Mo- 18233 LEIDSCH DAGBLAD, Zaidrdag 9 Augustus.
Tweede Biad Aïïbio 1919.
UIT EE OMSTBËKËÏT
Brieven van een leidenaar.
FEUILLETON,
mXBT TB KOOF.
PERSOVERZICHT.
e
dan ook de kanonhoe minder Gezangen,
hoe grooter toelageDit moest niet zoo
zijnhet traktement moet verbonden we
zen aan de standplaats en niet aan den
momenteelen predikant.
Daarheen strekt zich ook het streven uit
van den onlangs opgcrichten Bond van
Nederlandsche predikanten, die reeds meer
dan 9000 leden telt. Yan zijnentwege is bij
de Synode ingediend eenconcept-Regle
ment op het predikantstraktement en pen
sioen met opgaaf van de wijzigingen in het
Reglement op de kosten voor het Bestuur
der Ned.-Herv. Kerk, welke uit de vast
stelling van het Reglement zouden voort
vloeien en met een Memorie van toelich
ting. De grondgedachten er van zijn dc vol
gende „a. de evangeliedienaar moet met
zijn gezin uit het ambt kunnen levenb. de
predikantsbezoldiging is een zaak van alge
meen kerkelijk belang, waarvan de bezor
ging niet mag worden overgelaten aan de
afzonderlijke gemeenteu, maar de beharti
ging vraagt door de geheele Kerk; c. do
daarvoor noodige gelden moeten worden
opgebracht door de Kerk in haar geheel,
niet alleen uit dc kerkelijke fondsen, maar
ook uit de bijdragen, die tot de Kerk be-
hooren."
Met kracht van argumenten wordt aan
getoond, hoe noodig het is, dat er in den
droeven toestand waarin wij thans ver-
kceren, verandering komt, on dat het trak
tement van een predikant, buiten het kin
dergeld, met alle baten en emolumenten
minstens -f 2500 moet bedragen ,bij genot
van vrije pastorie, benevens tien twee-jaar-
lijksche verhoogingen van f 200. Ik stel mij
voor, dat tallooze leden der Kerk met een
zekere ontzetting dit lezen zullen. Niet lang
geleden hoorden wij, dat een gemeeatelid
zei„voor f 1000 wou hij ook wel dominee-
wezen. Dat was gemakkelijk verdiend".
Men schijnt zich nooit eens ernstig den wan-
hopigen toestand te realiseeren waarin
vele predikanten door hun goring inkomen
gebracht zijn. Dat zij „armoe" moeten, lij
den, schijnt men niet te bedenken. Welnu,,
daar dient een einde aan te komen, en dat
kan. In de bij de Synode clpor den Bond
ingediende Memorie wordt de weg gewe
zen als men nu in de Javastraat maar iots
heeft van Jan Pietersz. Koen, en durft. Met
bescheidenheid zou ik den raad willen ge
ven, dat de Synode een niet te talrijke
commissie benoerae, waarin ook niet-leden
der vergadering zitting hebben, die tijdig
gereed zijn met een advies, dat de Synodale
Commissie bereikt in haar voorjaarsverga
dering. Welk eon vroolijk licht zou er op
gaan in menige pastorie, en in menig be
scheiden woning, waarin nu predikanten
en weduwen onder zorgen gebukt hun leven
slijten. God moge het werk doen geluk
ken, hun die zich opmaakten, en bouwden
Het' verhoogde post tarief.
Om kft evenwicht tusschen inkomsten én
uitgaven bij Posterijen te herstellen, stonden,
zégt K., in de a.-r. .ROTTERDAMM3R",
schijnbaar geen andere wegen open dan j
vei hooging van het tarief.
Schijnbaar, heggen wij, want vragen wij
Dor. af of de 'financiën door de Poster
juist in desen tijd, nu sommige uitgaven
2r'oo dringend noodzakelijk zijn, wel zuinig
werden beheerd, dan zal ieder ingewijde, wil
hij .niet met de waarheid ia botsing komen,
zich zeker tweemaal bedenken, vooraleer van
hem een bevestigend antwoord te verwach
ten is.
De schrijver wijst hiertoe op de tallooze
'overplaatsingen, die ze:r veel kosten mee
brengen: Onlangs werd e?n lijst gepubliceerd
nvt ongeveer 35 namen.
In de eerste plaats hebben de ambtenaren
aanspraak op verhuiskosten. Wij maken ons
niet aan overdrijving schuldig, indien hier
voor, in dezen duren tijd, per hoofd f200
r jrekend wordt. Voor 35 personen is dit
reeds f 7000.
ïer bestrijding van verschillende andore
onkosten ontvangt ieder ambtenaar, is hij
gehuwd, een bedrag, berekend naaf 5 pC't.
van zijn salaris, en is hij ongehuwd, 2 pCL.
Stel hu het gemiddelde salaris op 12000
en neem aan, dat de helft plus één gehuwd
is, dan is voor dit dool voor 35 ambtenaren
weder rond genomen een som van f2500
noodig.
Kan de ambtenaar, in zijn nieuwe stand
plaats geen woning krijgen, dan is hem,
indien hij gehuwd is, de bevoegdheid vor-
leer-d pensionkosten, enz. te declareeren. Hd<|
is waarlijk niet te veel, wanneer die pen
sionkosten voor ©en 10-tal ambtenaren ge
durende 6 maanden worden getaxeerd pp
f 100 per maand. De reeds berekende kos
ten stijgen daardoor weder met een bedrag
van f6000.
Zoo kan een ieder, die met de rekenkunde
van Bartjens bekend is, becijferen op hceveel
duizenden guldens dergelijke overplaal :n-
£en komen te staan.
li schrijver vernam, dat elke 14 dagen
zulk een overplaatsing en gros plaats hoeft*
Ook in andere richting is meent hij
nog bezuiniging op g.oote schaal te be
trachten.
ZOETER WOUDE.
Gemeenteraad.
Voorzitter: do burgemeester.
Aanwezig 10 leden, Afwezig de hotrVaa
Konijnenburg.
I.'O Voorzitter deed medsdc-eling van in
gekomen stukken.
Br grouting 1920 van de Gezondheids-com
missie hoofdplaats Alphen, in ontvangst en
"uitgaaf op f1600, waarvan 1170 ten loste
komt van deze gemotste; eea s 'iir'.ivea van
don directeur van he: geslicht .Endc-geesfc",
dat de verpleegde Lize Oudshoorn is over
leden; mededeeh'ng, (tat door B. en W. in
do jlaats van N. F. Duifjes, die wegens
bon coming van ambtenaar t^r Secretarie te
DrioVergen bedankte, als zoodanig is be
noemd de hoer A. de Rijk, thans in gelijke be
trekking te Leiderdorp; adres van het col
lege van Brandmze ters om verficoging van
de bolocningen, B. ea W. hadden daarom
trent advies ingewonnen van den directeur
v.vi de Brandweer. In handen gesteld van
B, cu IV. om praeadvies.
Verzoek van den heer L. van Teylingen'
inzake de verbouwing van zijn slachtplaats,
tot eau centrale slachtplaats, wat 1200 heeW
getest en waarvan hij gaarne £600 door da
gemeente zou zien gerestitueerd. Hij doei
dit, omdat de verbouwing op aanraden van
13. en W. is geschied. Het blijkt nu, dat deza
Centrale Slechtnlaats niet aan haar dool
heeft beantwoord. Uit de mededeelingen van
dea Voorzitter bleek, dat desa verbouwing
in verband stond met do vieesch-distrihutiev;
13. ea W. hebben echter geenszins pressie'
op adressant uitgeoefend. Deze heeft zonder
resultaat ook reeds ezn soortgelijk verzoek
gedaan aan Ged. Staten en den Minister
var, Landbouw. B. en W. stellen voor er ook
afwijzend op te beschikken. Na eenige de
bat, waarbij vooral de heer Straathof zich
voor deze afwijzing verklaarde, werd aldus
besloten.
Yc-rzoek van den heer Beukelaar, belast
met de levering ec reparatie van de rijwielen
voor de petitie, om verbreking van hot'
contract, dut oog over 1920 loopt en een
toeslag cp de geleverde rijwielen. Dit adres
werd gesteld in handen van B. en Wom
praeadvies.
Na onderzoek door een daarvoor aange
wezen commissie werd besloten tot toela-
tw der nieuwbenoemde Raadsleden.
Verzoek van de Zita-vereeoiging, te Lei
den cm vcor de Vakschool voor Meisjes,
onderdeel dezer Vereeniging, vver het jaar
.919 fn volger.de jaren een subsidie te
mogen ontvangen van f 100. B. cn Vf. stellen
voor aan dit verzoek te voldoen. De heet.
Rotteveel vraagt hoeveel leerlingen uit dezJe
gemeente deze schoei bezoeken. Do Voorzit
ter noemt het getal 9.
De raad verecnigdo zich unaniem met
dit voc-rstel.
Ir. iv handeling kwam een voorstel va'h
B. en IV. tot afschalfirg van den nacht
arbeid voor bakkers. B. en IV. hadden eerst
gedacht do invoering der wet-Aalberoe af tel
wachten, doch cu een zoodanige verorde
ning in do naburige gemeenten Leiden en.
Leiderdorp is ingevoerd, achten zij liet ra
tioneel, dat deze ook in deze gemeente wordt
ingevoerd.
Nadat niemand daartegen bezwaar had
markt, werd de desbetreffende verordening
aai genomen. Deze komt vrijwel overeen moï
'dé Leidscho verordening.
Het tijdstip van verkoop en verroer wordt
DÜLXII.
Het vraagstuk der volkshuisvesting is
oen van de vele moeilijke problemen, welke
de volle aandacht vragen van stads- cn
landsbestuur. Vóór den oorlog was in de
laatste jaren het bouwen van woningen
door particuliere ondernemers reeds weinig
loonendtijdens den oox-log was daarvan
in het geheel geen sprako meer, ondanks
de steeds stijgende prijzen van de mate
rialen en de arbeidslonen. Van particu
liere zijde werd er in het geheel niet ge
bouwd, door bouwvereenigingen met steun
van Rijk en gemeente nog wel, doch ook
slechts bij mondjes maat. Men hoopte nog
altijd, dat er na-den oorlog eenigo daling
zou komon in de prijzen der materialen,
waardoor men gemakkelijker den achter
stand zou kunnen inhalen. Die hoop is,
optimisten ten spijt, ijdel gebleken. Met
uitzondering van ijzer en verfstoffen, waar
van do prijzen ecnige neiging tot achter
uitgang vertoonen, stijgen do materialen
nog in prijs en het is te voorzien, dat dit
wel eenige jaren zal voortduren. Voor den
wederopbouw van het verwoeste Noord-
Frankrijk en van België zullen grooto
hoeveelheden hout en steen noodig zijn en
in plaats, dat wij, zooals vroeger, bouw-
steenen uit België betrekken, werken thans
reeds Hollandsche fabrieken voor dezo
landen.
Een andere factor, waardoor het bou
wen duur wordt, is de voortdurende stij
gende loonstandaard, in verband met den
verkorten arbeidstijd.
Van woningbouw op eenigszins bedui
dende schaal kan van particulieren kant
in de eerste vijf k tien jaren niets verwacht
worden.
De overheid zal moeten ingrijpen, meer
nog dan tot dusver. En waar aldus de wo
ningnood in de meeste steden en dorpen
een acuut verschijnsel is of dreigt to wor
den, kan hot systeem van den noodwonin-
genbouw niet meer helpen. De proeven,
daarmede ook in d<ezo gemeente genomen,
zijn niet bevredigend. Blijft dus over don
bouw door de gemecn-.&n zelf, of door
bouwvereenigingen met steun van Rijk en
gemeenteeen systeem, tot nog too in onze
gemeente in toepassing gebracht. Vóór don
oorlog was op dit gebied reeds de Verconi-
ging tot bevordering van don bouw van
.Werkmanswoningen met vrucht werkzaam
en van achteraf bezien, hadden wij ge
wild, dab zij nog veel meer had gèdaan.
Wat zij deod kwam tot stand zonder buiten
gewone bijdragen van overheidswege. Men
verkreeg alleen een Rijks vooriahot, tegen
een zeer billijke rente en onder gemakke
lijke aflossingsvoorwaarden.
Later is dat veranderd. Thans moeten or
nog belangrijke crisisbijdragen bij. Als
straks de gemcente-begrooting wordt inge
diend, zal men zien, dat daarvoor een
tamelijk bedrag is uitgetrokken.
Er zijn hier door middel van bouwver
eenigingen heel wat arbeiderswoningen bij
gebouwd en als het Kooiplan voltooid is,
zullen er nog meerdere bijkomen. Niette
min blijft de woningnood bestaan. Ook
liicr, waar do bevolking slechts in geringe
mate toeneemt. Er vallen immers steeds
woningen uit. Het nieuwe complex tiis-
schen Levendaal en Vostwal deed meer
krotten verdwijnen dan het aantal wonin
gen bedroeg dat er voor in do plaats
kwam. En vóór met de plannen van „Ons
Belang" en „De Goede Woning" een aan
vang kon worden gemaakt, moesten aan
den Hcerensingel ruim zestig woningen af
gebroken worden. Verder zijn verscheidene
poortwoningen opgeruimd on kocht de ge
meente herhaaldelijk voor de uitbreiding
der markt en van de Stedelijke Licht
fabrieken panden aan. De uitbouw van het
Stedelijk Museum eischb ook weder de
amotio van eenige perceelen. En als men in
dc binnenstad rondziet, merkt mon op, dat
er ook sporadisch huizen verdwijnen, om
ingericht te worden voor winkel, kantoor
en fabriek.
Wanneer de door het Rijk straks voor
geschreven woningtelling heeft plaats ge
had, die vóór November van dit jaar baar
beslag zal krijgen, dan zal ongetwijfeld
blijken, dat het tekort aan behoorlijke be
woning in deze gemeente niet onaanzienlijk
ifmn ■««imij.t-wt-iwry—rfr. ui» .^ii jlwt _ii hj» u»
(Nadruk verboden.)
11)
„Hoe is u van plan u hier bezig te hou
denheeft u liefhebberijen?" vroeg zij liem.
„Neen, eigenlijk niet, jamnier genoeg."
„Waarom jammer? Liefhebberijen zijn
heel best; maar zij kunnen vervelend zijn
voor de vrienden. Bijvoorbeeld do vrouw
van mijn broer heeft een stokpaardje, dat
zij noemt, den-maatstaf-aanl eggen. Het
neemt liij haar de plaats van een godsdienst
in, ofschoon het natuurlijk niets met gods
dienst to maken heeft. Integendeel is het
zeer weroldsch. Maar het heeft de uitwer
king van oen godsdienst in zoover, dat het
het loven verdeelt in dingen, dio men wel,
on dingen, die men niet mag doen, zonder
rekening te houden met de dingen, dio mon
wenscht te doen. Ik geloof, dat zo hot- niet
helpen kan. Heeft u opgemerkt, dat zij het
type van den hoogmoedigon autocraat is,
eooals Du Maurier dien teekent? Zij amu-
seort mij bijzonder. Kijk eens, zij is nu
bezig mevrouw Kitto een voorbeeld te ge
ven, hoe men in salons moot zitten. Me
vrouw Kitto heeft een heel goed dinér ge
had en is slaperig. Zij wil natuurlijk graag
in haar stoel leunen, maar Lucretia doet
haar door haar blik rechtop zitten. Me
vrouw Kitto heeft daarom hot land aan
haarmaar omdat zij weet, dat Lucretia
een nicht is van lord Launceston, is zij
évortuigd, dat zij geluk moet hebben, en
daarom probeert zij in dezelfde gemakke-
is, en dat in vele woningen meor dan één
gezin is gehuisvest. Tevens zal blijken, dat
dit tekort zich niet enkel bepaalt tot z.g.
arbeiderswoningen.
Ook aan middenstandswoning on tot eon
huurprijs van f 250 tot f 350 is er ongetwij
feld in Leiden een niet onaanzienlijk te
kort. Daar tegen is tob nog toe niets ge
daan. Wel zijn er een paar bouwvereeni
gingen opgericht van kleine ambtenaren
cn burgers „Stadstuinwijk" en „Rustig
wonen", doch dezo Vereenigingen kunnen
nog op geen resultaat bogen, hoewel do
eerste al vóór den oorlog bestond. Ik lieb
haar werk van nabij gadegeslagen en daar
bij den indruk gekregen, dat autoriteiten
aanvankelijk voor oen tuinwijkplan weinig
voolden. Wellicht ware anders dit plan
reeds verwezenlijkt geweest.
Tot dusver werd ten behoeve van burger
woningen geen Rijks voorschot gegeven.
Vermoedelijk zal bij de op handen zijnde
wijziging der Woningwet daarin verande
ring komen. In afwachting daarvan be
hoeft men echter niet geheel stil te zitten.
Hot Kon. Nat. Seuncomité heeft zioh ter
bestrijding der werkloosheid onder nader
te bepalen voorwaarden bereid verklaard,
den bouw van middenstandswoningen te
bevorderen door het verleenen van een
renteloos voorschot van .een vierde der
bouwkosten.
Van uit Hilversum vernam ik, dat op die
wijze een blok burgerwoningen (bescheiden
landhuisjes) daar zal gebouwd worden. De
gemeente zou voor het re-steerond gedeelte,
dat van de Postpaarbank zou worden ge
leend, garant zijn.
Ik meende dit voorbeeld niet voor mij te
houden, doch belanghebbenden te Leiden
de verwezenlijking van het denkbeeld ook
te moeten aanbevolen. Men zij er dan
gauw bijHeb Nat. Steuncomité heeft geen
onuitputtelijken bronals er eenige plaat
sen zijn geholpen, zal het er wel mee moe
ten ophouden; doch waarom zou Leiden
ook niet eons eon poging doen er van te
profiteeren
Het instituut, der kulponderwij-
zerossen. ,,HET HUISGEZINzegt:
Het lager, onderwijs is een zaak, die lieei-
öet volk aangaat.
Daarover hebben dus allen, op de eerste
plaats de ouders, zoo al niet het recht om'
ir.eo te spreken, dan toch den plicht om na
te denken.
Op dit terrein ontmoet men twee' uiter
sten, een te ver gedreven bemoeizucht en
een volkomen onthouding en gemis aan be
langstelling.
Tusschen doze twee ligt de: gulden mid
denweg.
Onze eerste Minister van Onderwijs, die
door hetgeen hij tot heden tot stand braoht,
wel getoond heeft de ware man op de ware
plaats te zijn, heeft een grondige herzie
ning dor Lager-Onclorwjjs-wet aanhangig ge
maakt.
Was h\j hiertoe gehouden, daar de in
artikel 192 der Grondwet opgenomen gelijk
stelling van bijzonder en openbaar onderwijs
in de onderwijswet haar uitwerking moet
vinden, de Minister heeft deze gelegenheid
aangegrepen, om tevens ten aanzien van de
techniek van het onderwijs hervormangeii in
te voeren.
Een dezer is de opleiding van den onder
wijzer, voor do lagere school een zaak van
groot belang.
Deze opleiding .wordt verbeterd en voert
tot de instelling van één bevoegdheid, zoodat
het thans bestaande verschil tusschen nin-
vankeljjke bevoegdheid (onderwijzersakte) en
volledige bevoegdheid (hoofdakte) wegvaft
Over het algemeen is deze hervorming
met instemming begroet: zij beantwo ordt aan
hetgeen in de kringen der onderwijzers zelf
met warmte en aandrang is bepleit.
De opleiding van den onderwijzer zal aldus
op breede basi3 geschieden en zijn ontwik
keling zal op gelijk peil komen te staan
met die van hen, welke aan inrichtingen
van middelbaar en hooger onderwijs hun
opleiding hebben ontvangen.
Het lijdt intusschen geen twijfel, dat dé
nieuwe studie voor onderwijzer voor velen
te zwaar zal vallen'.
lijke houding te zitten ofschoon haar korte
beenen ha^ar er belachelijk d'oet uitzien,
behalve dat zij er nog van gaan slapen.
Maar daar komt Esther en ik kan zien,
dat u met haar wilt praten. „Nu," zei zo,
met een geeuw opstaande, „als go er moed
too hebt, mij te komen voorlozen laat het
mij dan weten."
Toen Esther in de kamer kwam, ging zij
naar haar vader en zei hem con paar woor
den. Zij zag er uit, alsof zij tevreden was
over iets, dat zij gedaan had, ofschoon do
moeite, die zij had om haar gedachten los
te maken van hetgeen zij verlaten had, en
aan te passen aan haar nieuwe omgeving,
zeer merkbaar was. Hot was al9of zij op het
tooneel kwam na een gesprek tusschen do
ooulissen, diat haar meer bezig hield dan de
rol, die zij had te spelen. Op het punt naar
mevrouw Leventhorpe te gaan, zag zij
Maydenstono naar haar toekomen en vrien
delijker dan hij verwacht had, wachtte zij
hem af. Zoodra zij zaten, zeide zij i
„Weet u, u begrijpt Dolly Kenwyn vol
strekt niet."
„Ik hob or nauwelijks den tijd voor ge
had," pleitte hij.
„Neen, misschien niet, maar waarom
sprak u zoo minachtend over haar
„Is dat niet wat sterk uitgedrukt? Ik zei
alleen, dat ik niet begreep, waarom juf
frouw Kenwyn zoo geliefd is. Ik persoon
lijk vind haar gezicht vreemd-aantrekke
lijk, maar u zal toegeven, dat het niet van
do soort is, waarmee de menschen wegloo-
pen, en hoewol ik mijn eigen meening om
trent liaar ontwikkeling heb, is zij niet in
heb oog vallend knap."
„Ehiapzei zij minachtend.
„Ik bon het geheel met u eons; ik vind
knapheid het .vervelendste ding van de
ÖYas het in het belang der lagere school
onvermijdelijk, dat die werden geweerd, dan
zou men daarin niet alleen hebben te berus
ten, maar als uitsluiting van minder ge-
schikten zelfs hehben toe te juichen.
Maar nu is men het er vrijwel over eens,
dat ook onder hen, die de zware studie',
welke in de toekomst gaat worden gevergd,
niet kunnen Volbrengen, voor de school bruik
bare krachten kunnen schuilen.
Vermoedelijk om deze niet te verliezen
heeft de Minister in zrjn plan opgenomen het
instituut der hulponderwijzeressen, die, tot
een minder zwaar examen na een lichtere
opleiding toegelaten, bestemd zijn om in de
twee eerste leerjaren der lagere school les
b geven.
Dit denkbeeld vinden wij in onder.wijsor-
ganen aangevochten, hoofdzakelijk omdat
men conflicten tusschen de twee categorieën
van onderwijzers verwacht en een minder
aangename verstandhouding.
Deze dingen behoeven zich, als mén het
geval nuchter gtelt en men met verstandige
menschen te doen heeft, niet voor te ioen.
Men zal in de naaste toekomst na uit
breiding van leerplichtigen leeftijd veel meer
onderwijzers noodig hebben, en de beducht
heid is niet geheel denkbeeldig, dat bij em
zwaar examen het aanbod aan de vraag
niet zal beantwoorden.
Ook hierom zal hét aanbeveling verdié
nen, langs anderen weg een korp3 onderwij
zeressen te vormen, dat voor een betrek
kelijk aanzienlijk deel in de behoefte zal
kunnen voorzien.
x\lleen, indien vast mocht staan, dat al
dus voor de eerste leerjaren minderwaardige
krachten werden gekweekt, zou men tot
dat middel zrjn toevlucht niet mogen nemen.
Is dit niet het geval, kan men zich in
tegendeel op die wijze zeer bruikbare kracn-
ten voor de lagere klassen verzekeren, dan
moet Tiet door minister De Visser bedachte
instituut dankbaar worden aanvaard.
Ter overweging blijft alleen de vraag, of
het niet ook tot de manlijke onderwijzers
moest worden uitgestrekt.
Predikantstraktementen.
In zijn jongste Kroniek in de „STEM
MEN VOOR WAARHEID EN VREDE"
schrijft dr. Bronsveld het volgende over de
traktementen der predikanten
De lage traktementen en pensioenen van
de Ned.-Herv. predikanten houden veler
aandacht bezig. Wij denken bier allecreerst
aan de pogingen van „Aanpakken", waar
aan reeds een som geschonken werd, die
nadert tot een half millioen.
Den 6den Juli kwamen vele kerkvoog
den, leden van Jcerkeraden en belangstel
lenden bijeen, die door de Classes Arn
hem, Zutfen en Nijmegen waren uitgenoo-
digd, om don noodtoestand te bespreken,
waarin velo predikanten en predikants
weduwen verkeerden door de geringe gel
delijke inkomsten.
Na het lid der-Tweede Kamer, den heer
Snoeck Henkemans, sprak daar do heer
Mortier, uit Wageningen, en deed onder-
soheiden middelen aan do hand, om do
financiën der Kerk te versterken. Er werd
besloten, een Commissie te benoemen, die
de gemeenten zal voorlichten, en een actie
in 't leven roepen.
Het wordt inderdaad hoog tijd, dat de
gemeenten belang gaan stellen m heb be
heer van haar goederen. Op dat terrein
gebeurden en gebeuren zonderlinge en er
gerlijke dingen. Groote kapitalen, aan de
Kerk behoorende, zijn vervreemd,' en haast
onverklaarbaar is de zorgeloosheid der Ge
meenten ten aanzien van haar bezittingen.
Mon laat meestal do kerkvoogden schalten
und walten. Ik zou daar opmerkelijke sta
len van kunnen bijbrengen. Iets wil ik
noemen.
In do Classis Utrecht wordt menig pre
dikant benoemd op een traktement, dat
volgens do officiecle ligger onaanzienlijk is.
Moet er echter een beroop uitgebracht
worden, dan wordt er bepaald, hoe groot
heb bedrag zal zijn van do persoonlijke
toelage, welke de kerkvoogdij aan het
vasto traktement zal toevoegen. Het zijn
dus eigenlijk do kerkvoogden, die beroe
pen, cn het inkomen daalt of rijst bij elke
vacature mot den grooter of kleiner roep,
die uitgaat van den leeraar, op wien men
het oog heeft. In sommige gemeenten geldt
wereld, maar het is teokenend, vindt u
niet?"
„Het is de eenige werkelijke goede
vrouw, die ik ken.'1
„U spreekt, alsof alle andere vrouwen in
ongerechtigheid gedompeld waren," zei hij,
vroolijk over haar heftigheid.
„Dat zijn wij ook vergelijkenderwijs
gesproken. Feitelijk zijn do meesten van
ons erger we zijn goed noch slecht, ver
van ons eigen bat."
„Wat komt het er op aan, zoolang het
cricket is?" zei hij hartelijk.
„Cricket? O, ik begrijp wat u bedoolt,"
zeido zij, tob haar strakke houding weder
keerend.
„U denkt, dat ik ontevreden ben, omdat
ik niet altijd mijn eigen zin kan doen. In
tegendeel, ik mag doen, wat ik maar wil.
Maar de menschen spelen niet altijd
cricket."
„Ik zou denken, dat dr. Kenwyn altijd
speelde," zei hij, daar hij een reden meende
gevonden te hebben voor haar heftige
vriendschap voor juffrouw Kenwyn. Zij zag
hem snel aan.
„Ik ben blij, dat u dat denkt," zei zij,
met meer warmte dan zij te voren getoond
haddat doet hij ookofschoon men er
hem gewoonlijk niet dankbaar voor is."
„Mijn vrienden Blanchard houden heel
veel van hem."
„Ja^" zei zo, ofschoon niet van harte j
„o, ik bedoel niet, dat iedereen dom is.
Het spijt me, dat de Kenwyns vanavond
niet komen," voegde zij er bij. „Hij heeft
het zeer druk men kan niet rekenen op
hem on Dolly wil niet zonder hem uit
gaan."
Konwyn' s laat-konien op den vorigen
avond zeido hem, dat dit niet geheel waar
was, en hij begreep, dat de uitlegging
iedere gedachte moest wegnemen, dat de
Kenwyn's niet wilden komen.
„Is hij niet getrouwd?" vroeg hij.
„O neen," zeide zij, met een verbaasde
openhartigheid, die hem geheel overtuigde,
dat hij ongelijk had gehad met een verbor
gen reden voor haar vriendschap voor juf
frouw Kenwyn te vermoeden. „Ik geloof
niet, dat hij ooit zal trouwen. Hij zegt, dat
con dokter, evenmin als een priester, be
hoort te trouwen."
Wij werden gestoord door de nadering
van Rosewarne.
„Ik ben bang, dat u mijn dochter niet be
lezen zult vinden," zeido hij, toen hii bij
hen kwam.
Maydenstone begon te voelen, dat, wat
hij het meest vervelendie van Rosewarne
vond, zijn hardnekkigheid was, om te pra
ten over het werk van do persoon, mot
wien hij sprak. Dat had hem zeker gehol
pen, om to slagenmaar het was geon aan
gename maatschappelijke ge-woonte.
„Esther is oen echt uihuizig meisje,"
ging Rosewarne voort „hot spijt haar al
tijd, dat zij geon man is."
Er klonk iots gevoeligs in den toon van
de laatste woorden, en Maydenstone be
dacht, dat het voor een man van Rose-
warne's eerzucht een groote teleurstelling
moest zijn, geen zoon te hebben, die zijn
naam en succes kon erven. Maar hij vond,
dat een man, die een dochter als Esther
had, weinig medelijden verdiende.
„Het daglicht is noodig om te kunnen
zien waar mijn dochter werkt," zei Rose
warne. „Zij haalt me bijna oen hoofdtuin
man uit. Gelukkig wil zij niets te maken
hobbon met kasplanten en dus wordt do
waardigheid van mijn tuinman Cowan ge
red. Wij schieten met ons drieën nogal
goed opmet alleen een beetje gezond ver
schil van mcening. Evenals do meeste des
kundigen is Cowan gesteld op bodden met
mooie bloemenik ben meor voor leibloe-
men en een ouderwetsehon tuin, terwijl
Esther's stokpaardje is, randen met ver
schillende planten. Met elkander moesten
wo mettertijd wat prachtigs voortbrengen
maar u moet eens op ccn middag komen,
om te zien wat wij doen."
Als Rosewarne over zijn tuin sprak, ver
dween de lichte gedwongenheid uit zijn hou
ding, cn zijn stem werd wat ruw, zooals dio
in zijn gewone spreken niet was. In zijn
hemdsmouwen en met zware schoenen, zijn
dikken, rooden nek bloot en een steencn
pijp in den mond. Hij meende ook, dab
Esther haar vader wat onderzoekend aan
keek, alsof zij aan een dergelijke voorstel
ling dacht en het daarmee eens was. Zij
zaten met hun drieën in een gezellig hoekjo
achter in de groote kamer, waar het niet
zoo mooi en weelderig was als in heb ove
rige deel. Maydenstono kroeg het gevoel,
dat hij den gang van het huishouden van
Rosewarne begon te bogrijpon. Alsof zij zijn
gedaohte raadd'e en er boos over werd,
bloosde Esther even c'n zij stond op, terwijl
zij haar vader in do redo viel met:
„Vader, u verveelt mijnheer Ma.ydon-
stone. Hii stelt niet het minste belang in
tuinieren."
De twee mannen keken haar na toen zij
cle. kamer doorging naar mevrouw Le
venthorpe. Dc flauwe weerkaatsing van
haar witte japon op den gewreven vloer
maakte haar schijnbaar grooter en teekend®
scherper de bcva'lligo beweging van haar
cleganto persoon. Ofschoon zij Mayden
stono aan pen gevangen® deed donken.