Mo. 18191
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 Juni.
Tweede Blad Anno 1919.
OiKler onze Vroede Vaderen
PERSOVERZICHT.
TWEEDE KAMER,
OE ARBEIDSWET.
Hoewel de Raad in geen vier weken was
bijeen geweest, had de agenda toch niet veel
te beteekenen. De belangstelling was dan
ook. za:i' matig. Onvoorziene omstandigheden
daargelaten, verwachten wij vóór Ssptemben
geen belangrijns zittingen meer. De burge
meester, van zijn vacancie, dia hem blrjkelyk
goed heelt gedaan, teruggekeerd, leidde de
vergadering weer.
De heer De Boer hield een pleidooi voon
een benoeming met terugwerkende kracht
van een hulp-keurmeester by den keurings
dienst van eet- en drinkwaren. De Voorzitter
toonde overtuigend aaD, dat dit met het
oog op wettelijke bepalingen niet ging; waar
aan de heer Do Boer niet, en vermoedelijk
ook geen der andere Raadsleden, had ge-
daeht-
Deze aanstelling scheen uoodig, doordat
de dienst zich steeds meer uitbreidt. Nu
kwam weer een overeenkomst met de ge
meente Sassenheim tot stand. Er zullen op,
do reeds bij onzen keuringsdienst aangeslo
ten gemeenten nog wel meerden volgen.
Üe hooge prijzen der voed.ngsmiddelen wer
ken do vervalschmgen in do hand, terwijl het
voor de consumenten zaak is goede waar
voor hun ge'd te ontvangen. De keurings
dienst wil daarvoor zoo goed mogelyk zor
gen
Eet verzoek van de gemeentewerklieden-
vereeniging „Recht oil 'Plicht" inzake de
toekenning van pensioen over de jaren, ge
durende welke eenigo gemeente-werkliedéa
in dienst van de pachters der gameentereini-
ging zijn werkzaam geweest, moest ook op
wettelijke gronden worden aigewez;u. Adres
sante werd echter de weg gewezen, waar
langs zij haar doel zou kunnen bereiken. Zij
moet zich 'tot het Krjk wenden, zooals de
Voorzitter nadrukkelijk verzekerde. Wy ver
moeden, dat „Recht en Plicht" wel aan dien
wenk gevolg zal geven.
Dp het verzoek van de aid. Leiden der
Hol! Maatschappij van Landbouuw, om den
aanvoer van boter, aan de Leidsche markt
ook toe te laten in benken- of withouten va
ten, werd gunstig beschikt. W (j hebben niet
anders verwacht. Had mea aan de eiken-
lieten vastgehoudeo, dan zou d t het verloo-
peu van de markt ten gevolge hebben gehad.
Het wordt wel ais een tijdelijke maatregel be
schouwd, welken men kan ter zijde stellen
als het eikenhout weer minder duur is,
doch wij gelooven, dat het daartoe wel niet
weer zaï"komen. De eiken botervaten raken
overal in onbruik en kunstmatig kan men
dat niet beletten. Wy moeten ook in dit
opzicht biet den tijd mee.
Dit geldt ook voor een anderen maatregel,
ïisteron genomen, o.l. da gewijzigde rege
ling voor de uren, wrarop de gemeentelijke
bureaux zullen geopend zyn. Tot dusver
kon men bijna altijd op de Socretarie en het
bureau van den Burgerlijken §tand terecht.
Laaiin is. nu eenige verandering gebracht,
waartegen de heer Oostdam, ter wille yan
het publiek zijn bezwaren inbracht. Ia het
algemeen is het waar, dat do ambtenaren
ia openbaren dienst er zijn ter wille van
het publiek; doch dat sluit niet in, dat zij
allyd voor het publiek moeten klaar staan.
Zooals de uren pu zullen worden geregeld,
heelt het publiek neg geen reden tot klagen
en kan er van een bevoorrechting der be
trokken ambtenaren ten koste der burgerij
geen sprake 2'yn.
Hel voorstel tot verbetering van de bu
reaux der gemeente-secretaris en van het
kantoor van den gemeente-ontvanger, door
bitrekking van het indertijd daarvoor aan
gekochte percee' aan do Vischmarkt, gal
den hoer Wilmer aanleiding tot het houden
von een zuinigheidsrede, welke door B. en
W. voor kennisgeving werd aangenomen. B.
on W. weten zelf ook wel, zooals-de Voor
zitter deed uilkomon, dat het thans geen tijd
13 om het geld over don balk te gooien. En
dat do gemeentelijke bureaux tegenwoordig
weelderig zijn ingericht, zal niemand bewe
ren die ter plaats9 bekend is.
Tip» andere snaar werd aangeroerd door
den heer Oostdam, die vreesde, dat door
de: e verbouwing hot historisch en architec
tonisch schoon van ons klassiek Raadhuis
er order zou lijden. Dat was reeds herhaal
delijk bij verbouwing in 't gedrang gekomen,
beweerde hij, wat do Voorzitter o.i. op goede
gronden kon ontkennen.
Ten slotte kwam zijn betoog neer op een
voorstel om niet de oude Stadhuispoort,
thsna ingang tot het belastingkantoor, te
sluiten, zooals in de bedoeling van B. en
Wl lag- Het scheelde slechts één stem, of
üyn motie had de poort gered. Deze zal nu
permanent gesloten worden, waardoor echter
als wij het wél hebben, noch het histo
risch, noch het architectonisch karakter van
Ons mooi Raadhuis zal worden geschaad.
By de rondvroaag vernamen wy uit den
mond van den Voorzitter, dat dezen zomer
da Parkconcerten niet zullen plaats hebben.
Do relletjes, welke er don vorigen zomer
oen paar maal bij voorgevallen zyn, hebben
tot dit besluit aanleiding gegeven. Wel jam
mer. Deze concerten gaven in de zomermaan
der. in onze etillo stad nog eenige ontspan
ning 2onder dat' er kosten bri betrokken
waren..
Duurte en I ot's v e r be ter in g
Ir. „BOEKENSCHOUW" geelt de redactie
de volgende economische beschouwing, die
overigens bekende zaken nog eens in een
nieuw licht zet:
Voor de schrikbarende duurte', waarvan
wy de gunstelingen o£ slachtoffers zijn, is
in vele gevallen een rechtmatige reden aan
te wyzen.
Maar laug niet altyd. De „diesseitsmoral",
welke ook al de eerste oorzaak w£ts van
den menschonteorenden oorlog, blykt zoo
piep te zyn doorgedrongen, zelfs bij de
Christenen, dat byhia een ieder, in de alge-
SSeond vSTwarring og min of meer, fatsoen
lijke wyze tracht te gappen wat hij krijgen
kan. In de landen, waar alle wet en gezag
is verdwenen, doet een misdadige nordié
het op de minst behoorlijke manier. En ook
in ons land wil de woestijntapper Wijnkoop
dien weg op, om den „arrebeider" zyn
twee-urigen werkdag en een- kapitalistisch
inkomen te bezorgen.
-«Voorioopig evenwel geschiedt liet hier
nog op de moer fatsoenlijke wijze van af
gedwongen toeslagen en buitensporige loon-
eiscben. Men noemt dat heel gemoedelijk
lotsverbetering, wat het ook voor een
oogenblik wel zyn kan, maar spoedig, als
iedereen, die iets beeft te verkoopeu, zijn
eischen in evenredigheid heeft gebracht
mot hetgeen auderen van hem vorderen,
zal er een evenwicht zijn; alleen de nomi
nale waarde van het geld is dan gewijzigd.
Men blyft een rijksdaalder een rijksdaal
der noemen, maar in werkelijkheid is hij
verlaagd tot do waarde, van oen gulden.
Toen zyn by deze wederzijdsche pluk-
kery niet alle partijen gelijk en moeten er
dus slachtoffers vallen. Op de eerste plaats
zij, dio niets hebben af te geven, en dus
alleen geplunderd kunnen worden zon'Jjr
dat zij op hun beurt hét anderen hunnen
doen. om dot verlies weer te dekken. Ver
volgens staat degene, die slechts geeste
lijke waarden kan aanbieden, ten acuter
by den verkooper van materieels levens-
behoefeten, wier gemis da menschen minder
goed verdragen dan het ontbreken van het
eerste.
Zoo bomt het, en ook nog om politieke!
redenen, dat de handenarbeid;r tegenwoor
dig de „mascot" is van de wereld. Vroegnr
nerd hij te veel verwaarloosd; nu i3 dat
heel anders geworden. En bet schijnt onver
mijdelijk aan alle reactie eigen t; moeten
zyn, dal zij met krachtigen impuls de mensch-
he!d Daar de andere zijde slingert buiten
den evenwichts-toestand en slechts na vele
schommelingen het juiste middel gevonden
en de rust hersteld kan worden. Wij leven
in zoo'n tijd van onzekere schommelingen:
Umivertung aller Werte.
Le intellectueele arbeider, die over hét
algemeen niet georganiseerd is om af te
dwingen wat hy wil, staat in heel waf
slechter conditie dan de handwerker, die
er maar op lo3 eischt eu dadelijk dreigt het
bijltje er by neer te feggen.
Arbeid des 'geestes wordt nauwelyks ge
teld. Toen ik een paar weken geleden eert
drukker er op wee3, dat een boek, hetgee-
vroeger twee gulden kostte, thans minstens
acht gulden zou moeten opbrengen, indien
men den schrijver beloonde volgens hef
tarief van den zetter, kreeg ik het verbijste
rend antwoord; „Maar een bladzijde is ook
vlugger geschreven dan in druk gezet". Dat
teekent 1 En geeft wel een staaltje van de
waandenkbeelden, welke men bij de massa!
er langzamerhand in gehamerd heeft. HeS
is wel rfiet democratisch zulke dingen te
zeggen, maar het is wel noodig dit 'eens
te verklaren, om weer zachtjes aan den
evenwichtstoestand terug te vinden. Als de
annexaties, ingegeven door het „Sacro
egoïsme", maar lijdelijk worden aanvaard,
komt de wereld nooit meer in haar voegen.
Het Engelsche invoerverbod
up tuinbouwvoortbrengselen.
Evenals andere oorlogvoerende landen ueeft
Engeland den invoer van overbodig geacute
artikelen zooveel mogelijk beperkt. Zoo
werd in 1916 de invoer van planten en
bloembollen verboden en eerst in het voor
jaar 1919 ia, ten gevolge van een kracn-
iigen aandrang van de jüugelsclie belang
hebbenden, een opheffing of verzachting,
van dit invoerverbod in overweging ge
nomen.
In een vlugschrift van do Vereeniging
„HET VRIJE RUILVERKEER wordt naar.
aanleiding hiervan opgemerkt, dat de Brit-
sche regeering zich op het standpunt stelt,
dat de invoer om redenen van mogelijke
valuta-depreciatie en beperkte vervoermid
delen, die voor ander vervoer noodigïr
geoordeeld worden niet moet worden
aangemoedigd, maar dat zij blijkbaar bereid
is den invoer toe te staan, indien de Brit-
sche belanghebbenden zelven dit uitdruk
kelijk wenschen.
Hoe die belanghebbendeu over het in
voerverbod denkeu, wordt daarna in het'
vlugschrift medegedeeld. Er blijkt uit, dat
de protectionistische maatregel het alge
meen belang schaden zou ten bate, zelfs
niet 'van een bepaalden bedrijfstak, maar
van een zeer kleine groep uit een bedrijf,
waarvan het zelfs nog zeer twijfelachtig is,
of de bescherming hun werkelijk steun zou
verleenen.
„HET VRIJE RUILVERKEER" merkt
naar aanleiding daarvan op:
Naarmate onverhoopt het gewraakte in
voerverbod op heesters en planten gedu
rende een paar jaar o£ langer mocht wor
den gehandhaafd, zal het moeilijker zyn
daarop terug te komen. Hebben eenmaal
de Engelsche kweekersen haar bedrijf in
gericht op het invoerverbod, en blijft dezs
toestand eenige jaren bestendigd, dan zou
den zjj zich zeker beklagen, indien later,
do Britsche regeering voor den onvermij
delijk te verwachten aandrang, om de gren
zen weder tg openen, bezweek. Ook daarom!
is opheffing van de invoefbelemiuering zoo
spoedig mogelijk voor een geleidelijke ont
wikkeling der handelstoestanden het njeest'
gewenscht.
Door opheTfing van hét invoerverbod zou
de Britsche regeering zich ten slotte een
krachtig wapen verschaffen in "den strijd
tegen die der Veresnigde Staten van Ame
rika, waar onder het voorwendsel van be
strijding van plantenziekten" dö invoer van
Europeesche tuinbouwproducten aan dra
conische beperkingen is onderworpen. Dj
regeeringen van de groote tuinbouvlandm
van Europa: Engeland, Frankrijk, België
en Nederland, strijden te New-York schou
der aan schouder ter verdediging van hun
bedreigde belangen. Hoeveel zou het betoog
van den Britschen ambassadeur te
Washington aan kracht winnen, indien hy
zijn regeering, door te' wijzen op intrek
king van het Engelsche invoerverbod, kon
vrijwaren voor hel verwijt, zelve juist dat
gene te doen, wat zij in de Amerikaansckj
maatregelen laakt!
'Vergadering van gisteren.
Regeling van werkzaamheden.
Do VOORZITTER stelt voor de regeling
der Grondbelasting en den aankoop van
aandeolon der H. IJ. S. M. en S.S. op ver
zoek der Regeering van de agenda af te
voeren.
De heer TER. LAAN (S. D. A. P.) vraagt
wanneer dan de Grondbelasting zal behan
deld worden.
De VOORZITTER, kan daarop geen ant-.
woord geven. Op dit oogenblik kan het
ontwerp niet behandeld worden.
Conform besloten.
Voor te wordt do agenda nog aangevuld.
De VOORZITTER stelt do vraag af het
ontwerp tot wijziging van de L. O.-wet
vóór het r^cès kan behandeld worden in de
afdeolingen. Dit hangt, samen met de be
handeling van do Arbeidswet, waarvan de
Memorie van Antwoord is verschenen. Spr.
stelt voor de Arbeidswet op 2 Juli aan de
orde te stellen en dan niet de L. O.-wet te
behandelen.
De heer DE SAVORNIN L OH MAN
(C.-H.) zou wenschen thans de L. O.-wet- in
do afdeelingen te onderzoeken. Dan kan in
den zomer het Voprloopig Vorsla.g worden
opgesteld. In het- najaar kan dan de Ar
beidswet behandeld werden, waarvan de
meesfco leden thans nog geen studie ge>
maakt hebben. Hij waarschuwt tegen over
haaste behandeling.
De VÓORZTTTER wenscht den heer
Lobman geluk meb 2ijn 40-jarig jubilé.
Feitelijk kc-mt dit j ubilé pas in September
maar spr. wil daarop thans vooruit loop en
en hem namens de Kamer reeds felicitco»
ren. (Applaus.)
De heer KOOLEN (R.-K.) gelooft, dat-
heb mogelijk is Dinsdag 1 Juli dit ontwerp
in de afdeelingen te onderzoeken en daarna
de Arbeidswet in het openbaar te behan
delen. Het lijkt hem aldus wel mogelijk.
De heer KETELAAR (V.-D.) wenscht do
L. O.-wet niet overhaast te behandelen en
wil dus de behandeling tot September uit
stellen.
De heer SCHAPER (S. D. A. P.) steunt
het voorstel van den Voorzitter. Do
Arbeidswet kan niet wachten en de L. O.-
wet is nog niet voorbereid.
De heer GERHARD (S. D A. P.) zegt.
dat het onmogelijk is thans de L.-O -wet
te behandelen.
Dei heer RUTGERS (A.-TL) zegt. 'dat
toen de Arbeidswet in do afdeelingcjü
kwam, deze nog veel - minder was voorbe^
reid, dan nu do L. O.-wet.
De heer KOOLEN (R.-K.) stelt voor de
L O.-wet in de afdeel in geil te brengen
op o cn 4 Juli. Dan kan op 8 Juli de Ar
beidswet aan do orde- komen.
Tn stemming komt bet voorstel om voor
het reces de Arbeidswet te behandelen.
'Dit voorstel wordt aangenomen met Gl
tegen 3 stemmen. Tegen de heeren De
Savornin Lohman, Van Veen. Abr. Staal
man.
Het voorstel om op 2 Juli een aanvang
te maken wordt aangenomen met 43 te
gen 20 stemmen
De VOORZITTER stelt voor Vrijdag
a, s. in do nfdeelingen een serie ontwer
pen te behandelen.
Do jhesr KOOIEN (R.-K.) jstelt voor
do L O.-wet ook in de afdeolingen te on
derzoeken.
Dit voorstel wordt vei worpen met 34
tegen 29 stemmen. Het- voorstel van ded
Voorzitter wordt goedgekeurd.
Wijziging der Personeel© Belasting.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van de wijziging der Personeèle Belasting.
Herstemming heeft plaats over 't amen
dement-Ter Laan, om de schippers vad
pJed&iervaartuigen zwaarder te gallasten.
Dili amendement wordt thans aangenomen
met 35 tegen 29 stemmen.
Het amendement-Ter Laan om de paar
den zwaarder te belasten, wordt verwor'
pen met 43 te eren 20 stemmen
I)e heer DRESSERHUYS (V.-L.) verde
digt een amendement, om het percentage
van de belasting op de p leizier vaartuigen
op 1^» pOfc. te laten.
De heer HEEMSKERK (A.-R.) wenscht
dat amendement te steunen, om de be-
langstellnsr in do waterspoit te wekken.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A-
R.) is ook voor het voorstel, omdat bijv,,
in Friesland de zèilsport zeer de krachts
vorming van ons volk bevordert.
De heer TER LAAN (S. D. A. P.) zegt,
'dat de roei- en zeilvereenigingen nieb
zwaarder belast zullen worden. Alleen de
xveeldevaartuigen worden er door getrof
fen.
De MINISTER VAN FINANCIEN, de
beer DF. VRTF'S, begrijpt niet, dat dé
Kamer voor dit amen domen ral stemmen,
terwijl zij pas den schipper van het plei-
ztervaartmg zwaardeer heoft belast. Wïe.
zich de luxe kan permitleeren van een'
seil jacht), kan wel 2'/i pCt. betalen.
Her amendement-Drcsselhuys wordt ver
worpen met 4!) tegen H stemmen
De heer ABR. STAALMAN (Neoitr.
Partij) stelt voor hel eenige biljart in een
koffiehuis vrij te stellen.
De MINISTER 2egt, dat als dit ge
schiedt, i de grondslag vrijwel vervalt, om
dat het overgroote deel van de koffiehui
zen maar één biljart heeft.
Het amendement wordt verworpen met
43 tegen 16 stemmen.
Hot- onverp is afgehandeld. Do eindstem
ming zal later plaats hebben.
Marine-person eel-vraagst uk.
Aan de orde is de interpellatie-Oud om1-
trent de voornemens van den Minister vain.
Marine, ton aanzien van het persone?l-
vraagstuk»
De heer OUD (V.-D.) herinnert aan het
gebeurde bij de' behandeling der Marine-
bogrooting en betoogt, dat het persone?!-
vraagstuk dienfcengevoige niet afdoend is
behandeld. Hij wenscht thans met dezen
Minister van gedachten te wisselen ovar dit
vraagstuk, omdat dit niet kan wachten tot
de begrooting voor 1920. Spr. vraagt of
het juist is, dat de Minister verklaard heeft,
dat hij zich zrjn weg reeds heeft afgeba
kend en dat de commissie voor de rechts
positie monnikenwerk verricht. Hrj hoopt,
dal de Minister dat duidelyk zal zeggen.
Hot gaat feitelijk om één punt. Is de Mi
nister bereid een frisschen wind te laten
waaien van boven af? (Gelach). Wil dei
Minister breken met de oude sleur? Daarin
wenscht hrj de opvattingen van den Mi
nister te kennen.
Spr. stelt deze vragen:
1. Welke is de opvatting van den Mi-
nieter omtrent de verhouding t?t de ver
schillende organisaties van het marineper
soneel, ook wat betreft den dienst aai boord?
2. Is de Minister van oordeel, dat dient
te worden vastgehouden aan het bestaand?
stelsel van werving, waarbij het personeel
is gesplitst in le:rl -onderofficieren ?n ma-
trozen niet 'ort dienstverband: z~-o Te?r,
heeft de Minister z'c'i reedeen d nk.eela
'gevormd omtrent de daarin te brengen
veranderingen? 3. Wat is het oordeel van
den Minister over een z.g. militie-marine?
4. Is de Minister bereid om de instelling te
bevorderen van een permanente commissie
voor de salarissen van het militaire oer so-
neel. waarin de vertegenwoordigers, der ver
schillende organisaties zijn opgenomen? I
Spr. vraagt inlichtingen óver heb geval.
da', de dokter voor onderzoek naai* geslachte-
ziekte niet aan 7)Oord van „De Zeven Prb-
viucien" zou worden gehaald, omdat er maar
één stoomsloep was. die bestemd was voor
den vicc-admiraal. Het gevolg zou geweest
2ijn .dat vele lijders zonder onderzocht
te zjjn naar hun familie zijn gegaan.
De Minister van Marine, de heer
BIJLEYELD, meent in de vragen de over
tuiging te zien belichaamd, dat ons land
een marine noodig heeft.
Ad. I: Er zijn militaire organisaties, die
hi] niet in strijd acht met militaire organi
satie- in het algemeen. Het bestaansrecht
ontkent hrj niet, al moet hij rekening hou
den met het gebied, waarop de Bonten
zich bewegen. De marine is een orgaan I
voor de overheid om het gezag, dat het
van Gcd ontleent, hoog te houden. Voor
zoover het dat gezag betreft, is gvan plaats
voor overleg. Elke poging om dat gezag
te weefttaan zal spr. tegengaan. Hij wil
echter voeling houden met de ondergeschik
ten, ook om hun het goede begrip van het
gezag brj te brengen. Voor een g?zcnd
en opgewekt werken van de vloot kunnen
de organisaties goed werk leveren. Ook waar
noodig zal dat overleg ann boord geschieden.
Ten aanzien van de genoemde Staatscom
missie legt spr. een "bevredigende verkla
ring aï
Ad. II en IIL Een geprecizeeru antwoord
geeft hij niet. De marine most zoo goed
mogelij'k zijn on spr. moet rekening houden
met het geheele stelsel. Spr. zal zich hoe'den
voor incidenteel© beslissingen, di? het ka
rakter van lapmiddelen dragen. Het be
staande stelsel heeft ernstige bezwaren,
ïeeren kennen. Spr. gaat bij het zoiken naar
verbeteringen uit van de overtuiging, dat
de marine onmisbaar is. De marine moet
het vertrouwen in zichzelf en liet volk
moei vertrouwen in de marine terug krijgen.
Spr. heelt eon groote dosis idealisme, ook i
ten opzichte van de-medewerking der Kamer, j
Spr. vraagt hem een fair trial te geveo. j
De tjjd voor verandering van stelsels acht j
hii nog niet rijp. Eerst moeten vloot, Kamer t
en vclk een gefundeerd vertrouwen in spre-
ker hebben.
Het vrijwilligersinsfcituut acht hij 't min- j
cipieel aangewezen instituut ook voor Tndië.
De geestelijke verzorging zal daarom van
belang zijn om vrijwilligers te trekken. De
militie-marine acht hij als systeem niet aan
nemelijk: een tijdelijke uitbreiding met mi
litie-marine is misschien onvermijdelijk.
Ad. IY. Een permanente commissie acht
hij met noodig. Hen commissie ad hoc is
misschien beter.
Hec geval aan boord van nDe- Zeven Pro
vinciën" is een treurig misverstand, dat ge
deeltelijk de schuld was van den dokter, die
niet tijdig kennis gaf aan den commandant.
De heer MARGHANT (V.-D.): Nu moesten
twintig gezinnen worden opgeofferd aan het
stomme formalisme.
Ee MINISTER zegt, dat allen gereed ston
den om het schip te verlaten en Jat het
onmogelijk was ze te laten wachten. De toe
gezegde stoombarkas was op het beslissende
moment defect. Geweigerd is, dat de dokter
met den heer Bauduin meeging.
Spr. heeft voor volgende gelegenheden
maatregelen genomen.
Do heer OUD (V.-D.) is niet opgetogen
over den Minister. Hij is niet wijzer ge
werden. Het geval van „De Zeven Provin
ciën" is wel precies als altijd: de Minister, j
tracht het goed te praten en de schuld te
werpen op den dokter.
Var de „lijn" van den Minister Ti?grgpt'
spr. niet veel. De Minister moet concrete
plannen geven, waaruit blijkt, wat hij wil.
Eerst dan kan hij vertrouwen vragen van
de Kamer.
De heer HEI.JKOOP (S. D. A. i\) is ook
slecht te spreken over 'deze rede van (len
Minister. Hij' heeft geen enkel plan gehoord,
en als de Minister nu nog niets weet van
zijn plannen, dan weet hij het misschien te
laat. Spr. wenscht daden on geen praatjes.
De heer BOMANS (R.-K.) bill^kt, althans
begrijpt, dat Re Minister zjjn antwoorden,
in petto houdt. Hjj meent echter, dat het
vertrouwen wel aan dezen Minister kan ga-
schonken worden. De Minister heeft een
ljjn getrokken, houdt vast aan die lijn, wijkt
niet af van die lijn, maar hoe die lijn is
het-fl hjj niet gezegd. (Gelach). Spr. stelt
vertrouwen in die lijntrekking. "(Gelach). Hij
hoopt, dat de Minister spoedig met zijn plan
nen zal komen,
De heer van RAVESTEYN {Comm. P.)
vreest> Rat deze Minister oog meer dan zijn
voorgangers militaristisch is.
Hij zal de speelbal zijn van de marine*
avtoriteiten.
De Minister van Marine, de toer BIJLE
YELD, zegt, dat hij bereid is overleg te ple
gen voor zoover dat mogelijk is.
De heer KETELAAR (V.-D.): Dat z .g-
gen z'. allemaal.
Dg MINISTER zegt, dat hij reeds ver*
schillende dingen heeft gedaan o.a. „Het
Anker" toegelaten.
Hij hoopt, door 'zijn verdere da-
den te toonen, dat hrj het vertrouwen waardig
is. Spr. keurt af, dat de dokter niet met den
vice-admiraal mee mocht. Deze zaak is nog
in behandeling.
De interpellatie wordt gesloten.
De vergadering wordt verdaagd tol Dins
dag 'één uur.
Memorie van antwoord.
De Minister van Arbeid, de hser Aalbarse.
constateert met voldoening, dat principieel
verzet tegen wettelijke beperking van den
arbeidsduur van volwassen manlijke arbei-
ders niet i3 gerezen. Wel spreekt uit net
Voorioopig Verslag vrees voor nadeeligen
invloed van do ontworpen regeling op de
productie cn verschil van inzicht omtrent de
draagwijdte van het ontwerp, dat naar het
oordeei-'vail sommigen, te diep ingrijpt, naar.
de meening van anderen de belangen der
arbeiders niet voldoende in bescherming
Ufifcrot of aieb ever te beperkt terrein uit
strekt; wèl komt in het Verslag tot uiting,
dat verschillende onderdosten van de rege
ling allerminst algemeens instemming von
der.; maar nergens wordt op principieelen
grond aan. den wetgever het recht ontzegd
om ook den volwassen manlijken arbeider in
een ^regeling van den arbeidsduur te be
trekken.
Vermindering van de!
productie.
De Minister merkt, naar aanleiding, van
do geuite vrees, dat de invoering van den
S-uren-dag zal leiden tot vermindering van
ödo productie, op, dat reeds thans in ver
schillende bedrijven de 3-uren-dag zonder,
.wetsawang is ingevoerd. Aangenomen mag
wel worden, dat daar de productie ten ge
volge van de wet niet zal achteruitgaan. In
tal van andere ondernemingen, waar men den;
si rong oog ntet heeft durven wagen, zal zich
het ook in andere bedrijven waargenomen
verschijnsel voordoen, dat de productie on
der den invloed van den 8-uren-dag niet ver
mindert, zelfs hier ,en daar vermeerdert.
Waar dezelfde hoeveelheid van cenig artikel
in den kortoren werktyd uii-et kan worden,
voortgebracht dis te voren brj langoren ar
beidsduur, zal nog van allerlei invloeden!
en omstandigheden afhangen, welko de eco
nomische gevolgen daarvan zulleo zijn.
De aanvulling van heè
wereldtekorfc.
Het wereldtekort mag, naar het oordeel
van oen Minister, evepmin als de tijd van
overgang, waarin de industrie zich thans
bevindt, weerhouden van de invoering van
dea 8-uren-dag. Zooals in de Memorie van
Toelichting reeds werd opgemerkt, is niet te
bewijzen, dat de verkorte arbeidsduur geen
beletsel zal zijn, om heb wereldfekorb aan
te vullen; maar ook niet het tegendeel. Vast'
staat echter wel, dat de arbeiders hun eisch:
toe beperking van den werktijd, in verschil
lende landen kracht lie'oben bijgezet door,
uitgebreide stakingen. Het behoeft wel gec-n
betoog, dat die conflicten een krachtig belet
sel zrjn tegen aanvulling van het wereldte
kort, en dat oen wet. welke stakingen tot
heb verkrijgen van den 8-uren-dag onnoodig
maakt, voorkomt, dat 4'e hinderpaal ia den
weg wordt gelegd aan pogingen, om in het'
tekort aan productiemiddelen en producten
te voorzien. Volgens het Voorioopig* Verslag
zou dit een door vrees ingegeven argument'
zijn. De Minister moet dit echter ten stel**
Iigste ontkennen. Hij heeft het niet aange
voerd om de noodzakelijkheid van den S-<
uren-dag aan te toonen, doch alleen om iil
het licht te stellen, dat de ontworpen rege-1
ling, welke hrj uit anderen hoofde noodzaken
lijk acht, een beletsel uit den wag kan rui
men tegen aanvulling van het wereldtekort,
wélke naar heb oordeel van sommigen doori
het' wetsontwerp wordt bedreigd.
De buibenlandschö
concurrentie.
Naar aanleiding van de vraag, óf de R-e-t
geering wel voldoende op de buitenlaudsche
concurrentie heeft gelet, wordt herinnerd;
aan de beschouwingen, welke omtrent dit
punt in de Memorie van Toelichting zrjn op
genomen*. De Minister is allerminst geschokt
in zijn daar uitgesproken mesning door het
geen in heb Voorioopig Verslag wordt rnede-
geceeln omtrent het vervaardigen van druk
werk in het buitenland voor Nederlandsche
ondernemingen. Of dit het gevolg is van de
arbeidsvoorwaarden, welke hier te lande m
het drukkersbedrijf gelden, met name wat
den arbeidsduur aangaat, is lang niet Zeker.
De arbeidsweek van 45
of 48 uur.
Van meer belang is de opmerking in het
Voorioopig Verslag, waarbij in verband met
de builenlandsche concurrentie er op wordt
gewezen, dat het ontwerp den arbeidsduur,
per week tot 45 uur beperkt, terwijl nog niet
vaststaat, of de wetgeving in het buitenland
niet verder zal gaan dan de arbeidswe?k
tof" 48 uur terug te brengen. De leden, die
deze opmerking iu het midden brachten,
waren van oordeel, dat aan de hierop ge
gronde bedenkingen der industrie kan worr
den te gemoet gekomen zonder aan da alge-
meene strekking van het ontwerp tekort te
doen.
Hiertegenover wijst de Minister er op, dat,
wordt de arbeidsweek van 45 op 48 uur ge
steld, hetzij een langere arbeidsdag öan 8.
uur moet worden toegelaten, hetzij (te vrije!