i»ers van vroegere Duitsche koloniën moet
door do regeeringen, die gezag uitoefenen;
y. orden verleend.
OHINA
Duitschland ziet ten gunste van Cliina af
van allo voorrechten en schadevergoedingen
als gevolg van h<!t Bokserprotocol van 1901
CD van alle gebouwen, werven, kazernes,
ierten, oorlogsmunitie, schepen, draadlooze
installaties en andere openbare eigendom
men, behalve diplomatieke of consulaire in
stellingen -in de Buitsdie concessies van
-Tientsin en Hankou en in ander Ohineesch
gebied, behalve Kiaoitsjou, en verplicht zich
aan China terug te geven op haar eigen kos
ten al de astronomische instrumenten in 1900
on 1901 in beslag genomen.
China zal echter geen maatregelen nemen
om te beschikken over Duitsch eigendom in
do gemcenschapswijk te Peking zonder toe
stemming der mogendheden, die het bokser-
pro tocol onder toekenden. Duitschland aan
vaardt de opheffing der concessies te Tient
sin en Hankou, terwijl China zich verplicht
dezo voor internationaal gebruik open te
stellen. Duitschland ziet af van alle vorde
ringen tegen China of ecnige geallieer-de of
geassocieerde regeering wegens het internee,
ren of huiswaarts zenden zijner onderdanen
in China en voor het inbeslagnomen of liqui
deer en van Duitsche belangen aldaaT sedert.
14 Augustus-1914.
liet uoet afstand "ten gunste van Groot-
Lritannic, van het staatseigendom in de
Britsclie concessie te Kanton en ten gunste
van Frankrijk en China gezamenlijk van het
eigendom der Duitsche school in dc Fran
sche concessie te Sjanghai,
SIAM.
Duitschland cikent dat allo overeonk-oca
sten tusschen dit land en Siam, met inbegrip
van het recht Van ex-levritorialiteit heeft
c-pgehouden op 22 Juli 1917, Alle Duitsche
openbare eigendommen met uitzondering van
consulaire en diplomatieke gebouwen gaan
zonder vergoeding aan Siam over. Duitsch parti
culier bezit in overeenstemming met do economi-
scho bepalingen. Duitschland ziet af van alle
vorderingen op Siam ten aanzien van dc iu-
- beslagneming en veroordeeling zijner sche
pen. de likwidatie zijner eigendommen of de
interneering zijner onderdanen.
LIBERIA.
Duitschland ziet af van alle rechten, bo-
cloeld bij de internationale regeling van 1911
cn 1912 betreffende Liberia, meer bezon der-
lijk van het recht tot benoeming van een
ontvanger der invoerrechten en trekt zich
terug van elke verdere onderhandeling voor
'de rehabilitatie van Liberia, Het beschouwt
als opgeheven alle handelsverdragen en
overeenkomsten betreffende zichzelf en Li
beria en erkent Liberia's recht te beslissen
t-ver den status en de voorwaarden voor nieu
we vestiging van Duitsehers in Liberia.
MAROKKO.
Duitschland ziet af van al zijn rechten,
titels en voorrechten volgens de acte van
'Algocifas en de FranschJJuitsche overeen
komsten van 1909 en 1911 en volgens alio
verdragen en regelingen met het Sjerifcin-
sche rijk. Het neemt op zich niet tusschen-
beidc te zullen komen in ecnige onderhande
ling betreffende Marokko, tusschen Frank
rijk en andere mogendheden en aanvaart
alle gevolgen van het Fransche protectoraat
aldaar onder afstand van de capitulaties.
De Sjorifeinsche regeering zal volledige
[vrijheid van handelen hebben ten aanzien
van Duitsche onderdanen; alle door Duitsch-
Ifnd beschermde personen zullen onderwor
pen zijn aan de algemeenc wet. Alle roe
rende en onroerende Duitsche eigendommen
£ct inbegrip van mijnrechten, zullen in pu
blieke veiling verkocht worden, waarhij de
opbrengst zal worden betaald aan de Sje-
jifeinsche regeering en afgetrokken van de
rekening over de schadevergoeding. Duitsch
land moet eveneens zijn belangen prijsga
ven in de Ma rokka arische Staatsbank. Alle
Marokkaansche goederen in Duitschland ;n-
gev-rerd, zullen dezelfde voorrechten genictca
'als de Fransche goederen,
EGYPTE.
- Duitschland erkent het Britsclie protecto
raat over Egypte afgekondigd op 18 Decem
ber 1914 en ziet af. te rekenen van 4 Augus
tus 1914, van dc kapitiilatics en alle verdra
gen over inkomsten enz., die met Egypte zijn
gesloten. Het verplicht zich niet tusschen-
foeide te komen in eenige onderhandeling
'omtrent Egypte tusschen Groot-Britannië en
-radcre mogendheden. Er worden bepalingen
gemaakt voor de rechtspraak over Duitsche
"Onderdanen en over eigendom, alsmedo voor
dc toestemming aan Duitschland bij ecnige 1
wijziging, wclko gebracht zou worsen tea
aanzien van de commissie der openbare
schuld. Duitschland stemt in met de over
bracht aan Groot-Britannië van 'de mach:,
.welke aan den vroegeren sultan van Turkije
,was verleend voor de verzekering van de
dvrije vaart door hot Suezkanaal. Regelingen^
-voor eigendom, behoorendc aan Duitsche on-
-derdancn in Egypte, worden getroffen over-
•'eenkomstlg die in Marokko cn andere landen.
lEngesch-Egyptische goederen, in Duitsch
land ingevoerd, zullen dezelfde behandeling
^genieten als Britsche goederen.
y. TURKIJE EN BULGARIJE,
f Duitschland aanvaardt alle regelingen,
Welke de geallieerde en geassocieerde mo-
(gendheden met Turkije en Bulgarije maken,
'betreffende rechten en voorrechten of be-
'langen, die in deze landen doof Duitschland
.'of zijn onderdanen zijn bedongen on waarin
'elders niet is voorzien.
SJANTOENG.
Duitschland staat aan Japan alle rechten,
ytitel9 en voorrechten af, met name betreffen.
J{3e Kiau-tsjap en de spoorwegen, mijnen en
-jkabols, verkregen bij het verdrag met China
;jvan C Maart 1898. Wat- Sjantoeng betreft,
'.gaan alle Duitsche rechten op den spoorweg
!ft-ai) Tsingtao naar Tsinauiu, met inbegrip
^fcan alle faciliteiten en rechten van mijn-
^teploitatie, aan Japan, over. alsmede de ka
mpeis van Tsingtao naar Sjanghai en Sjefoo;
kabels vrij van alle lasten. Het Duitsche
Jrijkeeigendom, roerend en onroerend, te
-Eiau-tsjau wordt door Japan, vrij van alle
'ifeetien, verkregen/
5. MILITAIRE, MARITIEME EN LUCHT-
VAARTËEPALINGEN.
Ten einde het initiatief voor een alge-
meene beperkfüg' van bewapening wan alle
naties mogelijk te maken, neemt Duitsch
land op zich gevolg te geven aan de volgen
de militaire, maritieme en 1 uchtraartbepa-
lingen.
M i 1 i t a i re. De militaire voorwaarden
voorzien in de demobilisatie der Duitsche
legers en in het opleggen VSUi «andere mili
taire beperlringen binnen twee maanden na
dq o-nderteekemng van het verdrag (als
eerste stap naar internationale ontwape
ning). Alle verplichte militaire dienst op
Duitscli gebied moet worden afgeschaft- en
recruteeringsbepalingen op een grondslag
van vrijwillige dienstneming moeten worden
opgenomen in de Duitsche militaire wet
ten, welke voorzien in de dienstneming van
onderofficieren en manschappen voor een
periode van niet korter dan twaalf achter
eenvolgende jaren, bepalende dat officie-
ren moeten dienen gedurende 25 jaar en
niet ontslagen worden voor den 45-jarigen
leeftijd.
Er zullen geen reserves van officieren met
oorlogsdienst geoorloofd zijn. De totale
sterkte van het Duitsche, effectief wordt be
paald op 100,000 man, met inbegrip van
niet meer dan 4000 officieren, terwijl be
paald wordt dat er buiten dit cijfer geen
andere militaire macht zal gevormd worden.
Dc taak van het Duitsche leger bestaat in
het bewaren van de binnenlaiidsohe orde en
greuscontróle. Het opperkonimando moet
zich bepalen tot administratieve plichten
het behouden van een general en staf zal
niet geoorloofd zijn. Het burgerlijk perso
neel op het ministerie van oorlog en in
soortgelijke instellingen moet verminderd
worden tot een tiende van dat- in 1913. Er
zullen niet meer zijn dan zeven infanterie-
en drie cavalerie-divisies en niet meer dan
twee corpsstaven. De rest van het leerling
aantal der militaire academies- en scholen
voor officieren, kadetten enz. moet verval
len cn het aantal studenten, dat tot de
scholen wordt toegelaten voor de recru-
eering van officier, moet worden beperkt
tot de vacatures, welke openvallen. De
vervaardiging van munitie en oorlogsmate
riaal in Duitschland wordt beperkt tot een
schaal, die berust op de noodzakelijk ge
oordeelde hoeveelheid voor een leger van
den omvang, waartoe besloten is. Er mogen
geen reserven worden gevormd en alle be
staande bewapeningen, kanonnen en voor
raden boven de bepaalde limiet aan cfe ge
allieerden, te hunner beschikking worden
overgegeven. Er zullen geen gifgassen c«!
vloeistoffen voor vlam/werpers mogen wor
den vervaardigd oof ingevocord en evenmin
tanks of gepantserde voertuigen. De Duit
sehers zijn verplicht ter goedkeuring aan
de geallieerden op te geven de namen en
de gcstoldheid van alle fabrieken, welke
munitie vervaardigen, te gelijk met bijzon
derheden omtrent hun productie.
De hoeveelheid1 munitie vooor het gebruik
in versterkte plaatsen zal beperkt zijn tot
15C0 patronen per stuk voor kanonnen van
10,5 c.M. en daar beneden en tot 500 patro
nen vcor kanonnen van grooter kaliber.
Het is aan Duitschland verboden wapenen
en munitie voor andere landen te vervaar
digen cn deze van buitenaf in te voeren.
Duitschland mag geen versterkingen aan
leggen of behouden, welke op Duitsch ge
bied zijn gelegen op minder dan 50 K.M.
beoosten den Kijn en er mogen in dat ge
bied geen gewapende troepen, hetzij per
manent of tijdelijk worden onderhouden.
Het status quo moet voorbehouden blijven
ten opzichte van de versterkingen aan de
oorspronkelijke zuidelijke en oostelijke
grenzen van het Duitsche rijk. Geen mili
taire oefeningen mogen er worden gehou
den, terwijl er evenmin permanente werken
mogen worden aangelegd met het doel de
mobilisatie te vergemakkelijken. De ont
takeling der versterkingen moet binnen drie
maanden plaats- vinden.
Maritiem e: De maritieme bepa
lingen stellen vast, dat de Duitsche actieve
maritieme macht binnen twee maanden de
zes slagschepen, van het type Deutschland
of Lotharingen,zes lichte kruisers, twaalf
torpedojagers eri twaalf perpedabooten of
een gelijk aantal schepen om deze te ver
vangen, niet te boven zal gaan. Hierbij mo
gen geen duikbooten zijn inbegrepen en alle
overige oorlogsschepen moeten in reserve
geplaatst of gebruikt- worden voor- handels
doeleinden. .Duitschland mag een bepaald
aantal mijnvegers in dienst houden, totdat
de mijnen binnen zekere bepaalde gebieden
in de Noordzee en Oostzee opgevischt zijn.
Na verloop van twee maanden mag het per
soneel der vloot het aantal van 15.000 man,
waaronder een maximum van 1500 officieren
en dekofficieren, niet overschrijden. Alle
Duitsche gewone oorlogsschepen, geïnter
neerd in geallieerde of neutrale havens,
moeten ten slotte worden uitgeleverd. Bin
nen twee maanden zullen andere oorlogs
schepen, die in het verdrag zijn genoemd
en thans in Duitsche havens liggen, in dc
geallieerde havens worden uitgeleverd.
De Duitsche regeering moet zich verbin
den alle gewone Duitsche oorlogeschepen,
die in aanbouw zijn, af te breken. Hulp-
kruisers moeten worden ontwapend en be
handeld als koopvaardijschepen. Binnen
een maand moeten alle Duitsche onderzce-
sche en red'dingsschepen, alsmede de dok
ken voor duikbooten, die in staat zijn onder
eigen kracht te varen of gesleept te worden
in de geallieerde havens worden afgele
verd. De overblijvende en de schepen, dio
in aanbouw zijn .moeten binnen drie maan-
den worden afgebroken. Het afbraak-mate
riaal van Duitedie oorlogsschepen mag niet
gebruikt worden, behalve voor industrieele
doeleinden e-n niet- aan vreemde landen ver
kocht, behalve onder bepaalde voorwaar
den. Voor de veTvanging er van is het
Duitschland verboden oorlogsschepen te
bouwen of te verkrijgen, terwijl de bouw of
verkrijging van welke duikboot ook. verbo
den is. Oorlogsschepen hebben slechts ver
gunning voor het- aan boord hebben van een
bepaalde hoeveelheid wapens, munitie en
oorlogsmateriaal. Alle overschotten in wa
pens, munitie en oorlogsmateriaal moeten
worden overgegeven, terwijl geen reserves
of voorraden geoorloofd zijn. Het personeel
der Duitsche marine moet geheel door vrij
willige dienstneming gerecrutèerd ^worden
voor een minimum-tijdvak van 25 achter
eenvolgende jaren voor officieren en dek-
officiesen, en van 12 achtereenvolgende-ja
ren voor onderofficieren en manschappen.
Ton einde een-vrijen doortocht in de Oost
zee to verzekeren mag Duitschland geen ver
sterkingen oprichten in bepaalde gebieden
en evenmin eenig kanon opstellen, dat do
maritieme wegen tussohen de Noord- en de
Oostzee bekeerscht.
Bestaande versterkingen binnen deze ge
bieden moeten geslecht en de kanonnen
weggenomen worden. Andere versterkte
werken binnen 50 K.M. van de Duitsche
kust of op de Duitsche eilanden moeten van
defensieven aard blijven, doch geen nieuwe-
versterkingen mogen aangelegd en de be
wapeningen niet vermeerderd worden. De
maximum-voorraden aan munitie voor de
verdedigingswerken welke zijn toegestaan,
zijn 1500 patronen per stuk voor 4.1 duiins-
kanonnen en daaronder, en 500 patronen
per stuk voor kanonnen, die dat kaliber te
boven gaan. De Duitsche draadlooze sta
tions te Nauen, Hannover en Berlijn mo
gen gedurende drie maanden niet gebruikt,
worden voor maritieme, militaire of poli
tieke telegrammen, zonder de goedkeuring
der geallieerde en geassocieerde regeerin
gen, doch alleen voor handelsdoeleinden
en zulks onder toezicht. Duitschland mag
geen verdere draadlooze inrichtingen van
groote sterkte bouwen. Aan Duitschland
zal worden toegestaan het horstel van de
Duitsche onderzeek abels, welke afgesneden
zijn, docli niet door de geallieerde mogend
heden mogen worden gebruikt, en eveneens
gedeelten der kabels, welke na afgesneden
te zijn, werden weggenomen of in ieder ge
val niet zijn. gebruikt door eenige van de-
geallieerde en geassocieerde mogendheden.
In zulke gevallen blijven de kabels of
deelen van weggenomen of gebruikte kabels
het eigendom van de geallieerde en geas
socieerde mogendheden en dienovereen
komstig zijn veertien kabels of gedeelten
van kabels aangeduid, welke niet zullen
worden teruggegeven aan Duitschland.
L u c h t- De luchtvaartbepalingen voor
zien er in dat de gewapende macht van
Duitschland niet zal beschikken over eenige
militaire of marine luchtvaartkracbten.
Het is evenwel aan Duitschland toege
staan een maximum van honderd ongewa
pende vliegtuigen te houden tot. 1 October
1919, welke uitsluitend gebruikt mogen wor
den voor het zoeken van mijnen. Het vol-
lodige personeel der luclitstrijdmaoht in
Duitschland moet binnen twee maanden
worden gedemobiliseerd behalve een totaal
van duizend man met inbegrip van officie
ren, welke tot October mogen worden aan
gehouden. De luchtmacht der geallieerde
en geassocieerde- mogendheden moet vol
ledige vrijheid van 'doortocht en landing ge
nieten over en in liet gebied en de territo
riale wateren van Duitschland, tot 1 Ja
nuari 1923, tenzij vóór dien datum Duitsch
land toegelaten is tot den volkerenbond of
dat het is toegestaan toe te treden tot de
internationale luehtconventie. Het vervaar
digen van vliegtuigen en gedeelten van-
vliegtuigen is gedurende zes maanden in
geheel Duitschland verboden. Alle mili
taire en marinevliegtuigen, met inbegrip
der luchtschepen en het aeronautiseh ma
teriaal moeten binnen drie maanden aan de
geallieerde en geassocieerde regeeringen
worden uitgeleverd, behalve de ^00 reeds
genoemde watervliegtuigen.
Algemeene artikelen: De
algemeene artikelen voorzien in de wijzi
ging der Duitsche wetten in overeenstem-
mine met de voorafgaande bepalingen. AI
de bepalingen in het verdrag vervat, moe
ten door Duitschland worden uitgevoerd
onder contróle van intergeallieerde com
missies, die te benoemen zijn door de geal
lieerde cn geassocieerde regeeringen, wel
ken dc Duitsche regeering verplicht is alle
ncodige falicdteiten te verschaffen, bene
vens de uitgaven voor hun onderhoudt. De
taak van de militaire, maritieme en lucht-
vAa-rtcommissdes van controle wordt ih
bijzonderheden medegedeeld.
6. KRIJGSGEVANGENEN.
Het terugzenden van Duitsche gevange
nen en geïnterneerde burgers moet worden
geregeld door een commissie, samengesteld
uit vertegenwoordigers der geallieerden en
van dc Duitsche regeering, in samenwerking
met plaatselijke commissies De Duitsche
overheid moet zonder verwijl en op haar
kosten dc Duitschó krijgsgevangenen en ge
ïnterneerde burgers terugzenden. Zij, die
veroordeeld zijn wogens vergrijpen tegen
de discipline, welke vóór ende Mei 1919 zijn
gepleegd, moeten huiswaarts gezonden wor
den, om het even of hum straf is geëindigd.
Deze bepaling zal niet van toepassing zijn
bij andere misdrijven dan die tegen de
tucht. Totdat de Duitsche legeering de ge
vangenon, schuldig aan misdrijven tegen de
wetten on gebruiken va-n den oorlog, heeft,
uitgeleverd, zullen de geallieerden het recht
hebben Duitsche officieren naar bun keuze
terug te houden. De geallieerden hebben
hot recht naar eigon goeddunken te hande
len ten opzichte van Duitsche onderdanen,
die niet wonschen gerepratieerd te worden,
terwijl elke terugzending geschiedt onder
voorwaarde van onmiddellijke vrijlating
van alle geallieerde onderdanen, die zich
nog in Duitschland bevinden. Dc Duitsche
regeering moet faciliteiten verleen en aan
dc commissiesvan onderzoek bij de verza
meling van gegevens betreffende vermiste
krijgsgevangenen en bij het opleggen van
straffen aan Duitsche ambtenaren, die ge
allieerde onderdanen hebben verborgen. De
Duitsche regeering moet alle eigendommen
teruggeven, toebehoorende aan geallieerde
gevangenen een -or moet een wederkeerige
uitwisseling zijn van inlichtingen betreffen
de dooden en hun graven. Dc geallieerde
en Duitsche rogceringen hebben de graven
jran alle soldaten cn matrozen, dio zijn be
graven op hun gebieden, te eerbiedigen en
te onderhouden en elke commissie bij te
staan, welke te dien opzichte benoemd
mccht werden alsmede alle uitvoerbare faci
liteit-en to vcrleenen voor het overbrengen
en opnieuw begraven der lijken.
—waaiW—■■■b—ibmbhaMBBaaaa
7. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR
OORLOGSMISDRIJVEN.
De geallieerden beschuldigen openlijk den
gewezen keizer Wilhelm II „wegens een
zwaren inbreuk op de internationale mora
liteit en do heiligheid van verdragen". De
uitlevering van den gewezen keizer moet
aan de Nederlandscshe regeering gevraagd
worcten en een bijzondere rechtbank moet
gevormd worden, bestaande uit een redi
tor van elk der vijf groote mogendheden.
Do réohtbank moet worden geleid door d.e
verhêvenste beginselen van internationale
politiek en moet tot taak hebben te bepa
len, welke bestraffing naar haar oordeel
moet worden opgelegd. Militaire rechtban
ken moeten door de geallieerden ingesteld
worden tot het doen terechtstaan van per
sonen, beschuldigd van daden van schen
ding der wetten en gebruiken van den oor
log en de Duitsche regeering moet alle per
sonen, op deze wijze beschuldigd, uitleve
ren. Zulke rechtbanken moeten ingesteld
worden door elke geallieerde mogendheid
afzonderlijk tegen welker onderdanen mis
dadige feiten gepleegd zijn. De'beschuldig
den zijn gerechtigd hun eigen verdediger te
benoemen en de Duitsche regeering is ver
plicht alle documenten en inlichtingen te
verschaffen, waarvan de overlegging noodig
kan zijn.
8. HERSTEL EN TERUGGAVE.
De geallieerde en geassocieerde regee-
ringen bepalen, dat Diitschland aanvaardt
deze voor zichzelf en zijn bondgeflooten,
de verantwoordelijkheid voor het veroor
zaken van alle verliezen en schade, welke
de geallieerde en geassocieerde regeerin
gen en hun onderdanen hebbdh gé leden
als gevolg van der; hun opgedrongen oor
log dooi- den aanval der vijandelijke sta
ten.
Voor liet geval de gelieele schade, welke
Duitschland ten laste komt,'zijn bet-alings-
capaciteit te boven mocht gaan, aanvaardt
liet- den plicht vergoeding te geven voor
allo schade, die aan burgers is berokkend,
volgens zeven hoofdcategorieëna. schade
door persoonlijke be.leediging direct of in
direct door 'oorlogshandelingen aan bur
gers aangedaanb. sciiade aan burgers ver
oorzaakt door daden van wreedheid welke
bevolen zijn door den vijandc. schade,
veroorzaakt door slechte behandeling van
gevangenend. schade aan geallieerde vol
kon berokkend, vertegenwoordigd door
pensioenen en echpidingsuitkeeringen bij
de onderteekening van dit verdrag geca-
p'aaliseerde. schado aan eigendommen
buiten maritieme of militaire materialen-
f. schade aan burgers berokkend, door het
gedwongen worden te werken; g. schade
in den vorm van heffingen of boeten, door
den vijand opgelegd.
J>e totale verplichtingen van Duitech-
iand tot betaling, gelijk is uiteengezet, in
het hoofdstukschadevergoeding, moet
worden vastgesteld en aan .Duitschland
kenbaar gemaakt na een behoorlijk ver
hoor en niet later dan Mei 1921 door een
geïnterallieerde commissie van herstel. Te
gelijkertijd is een schema ontworpen van
bete ling ten einde binnen 30 jaar zijn vet-
plichJtöngën te voldoen. Deze betalingen
zijn ii» zekere gevallen aan uitstel onder
worpen, Duiltschland erkont onherroepe
lijk het -rolledig gezag'dezer commissie' en
verplicht zich haar te voorzien van alle
noodigc inlichtingen en wetten, die zijn in
te voeren om haar bevindingen van kracht
te dóen worden.
Duitschland zal als een onmiddellijke
stap haar herstel binnen twee jaren
20.000.000.000 mark, hetzij in goud, goe
deren, schepen of andere* bepaalde vorm
van betaling, voldoen, met de bepaling
dat uitgaven, zooals die van bezettin gale
gers en de betalingen voor voedsel cn
grondstoffen kunnen worden afgetrokken,
naar keuze der geallieerden. Bij de pe
riodieke schatting van Duitscland's capa
citeit tot betaling moet de herstelcommis
sie het Duitsche belastingstelsel het eerst
onderzoeken met het doel dat de bedra
gen, welke Duitschland verplicht is te be
talen, ten laste zullen komen aan al zijn
inkomsten, voorafgaande aan die voor de
aflossing van eenige binnenlandsche lee
ring en ten tweede zich overtuigen dat in
net algemeen het Duitsche belastingsche
ma proportioneel even zwaar is als dat
van eenige der mogendheden in de eom-
mibv>3 vertegenwoordigd. Dc maatrege
len, welke de geallieerde en geassocieerde
mogendheden het recht zullen hebben te
nemen in hel geval van vrijwilligon in
breuk, en welke Duitschland aanneemt
niet te beschouwen als oorlogsdaden, zul
len kunnen omvatteneconomische en fi-
nandiecle verbodsbepalingen en tergel-
dingsmaatregeler, en in het algemeen die
maatregelen, welke dc respectieve onder
schei del; jke regeeringen in dc gegeven om
standigheden noódig mochten achten. De
commissie zal heslaan uit een .vertegen
woordiger van dc Vereenigde Staten,
Groot-Brittannië, Frankrijk,- Italië en
België met alle andere geallieerde mo
gendheden, lie, wanneer jhun '{vorderin
gen behandeld worden, tot vertegenwoor
diging zonder stemrecht gemachtigd zijn
De commissie zal Duitschland veroorloven
bewijzen over te leggen betreffende zijn
capaciteit tot betaling, terwijl het. er ver
zekerd'van zal zijn op rechtvaardige wijze
te worden gehoord. Zij zal haar hoofd
kwartier te Parijs hebben, haar eigen
werkwijze vaststellen, en haar eigen per
soneel benoemen. Zij zal een algemeene
c.mtrole uitoefenen over het geheel c
vraagstuk nopens het herstel, en torens
bet uitsluitende -agentschap der geallieer
den .worden voor den ontvangst, hel
bewaren, verkoopen en verdeelen der
schadeloosstellingen. De meerderheid zal
bij debeslissingen gelden, behalve dat er
eenstemmigheid wordt vereischt voor
vraagstukken, die de soevereiniteit van
een der geallieerden raken, het vervallen
van de gelieele o? gedeeltelijke verplich
ting van Duitschland, den tijd, de wijze
van verkoop cr< de vcrdeeling en verhan
deling van obligaties uitgegeven door
Duitschland, de indec-ling, tusschen 1921
en 192G, van dc jaarlijkschc beta'ingen tot
7
i 193G, dc toepassing vzn een verschillend
j maatstaf bij de bepaling van de schade
I de uitlegging der bepalingen, 't Is de v<v
iegenwoordiging geoorloofd- zich met
maanden opzegging uit de coihmis-ie terü
ie trekken. De commissie kan van DuipckS
i land verlangen van tijd tot tijd. bij wj-
I van waarborg, obligaties uit to geven
j andere verplichtingen aan te gaan lot dek
I king van zoodanige vorderingen, welke niet
j op andere wijze zijn voldaan In dit ve».
band en op rekening van het totale b*
drag dor vorderingen zijn obligatie-uitgü,
ten door Duitschland 'noodig ter erken,
rong van zijn schuld en we] als voin-
20.000.000.000 mark in goud, niet later bt
taalbaar daD 1 Mei 1921 zonder interest-
40.090.000.000 mark te proud, 3Vf> pCt. rent?
gevende tusschen 1921 en 192G en* daarna
5 pOt- met 1 pCt. amortisatie fonds, beta,
ling beginnende in 1520: een verplichting
tot levering van 40 000.0X) 000 mark 'ie
goud, 5 pCt. rente gevende, onder de dooi
de commissie vast te stellen voorwaarden.
Rente op Duitsche schud zal zijn 5 pOt.
tenzjj de oommissie in do toekomst anders!
zins zal besluiten, terwijl dc betalingen
die niet in goud kunnen worden verricht
door de commissie worden aanvaard in
den vorm van eigendommen, goederen, af
drijven, echte concessies enz certifica
ten van bevoorrechte rente vertegenwoor
digende, hetzij obligaties en goederen door
Duitschland uitgeleverd, kunner. door de
commissie aan de betrokken mogendheden
worden overhandigd, doch geen mogend
heid is gerechtigd naar certificaten ir
verdeden in meer dan vijf stukken. Tc
dien obligaties verdeeld zijn en overgaan
buiten de controle van de commissie, meet
eon gelijk bedrag van Duitschland's schuld
gerekend tegen pari, als geliquideerd wo«-
den beschouwd.
SCHEEPVAART
Dc Duitsche regeering erkent het récht
cier geallieerden rot vervanging, ton voor
ton, cn klasse voor klasse van alle koop
vaardijschepen en visschersvaartuigen dio
ten gevolge van den oorlog verloren of b«.
schodigd zijn en aanvaardt den afstand,
aan de geallieerden, van alle Duitsche
koopvaardijschepen van 1600 bruto tón eo
hooger, de helft van ziin schepen tusschen
1000 en 1000 brqto ton en een vierde van
zijn stóomtreilers en andere visschersvaar
tuigen. Deze schepen moeten binnen twee
maanden aan de commissie tot herstel
worden uitgeleverd, tegelijk met de noo
digc documentor, betreffende de over
dracht. der schepen tegenover de vroegTo
eigenaars. Als aanvullend gedeelte aan
bet horstel noemt de Duitsche regeering
Verder op zich koopvaardijschepen te bou
wen voor rekening der geallieerden tol
een totaal, dat de 200 000 bruto ton niet
te boven gaat en zulks gedurende de vol
gende vijf jaren. Alle schepen, gebruikt
voor de binnenvaart en door Duitschland
van de geallieerdien genomen, moeten
worden teruggegeven binnen twee maar
den. Het aantal ontbrekende tonnen, dat
door deze teruggaaf i iet ia gedekt, mo?t
worden aangevuld door het. afstaan
de Duitsche rivier vloot tot 20 pCt. daar-
ran.
VERWOESTE GEBIEDEN.
Duitschland verplicht zich zijn economi
sche hulpmïddelèn rechtstreeks aan li
wenden tot i«et physieke herstel van do
gebieden, waarin het is binnengedrongea.
De Commisoie voor herstel is gerechtigd
\an Duitschland te verlangen de vervan
ging der vernielde artikelen door de leve
ring van dieren, werktuigen enz., dio
in Duitschland voorhanden zijn, benevens
het vervaardigen van^ materiaal, noodij
voor wcderopbouw-doelehiden, doch mot
rechtmatige inachtneming van Duitsch*
land's noodzakelijke eigen behoeften.
BIJZONDERE VOORZIENINGEN
Duitschland moet binnen zes'maanden de
Koran van den Kalief O Uiman, vroeger
tc Medina, aan don koning van Redjaz.
en don schedel van sultan Mowavia, vroc
ger in Duitsch Oost-Afrika aan dc regee
ring van zijn Britsëhe majesteit terugge
ven. De Duitsche regeering heeft, eveneen?
terug te geven aan ds Franscho regeering
bepaalde geschriften, die m ÏS'/O door de
Duitsche autoriteiten zijn weggenomen
on toebéhooren aan den heer Rouher. als
mede d?> Franscho vlaggen die gedurende
den oorlog 18701671 zijn buitgemaakt.
9. FINANCIEN.
De mogendheden, waaraan Duitsch gebied
k afgestaan, zullen een zeker gedeelte van
dc- Duitsche schuld van vóór den oorlog op
z:eh nemen. Het -bedrag daarvan zal worden
bepaald door de commissie van herstel op
den .grondslag van de verhouding tusschen
de inkomsten van het afgestanc gebied en
Dnitachlands totale inkomsten id dc drie aan'
den oorlog voorafgegane jaren. Met hot oojr
echter op de bijzondere omstaadigheden.
waaronder Elzas-Lotharingen in 3871 vao
Frankrijk werd gescheiden, toen DuitschlanJ
weigerde eenig deel van do Fransche open'
bare schuld over te nemen, zal Frankrijl'
geen gedeelte van Duitsch lands schuld voor'
den oorlog overnemen en evenmin zal Polen
een aandeel dragen in bepaalde Duitse!)'.
schulden, die zijn aangegaan vóór de ver'
drukking van Polen. Dc waarde van het
Dudtsoli, rogeeringseigendom in het afgesta
ne gebied zal in het algemeen worden ge
bracht op het krediet van Duitschland.
de Tekening van het herstel, doch er
geen krediet worden gegeven voor ecnig
Duitsch Togccringsci.gendom in Elzas-Lotha*
.ringen. De mogend-heden mandatarissen zul
len geen c-nkel deel der Duitsche flchuk
overnemen of eenig krediet geven voor
Duitsch regeeringseigendom. Duilschlun
ziet af van alle rechten van vertegen woof-
digi lig bij, of controle .over--in staatsbank'
commissies of andere soortgelijke interna
tionale finaneieele en economische lichaui^0
Duitschland is verplicht de totale kosten oef
'bezcttingslgors te betalen van den datum Vi)D
den wapenstilstand af en zoolang als
Duitsch gebied worden gehandhaafd: 'te?-
kasten komen in de eerste plaats ten
van zijn hulpmiddelen. De kosten van
siel vormen den volgenden post, nado
dusdanige voorzieningen zijn getroffen v