RECHTZAKEN
INGEZONDEN,
BUITENLAND
VRAGENTORSEK.
L «M V S V SLfta'tiW*
7- -;i~ l/-i Nederland. G-istormiél.--.t
VT' 1a do Oi'Aiijeir.al van hob Paleis ia
"it-:.0. Bosch door H. M. do
Ko~"Acin, vergezeld van A Xv. XI- clco
Pi-' is oil i" ijzyzi vo.ii den Minister van
Bin i.cnlari '.O Zal. :i, t-ijdviijk voorzitter
van den Mmb'-orraad, jhr. mr. Ch. J. M.
p,:vs do Betrenbrouek, ontvangen het pro
vinciaal comité Limburg bij Nederland, be
sta r do ,vcor zoover aanwezig, uit: eere-
vcorriri-er jhr. mr. G. L. M. H. Buys do
Becrciibroüek, voorzitter mr. F. I. J. Jams-
son to Maastricht; onder-voorzitter rar. F.
Bolsius, to Roormondlsto secretaresso
mej. Mario Ivooiion te Maastricht 2de
secretaris jhr. J. A. I. H. Graafland to
Maastrichtscotet-aris-pe-nningineest-er jhr.
mr. G. M. R. Testa; bondsgedelegeerden
voor den landbouw Th. X er li eggen to Bug-
gonumvoor do werklieden A. IX. Vliegen
to Heerlen voor den middenstand E. H.
van der Velden t-o Weertvoor de werk
gevers mr. B. M. Berger to Yenlo voor
do onderwijzers P. van 'Hel te Venlo; voor
cT kiezers 0. J. Aarts to Sittard; voor de
Ver. ter bestrijding van 't Alcoholisme Mar
ria Verbond mej. \V. V/e-lters te Voeren
d-I
bcrts uit de volgende dames en lieeren
R. T. Biebericher, predikant Ned.-Horv.
Kerkgenootschap to Heerion en Kerkrad©
A. <T. A. Flam ent, F. ij ksarchivaris voor Lim
burg te MaastrichtH. G. M Hermans, lid
van de Tweede Kamer te Maastricht; mgr.
dr. Pools, aalmoezenier van den Arbeid in
Limburg, t-o Weiten; dr. F. Kutten, letter
kundige to Maastrichtmr. 0. J. du Col
lies-Muller; A. J. H. Hagdorn. beiden te
Maastricht; J. H. Maenon te Heerlen; mr
L. Begout te Maastricht; mevrouw J. Ar
nold»Van der Hoyden te Sittardme
vrouw J. do Bruyne—Van Lutte-rveld^ to
Maastrichtmevrouw G. Michiels van Kes-
eenich to Boermond.
Do eere-voorzitter overhandigde do vier
albums, bevattende de 172,543 handteeke-
ningen van meerderjarige mannon en vrou
wen, inwoners der provincio Limburg, met
cto volgende woorden a,an H. M. do
Koningin
„Mevrouw.
Het provinciaal comité Limburg bij Ne
derland brengt Uwe Majesteit rijn oprech
ten dank voor de gelegenheid, aan hetzelve
geboden, om persoonlijk aan Uwe Majesteit
den uitslag kenbaar te maken van het vólks-
petitionnement, hetgeen in geheel do pro
vincie Limburg heeft plaats gehad betrek
kelijk Se eenheid en ondeelbaarheid van
het koninkrijk der Nederlanden.
Het comité heeft do eer, mede namens die
plaatselijke comité's in al de gemeenten
dier provincie, Uwe Majesteit hierbij de
lijsten aan te bieden, waaruit blijkt, dat
172,543 Nederlandsche meerderjarige man
nen en vrouwen, inwoners der provincio
Limburg, met hun handteekening de ver
klaring hebben bekrachtigd van hun ouver-
zettelijken wil, dat geheel Limburg bij Ne
derland zal blijven
Het aantal verkregen handteekeningen la
niet gelijk aan het aantal meerderjarige
ingezetenen -der provincie, omdat het deel
nemen aan het petitionnement beperkt bleef
tot de ingezetenen-Nederlander s.
Daaraan ontbreken die der vele in Lim
burg gevestigde meerderjarige vreemdelin
gen, wier getal gevoegelijk op ongeveer
30.000 kan worden geschat.
Intusschen staat het door de verkregen
handteekeningen onomstootelijk vast, cfet
bijna de geheele Nederlandsche meerder
jarige bevolking van Limburg getuigenis
heeft afgelegd van haar vasten wil, dat ge
heel Limburg bij Nederland zal blijven.
Het zij aan 't comité geoorloofd het ver
trouwen uit te spreken dat do treffende
eensgezindheid der Iimburgsche bevolking
aan Uwe Majesteit een krachtigen steun
moge vcrleenen, orn onder Gods bijstand,
de eenheid en ondeelbaarheid van het ko»-
ninkrijk detr Nederlanden te handhaven.
Uwe Majesteit gelieve ten slotte de be
tuiging te aanvaarden der aanhankelijk
heid en onwankelbare trouw van al de
leden van het comité."
H. M. de Koningin beantwoordde de rode
als volgt:
„Mijnheer do Voorzitter.
Het is mij een voorrecht- persoonlijk uir
uwo handen do lijsten van het volkspetï-
tiorincment te ontvangen.
De gloedvolle woorden, welke u aan dezo
aanbieding deed voorafgaant bezegelen op
nieuw do on verbreekbar© banden welke tus-
sc-ben ons vaderland en Limburg bestaan.
Do handteekeningen door aanzienlijken
en eenvoudigen bij duizendtallen gezet, zul
len ver buiten onze landpalen do overtui
ging vestigen van do één- en ondeelbaar
heid van Ncc-rland's volk en grondgebied.
Zij zullen aan het overige Nederland een
bewijs te meer leveren van de trouw van
Limburg aan ons Staatsverband.
Mijn dank aan allen namens regeering en
vaderland. Wij zullen nimmer afwijken van
het aloude devies„Je Maintiendrai.'"'
H. M. liet zich vervolgens de leden van
het comité voorstellen en onderhield zich
daarna geruimen tijd met ieder hunner,
terwijl ververschingen werden rondgediend.
Onze in beslag genomen schepen. Men
meldt ons uit Den Haag:
Oir treilt de teruglevering van de in Ame
rika in beslag genomen schepen vernemen
wij. dat de voorstellen van Amerika thans
op de mogelijkheid wijzen, dat het overgroo
ts deel der schepen geleidelijk in Mei en
Juni te Rotterdam en te Amsterdam zullen
worden teruggeleverd, waardoor- dé repara
ties enz., die bij de teruglevering t9 verrich
ten zjjn, ook aan de Nederlandsche reparar
tieinriohlingen zullen ten goede komen. Ten
op'ichte van de nog te maken regelingen,
wenscht de Amerikaansche regeering nader
te Londer te onderhandelen, in verband,
waarmede twee leden der commissie vermoe
delijk nog deze week resp. van Parijs en
van Den Haag naar Londen zullen vertrek
ken.
]>e Tïaagscho Tramkwestie. -Naar
wij uit Den Haag vernemen, is - ©en
conferentie tuoschen B. en W. en den Baad
v-an Beheer en de directie der Haagsehe
Tramweg-Maatschappij volkomen overeen
stemming bereikt, wat betreft de voorwaar
den. waarop de nieuwe tariefsverhoogirug zal
worden toegestaan. B. en W. zullen in de
Raadsvergadering van a. s. Maandag dit ge
wijzigde voorstel in behandeling brengen.
De voorwaarden, waarop overeenstemming
is verkregen, zijn de volgende:
Lijn 4 zal gaan van 't Louise-de-CoIigny-
plein tot het Plein en daar in 2 gedee.uau
worden gesplitst, waarvan het ééne gaat
D'.uir het station Holl. Spoor en het andere
naar de Loosduiasche Brug. Deze dienst zal
aanvangen zoodra het opstelspoor aan het
Holl Spoorstation gereed is.
Lijn 9 wordt met ingang van 15 Octooer
as. doorgetrokken naar het station ELS.M.
met een minimum-aantal ritten van 100 per
cag. Wanneer B. en W. ^it wenschelftk aco-
ten in het belang van het verkeer, wordt
het minimam-aantal ritten over de doorge-
trcl ken lijn gebracht van 15 Mei tot 15 Juni
en vr.n 15 September tot 15 October op
135 en in het badseizoen (15 Juni ibt 15
Stptcrcber) op 170.
Do H. T. M. zal onmiddellijk trachten meer
ma ter'aal te verkrijgen, ten einde deze uit
breiding van het aantal ritten, indien zij
noodig wordt geoordeeld, in 1920 mogeiyk
to iraken.
B en W. zullen deza echter niet kunnen
vorderen vóór den- zomer van 1920.
Lijn 10 wordt met ingang van 15 October
a.s. gereden: Nieuwe DuinwegStation HoL.
Speer, terwjjl do overstapkaartjes van die
lijn op lijn 9 zullen blijven bestaan.
Steeds zal lijn 10 van 15 Oct. tot 15 Mei
aldus gereden worden. Dezen zomer zal lijn
10 ui ieder geval nog gereden worden zoo-
als ih'ins het geval is.
Do H. T. M. zal trachten den volgenden
zomer lijn Ï0 gesplitst te doen rijden, 3n wei
lo. Station Holl. SpoorWillem do Zwij
gerlaanWestduinweg; en 2o. Duinoord en
omgeving Laau van Meerdervoorfe naar het
Kui hans.
De gemeente zal vóór het eindigjan der
concessie op 1 Januari 1927 lijn 12 niet
verder doortrekken dart tot heb punb waar
de Westduinweg het Ververschingskanaai
enjjdi Indien <fe gemeente hiertoe overgaat,
zal het eindpunt van de zomer lijn 10 van
den Vestduiuweg verlegd1 worden naar hel
einde van de Stadhouderslaan bij den Sche-
vemngschenweg.
Door de •directie der Haagsche .Tramweg-
Mij is dr :M: nde dianstm'dor aan het per
soneel uitgereikt:
Met het collega van B. en W. v-aii 's.-Cna-
verihage is over een Remming vcrkreye i over.
de voorwaarden, waarop de tafièl'sver;:co-
ging door de H. T. M kan worden uitge
voerd. A.s. M niidag, 14 April, za! het go-
meer tebestua-i" over dio voorwaarden moeten
beslissen. Indien zij worden goedgekeurd,
zal ingevolge beslissing van onzen Raad
van Beheer 'de nieuwe loonregeling^omiiid-
dellijk worden ingevoerd, terwijl daaraan
te-rugwerkende kracht zal worden verie-.mdi
tot i April j.l. De S-urige werkdag cf de
48-: tige werkweek zal worden uitgevoerd,
zoodra de gemeente daartoe overgaat
HAAGSCHE RECHTBANK.
Rechtsta rakter van een Nederl. paspoort.
De rechtbank to 's-Gravenhage wees von
nis in do kwestie, of iemand, wiens pas
poort door do Nederlandsche rogeering was
ingehouden, aanspraak kan maken op
schadevergoeding voor het gemis daarvan.
Do Staat had dit ontkend, onder meer op
grond, dat hier geen sprake was van toe^
passelijkheidvan het burgerlijk recht. De
rechtbank verwierp echter dozo opvatting,
daar een paspoort is een stuk papier, en
derhalve een lichamelijke, roerende zaak,
op zichzelf niet onvatbaar voor eigendoms
recht.
Do rechtbank besliste evenwel, dat de
houder van een Nederlandsch buitenlandsch
paspoort daarvan nieb is bezitter of eige
naar. Hot paspoort is slechts een aanbeve
ling van do Nederlandsche Begecring aan
d'e vreemde, alleen af te geven aan hom,
dio daar volgens hot oordeel der Neder
landsche Begeering en van haar alleen
aanspraak op kan maken. Zoodra zij dan
ook meent, dat de houder die aanbevoling
niet langer verdient, is zij bevoogd den pas
in te houden o«f terug te vordeïen, en de
houdor verplicht dien te-rug te geven.
Het beroep op de betaling van zegel en
leges als bewijs van het eigendomsrecht
faaltdit zijn slechts kosten, vallende op
do afgifte.
Aangezien eischer dus slechts was te be
schouwen als houder en niet als eigenaar
of bezitter, werd de verordening ontzegd.
Hoe lang nog?
Geachte Redactie!
Gelieve voor het onderstaande esniga
ruimte te willen afstaan. Bjj voorbaat mjjn
bartelijken dank.
Uit naam van velen mijner buurtbewoners
wil ik eens vragen hoe lang wij hier nog
zullen moeten genieten van de baldadigheden
der scholieren van de hier in de buurt zijnde
dag- en avondscholen. Waren het den eenen
keer eens eenige ruiten, wélke het moestén
ontgelden en waarvan ik do schade mocht
diagen, een andere maal was het weer een
deurmat, welke door het naar binnen werpen
van brandend papier nadeel werd toegebracht
of had de jeugd' de aardigheid om eenige
bij mtj voor de deur staande bloembakken af
te breken.
Deze en vele andere bewijzen van steeds
toenemende baldadigheid vallen mij én mijn
buurtbewoners bijna dagelijks ten ieo..
Het is daarom, dat ik hier vraag: Hoe
lang zullen wij hier nog van moeten ge
nieten vóór een beter politietoezicht bier
eens een einde aan zal maken?
Ook wilde ik vragen hoe lang er nog
menschen zullen zijn, die iemand, die, bij
gebrek aan voldoende bescherming, zeil
maatregelen neemt tot afweer van die bal
dadigheden en bescherming van zijn goede
ren, hierin willen verhinderen en partij
kiezen voor de jeugd, met de noodige be
dreigingen tegen den persoon, die hiertegen
durft optreden, zooals mij ook al is over
komen?
Ik hoop dat die menschon by Bet lezen
dezer regelen eens anders gaan dénken en
er toe medewerken, om die baldadigheid,
welke voor de betrokkene, behalve onpret
tige, ook dikwijls kostbare gevolgen 1 eaoen,
tegen te gaan.
Tevens zou ik beloofd, doch Ringend
aan bëeren hoofden van scholen willen ver-
r. oker. hiertoe te. willen jneduv.-sriion door
d 3 scholieren hierover te willen ond ra ou
den, en zou ik gaarne daar meer en 'boter
politietoezicht wenschen, dat wij dan dat
alles niet te lang meer sullen te verdurrn
hebben.
Hopende, dat deze regelen hier toé e.vrigs-
rins mogen bijdragen, zeg ik U, geachte
Redactie, nogmaals dank voor de verteeode
plaatsruimte.
J. D. 0STERTHUN.
Langebrug.
Be keurmeester van viseb.
Mijnheer de Redacteur.
Peleefd verzoeken wij U plaatsing \oor
het onderstaande.
In Uw blad d.d. 7 April schrijft de boer
S. Sp erenburg, dat reeds lang door de
visc hhandelaren alhier geklaagd wordt
ever het ontactisch optreden van den keur
meester van visck hier ter stede.
Wi, willen er den heer S. met deze
opmerkzaam op maken, dat door ons nooit
geklaagd is over het ontactisch optreden
var boven genoemden keurmeester en ver
zetten den heer S., alvorens een ortixel
to schrijven, goed te overwegen of hetgeen
geschreven wordt juist is, en niet iets te
plaateen van de vischhandeiaren hier ter
stele, als onze firma er niet mee gemoeid is.
U dankend voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
Firma Wed. M. ROOS
[Andere stukken, gelijkluidend aan neb
bovenstaande schreven, kunnen wy' niet np-
emen. Red. „D Li."]
Sir Robert Cecil over don Volkerenbond.
Het comité benoemd door de socialistische
conïerentie te Bern, heeft te Parijs, een
onderhoud gehad met lord' Robert Cecil, die
veelal wordt genoemd als de toekomstige se-
cretans van den Volkenbond. Het heeft naar
het „Volk' meedeelt, zijn meening gevraagd
over zeven eischen, luidende:
1. Als lid van den Volkenbond moeten
worden aangenomen alle landen die" zich aan
melden, de beginselen van den Volkenbond
aanvaarden en een demokratïsche regeering
hebben.
2. De Volkenbond moet een vertegenwoor
diging zijn niet van do regeeringen, maar
van de volken, en dus worden saamgesteld
door de parlementen.
3. De leden van den Volkenbond zullen
afstand doen van het recht om oorlog te
voeren en een progressieve beperking der
wapening aanvaarden, die tot algeheele ont
wapening leidt.
4 .Alleen de Volkenbond zal het recht
hebben een land, dat zijn bepalingen niet eer
biedigt, te straffen.
5. De Bond zal het recht der nationali
teiten om een staat te vormen waarborgen cn
de nationale minderheden, die in staten van
gemengde nationaliteit leven, beschermen.
6. Do koloniale kwestie kan eerst recht
vaardig worden opgelost indien het mandaat
var. vocgdy, aan een natie gegeven, van te
voren nauwkeurig is omschreven en indien
do mandaten niet worden verdeeld voor de
Volkenbond alle naties omvat.
7. De Volkenbond zal de distributie van
alle grondstoffen organiseeren met het doel
een billijke behandeling te verzekeren aan
iedere natie.
Het antwoord van Cecil luidde als volgt:
.Vraag 1. Het verzet hiertegen komt
niet van Engeland, maar van andere rijde.
2. W'ij mengen ons niet in de binnenland-
scho aangelegenheden dor afzonderlijke lan
de a. Ieder kan zijn vertegenwoordigers aan
wijzen gelijk hij wil. In sommige landen ech
ter ia de regeering beter dan het parle
ment.
3. Te denken, dat er geen oorlog meer
mogelijk is, is een illusie. Zelfs wanneer de
mogelijkheid bijna te uitgesloten, moet rij in
het oog worden gehouden. Overigens moet
men vertrouwen stellen in de ontwikkeling
van den Volkenbond.
4. Deze eisch wordt aanvaard.
5. Het is onmogelijk hiervoor een be
vredigende formule te vinden.
6. Gij dwur.lt te gij meent, dat de koloniën
&an de mandatarissen v/o:d?n toevertrouwd!
om te luien e.cpioitceren. De mandaten
zullen meer last dan voordcel opCoveren.
W" willen het stelsel van de opc-n deur toe
passen in alle koloniën. Itet gaat dus meer
om prestige (Tan om voordeel en wij hebben,
niet genoeg vertrouwen in de Duitechera
om hun dat prestige te geven. -
7. De ervaring heeft geleerd, dat er ge
noeg grondstoffen zijn voor alle landen. Ge
dwongen distributie is dus nuttelóbs. Een
uitzondering moet worden gemaakt voor de
levensmiddelen. Daarvoor is zekere gene-
rajisatïe noodig.
Van directeur-generaal tot boekhouder.
Het is mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat de
revolutie menigeen heeft verdreven van ee*
p.aats, waarop noch zijn bekwaamheden noch
zijn karakter hem' recht gaven, maar zeker :s
het, ook, dat diezelfde revolutie in haar nivel-
leeringswcede tal van vooraanstaand? perso
nen, die hun sporen hadden verdiend n IicS
ambt, dat zrj bekleedden of het bedrijf, dat
zij leidden teruggeduwd heeft tot het niveau
van de groots massa, tot groot nadeel" ioor
land, volk en bedrijf. Een treffend- bewijs
van de willekeur, waarmede dé revolution-
nairc machthebbers do meest verdienstelijke
ambtenaren ontslaan, is het volgends telfe-
gianv uit Boedapsst; Simon Krauss, de vroo-
gtre directeur-generaal van de Magyar-Bank,
is ontslagen als directeur-generaal. Hij keefö
zich aangebod&n voor het ambt van boek
houder en werd wegens zijn buitengewone
bekwaamheden onmiddellijk aTs zoodauig aan
genomen en arboidt thans geregeld rader
toezicht van een vertrouwensman.
De afgezette directeur-generaal, zoo ver
telt het „Berl. Tggeb!.", dit zij tot beter
begrip van het bovenstaande medegedeeld,
behoorde nog slechts kort geleden tot de
invloedrijkste en populaire personen van
Hongarije. Door oiwermoeiden vlijt en schit
terende begaafdheid had hij zich opgewerkt
tot een leidende positie in de Hongaarsclie
tinjmcieele wereld. Zijn nooit rustende geete
hield zich voortdurend met nieuwe plannen
bezig In de Tatra, waar liet prachtige hotel
te Tatra Lomnitz en de spoorlijn reeds aan
yrr bank behoorden, had hij onlangs alle bad
plaatsen onder zijn régie weten te vcr-
eenigen, terwijl hij tevens bezig was er
n'euwo badplaatsen te stichten. Ook had hij
heuvelachtige terreinen bij Boedapest aan
gekocht om er nieuwe villa-kolonies te
stichten
Maar Krauss was niet alleen bekend ate
financier, ,maar ook als phil'antroop en groot
vriend der armen en bovendien als optimist.
Het optimisme vooral zal hem onder de
huidige ongelukkige omstandighenea bij*
zonder te stade komen.
P. H, te L Neen; de derde n-.oa)
d'enen.
B. v. L, to K.-a.-Z. De steun wordt
verkend, indien on voor zoover dezo voor
den betrokkene noodig is. Zoo zal de o'urg?'
meester enkel de £40, welke o» de groene
kaart kan ontvangen worden, voor u noodig
hebben geacht.. Zijl gij daarmede niet te
vreden, dan knnt gij een request indienen
aan den Minister van Oorlog.
F. J v. d. V., te H. Neen, nij kan
slerits aanspraak maken op de vergoeding,
bedoeld in punt 3 van bedoelde steunregeling.
Abonné te L. Weder in-diénst-treding
wordt altijd toegestaan, mits men vn oen
vorigen diensttijd geen berispelijk gedrag
bebbe gehad.
N. v. N. Hij ontvangt, althans -n-iisa
hij langer dan S1/. maand beeft ged'end,
£40 voor kleeding, enz. en wanneer hij kost-
wimer is, ten hoogst» f130.
S. -Als gij geen Bergeant wordt, pioet
gvj ;n 1919 75 dagen onder" de wapenen
b'ijven. Om' den wintercursus te volgen,
moet een verzoek aan don inspecteur dsr
infanterie worden gedaan.
G. H. T., to L. Alleen de militie 1918
er, 1919, dio vrijstelling wegens militie-
dienst hebben, gaan in den loop van Apri'
met onbepaald verlof en vermoedelijk da
eeistc ploeg 1918 op het eind van April.
marek zag, baldo hjj knarsetandend de vnistl
in zjjn broekzak en zijn oogen schoten von
ken.
Hun dagelijksche strijd liep over de vra3g,
wie van de twee het grootst was gewnest.
Napoleon of Bismarck. En 's avonds in het
café luisterde men naar de met hartstocht
gevoerde gesprekken, en de partijen vorm
den zich, de strijd hield aan over den grooben
Corsikaan en- den groeten kanselier.
De kleine Jacques wond zich dusdanig
op, dat hem do tranen in de oogen schoten;
hij kon er niet meel' bij zitten, staande en
heftig gesticuleerd verdedigde hij het genie
van den Keizer.
De lange ulaan zat stijf en roerloos en
pareerde hoonend:
„En zooiet3 durft zich nog wel Keizer
noemenl Zoo'n parvenu! Hco komt zoo iets
daartoe! Wat oen brutaliteit!"
Waarop de kleine hem trachtte te be
wijzen, dat het recht van den Corsikaan op
do keizerskroon grooter, heiliger was dan
een toevallig geërfd recht.- En zijn partij-
genooten mompelden bijval, keken met veel-
betoekenenden blik elkaar aan en zagen
trotsch naar don kleinen, vurigen man, die
bun als een ^hilosoof voorkwam.
Wilhelm voelde hevige ergcmi3.
„Wat is ten slotte jullie Napoleon voor
een misbaksel! Hij is niet oens goed uitge
groeid! Naast hem maakt mijn Bismarck tocli
een heei ander figuur! En ae weerbare jon
gelingen knikten en keken m.-t ontzag naai
de machige ledematen en do ree- -vuisten
van den ulaan, die hij, al3 bereid tot n
strijd, vóór zrich op tafel had gelegd.
„Hij heeft het Emzer-tek-gram tozii maar
v-.-val.vU:" Do klein3 siingordo dit grooto
argument dapper, zelfs de i dooi tartend, er
uit. Htt dood Wilhelm opspringen cn wor
dend o's ec-n riser brulde hij:
„Kerel, ik klaag je aan!"
En 's avonds op den terugweg was er
minstens twee passen afetaads fusschen de
lange en do korte, witte gestalte.
Waren zij goed gehumeurd, dan liep het
gesprek over den veldtocht. Dan logen zo
beiden zoo hevig en regen zulke verhalen
aanéén, dat het gansche stadje er over lachte
en den spot met hen dreef.
Doch dat bemerkten ze niet, ze waren
in hun ijver om don ander te overtroeven,
als 'oezeten. Zrj praatten, maar door on
logen er maar op los, en geloofden bijna
ten slotte, dat alles zoo geschied was. Ala
de kleine Napoleon van uit de verte had
gezien, aan had Wilhelm Bismarck zelf ge
sproken. En hoe later het werd, dos te in
teressanter werden de verhalen, en wanneer
ae. morgen door de vensters van het café
gluurde, stonden beiden met hun idolen heel
vriendschappelijk, bijna intiem, naast elkaar.
Bij het heldere daglicht geneerden zij zich
over hun opsnijden; de een schoof dan
de schuld op den ander. En zij kibbelden op
nieuw en zaten daarna zwijgend naast el
kaar op de bank bij de poort en lieten zich
braden in de zod. Elk 'van hen Meld in
de hand zijn courant, waaruit een ieder nieu
we wijsheid, nieuw strijdmateriaal putte.
Tusschen de spitse knieën van den lan
gen Wilhelm stond zijn pijp en hij rookte
hij lange, genotvolle teugen. Ondanks de bla
kerende hitte, was zijn uniform tot zijn keel
dichtgeknoopt en zat hij rechtop, in correc
te houding. Jacques daarentegen leunde met
zijn sierlijk lichaam' nonchalant tegen den
muur. Hij had zijn jas naast zich liggen en
zijn muts stond hem achter op het hoofd
cn hij rookte met korte .nerveuze trekken
uit- zijn klein, Fransch pijp je, met den bon
ten Turco-kop.
Gnde: do baak r,tonden stil eendrachtelijk
het kslrgcleegde wgng)a3 en de leega bier
pul naast elké.r.r. Had de een in zijn cou
rant ecu ontdekking gedaan, die hij nioesü
meedeelen, dan vlogen weldra do op;- e«
aanmerkingen als speelballen op elkaar in.
Als er een mooi meisje voorbij kwam, hield
Jacques direct op, zelfs in zijn vurigste
redeneering, om haar een brutale vherij
toe te roepen of om haar glinsterend na
to kirjken; werd er echter een paard voorbij
geleid, dan brak Wilhelm zijn zin af om
het kritisch op te nemen, want daarvan had
hij verstand. Daarna begon de twist opnieuw,
en zij scheidden in verbittering en ergernis.
Gp zekeren avond glom het rossige licht,
rechts van de poort, den nacht in en, toen
de morgen aanbrak, scheen het nog, drei
gend.
In zijn hoog bed, waarin men slechts met
behulp van een stoel, kon klauteren, lag de
kleine Jacques met koortsgloed en bruin-
donkere lippen, /bju witte haren lagen ver
ward op het kussen, zijn handen speelden
en plukten aan de dekens, de oogen keken
ver-weg. Reeds een paar dagen lang lag hij
zoo ziek en sedert een paar dagen zat de
lange ulaan aan het voeteinde van het aed
met ontzet gezicht en wanhopige oogen.
Zijn groote, plompe handen waren zoo on
handig en steeds morste hij iets van den
inhoud van het glas, hoezeer hij ook zjjn
best deed niet te trillen. Woedend beet Wil
helm zich op de lippen, ook al3 hij trachtte
zoo zacht mogelijk door do liamer te gaan
en toch do planken deed kraken, zoodat de
zieke zacht steunde. De lange Wilhelm was
wanhopig. Hij had er op gestaan, zijn collega
zelf te verzorgen, „want uit een hospitaal
komt niemand levend vandaan!" Dat was zijn
koppige meening hoewel er honderd bewij
zen tegen waren.
Hij zat bp het bed en legde behoedzaam
do kussens op do hijgende borst van den
kleinen Franschman. „Dat komt zeker van
die zwarte tabak", mompelde hij. een oplos
sing zoekend voor het plotselnige raadsel
voor. hem; „dat komt van al dat water bij
den wijn, zoo'n misbaksel zal het niet uit
houden!" Hij keek hulpeloos-bezorgd naar
het gloeiende gezicht van den zieke. Deze
lag steeds nog onbeweeglijk, slechts zijn
handen plukten en bewogen.
Maar naarmate het later op den avond
werd, werd hrj opgewoniener. Hij begon te
praten, kort en afgemeten eerst; dan hield
hij lange verhalen, vpl gloed, vol vuur en
do lange Wilhelm ergerde en schaamde zich,
dat hij dit alles moest aanhooren en hij kwam
zichzelf als landverrader voor. Hij balde de
vuisten en keek dreigend naar het hooge badl
Jacques leefde terug, beleefde opnieuw
zqn geestdriftige jongd, hij zag de drie
kleur wappern en hoordo het wilde, nach-
tige lied der Marseillaise. En de droge,
gloeiende lippen stamelden: „Allons, enfants
de la patrie, le jour de gloire est arrivé."
En Wilhelm zette de tanden op elkaar.
„Die kerel, dqzen keer geef £k hem toch
beslist aan
De zieke werd rustiger. Wilhelm diende
hem vol inspanning een kcelen dronk toe.
De stervende Jacques Lag met open oogen.
Hij keek strak naar don hoek, waaruit de
vergulde Napoleonskop opblonk.' In zjjn
oogen was een Satanische gloed en zjjn
lippen mompelden onophoudelijk: „Napo
léon Bonaparte, Napoléon Bonaparte!" Als
leen gebed, als een tooverformulo klonk het.
Wilhelm zag naar de wijd-open gesperd»
oogen van zijn kameraad, naar het vreemde,
ingevallen gezicht
De kleine riep hem met zjjn oogen lot
zich. Wilhelm boog zijn stijven rng lot
henv over, dat de botten kraakten.
De kleine hield zijn hand met malton
greep en Boorde zrjn blik heet en bezwe
rend in da blauwe oogen tegenoverhem.
„Zeg mij de mijne mijn Nanolnen
is toch grooter?! Hj i3 grooter dan
jouw Bismarck? H est plus graad?
li est plus grand?" Als een snik kwant het
uit de moeizaam-werkende borst. „N'est-ea
pas mjin Napoleon -is grooter -
dan jouw Bismarck?"
In den ouden man laaide een matelooze
woede omhoog. Hij had met de vuist op
de tafel willen slaan. Hjj ha<l het ellenliga
lichaam daar, véór zich, willen schudden
en slaan, hjj wou zjjn Bismarck verdedigen
tegen dezen jammerlijken, kleinen aanval
ler, hier!
In de oogen van den stervende smeulde
een heilige gloed; als een kreet klonk het:
„II est plus grand mion Napoléon!"
Toen hoog de lange ulaan zjjn dikken
kop, een .traan droop langzaam af van het
vale, ouwe gelaat „Ja, natuurlijk :s hg
grooter I Napoleon is natuurlijk grooter dan
Bismarck I" Met duidelijke* vaste stem had
hjj het gezegd.
De kleine fFransohman drukte zjjn hoofd
in do kussens, steunde zwaar en glim
lachte verrukt; toen draaide hij zich naaB
den muur en k-eerde zich niet meer om.
Wilhelm zat er bij als een veroordeelde1.
Als onder een zware schuld boog hjj hot
hoofd. De oogen keken vol haat naar het
strenge, gouden Napoleonsgelaat.
Zoo zat hg den ganschen nacht, zondes
zich te verroeren. Bn teen het morgen
licht de ltamer inlachte, stond hij mei
moeite overeind, rekte zich de /ango lede
maten, een helder licht gleed er over zija
gezicht.
„Het hindert niets! Het hindert jou tocli
immers niets, ouwe Bismarck, en de arme
kerel i3 ten minste rustig en blij gestor
ven 1"
Hii trad op heet bed toe en streek on
handig en teer over het kleine, witte ge
zicht en dikke tranen drupten al maar dooil
op zijn weerbnrsligen knevel. Hjj schreide
bitter, als e n kind, om zqn „doodsvijand'
x