LEIDSCH m DAGBLAD.
Donderdag 7 Augustus 1919.
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON,
PBIJS DER ADVERTENTIENi
00 Ots. per regel. Des Zatt-rdags 40 Ots,
per regcL Kleine advertentiën Woensdag
75 Ots., Zaterdag f 1.bij een maximum
larrtal moorden van 30. Incasso volgens post-
jscht. Voor eventueel© opzending van briefen
10 Ots, porto te betalen. Bewijsnummer 5 CJtSi
Bureau Noordeindspiein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PBIJS DEZEH COUBANT:
.Voor Leiden p, 3 mnd, f2.10, p. week" fO.tO
Duiten Lei-den, waar agenten ge
vestigd zijn, per week a_s bls 0.15
Ptaaoo por post 2.ÖU
Nummer 18231.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
GELDIG VERKLAARDE BONS.
De Burgemeester der gemeente Leiden
brengt ter algemeene kennis dat van af
Vrijdag 8 Augustus tot en met Donderdag
14 Augustus zijn geldig verklaard
Bon M 48 voor 3% ons SUIKER.
KINDERMEELBOEKJE.
Bon 13 voor 3*/j ons SUIKER.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 7 Augustus 1919.
JACHT-
De Commissaris d'er Koningin in de
Provincie Zuid-Holland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Sta
ten dier provincie dd. 28 Juli 1919, no. 90;
Gelet op art. 11 der- Wet van 13 Juni
1857 (Staatsblad no. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat, ingevolge bovengenoemd besluit:
lo. de opening der jacht op klein wild,
vermeld in art. 17 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no. 87), voor dit jaar in de pro
vincie Zuid-Holland is vastgesteld op Za
terdag 30 Augustus aanstaande met zons
opgang, met uitzondering van de jacht op
fazanten en hazen, waarvan de opening is
vastgesteld op Woensdag 1 October aan
staande, mede met zonsopgang
2o. van die opening voorts is uitgezon
derd do uitoefening van het jachtbedrijf,
vermeld in art. 15 lett. e, der aangehaalde
wet
3o. de korte jacht dagelijks en de lange
jacht slechts drie malen 's weeks, on wol
des Woensdags, Vrijdags en Zaterdags mag
worden uitgeoefend.
ÏDèzc kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt waar
zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in
hot Provinciaal Blad en in de Nederland-
scho Staatscourant worden geplaatst.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
KOLKMAN. lo.-C.
's-Gravcnhage, 31 Juli 1919.
KinderzendingsïccsJ ep „Poelgeest."
Ten einde meerdere belangstelling en
warme liefde te wekken bij de jeugd voor
de zaak der Zending, werd voor eenigen
tyd alhier een comité gevormd, bestaande ait
de hoeren dr. J. Riemens, voorzitter; dr. J.
G. van Es, vice-voorzitter; J. F. de Heer,
secretaris; D. Knotter, penningmeester; W.
F. Eggink, A. ICnyff, N. Bakhuyzen en M.
van der Voet.
Door dit comité werd gisteren, V oensdag,
voor de eerste maal een kinderzendingsfeest
gehouden op het schoone landgoed „Poel
geest", onder Oegstgeest, daartoe door de
familie Willink bereidvaardig beschikbaar
gesteld.
Dit eerste kinderzendingsfeest mag vol
komen geslaagd heeten. Ongeveer 1500 kin
deren namen er aan deel. terwijl heb aantal
volwassenen op minstens 500 wordb gescnat.
Te halftwee werd de openingsrede uitge-
sproken door ds. J. J. C. Karres, Ned.-
Herv. pred. te Hazerswoude. nadat door heim
de zegen des Hecren over dit feest was
afgebeden.
Ds: Karres sprak zijn blijdschap uit, dat
zoovelen gehoor hadden gegeven aan den
oproep van het comité en heette allen harte
lijk welkom. Hij bracht ia herinnering hoe
deze schoone buitenplaats door goede Zen
dingsvrienden tot dit doel is afgestaan en
sprak den wenscli uit, dat niets zou bescha
digd worden door kleinen of grooteü. Hierna
beklom' dr. J. G. van Es het spreekgestoelte.
Hif deelde mede, dat de heer H. J. van dan
Bosch door ongesteldheid verhinderd was
het aangekondigde onderwerp; „De gods
dienst der. Dajakkers op Borneo" te behan
delen. Daarom was dr. Van Es door het
comité aangewezen de tweede spreekbeurt
te vervuilen. Spreker zou dus eenige mede-
deelingen doen omtrent de medische zending.
Hoeveel de zendelingen ook in het moeder
land geleerd" mochten hébben, de zeden en
gewoonten en de spreektaal leeren zij eerst
recht kennen wanneer zij op hun Zendings-
post gedurende eenigen tijd hebben vertoefd.
De zendeling moet het vertrouwen der bevol
king weten te verwerven. Verschillende we
gen ataan hem) daartoe open. Het bouwen
van scholen, waardoor do kinderen bereikt
worden; het onderrichten der grooten in
verschillend handwerk; het geven van beter
inzicht in het bebouwen van het landf waren
vroeger de middelen, die werden aangewend
om' vertrouwen by de inlanders te wekken.
De zendelingen bemerkten al spoedig op wei-
Ken lagen trap de geneeskunde in de heiden-
wereld sCoud. Spr. gaf hier van vele spreken
de voorbeelden. De zendelingen legden zich
dus meer en meer toe op het geven van raad
en bijstand by verschillende ziekten. Doch
van den zendeling is niet te vergen, dat nij
bij zyn studie ook nog 'die der geneeskunde^
zou voegen al mag hij daarmede niet geheel
onbekend -zyn. Daarom werden doctoren Uit
gezonden, die aan het hoofd van Zendings
hospitalen geplaatst werden. Zulke Zeniings-
hcspitalen zijn reeds in 400 plaatsen geves
tigd, met 800 doctoren. Het zendingshospi
taal ce Djokja is een der meest bekende.
Van dit hospitaal, waarvan de bekende dr.
Scheurer gedurende vele jaren het hoofd
was. werden door spr. zeer interessante me-
dedeelingen gedaan. De geschiedenissen van
Soedikon, Raden JVIoerdi en Nas3 Admon
vielen zeer in den smaak der kleine en
greote hoordersi
De volgende spreker, de heer A. M. Ver
schoor, van Leiden, wist de kinderen gerui-
ffien tijd te boeien met het verhalen der lot
gevallen van Ismaël en Benjamin, twee jonge
Zendelingszonen aan boord van het schip;
„Elvira", op de reis van Batavia naar Hol
land.
Hierna werd een pauze gehouden, waar
van velen gebruik maakten om zich in de
goed voorziene cantine te gaan verkwikken.
Aardig was het te zien, hoe de jeugd zich
op het uitgestrekte landgoed wiet te ver
maken, terwijl toch nergens de orde ook
slechts voor een oogenblik werd verstoord.
Na de pauze vertelde de heer B. J. v. d.
Meene, hoofd der Chr. School te Oegstgeest,
de geschiedenis van Padjanko, een Tora-dja-
jongen. De aandacht, waarmede iiy werd
aangehoord, bewees voldoende, dat zijn dik
wijls door humor gekruide rede de jeugd
zeer beviel.
Aan ds. W. Bouwman, Ger. pred. te Lei
den, was het slechts vergund een zeer kort
slotwoord te spreken, waarin hij dank bracht
namens het comité aan de muziekvereni
ging „Polyhymnia", aan de Chr. zangv.
„Ledagoh" en aan allen, die'tot het wel
slagen van dit feest hadden bijgedragen.
Tot zijn groote blijdschap kon hy mededee-
len, dat de hulp van dokter noch ver
pleegster behoefte te worden ingeroepen.
Hij 'dankt9 ook hen voor hun aanwezigheid
en ging daarna voor in dankgebed.
Te ruim 6 uur eindigde dit eerste, wel
geslaagde kinderzendingsfeest op „Poel
geest", waartoe het schoone zomerweder veel
heeft 'bijgedragen.
De afdeeling Leiden van de Neder-
lancïsche Handel «reizigers vereeniging hield
gisteren in den versierden tuin van
,,'t Posthof", aan don Loidsche-Straatweg
een aardig kinderfeest, waarvoor, dank zij
de vacantie, groote» belangstelling was,
niet alleen van de kinderen, maar ook van
de moeders. Het was cr heel gezellig. Een
afdeeling van de stafmuziek van heb 4do
Heg. Infanterie voerdo ecnigo nummers
uit. Een goochelaar, „professor'-' Propér,
vermaakte kleinen en grooten mot een
reeks verrassende toeren, terwijl verschil
lende wedstrijden waren uitgeschreven,
voor jongens en voor mcises afzonderlijk.
De grooto jongens toonden hun meester
schap in het hardloopen, de kleineren poog
den elkander in het st-okrapen den loef af
te steken. Onder© meisjes legden proeven
van bedrevenheid of in hoepelende
kleine meisjes vermaakten zich met bel-
tikken.
Er was voor deze wedstrijden, waarmede
aardige prijsjes waren te winnen, veel
animo.
Een tombola, waarvan ook de ouderen
profiteerden, besloot den recht gezelligcn
dag.
De netto-opbrengst van inlcggelden, en-
trée's, enz. was bestemd voor het vrijwil
lig ondersteuningsfonds van bovengenoem
de Verccniging, zoodat het nuttige ook
hier, samen ging met het aangename'. In
beide opzichten werd dit doel bereikt.
Ter oere van het eeuwfeest der uni
versiteit te Bonn heeft de juridische; facul
teit aldaar den oud-hoogleeraar mr. S. J.
Fockema Andreae, alhier, tot eere-doctor
benoemd.
De heer E. R. Beulink, alhier, is op de'
bakkerij-ton toon 5 telling le Dordrecht bekroond
met* een derden prijs voor Wcihnach-tstoHen
Bij het eindexamen H. B. S. met vijf
jarigen cursus, zyn geslaagd van de H. B. S.
alhier; J. M. Cannoo en Charlotte H. P.
Koorenhof.
Uit de generale kas verleent de Alg.
Synode der Ned.-Herv. Kerk voor den gods
dienstonderwijzer tot het bezoeken van ge
mengde gezinnen alhier f200.
Gisteren is op klaarlichten dag inge
broken in een woning aan den Zijlsingel.
Voorwc-rpen van waarde, waaronder bedden
ea dekens, zijn gestolen.
Uit éen weide te Wassenaar zyn twee
koeien weggehaald. De dieven zijn hier op
gespoord. De politie heeft de verdachten
aangehouden.
STEUNCOMITÉ LEIDEN.
Oorlogsloesiand 1914.
In de afgeloopcu week meldden
zich om steun aan 6 pers.
Maakt met het totaal der vo
rige weók 5377 pers.
5383 pers.
Hiervan werden tot 46 Juli on
dersteund 3375 pers.
In de afgeloopen week kwamen
voor steun in aanmerking 4 pers,
107 pers.
3379 pers.
Thans worden door het Steun
comité ondersteund.
Verder worden door het Crisis-
Comité ondersteund 149 pers.
Door de wachtgeldregeling
worden ondersteund 229 pers.
De N. U. M. Men meldt ons van welinge
lichte zijde:
Van velerlei zijden wordt aangedrongen
op liquidatie van de N. U. M. Dit onder
werp werd herhaaldelijk besproken Itus-
schen het departement van Landbouw, Nij
verheid en Handel en het feestuur dier
N. V.,en het is niet waarschijnlijk, dat do
N. U. M spoedig zal ophouden te werken.
Werd aanvankelijk verondersteld dat»
de vrede op economisch gebied ontspan
ning zou brengen, in talloozc artikelen
houdt de duurte aan Zoo zijn er hier te
lande voortgebrachte voedingsmiddelen,
die in het buitonland een aanzienlijk hoo«
gerc marktwaarde hebben dan hier, zoodat
hot te voorzien is, dat opheffing van de
uitvoerverboden die noodzakelijke levens
behoefte q 700 niet geheel uit ons land zou
de doea wegzuigen, dan toch do prijzen
bovenmatig zou opjagen.
Om die reden is de opheffing van uit
voerverboden over de heele linie uitgeslo
ten en eisclit het algemeen belang de
handhaving van vele, ten einde naar om
standigheden den uitvoer te verbieden of
te beperken.
Werd dus de N. U. M opgeheven en
daarmede ctót geroutineerde en wel-uitge-
jrusto uitvoer orgaan stopgezet, dan zou
de Regcoring zich gedwongen zien daar
voor andere organen in do plaats te stel
len om den werkkring der N. TJ. M. over
te nemen. Niet alleen zonden uit den aard
der nieuwe Regeringskantoren bij ge
brek aan ervaring in den aanvang bij den
uitvoer veol meer vertraging veroorzaken
dan thans hot geval is, doch do regeering
zou daarmede weer belanden in de toe
standen van het begin van den oorlog met
zijn exportvereenigingen, later maximum
prijzen en dstributic Do richting wordt
thans ongewenschfc geacht.
Zoo werd de gedachte geboren, die nu
als leiddraad kan worden aangemerk. De
Regeering stelt zich voor, in overleg met
dè N. U. M. 0:1 zooveel mogelijk deskundig
voorgelicht, door middel van N. U. M.
heffingen jjrijscegelend op te treden, waar
zulks uitvoerbaar zal blijken.
Nedorlaudsehe voortbrengselen, van groot
belang voor binnenlandsch gebruik, en
waarvan de buitonlandsche marktwaarde
grooten uitvoer, en ten gevolge daarvan,
binnenlandeche prijsstijging, mag doen ver
wachten, zullen worden getroffen door bui
tengewone heffingen.
Grondstoffen, clie niet van Nederlandsclio
herkomst zijn, wettigen geen gelijksoortige
vrocs en het ligt derhalve in de bedoeling
om hiervan de uitvoerverboden op te bef
fen.
Tegenover dc hoogero N. U. M.-heffingen
bovengenoemd, zal het mogelijk blijken om
voor die bedrijven, waarbij uitvoer levens
voorwaarde is en welke kunnen aantoonen,
dat de normale N. U. M.-heffing van 1 pCt.
prohibitief is, in overeg met belanghebben
den en de regeeriug deze heffing te vermin
deren.
In aansluiting aan bovenstaand bericht,
vernemen wij, dat binnenkort de opheffing
kan worden tegemoet gezien van de uit
voerverboden voor ruwe wol, ruwe kat-oen
en hennep.
Oe mclkvoorziening. Naar „De Msl> ver
neemt, staat het thahe vast, dat door bemidde
ling van liet Ministerie van Landbouw voor den
aansta-anden winter aan de melkveehouders een
aparte hoeveelheid veevoeder zal worden ver
strekt ten behoove van de mclkvoorziening.
Geen kaasuitveer. (Officieel). In verband
met do vele aanvragen om vergunning tot uit
voer van kaas wordt nogmaals uitdrukkelijk
onder do aandacht van belanghebbendeu ge
bracht, dat er iu de eerste tijden van uitvoer
van kaas geen sprake kau zijii.
Vatgroenten. De Minister van Landbouw,
Nijerhcid on Handel hoeft het artikel vatgroon-
tcu afgevoerd van do lijst van goederen, aange
wezen krachtens do distributienet 1916 bij- be
schikking van 12 October 1918," en ingetrokken
de bij zijn beschikking van 23 Januari 1919
vastegstelde maximumprijzen a oor vatgroenten.
Verkoop caseïne. De Minister van Land
bouw, Nijverheid 011 Handel is voornemens een
partij caseïne, groot ca. 80 000 K.G., weïke zich
bevindt in hel Centraal-Pafchuis te Leeuwarden
(Meelfabriek Fortuna. afd. Molen het Lam) bij
iuschrijving to verkoopen, met rooht van uit
voer naar alle landen. Benevens ongeveer 3S2
kisten, geschikt voor verpakking van caseïne.
Suiker voor de binnenlandsche consumptie.
Naar vernomen, wordt, zal de Centrale Suiker-
Mij waarvan de oprichting onlangs bekend
werd uit de vergaderingen van Westcr-Suiker-
Raffinadcrij en „Hoüandia", onmiddellijk na
dat voldoende suiker uit do nieuwe campagne
beschikbaar is, suiker (melis van goede kwa
liteit) vorkrijgbaar stellen op basis van f 70.25
netto contant, bij afneming van ten minslo 50
zak voor direct gebruik.
Vaderlandslievende bctooging. Te Valken
burg (L.), is Dinsdagavond oen groote vader
landslievende betooging tegen annexatie en
mode tegen het pro-Belgisch en Fransch tijd
schrift „De Kronyk", aldaar verschijnend, ge
houden. Duizenden inwoners, omwonenden en
logés namen cr aan deel. Telegrammen van
aanhankelijkheid Worden gezonden aan H. M.
dc Koningin en minister Buys de Beerenbrouck.
Verkeer met Engeland. Men schrijft aan
„De N. Crt.":
Het verkeer fcusscliën Nederland en "Enge
land wordt iederen dag drukker. Terwijl
een paar maanden geleden de' booten van
de „Zeeland" ongeveer 4f) tot "50 passagiers
per reis vervoerden, begint dit aantal
thans reeds tot 200 te stijgen, en het zal
natuurlijk in de toekomst nog voortdurend
toenemen.
En juist omdat dit verkeer meer uitbrei-
diug vindt, achten wy het noodig de aan
dacht te vestigen op een wantoestand, die'
groote ontevredenheid wekt onder de reini
gers en waaraan onmiddellijk een eind
meet komen. >Vrj willen namelijk spreken,
over, het ongehoord lange wachten, waaraan
de passagiers in Folkestone blootgesteld zyn
bij het vertrek.
De boottrein, die Vrijdagavond Londen
verliet, kwam om kwart voor elven te Fol
kestone aan. De ongeveer tweehonderd pas
sagiers drongen op een hoop te zamen voor.
de deur van de kamer, waarin één be
ambte van de Maatschappij zat, die één
voor één hun namen opschreef. Voor die
tweehonderd passagiers was dus ééu per
soon aangesteld. De man deed zyn best en
hem kan geen verwijt treffen. Doch wan
neer wij slechts één minuut rekenen voor het
opschrijven van iederen naam en het' tee
kenen van het bekende formulier, waarbij de
„Zeeland" van alle verantwoordelijkheid by
een eventueel ongelijk ontslagen wordt, ko
men wy tot de conclusie, dat de laatste
passagiers niet minder dan drie uur moes
ten wachten. Dat is dan ook Vrijdagavond
gebeurd. De schuld daarvan is alléén, te
wijten aan de Maatschappij „Zeeland", die,
in plaats van één beambte, gr drie of vier
voor dit werk zou moeten aanstellen.
De Engelsche autoriteiten en ook onze
Nederlandsche autoriteiten te Vlissmgen,
tocnen in dezen een meer pracbischen zin
dan een hmdélsonderneming als de „.Zed-
land". immers, in Folkestone werden de
paspoorten vlug afgestempeld door twee'
ambtenaren en in Vjissingen door drie sol
dalen. In minder dan een halfuur was dan
ook iedereen aan wal.
Zooals begrijpelijk, werd er onder de pas
sagiers heel wat gemopperd. Het is lang.
geen grapje in het holle van den nacht driei
uur 'lang te wachten en dan doodvermoeid
in het rytje te gaan staan aan boord, voor,
het loketje van den purser. Wij meenen dus,
dat het noodzakelijk is op dien wantoestand
te wijzen, in het belang van het publiek en
in het belang van de „Zeeland", die naar,
ontevreden reizigers naar andere li/oen
drijft. Gedurende den oorlog was het reizen
aan allerlei beperkingen en chicanes ander
worpen. De oorlog is thans gedaan en de
autoriteiten beginnen zich veel inschikkelijker
te toonen. Het is nu volstrekt onuoodig,
dat de Scheepvaartlijnen haar taak overne
men en het den passagiers lastig maken.
Integendeel, zy dienen het verkeer in da
hand te werken en het den reizigers zoo ge
makkelijk mogelijk t-e maken, te meer, daar,
zij hen lang niet voor een koopje vervoeren.
De ex-krizer, Ia het Engelsche Lagerhuis
eon vraag beantwoordend, zeide Bonar Law,
dat do geallieerden hun beslissing betreffende
het geding van den ox-keizer te Londen niet
hadden gewijzigd, maar er konden geen stap-
TH
(Nadruk verboden.)
9)
Haar groote, blauwe oogen dwaalden
kalm en droomerig rond, alsof zij hun uit
drukking voor haar eigen dingen bewaar
de. Haar gelaatskleur en haar schijn-
zachte, blanke armen gaven den indruk
van „welverzorgd" te zijn. Zij zag er, vond
Maydenstone, veel meer als do meesteres
dan als de vrouw uit. Haar bewegingen
waren langzaam, meer onverschillig dan
koelhaar stem was diep en kalm. Tegen
over Maydenstone toonde zij meer nieuws
gierigheid dan beVingstelling, en hij voelde
zich wat afgestooten, als door de berede
neerde koelheid van een van nature warm
voelende vrouw. Blijkbaar moest hij van
haar nog het welkom verdienen, dat haar
echtgenoot hem zoo hartelijk aanbood.
Behalve do predikant en zijn vrouw wa
ren do gaston die heer en - mevrouw Kitto,
-die Maydenstone reed's op het feest bij
Blanchard ontmoet had, en kolonel en me
vrouw Trevelyan. Maydenstone begreep,
dat kolonel Trevelyan de broeder van me
vrouw Rosewarne was. De Kenwyns wa
ren verhinderd te komen. Naar zijn ge
sprek to oordeelen, was Kitto, de advo
caat, een man met een onderkin, zand
kleurig haar en knevel en gedienstige ma
nieren, de officieele tusschenpersoon tus-
schen Rosewarne en de stad Porth Enys.
Maydenstone vond, dat iodereen wel een
beetje bang van mevrouw Rosewarne was.
Hoewel zij op dit oogenblik vroolijk ge
noeg was, maakte zij toch min of meer den
indruk van een onweer in de lucht.
Maydenstone was blij te bemerken, dat
hij juffrouw Rosewarne naar de tafel moest
geleiden. Zij at haar soep op zakelijk©
wijze en toen hij een paar opmerkingen
maakte, had hij gelegenheid haar nader
op to nemen. Haar bruine gelaatskleur,
die in een scherpe lijn eindigde, waar haar
japon haar slanken hals openliet, verried
hem, dat zij heel veel in de buitenlucht
was. Haar bloeiendo gezondheid bleek uit
haar heldere bruine oogen, waarvan het
wit schitterend klaar was, en roode lip
pen, zoowel als uit het gemak en de gracio
van haar bewegingen. Haar figuur was
slank, maar gevuld, en haar handen waren
zeer smal. Toen hij haar aan hun vorige
ontmoeting herinnerde, zei zij onver
schillig
„O ja, ik zag u aan het veer en was be
nieuwd wie u was."
Blijkbaar hechtte zij geen bijzonder ge
wicht aan het feit en hij had een gevoel
alsof hij bijna onbeschaamd op zijn plaats
gezet was, met een verzoek om do gewone
praatjes te houden. Toen het ijs eenmaal
gebroken was, sprak juffrouw Rosewarne
veel, maar op een manier, die niet vleiend
voor hem was „zij werkte het af," vond
hij, evenals zij haar eten afwerkte. Zij leek
wel voor dien avond opgewonden te zijn,
om hem bezig to houden, zóó weinig liet zij
hem van haar ware gevoelens zien. Hij zou
blij geweest ziin, als hij had kurmen denken,
dat zij er geen hadmaar juist het gevoel,
dat zij iets had, wat andere mensehen «niet
hadclen, maakte haar onverschilligheid zoo
hinderlijk. Zij "was blijkbaar bang uitge
hoord te worden, maar dat bewees slechts,
dat zij hem verachtte of niet vertrouwde.
Zij praatte gauw, en vermeed alles, wat het
uitdrukken van een bepaalde meening zou
kunnen uitlokken. Haar stem was verschil
lend van toon, doordringend, maar toch
rustighaar lippen bewogen zich meer dan
de Engolschen gewoonlijk doen hij het
spreken, en zij legde even den nadruk op
zekero woorden, alsof zij er inwendig de
bekoring van genoot.
Maydenstone merkte op, dat haar vader
en oom een eenigszins schertsenden toon
tegen haar aannamen cn dat mijnheer
Kitto gekheid met haar zou gemaakt heb
ben, als hij gedurfd had: blijkbaar werd
zij wat zonderling gevonden, ofschoon de
reden daarvan niet duidelijk was. Het
eenige, wat Maydenstone bij haar opmer
kingen opviel, was do vormelijkheid. Zij
zeid© steeds het ware woord op oon ma
nier, dio hem bepaald ergerde. Eens noem
de hij Sammy Lugg, zij keek hom toen op
haar vreemde, zijdelingscho manier aan,
en hij vleide zich, dat hij haar eindelijk
gevangen hadmaar haar vertoon van be
langstelling stierf onmiddellijk weg met do
nuchtere opmerking
„Een aardige oude schlem, hè Het is
echt iemand van karakter." Na een paar
hapjes echter, alsof eerlijkheid tegenover
Sammy haar tegenzin om aan het sproken
gebracht te worden, had overwonnen,
voegde zij or bij„Hij bedelt niet on is
niet bepaald een echte dronkaardhij
heeft alleen nu en dan de hoogte uit pure
vroolijkheid. Als hij niet meer dan een
shilling heeft, kan hij dien geheel opma
ken en nuchter blijven, maar als hij een
halvo kroon heeft, doen do eerste drie
stuivers het hem al. De gedachte alleen
stijgt hem naar het hoofd en -Sammy i6 veel
fatsoenlijker dan u zoudt denken; hij is
nogal een vriond van mij."
Mevrouw Rosewarne keek van onder
haar zwarte witte oogleden naar Esther,
alsof zij verbaasd was, haar zooveel te hoo-
ron sproken. Daarna keek zij naar May
denstone cn hij voelde, dat, welke belang
stelling zij voor hem koesterde, dit met
betrekking tot Esther was. Blijkbaar had
hij haar meer aati het praten gekregen dan
men zou verwacht hebben. Volgens me
vrouw Rosewarne was db reden hiervan,
dlat hij een merkwaardig man moest zijn
oen van Esther's soort, wat dat dan ook
beteekenen mocht. Mevrouw Rosewarne
vroeg hem of hij zich op do partij van
Blanchard geamuseerd had on tot zicht
bar© ergernis van Esther bracht zij hot ge
sprek op juffrouw Kenwyn.
„Ik geloof, dat wij hot allen eens zijn,"
seido mijnheer Leventhorpe, die tusschen
Esther cn haar stiefmoeder zat, „dat juf
frouw Kenwyn eon zeer aantrekkelijk
meisje is. Misschien is zij wat te braaf cn
te good voor het gowone dagelijksche leven
bedoelt u dat niet, mevrouw Rose
warne?"
„Ik buig me voor een deskundig oondteel
omtrent goedheid'," zei ze; „maar om tot
meer wereldsche zaken terug te keeren,
drinkt u nog niet een glas wijn, mijnheer
Leventhorpe?"
Een luid on onverwacht „Ha, ha!" als
van een ingehouden lachen, dat hij te be
leefd was geweest, zonder "voorwendsel te
doen hoor en, kwam van kolonel Trevelyan
aan den anderen kant van de tafel, en me
vrouw Leventhorpe, die een zachte, teer
uitziende vrouw.was, bloosde pijulijk. De
predikant vulde zijn glas met een verle
gen blik, alsof hem de gelegenheid benomen
was, zijn mconing uit to leggen. Terwijl hij
de karaf nog in zijn hand had, gcbcurdo
er iets.
De deur van do eetkamer was dat oogen
blik open voor het zachte heen en weer
gaan van geoefend personeel. Daarna hoor
de men geschuifel in de gang, het loven
van een blad, dat viel en een verschrikt
„O, mijn hemel." van een dienstmeisje.
Maydisnstone keek onwillekeurig om. Het
licht van cüe lampen in do vestibule viel op
het zilverwitte haar van een zeer oud man,
wiens magene, bi00t-e feeenen tuit zijn
nachthemd te voorschijn kwamen, en dio
zich verzette tegen den greep van een
knecht, die er meer pleizier in had dan dat
hij boos was. Alsof do zaak toch al te ver
gegaan was, zoodat verdere stoornis er niet
op aankwam-, werd do deur van buiten dicht
geworpen na cBen kreet van den ouden man,
„Ik wil geon heer zijnLaat iemand mij
naar de benedenstad brengen; breng mo
naar do benedenstad
Mijnheer Leventhorpe gooide zijn glas
om en ging hevig met zijn servet aan het
opnemen. Do Kitto's keken elkander en
daarna Rosewarne verschrikt aan. Hij was
donkerrood geworden na den kreet van
dcu oucïen. man, en keek nu op zijn bord,
alsof hij de oogen van zijn vrouw wilde ont
wijken, dio een blik van sarcastisch ple
zier naar haar broeder wierp. Maar het
gedrag van Esther hield Maydenstone
bezig. Zij was eerst half van haar stoel op
gestaan met een zacht ,,0!" als van ge
kwetste genegenheid, maar in de ©ogen
blikkelijke verwarring, veroorzaakt door
Leventhorpe's heldendaad, ging zij weer
zitten.
- (Wordt vervolgd).