Zaterdag 12 Juli 1919. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. FEUILLETON. zijn JP1SIJS DER ADVERTENT I UN i 30 OtB. per regel. Dos ZattTdags 40 Cts. nuf xegel. Elcino &4veitcBtiï»i Voonsdag 76 Ots. Zaterdag 1 E— bij maximum aantal woorden van 30. Incasso volgons post- recbt. Voocr oventnoolo opzending vaa brieven 10 OU porto te betalen. Bewijsnummer 5 Oti. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER COURANT: /Voor telden p. 8 mnd f2.10, p. week f 0.19 Buiten Leiden, .waar agenten ge vestigd zijn, per .week n u „0.13 Franco per post jr 2.50 Hummer 18209. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. EERSTE BLAD. BELDIGHEID BON 9 DER NORMAAL- MARGAMNEÏtAAV?. De Burgemeester der. G»smeento Leiden breDgt ter. aigemeene kenttij daf bon 9 der 'SormaaVmargArinekaarS geinig la vanax Maandag 14 Juli 1919 tot en met Maandag 21 Juli 1Ö19. N. Cl DE GIJSELAAR, Burgemeester, Leiden, 13 Juli. l i HINDERWET. Burgemeester "en Wethouders van Leiden Geïien het yerköek van P. W. Nessen, om vergunning tot uitbreiding van de waschin- Tlchline, gelegen aan den Maredrjk No. lol, find, bekend Sectie L- No. 519, door bp- Tlaatsing van een stoomketel met 14 vierk. JIJ, IV-O. X 6 atm'. stoomdruk en esn wascb- jnachine. Gozien art. 8, le alinea, der Hinderwet -Geven bj} desien kennis aan het jubliek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretavio d~zer gemeente ter visie ge legd is; - alsmede dat op Zaterdag, den 26 Juli S.fe. des namiddags te halftwee op bet Raadhuis, gelegenheid val worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, do* niet tot beroep gerechtigd zijn rij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden rijn verschenen, teneinde bun bezwsreïi mondeling toe te lichten. N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris, j Leiden. 12 Juli 1919. i lil i Do Burgemeester en Wethouders vaii Lelcleai doen te weten, dat dooi* don Rdf£& dier gemeente, in zijn vergadering van dten 24sten AipTÜ 1£>19, ia vasgestéld do vol gende verordening VERORDENING, lio ..tiende wijziging van do verordening van 25 October 1917 (Gemeenteblad No. 34) op do heffing eeuer plaatselijke directe belasting naar het in komen te Leiden. ART. 1. In art. 2 van bovongenoemd© verordening wordt het 9de lid gelézen als „Dit bedrag kan zoo noodig bij vast stelling van suppletoir© begrootingen "Wor den vermeerderd of verminderd' ART. 2. In art. 3 vervallen de woorden „derde lid" en wordt in plaats van f 500 gcflezen ,,f 000." ART. 3. In art. 4 worden in het 2de lid do onderscheidingen „lo, 2o, 3o, 4o" ver vangen door: „a, b, c, d". Het 3cle lid .wordt gelozen als volgt: „Nochtans wordt in do onder b. en o. bedoelde gevallen .bij de berekening der verschuldigde belasting het zuiver inkomen van beide echtgenöoten samengevoegd en wordt op dit gezamenlijk bedrag toegepast do vermindering, bedoeld in artikel 22 dezer verordening. Daarna wordt de be lasting over beide echtgenooten omgesla gen in vérhouding tot iedere inkomen." ART. 4. Voor art. 7 wordt de bestaan de tekst aangeduid met ;.l' Na 't woord „gronden" wordt ingevoegd: „en wa teren". In plaats van „de werkelijk© huurwaar de van gebouwen enz." wordt gelozen„de huurwaarde vi.i gebouwen. en? In plaats van „gedeelten van gebouwen of gronden" wordt gelezen: „gedeelten van gebouwen, gronden of wateren". Aap het artikel wordt toegevoegd een 2de lid luidende „2. Als huurwaarde van gebouwen of gedeelten van gebouwen met hun aanhoo- righedeu wc vit bij eigen gebruik botchouwd do huurwaarde volgens de personeel© belasting, of, zoo deze huur waarde niet bekend ia, de som, die bij nor male verhuring zou kunnen worden be dongen." ART. 5. Van art. 8 wordt de bestaan de tekst aangeduid rnet „1" Aan het artikel worden toegevoegd eon 2de en 3de lid luidende „2. Aandeelbewijizen en obligaibien, dtie aan aandeelhouders, anders dan tegen stor ting van de volle nominale waarde worden uitgereikt, worden tot het bedrag dat, zij 't slechte middellijk uit do winst van het loopendo boekjaar of een der laatst ver loop en vier boekjaren wordt gedekt, als dividendlen beschouwd. Het niet gestorte bedrag wordt geacht onmiddellijk of mid- delijk uit de winst van het loopende boek jaar o f een der laatst verloopen vier boekjaren te zijn of te zullen worden ge dekt, indien of voor zooveel het tegendeel met blijkt. „3 Bijschrijving op aandeelbewijzen wo-.dt mot uitreiking van zoodanige bewij zen gelijkgesteld" ART. 6. In art. 9, 3d© lid, vervallen de woorden „coöperatieve'- en „naamlooze". ART. 7. Van art. 10, 2do lid, vervalt de laatste zin. Aan het artikel wordt toege voegd oen 3de lid, luidende: „3. Di ^.rtikei vindt geen toepassing wanneer de persoon, die een periodieke uit- keerdng geniet, met den gever samen- Woont". ART. 8. In art. 11, le Bd, worden in do 2e alinea tusschon de woorden ^bedrijf' en „drukken" (gevoegd de woorden „of beroep". Na ihot 2e lid' van dit artikel wordt inge voegd een nieuw 8e ltd, luidende: „3. Van de onzuivere opbrengst vin een' bron van Inkomen, niet vallende ©nier het vorige lid, wordt bovendien afgetrokken de afschrijving, welke noodig mocht zijn we gens het a/floepen van een den belast" iff* gfliéhtiige toekomend recht, dat aan een Ier- mijn1 is .gebonden*'. Lid 3 wordt lid 4. !Lld 4 wordt lid 6. Onderdeel b1 tPerva* wo'tcft 'gelezen als volgt: „het aandeel in d« winst van coöperatieve vereenigingen, dut door de leden naar den maatstaf van de door' hen bestede som werdt .genoten, mits het 'doel der vereeniglng niet met het bedrijf of beroep van haar leden in verband staaf". In ihot onderdeel c wordt weggelaten het 'woord „onderlinge" en wordt het woord „deelnemers" vervangen doof: „verzekerden'', ART. 9. Aan ihot slot van het le lil van art. 12 wordt in plaats v&d „de werkelijke hujurwaardc" gelezen i „de huurwaarde be doeld In art. 7, 2e lid, dezer verordening". ART. 10 Van art. 14 wordt de bestaande tekst aanjgeduid met Aan het artikel wordt toegevoegd een 2e lid, luidende: „2. Aandeelen in de opbrengst van oen be drijf of beroep, dat niet door den belastimgw pliohti.g© zeiven weidt uitgeoefen 1, worden beschouwd als baten van het 'kaleaderj <af, waarin hun bediag wordt vastgesteld ART. 11. Oiidecileol a van art. 20. le lid wordt aangevuld met: „voor zoover die uit keeTingon én verstrekkingen in rechte vor derbaar zijn of ten aanzien daarvan rcola door den begiftigd© in deze belasting w rdt bijgedragen". Na het le lid wordt ingevoegd een nleuW 2e lid luidende: „2. De vermindering wegens een in réchte vorderbare uitlkeering of vórst rek?: ;ng, als bedoeld onder letter a van het 1 lid, kan in dien de' geVer met den begiftigde samoa- woont, nimmer tot hooger bedrag' in reke ning worden gebracht dan: a. wanneer de begiftigde hoofl is eenef echt vereen iging, tot 1/5 van het rui Ter in komen Van den gever, dodh niet meer dan f 600; b. wanneer de begiftigde geen hxiff eene- ochlvereeniging is, tot 2/15 van het zuiver in komen van den gever, doch niet moer dan f 400. Het bestaande 2e lid wordt 8e lil 'ART. 12 Het 2e lid van art 21 wordt ge keen aldus: „Do eerste klasse omvat hen, die een In komen hébben van 600 tot beneden 650 de 2o klasse 650 700 8o 700 750 4e 750 800 5o 800 850 6o 850 900 7 e 900 950 8o 950 1000 terwijl voor olke volgende klasse doze cijfers mot f 50 stijgen." Art. 13. Het le lid van art. 22 wordt gelezen aldus: „1. Tot grondslag voor de berekening van den aanslag strekt het laagste cijfer van elke klasse, verminderd: a. met f 400, indien de belastingplichtige on gehuwd is; b. met f 600 indien: le. do belastingplichtige gehuwd is; 2e. de belastingplichtige, ongehuwd zijnde, als kostwinner is aan te merken en bij de bereke ning van zijn zuiver inkomen niet reeds een aftrek wegens periodieke uitkeoring ten be hoeve van hem, vcor wien hij kostwinner is, is toegepast als bedoeld in art. 20, eerste lid, sub a; - c. bovendien met f 50 voor ieder eigen of aan gehuwd kind van den belastingplichtige, dat bij den aanvang, van bot belastingjaar den leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt on dat niet zelf in deze belastiDg wordt aangeslagen. Het na deze vermindering overblijvend be drag heet „belastbaar inkomen". De oerste zin van het tweede lid van dit arti kel wordt gelézen aldus: „2. Voor do toepassing van dit artikel worden weduwnaars of weduwen én zij ten aanzien van wie een vonnis tot echtscheiding is uitgespro ken, in beide gevallen voor zoover zij dén of meer kinderen beneden den leeftijd van 16 jaar heb ben, met gehuwden gelijkgesteld". Het 3e lid van art. 22 vervalt. Art. 14. Art. 23 wordt gewijzigd als volgt: 1. Do belasting wordt geheven van het be lastbaar inkomen en zulks, behoudens eon ver menigvuldiging als bedoeld in liet tweede lid, overeenkomstig onderstaand tarief, met dien verstande, dat elke verdere toeneming van bet belastbaar bedrag boven f 500 f50 bedraagt en het daarvan geheven percentage telkens met 0,05 pet. stijgt, totdat bij een belastbaar bedrag van f 7100 het percentage geheven van verdere toenemingen, blijft 13.55 pet. Belasting van het belast baar inkomen. ip oi ca o o ft r- o io w CNiocOHiGcooir-rHio co" o ai cd <o ci co d co" HHHCJNfOCO de toe nemingen. lO ioi>ocv]ioi>Qchioi> O) CNJ cq CO cq Cq_-? Th -tf- Tf cd co co" cd co co~ co co* co" cd Percentage van de toe nemingen. O i.O O iO o o o o o o 'G in q q co co ci o vo id id id id id id id o" id Toe nemingen. co* OOOOOOOOOQ iO O lO O Li o lO O o o Belastbaar inkomen. ei QQOOOOOQOQ o O io o io o o o o 5 »-<r-icNioicocoThThio Klasse t-KMCOThO<Ot^C0C\O 2. Het vermenigvuldigingscrjfer voor het belastingjaar wordt, in verband met de ver- elrchte opbrengst der belasting, jaarlgka bij de vaststelling van het kohier door den Gemeenteraad bepaald en geldt ook voor aanvullingskohieren. 3. Bij heb berekenen van de aanslagen worden gedeelten van ee*i oenfc verwaarloosd. ART. 15. Aan art. 24 wordt toegevoegd hrt navolgende: „Voor de samenstelling van het gezin en voer de bepaling van den leeftijd der kin deren tot toepassing van art. 22 wordt ge nomen de toestand bij den aanvang van het belastingjaar of, wanneer iu den loop- van het belastingjaar de belastingplichtig- hoid intreedt, de toestand op dat stip ART. 16. Art. 25 wordt gewijzigd als volgt: ,.1. Ten behoeve van de aanslagregelii^g kan aau. ieder die vermoed wordt belasting plichtig te zijn, of aan zijn wettel^jken ver tegenwoordiger, tot het doen van aaogiftev een beschrijvingsbiljet worden uitgereikt, in gelicht volgens een door Burgemeester en Wethouders vastgesteld model. 2. Een beschrijvingsbiljet zal worden uit gereikt aan hem: a. die over het faatste belastingjaar naar eer; inkomen van f2000.of meer aan geslagen is; b. die een beschrijvingsbiljet aanvraagt'. 3. Indien heb een belastingplichtige be treft, die na don aanvang van het belas tingjaar is overleden, wordt het beschrij vingsbiljet zoo noodig uitgereikt aan een der erfgenamen, den executeur-testamentair of den bewindvoerder over de nalatenschap. 4. De zor^ vcor het uitreiken der be- scluijvingsbiljetten eh het verzamelen van gegevens ter voorbereiding van de aansla gen is opgedragen aan den Controleur der gs meentebelastingen. ART. 17. In art. 26 vervalt de zinsnede ,,öf door den ambtenaar, belast met de op haling der beschrijVingsbiljetten.'' ART. 18 Art. 27. vervalt; de artikelen 28, 29. 30, 31, 32, 33, 34, 35 en 36 wor den genummerd 27, 23, 29, 30, 31, 32, 33, 34 en 35. terwijl in art. 31, lid 1, (oud art. 32, lid 1) „art. 33" wordt „art* 32." ART. 19. Art* 28, krachtens art. 18 van deze verordening genummerd 27, wordt gelezen als volgt: ,.1. De beschrrjvingsbüjetten mortezi bin nen \4 dagen na de uitreiking volledig in gevuld en onderteekend ten kantore van den Controleur der gemeente-belastingen wor den terugbezorgd. Desverlangd werdt door dfzen een ontvangbewijs afgegeven. 2. De termijn voor terugbezorging kan dour den Controleur der gemeentebelastin gen worden verlengd. 3. Hij wiens biljet binnen den termijn bedoeld in het le of 2e lid van dit artikel, niet is ingekomen, werdt zoo noodig aange slagen zonder aangifte." ART. 20. Deze verordening treedt in werking óp 1 Mei 1919. Vastgesteld te Leideiii ter openbare raads vergadering van den 24en Apiil 1919 De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR. De Secretaris, VAN STRIJEN, Zijnde de heffing van deze belasting goedge keurd bij Koninklijk Besluit van den 14en Juni 1919, no. 38, waarbij tevens is aangehaald de verordening, regelende do invordering dier be lasting, van den 25en October 1917. En is biorvan afkondiging geschied, waar bet I behoort, den 12en Juli 1919. Burgemeester cn Wethouders voornoemd N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Christelijke Hoogere Burgerscb&cl met 5-jarigen cursus. (Witte-Singel). Toelatingsexamen,. Geslaagd zijn voor klaarc I: J. M. van der Blom, Leiden; Harma A. dö Boer, NcordwQk-aan-Zee; G. A. de Bruyne, Leiderdorp; D. Dorrepaal, Koude kerk* Jaco'oa J. Haselager, Warmond; J.: van Heiningen, Koudekerk; "W. de long, Kat>- wijk-aan-Zee; P. Kouwenhoven, Leiden; Ilsel O. Lang, Noordwijk-aan-Zee; J. van detf Mark, Noordwyk-Binnen; Antje E. W. Op1- pelaar, 'Leiden; Annie Pieron, Voorschoten; J. H. Teeuwen, Leiden; Jacoba W. van da Ven, Leiden; J. H. W. Verlare, Leiden; Jo- hnDta C. Waterreus, Kat wij k-aan-ZeeG- van .WIrgeiden, Leiden; W. Woud, Katwijk-Bin- nen en T. G. Woudstra, Leiderdorp. Afgewezen voor klasse I: 3 candidaten. Geslaagd voor klasse II: J. Bloot, Katwijk-' aan-Zee; P. Boekkooi, Leiden; N. Tom^ Kafc*< v-fk-aan-Zee, en M. H. \Vertherv Katwijk^ Binnen. Afgewezen voor klasse II: 3 candidaten'^ Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Toelatingsexamen. Toegelaten tot de lsEa klasse 21 candidaten. Afgewezen 8. Geëxamineerd voor de 2de klasse 2 can didaten; beiden afgewezen. Toegelaten tot de 4de klasse 1 candidaat; afgewezen 1. Bij het overgangsexamen aan de Rijk$ tuinbouwschool te Boskoop slaagde H. G<. Dekens, alhier, Na gehouden examen voor de Vereen ft ging tot Opleiding van Bewaarscbcolhoude'-1 ressen alhier, slaagden voor het diploma vooij hoofd eener bewaarschool de dames J. d© Brouwer, te Aardenbur.g; A. M Blansjaar, té "Warjnond; H. de Jong,-alhier; E. F. E. Klink-» hamer to Bloemendaal; C. E. de Nïe. te "War-* mo-nd; P. W. Oosteihof, te Ütrecbt; 0. E( Schotanus, te Makkoim, en H. E. Witdc-ma, Ié Kes, op Ameland. In do commissié, aan welke in diü jaar het rangschikkingsonderZoek zal wor den opgedragen van do adspiranten die wem' peen the worden toegelaten tot de Kon. MiL Academie te Breda is benoemd tot lid de heer J. Hirschig, leeraar aan de gem. H. Bi» S. alhier. Hedenvoormiddag! passeerde met deti trein van 9 n. 55 m. H. M. de Koningin; in haar eigen salonrijtuig het station alhieij in de richting Amsterdam. Er was meer dan gewone levendigheid op het perron en EL M\ werd door de aanwezigen hartelijk' toegewuifd. De Park-concerten zullen weer etf aanvang nemen. Dinsdagavond a.s- te acht uren heeft' de eerste muziekuitvoering plaats door het Leidsch Muziekkorps, hetwelk ten gehoore zal brengen: No. 1. „Semper Fidelus", uiarsch, Soasa$ 2. Overture „Zampa", Herold; 3. „Estudiam tina", Wals, Waldteufel; 4. Fantaisie „Mar-' tha", Flotow; 5. Czardas No. 1, Michielsj b. Potpourri uit ,,1'De de Tulipatan", Offen' bacilen 7. „Ons Rood, Wit en Blauw", maisch, Geyp. Dinsdag a.s. zal alhier in de Stadszaal optreden de beroemde telepaath Eu gen dé Rubini. Overal, waar hij optrad, viel hen* een overweldigend succes ten doel. Hedenmiddag had in „Ia don Vcrr gulden Turk" 'alhier, de algemecne ver gadering van aandeelhouders plaats de* N. V. Nederlandschc Fabriek van Verduur, zaamde Levensmiddelen, voorheen W* Hoogenstraaten cn Co Leiden—Alkmaar* Blijkens het verslag van de directie heeft het- bruto winstcijfer i 282.153.23 bedragen*. j>e nettowinst ad f 11 VJ7S.Ö3 z >u bedui dend grooter geweest zijn, wanneer men geen rekening had behoeven te houden met de aanzienlijke depreciatie van liet artike' „gezouten groenten", waarvan dé verkoop op het oogenblik tegen ook ma*ar eenigszins loonende prijzen onmogelijk is. Het gehcele jaar was ilc firma vanwegé het conserveer verbod* van viecsch niet in do gelegenhe1" I haar specialiteiten root ls: soepen, sauzen, galantines en gekaktsoor- ten, aan te maken. Gelijk in bet vorig verslag werd mede* Naar het Fransch van VIC73R CHERBULIEZ. (Nadruk verboden.) 57) „Au! Nearn mij niet kwalijk Mijn sohuld is het toch niebl" rk>p hij, terwijl hij zijn hand eens schudde, om to rien, of zij nog w©! aan zijn arm vosb zat. „Maar hoo kcimt dsu'j toch allemaal? Wat heeft uw aangebeden zoon u to;h gedaan T Heeft hij bijgeval een gat in do maan ge slagen „Denk je nü beusch, dat ik je alios en alles vertollen ga?" Do h?er Crépin deed of hij opstond. „Ik zie, da.t ik dan al een zeer ongelegen o ogenblik voor mijn bezoek gekozen lieb. God zegen e u, mijnheer TêterolOp een anderen koer, als u eens wat minder zenuw achtig is, zal ik mijn bezoek nog wel eens herhalon." „Neen, je blijft!" conrnmandeorde do lieer Têterol, terwijl bij hem met gowclc! op zijn stoel drukte. En nog'geen tien minuten waren er ver loopen, of bij was bezweken voor de ver leiding, om zijn verdriet nog eens te her kauwen, en haarfijn vertélde hij dus do heel© geschiedenis, terwijl hij zijn verhaal illustreerde met heftig© gebaren en sterk- gekruide uitdrukkingen. Toen hij ophield, riep de heer Grépin, die met bijna heilige aandacht had zitten luisteren „Wat oen malle jongen toch oolc! Be danken voor een De SaLigneuxHij is dan wel geblaseerdmaar hij zal zeker ergens •en trekpleister hebben." „Ja, dat begrijp ik ook wel. Het is naar zijn moeder,, dat de jongen er die Ooster- sche verbeelding op nahoudt." „U zult er u in moeten schikken, mijn heer Têterol. Als zoo'n vriendin eenmaal het hart van een jongen man veroverd heeft, dan telt de wil van een vader niet veel meer „Wat nu, Crópin! Een vader is alles!" herhaalde de heer Têterol met groote hef tigheid. „Een vader lieeït het róoht om te bevelenzijn bevelen te herroepen, een schikking t© maken en daar weer verande ring in te brengen, zoo dikwijls als hom dit goed dunkt." „Drommels, wijlen Saturnus peuzelde zijn kinderen lekkertjes op, en or wcirdb beweerd, dat hij ze heel gemakkelijk ver teerde." „Ik heb niets noodig met uw Safurnus. Ik spreek van mijn zoon." „Ja zeker, on ik vind ook, dat zijn ge drag niet te verontschuldigen valt. Made moiselle De Saligneüx is toch zoo'n aller liefst persoontje." „Het spijt mij, dat ik die meening niot deelon kanmaar ik vind haar nu heel wei nig bekoorlijk!" „Sinds wanneer dan? Ik heb vroeger toch wel eens den indruk gekregen ,,'t Is een nuf, een aanstelster, zeg ik je! Als nu orp dit oogenblik baron Do Salig neüx mij op beid© knieën zijn dochter kwam aanbieden, en mijnheer mijn zoon mij met gevouwen handen om hiaar smeek te, ik zou toch: „neen" en nog eens „neen" zeggen. Ik ben weer teruggekeerd tot mijn eerste idee, dat het beste isvan een hu welijk moet niets inkomen. Saligneüx zal van mij zijn en van mij alleen, al moest ik or dan ook vier jaar op wachten, dan zou ik er vier jaren op waohten, maar ik ver zeker je, dat ik in de helft van dien tijd wel zoo ver ben. Hebt u er iets op tegen?" „Ik? Neen, natuurlijk niot. Alleen vat ik niet al t© best, wat u uw zoon eigenlijk te verwijten heeft?" „Mijn zoon is een onbeschaamde rekel I Ik zal hem ontervenriep do heer Têterol tan d enkn ars end „Een nuttedoocse bedreigingeen vader kan zijn zoon niet onterven, dat is bij de wet verboden." „Heb je het er nu op toegelegd, om mij woedend te maken Mijn geld is van mij, nietwaar? Of heeft mijn jongen het soms verdiend „'t Is van u, maar u kunt het t-och niet opeten, on wat er van overblijft na uw dood, dat is ran uw zoon, volgbns artikel 913 van hot wetboek: „De legaten mogen do helft van do bezittingen van den erf later niet- te boven gaan, als hij bij zdjn overlijden een wettig kind nalaat." „Blijf mij van 't. lijf met je wetboek! Dat is wel do gekste uitvinding, die er be staat. „'t Hangt er maar van af, hoe je hét uit legt Maar weet u wat ik in uw plaats zou doen, mijnheer Têterol?" „Je zult nu dan wel een groote dwaas heid gaan zeggen, maar dat hindert, niet: spreek, maar vrij uit!" „De leelijkste poets, die een vader zijn zoon kan bakken, is, dat liij eenvoudig her trouwt!" „Ik .zou lier trouw en riep de heer Tête rol, ten zeerste getroffen door die vreemde gedachte, die hem neg nooit ingevallen was. „Had ik geen gelijk, dat u een groote dwaasheid zooi zeggen ..Een groote dwaasheid? Waarom dan? U is nog prachtig geconserveerd en heeft neg al uw tanden; u is een Van die man nen, die geen leeftijd hebben. Volg mijn raad dus: hertrouw, krijg bij uw tweede vrouw tien kinderen en ik ken wel iemand, die leolijk op zijn neus zal kijken." „En je weet zeker ook wel iemand, die mij aan een vrouw zou kunnen helpen?" „Zoo moeilijk is dat niét," antwoordde Crépin levendig. „Maap er zou met oor deel gekozen moeten worden. Do tweede mevrouw Têterol moet. ©r goed uliftzien, zonder nog al te mooi to wezen moede vrouwen zijn maar ooqudt. Vat u? Dan nog liever leelijk, maar aangenaam om te zien, Ook moet zij niet meer zoo in haar aller eerste jeugd zijn, want o, die jonge dingen zijn zoo lastig en zij hebben zooveel pre- tensies! Een bruidisschat daar behoeft r^et eens sprake van te zijn. Wat zoudt u nu een rijke erfgename noodig hebbon! Als zij niet© lieefit, kunt u haar ook dies te gemakkelijker naar uw hand zetten. Toch was het nieb kwaad, als zij een enkel spaarduitje beaat, dat zou ten minste be wijzen, dat zij mot orde en overleg te werk ging. En,.mijnbeer Têterol, dit zult u in ieder geval wel niet- mij eens zijn of zij nu mooi of leelijk, rijk of arm is, hot- moet een eenvoudige, verstandige vrouw zijn en een ervaren huisihmidster. Als u dfcut maar eens aan mij overlaat, dan zult u zien, hoe best het zaakje in orde komt!" Onderwijl de heer Crépin zoo aan het praten was, dacht Têterol oens na en her innerde zich opeens, dat hij den zaak waarnemer wel had hooren spreken van een nu riet al to jonge, ongetrouwde zus ter, die al sinds eenige"jaren in Engeland woonde, waar zij juffrouw vi» gezelschap bii een rijke familie was. De heer Crépin wist in 't eerst niet, wat hij hoorde, toen Têterol hem met een spot* tend lachj e vroeg ,,'t Zou mij niets verwonderen, vriend lief, als je hee-lemaal het Kanaal over moe^ö om de eenig geschikte voor mij te vinden !"- Intusschen spitste Crépin de ooren en riep met vrijwel gelukkig geveinsde ver* rassing „Mijn zustor? U denkt dlus, dat ik mijn zuster op hét oog had Ik moet eerlijk zeggen, dat ik in de verste vort© niet _aan haar dachtMaar daarom is 'het nog zoo'n kwaad idéé niet. Wilt u, dat ik u een3 met haar labt kennis maken?" „Dank jo wel! Zeer verplicht voor jd vriendelijkheid," antwporddo Têterol. „Maar ik heb mijn rust veel te lief. Da meest bescheiden en verstandige vrouwen hebben dwaze opvattingen. Hier in huis dus geen vrouwenrokken meer en do wraak^ die ik op mijn zoon denk te nemen, is, dat ik op zijn minst honderd jaren leven zal „U moet doen, zoo-als u wilt," ant woorddo de heer' Crépin. En hij stond op om heen te gaan. Het zaad was nu eenmaal gestrooidverdef moest hij het aan zon, wind en regen over laten, om bet t© doen groeic.i. Men moet nooit met zooveel zekerheid zoggen, dat men vrel honderd jaar zal wor dendit brengt ongelnk aan. Vier ofVijf weken nadat de heer Têterol die gedenk- waardig-stoute bewering uitgesproken had, werd hij, die nooit van zijn leven iets ge mankeerd bad zelfs geen kiespijn of verkoudheid die man van ijzer en staal dus, word ziek, ernstig, gevaarlijk ziek! a (Wordt verrolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1