest- do tienjarige knaap J. L., wonende in de Janvossensteeg, met een sportwagen. Een spaak geraakte uit het wiel én drong met een scherpe punt in het dijbeen van den jongen door, ten gevolge waarvan een hevige bloeding ontstond. In de apotheek van ,,Hulp dër Menschheid" binnen gedra gen, verleende dr. Yan der Horst de eerste geneeskundige hulp. Het bleek d'at door heb ijzeren voorwerp een slagader was ge troffen. Dr. Yan der Horst aohtto.het ge val zoo ernstig, dat hij opneming in het Academisch Ziekenhuis noodig oordeelde. Op het z.g. Zwarte Laantje bij de "Gasfabriek liepen gisteravond eenige scha pen onbeheerd, terwijl er juist een kolen- trein naar de Gasfabriek kwam aanrijden. Eén der schapen werd middendoor gere den en een ander werd een poot afgereden. Ook dit dier moest worden afgemaakt. De Icger-umforme». Bij Kon. besluit zijn dë volgende tenuen voor het leger vast gesteld Yoor alle hoofd- en subalterne officieren, onderofficieren en minderen. Da-gel ij ksche tenue, bestaan de uit: veldjas c.q. overkleeding. Onbere- denenkorte pantalon met beenwinclsels (c.q. beenstukken). Beredenen rijbroek met beenstukken. Kcpi van grijs laken, Sohooisel. V e 1 d-t o n u c, gelijk aan de dagelijk- sche tenue, bovendien de wapenen en uit rustingsstukken voor heb betrokken wa pen (dienstvak) voorgeschreven. Cacalcrie en rijdende-artillerie de kolbak in p-laats van de kepi. Voor lioofd- en subalterne officieren en onderofficieren, zoomede voor leerlingen van de Koninklijko Militaire Academie, de Cadettenschool on den Hoofdcursus. G e k i e e d e tenue gelijk aan de thans in do „Beschrijving der Uniformen, enz." vastgestelde „kleine tenue" en c e- r o m o n ie e 1 e tenue gelijk aan de thans in de „Beschrijving der Uniformen, enz." vastgestelde „groote-tenue". Het bezit van do tot de ceremonieele tenuen behoórende kleedingstukken, enz. is alleen verplichtend voor de beroeps-offi- qieren, behoorende tob den Generalen Staf, den Brigadéstaf Grenadiers en Ja gers, de Grenadiers, de Lagers, den Staf Cavalerie, de Rij- en Hoefsmidschool, do Regimenten Cavalerie, de Depot-s Cava- lorie, het Eskadron Ordonnansen en do Rijdende-Artillerie, zoomede voor de leer lingen van de Koninklijke Militaire Acade mie, dë Cadettenschool en dë Hoofdcursus en niet verplichtond voor do overige offi cieren en onderofficieren. De kleedingstukken van laatstgenoemdo tenuen mo^en worden afgedragen bij dien sten in de kazerno (z.g. kleine diensten) en bij diensten zonder troepenverband. Door de minderen van liet wapen dor cavalerie en van het korps rijdende-artil lerie zal in dagelijksche tenue worden ge dragen een kepi van grijs laken van het model als voor onderofficieren van bedoeld wapen of korps vastgesteld, doch met een kokarde van onderscheidenlijk wit en geel metaal. "Voorts is bepaald, dat de donkere uni form nog mag worden afgedragen tot 1 Ja nuari 1921. Spoorwegen en steenkolen. Naar "aanlei ding van klachten over de dienstregeling der Nederl Spoorwegen, deelt men ons van be voegde zijde het volgende mede: Wegens het tekort aan brandstoffen wordt van Regeeringswege bij iedere nieuwe dienst regeling vastgesteld, hoeveel duizend tón steenkolen maandelijks ?mn de spoorwegen zullen worden verstrekt, waaruit volgt, noe- veei reizigerstreinen dagelijks kunnen rijden. In de dienstregeling, ingaande 16 Decem ber 1918, koiiden in vergelijking mot 1913 tot 1914 ongeveer 40 pCt. der reizigerstreinen Ioopen. Ingaande 9 Juli 1919 is dit cijfer ver hoogd tot 60 pCt. Voorshands is er geen sprake van, dat meer treinen kunnen worden ingelegd. Daarentegen is het aantal reizigers tbans weer ongeveer gelijk aan dat van vóór den oorlog. Het behoeft geen betoog, dat in deze omstandigheden de dienstregeling niet aan de eischen van het verkeer kan voldoen, en de treinen nog overvuld zijn. Hieraan worde toegevoegd, dat wegens het aan de spoorwegen opgelegde zuinige brandstofverbruik, de snelheid der sneltrei nen met 15 K.M. per uur is gedaald. De beperking" van het aantal treinen met 40 pCt. en de kleinere snelheid leiden të zamen (Nadruk verboden.) 19) „Ik geloofde het ook. eigenlijk niet. Het zou mij ook spijten, omdat ik geloof, dat, ondanks alles, mijn vador hem in den grond van zijn hart meer acht dan iemand andërs, dien. hij kent." „Daar ben ik blij om," zoi Dora, en toon, daar Esther niet geneigd scheen nog iets meer over het diner te zeggen, va-o eg zij „En mijnheer May dens tone,?" „Ik weet^ het niet," zei«Esther langzaam en niet een peinzend en glimlach „Ik ge loof, dat ik genoeg heb van knappe men- sbken. En mijnheer Mayclenstone is wat al to veel geneigd om do dingen als aan^ genomen to beschouwen, alsof hij. er al te voren zijn meening over heeft. Ik geloof, dat hij mij do eer aandoet mij een tamelijk merkwaardig w ezen te vinden, en ik word niet graag als zoodanig behandeld. Maar •ik geloof niet, dat hij oen nul is; wo zul len hem dus waarschijnlijk niet veel zien." Dora wilde tegen deze cynische opmer king proitesteeren, toen zij de voordeur hoorden opengaan en het geluid van man- Eersleuimon vernamen. „Daar is hij," zoi Dora Esther maakte even een zenuwachtig ge- Laar on wilde door de achterdeur wegslui- 3>oa. maar Morlev Konwyn's gehoor was dan zij dacht, cn hij riep„Kom Èior. Maydonstone, wo vindon ze aan hot j)ratenDat „ze" werd onbewust gezegd, maar Esther begreep er uit, dat de twee mannen, die nu de apotheek binnenkwa men, over haar gesproken hadden, en May- denstono kreeg den indruk van een wild dier, dat in het nauw gebracht was met haar mooi, donker hoofd opgeheven, één voet vooruit, en haar armen uitgestrekt achter haar tegen do deur. Haar oogen echter, die gewend waren aan de scheme ring van die plaats, gaven haar een voordeel en de verlegenheid was geheel aan den kant van Maydensfcone, vooral om dat hij haar ontmoette in tegenwoordigheid van het meisje, over wie zij bijna gekibbeld hadden. Bleek en vermoeid door zijn wan deling, en in de war gemaakt door de vreemde, benauwd ruikende plek, bleef hij op den drempel, verlegen glimlachend, staan, en een oogenblik genoot Esther van haar voordeel en keek hem strak en spot tend aan. Dora ging naar hem toe en zei„Hoe maakt u het?" De stevige greep van haar kleine, koude hand verrastte hem. Esther had eerst alleen maar gebogenmaar met een zonderlinge, weifele-nde beweging kwam zij ook naar hem toe en gaf hem „zeemans- achtig 'de hand' vond hij, terwijl hij den ruk van haar voorarm opmerkte. „Wat een massa flesschen," zei hij veiv baasd. Ivenwyn lachte. „Allo met oen naam, dat kan ik u ver- zokeren," zei hijcn Dora zal het prettig vinden, u met. haar vertrouwelingen bekend te maken." Maydenstone keek rond met een vluchti- gen, waardeerenden glimlach. Plet vol tooide den indruk, dien zij maakte, van een kleine, bleeko toovenares in een- don keren kelder. •„U is dus meesteres hier vroeg hij. „Ja, mijnheer," zei zij met- een buiging; „wat wenscht u? Ik kan u droomon van vergetelheid verkoop en.- „Ik heb te veel droomen," zei hij; „en mijn geheugen is niet al to best. Maar geef me iets om rne op te wekken e'n mij te hel pen duidelijk te zien." „O, d!at is gemakkelijk," zei zij, en zij kreeg een flesch van de plank„ruik daar aan, maar pas op, het. is heel sterk." Hij snoof voorzichtig op en een geur trok door zijn hoofd en bracht tranen in zijn oogen. „Dat ken ik," zei hij, hoestend„het is ammoniak." „Ithuriel met zijn puntigen speer," mom pelde zij „en wat is dit?" Hij nam de zware flescE met kleurloos vocht en' hield dio onder zijn neus. „Het is een tuin. vol van sterk geurende' bloemen, en doe nooit vandaag, wat ge tot morgen kunt uitstellen, en dolco far niente neen, het is een vrouw met droo- merige oogen, dio zachte muziek zingt, en... „U heeft meer dan genoeg gehad," zei zij, „want het is chloroform." „Ik wist niet, dat geneesmiddelen zoo merkwaardig waren." „Het" is het merkwaardigste^ dat op die wereld bestaat. Het wonder is niet, dat Keats apotheker was, maar dat Leder apo theker geen dichter is." „Zij hebben prachtige namen, dat is zeker," zei hij, een etiket lezende„Spi ritus Aetheris Nitrosi", het klinkt als een gedicht." „Jamaar u weet niet hoe mooi de na men van geneesmiddelen zijn, voordat u iets gehoord heeft omtrent hun toeberei- ding cn eigenschappen. Het hoofdbestand deel, dat is, do ziel vain belladonna wordt atropine genoemd, van opium, morphine en het hoofdbestanddeel van sinaasappe len en citroenen wordt het peridine ge noemd is dat niet veelbeneekenend „Maar allo mid'dolen worden toch niet van planten gemaakt?" „Neen, maar de andere, de onbewerk tuigde stoffen zijn even merkwaardig. Als ik zwavelzuur moest uittcekenen, zou ik liet doen als Don Juon met een zwaard en een snor. Als men zwavelzuur op marmer giet, vormt heb onoplosbaar cqfloium-sulpliaat, en koolzuur wordt vrij met opbruising. Hoeveel liedereu van teleurgestelde liefde zijn niets dan dë vrijmaking van een beetje koolzuur met opbruising. En zooals men zegt, dat de bekeerde schelm de beste echtgenoot wordt, zoo zijn dë samenstel lingen van zwavelzuur do standvastigste, dio bekend zijn."- Maydenstone's geboeide aandacht voor haar opgewekte, zachto stem gaf Kenwyn gelegenheid, om tob Esther te zeggen „Ik vrees, dat Jelbart stervend is." Zij keek hem aan, alsof zij een beteeke- nis achter die woorden vermoedde, en zei: „Het spijt me erg, dat te hooren." „Hij wil, dat ik Tregiffian zal koopen." „U!" riep zij met verschrikte oogen uit. Hij knikte. „Het is heel ongelukkig," zei ze na een oogenblik, met een treurigen blik„maar u moet doen wat u goed schijnt." „Zullen we naar boven gaan?" zei Dora, hun in do rede vallende„de theo zal da delijk klaar zijn." De huiskamer van dë Kenwyn's had dien zelfden vorm en hetzelfde uitzicht als die van Maydenstonemaar daarmee hield de gelijkenis op. Do armoedige meubelen en het stuk versleton blauw vilt op den grond deden hem verwonderd zijn over Kenwyn's toespeling op de mogelijkheid, d!at hij Tre giffian zou koopenhoewel de kamer niet dén indruk maakte van armoede, voortko mende uit de noodzakelijkheidmaar van armoede, die vroolijk aanvaard werd. De eenige plaat in de kamer, boven den schoor steen, was op zichzelf een verheerlijking van do armoodo het leven op cDen laag- sten voet, maar toch vol liefde, vreugde en vrede. Het was een fotografische reproduc tie in donker-blauw van een schilderij, die een vermagerd man mot een baard voor stelde, de geduldig gevouwen handen op een net rustend, naast een stil watereen vrouw, dio bloemen plukte, en een klein kind, slapend op den grond. De naam van do schilderij was „Do arme Visschor." Maydenstone's eerste gedachte bij het binnenkomen van die kamer was, dat, als Esther dikwijls naar de Kenwyn's ging, hij haar uit zijn venster kon zien langs komen, als zij o-ver het terras ging. Nu wilde hij haar liever zien loepen dan met haar spre ken, want haar woorden schenen uitgeko zen om hom op een afstand te houden. Hij was nieuwsgierig of do klaarblijkelijke ver wijdering tusschen haar en liaar stiefmoe der zoo scherp en van-de zijde van Esther zoo onredelijk was, dat zij verlangde, dat haar vrienden onbeleefd tegen mevrouw Rosewarno zouden zijnmaar hij voelde, dat hij haar vriendschap niet zou willen koopen op ecnigo voorwaarde van die soort. Minder omdat hij met mevrouw. Ro sewarno wilde praten, hoewel zij hem in zokeren zin aantrok, dan omdat hij met Esther alleen wilde spreken op den voet van volkomen oprechtheid van beide zijden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1