Gemeenteraad van Leiden.
FEUILLETON.
§^o. 18140.
LËIDSCFf DAGBLAD Zaterdag 19 Aprïf.
Tweede Brad Anns© 1919.
(Voortzetting van de
zitting van Donderdagmiddag-)
5o. Voorstel tot -bestendiging van de
pacht van de exploitatie van „Den Burcht
ien De Graanbeurs' aan A. Backer. IJl)
d'Ó heer HEEMSKERK vraagt of bij deze
bestendiging rekening is gehouden mot ten
jnissive van den minister, dat er geon ver
gaderingen gehouden mogen worden, die in
strijd niet de wet zijn.
De VOORZITTER meent, dat deze kwès-
jie gevoeglijk buiten beschouwing kan bliir
ven.^Het zou voor den pachter ook te be
zwaarlijk zijn, om dat te moeten bjoordeelen.
De heer BRIËT meent, dat de vraag fei
telijk deze is, of de raad voldoende ver
trouwen heeft in het hoofd der politie. Waar
dit hier zeker het geval is, meent hij dus
,ook, dat de kwestie weg kan blijven. Bij
ctn nieuwen burgemeester zou de zaak cr.
echter anders voor kunnen komen te ataai.
De VOORZITTER blijft bij zijn meening.
Dc politie heeft toch alle recht our in te grijp :n
Het voorstel wordt daarop zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
6o. Voorstel tot bestendiging van de pacht
van de exploitatie der buffetten in de Stads
gehoorzaal aan W. F. v. Ingen Sehenau. Jr.
Conform besloten.
7o. Praeadvies op het verzoek van de
nf.i Leiden en Omstreken van de Kon.
Nut. Vereeniging tot steun aan Miliciens
om toekenning van een verhoogd subsidie.
■.Conform' besloten.
80. Voorstel tot wijziging van het Kaads-
oesluit van 2 Mei 1918 in zake de aanvaar-
iiing tan heb Rijksvoorschot ten behoeve
van de uitvoering van het bouwplan der
ftVoningbouwvereeniging „Ons Belang", be
noorden den Maresingel en tot vaststelling
[tan den desbetreffende» begrootnigsstaat.
De heer REIMERINGER wil het vrien
delijk verzoek doen namens de financieels
commissie, voortaan deze zaken eerder in
haar handen te geven.
De heer EERDMANS ondersteunt dit ver
zoek. Bij 'hen. wordt er soms zelfs aan de
deur gewacht op zijn beslissing.
Wethouder ,VAN DER POT wrjst er op,
hoe de leden der commissie tochook Jeden
Tan den Raad zijn en lus de zaken ook
.vanaf Zaterdagavond kunnen nagaan.
D'e VOORZITTER zegt, dat zooveel ?no-
gelijk aan het verzoek tegenïoet zal worden
gekomen, terwijl ook kiji meent, dat het toch
niet een zoo moeilijke zaak is.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
9o. Voorstel tot wijziging der begrootm-
gen, dienst 1918 en 1919, ten behoeve van
de meerdere {tosten vjn aanschaffing en
plaatsing der noodwoningen en tot regeling
van de exploitatie dier noodwoningen.
De heer P. J. MULDER zegt, dat hier
flns pl.m'. f1200 per woning meer wordt
gevraagd, oftewel een halve woning; .toch
,wel wat veei.
Wethouder VAN DER POT merkt op, dat
de regeering de gemeente voor de keus stel
de, de noodwoningen te vergrooten en zoo
doende den rijkssteun te behouden of zonder
dezen steun vérder te bonwen. De keus viel
toen natuurlijk in eerstgenoemde richting
pit, hetgeen in ieder geval minder kostbaar
was dan het laatste.
Het voorstel werd daarop zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
lGo. Voorstel tot wijziging van de be
grooting dienst 1918, ten behoeve van de
kosten van uitbreiding der Centrale Keuken.
De heer EERDMANS wijst er op,, hoe 4
>n plaate van 3 ketels zjjn ingesteld. Die
géne ketel moet f3000 hebben gekost, de
e.ectr. afzuiginrichting f2500. Dat is niet
in overeenstemming met de zuinigheidsidée,
die. toch voorzat. De commissie heeft maar
gedaan, doch de raad heeft de verantwoor
delijkheid en moet nu maar voteeren. Hij is
echter niet van plan, daaraan mee te doen.
Men had den Raad- er dan maar eerst in
moeten kennen.
Wethouder VAN DER POT zegt, dat het,
achteraf bekeken jammer is, dat tot deze
uitbreiding is besloten, maar wie kon destijds
voorzien, dat de oorlog zoo spoedig zóu
zijn afgoloopen? Hij ontkent, dat. de zuinig
heid met is betracht Het plaatsen van den
4den ketel ontlastte de gemeente zeOL iiïtan-
ciecl, doch het is niet alleen geschied om
dc duiten; het liet zich aanzien, dat deze
noodig zou zijn. Hetzelfde geldt voor de
electr. afzuiginrichting. Door de aigemeene
p-rijsverhoogingen, is de begrooting inder
daad aanmerkelijk overschreden, maar met
db zuinigheid is altijd rekening gehouden.
De heer FOKKER is niet bevredigd dooi
de woorden van den wethouder. Hij veelt
daarom bezwaar voor het voorstel te stem
men.
De heer EERDMANS houdt vol, dat z. i.
het geld niet is besteed volgens bet plan.
Men is daarbuiten gegaan, op eigen gezag,
zonder de commissie van fabricage daarin
te kennen. Het lastige geval is. dat het
geld besteed is, zooals ook zoo dikwijls bij
het Rijk gebeurt. Hij meent, dat dit een
politiek is, die niet of althans zoo weinig
mogelijk moetworden toegepast.
Wethouder VAN. DER POT zegt, dat
zuinigheid en het niet-toekennen met een
crediet absoluut niet in tegenstelïi- g zijn
met elkaar. Men kan zuinig zijn en toch niet
toekomen. Formeel is voor een bestuur zich
te onthouden van elk overschrijden op eigen
goedkeuring niet mogelijk. Moeien B. en
W. soms het teveel betalen? Dat zou ook
het ambieeren van het wethoudersbaantje niet
bevorderen.
Dc beer EERDMANS roept: Dat zou jnis-
sch'en een goed lesje zijn.
De heer FOKKER erkent, dat soms inder
daad overschrijden onder eigen verantwoor
ding van B- en W. voor moet komen, doch
ook het tegenovergestelde kan voorkomen
en waar hij meent, dat dit hier net geval
is gew&est, zal hij tegenstemmen.
De heer A. MULDER, erkennend, dat
in de woorden van den heer Eerdmans wat
waars ligt, wil toch voorzichtigheid in dezen
raden. Daaruit kan toch voortvloeien, dat
B. en W. licht geneigd zullen Worden onï
op de begrooting maar 10 of 20 pCt. te
gooien. Gevaarlijk, waar liet toegestane cre-
d'et bijna altijd verbruikt wordt.
De VOORZITTER, onderschrijvend wat de
heer A. -Mulder lieeft gezegd, merkt cp,
hoe de practijk juist leert, dat schrale
ramingen, dio dan geregeld overschreden
worden, het zuinigst zijn voor de gemeente.
Bovendien, de zaak moest vliegensvlug gaan,
liet is dus licht mogelijk, dat in de begroe
ting iets vergeten is, maar voor de ge
meente heeft dat toch geen grootere uit
gave meegebracht, dan dat het direct in
de begrooting was opgenomen. Veel „meer
te laken zou Zijn geweest wanneer het )ntet
de voeding niet direct in orde was geweest.
De WETHOUDER zegt nog, dat het te
kort de resultante is van misschien 25 fac
toren, waarvan de groote bekend waren,
maar de kleine pas bekend worden bij het
opmaken der rekening.
De heer FOKKER ziet na het praeadvies
van den Voorzitteraf van hoofdelijke
stemming.
Het voorstel wordt aangenomen.
11e. Voorstel tot vaststelling van een
2-ta) ontwerpen tot herziening van het Uit
breidingsplan der gemeente. (88)
De heer OOSTDAM vraagt, of het moge
lijk is te letten op een vriendelijken gevet
der fabriek, waar de Sophiastraat daarop
uitziet, ii} overeenstemming met de omgeving
Wethouder BOTS Zegt, dat recht van
elschen in dezen niet 'bestaat, al zien B- en
W. het bouwplan.
De heer PLANJER zou graag willen, dat
zulke partieele wijzigingen jn bouwplannen
werden vermeden.
De VOORZITTER merkt op, dat dit niet
altijd mogelijk is.
Het voorstel wordt daarop zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
12o. Voorstel tot 'beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de uitbreiding van
het getal agenten van politie. (94)
Conform 'besloten.
13o. Voorstel tof beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van de kosten verbonden
aan do reorganisatie van den dienst der
Gemeentebelastingen. (89)
Do heer VAN DER. ELST verdedigt als
voorzitter der commissie de voorstellen. De
gemeente heeft thans gelukkig een zeer be
kwaam ambtenaar, die echter veel werk
op zjjn schouders ziet laden, Zrjn hoofdwerk
ir oei echter controle .zijn en daarom mag
hij zich' niet te veel verliezen aan bijzaken,
als regeling der openbare belasting op ver
makelijkheden.
Conform besloten.
14o. Voorstel:
a. in zake de verhooging van de jaar
wedde der Wethouders;
b. tot vaststelling van een verordening,
regelende de pensionneering der. Wethou
ders. (66)
Allereerst wordt 'behandeld punt a.
De heer SIJTSMA, het voorstel princi
pieel willende behandelen, afgescheiden van
da personen, wil twee vragen steller.: lo.
is verhocging der jaarwedde tot f2500 noo
dig £n gewenscht? 2o. Zoo ja, is het wen-
schelijk, dat nu te doen?
H-: meent beide ontkennend te moeten
beantwoorden. Wanneer de taak van een
Wethouder de haele persoon vroeg, dan zou
hij voor de verhooging zijn, doch zijn 1S-
jarige ervaring als Raadslid heeft hem ge
leerd, dat nog nooit een Wethouder een
bijbetrekking heeft opgegeven en z. i. zal
dat later ook niet gebeuren. De politiek is
een voorname factor bij de benoeming van
een Wethouder, waarbij niet altijd gelet
wordt op- de 'bekwaamheid. Een andere factor
daarbij was tot nu toq.vaak standing, maar
misschien zal dat uu wel veranderen. Aan
de zucht tot navolging moet men zich onttrek
ken. H-j acht den tijd voor deze maatregelen,
niet gekomen, waar dit is een vooruitloo-
pea. op de verkiezingen. De volgende Raad
moet die kwestie maar uitmaken. Deze moet
niet den schijn op zich laden, of zij deze
Wethouders waarover de Raai in het al
gemeen tevreden is nog even moet hel
pen.
De lieer HEEMSKERK is van oordeel,
dat in de toekomst het opgeven van njjbaa'n-
tjes z. i. wel noodig zal zrjn. Hij wijst cp,
Arnhem, waar de salarissen op f 4000 zijn
voorgesteld- Daarom kan hij zeker meegaan
met dit voorstel. Het gehalte van den Raad'
verandert langzamerhand en mdnschen, min
der met aardsche goederen gezegend, zul
len straks misschien op den wethoudersstoel
worden geroepen, waarom verhooging dei-
traktementen zeer zeker noodig is. Liet men
het aan den nieuwen Raad over, zou die
dan niet den rtchijn. op zich laden, alsof
hij direct op voordeel voor, een deel zijner
leden uit is?
De heer BRIËT is door de argumenten
van den heer Sijtsma versterkt in zijn mee
ning ten gunste van verhooging. De Wet-
houdeis moeten juist in slaat gesteld waaien,
de 'bijbaantjes op te geven. Hij! wil hoogere
eisehen aan hen stellen. Een Wethouder!
moét geheel opgaan in het publieke leven,
moet leiding kunnen geven, niet achteraan
loopen, zooals zoo raak het geval is. Hij
gelooft, dat als de; Wethouders lrier zoo
hun taak kunnen vervullen, dan zou dat
veel beter zijn geweest, als bi v. de sala-
riecring' der ambtenaren, enz. Het moet
straks uit zijn met het collegiaal optreden
van B. en W., waardoor de neiging bestaat,
alles den een enkeling over te laten, die
dan veelal de burgemeester is. Dat kan
echter, alleen bij voldoende salarieeriug. Js
die er,, dan kan men meer eisehen Brui
dat de Wethouder een fooi krijgt. De
heer Sijtsma is nog ouderwetsch, die -denkt
nog aan het wethoudersbaantje, dat men
op zijn sloffen afkam Wie aan publiek be
lang zijn leven wijdt, wordt niet rijk, daar
om is spr. geheel voor pensionneering.
f 2500 acht de heer Briët te weinig.
Hij zou f4000 willen voorstellen, doch, ge
let op liet feit, dat de Raad niet bijzonder
warm gezind is te dezen opzichte, dost
hij een voorstel het salaris te bepalen op
f3000.
Straks zal een nieuwe Raad staan voc.r
de keuze van Wethouders. Dan zou kun
nen vporkomen, wanneer het salaris f 1500
was gebleven, dat iemand het ambt niet
kon aanvaarden of hij zou noodwendig zijn
beroep moeten aanhouden, hetgeen aan de
vervulling van zijn taak niet ten goede zou
komen.
De VOORZITTER zal het voorstel van
de.i heer Briët, Jat voldoende gesteund
wordt, beschouwen als een amendement.
De heer FOKKER steunt den heer Briëf.
Liever had h ij f 4000 zien voorgesteld,
doch dan daaraan verbonden de eisch. zich
geheel te geven. Maar moet de vethooging
ook gelden voor de zittende Wethouders?
Met terzijdestelling van de personen meent
hij dat tc moeten ontraden. Het gaat toch
niet aan dit verhoogd salaris te geven aan
hen, die de Wethouders-betrekking altijd
beschouwden als een bijbaantje. Het is niet
ondenkbaar, dat destijds} was het verhoogde
salaris er toen al geweest, een andere keus
zou zjjir gedaan.
Dc heer W1LMER vindt verhooging ge
heel in den lijn van den tijd, die wil ver
hinderen, dat personen zonder geld onge
schikt blijven voor eenig ambt. Toch wil
hij waarschuwen niet te ver te gaan, opdat
het wethouderschap niet wordt een betrek
king, geambieerd om het geld. De grens
precies te trekken is moeilijk, maar hij
meent, dat 'f2500 juist goed in 't midden
ligt.
De heer SIJTSMA meent, d»t hoogere
salarissen noodig zouden zijn, waarneer het
een ambtenaar betrof. De partij, die het
slerkst is, zal de wethouders kiezen, of zij
d- geschikte persoon neeft of niet. Hij ge
looft dat de nu zittende heeren bij f3000
salaris niet meer gedaan zouden hebben.
In zeker opzicht blijft liet wethouderschap
toch een eerebaantje. Hij blijft er verder bij,'
dat het nu niet de tijd voor zooiets is.
De heer PERA dacht vroeger het voor
stel Ite zullen bestrijden, maar gezien do
aigemeene verhoogingen en het toenemende
werk der wethouders is hij van gedachten
vc-randerd. Ook deze wethouders moeten dan
z. i. in de verhooging deélen volgens het
voorstel.
De heer HEEMSKERK meent het begrip
eerebaantje juist los te moeten maken van
hef wethouderschap. Hjj is het er meo eens,
dat deze wethouders goed voldaan hebben,
doch hadden- zij nog niét nreer kannen doen?
Bij f3000 kan men eisehen stellen.
De heer VAN DER ELST, er nog op wij
zend, hoe het rijk de gemeenten overlaadt
met werk, gaat met het voorstel mee. Hij
is voor f2500, dan blijft het wethouder
schap nog gedeeltelijk een eerebaantje en
ontgaat men het gevaar van ambieering om
't geld. Deze Raad moet de zaak regelen;
do volgende moet precies weten, waar hij
aan toe is.
De heer BRIËT, het bezwaar van am
bieering onï 't geld erkennend, meent ech
ter, dat de partijen daarom haar verantwoor
delijkheid wel beter zullen beseffen. 'I Zou
toch te mal zijn, wanneer straks een wet
houder bij den Raad proest komen met een:
ik kan niet rondkomen.
De VOORZITTER vond 9 jaren geleden
f1500 voldoende, toen het wethouderschap
nog maar een eerebaantje was. Dit is ver
anderd en zal z.i'. in de toekomst nog meer
veranderen, zoadat hij verhooging alleszins
gewettigd acht. De heele persoon tischt
het wethouderschap niet; was dat het geval,
dan. zou een nog heel andere salarieering
noodig zijn. Wanneer straks nieuwe wet
houders gekozen worden, zullen zij zich in
de zaken moeten inwerken. Zijn zij niet ge
schikt "dan zou alles op 'den burgemeester
neerkomen, wat niet meer mogelijk is, zoo-
als vroeger in kleine gemeenten. Voor hem
als burgemeester is liet noodig menschen te
hebben als wethouder, waaraan hij wat heeft
en dan is z. i. de salarisverhopging, zooals
de heer Briët die voorstelde, niet te hoog.
Het a mi en d e m e n t-Briët, in stemming
gebracht, wordt verwo rpen mat 13 tegen
10 stemmen Xdie der heeren; Oostdam, De
Boer, Huurman, Sasse, Fokker, A. Mulder,
Heemskerk, Briët. Reimeringer en Van Tel).
De heeren FOKKER on HUURMAN ver
klaren nu tegen het voorstel der commissie
te zullen stemmen.
De VOORZITTER ontraadt, nu niet ge
heel hun zin is gedaan, toch een dergelijk
optreden, wat een slechten invloed op den
gang van zaken zou hebben, want dan zou
men met een tiaar maanden opnieuw voor
deze kwestie staan.
Het .voorstel der commissie wordt
daarop a a, n g e n om' en met 20 tegen 3
stemmen (die der heeren Sijtsma, Fokker
en Huurman).
De wethouders stemden niet ;uee en
namen aan de discussie geen deel.
Voordat overgegaan wordt tot punt b.
stelt de heer PËRA, gesteund door de
meeste leden, even voer halfzes voor de
zitting te schorsen, hetgeen wordt aange-
Dondcrdagavond-zitting.
Bij de avond-zïtiing weren afwezig de hee
ren Timp, Van Gruting, Eerdmans, Sasse,,
R'einieringer, Roem, Boot en De cange.
In behandeling kwam nu het pensioennee.
ringsontwerp der wethouders, waarin op
voorstel van den Voorzitter nog cenige
redactiewijzigingen worden aangebracht.
Aigemeene beschouwingen worden niet
gehouden; direct wordt overgegaan tot arte-
ke.sgewpjze behandeling.
Bij art 2 stelt de heer PERA een amen
dement voor, luidende: „Een wethouder, cBa
anders dan tengevolge van ziekte of niet-
herkiezing, niet- ten minste 7 j'aar en 11
maanden achtereen als.zoodanig heeft gefun
geerd, kan geen aanspraak, op pensioen doen
gelden."
In zijn toelichting zegt de heer PERA,
dat de bedoeling is, het pensioen niet te
zwaar op de gemeentekas te doen rusten,
door te voorkomen, dat iemand na 4 jaar
zegt: Ziezoo, ik beb 't pensioen binnen; ik
ga heen.
De heeren VA~N DER ELST en SIJTSMA'
bestrijden het amendement, dat zij niet denk
baar vinden, terwijl de lieer WIL-MER het
verdedigt
Het amendement wordt verworp-en met
116 stemmen (die der heeren P. Mul-
der, Oostdam, De Boer, Pera, Wilmer. en
Zwiers).
B ij art 4 stelt 'de heer PERA volgend
amendement voor: „Het pensioen wordt riet
genoten, zoolang de rechthebbende op jvenr
sïoen een betrekking ten laste van de ge
meente bekleedt, waaraan een aanvangsjaar-
wedde van f2000 of meer is verbonden/*
De beer HEEMSKERK is zoowei tegen
bet amendement als tegen art. 4. Het pen-<
sioen is een belooning voor gepresteerde!
diensten, het gaat niet aan, die weer te ont
trekken wegens den arbeid op ander gebied.
De beer OOSTDAM voelt daarin geen
onbillijkheid, vooral bier niet, waar het pen-,
sioen reeds na zoo korten tijd wordt ge-i
noten. Bij bet rijk is bet ook zoo.
De VOORZITTER wil er op wijzen, boer
een dergelijk artikel beslist noodig is. Zoo'n
gepen?kmneerde kan later weer wetbon-
der of burgemeester worden. Moet hij dan
pensioen hebben naast de jaarwedde?
Zonder hoofdelijke stemming wordt het
amendement-Pera aangenomen.
Bij art S vindt de heer A. MULDER het
wat vreemd, dat schriftelijk het pensioen'
moet worden aangevraagd, waarop le VOOR
ZITTER er op WQst, - dat di', altijd zoo ge-i
regeld is.
De geheelc verordening wordt
daarop zonder hoofdelijke stemming .lan
gen o m e n.
De VOORZITTER brengt buide aan de
commissie, bestaande uit de heeren Van oer
Est, Briët, Van Rombnrgli, Eerdmans en'
WTmer en aan den gemeente-secretaris voor,
zijn verleende hulp, bij welk faafete de heer
WILMER zich volledig aansluit.
löo. Verordening tot beperking van den
nachtarbeid, tevens houdende verbod van'
Zondagsarbcid ia bToodbakkerijen te Leiden.
(53 en 79)
Bij de aigemeene beschouwingen raagt -
de lieer A. MULDER, of bet, nu Minister!
Aalberse met zijn wetsontwerp is gekomen,;
nog noodig is, om misschien hier voor eeni-
ge weken den bakkers nachtarbeid gemeen
telijk te regelen. W,orden zoodoende geen-
onnccdige onkosten gemaakt? Hij acht daar
om aanhouden van bet voorstel gewenscjïi
De heer HEEMSKERK is niet voor aan
houden. Gezien den tragen gang van zaken
in het parlement, en de abnormale tijds
omstandigheden, twjjfelfc hij' er aan, dat het
ent werp-Aalberse binnen ShOmaandeh wet
zal zrjn en daarom acht hij gemeente: golingt
bier gewenscht.
De VOORZITTER, er op wijzend, hoe,
wanneer bet van hem bad afgehangen, da
regeling 24 October er al gekomen zon
zijn, doch telkens weer uitgesteld is (men
wenschte 5 poolen aan één schaap) wil, nu
het werk eenmaal !zoo ver gevorderd is, door
gaan. Hrj meent weliswaar, dat het ontwerp-
Aalberse misschien in Juli al wel wet aal
zijn, maar men mag hier geen twijfel latera
aan de goede trouw tot het invoeren rara
sociale maatregelen. In Jiet rijksontworp
gelde het alleen verbod van ^nachtarbeid^
i hier ook nog vervoer, verkoop1, enz., dank
i zij de oneerlijke concurrentie nit de buiheor
H®k©i,ss2,gg\
Novelle van WILHEI^T POECK.
(Nadruk verboden.)
Do Ba er was gr oot, hij bestond uit vijf wo
ningen, waar zich aan den achterkant twee
enjen 91ovcdgobouwc.n Koij aonsloitefi. Alle
zolders waren vol. De muren en vloeren
der woonvertrekken waren van hout, do ra
men helder blinkend en do houten voor
gevels. moo* "groen en wit geverfd. De woon
kamer I),- waarin alleen Finnur sliep, be
vatte, behalve het. bod en o enige kleerkas
ten, een sofa, verscheidene stoelen, een
spiegel en platen zooals men dat op andere
boerenhoeven niet aantreft.. Nog beter huis
raad was in do aangrenzende kamer te vin
den zelfs een harmonium. Ook de logeer
kamer en het vertrek, waarin Aslaug en
lAloör sliepen, waren behaaglijk ingericht.
Do keuken hadi een gemetselden schoor
steen en ccn ijzeren stookplaats. De inrich-
haar
voormalige bestemming,
ting- van dê Oddurbo&ve ging ver in den
omtrek v 1 c/len&wa«i*dig door; die was
van do huwelijksgift van Finnur's vrouw
gekocht en door bemiddeling van Jens Niel
sen in.een schip uit Denemarken—overge
bracht.
Jon beschouwd© al die dingen met een
gemengd gevoel van vre?agdo en ontzag. Op
injii hoeve was alles volgens de armoedige
1) IJil. baóstofa badkamer, volgens
wijze van het land ingericht. In do woon
kamer op do Sachshoeve stonden slechts
een tafel, ocmigo banken en een heel groot
bed1, waarin hij zelf met zijn moedor en
twee jongere boers sliep. Het leek hom ge
noeglijk, als men zijn leven een beetje, be
haaglijker kon inrichten. Maar do afstand!
tusschen hem en do ontwikkelde boeren
dochter, dio van den Sera onderricht had
gekrogen on oen jaar lang bij voorn am o
bloedverwanten in Denemarken had door-
gobracht, kwam hom opeens zeer groot,
voor. Hij dacht er aan, wat hij wel moest
zcggicn, als zij straks tegenover hem zou
zitton, en do moed zonk hem nog dieper in
de schoenen. Finnur bemerkte, dat Jon stil
was geworden. Toen zij weer in do kamer
waren, schonk hij uit een flesch brandewijn
tweo glazen vol, hief het zijne op en zei
„Schep moed, mijn vriend. Niets doet
meer kwaad) bij de meisjes dan bloohoid.
Wie niets zegt^dien houden do meisjes voor
dom."
Op dit oogenblik kwam Aslaug met do
koffie binnen. Al den tijd had Jon or over
gedacht, of hij haar ook volgens, het gebruik
met een kus zou durven begroeten. Ja, bij
wilde dtub doen maar toen zij nu zco groot
en mooi met oen fijnen glimlach ora haar
trotschen mond voor hem stond, durfde hij
dat tooh niot wagen. Aslaug scheen hot ook
niet verwacht to hebben.
„Het geluk zij met je, Jon. Welkom op
do Oddurlioeve," zei zij slechts.
Men ging aan tafel zitten om koffie te
drinken. Het gesprek wilde niet recht vlot
ten. Finnur stond eindelijk op, hij jnoest
eens naar de knecht-s gaan zien, beweerde
hij. Bij het verlaten der kamer knipoogde
hij Jon bemoedigend toe.-
Jon bleef op zijn stoel zitten en hield de
oogen op zijn koffiekopje met vergulden
rand gevestigd, alsof het een vreemd dier
was, en bewaarde het stilzwijgen.
Waarom keek zij toch steeds naar zijn vin
gers?" dacht hij. Hij vond zijn handen plot
seling zeer groot en onbehouwen en stak
zo in zijn zak. Aslaug amuseerde zich in
stilto over den zwijgenden gast.
Hij is tooh echt onbeholpen, dacht zij.
Maar IïOt volgende oogonblik had zij weer
medelijden mot hem. Zijn goedig gezicht zag
er zco vreeselijk verlegen uit. Zij moest
hem toch wat te hulp komen.
„Is er niots nieuws bij jullie in 't Sachs-
dal vroeg zij.
Jon bedacht zich.
„Neen, ik weet in 't geheel niets," zei hij
na een poesje. „Of ja, onze zwarte kao
hcoft gekalfd."
„Zulke dingen gobouron hier ook," zed
Aslaug lachend. „Onze klokhen heeft kui
kentjes uitgebroed en tweo van onze katten
hebben samen zeven jongén gekregen.
Ben je vier mijlen van Sachshoevo hierheen,
gorod'en, om mij dat t-o vertellen?"
„Dat nu wel juist niet," antwoordde
Jon, terwijl hij zijn handen *uit den zak
trok, die zeor opmerkzaam beschouwde en
zo cr weer instak. Hij voeldle zich alles
behalve op zijn gemak."
„Ik trouw van mijn leven niet met zoo'n
stijven Klaas," dacht Aslaug.
„Neen, jonkvrouw©," zei Jon plotseling
als met den -moed der wanhoop. „Daarom
be>n ik waarlijk niet gekomen. Gij weet, dat
ik maar een boer ben en do woorden niet
zoo weet te kiezen. Lk zal dan ook maar
dadelijk zeggen, wat ik heb te zeggen. Kijk,
mijn moeder wordt oud en kan het huis
houden niet goed meer bestieren. Zij vindt,
dat er een a-rouw in huis moet komon. Nu
heb ik er langen tijd over nagedacht; maar
er zijn weinigen, die mij bevallen
Hij aarzelde, keek van zijn kopje koffie
op en vestigde zijn oogen met een blik vof
hartelijke genegenheid op Aslaug. Een don
kere blos over toog zijn manlijk gezicht tot
diep onder den blonden baard.
„Hij is toch eigenlijk nog zoo kwaad niet,"
dacht Aslaug.
„Ik wist cr wel één," ging Jon voort-,
„mét wio ik het' graag zou wagen. Het is
diegene, om wie hier vandaag heengereden
ben maar ik vrees, dat ik haar tc gering
ben. Ik 'ben maar een eenvoudige boer,
Aslaug, en niet eens op de geleerde school
geweest, zooals jo vader. lk houd echter
bijzonder veel van jo on heb ook een paaT
flinke handen om t-e Werken
„Als hij zo maar niet altijd in don zak
hiold," dacht Aslaug geërgerd. „Hoo kan
iemand iïu zoo zitten, als hij een meisje ten
huwelijk -vraagt."
„Daarom wou ik jou vragen, Aslaug
Ik wou je verzoeken of jo Ik zie het
aan je oogen, dat je je zelf vroolijk maakt
over mij, doch dat wil ik gaarno v erdragen,
als jij mij maar zeggen wilt, dat je in je
hart ook oen beetje van mij houdt."
„Zeker, ik mag je licel graag. Jon," zei
Aslaug, cn, aan een opwelling van haar ge
voel toegevend, stak zij Jon over do tafel
haar hand toe, dio de jongo boer met een
stevigen greep in de zijno nam. „Ik weofc
echter niet, of ik wel zooveel van jo houd,
als een meisje toch van cen_man moet hoi?-
deoi, wien zij voor liet geheel o loven zal toe-
behooren. Daarover moet ik met mijzeivo
nog langen t-ijd to rado gaan en dus lean ik
je nu nog niet liet woord zeggen, dat jo wel
zoudt wcnschcn to hooren. Maar ik wil je
ook geen antwoord geVen, dat jo bedroeft.
Ik voel mij hier zoo gelukkig. Ik heb nu
slechts gedachten aan het huishouden ia
mijn hoofd en geen huwelijksgcdachten.
Maar ik west ook, dat dit niet zoo kan blij
ven, en heb geen hist, zooals mijn vadear
eens meende," zij schoot, in een vroolijken
lach, „als een oudo jonge juffrouw ton.
grave te dalen. Denk daaraan, als jo mor
gen naar huis rijdt. Want ik verzoek ja
recht hartelijk onze gast te blijven."
Met dit tamelijk twijfelachtig antwoord
moest Jon zich tevreden stellen.
X.
Jon's bezoek had het personeel op de
hoeve in groote opwinding gebracht-. Men
verdiepte zich in allerlei gissingen. Nie
mand echter twijfelde cr aan, dat Jcoi met
een aanzoek voor don dag was gekooien.-
Men wist, dat hij -voor Aslaug graoto gene
genheid koesterde en do Zcudagsche kleercu
mhakten dat vermoeden tot zekerheid). Do
mccningen waren echter zeer verschillend.
Had Aslaug hem laten gaan of had hij go
itado in haar oogen gever.den? De meiden,
dio in zulke dingen het fijnst voelden, be
weerden, dat Jon m<ïfc een gunstig antwoord
naar huis was gereden. Maar de knechts
zeiden, dat wio zco iets geloofde, eenvoudig
uitgelachen moest worden. Eindelijk kwa
men beide partijen hierin o-vereen, dat men
niets zeker over dit punt kon zeggen cn
moest afwachten. Allen wonschten echter
in hun hart, 'ckrir -Jeu bij Aslaug succes zou
hebben. Want zij mochten hem graagliij
was zoo zachtzinnig, en zij zouden met Jon.
als opvolger op dto hoeve zeer tevreden zijn.
I Do cnide Aloör liet Aslaug niet met- rust,
j voordat zij liaar het heele verloop van het
aanzoek haarfijn had meegedeeld. Aslaug
gaf bereidNvillig verslag, want zij gevoelde