LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 12 Juli. Tweede Blad Anno 1919. PERSOVERZICHT. EERSTE KAMEK t^Iede ™EB, De .valsolie oirkel. Al twee jaar laag zien wij in onze samenleving bet lang niet nleruwe, maar altijd merk waardige versdhijnsel van algemeone prijs stijging van alle, ook der eerste levens behoeften, en daarmee gepaard gaande oen drang naaien een toegeven aan den. eisoh ▼an alle loontrekkenden naar verhooging ▼an de vaste inkomens, aldusde „NIEUWE HAAE-LEMSCHE OOU- RANT". Op ziohzolf is dat versohijnsel heel na tuurlijk; liet opmerkelijke er van is, dat 'de geschiedenis herha-ail'delijk het valsohe yan dessen oirkedloop heeft aangetoond en men todh altijd maar het kringetje blijft volgen vanprijsverhooging—locoisvorhao- g£n/g, alsof men de eerste met de laatste bestrijden kan. Het verderflijke van dezen, gedaolubon- gang is, dat tal van groepen in de samen leving, die niet cxf sledhts ten deele in vol doend tempo de algemeene prijsveihooging met vermeerdering van inkomsten kunnen ïieutralJtjeeren, leélijk ia het gedrang komen. Er zijn herhaaldelijk budgetten van ar beidersgezinnen gepubliceerd, om aan te toonen, in welke mate de loon en moesten stijgen, om zulke gezinnen ©enigszins op het peil van vóór den oorlog te houden. En over het algemeen zijn de loonen der werklieden de prijsstijging der eerste levensbehoeften vrijwel achterna geloopen. Maar wie in het gedrang kwamen, dat waren ondier meer de kleine middenstan ders, die hun inkomsten niet op peil van den tegenwoordigen levensstandaard kon den brengen. Wij vonden dezer dagen in het „HAN- TWiT-STVbATV' een weökhudget van een ge zin, dat naar zijn inkomen tot den midden stand gerekend wordt. Tot aan den oorlog leefde het van ruim i 50 per week, teerde niet ifi, dodh hield eerder nog ietö over. Nu geeft het elke week omstreeks f 80 i*st, moet ziüh, vergeleken met den tijd vóór d'en oorlog, in menig opzicht bekrim pen, houdt niet alleen niets over, dooh ia do laatste jaren eenige honderden guldens ingeteerd. Zonder eenige reserve verkiest dit gezin den toestand van vóór 1915 boven dien van thans. De vermeerdering van zijn inkomen met ongeveer 6 not. weegt niet op tegen de stijging der prijzen. Ter toelichting van heb budget nog1 hot 'volgende: De getallen zijn getrokken uit het kas boek, dat steeds nauwkeurig wordt bijge houden. Meestal zijn het gemiddelden over een groot aantal weken of over een heel Jaar. Nooit zijn ze afgerond naar boven se zijn eerder vrij sberk gedrukt, om allo gevaar te ontgaan, dat ze tendentieus ge noemd zouden worden. W ekelljksche uitgaven: Huishuur f 7.00 Belasting en schoolgeld 4. Pensioen en verzekering 4-— Contributies 1.-^ Dokter, apotheker 1. Hulp in de huishouding 4. Vasch (groote wasch buitenshuis) 2. .Vuur en licht 2. Kruidenier v 10. Boter en margarine (van ieder 1 pd.) 2.30 Kaas, jam, enz. 1.20 Eieren (1 per persoon en per we'ek) 0.50 Vleesch visch, spek, vet (geen ons per hoofd en por dag) 8. Melk, karnemelk 4. Brood (3 kaarten wit, 1 hruin, 1 rogge en 1 rol beschuit 3.75 Aardappelen (niet het volle rantsoen) 1.50 Groenten 2.25 Vruchten 0-50 Kleeren (vooral reparaties, kee'ren!) 8. Schoenen (haast alleen reparaties!) 2. Linnengoed, huishoudgoecl 1 Gordijnen, kieeden enz. (bijna niets dan onderhoud) 2.— Boeken, kranten enz. f, 1.— Reizen en uitgaan 2. Giften, cadeau.* 1- Tabak, sigaren, versnaperingen 2. Totaal per, week „78. Een gezin al3 wij hier op; 't oog hebben, heeft dus per jaar ruim f 4000 noodig. Maar gaat dan voort met jntsren! .Waul dit moet men niet uit het oog verliezen: linnen kast. kleerkast, huisraad, enz. hebben sinds lang hun eisch niet gehad. Er is zoo weinig mogelijk nieuw gekocht, omdat men geen schulden wilde maken en steeds piaar hoopte, dat er eindelijk eenige ontspanning in den toestand zou komen. .Wilde dit gezin zijn feitelyk tekort aan lijfgoed enz. aanvullen, zoodat het er niet slechter voorstond dan in Juli 1914, dan zou hiermee zöker een kapitaaltje van f600 f800 gemoeid zjjn. Wat valt hieruit nu te leeïeu? Dat het „krijgertje spelen" tusschen prijsverliooging en inkomstenverme'erdering ten slotte altijd verloren wordt door 'de gebruikers niet vaste inkomens uit eigen arbeid; en ten tweede, dat een groot aantal fatsoenlijke' burgers er mee ten gronde gaat. En het erge van 'een consequenten gedachtengang in deze is bijv. dit, dat loonsverhooging der werklieden op grooie schaal, de prijsopdrijving, ook der eerste levensmiddelen sterk in de hand werkt, waardoor dan die loonsvermeerde'ring niet alleen weer ten deele vruchteloos wordt, maar tal van kleine burgers verder in den put 'helpt. Het is daarom, dat de prijsstijging de ernstige aandacht van alle econdhïè'n eh regeringspersonen zal moeten trekken en dat hun streven gericht zal moeten zijn óp een a 1 g m1 e'e n e daling der, prijjen, willen wij den valschen kringloon eindelijk eens staken. In Duitschland denkt men er nu aan om van Regeeringswege eenig'a nrilliarden te ge- OTUiken om de prijzen omlaag te" drukken. riot n iddel Ijjkt te radicaal en te plotse ling, om een gezonde: uitwerking te doen verwachten. Maar. met voorzichtiger beleid zal in die richting toch iets moeten worden gedaan. Twee jaar lang is de gedachte van een isder gericht geweest op: loonsverhooging en de massa is even arm gebleven of armer ge worden. Het moge zachtjes aan duidelijk worden, dat dit middel zonder meer, een lapmiddel is. De onderwijzerssalarissen. In de Kroniek der „STEMMEN VOOR WAARHEID en .VREDE" verheugt dr. Bronsveld zich er over, dab de Christelijke Onderwijzers nu weldra veel beter zullen be zoldigd worden dan dit tot heden het geval was. Maar toch komen er ook wel gedach ten in hem op, die deze verheuging min Of Aeer matigen. ,,Ik denk hier nu niet in de eerste plaats aan de millioenen, die de uitvoering van 'deze web aan de schatkist kosten zal, en die den belasbingdruk zal helpen verzwaren. Maar ik vraag mij af, of deze oplossing van den schoolstrijd op onze Christelijke scho len niet een ander licht zal doen vallen. Eein School met den Bijbel" deed tot heden denken aan een offer, dat uit liefde voor con beginsel werd gebracht. Al zal ik niet beweren, dat olke Chris telijke school, die verrees, haar stichting dankte.aan eerbiedwaardige motieven in "den regel getuigde zg toch van gehechtheid aan een Christelijke opvoeding der jeugd, en bewees zij, dat men daarvoor, dikwerf zware geldelijke offers zich getroostte. Dit' zal nu ophouden. "Wel zal de school nö'g gesteund moeten worden, maar veel minder dan voorheen, en zij neemt plaats end er de instellingen, die leven uit de hand van den Staat, voorheen zoo slecht in Chris telijke kringen aangeschreven. Voorts vroeg ik mijzelf af: Zal de ver houding tusschen de onderwijzers en de besturen der. Christelijke scholen geen cn- gewenschte wijziging, ondergaan/ Zullen eerstgenoemden zich niet hoe langer hoe meer gaan gevoelen als Staatsambtenaren, die voortaan bij den Rijks-ontvanger en niet meer bij den broeder-penningmeester van regenten of besturen, hun traktement' in ontvangst nemen? Ik vermoed, dat de vertrouwelijke omgang daaronder schade zal lijden. Weet men al, hoe ver de eisch en gaan zullen, die het Rijk aan alle scholen zal stellen? Men weet het nog niet met zeker heid, maar bezwarend zullen zij ongetwijfeld wezen, en voor een simpelen schotel linzen- moes zal dezie Ezau den koopj niet sluiten." Bijslag voor predikant on enz. Mr. S. van Houten vestigt in zijn ..STAATKUNDIGE BRIEVEN"' de aandacht op hot onlangs ingediende ont werp, !waarbij in Hoofdstuk iVII B der Staatsbegrooting eon nieuw artikel 112 c wordt voorgesteld van dezen inhoud „Bij- riag voor hot jaar 1919 op traktementen van predikanten, Roomsch-Katliolieke geestelijken en opperrabijnen f 34.5.000. Bijslag optraktement zegt hij geeft natuurlijk slechts degeen, die iemand in dienst heeft, en ik was dus benieuwd uit de toelichting van deze voorgestelde uitgaaf voor iemand, die in de millioe nen grabbelt, naar het schijnt slechts een peulschilletje de roden te leeren ken nen, die den Minister recht zou geven, een bijslag te geven op een traktement, dat genoten wordt door personen die niet in dienst zijn van den Staat. De Memorie van Toelichting bleek mij een waar curiosum te zijn. Zij vermeldt, dat, naar aanleiding van een wensch in het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk VII B, de Minister zich bereid had ver klaard te overwegen of er voor het toe kennen aan de bedienaren van den gods dienst in het algemeen van een bijslag op hun traktement termen bestaan, en laat daarop enkel deze zinsnede volgen: „Resultaat der toegezegde overweging is de indiening van dit wetsontwerp, waar bij de voor de toekenning vereischte gel den worden aangevraagd". Wij vernemen hier slechts het resultaat der overwegingin goed vei trouw en moeten wij ook aannemen, dat er overwogen is, maar cenigen inhoud der over weging vernemen wij niet., ofschoon de bedenkingen toch voor de hand liggen. Want ieder weet, dat de gelden, die uit de Staatskas voor of aan predikan ten, geestelijken en rabbijnen betaald wor den, enkel uit verouderde historische toe standen voortvloeiende, grondwettig ver zekerde posten van uitgaaf voor den Staat zijn, maar volstrekt geen dienstverband tusschen den Staat en de titularissen vor men. Deze staan uitsluitend in dienst van de Kerkgenootschappen of gemeenten, welke hen aanstellen. Ongetwijfeld zullen in de benarde tijden die wij beleven, velen vah dezen groote behoefte hebben aan ruimere inkomsten; dat hebben zij met al hun medeburgers ge meen. Als zij geen eigen middelen bezit ten, hebben zij het zeker armoedig, ©n zij, die op hun werkzaamheid prijs stellen, mogen hun toestand wel eens in overwe ging nemen. Wat echter voor den Minis ter te overwegeh on te bewijzen was: is, dat hij recht had juist deze ééne klasse van niet-ambtenaren en nog wel het op historische gronden bevoorrechte deel daarvan te helpen en daarvöof het geld uit do beurzen der belastingschuldigen te nemen. Voor dezo Ministers kan ik wel over- wegingon vinden, die hen tot dankbaarheid jegens velen hunner stemmen maar slechts als partijmannen. Ik vind geen overwe gingen, waarmee zij als Rogeering voor den dag kunnen komen om hen aan do Staatsruif toe te laten. Hierin ligt dan ook misschien de verklaring, dat zij wel do uitgaaf voorstellen, maar hun overwegin gen verzwijgen. Bij het motiveeren eener gelijke toelage van f 100 aan alle betrokken personen, werd do Regeering er overigens ten dui delijkste aan herinnerd, dat zij niet met traktementen van Staatsdienaren, maar met toelagen van historischen oorsprong te maken had en dat zij ook geen recht bad, gelijk zij doet, van R ij k s t r a k- tementen te sproken, waar zij zelf er aan herinnert, dat het hoogste „trak tement" f 92«0 en het laagste f 6 bedraagt. Ook is onbegrijpelijk, dat zij bet oog er voor sluit, dat, waar cke historische oor sprong van toelagen uit de Rijkskas niet bestaat, als bij dc predikanten der uit de oude ïerlandsche Hervormde Kerk uit getreden Gereformeerde groepen en bij voorgangers van nieuwe vrije gemeenten niet alleen de duurte even groote moei lijkheden bahrt, maar ook de financieele krachten van de gemeenten, van welke zij hun aanstelling ontvingen, zeker geringer zijn, dan van de oude historisch^ kerkge nootschappen In het bijzonder moet ik hierbij nog de aandacht vestigen op de uitkeoring aan geestelijken" van het Roomsch-Katholicke Kerkgenootschap. Van den stand zijner geldmiddelen weet slechts de ingewijde iets. Is het al dan niet bij machte zijn dienaren behoorlijk iu dezen duren tijd te helpen? Is het misschien niet daartoe over gegaan? Do Regeering weet het evenmin als schrijver dezes. Door de veranderde voorziening in de kosten van liet school wezen, is de toestand, wat dit doel van zijn werkzaamheid betreft, uijt geldelijk oogpunt gunstiger geworden. Het is bij de behandeling dier verandering ook geble ken, dat de financieele betrekking tus schen clib genootschap en zijn onderwijzers aan de onihgewijden volkomen onbekend is. De mogelijkheid werd verondersteld, dat al wat zij meer zouden ontvangen di rect aan de algemeene kas zou moeten worden uitgekeerd en dus voor andere uit gaven bestemd zou kunnen worden. Het is ook nu volstrekt niet uitgesloten, dat het kerkgenootschap voor zijn dienaren in deze dure tijden behborlijk zorgt, noch ook. dat dezen eventueel het „extralje" uit ue Staatskas in de algemeene kerkgenoot- sehapplijke kas moeten overstorten. Wij hebben na langen strijd een gezonde verhouding in ons land tusschen Kerk en Staat, die door de goedgeefschbeiid van de Regeering wel niet rechtstreeks wordt aangetast, doch toch wordt -vertroebeld Dit douceurtje zal in verschillende opzich ten als een betreurenswaardig precedent kunnen wecken Mogen onze Regenten den door do Regeering door de indiening van dit ontwerp gedanen misstap niet goed keuren, waarvoor inderdaad niet alleen in de toelichting geen enkel motief aange voerd wordt, maar ook geen goed motief te vinden is. Vergadering van gisteren Do Onderwijzerssalarissen. Ic. de middagvergadering vervolgt de heer POLAK (S. D A. P.) zijn rede. Hij bestrijdt uitvoerig de klassenindeeling Daarna bepleit hij gelijkstelling van do ongehuwden met de gehuwden wat be treft de toekenning van de beide laatste verhoogingen het ongehuwd-zijn tnag daarop geen invloed hebben De heer VAN FMBDEN (V. D.) betuigt eveneens instemming met de hoofdgedach te van het ontwerp en met de financieele gelijkstelling. Maar het bedrag der sala rissen acht hij nog te gering Zijn tweede bezwaar betreft de fixatie der salarissen in de wet. Spr. is voor de vrijheid van con currentie on constateert bij de2o wet wee? .een vorstarreuden invloed, als de Staat zich met iets gaat bemoeien. Inzake de verleening van toelagen deelt spr. het standpunt van den heer v. d. Feltz; even als deze wil hij een algemeen verbod". De heer VAN LANSCHOT (R.-K.) sluit zich aan bij hen, die dank en hulde brach-- ten aan den Minister. Wat de verleening van toelagen betreft, de voorstanders van 't openbaar onderwijs hebben hu een prach tige gelegenheid hun liefde voor dat on derwijs te toonen. In een verbod om toe lagen te verieenen ziet spr. een scbr me- lijke beperking van do persoonlijke vrij heid. Vervolgens betoogt spr de urgentie der regeling en verdedigt daarra uitvoerig de klassificatde en fixatie, zich daarbij ook op de Bevredigingicommissie beroepend Wa dc salarisbedragen betreft, men heeft zich niet te vleien met de gedachte dat met dit ontwerp de salarissen der onder wijzers eens en voorgoed zijn vastgelegd Maar het is voorbarig nu reeds cve? toe komstige wijzigingen te gaan spreken. Over de uitvoering der wet- vraagt spr. nog eenige inlichtingen Spr. meent, dat de gemeentebesturen niet meur nieuwe verordeningen hebben vast te stellen, maar dat B. en W. het salaris van iederen on derwijzer individueel moeten vaststellen. De heer DE WAAL MALEFFJT (A. R.) betuigt zijn voldoening over dit wetsont werp. Hij wenscht den Minister een zeRde suc ces bij do herziening der L.-O -wet. De MINISTER VAN ONDERWIJS, do beer DE VISSER, zegt dank voor de woorden van waardeering en begint dan met de beantwoording van eaiugs speciale opmerkingen; De bestaande verordenin gen vervallen door dit ontwerp. De ge meentebesturen zullen voortaan geen sala- ïisverordeniigén mogen vaststellen. zij mogen alleen een regeling maken voor de uitbetaling der salarissen en voor de ver vanging van den oenen onderwijzer door eon anderen bij afwezigheid. Dan belmhdelt spr. drie principieele punten uit het debat, de te lage trakte menten, dc ldassificatie, en hel onthouden van verhoogingen aan on gehuwden De nieuwe salarisregeling geeft het voor deel, dat iedere onderwijzer nu weet waar aan hij toe isj de bedragen acht spr. niet onvoldoende. Er ia Gok veel meer perspec tief in de verho gingen. Wat de klassifieatie en fixatie betreft, dit laatste punt is in de Be.vredigingseora- ndssie een der vUa'o punten van bespre king geweest; alleen de beer Tjdeman heeft het losgelaten. Hij was tegen de geheele gelij':,telling. Maar do geheeïo commissie aanvaardde overigens, ook de heer De Beaufort, de fixatie. Als het rap port der Bevcid'gingieommlssie wordt ge publiceerd. 1 blijken hoe ernstig men hierover ber.ir.cLjht&.gi heeft, en dat men het onjuiste van het minimale stelsel heeft ingezien geleerd door do ervaringen. De 'Bevredigingajom uissie liet op het fixatiestelsel geen een utzonderiDg toe; spr. geeft er een, omdat hij doer een leni ge regeling mot de nnoden dor praktijk wil rekening houden Aan de klnssiijcatïe ligt niet ten grondsiag heb onderhoud tus schen stad en land; er is met veel facto ren rekening gehouden. Wat betreft het onderscheid tusschen gehuwden cti on gehuwden, de geheele L O.-wet is er'op gericht, dat voor de sala- rieering niet alleen met den arbeid, maar ook m'-t de behoeften wordt rekening ge houden. Vervolgens behandelt spr. de verleening van toelagen uit particliere fondsen. Men heeft deze zaak wat van. een te eng stand punt bezienmen moet heb breeders stand punt der Bevredigingscommissie innemen. De vraag i?, of er moeilijkheid zal bestaan om buiten wat de wet doet uit particuliero kringen wat te doen ter verbetering van het onderwijs; verbetering der salarissen vormt daarvan slechts een détail. Blijkens hot rapport der Bevredigings commissie is zoo goed als algemeen ont kennend beantwoord de vraag, of men kan verhinderen, dat het bijzonder onder wijs giften ontvangt-. Practisch kan men dat reeds niet; maar spr. wil het princi pieel verdedigen. Het onderwijs kan men steunen door giften voor ds onderwijs middelen voor de gebouwen en ook voor de salarissen. Dat is ir. het belang van het onderwijs- en bevordert het contact tusschen ouders en onderwijs. Maar het kunnen slechts persoonlijke toelagen aan de onderwijzers zijn, niet verhoogingen, welke een ..wezenlijk element vormen van het. traktement. Kan een gemeente niet voldoende onderwijzers krijgen, dan vindt zij daartegen hot middel in een particulier fonds. Door de nieuwe traktementsregeling zul len ook uh andere kringen dan tot dus ver de krachten voor het onderwijs komen. De aanneming van het wetsontwerp zal niet alleen .financieel, maar ook moreel de sl-iiiding van den onderwijzer verlioo- gen Ook verwacht spr. meer toenadering tusschen openbare en bijzondere onderwij zers voor behandeling en bespreking vau paedagogisihe vraagstukken, tei verbete ring van het onderwijspeil. Hierna volgen replieken Het wetsontwerp word t d a a r >1 a z h. st aangenomen (f eokcnoa van i n s t e m m i n gb De Minister wordt door leden van links eu rechts geluk ge wenscht. Coniité-gsiieraal. De vergadering gaat daarna in comité- generaal ter behandeling van de huishou delijke raming. Na heropening der openbare vergadering deelt de VOORZITTER mede, dat de Ka mer besloten heeft den persoonlijken titel van adjunct-commies toe te kennen aan den Kamerbewaarder Boerman. Spr, deelt- verder mede, dat de Minister van Binuenlandsche Zaken verzocht heeft de noodwet inzake de Raadsverkiezingen spoedig te behandelendaarom- zal de Ivam^r -22 dezer om halfnegen bijeenko men; ook in verband met de behandeling der Arbeidswet. De heer STORK (V. L.) maakt hierte gen bezwaar in verband met den korten termijn voor bestudeering der Arbeids wet. Hij zou wcnschen 29 dezer bijeen te kc-men, gelijk aanvankelijk de bedoeling was. De VOORZITTER kan hieraan niet vol doen. De heer STORK zal dan te zijner tijd voorstellen de behandeling der Arbeidswet in do afdeelingen 6 of 14 dagen uit le stellen. De heer DIEPEN (R-K.) meent, dat iaën de Arbeidswet niet te vlug mag be handelen, omdat heb noodkieswetje spoe dig moet worden afgedaan. Spr. onder steunt dus het betoog van den heer Stork inzake de Arbeidswet- Do vergadering gaat uiteen, tob Dins dag 22 Juli, des avonds. Vergadering van gisteren. Verschillende wetsontwerpen. Aan de orde zijn 1. Wetsontwerp wijziging van de begroo ting van de posterijen, de telegrafie en telefonie voor 1919 (reorganisatie afd. per soneel van bet hoofdbestuur kosten radio- telegrafisch station). 2. Wetsontwerpen wijziging van de be grooting van inkomsten en uitgaven van de posterijen, do. telegrafie en telefonie en wij ziging van het IXdo hoofdstuk der Staats begrooting voor 1918 (diverse onderwer- peh). 3. Conclusie van het verslag der commis sie omtrent de inlichtingen op het adres van A. Borstlap, geb. Kanreman, te Hoek- van-Holland, houdende verzoek om toeken ning van pensioen aan haar eervol uit den loodsdienst ontslagen echtgenoot. No. 1 wordt goedgekeurd. Bij no. 2 geeft do MINISTER VAN WA TERSTAAT, de heer KONIG, toe, dat het tijdelijk personeel niet voldoende gesalari eerd wordt. Een nieuwe regeling is in den' maak. Do heer BOMANS (R.-K.) vraagt deii Minister een toezegging omtrent de ver betering. De MINISTER zegt tpe, dat de salaris- verbetering vóór Januari 1920 zal in wer king treden. No. 2 wordt goedgekeurd. Bij no. 3 zegt de MINISTER VAN MA RINE, de heer BIJLEVELD, dat hij aan de weduwen een gratificatie zal uitkeeren van f 172. Do conclusie wordt goedgekeurd. 'Arbeidswet. Art. 26 en 27. De hoor SCHAPER (S. D. A. P.) meent, dat deze artikelen te ver gaan met het ver- Iconen aan vrijheid aan den Minister, onï de uitvoering wel 2 of 4 jaren uit te stel len. Hij stelt voor dit te beperken. Dei Minister zal telkens in geen geval voor langer dan zes maanden één uur per dag en 5 uren per week langer arbeid mogen laten verrichten. De heer WIJNKOOP (Comm. Partij) meent, dat deze kwestie reeds is uitgevoch ten. Hij zal tegen deze artikelen stemmen en vóór het amendement-Schaper. Do heer SMEENK (A.-R.) wenscht, dat de Minister voorzichtig zal zijn en hij ziet met vertrouwen te gemoet, dat de Minis ter slechts bij uitzondering uit-stel zal geven. Do MINISTER VAN ARBEID, de heer AALBERSE, wenscht deze artikelen to be houden. Hij heeft er zich herhaaldelijk op beroepen en daardoor staat hij sterk. Het amendement beteekenfc practisch niets. Als spr. heb overneem, houdt hij den heer Scha per feitelijk voor den gek on dat wil bij niet. Hij kan immers den termijn verlen gen als hij dat noodig vindt. De heer SCHAPER (S. D. A. P.) trekt zijn amendement in. Hij zal tegen de arti kelen 26 en 27 stemmen. Art. 26 wordt aangenomen met 55 tegeni 24 stemmen. Art. 27 wordt aangenomen met 55 tegen 24 stemmen. Arb. 28. De heer VAN DER WAERDEN (V.-D.) vraagb eenige inlichtingen over den seizoen-arbeid. Hij- meent, dat het mogelijk' is in dab coritmu-bedrijf Zondagsrust iet houden. Dat wenscht hij te behouden. De MINISTER heeft bezwaar mondeling antwoord te geven over bepaalde indus trieën. Hij wenscht zich niet te binden aan een toezegging of een belofe. Misschien ia het mogelijk naar een compensatie te zoe ken, die aan allerlei moeilijkheden tege moetkomt met handhaving van den geest van do wet. Art. 25 wordt goedgekeurd met 75 tegeiï 4 stemmen. Art. 29. De heer KOLTHEK (Comm. PA verdedigt een amendement om overwerk waar noodig, niet te doen geschieden tei koste van de 45-urige werkweek. Hot amendement, wordt verworpen met 75 tegen"4 stemmen. Art.29—33 worden goedgekeurd. Bij art. 34 meent de heer SOHOKKING (O.-TI.) dat geen voldoende reden bestaak' om do vrijstelling te geven aan de bakke rijen. Hij zal geen stemming vragen, maai' volstaat mot deze verklaring. Art. 34 wordt goedgekeurd. Art. 35. De heer ABR. STAALMAN (Neutr. P.) verdedigt drie amendementen, waarvan de bedoeling i3 het mogelijk to maken, dat in bakkerijen, waar met tweë" ploegen moet worden gewerkt, do werklie den iederen dag het warme middagmaal op; een normaal uur thuis kunnen gebruiken.- In bet voorgestelde stelsel zou de eerste ploeg opkomen te 6 uren 'smorgens en blij- - ven tot. 2 uren (waartusschen een uutf •schafttijd valt)het middagmaal kan dan1 in den namiddag gebruikt worden. Dë tweede ploeg, opkomende te 2 uren enI (met een uur schafttijd) aanblijvende tot 10 uren kan het middagmaal gebruiken] vóór het gaan naar de bakkerij. Do tijd, thans in heb wetsvoorstel befc paald, naar de meening der deskundigen,. beslist te kort om te voorzien in do dub bele productie, die de bakkerij moet geven voor het. Zaterdag- en Zondag- gebruik. Daarin wil het amendement voofï zienbovendien is blijkbaar in het wets voorstel niet gerekend met den Hemel vaartsdag, die steceds midden in de week valt, en den eersten Kerstdag, waan mee dit vaak het geval is. Voor verschillende babkerijbedrijven z.iü de in het wetsvoorstel voorgestelde tijdsduu^ yan 6 uren te kort blijken om Je ovcn(c) dyf Maandagsmorgens op voldoende hitte te doen zijn. Mag des Zondagsavonds na 6 uren gé-i'! stookt worden, dan kunnen de ovens tot 11 a 12 ure. go-ed opgestookt worden^1 daarna ^kunnen de vuren flink worden cpge« sohetpt, de schuiven 'der ovens getemperd-, waarna gedurende den naclit de vuren zol- ëev. toezicht kunnen blijvn liggen tot de ari fceid' te 6 uur des Maandagsmorgens een aan vang neemt. De heer DRESSELHUYS (V.-L.) vraagt of diet juist is, dat het kleinbedrijf wèï vroeg versdh brood zal kunnen' leveren eri het grootbedrijf niet. Do MINISTER vreest, dit het eerste amendment veel avondwerk zal veroorzakeri;' Het tweede amendement ach/; hij onjuist; omdat in dat geval reeds is voorzien, Het dorde amendement lokt Zondag'^irbeil uit ei' 'dat wil spr. niet. "W it de lieer Dresselhiiyi vreest, zal zoo'n vaart niet loopen. Spr. acht het niet juist. Als er zoo'n voordeel in zit voor de kleine bedrijven, worden zo vanzelf spoedig groote bedrijven. De heer ABR. STAALMAN (Neutr. Partij) trekt de amendementen in. i Art. 35, 36 en 37 worden goedgekeurd. I i Bij art. 3S zegt de heer SCHOKKlNGi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5