Mo- 18233 LEIDSCH DAGBLAD, Zaidrdag 9 Augustus. Tweede Biad Aïïbio 1919. UIT EE OMSTBËKËÏT Brieven van een leidenaar. FEUILLETON, mXBT TB KOOF. PERSOVERZICHT. e dan ook de kanonhoe minder Gezangen, hoe grooter toelageDit moest niet zoo zijnhet traktement moet verbonden we zen aan de standplaats en niet aan den momenteelen predikant. Daarheen strekt zich ook het streven uit van den onlangs opgcrichten Bond van Nederlandsche predikanten, die reeds meer dan 9000 leden telt. Yan zijnentwege is bij de Synode ingediend eenconcept-Regle ment op het predikantstraktement en pen sioen met opgaaf van de wijzigingen in het Reglement op de kosten voor het Bestuur der Ned.-Herv. Kerk, welke uit de vast stelling van het Reglement zouden voort vloeien en met een Memorie van toelich ting. De grondgedachten er van zijn dc vol gende „a. de evangeliedienaar moet met zijn gezin uit het ambt kunnen levenb. de predikantsbezoldiging is een zaak van alge meen kerkelijk belang, waarvan de bezor ging niet mag worden overgelaten aan de afzonderlijke gemeenteu, maar de beharti ging vraagt door de geheele Kerk; c. do daarvoor noodige gelden moeten worden opgebracht door de Kerk in haar geheel, niet alleen uit dc kerkelijke fondsen, maar ook uit de bijdragen, die tot de Kerk be- hooren." Met kracht van argumenten wordt aan getoond, hoe noodig het is, dat er in den droeven toestand waarin wij thans ver- kceren, verandering komt, on dat het trak tement van een predikant, buiten het kin dergeld, met alle baten en emolumenten minstens -f 2500 moet bedragen ,bij genot van vrije pastorie, benevens tien twee-jaar- lijksche verhoogingen van f 200. Ik stel mij voor, dat tallooze leden der Kerk met een zekere ontzetting dit lezen zullen. Niet lang geleden hoorden wij, dat een gemeeatelid zei„voor f 1000 wou hij ook wel dominee- wezen. Dat was gemakkelijk verdiend". Men schijnt zich nooit eens ernstig den wan- hopigen toestand te realiseeren waarin vele predikanten door hun goring inkomen gebracht zijn. Dat zij „armoe" moeten, lij den, schijnt men niet te bedenken. Welnu,, daar dient een einde aan te komen, en dat kan. In de bij de Synode clpor den Bond ingediende Memorie wordt de weg gewe zen als men nu in de Javastraat maar iots heeft van Jan Pietersz. Koen, en durft. Met bescheidenheid zou ik den raad willen ge ven, dat de Synode een niet te talrijke commissie benoerae, waarin ook niet-leden der vergadering zitting hebben, die tijdig gereed zijn met een advies, dat de Synodale Commissie bereikt in haar voorjaarsverga dering. Welk eon vroolijk licht zou er op gaan in menige pastorie, en in menig be scheiden woning, waarin nu predikanten en weduwen onder zorgen gebukt hun leven slijten. God moge het werk doen geluk ken, hun die zich opmaakten, en bouwden Het' verhoogde post tarief. Om kft evenwicht tusschen inkomsten én uitgaven bij Posterijen te herstellen, stonden, zégt K., in de a.-r. .ROTTERDAMM3R", schijnbaar geen andere wegen open dan j vei hooging van het tarief. Schijnbaar, heggen wij, want vragen wij Dor. af of de 'financiën door de Poster juist in desen tijd, nu sommige uitgaven 2r'oo dringend noodzakelijk zijn, wel zuinig werden beheerd, dan zal ieder ingewijde, wil hij .niet met de waarheid ia botsing komen, zich zeker tweemaal bedenken, vooraleer van hem een bevestigend antwoord te verwach ten is. De schrijver wijst hiertoe op de tallooze 'overplaatsingen, die ze:r veel kosten mee brengen: Onlangs werd e?n lijst gepubliceerd nvt ongeveer 35 namen. In de eerste plaats hebben de ambtenaren aanspraak op verhuiskosten. Wij maken ons niet aan overdrijving schuldig, indien hier voor, in dezen duren tijd, per hoofd f200 r jrekend wordt. Voor 35 personen is dit reeds f 7000. ïer bestrijding van verschillende andore onkosten ontvangt ieder ambtenaar, is hij gehuwd, een bedrag, berekend naaf 5 pC't. van zijn salaris, en is hij ongehuwd, 2 pCL. Stel hu het gemiddelde salaris op 12000 en neem aan, dat de helft plus één gehuwd is, dan is voor dit dool voor 35 ambtenaren weder rond genomen een som van f2500 noodig. Kan de ambtenaar, in zijn nieuwe stand plaats geen woning krijgen, dan is hem, indien hij gehuwd is, de bevoegdheid vor- leer-d pensionkosten, enz. te declareeren. Hd<| is waarlijk niet te veel, wanneer die pen sionkosten voor ©en 10-tal ambtenaren ge durende 6 maanden worden getaxeerd pp f 100 per maand. De reeds berekende kos ten stijgen daardoor weder met een bedrag van f6000. Zoo kan een ieder, die met de rekenkunde van Bartjens bekend is, becijferen op hceveel duizenden guldens dergelijke overplaal :n- £en komen te staan. li schrijver vernam, dat elke 14 dagen zulk een overplaatsing en gros plaats hoeft* Ook in andere richting is meent hij nog bezuiniging op g.oote schaal te be trachten. ZOETER WOUDE. Gemeenteraad. Voorzitter: do burgemeester. Aanwezig 10 leden, Afwezig de hotrVaa Konijnenburg. I.'O Voorzitter deed medsdc-eling van in gekomen stukken. Br grouting 1920 van de Gezondheids-com missie hoofdplaats Alphen, in ontvangst en "uitgaaf op f1600, waarvan 1170 ten loste komt van deze gemotste; eea s 'iir'.ivea van don directeur van he: geslicht .Endc-geesfc", dat de verpleegde Lize Oudshoorn is over leden; mededeeh'ng, (tat door B. en W. in do jlaats van N. F. Duifjes, die wegens bon coming van ambtenaar t^r Secretarie te DrioVergen bedankte, als zoodanig is be noemd de hoer A. de Rijk, thans in gelijke be trekking te Leiderdorp; adres van het col lege van Brandmze ters om verficoging van de bolocningen, B. ea W. hadden daarom trent advies ingewonnen van den directeur v.vi de Brandweer. In handen gesteld van B, cu IV. om praeadvies. Verzoek van den heer L. van Teylingen' inzake de verbouwing van zijn slachtplaats, tot eau centrale slachtplaats, wat 1200 heeW getest en waarvan hij gaarne £600 door da gemeente zou zien gerestitueerd. Hij doei dit, omdat de verbouwing op aanraden van 13. en W. is geschied. Het blijkt nu, dat deza Centrale Slechtnlaats niet aan haar dool heeft beantwoord. Uit de mededeelingen van dea Voorzitter bleek, dat desa verbouwing in verband stond met do vieesch-distrihutiev; 13. ea W. hebben echter geenszins pressie' op adressant uitgeoefend. Deze heeft zonder resultaat ook reeds ezn soortgelijk verzoek gedaan aan Ged. Staten en den Minister var, Landbouw. B. en W. stellen voor er ook afwijzend op te beschikken. Na eenige de bat, waarbij vooral de heer Straathof zich voor deze afwijzing verklaarde, werd aldus besloten. Yc-rzoek van den heer Beukelaar, belast met de levering ec reparatie van de rijwielen voor de petitie, om verbreking van hot' contract, dut oog over 1920 loopt en een toeslag cp de geleverde rijwielen. Dit adres werd gesteld in handen van B. en Wom praeadvies. Na onderzoek door een daarvoor aange wezen commissie werd besloten tot toela- tw der nieuwbenoemde Raadsleden. Verzoek van de Zita-vereeoiging, te Lei den cm vcor de Vakschool voor Meisjes, onderdeel dezer Vereeniging, vver het jaar .919 fn volger.de jaren een subsidie te mogen ontvangen van f 100. B. cn Vf. stellen voor aan dit verzoek te voldoen. De heet. Rotteveel vraagt hoeveel leerlingen uit dezJe gemeente deze schoei bezoeken. Do Voorzit ter noemt het getal 9. De raad verecnigdo zich unaniem met dit voc-rstel. Ir. iv handeling kwam een voorstel va'h B. en IV. tot afschalfirg van den nacht arbeid voor bakkers. B. en IV. hadden eerst gedacht do invoering der wet-Aalberoe af tel wachten, doch cu een zoodanige verorde ning in do naburige gemeenten Leiden en. Leiderdorp is ingevoerd, achten zij liet ra tioneel, dat deze ook in deze gemeente wordt ingevoerd. Nadat niemand daartegen bezwaar had markt, werd de desbetreffende verordening aai genomen. Deze komt vrijwel overeen moï 'dé Leidscho verordening. Het tijdstip van verkoop en verroer wordt DÜLXII. Het vraagstuk der volkshuisvesting is oen van de vele moeilijke problemen, welke de volle aandacht vragen van stads- cn landsbestuur. Vóór den oorlog was in de laatste jaren het bouwen van woningen door particuliere ondernemers reeds weinig loonendtijdens den oox-log was daarvan in het geheel geen sprako meer, ondanks de steeds stijgende prijzen van de mate rialen en de arbeidslonen. Van particu liere zijde werd er in het geheel niet ge bouwd, door bouwvereenigingen met steun van Rijk en gemeente nog wel, doch ook slechts bij mondjes maat. Men hoopte nog altijd, dat er na-den oorlog eenigo daling zou komon in de prijzen der materialen, waardoor men gemakkelijker den achter stand zou kunnen inhalen. Die hoop is, optimisten ten spijt, ijdel gebleken. Met uitzondering van ijzer en verfstoffen, waar van do prijzen ecnige neiging tot achter uitgang vertoonen, stijgen do materialen nog in prijs en het is te voorzien, dat dit wel eenige jaren zal voortduren. Voor den wederopbouw van het verwoeste Noord- Frankrijk en van België zullen grooto hoeveelheden hout en steen noodig zijn en in plaats, dat wij, zooals vroeger, bouw- steenen uit België betrekken, werken thans reeds Hollandsche fabrieken voor dezo landen. Een andere factor, waardoor het bou wen duur wordt, is de voortdurende stij gende loonstandaard, in verband met den verkorten arbeidstijd. Van woningbouw op eenigszins bedui dende schaal kan van particulieren kant in de eerste vijf k tien jaren niets verwacht worden. De overheid zal moeten ingrijpen, meer nog dan tot dusver. En waar aldus de wo ningnood in de meeste steden en dorpen een acuut verschijnsel is of dreigt to wor den, kan hot systeem van den noodwonin- genbouw niet meer helpen. De proeven, daarmede ook in d<ezo gemeente genomen, zijn niet bevredigend. Blijft dus over don bouw door de gemecn-.&n zelf, of door bouwvereenigingen met steun van Rijk en gemeenteeen systeem, tot nog too in onze gemeente in toepassing gebracht. Vóór don oorlog was op dit gebied reeds de Verconi- ging tot bevordering van don bouw van .Werkmanswoningen met vrucht werkzaam en van achteraf bezien, hadden wij ge wild, dab zij nog veel meer had gèdaan. Wat zij deod kwam tot stand zonder buiten gewone bijdragen van overheidswege. Men verkreeg alleen een Rijks vooriahot, tegen een zeer billijke rente en onder gemakke lijke aflossingsvoorwaarden. Later is dat veranderd. Thans moeten or nog belangrijke crisisbijdragen bij. Als straks de gemcente-begrooting wordt inge diend, zal men zien, dat daarvoor een tamelijk bedrag is uitgetrokken. Er zijn hier door middel van bouwver eenigingen heel wat arbeiderswoningen bij gebouwd en als het Kooiplan voltooid is, zullen er nog meerdere bijkomen. Niette min blijft de woningnood bestaan. Ook liicr, waar do bevolking slechts in geringe mate toeneemt. Er vallen immers steeds woningen uit. Het nieuwe complex tiis- schen Levendaal en Vostwal deed meer krotten verdwijnen dan het aantal wonin gen bedroeg dat er voor in do plaats kwam. En vóór met de plannen van „Ons Belang" en „De Goede Woning" een aan vang kon worden gemaakt, moesten aan den Hcerensingel ruim zestig woningen af gebroken worden. Verder zijn verscheidene poortwoningen opgeruimd on kocht de ge meente herhaaldelijk voor de uitbreiding der markt en van de Stedelijke Licht fabrieken panden aan. De uitbouw van het Stedelijk Museum eischb ook weder de amotio van eenige perceelen. En als men in dc binnenstad rondziet, merkt mon op, dat er ook sporadisch huizen verdwijnen, om ingericht te worden voor winkel, kantoor en fabriek. Wanneer de door het Rijk straks voor geschreven woningtelling heeft plaats ge had, die vóór November van dit jaar baar beslag zal krijgen, dan zal ongetwijfeld blijken, dat het tekort aan behoorlijke be woning in deze gemeente niet onaanzienlijk ifmn ■««imij.t-wt-iwry—rfr. ui» .^ii jlwt _ii hj» u» (Nadruk verboden.) 11) „Hoe is u van plan u hier bezig te hou denheeft u liefhebberijen?" vroeg zij liem. „Neen, eigenlijk niet, jamnier genoeg." „Waarom jammer? Liefhebberijen zijn heel best; maar zij kunnen vervelend zijn voor de vrienden. Bijvoorbeeld do vrouw van mijn broer heeft een stokpaardje, dat zij noemt, den-maatstaf-aanl eggen. Het neemt liij haar de plaats van een godsdienst in, ofschoon het natuurlijk niets met gods dienst to maken heeft. Integendeel is het zeer weroldsch. Maar het heeft de uitwer king van oen godsdienst in zoover, dat het het loven verdeelt in dingen, dio men wel, on dingen, die men niet mag doen, zonder rekening te houden met de dingen, dio mon wenscht te doen. Ik geloof, dat zo hot- niet helpen kan. Heeft u opgemerkt, dat zij het type van den hoogmoedigon autocraat is, eooals Du Maurier dien teekent? Zij amu- seort mij bijzonder. Kijk eens, zij is nu bezig mevrouw Kitto een voorbeeld te ge ven, hoe men in salons moot zitten. Me vrouw Kitto heeft een heel goed dinér ge had en is slaperig. Zij wil natuurlijk graag in haar stoel leunen, maar Lucretia doet haar door haar blik rechtop zitten. Me vrouw Kitto heeft daarom hot land aan haarmaar omdat zij weet, dat Lucretia een nicht is van lord Launceston, is zij évortuigd, dat zij geluk moet hebben, en daarom probeert zij in dezelfde gemakke- is, en dat in vele woningen meor dan één gezin is gehuisvest. Tevens zal blijken, dat dit tekort zich niet enkel bepaalt tot z.g. arbeiderswoningen. Ook aan middenstandswoning on tot eon huurprijs van f 250 tot f 350 is er ongetwij feld in Leiden een niet onaanzienlijk te kort. Daar tegen is tob nog toe niets ge daan. Wel zijn er een paar bouwvereeni gingen opgericht van kleine ambtenaren cn burgers „Stadstuinwijk" en „Rustig wonen", doch dezo Vereenigingen kunnen nog op geen resultaat bogen, hoewel do eerste al vóór den oorlog bestond. Ik lieb haar werk van nabij gadegeslagen en daar bij den indruk gekregen, dat autoriteiten aanvankelijk voor oen tuinwijkplan weinig voolden. Wellicht ware anders dit plan reeds verwezenlijkt geweest. Tot dusver werd ten behoeve van burger woningen geen Rijks voorschot gegeven. Vermoedelijk zal bij de op handen zijnde wijziging der Woningwet daarin verande ring komen. In afwachting daarvan be hoeft men echter niet geheel stil te zitten. Hot Kon. Nat. Seuncomité heeft zioh ter bestrijding der werkloosheid onder nader te bepalen voorwaarden bereid verklaard, den bouw van middenstandswoningen te bevorderen door het verleenen van een renteloos voorschot van .een vierde der bouwkosten. Van uit Hilversum vernam ik, dat op die wijze een blok burgerwoningen (bescheiden landhuisjes) daar zal gebouwd worden. De gemeente zou voor het re-steerond gedeelte, dat van de Postpaarbank zou worden ge leend, garant zijn. Ik meende dit voorbeeld niet voor mij te houden, doch belanghebbenden te Leiden de verwezenlijking van het denkbeeld ook te moeten aanbevolen. Men zij er dan gauw bijHeb Nat. Steuncomité heeft geen onuitputtelijken bronals er eenige plaat sen zijn geholpen, zal het er wel mee moe ten ophouden; doch waarom zou Leiden ook niet eons eon poging doen er van te profiteeren Het instituut, der kulponderwij- zerossen. ,,HET HUISGEZINzegt: Het lager, onderwijs is een zaak, die lieei- öet volk aangaat. Daarover hebben dus allen, op de eerste plaats de ouders, zoo al niet het recht om' ir.eo te spreken, dan toch den plicht om na te denken. Op dit terrein ontmoet men twee' uiter sten, een te ver gedreven bemoeizucht en een volkomen onthouding en gemis aan be langstelling. Tusschen doze twee ligt de: gulden mid denweg. Onze eerste Minister van Onderwijs, die door hetgeen hij tot heden tot stand braoht, wel getoond heeft de ware man op de ware plaats te zijn, heeft een grondige herzie ning dor Lager-Onclorwjjs-wet aanhangig ge maakt. Was h\j hiertoe gehouden, daar de in artikel 192 der Grondwet opgenomen gelijk stelling van bijzonder en openbaar onderwijs in de onderwijswet haar uitwerking moet vinden, de Minister heeft deze gelegenheid aangegrepen, om tevens ten aanzien van de techniek van het onderwijs hervormangeii in te voeren. Een dezer is de opleiding van den onder wijzer, voor do lagere school een zaak van groot belang. Deze opleiding .wordt verbeterd en voert tot de instelling van één bevoegdheid, zoodat het thans bestaande verschil tusschen nin- vankeljjke bevoegdheid (onderwijzersakte) en volledige bevoegdheid (hoofdakte) wegvaft Over het algemeen is deze hervorming met instemming begroet: zij beantwo ordt aan hetgeen in de kringen der onderwijzers zelf met warmte en aandrang is bepleit. De opleiding van den onderwijzer zal aldus op breede basi3 geschieden en zijn ontwik keling zal op gelijk peil komen te staan met die van hen, welke aan inrichtingen van middelbaar en hooger onderwijs hun opleiding hebben ontvangen. Het lijdt intusschen geen twijfel, dat dé nieuwe studie voor onderwijzer voor velen te zwaar zal vallen'. lijke houding te zitten ofschoon haar korte beenen ha^ar er belachelijk d'oet uitzien, behalve dat zij er nog van gaan slapen. Maar daar komt Esther en ik kan zien, dat u met haar wilt praten. „Nu," zei zo, met een geeuw opstaande, „als go er moed too hebt, mij te komen voorlozen laat het mij dan weten." Toen Esther in de kamer kwam, ging zij naar haar vader en zei hem con paar woor den. Zij zag er uit, alsof zij tevreden was over iets, dat zij gedaan had, ofschoon do moeite, die zij had om haar gedachten los te maken van hetgeen zij verlaten had, en aan te passen aan haar nieuwe omgeving, zeer merkbaar was. Hot was al9of zij op het tooneel kwam na een gesprek tusschen do ooulissen, diat haar meer bezig hield dan de rol, die zij had te spelen. Op het punt naar mevrouw Leventhorpe te gaan, zag zij Maydenstono naar haar toekomen en vrien delijker dan hij verwacht had, wachtte zij hem af. Zoodra zij zaten, zeide zij i „Weet u, u begrijpt Dolly Kenwyn vol strekt niet." „Ik hob or nauwelijks den tijd voor ge had," pleitte hij. „Neen, misschien niet, maar waarom sprak u zoo minachtend over haar „Is dat niet wat sterk uitgedrukt? Ik zei alleen, dat ik niet begreep, waarom juf frouw Kenwyn zoo geliefd is. Ik persoon lijk vind haar gezicht vreemd-aantrekke lijk, maar u zal toegeven, dat het niet van do soort is, waarmee de menschen wegloo- pen, en hoewol ik mijn eigen meening om trent liaar ontwikkeling heb, is zij niet in heb oog vallend knap." „Ehiapzei zij minachtend. „Ik bon het geheel met u eons; ik vind knapheid het .vervelendste ding van de ÖYas het in het belang der lagere school onvermijdelijk, dat die werden geweerd, dan zou men daarin niet alleen hebben te berus ten, maar als uitsluiting van minder ge- schikten zelfs hehben toe te juichen. Maar nu is men het er vrijwel over eens, dat ook onder hen, die de zware studie', welke in de toekomst gaat worden gevergd, niet kunnen Volbrengen, voor de school bruik bare krachten kunnen schuilen. Vermoedelijk om deze niet te verliezen heeft de Minister in zrjn plan opgenomen het instituut der hulponderwijzeressen, die, tot een minder zwaar examen na een lichtere opleiding toegelaten, bestemd zijn om in de twee eerste leerjaren der lagere school les b geven. Dit denkbeeld vinden wij in onder.wijsor- ganen aangevochten, hoofdzakelijk omdat men conflicten tusschen de twee categorieën van onderwijzers verwacht en een minder aangename verstandhouding. Deze dingen behoeven zich, als mén het geval nuchter gtelt en men met verstandige menschen te doen heeft, niet voor te ioen. Men zal in de naaste toekomst na uit breiding van leerplichtigen leeftijd veel meer onderwijzers noodig hebben, en de beducht heid is niet geheel denkbeeldig, dat bij em zwaar examen het aanbod aan de vraag niet zal beantwoorden. Ook hierom zal hét aanbeveling verdié nen, langs anderen weg een korp3 onderwij zeressen te vormen, dat voor een betrek kelijk aanzienlijk deel in de behoefte zal kunnen voorzien. x\lleen, indien vast mocht staan, dat al dus voor de eerste leerjaren minderwaardige krachten werden gekweekt, zou men tot dat middel zrjn toevlucht niet mogen nemen. Is dit niet het geval, kan men zich in tegendeel op die wijze zeer bruikbare kracn- ten voor de lagere klassen verzekeren, dan moet Tiet door minister De Visser bedachte instituut dankbaar worden aanvaard. Ter overweging blijft alleen de vraag, of het niet ook tot de manlijke onderwijzers moest worden uitgestrekt. Predikantstraktementen. In zijn jongste Kroniek in de „STEM MEN VOOR WAARHEID EN VREDE" schrijft dr. Bronsveld het volgende over de traktementen der predikanten De lage traktementen en pensioenen van de Ned.-Herv. predikanten houden veler aandacht bezig. Wij denken bier allecreerst aan de pogingen van „Aanpakken", waar aan reeds een som geschonken werd, die nadert tot een half millioen. Den 6den Juli kwamen vele kerkvoog den, leden van Jcerkeraden en belangstel lenden bijeen, die door de Classes Arn hem, Zutfen en Nijmegen waren uitgenoo- digd, om don noodtoestand te bespreken, waarin velo predikanten en predikants weduwen verkeerden door de geringe gel delijke inkomsten. Na het lid der-Tweede Kamer, den heer Snoeck Henkemans, sprak daar do heer Mortier, uit Wageningen, en deed onder- soheiden middelen aan do hand, om do financiën der Kerk te versterken. Er werd besloten, een Commissie te benoemen, die de gemeenten zal voorlichten, en een actie in 't leven roepen. Het wordt inderdaad hoog tijd, dat de gemeenten belang gaan stellen m heb be heer van haar goederen. Op dat terrein gebeurden en gebeuren zonderlinge en er gerlijke dingen. Groote kapitalen, aan de Kerk behoorende, zijn vervreemd,' en haast onverklaarbaar is de zorgeloosheid der Ge meenten ten aanzien van haar bezittingen. Mon laat meestal do kerkvoogden schalten und walten. Ik zou daar opmerkelijke sta len van kunnen bijbrengen. Iets wil ik noemen. In do Classis Utrecht wordt menig pre dikant benoemd op een traktement, dat volgens do officiecle ligger onaanzienlijk is. Moet er echter een beroop uitgebracht worden, dan wordt er bepaald, hoe groot heb bedrag zal zijn van do persoonlijke toelage, welke de kerkvoogdij aan het vasto traktement zal toevoegen. Het zijn dus eigenlijk do kerkvoogden, die beroe pen, cn het inkomen daalt of rijst bij elke vacature mot den grooter of kleiner roep, die uitgaat van den leeraar, op wien men het oog heeft. In sommige gemeenten geldt wereld, maar het is teokenend, vindt u niet?" „Het is de eenige werkelijke goede vrouw, die ik ken.'1 „U spreekt, alsof alle andere vrouwen in ongerechtigheid gedompeld waren," zei hij, vroolijk over haar heftigheid. „Dat zijn wij ook vergelijkenderwijs gesproken. Feitelijk zijn do meesten van ons erger we zijn goed noch slecht, ver van ons eigen bat." „Wat komt het er op aan, zoolang het cricket is?" zei hij hartelijk. „Cricket? O, ik begrijp wat u bedoolt," zeido zij, tob haar strakke houding weder keerend. „U denkt, dat ik ontevreden ben, omdat ik niet altijd mijn eigen zin kan doen. In tegendeel, ik mag doen, wat ik maar wil. Maar de menschen spelen niet altijd cricket." „Ik zou denken, dat dr. Kenwyn altijd speelde," zei hij, daar hij een reden meende gevonden te hebben voor haar heftige vriendschap voor juffrouw Kenwyn. Zij zag hem snel aan. „Ik ben blij, dat u dat denkt," zei zij, met meer warmte dan zij te voren getoond haddat doet hij ookofschoon men er hem gewoonlijk niet dankbaar voor is." „Mijn vrienden Blanchard houden heel veel van hem." „Ja^" zei zo, ofschoon niet van harte j „o, ik bedoel niet, dat iedereen dom is. Het spijt me, dat de Kenwyns vanavond niet komen," voegde zij er bij. „Hij heeft het zeer druk men kan niet rekenen op hem on Dolly wil niet zonder hem uit gaan." Konwyn' s laat-konien op den vorigen avond zeido hem, dat dit niet geheel waar was, en hij begreep, dat de uitlegging iedere gedachte moest wegnemen, dat de Kenwyn's niet wilden komen. „Is hij niet getrouwd?" vroeg hij. „O neen," zeide zij, met een verbaasde openhartigheid, die hem geheel overtuigde, dat hij ongelijk had gehad met een verbor gen reden voor haar vriendschap voor juf frouw Kenwyn te vermoeden. „Ik geloof niet, dat hij ooit zal trouwen. Hij zegt, dat con dokter, evenmin als een priester, be hoort te trouwen." Wij werden gestoord door de nadering van Rosewarne. „Ik ben bang, dat u mijn dochter niet be lezen zult vinden," zeido hij, toen hii bij hen kwam. Maydenstone begon te voelen, dat, wat hij het meest vervelendie van Rosewarne vond, zijn hardnekkigheid was, om te pra ten over het werk van do persoon, mot wien hij sprak. Dat had hem zeker gehol pen, om to slagenmaar het was geon aan gename maatschappelijke ge-woonte. „Esther is oen echt uihuizig meisje," ging Rosewarne voort „hot spijt haar al tijd, dat zij geon man is." Er klonk iots gevoeligs in den toon van de laatste woorden, en Maydenstone be dacht, dat het voor een man van Rose- warne's eerzucht een groote teleurstelling moest zijn, geen zoon te hebben, die zijn naam en succes kon erven. Maar hij vond, dat een man, die een dochter als Esther had, weinig medelijden verdiende. „Het daglicht is noodig om te kunnen zien waar mijn dochter werkt," zei Rose warne. „Zij haalt me bijna oen hoofdtuin man uit. Gelukkig wil zij niets te maken hobbon met kasplanten en dus wordt do waardigheid van mijn tuinman Cowan ge red. Wij schieten met ons drieën nogal goed opmet alleen een beetje gezond ver schil van mcening. Evenals do meeste des kundigen is Cowan gesteld op bodden met mooie bloemenik ben meor voor leibloe- men en een ouderwetsehon tuin, terwijl Esther's stokpaardje is, randen met ver schillende planten. Met elkander moesten wo mettertijd wat prachtigs voortbrengen maar u moet eens op ccn middag komen, om te zien wat wij doen." Als Rosewarne over zijn tuin sprak, ver dween de lichte gedwongenheid uit zijn hou ding, cn zijn stem werd wat ruw, zooals dio in zijn gewone spreken niet was. In zijn hemdsmouwen en met zware schoenen, zijn dikken, rooden nek bloot en een steencn pijp in den mond. Hij meende ook, dab Esther haar vader wat onderzoekend aan keek, alsof zij aan een dergelijke voorstel ling dacht en het daarmee eens was. Zij zaten met hun drieën in een gezellig hoekjo achter in de groote kamer, waar het niet zoo mooi en weelderig was als in heb ove rige deel. Maydenstono kroeg het gevoel, dat hij den gang van het huishouden van Rosewarne begon te bogrijpon. Alsof zij zijn gedaohte raadd'e en er boos over werd, bloosde Esther even c'n zij stond op, terwijl zij haar vader in do redo viel met: „Vader, u verveelt mijnheer Ma.ydon- stone. Hii stelt niet het minste belang in tuinieren." De twee mannen keken haar na toen zij cle. kamer doorging naar mevrouw Le venthorpe. Dc flauwe weerkaatsing van haar witte japon op den gewreven vloer maakte haar schijnbaar grooter en teekend® scherper de bcva'lligo beweging van haar cleganto persoon. Ofschoon zij Mayden stono aan pen gevangen® deed donken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5