RECHTZAKEN INGEZONDEN, BUITENLAND VRAGENTORSEK. L «M V S V SLfta'tiW* 7- -;i~ l/-i Nederland. G-istormiél.--.t VT' 1a do Oi'Aiijeir.al van hob Paleis ia "it-:.0. Bosch door H. M. do Ko~"Acin, vergezeld van A Xv. XI- clco Pi-' is oil i" ijzyzi vo.ii den Minister van Bin i.cnlari '.O Zal. :i, t-ijdviijk voorzitter van den Mmb'-orraad, jhr. mr. Ch. J. M. p,:vs do Betrenbrouek, ontvangen het pro vinciaal comité Limburg bij Nederland, be sta r do ,vcor zoover aanwezig, uit: eere- vcorriri-er jhr. mr. G. L. M. H. Buys do Becrciibroüek, voorzitter mr. F. I. J. Jams- son to Maastricht; onder-voorzitter rar. F. Bolsius, to Roormondlsto secretaresso mej. Mario Ivooiion te Maastricht 2de secretaris jhr. J. A. I. H. Graafland to Maastrichtscotet-aris-pe-nningineest-er jhr. mr. G. M. R. Testa; bondsgedelegeerden voor den landbouw Th. X er li eggen to Bug- gonumvoor do werklieden A. IX. Vliegen to Heerlen voor den middenstand E. H. van der Velden t-o Weertvoor de werk gevers mr. B. M. Berger to Yenlo voor do onderwijzers P. van 'Hel te Venlo; voor cT kiezers 0. J. Aarts to Sittard; voor de Ver. ter bestrijding van 't Alcoholisme Mar ria Verbond mej. \V. V/e-lters te Voeren d-I bcrts uit de volgende dames en lieeren R. T. Biebericher, predikant Ned.-Horv. Kerkgenootschap to Heerion en Kerkrad© A. <T. A. Flam ent, F. ij ksarchivaris voor Lim burg te MaastrichtH. G. M Hermans, lid van de Tweede Kamer te Maastricht; mgr. dr. Pools, aalmoezenier van den Arbeid in Limburg, t-o Weiten; dr. F. Kutten, letter kundige to Maastrichtmr. 0. J. du Col lies-Muller; A. J. H. Hagdorn. beiden te Maastricht; J. H. Maenon te Heerlen; mr L. Begout te Maastricht; mevrouw J. Ar nold»Van der Hoyden te Sittardme vrouw J. do Bruyne—Van Lutte-rveld^ to Maastrichtmevrouw G. Michiels van Kes- eenich to Boermond. Do eere-voorzitter overhandigde do vier albums, bevattende de 172,543 handteeke- ningen van meerderjarige mannon en vrou wen, inwoners der provincio Limburg, met cto volgende woorden a,an H. M. do Koningin „Mevrouw. Het provinciaal comité Limburg bij Ne derland brengt Uwe Majesteit rijn oprech ten dank voor de gelegenheid, aan hetzelve geboden, om persoonlijk aan Uwe Majesteit den uitslag kenbaar te maken van het vólks- petitionnement, hetgeen in geheel do pro vincie Limburg heeft plaats gehad betrek kelijk Se eenheid en ondeelbaarheid van het koninkrijk der Nederlanden. Het comité heeft do eer, mede namens die plaatselijke comité's in al de gemeenten dier provincie, Uwe Majesteit hierbij de lijsten aan te bieden, waaruit blijkt, dat 172,543 Nederlandsche meerderjarige man nen en vrouwen, inwoners der provincio Limburg, met hun handteekening de ver klaring hebben bekrachtigd van hun ouver- zettelijken wil, dat geheel Limburg bij Ne derland zal blijven Het aantal verkregen handteekeningen la niet gelijk aan het aantal meerderjarige ingezetenen -der provincie, omdat het deel nemen aan het petitionnement beperkt bleef tot de ingezetenen-Nederlander s. Daaraan ontbreken die der vele in Lim burg gevestigde meerderjarige vreemdelin gen, wier getal gevoegelijk op ongeveer 30.000 kan worden geschat. Intusschen staat het door de verkregen handteekeningen onomstootelijk vast, cfet bijna de geheele Nederlandsche meerder jarige bevolking van Limburg getuigenis heeft afgelegd van haar vasten wil, dat ge heel Limburg bij Nederland zal blijven. Het zij aan 't comité geoorloofd het ver trouwen uit te spreken dat do treffende eensgezindheid der Iimburgsche bevolking aan Uwe Majesteit een krachtigen steun moge vcrleenen, orn onder Gods bijstand, de eenheid en ondeelbaarheid van het ko»- ninkrijk detr Nederlanden te handhaven. Uwe Majesteit gelieve ten slotte de be tuiging te aanvaarden der aanhankelijk heid en onwankelbare trouw van al de leden van het comité." H. M. de Koningin beantwoordde de rode als volgt: „Mijnheer do Voorzitter. Het is mij een voorrecht- persoonlijk uir uwo handen do lijsten van het volkspetï- tiorincment te ontvangen. De gloedvolle woorden, welke u aan dezo aanbieding deed voorafgaant bezegelen op nieuw do on verbreekbar© banden welke tus- sc-ben ons vaderland en Limburg bestaan. Do handteekeningen door aanzienlijken en eenvoudigen bij duizendtallen gezet, zul len ver buiten onze landpalen do overtui ging vestigen van do één- en ondeelbaar heid van Ncc-rland's volk en grondgebied. Zij zullen aan het overige Nederland een bewijs te meer leveren van de trouw van Limburg aan ons Staatsverband. Mijn dank aan allen namens regeering en vaderland. Wij zullen nimmer afwijken van het aloude devies„Je Maintiendrai.'"' H. M. liet zich vervolgens de leden van het comité voorstellen en onderhield zich daarna geruimen tijd met ieder hunner, terwijl ververschingen werden rondgediend. Onze in beslag genomen schepen. Men meldt ons uit Den Haag: Oir treilt de teruglevering van de in Ame rika in beslag genomen schepen vernemen wij. dat de voorstellen van Amerika thans op de mogelijkheid wijzen, dat het overgroo ts deel der schepen geleidelijk in Mei en Juni te Rotterdam en te Amsterdam zullen worden teruggeleverd, waardoor- dé repara ties enz., die bij de teruglevering t9 verrich ten zjjn, ook aan de Nederlandsche reparar tieinriohlingen zullen ten goede komen. Ten op'ichte van de nog te maken regelingen, wenscht de Amerikaansche regeering nader te Londer te onderhandelen, in verband, waarmede twee leden der commissie vermoe delijk nog deze week resp. van Parijs en van Den Haag naar Londen zullen vertrek ken. ]>e Tïaagscho Tramkwestie. -Naar wij uit Den Haag vernemen, is - ©en conferentie tuoschen B. en W. en den Baad v-an Beheer en de directie der Haagsehe Tramweg-Maatschappij volkomen overeen stemming bereikt, wat betreft de voorwaar den. waarop de nieuwe tariefsverhoogirug zal worden toegestaan. B. en W. zullen in de Raadsvergadering van a. s. Maandag dit ge wijzigde voorstel in behandeling brengen. De voorwaarden, waarop overeenstemming is verkregen, zijn de volgende: Lijn 4 zal gaan van 't Louise-de-CoIigny- plein tot het Plein en daar in 2 gedee.uau worden gesplitst, waarvan het ééne gaat D'.uir het station Holl. Spoor en het andere naar de Loosduiasche Brug. Deze dienst zal aanvangen zoodra het opstelspoor aan het Holl Spoorstation gereed is. Lijn 9 wordt met ingang van 15 Octooer as. doorgetrokken naar het station ELS.M. met een minimum-aantal ritten van 100 per cag. Wanneer B. en W. ^it wenschelftk aco- ten in het belang van het verkeer, wordt het minimam-aantal ritten over de doorge- trcl ken lijn gebracht van 15 Mei tot 15 Juni en vr.n 15 September tot 15 October op 135 en in het badseizoen (15 Juni ibt 15 Stptcrcber) op 170. Do H. T. M. zal onmiddellijk trachten meer ma ter'aal te verkrijgen, ten einde deze uit breiding van het aantal ritten, indien zij noodig wordt geoordeeld, in 1920 mogeiyk to iraken. B en W. zullen deza echter niet kunnen vorderen vóór den- zomer van 1920. Lijn 10 wordt met ingang van 15 October a.s. gereden: Nieuwe DuinwegStation HoL. Speer, terwjjl do overstapkaartjes van die lijn op lijn 9 zullen blijven bestaan. Steeds zal lijn 10 van 15 Oct. tot 15 Mei aldus gereden worden. Dezen zomer zal lijn 10 ui ieder geval nog gereden worden zoo- als ih'ins het geval is. Do H. T. M. zal trachten den volgenden zomer lijn Ï0 gesplitst te doen rijden, 3n wei lo. Station Holl. SpoorWillem do Zwij gerlaanWestduinweg; en 2o. Duinoord en omgeving Laau van Meerdervoorfe naar het Kui hans. De gemeente zal vóór het eindigjan der concessie op 1 Januari 1927 lijn 12 niet verder doortrekken dart tot heb punb waar de Westduinweg het Ververschingskanaai enjjdi Indien <fe gemeente hiertoe overgaat, zal het eindpunt van de zomer lijn 10 van den Vestduiuweg verlegd1 worden naar hel einde van de Stadhouderslaan bij den Sche- vemngschenweg. Door de •directie der Haagsche .Tramweg- Mij is dr :M: nde dianstm'dor aan het per soneel uitgereikt: Met het collega van B. en W. v-aii 's.-Cna- verihage is over een Remming vcrkreye i over. de voorwaarden, waarop de tafièl'sver;:co- ging door de H. T. M kan worden uitge voerd. A.s. M niidag, 14 April, za! het go- meer tebestua-i" over dio voorwaarden moeten beslissen. Indien zij worden goedgekeurd, zal ingevolge beslissing van onzen Raad van Beheer 'de nieuwe loonregeling^omiiid- dellijk worden ingevoerd, terwijl daaraan te-rugwerkende kracht zal worden verie-.mdi tot i April j.l. De S-urige werkdag cf de 48-: tige werkweek zal worden uitgevoerd, zoodra de gemeente daartoe overgaat HAAGSCHE RECHTBANK. Rechtsta rakter van een Nederl. paspoort. De rechtbank to 's-Gravenhage wees von nis in do kwestie, of iemand, wiens pas poort door do Nederlandsche rogeering was ingehouden, aanspraak kan maken op schadevergoeding voor het gemis daarvan. Do Staat had dit ontkend, onder meer op grond, dat hier geen sprake was van toe^ passelijkheidvan het burgerlijk recht. De rechtbank verwierp echter dozo opvatting, daar een paspoort is een stuk papier, en derhalve een lichamelijke, roerende zaak, op zichzelf niet onvatbaar voor eigendoms recht. Do rechtbank besliste evenwel, dat de houder van een Nederlandsch buitenlandsch paspoort daarvan nieb is bezitter of eige naar. Hot paspoort is slechts een aanbeve ling van do Nederlandsche Begecring aan d'e vreemde, alleen af te geven aan hom, dio daar volgens hot oordeel der Neder landsche Begeering en van haar alleen aanspraak op kan maken. Zoodra zij dan ook meent, dat de houder die aanbevoling niet langer verdient, is zij bevoogd den pas in te houden o«f terug te vordeïen, en de houdor verplicht dien te-rug te geven. Het beroep op de betaling van zegel en leges als bewijs van het eigendomsrecht faaltdit zijn slechts kosten, vallende op do afgifte. Aangezien eischer dus slechts was te be schouwen als houder en niet als eigenaar of bezitter, werd de verordening ontzegd. Hoe lang nog? Geachte Redactie! Gelieve voor het onderstaande esniga ruimte te willen afstaan. Bjj voorbaat mjjn bartelijken dank. Uit naam van velen mijner buurtbewoners wil ik eens vragen hoe lang wij hier nog zullen moeten genieten van de baldadigheden der scholieren van de hier in de buurt zijnde dag- en avondscholen. Waren het den eenen keer eens eenige ruiten, wélke het moestén ontgelden en waarvan ik do schade mocht diagen, een andere maal was het weer een deurmat, welke door het naar binnen werpen van brandend papier nadeel werd toegebracht of had de jeugd' de aardigheid om eenige bij mtj voor de deur staande bloembakken af te breken. Deze en vele andere bewijzen van steeds toenemende baldadigheid vallen mij én mijn buurtbewoners bijna dagelijks ten ieo.. Het is daarom, dat ik hier vraag: Hoe lang zullen wij hier nog van moeten ge nieten vóór een beter politietoezicht bier eens een einde aan zal maken? Ook wilde ik vragen hoe lang er nog menschen zullen zijn, die iemand, die, bij gebrek aan voldoende bescherming, zeil maatregelen neemt tot afweer van die bal dadigheden en bescherming van zijn goede ren, hierin willen verhinderen en partij kiezen voor de jeugd, met de noodige be dreigingen tegen den persoon, die hiertegen durft optreden, zooals mij ook al is over komen? Ik hoop dat die menschon by Bet lezen dezer regelen eens anders gaan dénken en er toe medewerken, om die baldadigheid, welke voor de betrokkene, behalve onpret tige, ook dikwijls kostbare gevolgen 1 eaoen, tegen te gaan. Tevens zou ik beloofd, doch Ringend aan bëeren hoofden van scholen willen ver- r. oker. hiertoe te. willen jneduv.-sriion door d 3 scholieren hierover te willen ond ra ou den, en zou ik gaarne daar meer en 'boter politietoezicht wenschen, dat wij dan dat alles niet te lang meer sullen te verdurrn hebben. Hopende, dat deze regelen hier toé e.vrigs- rins mogen bijdragen, zeg ik U, geachte Redactie, nogmaals dank voor de verteeode plaatsruimte. J. D. 0STERTHUN. Langebrug. Be keurmeester van viseb. Mijnheer de Redacteur. Peleefd verzoeken wij U plaatsing \oor het onderstaande. In Uw blad d.d. 7 April schrijft de boer S. Sp erenburg, dat reeds lang door de visc hhandelaren alhier geklaagd wordt ever het ontactisch optreden van den keur meester van visck hier ter stede. Wi, willen er den heer S. met deze opmerkzaam op maken, dat door ons nooit geklaagd is over het ontactisch optreden var boven genoemden keurmeester en ver zetten den heer S., alvorens een ortixel to schrijven, goed te overwegen of hetgeen geschreven wordt juist is, en niet iets te plaateen van de vischhandeiaren hier ter stele, als onze firma er niet mee gemoeid is. U dankend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, Firma Wed. M. ROOS [Andere stukken, gelijkluidend aan neb bovenstaande schreven, kunnen wy' niet np- emen. Red. „D Li."] Sir Robert Cecil over don Volkerenbond. Het comité benoemd door de socialistische conïerentie te Bern, heeft te Parijs, een onderhoud gehad met lord' Robert Cecil, die veelal wordt genoemd als de toekomstige se- cretans van den Volkenbond. Het heeft naar het „Volk' meedeelt, zijn meening gevraagd over zeven eischen, luidende: 1. Als lid van den Volkenbond moeten worden aangenomen alle landen die" zich aan melden, de beginselen van den Volkenbond aanvaarden en een demokratïsche regeering hebben. 2. De Volkenbond moet een vertegenwoor diging zijn niet van do regeeringen, maar van de volken, en dus worden saamgesteld door de parlementen. 3. De leden van den Volkenbond zullen afstand doen van het recht om oorlog te voeren en een progressieve beperking der wapening aanvaarden, die tot algeheele ont wapening leidt. 4 .Alleen de Volkenbond zal het recht hebben een land, dat zijn bepalingen niet eer biedigt, te straffen. 5. De Bond zal het recht der nationali teiten om een staat te vormen waarborgen cn de nationale minderheden, die in staten van gemengde nationaliteit leven, beschermen. 6. Do koloniale kwestie kan eerst recht vaardig worden opgelost indien het mandaat var. vocgdy, aan een natie gegeven, van te voren nauwkeurig is omschreven en indien do mandaten niet worden verdeeld voor de Volkenbond alle naties omvat. 7. De Volkenbond zal de distributie van alle grondstoffen organiseeren met het doel een billijke behandeling te verzekeren aan iedere natie. Het antwoord van Cecil luidde als volgt: .Vraag 1. Het verzet hiertegen komt niet van Engeland, maar van andere rijde. 2. W'ij mengen ons niet in de binnenland- scho aangelegenheden dor afzonderlijke lan de a. Ieder kan zijn vertegenwoordigers aan wijzen gelijk hij wil. In sommige landen ech ter ia de regeering beter dan het parle ment. 3. Te denken, dat er geen oorlog meer mogelijk is, is een illusie. Zelfs wanneer de mogelijkheid bijna te uitgesloten, moet rij in het oog worden gehouden. Overigens moet men vertrouwen stellen in de ontwikkeling van den Volkenbond. 4. Deze eisch wordt aanvaard. 5. Het is onmogelijk hiervoor een be vredigende formule te vinden. 6. Gij dwur.lt te gij meent, dat de koloniën &an de mandatarissen v/o:d?n toevertrouwd! om te luien e.cpioitceren. De mandaten zullen meer last dan voordcel opCoveren. W" willen het stelsel van de opc-n deur toe passen in alle koloniën. Itet gaat dus meer om prestige (Tan om voordeel en wij hebben, niet genoeg vertrouwen in de Duitechera om hun dat prestige te geven. - 7. De ervaring heeft geleerd, dat er ge noeg grondstoffen zijn voor alle landen. Ge dwongen distributie is dus nuttelóbs. Een uitzondering moet worden gemaakt voor de levensmiddelen. Daarvoor is zekere gene- rajisatïe noodig. Van directeur-generaal tot boekhouder. Het is mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat de revolutie menigeen heeft verdreven van ee* p.aats, waarop noch zijn bekwaamheden noch zijn karakter hem' recht gaven, maar zeker :s het, ook, dat diezelfde revolutie in haar nivel- leeringswcede tal van vooraanstaand? perso nen, die hun sporen hadden verdiend n IicS ambt, dat zrj bekleedden of het bedrijf, dat zij leidden teruggeduwd heeft tot het niveau van de groots massa, tot groot nadeel" ioor land, volk en bedrijf. Een treffend- bewijs van de willekeur, waarmede dé revolution- nairc machthebbers do meest verdienstelijke ambtenaren ontslaan, is het volgends telfe- gianv uit Boedapsst; Simon Krauss, de vroo- gtre directeur-generaal van de Magyar-Bank, is ontslagen als directeur-generaal. Hij keefö zich aangebod&n voor het ambt van boek houder en werd wegens zijn buitengewone bekwaamheden onmiddellijk aTs zoodauig aan genomen en arboidt thans geregeld rader toezicht van een vertrouwensman. De afgezette directeur-generaal, zoo ver telt het „Berl. Tggeb!.", dit zij tot beter begrip van het bovenstaande medegedeeld, behoorde nog slechts kort geleden tot de invloedrijkste en populaire personen van Hongarije. Door oiwermoeiden vlijt en schit terende begaafdheid had hij zich opgewerkt tot een leidende positie in de Hongaarsclie tinjmcieele wereld. Zijn nooit rustende geete hield zich voortdurend met nieuwe plannen bezig In de Tatra, waar liet prachtige hotel te Tatra Lomnitz en de spoorlijn reeds aan yrr bank behoorden, had hij onlangs alle bad plaatsen onder zijn régie weten te vcr- eenigen, terwijl hij tevens bezig was er n'euwo badplaatsen te stichten. Ook had hij heuvelachtige terreinen bij Boedapest aan gekocht om er nieuwe villa-kolonies te stichten Maar Krauss was niet alleen bekend ate financier, ,maar ook als phil'antroop en groot vriend der armen en bovendien als optimist. Het optimisme vooral zal hem onder de huidige ongelukkige omstandighenea bij* zonder te stade komen. P. H, te L Neen; de derde n-.oa) d'enen. B. v. L, to K.-a.-Z. De steun wordt verkend, indien on voor zoover dezo voor den betrokkene noodig is. Zoo zal de o'urg?' meester enkel de £40, welke o» de groene kaart kan ontvangen worden, voor u noodig hebben geacht.. Zijl gij daarmede niet te vreden, dan knnt gij een request indienen aan den Minister van Oorlog. F. J v. d. V., te H. Neen, nij kan slerits aanspraak maken op de vergoeding, bedoeld in punt 3 van bedoelde steunregeling. Abonné te L. Weder in-diénst-treding wordt altijd toegestaan, mits men vn oen vorigen diensttijd geen berispelijk gedrag bebbe gehad. N. v. N. Hij ontvangt, althans -n-iisa hij langer dan S1/. maand beeft ged'end, £40 voor kleeding, enz. en wanneer hij kost- wimer is, ten hoogst» f130. S. -Als gij geen Bergeant wordt, pioet gvj ;n 1919 75 dagen onder" de wapenen b'ijven. Om' den wintercursus te volgen, moet een verzoek aan don inspecteur dsr infanterie worden gedaan. G. H. T., to L. Alleen de militie 1918 er, 1919, dio vrijstelling wegens militie- dienst hebben, gaan in den loop van Apri' met onbepaald verlof en vermoedelijk da eeistc ploeg 1918 op het eind van April. marek zag, baldo hjj knarsetandend de vnistl in zjjn broekzak en zijn oogen schoten von ken. Hun dagelijksche strijd liep over de vra3g, wie van de twee het grootst was gewnest. Napoleon of Bismarck. En 's avonds in het café luisterde men naar de met hartstocht gevoerde gesprekken, en de partijen vorm den zich, de strijd hield aan over den grooben Corsikaan en- den groeten kanselier. De kleine Jacques wond zich dusdanig op, dat hem do tranen in de oogen schoten; hij kon er niet meel' bij zitten, staande en heftig gesticuleerd verdedigde hij het genie van den Keizer. De lange ulaan zat stijf en roerloos en pareerde hoonend: „En zooiet3 durft zich nog wel Keizer noemenl Zoo'n parvenu! Hco komt zoo iets daartoe! Wat oen brutaliteit!" Waarop de kleine hem trachtte te be wijzen, dat het recht van den Corsikaan op do keizerskroon grooter, heiliger was dan een toevallig geërfd recht.- En zijn partij- genooten mompelden bijval, keken met veel- betoekenenden blik elkaar aan en zagen trotsch naar don kleinen, vurigen man, die bun als een ^hilosoof voorkwam. Wilhelm voelde hevige ergcmi3. „Wat is ten slotte jullie Napoleon voor een misbaksel! Hij is niet oens goed uitge groeid! Naast hem maakt mijn Bismarck tocli een heei ander figuur! En ae weerbare jon gelingen knikten en keken m.-t ontzag naai de machige ledematen en do ree- -vuisten van den ulaan, die hij, al3 bereid tot n strijd, vóór zrich op tafel had gelegd. „Hij heeft het Emzer-tek-gram tozii maar v-.-val.vU:" Do klein3 siingordo dit grooto argument dapper, zelfs de i dooi tartend, er uit. Htt dood Wilhelm opspringen cn wor dend o's ec-n riser brulde hij: „Kerel, ik klaag je aan!" En 's avonds op den terugweg was er minstens twee passen afetaads fusschen de lange en do korte, witte gestalte. Waren zij goed gehumeurd, dan liep het gesprek over den veldtocht. Dan logen zo beiden zoo hevig en regen zulke verhalen aanéén, dat het gansche stadje er over lachte en den spot met hen dreef. Doch dat bemerkten ze niet, ze waren in hun ijver om don ander te overtroeven, als 'oezeten. Zrj praatten, maar door on logen er maar op los, en geloofden bijna ten slotte, dat alles zoo geschied was. Ala de kleine Napoleon van uit de verte had gezien, aan had Wilhelm Bismarck zelf ge sproken. En hoe later het werd, dos te in teressanter werden de verhalen, en wanneer ae. morgen door de vensters van het café gluurde, stonden beiden met hun idolen heel vriendschappelijk, bijna intiem, naast elkaar. Bij het heldere daglicht geneerden zij zich over hun opsnijden; de een schoof dan de schuld op den ander. En zij kibbelden op nieuw en zaten daarna zwijgend naast el kaar op de bank bij de poort en lieten zich braden in de zod. Elk 'van hen Meld in de hand zijn courant, waaruit een ieder nieu we wijsheid, nieuw strijdmateriaal putte. Tusschen de spitse knieën van den lan gen Wilhelm stond zijn pijp en hij rookte hij lange, genotvolle teugen. Ondanks de bla kerende hitte, was zijn uniform tot zijn keel dichtgeknoopt en zat hij rechtop, in correc te houding. Jacques daarentegen leunde met zijn sierlijk lichaam' nonchalant tegen den muur. Hij had zijn jas naast zich liggen en zijn muts stond hem achter op het hoofd cn hij rookte met korte .nerveuze trekken uit- zijn klein, Fransch pijp je, met den bon ten Turco-kop. Gnde: do baak r,tonden stil eendrachtelijk het kslrgcleegde wgng)a3 en de leega bier pul naast elké.r.r. Had de een in zijn cou rant ecu ontdekking gedaan, die hij nioesü meedeelen, dan vlogen weldra do op;- e« aanmerkingen als speelballen op elkaar in. Als er een mooi meisje voorbij kwam, hield Jacques direct op, zelfs in zijn vurigste redeneering, om haar een brutale vherij toe te roepen of om haar glinsterend na to kirjken; werd er echter een paard voorbij geleid, dan brak Wilhelm zijn zin af om het kritisch op te nemen, want daarvan had hij verstand. Daarna begon de twist opnieuw, en zij scheidden in verbittering en ergernis. Gp zekeren avond glom het rossige licht, rechts van de poort, den nacht in en, toen de morgen aanbrak, scheen het nog, drei gend. In zijn hoog bed, waarin men slechts met behulp van een stoel, kon klauteren, lag de kleine Jacques met koortsgloed en bruin- donkere lippen, /bju witte haren lagen ver ward op het kussen, zijn handen speelden en plukten aan de dekens, de oogen keken ver-weg. Reeds een paar dagen lang lag hij zoo ziek en sedert een paar dagen zat de lange ulaan aan het voeteinde van het aed met ontzet gezicht en wanhopige oogen. Zijn groote, plompe handen waren zoo on handig en steeds morste hij iets van den inhoud van het glas, hoezeer hij ook zjjn best deed niet te trillen. Woedend beet Wil helm zich op de lippen, ook al3 hij trachtte zoo zacht mogelijk door do liamer te gaan en toch do planken deed kraken, zoodat de zieke zacht steunde. De lange Wilhelm was wanhopig. Hij had er op gestaan, zijn collega zelf te verzorgen, „want uit een hospitaal komt niemand levend vandaan!" Dat was zijn koppige meening hoewel er honderd bewij zen tegen waren. Hij zat bp het bed en legde behoedzaam do kussens op do hijgende borst van den kleinen Franschman. „Dat komt zeker van die zwarte tabak", mompelde hij. een oplos sing zoekend voor het plotselnige raadsel voor. hem; „dat komt van al dat water bij den wijn, zoo'n misbaksel zal het niet uit houden!" Hij keek hulpeloos-bezorgd naar het gloeiende gezicht van den zieke. Deze lag steeds nog onbeweeglijk, slechts zijn handen plukten en bewogen. Maar naarmate het later op den avond werd, werd hrj opgewoniener. Hij begon te praten, kort en afgemeten eerst; dan hield hij lange verhalen, vpl gloed, vol vuur en do lange Wilhelm ergerde en schaamde zich, dat hij dit alles moest aanhooren en hij kwam zichzelf als landverrader voor. Hij balde de vuisten en keek dreigend naar het hooge badl Jacques leefde terug, beleefde opnieuw zqn geestdriftige jongd, hij zag de drie kleur wappern en hoordo het wilde, nach- tige lied der Marseillaise. En de droge, gloeiende lippen stamelden: „Allons, enfants de la patrie, le jour de gloire est arrivé." En Wilhelm zette de tanden op elkaar. „Die kerel, dqzen keer geef £k hem toch beslist aan De zieke werd rustiger. Wilhelm diende hem vol inspanning een kcelen dronk toe. De stervende Jacques Lag met open oogen. Hij keek strak naar don hoek, waaruit de vergulde Napoleonskop opblonk.' In zjjn oogen was een Satanische gloed en zjjn lippen mompelden onophoudelijk: „Napo léon Bonaparte, Napoléon Bonaparte!" Als leen gebed, als een tooverformulo klonk het. Wilhelm zag naar de wijd-open gesperd» oogen van zijn kameraad, naar het vreemde, ingevallen gezicht De kleine riep hem met zjjn oogen lot zich. Wilhelm boog zijn stijven rng lot henv over, dat de botten kraakten. De kleine hield zijn hand met malton greep en Boorde zrjn blik heet en bezwe rend in da blauwe oogen tegenoverhem. „Zeg mij de mijne mijn Nanolnen is toch grooter?! Hj i3 grooter dan jouw Bismarck? H est plus graad? li est plus grand?" Als een snik kwant het uit de moeizaam-werkende borst. „N'est-ea pas mjin Napoleon -is grooter - dan jouw Bismarck?" In den ouden man laaide een matelooze woede omhoog. Hij had met de vuist op de tafel willen slaan. Hjj ha<l het ellenliga lichaam daar, véór zich, willen schudden en slaan, hjj wou zjjn Bismarck verdedigen tegen dezen jammerlijken, kleinen aanval ler, hier! In de oogen van den stervende smeulde een heilige gloed; als een kreet klonk het: „II est plus grand mion Napoléon!" Toen hoog de lange ulaan zjjn dikken kop, een .traan droop langzaam af van het vale, ouwe gelaat „Ja, natuurlijk :s hg grooter I Napoleon is natuurlijk grooter dan Bismarck I" Met duidelijke* vaste stem had hjj het gezegd. De kleine fFransohman drukte zjjn hoofd in do kussens, steunde zwaar en glim lachte verrukt; toen draaide hij zich naaB den muur en k-eerde zich niet meer om. Wilhelm zat er bij als een veroordeelde1. Als onder een zware schuld boog hjj hot hoofd. De oogen keken vol haat naar het strenge, gouden Napoleonsgelaat. Zoo zat hg den ganschen nacht, zondes zich te verroeren. Bn teen het morgen licht de ltamer inlachte, stond hij mei moeite overeind, rekte zich de /ango lede maten, een helder licht gleed er over zija gezicht. „Het hindert niets! Het hindert jou tocli immers niets, ouwe Bismarck, en de arme kerel i3 ten minste rustig en blij gestor ven 1" Hii trad op heet bed toe en streek on handig en teer over het kleine, witte ge zicht en dikke tranen drupten al maar dooil op zijn weerbnrsligen knevel. Hjj schreide bitter, als e n kind, om zqn „doodsvijand' x

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 6