Zaterdag 12 Juli 1919.
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON.
zijn
JP1SIJS DER ADVERTENT I UN i
30 OtB. per regel. Dos ZattTdags 40 Cts.
nuf xegel. Elcino &4veitcBtiï»i Voonsdag
76 Ots. Zaterdag 1 E— bij maximum
aantal woorden van 30. Incasso volgons post-
recbt. Voocr oventnoolo opzending vaa brieven
10 OU porto te betalen. Bewijsnummer 5 Oti.
Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
/Voor telden p. 8 mnd f2.10, p. week f 0.19
Buiten Leiden, .waar agenten ge
vestigd zijn, per .week n u „0.13
Franco per post jr 2.50
Hummer 18209.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen.
EERSTE BLAD.
BELDIGHEID BON 9 DER NORMAAL-
MARGAMNEÏtAAV?.
De Burgemeester der. G»smeento Leiden
breDgt ter. aigemeene kenttij daf bon 9 der
'SormaaVmargArinekaarS geinig la vanax
Maandag 14 Juli 1919 tot en met Maandag
21 Juli 1Ö19.
N. Cl DE GIJSELAAR, Burgemeester,
Leiden, 13 Juli. l i
HINDERWET.
Burgemeester "en Wethouders van Leiden
Geïien het yerköek van P. W. Nessen, om
vergunning tot uitbreiding van de waschin-
Tlchline, gelegen aan den Maredrjk No. lol,
find, bekend Sectie L- No. 519, door bp-
Tlaatsing van een stoomketel met 14 vierk.
JIJ, IV-O. X 6 atm'. stoomdruk en esn wascb-
jnachine.
Gozien art. 8, le alinea, der Hinderwet
-Geven bj} desien kennis aan het jubliek,
dat genoemd verzoek met de bijlagen op de
Secretavio d~zer gemeente ter visie ge
legd is; -
alsmede dat op Zaterdag, den 26 Juli
S.fe. des namiddags te halftwee op bet
Raadhuis, gelegenheid val worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
do* niet tot beroep gerechtigd zijn rij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner leden
rijn verschenen, teneinde bun bezwsreïi
mondeling toe te lichten.
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris,
j Leiden. 12 Juli 1919. i lil i
Do Burgemeester en Wethouders vaii
Lelcleai doen te weten, dat dooi* don Rdf£&
dier gemeente, in zijn vergadering van dten
24sten AipTÜ 1£>19, ia vasgestéld do vol
gende verordening
VERORDENING,
lio ..tiende wijziging van do verordening van
25 October 1917 (Gemeenteblad No. 34)
op do heffing eeuer plaatselijke
directe belasting naar het in
komen te Leiden.
ART. 1. In art. 2 van bovongenoemd©
verordening wordt het 9de lid gelézen als
„Dit bedrag kan zoo noodig bij vast
stelling van suppletoir© begrootingen "Wor
den vermeerderd of verminderd'
ART. 2. In art. 3 vervallen de woorden
„derde lid" en wordt in plaats van f 500
gcflezen ,,f 000."
ART. 3. In art. 4 worden in het 2de lid
do onderscheidingen „lo, 2o, 3o, 4o" ver
vangen door: „a, b, c, d".
Het 3cle lid .wordt gelozen als volgt:
„Nochtans wordt in do onder b. en o.
bedoelde gevallen .bij de berekening der
verschuldigde belasting het zuiver inkomen
van beide echtgenöoten samengevoegd en
wordt op dit gezamenlijk bedrag toegepast
do vermindering, bedoeld in artikel 22
dezer verordening. Daarna wordt de be
lasting over beide echtgenooten omgesla
gen in vérhouding tot iedere inkomen."
ART. 4. Voor art. 7 wordt de bestaan
de tekst aangeduid met ;.l' Na 't woord
„gronden" wordt ingevoegd: „en wa
teren".
In plaats van „de werkelijk© huurwaar
de van gebouwen enz." wordt gelozen„de
huurwaarde vi.i gebouwen. en?
In plaats van „gedeelten van gebouwen
of gronden" wordt gelezen: „gedeelten
van gebouwen, gronden of wateren".
Aap het artikel wordt toegevoegd een
2de lid luidende
„2. Als huurwaarde van gebouwen of
gedeelten van gebouwen met hun aanhoo-
righedeu wc vit bij eigen gebruik
botchouwd do huurwaarde volgens de
personeel© belasting, of, zoo deze huur
waarde niet bekend ia, de som, die bij nor
male verhuring zou kunnen worden be
dongen."
ART. 5. Van art. 8 wordt de bestaan
de tekst aangeduid rnet „1"
Aan het artikel worden toegevoegd eon
2de en 3de lid luidende
„2. Aandeelbewijizen en obligaibien, dtie
aan aandeelhouders, anders dan tegen stor
ting van de volle nominale waarde worden
uitgereikt, worden tot het bedrag dat, zij
't slechte middellijk uit do winst van het
loopendo boekjaar of een der laatst ver
loop en vier boekjaren wordt gedekt, als
dividendlen beschouwd. Het niet gestorte
bedrag wordt geacht onmiddellijk of mid-
delijk uit de winst van het loopende boek
jaar o f een der laatst verloopen vier
boekjaren te zijn of te zullen worden ge
dekt, indien of voor zooveel het tegendeel
met blijkt.
„3 Bijschrijving op aandeelbewijzen
wo-.dt mot uitreiking van zoodanige bewij
zen gelijkgesteld"
ART. 6. In art. 9, 3d© lid, vervallen de
woorden „coöperatieve'- en „naamlooze".
ART. 7. Van art. 10, 2do lid, vervalt de
laatste zin. Aan het artikel wordt toege
voegd oen 3de lid, luidende:
„3. Di ^.rtikei vindt geen toepassing
wanneer de persoon, die een periodieke uit-
keerdng geniet, met den gever samen-
Woont".
ART. 8. In art. 11, le Bd, worden in do
2e alinea tusschon de woorden ^bedrijf' en
„drukken" (gevoegd de woorden „of beroep".
Na ihot 2e lid' van dit artikel wordt inge
voegd een nieuw 8e ltd, luidende:
„3. Van de onzuivere opbrengst vin een'
bron van Inkomen, niet vallende ©nier het
vorige lid, wordt bovendien afgetrokken de
afschrijving, welke noodig mocht zijn we
gens het a/floepen van een den belast" iff*
gfliéhtiige toekomend recht, dat aan een Ier-
mijn1 is .gebonden*'.
Lid 3 wordt lid 4.
!Lld 4 wordt lid 6. Onderdeel b1 tPerva*
wo'tcft 'gelezen als volgt: „het aandeel in d«
winst van coöperatieve vereenigingen, dut
door de leden naar den maatstaf van de door'
hen bestede som werdt .genoten, mits het
'doel der vereeniglng niet met het bedrijf of
beroep van haar leden in verband staaf".
In ihot onderdeel c wordt weggelaten het
'woord „onderlinge" en wordt het woord
„deelnemers" vervangen doof: „verzekerden'',
ART. 9. Aan ihot slot van het le lil van
art. 12 wordt in plaats v&d „de werkelijke
hujurwaardc" gelezen i „de huurwaarde be
doeld In art. 7, 2e lid, dezer verordening".
ART. 10 Van art. 14 wordt de bestaande
tekst aanjgeduid met Aan het artikel
wordt toegevoegd een 2e lid, luidende:
„2. Aandeelen in de opbrengst van oen be
drijf of beroep, dat niet door den belastimgw
pliohti.g© zeiven weidt uitgeoefen 1, worden
beschouwd als baten van het 'kaleaderj <af,
waarin hun bediag wordt vastgesteld
ART. 11. Oiidecileol a van art. 20. le lid
wordt aangevuld met: „voor zoover die uit
keeTingon én verstrekkingen in rechte vor
derbaar zijn of ten aanzien daarvan rcola
door den begiftigd© in deze belasting w rdt
bijgedragen".
Na het le lid wordt ingevoegd een nleuW
2e lid luidende:
„2. De vermindering wegens een in réchte
vorderbare uitlkeering of vórst rek?: ;ng, als
bedoeld onder letter a van het 1 lid, kan in
dien de' geVer met den begiftigde samoa-
woont, nimmer tot hooger bedrag' in reke
ning worden gebracht dan:
a. wanneer de begiftigde hoofl is eenef
echt vereen iging, tot 1/5 van het rui Ter in
komen Van den gever, dodh niet meer dan
f 600;
b. wanneer de begiftigde geen hxiff eene-
ochlvereeniging is, tot 2/15 van het zuiver in
komen van den gever, doch niet moer dan
f 400.
Het bestaande 2e lid wordt 8e lil
'ART. 12 Het 2e lid van art 21 wordt ge
keen aldus:
„Do eerste klasse omvat hen, die een In
komen hébben
van 600 tot beneden 650
de 2o klasse 650 700
8o 700 750
4e 750 800
5o 800 850
6o 850 900
7 e 900 950
8o 950 1000
terwijl voor olke volgende klasse doze cijfers
mot f 50 stijgen."
Art. 13. Het le lid van art. 22 wordt gelezen
aldus:
„1. Tot grondslag voor de berekening van
den aanslag strekt het laagste cijfer van elke
klasse, verminderd:
a. met f 400, indien de belastingplichtige on
gehuwd is;
b. met f 600 indien:
le. do belastingplichtige gehuwd is;
2e. de belastingplichtige, ongehuwd zijnde, als
kostwinner is aan te merken en bij de bereke
ning van zijn zuiver inkomen niet reeds een
aftrek wegens periodieke uitkeoring ten be
hoeve van hem, vcor wien hij kostwinner is, is
toegepast als bedoeld in art. 20, eerste lid,
sub a; -
c. bovendien met f 50 voor ieder eigen of aan
gehuwd kind van den belastingplichtige, dat bij
den aanvang, van bot belastingjaar den leeftijd
van 16 jaren nog niet heeft bereikt on dat niet
zelf in deze belastiDg wordt aangeslagen.
Het na deze vermindering overblijvend be
drag heet „belastbaar inkomen".
De oerste zin van het tweede lid van dit arti
kel wordt gelézen aldus:
„2. Voor do toepassing van dit artikel worden
weduwnaars of weduwen én zij ten aanzien van
wie een vonnis tot echtscheiding is uitgespro
ken, in beide gevallen voor zoover zij dén of meer
kinderen beneden den leeftijd van 16 jaar heb
ben, met gehuwden gelijkgesteld".
Het 3e lid van art. 22 vervalt.
Art. 14. Art. 23 wordt gewijzigd als volgt:
1. Do belasting wordt geheven van het be
lastbaar inkomen en zulks, behoudens eon ver
menigvuldiging als bedoeld in liet tweede lid,
overeenkomstig onderstaand tarief, met dien
verstande, dat elke verdere toeneming van bet
belastbaar bedrag boven f 500 f50 bedraagt en
het daarvan geheven percentage telkens met
0,05 pet. stijgt, totdat bij een belastbaar bedrag
van f 7100 het percentage geheven van verdere
toenemingen, blijft 13.55 pet.
Belasting van
het belast
baar
inkomen.
ip oi ca o o ft r- o io w
CNiocOHiGcooir-rHio
co" o ai cd <o ci co d co"
HHHCJNfOCO
de toe
nemingen.
lO
ioi>ocv]ioi>Qchioi>
O) CNJ cq CO cq Cq_-? Th -tf- Tf
cd co co" cd co co~ co co* co" cd
Percentage
van de toe
nemingen.
O i.O O iO o o o o o o
'G in q q co co ci o
vo id id id id id id id o" id
Toe
nemingen.
co*
OOOOOOOOOQ
iO O lO O Li o lO O o o
Belastbaar
inkomen.
ei
QQOOOOOQOQ
o O io o io o o o o 5
»-<r-icNioicocoThThio
Klasse
t-KMCOThO<Ot^C0C\O
2. Het vermenigvuldigingscrjfer voor het
belastingjaar wordt, in verband met de ver-
elrchte opbrengst der belasting, jaarlgka
bij de vaststelling van het kohier door den
Gemeenteraad bepaald en geldt ook voor
aanvullingskohieren.
3. Bij heb berekenen van de aanslagen
worden gedeelten van ee*i oenfc verwaarloosd.
ART. 15. Aan art. 24 wordt toegevoegd
hrt navolgende:
„Voor de samenstelling van het gezin en
voer de bepaling van den leeftijd der kin
deren tot toepassing van art. 22 wordt ge
nomen de toestand bij den aanvang van
het belastingjaar of, wanneer iu den loop-
van het belastingjaar de belastingplichtig-
hoid intreedt, de toestand op dat stip
ART. 16. Art. 25 wordt gewijzigd als
volgt:
,.1. Ten behoeve van de aanslagregelii^g
kan aau. ieder die vermoed wordt belasting
plichtig te zijn, of aan zijn wettel^jken ver
tegenwoordiger, tot het doen van aaogiftev
een beschrijvingsbiljet worden uitgereikt, in
gelicht volgens een door Burgemeester en
Wethouders vastgesteld model.
2. Een beschrijvingsbiljet zal worden uit
gereikt aan hem:
a. die over het faatste belastingjaar naar
eer; inkomen van f2000.of meer aan
geslagen is;
b. die een beschrijvingsbiljet aanvraagt'.
3. Indien heb een belastingplichtige be
treft, die na don aanvang van het belas
tingjaar is overleden, wordt het beschrij
vingsbiljet zoo noodig uitgereikt aan een der
erfgenamen, den executeur-testamentair of
den bewindvoerder over de nalatenschap.
4. De zor^ vcor het uitreiken der be-
scluijvingsbiljetten eh het verzamelen van
gegevens ter voorbereiding van de aansla
gen is opgedragen aan den Controleur der
gs meentebelastingen.
ART. 17. In art. 26 vervalt de zinsnede
,,öf door den ambtenaar, belast met de op
haling der beschrijVingsbiljetten.''
ART. 18 Art. 27. vervalt; de artikelen
28, 29. 30, 31, 32, 33, 34, 35 en 36 wor
den genummerd 27, 23, 29, 30, 31, 32,
33, 34 en 35. terwijl in art. 31, lid 1, (oud
art. 32, lid 1) „art. 33" wordt „art* 32."
ART. 19. Art* 28, krachtens art. 18
van deze verordening genummerd 27, wordt
gelezen als volgt:
,.1. De beschrrjvingsbüjetten mortezi bin
nen \4 dagen na de uitreiking volledig in
gevuld en onderteekend ten kantore van
den Controleur der gemeente-belastingen wor
den terugbezorgd. Desverlangd werdt door
dfzen een ontvangbewijs afgegeven.
2. De termijn voor terugbezorging kan
dour den Controleur der gemeentebelastin
gen worden verlengd.
3. Hij wiens biljet binnen den termijn
bedoeld in het le of 2e lid van dit artikel,
niet is ingekomen, werdt zoo noodig aange
slagen zonder aangifte."
ART. 20. Deze verordening treedt in
werking óp 1 Mei 1919.
Vastgesteld te Leideiii ter openbare raads
vergadering van den 24en Apiil 1919
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAR.
De Secretaris,
VAN STRIJEN,
Zijnde de heffing van deze belasting goedge
keurd bij Koninklijk Besluit van den 14en Juni
1919, no. 38, waarbij tevens is aangehaald de
verordening, regelende do invordering dier be
lasting, van den 25en October 1917.
En is biorvan afkondiging geschied, waar bet I
behoort, den 12en Juli 1919.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Christelijke Hoogere Burgerscb&cl met
5-jarigen cursus.
(Witte-Singel).
Toelatingsexamen,. Geslaagd zijn voor
klaarc I: J. M. van der Blom, Leiden; Harma
A. dö Boer, NcordwQk-aan-Zee; G. A. de
Bruyne, Leiderdorp; D. Dorrepaal, Koude
kerk* Jaco'oa J. Haselager, Warmond; J.:
van Heiningen, Koudekerk; "W. de long, Kat>-
wijk-aan-Zee; P. Kouwenhoven, Leiden; Ilsel
O. Lang, Noordwijk-aan-Zee; J. van detf
Mark, Noordwyk-Binnen; Antje E. W. Op1-
pelaar, 'Leiden; Annie Pieron, Voorschoten;
J. H. Teeuwen, Leiden; Jacoba W. van da
Ven, Leiden; J. H. W. Verlare, Leiden; Jo-
hnDta C. Waterreus, Kat wij k-aan-ZeeG- van
.WIrgeiden, Leiden; W. Woud, Katwijk-Bin-
nen en T. G. Woudstra, Leiderdorp.
Afgewezen voor klasse I: 3 candidaten.
Geslaagd voor klasse II: J. Bloot, Katwijk-'
aan-Zee; P. Boekkooi, Leiden; N. Tom^ Kafc*<
v-fk-aan-Zee, en M. H. \Vertherv Katwijk^
Binnen.
Afgewezen voor klasse II: 3 candidaten'^
Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
Toelatingsexamen. Toegelaten tot de lsEa
klasse 21 candidaten. Afgewezen 8.
Geëxamineerd voor de 2de klasse 2 can
didaten; beiden afgewezen.
Toegelaten tot de 4de klasse 1 candidaat;
afgewezen 1.
Bij het overgangsexamen aan de Rijk$
tuinbouwschool te Boskoop slaagde H. G<.
Dekens, alhier,
Na gehouden examen voor de Vereen ft
ging tot Opleiding van Bewaarscbcolhoude'-1
ressen alhier, slaagden voor het diploma vooij
hoofd eener bewaarschool de dames J. d©
Brouwer, te Aardenbur.g; A. M Blansjaar, té
"Warjnond; H. de Jong,-alhier; E. F. E. Klink-»
hamer to Bloemendaal; C. E. de Nïe. te "War-*
mo-nd; P. W. Oosteihof, te Ütrecbt; 0. E(
Schotanus, te Makkoim, en H. E. Witdc-ma, Ié
Kes, op Ameland.
In do commissié, aan welke in diü
jaar het rangschikkingsonderZoek zal wor
den opgedragen van do adspiranten die wem'
peen the worden toegelaten tot de Kon. MiL
Academie te Breda is benoemd tot lid de
heer J. Hirschig, leeraar aan de gem. H. Bi»
S. alhier.
Hedenvoormiddag! passeerde met deti
trein van 9 n. 55 m. H. M. de Koningin;
in haar eigen salonrijtuig het station alhieij
in de richting Amsterdam. Er was meer
dan gewone levendigheid op het perron en
EL M\ werd door de aanwezigen hartelijk'
toegewuifd.
De Park-concerten zullen weer etf
aanvang nemen. Dinsdagavond a.s- te acht
uren heeft' de eerste muziekuitvoering plaats
door het Leidsch Muziekkorps, hetwelk ten
gehoore zal brengen:
No. 1. „Semper Fidelus", uiarsch, Soasa$
2. Overture „Zampa", Herold; 3. „Estudiam
tina", Wals, Waldteufel; 4. Fantaisie „Mar-'
tha", Flotow; 5. Czardas No. 1, Michielsj
b. Potpourri uit ,,1'De de Tulipatan", Offen'
bacilen 7. „Ons Rood, Wit en Blauw",
maisch, Geyp.
Dinsdag a.s. zal alhier in de Stadszaal
optreden de beroemde telepaath Eu gen dé
Rubini. Overal, waar hij optrad, viel hen*
een overweldigend succes ten doel.
Hedenmiddag had in „Ia don Vcrr
gulden Turk" 'alhier, de algemecne ver
gadering van aandeelhouders plaats de*
N. V. Nederlandschc Fabriek van Verduur,
zaamde Levensmiddelen, voorheen W*
Hoogenstraaten cn Co Leiden—Alkmaar*
Blijkens het verslag van de directie heeft
het- bruto winstcijfer i 282.153.23 bedragen*.
j>e nettowinst ad f 11 VJ7S.Ö3 z >u bedui
dend grooter geweest zijn, wanneer men
geen rekening had behoeven te houden
met de aanzienlijke depreciatie van liet
artike' „gezouten groenten", waarvan dé
verkoop op het oogenblik tegen ook ma*ar
eenigszins loonende prijzen onmogelijk is.
Het gehcele jaar was ilc firma vanwegé
het conserveer verbod* van viecsch niet in
do gelegenhe1" I haar specialiteiten root ls:
soepen, sauzen, galantines en gekaktsoor-
ten, aan te maken.
Gelijk in bet vorig verslag werd mede*
Naar het Fransch van VIC73R CHERBULIEZ.
(Nadruk verboden.)
57)
„Au! Nearn mij niet kwalijk Mijn
sohuld is het toch niebl" rk>p hij, terwijl
hij zijn hand eens schudde, om to
rien, of zij nog w©! aan zijn arm vosb zat.
„Maar hoo kcimt dsu'j toch allemaal? Wat
heeft uw aangebeden zoon u to;h gedaan T
Heeft hij bijgeval een gat in do maan ge
slagen
„Denk je nü beusch, dat ik je alios en
alles vertollen ga?"
Do h?er Crépin deed of hij opstond.
„Ik zie, da.t ik dan al een zeer ongelegen
o ogenblik voor mijn bezoek gekozen lieb.
God zegen e u, mijnheer TêterolOp een
anderen koer, als u eens wat minder zenuw
achtig is, zal ik mijn bezoek nog wel eens
herhalon."
„Neen, je blijft!" conrnmandeorde do
lieer Têterol, terwijl bij hem met gowclc!
op zijn stoel drukte.
En nog'geen tien minuten waren er ver
loopen, of bij was bezweken voor de ver
leiding, om zijn verdriet nog eens te her
kauwen, en haarfijn vertélde hij dus do
heel© geschiedenis, terwijl hij zijn verhaal
illustreerde met heftig© gebaren en sterk-
gekruide uitdrukkingen. Toen hij ophield,
riep de heer Grépin, die met bijna heilige
aandacht had zitten luisteren
„Wat oen malle jongen toch oolc! Be
danken voor een De SaLigneuxHij is dan
wel geblaseerdmaar hij zal zeker ergens
•en trekpleister hebben."
„Ja, dat begrijp ik ook wel. Het is naar
zijn moeder,, dat de jongen er die Ooster-
sche verbeelding op nahoudt."
„U zult er u in moeten schikken, mijn
heer Têterol. Als zoo'n vriendin eenmaal
het hart van een jongen man veroverd
heeft, dan telt de wil van een vader niet
veel meer
„Wat nu, Crópin! Een vader is alles!"
herhaalde de heer Têterol met groote hef
tigheid. „Een vader lieeït het róoht om te
bevelenzijn bevelen te herroepen, een
schikking t© maken en daar weer verande
ring in te brengen, zoo dikwijls als hom dit
goed dunkt."
„Drommels, wijlen Saturnus peuzelde
zijn kinderen lekkertjes op, en or wcirdb
beweerd, dat hij ze heel gemakkelijk ver
teerde."
„Ik heb niets noodig met uw Safurnus.
Ik spreek van mijn zoon."
„Ja zeker, on ik vind ook, dat zijn ge
drag niet te verontschuldigen valt. Made
moiselle De Saligneüx is toch zoo'n aller
liefst persoontje."
„Het spijt mij, dat ik die meening niot
deelon kanmaar ik vind haar nu heel wei
nig bekoorlijk!"
„Sinds wanneer dan? Ik heb vroeger toch
wel eens den indruk gekregen
,,'t Is een nuf, een aanstelster, zeg ik je!
Als nu orp dit oogenblik baron Do Salig
neüx mij op beid© knieën zijn dochter
kwam aanbieden, en mijnheer mijn zoon
mij met gevouwen handen om hiaar smeek
te, ik zou toch: „neen" en nog eens „neen"
zeggen. Ik ben weer teruggekeerd tot mijn
eerste idee, dat het beste isvan een hu
welijk moet niets inkomen. Saligneüx zal
van mij zijn en van mij alleen, al moest ik
or dan ook vier jaar op wachten, dan zou
ik er vier jaren op waohten, maar ik ver
zeker je, dat ik in de helft van dien tijd
wel zoo ver ben. Hebt u er iets op tegen?"
„Ik? Neen, natuurlijk niot. Alleen vat ik
niet al t© best, wat u uw zoon eigenlijk te
verwijten heeft?"
„Mijn zoon is een onbeschaamde rekel I
Ik zal hem ontervenriep do heer Têterol
tan d enkn ars end
„Een nuttedoocse bedreigingeen vader
kan zijn zoon niet onterven, dat is bij de
wet verboden."
„Heb je het er nu op toegelegd, om mij
woedend te maken Mijn geld is van mij,
nietwaar? Of heeft mijn jongen het soms
verdiend
„'t Is van u, maar u kunt het t-och niet
opeten, on wat er van overblijft na uw
dood, dat is ran uw zoon, volgbns artikel
913 van hot wetboek: „De legaten mogen
do helft van do bezittingen van den erf
later niet- te boven gaan, als hij bij zdjn
overlijden een wettig kind nalaat."
„Blijf mij van 't. lijf met je wetboek! Dat
is wel do gekste uitvinding, die er be
staat.
„'t Hangt er maar van af, hoe je hét uit
legt Maar weet u wat ik in uw plaats
zou doen, mijnheer Têterol?"
„Je zult nu dan wel een groote dwaas
heid gaan zeggen, maar dat hindert, niet:
spreek, maar vrij uit!"
„De leelijkste poets, die een vader zijn
zoon kan bakken, is, dat liij eenvoudig her
trouwt!"
„Ik .zou lier trouw en riep de heer Tête
rol, ten zeerste getroffen door die vreemde
gedachte, die hem neg nooit ingevallen
was. „Had ik geen gelijk, dat u een groote
dwaasheid zooi zeggen
..Een groote dwaasheid? Waarom dan?
U is nog prachtig geconserveerd en heeft
neg al uw tanden; u is een Van die man
nen, die geen leeftijd hebben. Volg mijn
raad dus: hertrouw, krijg bij uw tweede
vrouw tien kinderen en ik ken wel iemand,
die leolijk op zijn neus zal kijken."
„En je weet zeker ook wel iemand, die
mij aan een vrouw zou kunnen helpen?"
„Zoo moeilijk is dat niét," antwoordde
Crépin levendig. „Maap er zou met oor
deel gekozen moeten worden. Do tweede
mevrouw Têterol moet. ©r goed uliftzien,
zonder nog al te mooi to wezen moede
vrouwen zijn maar ooqudt. Vat u? Dan nog
liever leelijk, maar aangenaam om te zien,
Ook moet zij niet meer zoo in haar aller
eerste jeugd zijn, want o, die jonge dingen
zijn zoo lastig en zij hebben zooveel pre-
tensies! Een bruidisschat daar behoeft
r^et eens sprake van te zijn. Wat zoudt
u nu een rijke erfgename noodig hebbon!
Als zij niet© lieefit, kunt u haar ook dies
te gemakkelijker naar uw hand zetten.
Toch was het nieb kwaad, als zij een enkel
spaarduitje beaat, dat zou ten minste be
wijzen, dat zij mot orde en overleg te werk
ging. En,.mijnbeer Têterol, dit zult u in
ieder geval wel niet- mij eens zijn of zij
nu mooi of leelijk, rijk of arm is, hot- moet
een eenvoudige, verstandige vrouw zijn en
een ervaren huisihmidster. Als u dfcut maar
eens aan mij overlaat, dan zult u zien, hoe
best het zaakje in orde komt!"
Onderwijl de heer Crépin zoo aan het
praten was, dacht Têterol oens na en her
innerde zich opeens, dat hij den zaak
waarnemer wel had hooren spreken van
een nu riet al to jonge, ongetrouwde zus
ter, die al sinds eenige"jaren in Engeland
woonde, waar zij juffrouw vi» gezelschap
bii een rijke familie was.
De heer Crépin wist in 't eerst niet, wat
hij hoorde, toen Têterol hem met een spot*
tend lachj e vroeg
,,'t Zou mij niets verwonderen, vriend
lief, als je hee-lemaal het Kanaal over moe^ö
om de eenig geschikte voor mij te vinden !"-
Intusschen spitste Crépin de ooren en
riep met vrijwel gelukkig geveinsde ver*
rassing
„Mijn zustor? U denkt dlus, dat ik
mijn zuster op hét oog had Ik moet eerlijk
zeggen, dat ik in de verste vort© niet _aan
haar dachtMaar daarom is 'het nog zoo'n
kwaad idéé niet. Wilt u, dat ik u een3
met haar labt kennis maken?"
„Dank jo wel! Zeer verplicht voor jd
vriendelijkheid," antwporddo Têterol.
„Maar ik heb mijn rust veel te lief. Da
meest bescheiden en verstandige vrouwen
hebben dwaze opvattingen. Hier in huis
dus geen vrouwenrokken meer en do wraak^
die ik op mijn zoon denk te nemen, is,
dat ik op zijn minst honderd jaren leven
zal
„U moet doen, zoo-als u wilt," ant
woorddo de heer' Crépin.
En hij stond op om heen te gaan. Het
zaad was nu eenmaal gestrooidverdef
moest hij het aan zon, wind en regen over
laten, om bet t© doen groeic.i.
Men moet nooit met zooveel zekerheid
zoggen, dat men vrel honderd jaar zal wor
dendit brengt ongelnk aan. Vier ofVijf
weken nadat de heer Têterol die gedenk-
waardig-stoute bewering uitgesproken had,
werd hij, die nooit van zijn leven iets ge
mankeerd bad zelfs geen kiespijn of
verkoudheid die man van ijzer en staal
dus, word ziek, ernstig, gevaarlijk ziek!
a (Wordt verrolgd).