Mo. 18191 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 21 Juni. Tweede Blad Anno 1919. OiKler onze Vroede Vaderen PERSOVERZICHT. TWEEDE KAMER, OE ARBEIDSWET. Hoewel de Raad in geen vier weken was bijeen geweest, had de agenda toch niet veel te beteekenen. De belangstelling was dan ook. za:i' matig. Onvoorziene omstandigheden daargelaten, verwachten wij vóór Ssptemben geen belangrijns zittingen meer. De burge meester, van zijn vacancie, dia hem blrjkelyk goed heelt gedaan, teruggekeerd, leidde de vergadering weer. De heer De Boer hield een pleidooi voon een benoeming met terugwerkende kracht van een hulp-keurmeester by den keurings dienst van eet- en drinkwaren. De Voorzitter toonde overtuigend aaD, dat dit met het oog op wettelijke bepalingen niet ging; waar aan de heer Do Boer niet, en vermoedelijk ook geen der andere Raadsleden, had ge- daeht- Deze aanstelling scheen uoodig, doordat de dienst zich steeds meer uitbreidt. Nu kwam weer een overeenkomst met de ge meente Sassenheim tot stand. Er zullen op, do reeds bij onzen keuringsdienst aangeslo ten gemeenten nog wel meerden volgen. Üe hooge prijzen der voed.ngsmiddelen wer ken do vervalschmgen in do hand, terwijl het voor de consumenten zaak is goede waar voor hun ge'd te ontvangen. De keurings dienst wil daarvoor zoo goed mogelyk zor gen Eet verzoek van de gemeentewerklieden- vereeniging „Recht oil 'Plicht" inzake de toekenning van pensioen over de jaren, ge durende welke eenigo gemeente-werkliedéa in dienst van de pachters der gameentereini- ging zijn werkzaam geweest, moest ook op wettelijke gronden worden aigewez;u. Adres sante werd echter de weg gewezen, waar langs zij haar doel zou kunnen bereiken. Zij moet zich 'tot het Krjk wenden, zooals de Voorzitter nadrukkelijk verzekerde. Wy ver moeden, dat „Recht en Plicht" wel aan dien wenk gevolg zal geven. Dp het verzoek van de aid. Leiden der Hol! Maatschappij van Landbouuw, om den aanvoer van boter, aan de Leidsche markt ook toe te laten in benken- of withouten va ten, werd gunstig beschikt. W (j hebben niet anders verwacht. Had mea aan de eiken- lieten vastgehoudeo, dan zou d t het verloo- peu van de markt ten gevolge hebben gehad. Het wordt wel ais een tijdelijke maatregel be schouwd, welken men kan ter zijde stellen als het eikenhout weer minder duur is, doch wij gelooven, dat het daartoe wel niet weer zaï"komen. De eiken botervaten raken overal in onbruik en kunstmatig kan men dat niet beletten. Wy moeten ook in dit opzicht biet den tijd mee. Dit geldt ook voor een anderen maatregel, ïisteron genomen, o.l. da gewijzigde rege ling voor de uren, wrarop de gemeentelijke bureaux zullen geopend zyn. Tot dusver kon men bijna altijd op de Socretarie en het bureau van den Burgerlijken §tand terecht. Laaiin is. nu eenige verandering gebracht, waartegen de heer Oostdam, ter wille yan het publiek zijn bezwaren inbracht. Ia het algemeen is het waar, dat do ambtenaren ia openbaren dienst er zijn ter wille van het publiek; doch dat sluit niet in, dat zij allyd voor het publiek moeten klaar staan. Zooals de uren pu zullen worden geregeld, heelt het publiek neg geen reden tot klagen en kan er van een bevoorrechting der be trokken ambtenaren ten koste der burgerij geen sprake 2'yn. Hel voorstel tot verbetering van de bu reaux der gemeente-secretaris en van het kantoor van den gemeente-ontvanger, door bitrekking van het indertijd daarvoor aan gekochte percee' aan do Vischmarkt, gal den hoer Wilmer aanleiding tot het houden von een zuinigheidsrede, welke door B. en W. voor kennisgeving werd aangenomen. B. on W. weten zelf ook wel, zooals-de Voor zitter deed uilkomon, dat het thans geen tijd 13 om het geld over don balk te gooien. En dat do gemeentelijke bureaux tegenwoordig weelderig zijn ingericht, zal niemand bewe ren die ter plaats9 bekend is. Tip» andere snaar werd aangeroerd door den heer Oostdam, die vreesde, dat door de: e verbouwing hot historisch en architec tonisch schoon van ons klassiek Raadhuis er order zou lijden. Dat was reeds herhaal delijk bij verbouwing in 't gedrang gekomen, beweerde hij, wat do Voorzitter o.i. op goede gronden kon ontkennen. Ten slotte kwam zijn betoog neer op een voorstel om niet de oude Stadhuispoort, thsna ingang tot het belastingkantoor, te sluiten, zooals in de bedoeling van B. en Wl lag- Het scheelde slechts één stem, of üyn motie had de poort gered. Deze zal nu permanent gesloten worden, waardoor echter als wij het wél hebben, noch het histo risch, noch het architectonisch karakter van Ons mooi Raadhuis zal worden geschaad. By de rondvroaag vernamen wy uit den mond van den Voorzitter, dat dezen zomer da Parkconcerten niet zullen plaats hebben. Do relletjes, welke er don vorigen zomer oen paar maal bij voorgevallen zyn, hebben tot dit besluit aanleiding gegeven. Wel jam mer. Deze concerten gaven in de zomermaan der. in onze etillo stad nog eenige ontspan ning 2onder dat' er kosten bri betrokken waren.. Duurte en I ot's v e r be ter in g Ir. „BOEKENSCHOUW" geelt de redactie de volgende economische beschouwing, die overigens bekende zaken nog eens in een nieuw licht zet: Voor de schrikbarende duurte', waarvan wy de gunstelingen o£ slachtoffers zijn, is in vele gevallen een rechtmatige reden aan te wyzen. Maar laug niet altyd. De „diesseitsmoral", welke ook al de eerste oorzaak w£ts van den menschonteorenden oorlog, blykt zoo piep te zyn doorgedrongen, zelfs bij de Christenen, dat byhia een ieder, in de alge- SSeond vSTwarring og min of meer, fatsoen lijke wyze tracht te gappen wat hij krijgen kan. In de landen, waar alle wet en gezag is verdwenen, doet een misdadige nordié het op de minst behoorlijke manier. En ook in ons land wil de woestijntapper Wijnkoop dien weg op, om den „arrebeider" zyn twee-urigen werkdag en een- kapitalistisch inkomen te bezorgen. -«Voorioopig evenwel geschiedt liet hier nog op de moer fatsoenlijke wijze van af gedwongen toeslagen en buitensporige loon- eiscben. Men noemt dat heel gemoedelijk lotsverbetering, wat het ook voor een oogenblik wel zyn kan, maar spoedig, als iedereen, die iets beeft te verkoopeu, zijn eischen in evenredigheid heeft gebracht mot hetgeen auderen van hem vorderen, zal er een evenwicht zijn; alleen de nomi nale waarde van het geld is dan gewijzigd. Men blyft een rijksdaalder een rijksdaal der noemen, maar in werkelijkheid is hij verlaagd tot do waarde, van oen gulden. Toen zyn by deze wederzijdsche pluk- kery niet alle partijen gelijk en moeten er dus slachtoffers vallen. Op de eerste plaats zij, dio niets hebben af te geven, en dus alleen geplunderd kunnen worden zon'Jjr dat zij op hun beurt hét anderen hunnen doen. om dot verlies weer te dekken. Ver volgens staat degene, die slechts geeste lijke waarden kan aanbieden, ten acuter by den verkooper van materieels levens- behoefeten, wier gemis da menschen minder goed verdragen dan het ontbreken van het eerste. Zoo bomt het, en ook nog om politieke! redenen, dat de handenarbeid;r tegenwoor dig de „mascot" is van de wereld. Vroegnr nerd hij te veel verwaarloosd; nu i3 dat heel anders geworden. En bet schijnt onver mijdelijk aan alle reactie eigen t; moeten zyn, dal zij met krachtigen impuls de mensch- he!d Daar de andere zijde slingert buiten den evenwichts-toestand en slechts na vele schommelingen het juiste middel gevonden en de rust hersteld kan worden. Wij leven in zoo'n tijd van onzekere schommelingen: Umivertung aller Werte. Le intellectueele arbeider, die over hét algemeen niet georganiseerd is om af te dwingen wat hy wil, staat in heel waf slechter conditie dan de handwerker, die er maar op lo3 eischt eu dadelijk dreigt het bijltje er by neer te feggen. Arbeid des 'geestes wordt nauwelyks ge teld. Toen ik een paar weken geleden eert drukker er op wee3, dat een boek, hetgee- vroeger twee gulden kostte, thans minstens acht gulden zou moeten opbrengen, indien men den schrijver beloonde volgens hef tarief van den zetter, kreeg ik het verbijste rend antwoord; „Maar een bladzijde is ook vlugger geschreven dan in druk gezet". Dat teekent 1 En geeft wel een staaltje van de waandenkbeelden, welke men bij de massa! er langzamerhand in gehamerd heeft. HeS is wel rfiet democratisch zulke dingen te zeggen, maar het is wel noodig dit 'eens te verklaren, om weer zachtjes aan den evenwichtstoestand terug te vinden. Als de annexaties, ingegeven door het „Sacro egoïsme", maar lijdelijk worden aanvaard, komt de wereld nooit meer in haar voegen. Het Engelsche invoerverbod up tuinbouwvoortbrengselen. Evenals andere oorlogvoerende landen ueeft Engeland den invoer van overbodig geacute artikelen zooveel mogelijk beperkt. Zoo werd in 1916 de invoer van planten en bloembollen verboden en eerst in het voor jaar 1919 ia, ten gevolge van een kracn- iigen aandrang van de jüugelsclie belang hebbenden, een opheffing of verzachting, van dit invoerverbod in overweging ge nomen. In een vlugschrift van do Vereeniging „HET VRIJE RUILVERKEER wordt naar. aanleiding hiervan opgemerkt, dat de Brit- sche regeering zich op het standpunt stelt, dat de invoer om redenen van mogelijke valuta-depreciatie en beperkte vervoermid delen, die voor ander vervoer noodigïr geoordeeld worden niet moet worden aangemoedigd, maar dat zij blijkbaar bereid is den invoer toe te staan, indien de Brit- sche belanghebbenden zelven dit uitdruk kelijk wenschen. Hoe die belanghebbendeu over het in voerverbod denkeu, wordt daarna in het' vlugschrift medegedeeld. Er blijkt uit, dat de protectionistische maatregel het alge meen belang schaden zou ten bate, zelfs niet 'van een bepaalden bedrijfstak, maar van een zeer kleine groep uit een bedrijf, waarvan het zelfs nog zeer twijfelachtig is, of de bescherming hun werkelijk steun zou verleenen. „HET VRIJE RUILVERKEER" merkt naar aanleiding daarvan op: Naarmate onverhoopt het gewraakte in voerverbod op heesters en planten gedu rende een paar jaar o£ langer mocht wor den gehandhaafd, zal het moeilijker zyn daarop terug te komen. Hebben eenmaal de Engelsche kweekersen haar bedrijf in gericht op het invoerverbod, en blijft dezs toestand eenige jaren bestendigd, dan zou den zjj zich zeker beklagen, indien later, do Britsche regeering voor den onvermij delijk te verwachten aandrang, om de gren zen weder tg openen, bezweek. Ook daarom! is opheffing van de invoefbelemiuering zoo spoedig mogelijk voor een geleidelijke ont wikkeling der handelstoestanden het njeest' gewenscht. Door opheTfing van hét invoerverbod zou de Britsche regeering zich ten slotte een krachtig wapen verschaffen in "den strijd tegen die der Veresnigde Staten van Ame rika, waar onder het voorwendsel van be strijding van plantenziekten" dö invoer van Europeesche tuinbouwproducten aan dra conische beperkingen is onderworpen. Dj regeeringen van de groote tuinbouvlandm van Europa: Engeland, Frankrijk, België en Nederland, strijden te New-York schou der aan schouder ter verdediging van hun bedreigde belangen. Hoeveel zou het betoog van den Britschen ambassadeur te Washington aan kracht winnen, indien hy zijn regeering, door te' wijzen op intrek king van het Engelsche invoerverbod, kon vrijwaren voor hel verwijt, zelve juist dat gene te doen, wat zij in de Amerikaansckj maatregelen laakt! 'Vergadering van gisteren. Regeling van werkzaamheden. Do VOORZITTER stelt voor de regeling der Grondbelasting en den aankoop van aandeolon der H. IJ. S. M. en S.S. op ver zoek der Regeering van de agenda af te voeren. De heer TER. LAAN (S. D. A. P.) vraagt wanneer dan de Grondbelasting zal behan deld worden. De VOORZITTER, kan daarop geen ant-. woord geven. Op dit oogenblik kan het ontwerp niet behandeld worden. Conform besloten. Voor te wordt do agenda nog aangevuld. De VOORZITTER stelt do vraag af het ontwerp tot wijziging van de L. O.-wet vóór het r^cès kan behandeld worden in de afdeolingen. Dit hangt, samen met de be handeling van do Arbeidswet, waarvan de Memorie van Antwoord is verschenen. Spr. stelt voor de Arbeidswet op 2 Juli aan de orde te stellen en dan niet de L. O.-wet te behandelen. De heer DE SAVORNIN L OH MAN (C.-H.) zou wenschen thans de L. O.-wet- in do afdeelingen te onderzoeken. Dan kan in den zomer het Voprloopig Vorsla.g worden opgesteld. In het- najaar kan dan de Ar beidswet behandeld werden, waarvan de meesfco leden thans nog geen studie ge> maakt hebben. Hij waarschuwt tegen over haaste behandeling. De VÓORZTTTER wenscht den heer Lobman geluk meb 2ijn 40-jarig jubilé. Feitelijk kc-mt dit j ubilé pas in September maar spr. wil daarop thans vooruit loop en en hem namens de Kamer reeds felicitco» ren. (Applaus.) De heer KOOLEN (R.-K.) gelooft, dat- heb mogelijk is Dinsdag 1 Juli dit ontwerp in de afdeelingen te onderzoeken en daarna de Arbeidswet in het openbaar te behan delen. Het lijkt hem aldus wel mogelijk. De heer KETELAAR (V.-D.) wenscht do L. O.-wet niet overhaast te behandelen en wil dus de behandeling tot September uit stellen. De heer SCHAPER (S. D. A. P.) steunt het voorstel van den Voorzitter. Do Arbeidswet kan niet wachten en de L. O.- wet is nog niet voorbereid. De heer GERHARD (S. D A. P.) zegt. dat het onmogelijk is thans de L.-O -wet te behandelen. Dei heer RUTGERS (A.-TL) zegt. 'dat toen de Arbeidswet in do afdeelingcjü kwam, deze nog veel - minder was voorbe^ reid, dan nu do L. O.-wet. De heer KOOLEN (R.-K.) stelt voor de L O.-wet in de afdeel in geil te brengen op o cn 4 Juli. Dan kan op 8 Juli de Ar beidswet aan do orde- komen. Tn stemming komt bet voorstel om voor het reces de Arbeidswet te behandelen. 'Dit voorstel wordt aangenomen met Gl tegen 3 stemmen. Tegen de heeren De Savornin Lohman, Van Veen. Abr. Staal man. Het voorstel om op 2 Juli een aanvang te maken wordt aangenomen met 43 te gen 20 stemmen De VOORZITTER stelt voor Vrijdag a, s. in do nfdeelingen een serie ontwer pen te behandelen. Do jhesr KOOIEN (R.-K.) jstelt voor do L O.-wet ook in de afdeolingen te on derzoeken. Dit voorstel wordt vei worpen met 34 tegen 29 stemmen. Het- voorstel van ded Voorzitter wordt goedgekeurd. Wijziging der Personeel© Belasting. Voortgegaan wordt met de behandeling van de wijziging der Personeèle Belasting. Herstemming heeft plaats over 't amen dement-Ter Laan, om de schippers vad pJed&iervaartuigen zwaarder te gallasten. Dili amendement wordt thans aangenomen met 35 tegen 29 stemmen. Het amendement-Ter Laan om de paar den zwaarder te belasten, wordt verwor' pen met 43 te eren 20 stemmen I)e heer DRESSERHUYS (V.-L.) verde digt een amendement, om het percentage van de belasting op de p leizier vaartuigen op 1^» pOfc. te laten. De heer HEEMSKERK (A.-R.) wenscht dat amendement te steunen, om de be- langstellnsr in do waterspoit te wekken. De heer DUYMAER VAN TWIST (A- R.) is ook voor het voorstel, omdat bijv,, in Friesland de zèilsport zeer de krachts vorming van ons volk bevordert. De heer TER LAAN (S. D. A. P.) zegt, 'dat de roei- en zeilvereenigingen nieb zwaarder belast zullen worden. Alleen de xveeldevaartuigen worden er door getrof fen. De MINISTER VAN FINANCIEN, de beer DF. VRTF'S, begrijpt niet, dat dé Kamer voor dit amen domen ral stemmen, terwijl zij pas den schipper van het plei- ztervaartmg zwaardeer heoft belast. Wïe. zich de luxe kan permitleeren van een' seil jacht), kan wel 2'/i pCt. betalen. Her amendement-Drcsselhuys wordt ver worpen met 4!) tegen H stemmen De heer ABR. STAALMAN (Neoitr. Partij) stelt voor hel eenige biljart in een koffiehuis vrij te stellen. De MINISTER 2egt, dat als dit ge schiedt, i de grondslag vrijwel vervalt, om dat het overgroote deel van de koffiehui zen maar één biljart heeft. Het amendement wordt verworpen met 43 tegen 16 stemmen. Hot- onverp is afgehandeld. Do eindstem ming zal later plaats hebben. Marine-person eel-vraagst uk. Aan de orde is de interpellatie-Oud om1- trent de voornemens van den Minister vain. Marine, ton aanzien van het persone?l- vraagstuk» De heer OUD (V.-D.) herinnert aan het gebeurde bij de' behandeling der Marine- bogrooting en betoogt, dat het persone?!- vraagstuk dienfcengevoige niet afdoend is behandeld. Hij wenscht thans met dezen Minister van gedachten te wisselen ovar dit vraagstuk, omdat dit niet kan wachten tot de begrooting voor 1920. Spr. vraagt of het juist is, dat de Minister verklaard heeft, dat hij zich zrjn weg reeds heeft afgeba kend en dat de commissie voor de rechts positie monnikenwerk verricht. Hrj hoopt, dal de Minister dat duidelyk zal zeggen. Hot gaat feitelijk om één punt. Is de Mi nister bereid een frisschen wind te laten waaien van boven af? (Gelach). Wil dei Minister breken met de oude sleur? Daarin wenscht hrj de opvattingen van den Mi nister te kennen. Spr. stelt deze vragen: 1. Welke is de opvatting van den Mi- nieter omtrent de verhouding t?t de ver schillende organisaties van het marineper soneel, ook wat betreft den dienst aai boord? 2. Is de Minister van oordeel, dat dient te worden vastgehouden aan het bestaand? stelsel van werving, waarbij het personeel is gesplitst in le:rl -onderofficieren ?n ma- trozen niet 'ort dienstverband: z~-o Te?r, heeft de Minister z'c'i reedeen d nk.eela 'gevormd omtrent de daarin te brengen veranderingen? 3. Wat is het oordeel van den Minister over een z.g. militie-marine? 4. Is de Minister bereid om de instelling te bevorderen van een permanente commissie voor de salarissen van het militaire oer so- neel. waarin de vertegenwoordigers, der ver schillende organisaties zijn opgenomen? I Spr. vraagt inlichtingen óver heb geval. da', de dokter voor onderzoek naai* geslachte- ziekte niet aan 7)Oord van „De Zeven Prb- viucien" zou worden gehaald, omdat er maar één stoomsloep was. die bestemd was voor den vicc-admiraal. Het gevolg zou geweest 2ijn .dat vele lijders zonder onderzocht te zjjn naar hun familie zijn gegaan. De Minister van Marine, de heer BIJLEYELD, meent in de vragen de over tuiging te zien belichaamd, dat ons land een marine noodig heeft. Ad. I: Er zijn militaire organisaties, die hi] niet in strijd acht met militaire organi satie- in het algemeen. Het bestaansrecht ontkent hrj niet, al moet hij rekening hou den met het gebied, waarop de Bonten zich bewegen. De marine is een orgaan I voor de overheid om het gezag, dat het van Gcd ontleent, hoog te houden. Voor zoover het dat gezag betreft, is gvan plaats voor overleg. Elke poging om dat gezag te weefttaan zal spr. tegengaan. Hij wil echter voeling houden met de ondergeschik ten, ook om hun het goede begrip van het gezag brj te brengen. Voor een g?zcnd en opgewekt werken van de vloot kunnen de organisaties goed werk leveren. Ook waar noodig zal dat overleg ann boord geschieden. Ten aanzien van de genoemde Staatscom missie legt spr. een "bevredigende verkla ring aï Ad. II en IIL Een geprecizeeru antwoord geeft hij niet. De marine most zoo goed mogelij'k zijn on spr. moet rekening houden met het geheele stelsel. Spr. zal zich hoe'den voor incidenteel© beslissingen, di? het ka rakter van lapmiddelen dragen. Het be staande stelsel heeft ernstige bezwaren, ïeeren kennen. Spr. gaat bij het zoiken naar verbeteringen uit van de overtuiging, dat de marine onmisbaar is. De marine moet het vertrouwen in zichzelf en liet volk moei vertrouwen in de marine terug krijgen. Spr. heelt eon groote dosis idealisme, ook i ten opzichte van de-medewerking der Kamer, j Spr. vraagt hem een fair trial te geveo. j De tjjd voor verandering van stelsels acht j hii nog niet rijp. Eerst moeten vloot, Kamer t en vclk een gefundeerd vertrouwen in spre- ker hebben. Het vrijwilligersinsfcituut acht hij 't min- j cipieel aangewezen instituut ook voor Tndië. De geestelijke verzorging zal daarom van belang zijn om vrijwilligers te trekken. De militie-marine acht hij als systeem niet aan nemelijk: een tijdelijke uitbreiding met mi litie-marine is misschien onvermijdelijk. Ad. IY. Een permanente commissie acht hij met noodig. Hen commissie ad hoc is misschien beter. Hec geval aan boord van nDe- Zeven Pro vinciën" is een treurig misverstand, dat ge deeltelijk de schuld was van den dokter, die niet tijdig kennis gaf aan den commandant. De heer MARGHANT (V.-D.): Nu moesten twintig gezinnen worden opgeofferd aan het stomme formalisme. Ee MINISTER zegt, dat allen gereed ston den om het schip te verlaten en Jat het onmogelijk was ze te laten wachten. De toe gezegde stoombarkas was op het beslissende moment defect. Geweigerd is, dat de dokter met den heer Bauduin meeging. Spr. heeft voor volgende gelegenheden maatregelen genomen. Do heer OUD (V.-D.) is niet opgetogen over den Minister. Hij is niet wijzer ge werden. Het geval van „De Zeven Provin ciën" is wel precies als altijd: de Minister, j tracht het goed te praten en de schuld te werpen op den dokter. Var de „lijn" van den Minister Ti?grgpt' spr. niet veel. De Minister moet concrete plannen geven, waaruit blijkt, wat hij wil. Eerst dan kan hij vertrouwen vragen van de Kamer. De heer HEI.JKOOP (S. D. A. i\) is ook slecht te spreken over 'deze rede van (len Minister. Hij' heeft geen enkel plan gehoord, en als de Minister nu nog niets weet van zijn plannen, dan weet hij het misschien te laat. Spr. wenscht daden on geen praatjes. De heer BOMANS (R.-K.) bill^kt, althans begrijpt, dat Re Minister zjjn antwoorden, in petto houdt. Hjj meent echter, dat het vertrouwen wel aan dezen Minister kan ga- schonken worden. De Minister heeft een ljjn getrokken, houdt vast aan die lijn, wijkt niet af van die lijn, maar hoe die lijn is het-fl hjj niet gezegd. (Gelach). Spr. stelt vertrouwen in die lijntrekking. "(Gelach). Hij hoopt, dat de Minister spoedig met zijn plan nen zal komen, De heer van RAVESTEYN {Comm. P.) vreest> Rat deze Minister oog meer dan zijn voorgangers militaristisch is. Hij zal de speelbal zijn van de marine* avtoriteiten. De Minister van Marine, de toer BIJLE YELD, zegt, dat hij bereid is overleg te ple gen voor zoover dat mogelijk is. De heer KETELAAR (V.-D.): Dat z .g- gen z'. allemaal. Dg MINISTER zegt, dat hij reeds ver* schillende dingen heeft gedaan o.a. „Het Anker" toegelaten. Hij hoopt, door 'zijn verdere da- den te toonen, dat hrj het vertrouwen waardig is. Spr. keurt af, dat de dokter niet met den vice-admiraal mee mocht. Deze zaak is nog in behandeling. De interpellatie wordt gesloten. De vergadering wordt verdaagd tol Dins dag 'één uur. Memorie van antwoord. De Minister van Arbeid, de hser Aalbarse. constateert met voldoening, dat principieel verzet tegen wettelijke beperking van den arbeidsduur van volwassen manlijke arbei- ders niet i3 gerezen. Wel spreekt uit net Voorioopig Verslag vrees voor nadeeligen invloed van do ontworpen regeling op de productie cn verschil van inzicht omtrent de draagwijdte van het ontwerp, dat naar het oordeei-'vail sommigen, te diep ingrijpt, naar. de meening van anderen de belangen der arbeiders niet voldoende in bescherming Ufifcrot of aieb ever te beperkt terrein uit strekt; wèl komt in het Verslag tot uiting, dat verschillende onderdosten van de rege ling allerminst algemeens instemming von der.; maar nergens wordt op principieelen grond aan. den wetgever het recht ontzegd om ook den volwassen manlijken arbeider in een ^regeling van den arbeidsduur te be trekken. Vermindering van de! productie. De Minister merkt, naar aanleiding, van do geuite vrees, dat de invoering van den S-uren-dag zal leiden tot vermindering van ödo productie, op, dat reeds thans in ver schillende bedrijven de 3-uren-dag zonder, .wetsawang is ingevoerd. Aangenomen mag wel worden, dat daar de productie ten ge volge van de wet niet zal achteruitgaan. In tal van andere ondernemingen, waar men den; si rong oog ntet heeft durven wagen, zal zich het ook in andere bedrijven waargenomen verschijnsel voordoen, dat de productie on der den invloed van den 8-uren-dag niet ver mindert, zelfs hier ,en daar vermeerdert. Waar dezelfde hoeveelheid van cenig artikel in den kortoren werktyd uii-et kan worden, voortgebracht dis te voren brj langoren ar beidsduur, zal nog van allerlei invloeden! en omstandigheden afhangen, welko de eco nomische gevolgen daarvan zulleo zijn. De aanvulling van heè wereldtekorfc. Het wereldtekort mag, naar het oordeel van oen Minister, evepmin als de tijd van overgang, waarin de industrie zich thans bevindt, weerhouden van de invoering van dea 8-uren-dag. Zooals in de Memorie van Toelichting reeds werd opgemerkt, is niet te bewijzen, dat de verkorte arbeidsduur geen beletsel zal zijn, om heb wereldfekorb aan te vullen; maar ook niet het tegendeel. Vast' staat echter wel, dat de arbeiders hun eisch: toe beperking van den werktijd, in verschil lende landen kracht lie'oben bijgezet door, uitgebreide stakingen. Het behoeft wel gec-n betoog, dat die conflicten een krachtig belet sel zrjn tegen aanvulling van het wereldte kort, en dat oen wet. welke stakingen tot heb verkrijgen van den 8-uren-dag onnoodig maakt, voorkomt, dat 4'e hinderpaal ia den weg wordt gelegd aan pogingen, om in het' tekort aan productiemiddelen en producten te voorzien. Volgens het Voorioopig* Verslag zou dit een door vrees ingegeven argument' zijn. De Minister moet dit echter ten stel** Iigste ontkennen. Hij heeft het niet aange voerd om de noodzakelijkheid van den S-< uren-dag aan te toonen, doch alleen om iil het licht te stellen, dat de ontworpen rege-1 ling, welke hrj uit anderen hoofde noodzaken lijk acht, een beletsel uit den wag kan rui men tegen aanvulling van het wereldtekort, wélke naar heb oordeel van sommigen doori het' wetsontwerp wordt bedreigd. De buibenlandschö concurrentie. Naar aanleiding van de vraag, óf de R-e-t geering wel voldoende op de buitenlaudsche concurrentie heeft gelet, wordt herinnerd; aan de beschouwingen, welke omtrent dit punt in de Memorie van Toelichting zrjn op genomen*. De Minister is allerminst geschokt in zijn daar uitgesproken mesning door het geen in heb Voorioopig Verslag wordt rnede- geceeln omtrent het vervaardigen van druk werk in het buitenland voor Nederlandsche ondernemingen. Of dit het gevolg is van de arbeidsvoorwaarden, welke hier te lande m het drukkersbedrijf gelden, met name wat den arbeidsduur aangaat, is lang niet Zeker. De arbeidsweek van 45 of 48 uur. Van meer belang is de opmerking in het Voorioopig Verslag, waarbij in verband met de builenlandsche concurrentie er op wordt gewezen, dat het ontwerp den arbeidsduur, per week tot 45 uur beperkt, terwijl nog niet vaststaat, of de wetgeving in het buitenland niet verder zal gaan dan de arbeidswe?k tof" 48 uur terug te brengen. De leden, die deze opmerking iu het midden brachten, waren van oordeel, dat aan de hierop ge gronde bedenkingen der industrie kan worr den te gemoet gekomen zonder aan da alge- meene strekking van het ontwerp tekort te doen. Hiertegenover wijst de Minister er op, dat, wordt de arbeidsweek van 45 op 48 uur ge steld, hetzij een langere arbeidsdag öan 8. uur moet worden toegelaten, hetzij (te vrije!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5