LEIDSCH m DAGBLAD. Donderdag 7 Augustus 1919. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON, PBIJS DER ADVERTENTIENi 00 Ots. per regel. Des Zatt-rdags 40 Ots, per regcL Kleine advertentiën Woensdag 75 Ots., Zaterdag f 1.bij een maximum larrtal moorden van 30. Incasso volgens post- jscht. Voor eventueel© opzending van briefen 10 Ots, porto te betalen. Bewijsnummer 5 CJtSi Bureau Noordeindspiein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PBIJS DEZEH COUBANT: .Voor Leiden p, 3 mnd, f2.10, p. week" fO.tO Duiten Lei-den, waar agenten ge vestigd zijn, per week a_s bls 0.15 Ptaaoo por post 2.ÖU Nummer 18231. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. GELDIG VERKLAARDE BONS. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis dat van af Vrijdag 8 Augustus tot en met Donderdag 14 Augustus zijn geldig verklaard Bon M 48 voor 3% ons SUIKER. KINDERMEELBOEKJE. Bon 13 voor 3*/j ons SUIKER. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 7 Augustus 1919. JACHT- De Commissaris d'er Koningin in de Provincie Zuid-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Sta ten dier provincie dd. 28 Juli 1919, no. 90; Gelet op art. 11 der- Wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge bovengenoemd besluit: lo. de opening der jacht op klein wild, vermeld in art. 17 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87), voor dit jaar in de pro vincie Zuid-Holland is vastgesteld op Za terdag 30 Augustus aanstaande met zons opgang, met uitzondering van de jacht op fazanten en hazen, waarvan de opening is vastgesteld op Woensdag 1 October aan staande, mede met zonsopgang 2o. van die opening voorts is uitgezon derd do uitoefening van het jachtbedrijf, vermeld in art. 15 lett. e, der aangehaalde wet 3o. de korte jacht dagelijks en de lange jacht slechts drie malen 's weeks, on wol des Woensdags, Vrijdags en Zaterdags mag worden uitgeoefend. ÏDèzc kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in hot Provinciaal Blad en in de Nederland- scho Staatscourant worden geplaatst. De Commissaris der Koningin voornoemd, KOLKMAN. lo.-C. 's-Gravcnhage, 31 Juli 1919. KinderzendingsïccsJ ep „Poelgeest." Ten einde meerdere belangstelling en warme liefde te wekken bij de jeugd voor de zaak der Zending, werd voor eenigen tyd alhier een comité gevormd, bestaande ait de hoeren dr. J. Riemens, voorzitter; dr. J. G. van Es, vice-voorzitter; J. F. de Heer, secretaris; D. Knotter, penningmeester; W. F. Eggink, A. ICnyff, N. Bakhuyzen en M. van der Voet. Door dit comité werd gisteren, V oensdag, voor de eerste maal een kinderzendingsfeest gehouden op het schoone landgoed „Poel geest", onder Oegstgeest, daartoe door de familie Willink bereidvaardig beschikbaar gesteld. Dit eerste kinderzendingsfeest mag vol komen geslaagd heeten. Ongeveer 1500 kin deren namen er aan deel. terwijl heb aantal volwassenen op minstens 500 wordb gescnat. Te halftwee werd de openingsrede uitge- sproken door ds. J. J. C. Karres, Ned.- Herv. pred. te Hazerswoude. nadat door heim de zegen des Hecren over dit feest was afgebeden. Ds: Karres sprak zijn blijdschap uit, dat zoovelen gehoor hadden gegeven aan den oproep van het comité en heette allen harte lijk welkom. Hij bracht ia herinnering hoe deze schoone buitenplaats door goede Zen dingsvrienden tot dit doel is afgestaan en sprak den wenscli uit, dat niets zou bescha digd worden door kleinen of grooteü. Hierna beklom' dr. J. G. van Es het spreekgestoelte. Hif deelde mede, dat de heer H. J. van dan Bosch door ongesteldheid verhinderd was het aangekondigde onderwerp; „De gods dienst der. Dajakkers op Borneo" te behan delen. Daarom was dr. Van Es door het comité aangewezen de tweede spreekbeurt te vervuilen. Spreker zou dus eenige mede- deelingen doen omtrent de medische zending. Hoeveel de zendelingen ook in het moeder land geleerd" mochten hébben, de zeden en gewoonten en de spreektaal leeren zij eerst recht kennen wanneer zij op hun Zendings- post gedurende eenigen tijd hebben vertoefd. De zendeling moet het vertrouwen der bevol king weten te verwerven. Verschillende we gen ataan hem) daartoe open. Het bouwen van scholen, waardoor do kinderen bereikt worden; het onderrichten der grooten in verschillend handwerk; het geven van beter inzicht in het bebouwen van het landf waren vroeger de middelen, die werden aangewend om' vertrouwen by de inlanders te wekken. De zendelingen bemerkten al spoedig op wei- Ken lagen trap de geneeskunde in de heiden- wereld sCoud. Spr. gaf hier van vele spreken de voorbeelden. De zendelingen legden zich dus meer en meer toe op het geven van raad en bijstand by verschillende ziekten. Doch van den zendeling is niet te vergen, dat nij bij zyn studie ook nog 'die der geneeskunde^ zou voegen al mag hij daarmede niet geheel onbekend -zyn. Daarom werden doctoren Uit gezonden, die aan het hoofd van Zendings hospitalen geplaatst werden. Zulke Zeniings- hcspitalen zijn reeds in 400 plaatsen geves tigd, met 800 doctoren. Het zendingshospi taal ce Djokja is een der meest bekende. Van dit hospitaal, waarvan de bekende dr. Scheurer gedurende vele jaren het hoofd was. werden door spr. zeer interessante me- dedeelingen gedaan. De geschiedenissen van Soedikon, Raden JVIoerdi en Nas3 Admon vielen zeer in den smaak der kleine en greote hoordersi De volgende spreker, de heer A. M. Ver schoor, van Leiden, wist de kinderen gerui- ffien tijd te boeien met het verhalen der lot gevallen van Ismaël en Benjamin, twee jonge Zendelingszonen aan boord van het schip; „Elvira", op de reis van Batavia naar Hol land. Hierna werd een pauze gehouden, waar van velen gebruik maakten om zich in de goed voorziene cantine te gaan verkwikken. Aardig was het te zien, hoe de jeugd zich op het uitgestrekte landgoed wiet te ver maken, terwijl toch nergens de orde ook slechts voor een oogenblik werd verstoord. Na de pauze vertelde de heer B. J. v. d. Meene, hoofd der Chr. School te Oegstgeest, de geschiedenis van Padjanko, een Tora-dja- jongen. De aandacht, waarmede iiy werd aangehoord, bewees voldoende, dat zijn dik wijls door humor gekruide rede de jeugd zeer beviel. Aan ds. W. Bouwman, Ger. pred. te Lei den, was het slechts vergund een zeer kort slotwoord te spreken, waarin hij dank bracht namens het comité aan de muziekvereni ging „Polyhymnia", aan de Chr. zangv. „Ledagoh" en aan allen, die'tot het wel slagen van dit feest hadden bijgedragen. Tot zijn groote blijdschap kon hy mededee- len, dat de hulp van dokter noch ver pleegster behoefte te worden ingeroepen. Hij 'dankt9 ook hen voor hun aanwezigheid en ging daarna voor in dankgebed. Te ruim 6 uur eindigde dit eerste, wel geslaagde kinderzendingsfeest op „Poel geest", waartoe het schoone zomerweder veel heeft 'bijgedragen. De afdeeling Leiden van de Neder- lancïsche Handel «reizigers vereeniging hield gisteren in den versierden tuin van ,,'t Posthof", aan don Loidsche-Straatweg een aardig kinderfeest, waarvoor, dank zij de vacantie, groote» belangstelling was, niet alleen van de kinderen, maar ook van de moeders. Het was cr heel gezellig. Een afdeeling van de stafmuziek van heb 4do Heg. Infanterie voerdo ecnigo nummers uit. Een goochelaar, „professor'-' Propér, vermaakte kleinen en grooten mot een reeks verrassende toeren, terwijl verschil lende wedstrijden waren uitgeschreven, voor jongens en voor mcises afzonderlijk. De grooto jongens toonden hun meester schap in het hardloopen, de kleineren poog den elkander in het st-okrapen den loef af te steken. Onder© meisjes legden proeven van bedrevenheid of in hoepelende kleine meisjes vermaakten zich met bel- tikken. Er was voor deze wedstrijden, waarmede aardige prijsjes waren te winnen, veel animo. Een tombola, waarvan ook de ouderen profiteerden, besloot den recht gezelligcn dag. De netto-opbrengst van inlcggelden, en- trée's, enz. was bestemd voor het vrijwil lig ondersteuningsfonds van bovengenoem de Verccniging, zoodat het nuttige ook hier, samen ging met het aangename'. In beide opzichten werd dit doel bereikt. Ter oere van het eeuwfeest der uni versiteit te Bonn heeft de juridische; facul teit aldaar den oud-hoogleeraar mr. S. J. Fockema Andreae, alhier, tot eere-doctor benoemd. De heer E. R. Beulink, alhier, is op de' bakkerij-ton toon 5 telling le Dordrecht bekroond met* een derden prijs voor Wcihnach-tstoHen Bij het eindexamen H. B. S. met vijf jarigen cursus, zyn geslaagd van de H. B. S. alhier; J. M. Cannoo en Charlotte H. P. Koorenhof. Uit de generale kas verleent de Alg. Synode der Ned.-Herv. Kerk voor den gods dienstonderwijzer tot het bezoeken van ge mengde gezinnen alhier f200. Gisteren is op klaarlichten dag inge broken in een woning aan den Zijlsingel. Voorwc-rpen van waarde, waaronder bedden ea dekens, zijn gestolen. Uit éen weide te Wassenaar zyn twee koeien weggehaald. De dieven zijn hier op gespoord. De politie heeft de verdachten aangehouden. STEUNCOMITÉ LEIDEN. Oorlogsloesiand 1914. In de afgeloopcu week meldden zich om steun aan 6 pers. Maakt met het totaal der vo rige weók 5377 pers. 5383 pers. Hiervan werden tot 46 Juli on dersteund 3375 pers. In de afgeloopen week kwamen voor steun in aanmerking 4 pers, 107 pers. 3379 pers. Thans worden door het Steun comité ondersteund. Verder worden door het Crisis- Comité ondersteund 149 pers. Door de wachtgeldregeling worden ondersteund 229 pers. De N. U. M. Men meldt ons van welinge lichte zijde: Van velerlei zijden wordt aangedrongen op liquidatie van de N. U. M. Dit onder werp werd herhaaldelijk besproken Itus- schen het departement van Landbouw, Nij verheid en Handel en het feestuur dier N. V.,en het is niet waarschijnlijk, dat do N. U. M spoedig zal ophouden te werken. Werd aanvankelijk verondersteld dat» de vrede op economisch gebied ontspan ning zou brengen, in talloozc artikelen houdt de duurte aan Zoo zijn er hier te lande voortgebrachte voedingsmiddelen, die in het buitonland een aanzienlijk hoo« gerc marktwaarde hebben dan hier, zoodat hot te voorzien is, dat opheffing van de uitvoerverboden die noodzakelijke levens behoefte q 700 niet geheel uit ons land zou de doea wegzuigen, dan toch do prijzen bovenmatig zou opjagen. Om die reden is de opheffing van uit voerverboden over de heele linie uitgeslo ten en eisclit het algemeen belang de handhaving van vele, ten einde naar om standigheden den uitvoer te verbieden of te beperken. Werd dus de N. U. M opgeheven en daarmede ctót geroutineerde en wel-uitge- jrusto uitvoer orgaan stopgezet, dan zou de Regcoring zich gedwongen zien daar voor andere organen in do plaats te stel len om den werkkring der N. TJ. M. over te nemen. Niet alleen zonden uit den aard der nieuwe Regeringskantoren bij ge brek aan ervaring in den aanvang bij den uitvoer veol meer vertraging veroorzaken dan thans hot geval is, doch do regeering zou daarmede weer belanden in de toe standen van het begin van den oorlog met zijn exportvereenigingen, later maximum prijzen en dstributic Do richting wordt thans ongewenschfc geacht. Zoo werd de gedachte geboren, die nu als leiddraad kan worden aangemerk. De Regeering stelt zich voor, in overleg met dè N. U. M. 0:1 zooveel mogelijk deskundig voorgelicht, door middel van N. U. M. heffingen jjrijscegelend op te treden, waar zulks uitvoerbaar zal blijken. Nedorlaudsehe voortbrengselen, van groot belang voor binnenlandsch gebruik, en waarvan de buitonlandsche marktwaarde grooten uitvoer, en ten gevolge daarvan, binnenlandeche prijsstijging, mag doen ver wachten, zullen worden getroffen door bui tengewone heffingen. Grondstoffen, clie niet van Nederlandsclio herkomst zijn, wettigen geen gelijksoortige vrocs en het ligt derhalve in de bedoeling om hiervan de uitvoerverboden op te bef fen. Tegenover dc hoogero N. U. M.-heffingen bovengenoemd, zal het mogelijk blijken om voor die bedrijven, waarbij uitvoer levens voorwaarde is en welke kunnen aantoonen, dat de normale N. U. M.-heffing van 1 pCt. prohibitief is, in overeg met belanghebben den en de regeeriug deze heffing te vermin deren. In aansluiting aan bovenstaand bericht, vernemen wij, dat binnenkort de opheffing kan worden tegemoet gezien van de uit voerverboden voor ruwe wol, ruwe kat-oen en hennep. Oe mclkvoorziening. Naar „De Msl> ver neemt, staat het thahe vast, dat door bemidde ling van liet Ministerie van Landbouw voor den aansta-anden winter aan de melkveehouders een aparte hoeveelheid veevoeder zal worden ver strekt ten behoove van de mclkvoorziening. Geen kaasuitveer. (Officieel). In verband met do vele aanvragen om vergunning tot uit voer van kaas wordt nogmaals uitdrukkelijk onder do aandacht van belanghebbendeu ge bracht, dat er iu de eerste tijden van uitvoer van kaas geen sprake kau zijii. Vatgroenten. De Minister van Landbouw, Nijerhcid on Handel hoeft het artikel vatgroon- tcu afgevoerd van do lijst van goederen, aange wezen krachtens do distributienet 1916 bij- be schikking van 12 October 1918," en ingetrokken de bij zijn beschikking van 23 Januari 1919 vastegstelde maximumprijzen a oor vatgroenten. Verkoop caseïne. De Minister van Land bouw, Nijverheid 011 Handel is voornemens een partij caseïne, groot ca. 80 000 K.G., weïke zich bevindt in hel Centraal-Pafchuis te Leeuwarden (Meelfabriek Fortuna. afd. Molen het Lam) bij iuschrijving to verkoopen, met rooht van uit voer naar alle landen. Benevens ongeveer 3S2 kisten, geschikt voor verpakking van caseïne. Suiker voor de binnenlandsche consumptie. Naar vernomen, wordt, zal de Centrale Suiker- Mij waarvan de oprichting onlangs bekend werd uit de vergaderingen van Westcr-Suiker- Raffinadcrij en „Hoüandia", onmiddellijk na dat voldoende suiker uit do nieuwe campagne beschikbaar is, suiker (melis van goede kwa liteit) vorkrijgbaar stellen op basis van f 70.25 netto contant, bij afneming van ten minslo 50 zak voor direct gebruik. Vaderlandslievende bctooging. Te Valken burg (L.), is Dinsdagavond oen groote vader landslievende betooging tegen annexatie en mode tegen het pro-Belgisch en Fransch tijd schrift „De Kronyk", aldaar verschijnend, ge houden. Duizenden inwoners, omwonenden en logés namen cr aan deel. Telegrammen van aanhankelijkheid Worden gezonden aan H. M. dc Koningin en minister Buys de Beerenbrouck. Verkeer met Engeland. Men schrijft aan „De N. Crt.": Het verkeer fcusscliën Nederland en "Enge land wordt iederen dag drukker. Terwijl een paar maanden geleden de' booten van de „Zeeland" ongeveer 4f) tot "50 passagiers per reis vervoerden, begint dit aantal thans reeds tot 200 te stijgen, en het zal natuurlijk in de toekomst nog voortdurend toenemen. En juist omdat dit verkeer meer uitbrei- diug vindt, achten wy het noodig de aan dacht te vestigen op een wantoestand, die' groote ontevredenheid wekt onder de reini gers en waaraan onmiddellijk een eind meet komen. >Vrj willen namelijk spreken, over, het ongehoord lange wachten, waaraan de passagiers in Folkestone blootgesteld zyn bij het vertrek. De boottrein, die Vrijdagavond Londen verliet, kwam om kwart voor elven te Fol kestone aan. De ongeveer tweehonderd pas sagiers drongen op een hoop te zamen voor. de deur van de kamer, waarin één be ambte van de Maatschappij zat, die één voor één hun namen opschreef. Voor die tweehonderd passagiers was dus ééu per soon aangesteld. De man deed zyn best en hem kan geen verwijt treffen. Doch wan neer wij slechts één minuut rekenen voor het opschrijven van iederen naam en het' tee kenen van het bekende formulier, waarbij de „Zeeland" van alle verantwoordelijkheid by een eventueel ongelijk ontslagen wordt, ko men wy tot de conclusie, dat de laatste passagiers niet minder dan drie uur moes ten wachten. Dat is dan ook Vrijdagavond gebeurd. De schuld daarvan is alléén, te wijten aan de Maatschappij „Zeeland", die, in plaats van één beambte, gr drie of vier voor dit werk zou moeten aanstellen. De Engelsche autoriteiten en ook onze Nederlandsche autoriteiten te Vlissmgen, tocnen in dezen een meer pracbischen zin dan een hmdélsonderneming als de „.Zed- land". immers, in Folkestone werden de paspoorten vlug afgestempeld door twee' ambtenaren en in Vjissingen door drie sol dalen. In minder dan een halfuur was dan ook iedereen aan wal. Zooals begrijpelijk, werd er onder de pas sagiers heel wat gemopperd. Het is lang. geen grapje in het holle van den nacht driei uur 'lang te wachten en dan doodvermoeid in het rytje te gaan staan aan boord, voor, het loketje van den purser. Wij meenen dus, dat het noodzakelijk is op dien wantoestand te wijzen, in het belang van het publiek en in het belang van de „Zeeland", die naar, ontevreden reizigers naar andere li/oen drijft. Gedurende den oorlog was het reizen aan allerlei beperkingen en chicanes ander worpen. De oorlog is thans gedaan en de autoriteiten beginnen zich veel inschikkelijker te toonen. Het is nu volstrekt onuoodig, dat de Scheepvaartlijnen haar taak overne men en het den passagiers lastig maken. Integendeel, zy dienen het verkeer in da hand te werken en het den reizigers zoo ge makkelijk mogelijk t-e maken, te meer, daar, zij hen lang niet voor een koopje vervoeren. De ex-krizer, Ia het Engelsche Lagerhuis eon vraag beantwoordend, zeide Bonar Law, dat do geallieerden hun beslissing betreffende het geding van den ox-keizer te Londen niet hadden gewijzigd, maar er konden geen stap- TH (Nadruk verboden.) 9) Haar groote, blauwe oogen dwaalden kalm en droomerig rond, alsof zij hun uit drukking voor haar eigen dingen bewaar de. Haar gelaatskleur en haar schijn- zachte, blanke armen gaven den indruk van „welverzorgd" te zijn. Zij zag er, vond Maydenstone, veel meer als do meesteres dan als de vrouw uit. Haar bewegingen waren langzaam, meer onverschillig dan koelhaar stem was diep en kalm. Tegen over Maydenstone toonde zij meer nieuws gierigheid dan beVingstelling, en hij voelde zich wat afgestooten, als door de berede neerde koelheid van een van nature warm voelende vrouw. Blijkbaar moest hij van haar nog het welkom verdienen, dat haar echtgenoot hem zoo hartelijk aanbood. Behalve do predikant en zijn vrouw wa ren do gaston die heer en - mevrouw Kitto, -die Maydenstone reed's op het feest bij Blanchard ontmoet had, en kolonel en me vrouw Trevelyan. Maydenstone begreep, dat kolonel Trevelyan de broeder van me vrouw Rosewarne was. De Kenwyns wa ren verhinderd te komen. Naar zijn ge sprek to oordeelen, was Kitto, de advo caat, een man met een onderkin, zand kleurig haar en knevel en gedienstige ma nieren, de officieele tusschenpersoon tus- schen Rosewarne en de stad Porth Enys. Maydenstone vond, dat iodereen wel een beetje bang van mevrouw Rosewarne was. Hoewel zij op dit oogenblik vroolijk ge noeg was, maakte zij toch min of meer den indruk van een onweer in de lucht. Maydenstone was blij te bemerken, dat hij juffrouw Rosewarne naar de tafel moest geleiden. Zij at haar soep op zakelijk© wijze en toen hij een paar opmerkingen maakte, had hij gelegenheid haar nader op to nemen. Haar bruine gelaatskleur, die in een scherpe lijn eindigde, waar haar japon haar slanken hals openliet, verried hem, dat zij heel veel in de buitenlucht was. Haar bloeiendo gezondheid bleek uit haar heldere bruine oogen, waarvan het wit schitterend klaar was, en roode lip pen, zoowel als uit het gemak en de gracio van haar bewegingen. Haar figuur was slank, maar gevuld, en haar handen waren zeer smal. Toen hij haar aan hun vorige ontmoeting herinnerde, zei zij onver schillig „O ja, ik zag u aan het veer en was be nieuwd wie u was." Blijkbaar hechtte zij geen bijzonder ge wicht aan het feit en hij had een gevoel alsof hij bijna onbeschaamd op zijn plaats gezet was, met een verzoek om do gewone praatjes te houden. Toen het ijs eenmaal gebroken was, sprak juffrouw Rosewarne veel, maar op een manier, die niet vleiend voor hem was „zij werkte het af," vond hij, evenals zij haar eten afwerkte. Zij leek wel voor dien avond opgewonden te zijn, om hem bezig to houden, zóó weinig liet zij hem van haar ware gevoelens zien. Hij zou blij geweest ziin, als hij had kurmen denken, dat zij er geen hadmaar juist het gevoel, dat zij iets had, wat andere mensehen «niet hadclen, maakte haar onverschilligheid zoo hinderlijk. Zij "was blijkbaar bang uitge hoord te worden, maar dat bewees slechts, dat zij hem verachtte of niet vertrouwde. Zij praatte gauw, en vermeed alles, wat het uitdrukken van een bepaalde meening zou kunnen uitlokken. Haar stem was verschil lend van toon, doordringend, maar toch rustighaar lippen bewogen zich meer dan de Engolschen gewoonlijk doen hij het spreken, en zij legde even den nadruk op zekero woorden, alsof zij er inwendig de bekoring van genoot. Maydenstone merkte op, dat haar vader en oom een eenigszins schertsenden toon tegen haar aannamen cn dat mijnheer Kitto gekheid met haar zou gemaakt heb ben, als hij gedurfd had: blijkbaar werd zij wat zonderling gevonden, ofschoon de reden daarvan niet duidelijk was. Het eenige, wat Maydenstone bij haar opmer kingen opviel, was do vormelijkheid. Zij zeid© steeds het ware woord op oon ma nier, dio hem bepaald ergerde. Eens noem de hij Sammy Lugg, zij keek hom toen op haar vreemde, zijdelingscho manier aan, en hij vleide zich, dat hij haar eindelijk gevangen hadmaar haar vertoon van be langstelling stierf onmiddellijk weg met do nuchtere opmerking „Een aardige oude schlem, hè Het is echt iemand van karakter." Na een paar hapjes echter, alsof eerlijkheid tegenover Sammy haar tegenzin om aan het sproken gebracht te worden, had overwonnen, voegde zij or bij„Hij bedelt niet on is niet bepaald een echte dronkaardhij heeft alleen nu en dan de hoogte uit pure vroolijkheid. Als hij niet meer dan een shilling heeft, kan hij dien geheel opma ken en nuchter blijven, maar als hij een halvo kroon heeft, doen do eerste drie stuivers het hem al. De gedachte alleen stijgt hem naar het hoofd en -Sammy i6 veel fatsoenlijker dan u zoudt denken; hij is nogal een vriond van mij." Mevrouw Rosewarne keek van onder haar zwarte witte oogleden naar Esther, alsof zij verbaasd was, haar zooveel te hoo- ron sproken. Daarna keek zij naar May denstone cn hij voelde, dat, welke belang stelling zij voor hem koesterde, dit met betrekking tot Esther was. Blijkbaar had hij haar meer aati het praten gekregen dan men zou verwacht hebben. Volgens me vrouw Rosewarne was db reden hiervan, dlat hij een merkwaardig man moest zijn oen van Esther's soort, wat dat dan ook beteekenen mocht. Mevrouw Rosewarne vroeg hem of hij zich op do partij van Blanchard geamuseerd had on tot zicht bar© ergernis van Esther bracht zij hot ge sprek op juffrouw Kenwyn. „Ik geloof, dat wij hot allen eens zijn," seido mijnheer Leventhorpe, die tusschen Esther cn haar stiefmoeder zat, „dat juf frouw Kenwyn eon zeer aantrekkelijk meisje is. Misschien is zij wat te braaf cn te good voor het gowone dagelijksche leven bedoelt u dat niet, mevrouw Rose warne?" „Ik buig me voor een deskundig oondteel omtrent goedheid'," zei ze; „maar om tot meer wereldsche zaken terug te keeren, drinkt u nog niet een glas wijn, mijnheer Leventhorpe?" Een luid on onverwacht „Ha, ha!" als van een ingehouden lachen, dat hij te be leefd was geweest, zonder "voorwendsel te doen hoor en, kwam van kolonel Trevelyan aan den anderen kant van de tafel, en me vrouw Leventhorpe, die een zachte, teer uitziende vrouw.was, bloosde pijulijk. De predikant vulde zijn glas met een verle gen blik, alsof hem de gelegenheid benomen was, zijn mconing uit to leggen. Terwijl hij de karaf nog in zijn hand had, gcbcurdo er iets. De deur van do eetkamer was dat oogen blik open voor het zachte heen en weer gaan van geoefend personeel. Daarna hoor de men geschuifel in de gang, het loven van een blad, dat viel en een verschrikt „O, mijn hemel." van een dienstmeisje. Maydisnstone keek onwillekeurig om. Het licht van cüe lampen in do vestibule viel op het zilverwitte haar van een zeer oud man, wiens magene, bi00t-e feeenen tuit zijn nachthemd te voorschijn kwamen, en dio zich verzette tegen den greep van een knecht, die er meer pleizier in had dan dat hij boos was. Alsof do zaak toch al te ver gegaan was, zoodat verdere stoornis er niet op aankwam-, werd do deur van buiten dicht geworpen na cBen kreet van den ouden man, „Ik wil geon heer zijnLaat iemand mij naar de benedenstad brengen; breng mo naar do benedenstad Mijnheer Leventhorpe gooide zijn glas om en ging hevig met zijn servet aan het opnemen. Do Kitto's keken elkander en daarna Rosewarne verschrikt aan. Hij was donkerrood geworden na den kreet van dcu oucïen. man, en keek nu op zijn bord, alsof hij de oogen van zijn vrouw wilde ont wijken, dio een blik van sarcastisch ple zier naar haar broeder wierp. Maar het gedrag van Esther hield Maydenstone bezig. Zij was eerst half van haar stoel op gestaan met een zacht ,,0!" als van ge kwetste genegenheid, maar in de ©ogen blikkelijke verwarring, veroorzaakt door Leventhorpe's heldendaad, ging zij weer zitten. - (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1