De doodsvijanden
Mo. 18132.
LEIDSCH DAGBLAD Woensdag 9 April.
Tweede BSad Anno 1019.
PERSOVERZICHT.
EERSTE KAMER,
De openbaarheid den strafait-
fïngen. Naar in het ontworpen art
149ter Strafv. wordt bepaald, zullen minder
jarige personen, die den leeftijd van achttien
jaren nog niet hebben bereikt, niet aodera
dan bü uitzondering ais boeitoondera op een
openbare terechtzitting in strafzaken wor-
don toegelaten.
Het „WEEKBLAD VAN HET RECHT*
gelooft met den Minister van Justitie, da*
men van den maatregel hoogs verwachtingen
niet mag koesteren.
„O.i- is de voorstelling overdreven, alfl
zou het bijwonen der terechtzittingen be
langrijk bijdragen tot de ontwikkeling der
misdadigheid van jeugdige personen- Het ia
moeilijk hetgeen ter terechtzitting door ge
tuigen en beklaagden ge.segd wordt op de
jjublieketribune goed te verstaan; er gaat
va;; onze strafzittingen weinig verleidende
tracht uit; zij zijn daartoe meerendeels te
duf, weinig opwekkend ten goede of ten
kwade. Ook achten wg het eon onvervulbaar
streven de jeugd |>o behouden voor alle
kwade invloeden, die haar bedreigen; het JA
te eenmaal onmogelijk en toch ook eigenlijk
.it wenschettfk de jeugdige personen tot
/én soort broeikastplanteo. te maken, be
schermd te^en alle koude en guurheid vak
hel maatschappelijk leven. Wij gelooven
met, dat, als de jeugdige personen de stnal-
asfctingcn niet meer kunne-n bijwonen, dit in
slechts eenigszins belaogrijke mate tot da-
Eng der jeugd-crinrinaliteit zal kunnen lei
den- Intusschen, voordeel ia er zeker nieti
in gelegen, dat jongens en moisjea de too-
neelen kunnen aanschouwen, die zich op
onze strafzittingen afspelen. Wij hebben daar
om tegen het voorgeteld verbod geen ern
stig bezwaar, al vreezen wij, dat de handha«-
ying er van niet altijd gemakkelijk zal gaan."
Hik voorgesteld verbod leidt tot den
wensch naar verder gaande verboden, be
toogt het „Ww v. h. R." verder.
„De openbaarheid der terechtzittingen was
een eerst na langen strijd veroverde hervor
ming; nog in 1813 was men 'bg ons huiverig
haar anders dan ia zeer bepeikte mate te
1 aanvaarden; eerst do wetgeving van 1838
tracht haar in vollen omvang. Ook aan die
hervorming zijn nadeelen verbonden, doch
daartegenover zijn toch ong^wijfcld de voor-
deelen belangrijk groot er. Ougetwijefid
brengt het verslag in de courant meerdere
openbaarheid dan de tegenwoordigheid van
.een aftgd beperkt publiek ter terechtzitting;
"toch is ook aan die tegenwoordigheid groo
ve beteekenis voor de openbaarheid der te
rechtzitting verbonden. Het volk beeft recht
Üen gang der rechtspleging zelf te kunnen
Velgen en hot zou zeker hoogst bedenkelijk
agn den toegang tot de rechtzaal aan een
^feewfls "van den president te wüten binden.
Daardoor wordt het gevaar geschapen niet
van een klasse-justitie ,doch van een klas
se-openbaarheid, zet3r in dea tijd, dien wij
thans beleven, meer dan ooit te vermgden.
Dan ware het nog beter allen toegang aan
particuliere personen te verbieden en de
openbaarheid tot hef courantenverslag te
beperken.''
Wtj gciooven, zegt het „\V. v. h. R." ten
slorie,dao van een met waardigheid ga
^fide strafrechtspraak ook wel een ivnloed
ten goede kan uitgaan, dat uit waf daar te
hoor en on to zien valt, ook nuttige lessen
kunnen worden getrokken.
„Doch ook al zouden de bezwaren zgo,
zooals men ze voorstelt, dan nog zal men
verplicht zgn die op den koop toe te nemen.
$peobaarheid ia een onmisbare voorwaarde
Voor een goede strafrechtspleging. Als het
meeste heeft ook die openbaarheid haar
kwaden kant. Men zal zich dien moeten ge
troosten, en kunnen trachten het kwaad te
beperkeD, misschien nog in een goed te ver-
andereu door de leiding van onze strafrechts
pleging in handen te geven van uitnemende
mannen, die door hun beleid, door hun wijze
yan optreden invloed van het strafgeding ten
goede weten te verzekeren en te versterkén.*
pen te onderzoeken, o.a- het ontwerp in zake
toelating van jeugdige personen tot de open
bare terechtzitting en dat tot wijziging van
den Achtsten Titel van 't Wetboek van Straf
recht
.De vergadering wordt hierna verdaagd tot
Woensdagmorgen elf uren.
Vergadering van gisteravond.
De VOORZITTER deelt mede, dat door
'de centrale afdeelingen besloten is thans in
de afdeelingen eenige kleinere wetsontwer-
T»i Vergadering van gisteren.
Regeling van werkzaamheden.
Do VOORZITTER stelt voor ••a.s- Donder
dag eenige wetsontwerpen te behandelen.
Conform besloten.
Indische begroeting.'
Voortgegaan wordt mei de behandeling
Van de Indische begroofcing voor 1919.
De aïgemeene beschouwingen worden
voortgezet
De heer KRUYT (Chr.-Soc.) vervolgt zgn
rede, komt op tegen de behandeling, die te
beurt is gevallen aan soldaten te Soerabaja,
die soldatenraden wilden oprichten, en be
tuigt, dat do rassenhaat wordt toegepast en
dat stelselmatige onderdrukking door het ka
pitalisme plaats heeft
Het los-van-Nederland blgffc z.i. voor Indië
de alles omvattende leuze.
De heer MARCHANT (V. D.) ontkent,
dat de Kamer incompetent is om over Indië
te oordeelon. In de eerste pkmts gaat het om
het vaststellen van de groote lijnen voor het
bestuur; in de tweede plaats is men op een
afstand allicht object!over; in de derde plaats
gaat de ontwikkeling van Indië zoo snel, dat
de adviezen van de specialiteiten relatie!
aan waarde dalen.
Het nut van uitstapjes van Kamerleden
naar Indië ziet epr. niet in, al lokt soo'n
reisje hem wel aan.
Indië is, volgens spreker, een rgk land
met een arme bevolking. Het geld is te voel
weggevloeid en de bevolking heeft te weinig
aandeel gehad in de welvaart. De tritvoesr
uit Indië is sterk vooruitgegaan. Het goaver-
nement heeft in Indië geen gebruik gemaakt
van de gunstige positie, waarin het verkeer
de; het bezat den grond en de macht; het
gaf beide uit handen en was daarna nog
genoodzaakt een groot deel van het inko
men van den Inlander te vragen voor onder
houd der koloniën. Elke poging om de uit
voeren der particulieren te treffen, is in
de Kamer of door de Regeering afgewezen.
Van de concession, dio verleend zgn, heeft
de Regeering niets gekregen.
De invoerrechten en accgnzon worden
steeds hooger; de katoentjes, de petaxdoum
en de lucifers worden steeds dUuraer.
Indië zal dus zgn eigen uitgaven moeten
betalen. Wat het moederland aan voordooien
haalt, blgft buiten beschouwing. Jaren lang
heeft men gezegd, dat Indië aiete kan be-
taleD, omdat men modelgdeo had met da
Inlanders. Het moederland had al zooveel
zorg, dat het ook niets kan doen.
Spreker verdedigde uitvoerig de uitvoer
rechten, waaraan hg do voorkeur gaf boven
de opvoering der inkomstenbelasting.
Vervolgens oefende spr. crifciek op de In
dische bureaucratie en den voortdóreodon
strgd tusschen de Aïgemeene Secretarie en
de departementen aldaar. De Algemeeoe
Secretarie laat altgd haar advies boven dal
der departementen gaan. Spr- vroeg daarom
of de Aïgemeene Secretarie niet kan woe
den afgeschaft.
Spr. trad in een beschouwing over de
Tndisohe politiek m verband met de toe
komst van de koloniën, aandringende op
verbetering van het onderwgs en van deo
algemeenen economischen toestand.
De heer WIJNKOOP (Comm. P.) besprak
de voedselkwestie in Ned.-Indië, droog aan
op inkrimping van den soikerrietaanplact en
critiseerde het beleid van den directeur-ge
neraal van den Landbouw, den heer SfbaigH
Mulder.
SpTw zei tot den Minister de ellende niet
te vergroofcen, want zijn pnrtg wü geen re
volutie op grond van ellende, maar door bet
inricht en het karakter der meoscheu hier
en in Indië.
Uitvoerig behandelde hg de zaak-Sneevöel
en diens exfcerneering. Volgens hem ifl Snee
vliet het slachtoffer geworden van het sy
steem van ophitsing, dal tegen hem op touw
gezet is.
Spa:, diende een motie tot afsohaffing
van de exorbitante rechten van den Gou
verneur-Generaal in, intrekking van de ex-
tem eering van Sneevliet, amnestie voor alle
politieke gevangenen in Indië, zoowei bur
gerlijke als militaire en invoering van art.
111 Indisch regeringsreglement betreffende
vrgkeid van vereeniging en vergadering.
De heer VAN DER WABRDEN (S. D.
A- P.) sprak over het mijnwezen in Ned.-
Indiö). Zich voor Staatsexploitatie verkla
rend, bestreed hg het betoog van den heer
Dresseihuys. Kg klaagde over den lang2ameo
gang van onze mijnwetgeving.
De Minister van Koloniën, de heer ID EN-
BURG, sprak een woord van dank voor de
woorden van instemming, met zgn helem
door sommige sprekers geuit, en van waar
deering voor de bijzonderlijk© belangstel
ling, waarvan de voorzitter blgk gaf, door
voor deze beraadslagingen zgn voorzitters
zetel te verlaten. Spr. behandelde dan aller
eerst de financiën. Hot financieele schema,
in de M-em. van Antw. gegeven, diende om
te doen zien, dat een oplossing mogelijk is;
overeenstemming hierover was met Indië nog
niet verkregen.
Blijkens een telogram van den Gouver
neur-Generaal heeft de Indische regeeriiig
ernstige bezwaren tegen ©en sterk opzetten
van de inkomstenbelasting; technische bezwa
ren, gevolg van gebrek .aan personeel, waar
door contróle moeilijk zal zijn. De Indische
regeering wenscht daarom een verhooging
van de uitvoerrechten op cultuurproducten,
gelijk ook de heer Marchant aanbeval.
H iermede zal bg d9 volgende begroot:ng
stellig worden rekening gehouden- Spr. goefl
toe, dat er door een zekere heffing van he*
kapitaal nog een belangrijke opbrengst ver
kregen kan worden, maar het zal niet mo
gelijk zgn om hiermede alle lasten te dekken.
Daarom blijft het noodzakelijk om ook bo-
la£ting te heffen van de Indische bevolking.
Daartegen ie geen bezwaar, mate men rake*
rung houdt met de draagkracht. Met de weo»
scLetitkheid om copra niet te belasten zax
rekening worden gehouden.
Bureaucratie moet men tegengaan, maar
uitbreiding van het aantal ambtenaren kan
men riet tegengaan. De invloed van do Aï
gemeene Secretarie is gansoh verouderd;
een machtig lichaam, gelijk de heer Mar-
chanl meende, is aj niet meer; zij 'is ge
worden het onmisbare bureau van den G-G.
Er is veel meer persoonlijk contact tusschen
den G.-G. en de departementen.
Van eigenlgke bezuinigingen verwacht spr.
niet veel, al zal men daarop nafeuurlgk
moeten letten. Bezuiniging op militaire ui»-
given is alleen mogelgk, wanneer er miïï-
fcane voorbereiding is. Intusschen moet men
afwachten welke verplichtingen de Volkeroo-
boau zal brengen. Reeds blijkt uit lo ce-
grooting van financieel© bezuinigingen.
Od8 bee tuur over Indië, zegt spr., is bui
tengewoon duur, door een wanverhouding
tesschen de bezoldiging van de opgeleide
ambtenaren en de gemiddelde volksinkomena.
Daarin zit financieel een der grootete bo-
lemmeringen voor een democratische ontwik
keling van Indië.
Spr. is voor exploitatie van Staatsspoor
wegen in Indië. Echter moet men niet doctri
nair zgh. Groote leeningen zullen hiervoor
noodig wezen en er kunnen momenten zgn,
waarin het kapitaal niet buitengewoon wadg
is rich in Staaisleeningen te steken; dan zas
men tot particuliere exploitatie moeten ko
men. Het mijnwezen zou meer opbrengen,
als hier in 1915 het exploitatrecontract van
Djambi niet was verworpen.
Het mijnwezen moet onder één deskundige
leiding gebracht worden. De directeur-der
Gouvernementebedrgven zou buiten zgn bo-
voegdbeid gaan, indien hg, naar men nsgt
zich met de deskundige leiding inliet De
bedoeling van de vereeuiging dier bedrijven
is "geweest eenheid in de commarcioele lei
ding der bedrijven, mot behoud van hun
technische zelfstandigheid. Is dit thans niet
het geval, dan is de organisatie gedenatu
reerd. Als men mijnwezen tot een afzonderlek
departement ging maken, zouden de nders
pouvernementsbèdrgven volgen, welke me®
immers even belangrijk zal achten- Met zelf
standige departementen zijn weer meer amb
tenaren noodig; de eenheid zal ook dan
gehandhaafd moeten worden en dat kond
dan op don G.-G. neer.
Overigens erkent spr., dat het mijnwezen
onder één deskundige leiding moet komanj
Een schets uit den Elzas
door
E- H6PFER.
Langzaams verschool de zon z!ca acnter
den bergwand, waartegen het oude grens
stadje gelegen was, en hulde de oude poort
met het in zandsteen uitgehouwen wapen
schild in zacht-paarsen gloed. Als koket-
teerend, gleed nog een enkele zonnestraal
over de roode geraniums vóór de vensters
der wachtposten, dicht bg de poort, en
zette in glinstering de metalen jasknoopen
der b - -de petitie-ambtenaren, die vóór de
stadspoort gezeten waren.
Beide mannen rekten en strekten zich In
de behaaglijke warmte, die door hun blin
kende^ witte, drillen uniformen Heendrong;
slaperig keken zg naar den koporkleurigen
hemel en naar de violette 6cbaduwen der
vluchtende zon, dio de ruimte rondom in
een sluier omvingen.
De beide gestel ten bij de stadspoort Ston
den tegelijkertijd overeind en stapten naar
ie wachthuisjes; de een naar rechts, de
Ander naar links, üri aan weerszoden der
donkere poort glansde weldra een zwak
licht, tusschen de gerauiumpotten, als twee
o:ogen, die den nacht inkeken.
De beide ambtenaren traden opnieuw
paar buiten en richtten hun schreden naar
het herbergje.
-"ij werden door het heele stadje de
^doodsvijanden" genoemd, want de een was
Eruisïsch, de ander Fransch soldaat ge
weest; beiden hadden den veldtocht mee
gemaakt, beiden hadden zwaar letaei be
komen en nu beëindigden zij hua levens
dagen vreedzaam in het kleine bergs bdje,
waar zij hun betrekking waardig en (jverig
waarnamen.
Het was een zonderling menschenpaar,
dat daar zwijgend en deftig de straat aftiop.
De ulsan had een lang, «mud hoekig
lichaam, ietwat naar voren gebogen als een
verbogen, tinnen soldaat lange armen
hingen stgf omlaag als aiteerekt door hel
gewicht der reusachtige handen; ernstig
zette hij do groote voeten naar buiten^
zgn gang was slepend. De verschoten die tóe-
muts droeg hg steeds op één oor, volgens
de oudo gewoonte der ulanen; de blauwe
oogen kebon goedmoedig-hrommig van on
der do stekelige wenkbrauwen uit en d>3
grijs-gele snor verzette zich dreigend tegen
den borstelstreek.
De ander presenteerde zgn klein, eïeganl
lichaam zelfbewust en koket als esn jong
meisje. Hij was fijn en soepel gebouwd en
reikte nauwelijks tot aan den schouder van
zijn collega. Hg bezat een sckerp-gesueden,
temperamentvol gezicht, waarin de donkere
oogen nog vol gloed stonden; tegen de
verbrande gelaatstint stak het sneeuwwitte,
verzorgde Napoleonsbaardje sterk af en de
wenkbrauwen, gitzwart, schenen als gepen
seeld. Hij liep met haastige, kleine pasjes, die
iets doelloos had ten; terwijl de lange lang
zaam, bijna moeizaam, den zwaren voel
van den omrond lichtte, wipte hg vooruit
en deed erie passen, in den tgd, dat de
ander er twee deed
De lange ulaan was angstvallig netjes
en correct gekleed; de uniform zat hem
gesloten zonder plooien, Pruisisch-giad en
eenvoudig.
De kleine daarentegen droeg zgn uniform
maat hg is onbevoegd om te beoordeelen oi
daarvoor een departement moet komen. Spr.
moet zich daarvoor absolute vrgheid fcriou
den, dat 6taat ter beoordeeling an den
G.-G. De kwestie van de 40 millioeu heeft
spr. in de stukken uiteengezet In 1905 heefl
men erkend de noodzaak van uitvoering van
zeke-e maatregelen van economisohen and
welke niet de begrooting mochten drukkeo,
terui' ér daarvoor ruimte was. Daarvoor
is een rentepost van de begrooting afge
nomen. Die economische maatregelen go
atie uitgevoerd. Na die jaren hebben d*
mrildelen van Indië ruimer gevloeid dan men
ken voorzien. De economische maatregden
kenden daardoor betaald worden, zonder uat
er voor geleend behoefde te worden. De griet
is nu, dat, had men wel gemeend) men Je
begiooting had kunnen uitzetten. Maa~ die
grief is ongegrond, want er was toen mo-
gtJgkheid tot uitzetting van de gewona uit
gaven.
Er. toepassing van het stelsel-Van Gijn zaï
er geleend worden, zooveel dit toelaatbaar ie
De vergadering werd verdaagd tot ces
avonds 8 uron.
Avondvoiigaderinjg-.
Do MINISTER VAN KOLONIËN, do hoor
I DEN BURG, zot zijn red© voort. Mot het
fitanxipiLD t ten aanzien van d© verminder in 5
van kot smflcorr iet-areaal kan feitelijk
iodoroen zich Yereonitgen. AI loan, w-anneor
kot onvenm y delijk is do cul tuiw to verm In-
die-ren zaj <tit plaats hebben. Zeifö de hoor
VTjnkoop neemt éit standpunt in; alleeo
wist hij al zokor, dat ca- gebrek aan voedsel
zs/L zh'n. Naar spreloora oordeel is het pos
mogetijk, ab d© Rogeering een volte dig over
zicht heeft over don toestand- Het aspect in
d© laatst© weken ia zeer verbeterd.
Met den hoer Fock is spreker van 00®deet,
dat het te betreuren is, dat eon politiek ete-
ment in deze aangelogen heid ia gebracht.
Onjuist oon insinuatie is 't èat deze G.-O.
aan den teibond loopt van do kapitalist©©.
Gevraagd is wat or waar was van. het ver
haal, dïat botamgrijko hoevootiieden .rijst zij»
afgewezen om den hooge-n prg«- Spr. zegt,
dat uit allo stukken bleek, dat geen pajrtijen
rijst zijn geweigei-d.
Door <te droogte was er aohaarvschte oot-
staan dl© dwong te koopen wat waa. al
was net duur. Uit éón mededoeling is ge
bleken ,dat lijst uit Bangkok werd aange
wezen, toen de prijs valland© w<as. Die rijst
is afgewezen, maar aaagezion er eson Re
geer ingsajgent te Bangkok aanwezig ie, is
h»t niet onwaarsohijnbjik, dat die rijst tech
is gekocht, maar tegen lageron prijs. Er
wordt jaarlijks ongeveer 12 pOt. van do r'^at
van buiten aangevoerd.
Die positie la niet slecht, vcmgelöiken bfl
dao rojD andere Staten ten opzichte van hu-i
vcedsedvoorzieniag. Waameer deze moeïïHjk-
hetten zijn ovorwonnen 27uliteai zij in India
Ddot ineer voorkomen.
Do soiker-iniduetrio is en blijft van veel
gewicht voor de InlandsoliQ bevolkinig. ZAJ
heoft ook haar naKteetea, ook op morocfl go-
bied, o. a. bij don gnond-inihuurr. Mot hot
oog daaropr. is een oommisai© ingesteld, b*>
Btaand© uit personen „van suiker-smet vrij",
om hier regelend op to treden. Doe© groot
industrie is van veel belang en het doet spr.
genoegen, dat do heer Fook èat ook heoft
aangetoond. Op winst-aandeed in d© cultu
res zal hij gaarne d© aandacht van het gou
vernement vestigen.
Het betoog van don heer Fodk over het
1 'assen-vraagstuk heeft sprekers volle sympa
thie. Voor rassen-waan ia nooit plaats; rij
is altijd een bewijs van domheid.
In don geest dJr bevolking valt acihierait-
gamg te bespouren. aldus constateert de Mi
nister met leedwezen. Er wecken niot-gun-
sligvj belangstellen den om de Sactikat lal am
op een goed© economische basis to vestigen.
Dat. is echter niet galiukt. D© revolutioo-
naire invloed hoeft zich doen geldon, toen
het meer gematigde deed der sociaSdsten zich
heeft afgescheiden.
In (te S. I. heoft een versohuajvinig naa<*
Hniks plaats gehad, vooral In de Semar
ranjgsdh© afdeeding. Op verschillende pJoat-
©on deed rioh onrust voor: haat tin wan
trouwen jegens de Re jeering word gieoasakL
D© verzetelcgend© propagianda ondor de mtti-
tairen waa ontoelaatb' ar en dat as de oor
zaak geweest van de externeering van Sno©-
vliet.
Snoovüiet is niet beschuldigd van oen mie-
drijf- Of hij eventueel gestraft zou worxtea
of nie-tj doet niet af aan het feit, dat hti
door zijn propaganda oen gevaar oplevert
voor Indië. Sneevliet hooft geen recht wn
voor den rechter gedaagd te worden, getij*
dte heer Wijnkoop meen die.
Op <te detaite van de rod© van don hoar
Kimyt gaat de Minister niet in.
D© motie-Wijnkoop laat do Minister ver-
dor ruston. Ben non-passu mus 13 hot eenige
wat hij or over zoggen heeft.
Thans d© koloniale politiek.
Zuilen wij daarmede voortgaan?
Terug troldien van hot koloniaal bestuur
vóót de kolonie rijp Ls om alleen t© staan,
zou oen ramp zijn, gelijk d<> hoer Aïïbaoxte to-
rocht hoeft opgemerkt. Voor verheffing van
hot volkspeil ia d© z. g. kapitalistische pro
ductiewijze noodig. Do kapitaalsdr-ainagsi
ontkent spr. niet, maan een deel van die
winsten wordt weer in-Indië aangewend. Er
zijn natuurlijk tekortkomingen, misstanden
zelfs, doch de toestanden, waar wij werk
zaam zijn, steken huizen hoog uit boven dis,
waar wij niet werken. Voor spr. is het de
vraag niet of wij Indië moeten kislatea,
maar is hot een plicht, one van Godswega
opge&egd, om hot volk te verheffen, in stof
felijk en geestelijk opzicht, maar oo'k staats
kundig.
Art. 123 Rogeeringsreglement kan nie4
ongewijzigd blijven. Harmonische ontwik
keling van alle krachten moet het doel van
ons streven zijn. Voor eenzijdigheid heeft
de Regeering zich te hoeden. Over het al
gemeen wordt ons koloniaal beleid in heit
buitenland goed beoordeeld. Lan dg e n 00ten
houden ons lang© lijsten van tekortkomin
gen voor, waarbij zij Indië vergelijken met
ons land. Zoodanig oordeel zegt spr. niets,
indien het niet is eon vergelijking mot een
land van gelijke productiviteit. D© verge
lijkingen met andere koloniën kunnen wij
zeer goed doorstaan.
Dit alles merkt spr. op om overdreven
eischen af te wijzen. De overheid moet zon
gen, dat het ontwikkelingspeil ovor do gan-
sche linie omhoog gaat.
Opvoering van alle onderwijs is eisch van
goed koloniaal beleid. Ook Hooger Onder
wijs ia voor Indië noodzakelijk ,maar dao
moet het volledig Hooger Onderwijs zijn,
dat gelijk staat met het Europeesche.
Op de decentralisatie is altijd voel afge
geven, maar xoen geeft ten slotte toch toe,
dlat zij op den keper beschouwd nog too
slecht niet is. D© instelling van den Volks
raad is daarvan het gevolg geweest. Ia
dezen Raad wordb de publieke zaak in hel
publiek besproken en door dat feit alleen
heeft een verschuiving plaats gehad van
bevoegdheid van Nederland naar Indië.
Over de geschiktheid van de Kamer om
over Indië te oord© el en, zal spr. niet uit
weiden. Spr. verwijst naar de redo van
den heer Do Savornin Lobman, al heeft dis
rede spr. niest geheel overtuigd.
In een bezoek van Kamerleden aan Indil
dat spr. geen plezierreisje, maar wel een
gelegenheid om belangstelling te wokken
voor Indië bij hen, die voor een deel ove*
Indië hebben t© beslissen.
Over de samenstelling van den Volks*
raad ie gesproken. He* doet spr. genoegen
dat men het me* hem eens ia, dat ambten»*
ren nie* in dksn Raad thuis behooren.
Over do wijze van verkiezing wil spr. niel
uitweiden.
Do bevoegdheid van den Volksraad hoodf
ten nauwste verband met d© ontwikkeling
van het land. Grondbeginsel is d© onai-
Bcheidölijkhoid van de macht en de verant
woordelijkheid bij de toekenning van meer
medezeggenschap, cE© leiden zal tot macht.
Gevraagd ifl of sprekers denkbeelden wor*
den gedeeld door den G.-G. en verzocht k
de tel e grammen van November med© t«
deelen. SpT. heeft togen mededeeling geeo
bezwaar. Hij l©ea* deze voorzij bevatte®
een kor* resumé van hetgeen in die dagen
is voorgevallen, naar aanleiding van mr,
TroeLstra's revolufacplan „naar Duitsch
model" gelijk d© Minister hot noemde.
Van den G.-G. is geen reactie to wach*
tenhij zal een voorzichtig beleid voeren*
overeenkomstig don polsslag van deze® tijd.
D© gelegenheid om den volkswil te oitea
zal gegeven wordon overal daar, waar dit
binnen den kring van het staatkundig b®»
wustcijn van het volk mogelijk is.
Bij de rep leken dient de heer DRESSED-
HUÏJS (V. L.) een motie in ter vervan
ging van de vorige. Hij vraagt voorname
lijk éénhoofdige leading van het mijnwezen
en een deskundig onderzoek naaj- do won*
schelijkLoid van een afzonderlijk departe
ment.
Na dupliek -ran den Minister worden de
aïgemeene beschouwingen gesloten.
De vergadering wordt te hal féén tot
Woensdag verdaagd.
open en gemakkelijk als een huisjasje en
en toob was er in dó manier, waarop hjj zjjn
handen in de broekzakken verborg en waar
op hjj do muis achter in den nek schoot
een zekere gemakkelijke, nittarteode gracle.
Heel langzaam en gewichtig liepen beiden
de straat al
Hun weg ging langB een kabbelend beekje,
dat in het Hohl der lantonms een gouden
Erjntjo voor hen tlit (rok.
Eón vrouw wrong nog haastig een stak
waschgoed trit, maar verdween, boen zij de
witte gestalten sag naderen. De lange ul3oa
had baar nog joist gezien, zjjn scherpe,
kleine oogen waren overal en schoten als
roofvogels op alles at wat tegen de wel
was. Hjj fcoohelde hiid en vloekte zacht,
maar de kleine bkanschman glimlachte en
kel toegevend. Als een overtreding der wet
begaan werd door het vrouwelijk geslacht,
zng en hoorde deze hoegenaamd niete.
De lange speelde daarentegen des te meat
op; hp was een vrouwenhater en reed*
mt tegenspraak met den kleine, blafte b$
elke vrouw hevig aan, die buiten de veror
deningen dorst te gaan. was echter weer
veel zachtmoediger gestemd, als de jongB
wpn de gemoederen der mannen verhitte ao
hum bloed deed opgloeien. Hij grinnikte zelfs
stiekum als de jonge knapen zangen en joeL
der. En juist hierin verstond de kleine geee
gekheid. Hij, die den rooien wjjn altgd met
water verdunde, verafechttwde die dronkon-
mans vroolijkheid en menig „consent" ging
aan zijn hand zonder pardon het cachot in^
terwjji de lange er treurig on raedefrjdeEci by
stond, het hart vol van mensoheljjk be-
gröpot
De beiden kibbelden van den .vroegen
morgen tot den laten avond; rij wisselden
bgna geen vredig woord met elkaar, onop
houdelijk staken er speldeprikken. En toch
waren zij onafscheidelijk en hingen elkaar
aan als klitten. Zij waren nu eenmaal op el
kaar aangewezen.
Daar zjj beiden ongetrouwd waren en
beiden in den ouden toren woonden, was
het varizelf gekomen, 'dat zij hun leven
gemespzaam leefden, ondanks het tusschen
hen bestaande onpeilbare verschil, dat ook
niet me* de jaron werd aangevuld. Inte
gendeel, het kibbelen was hun als een soort
sport geworden, en het heele stadje nam
er aan deel en kooe partij.
De kleine Jacques had de vrouwen op
zijn hand en de onderdanen uit den oudcc
tjjd; de lange Wilhelm daarentegen had de
weerbaze jeugd achter zich, die, als hij, den
Prnisischen wapenrok had gedragen. Buiten
dien Iconden de jonge mannen Jacques niet
vergeven, dat hp wat graag met do meisjes
grapjes maakte, ondanks z\jn witte haren.
De kibbelpartij" werd steeds het hevigst
als het om de politiek ging, en dit gebeurde
's morgens, 's middags en 'b avonds. Dan
Sprak de elegante Jacques veel te luid, zoodal
zijl seem er van omsloeg, en Wilhelm, sloeg
met de vuist op de tafel, dat het kraakte.
Hun politieke beschouwingen waren duis
ter, hun redeneeringen kwamm hierop neer,
dat de oen op alles schimpte, wat Fransch
was, en de ander bromde op alles, wat
Enfin, eigenljk mooht men hét niet hard
op zeggen, maar jammer genoeg verdroeg
Jacques niet meer dan drie glaaen rooien
wqn, waarna hij alle maat en voorzichtige
heid vergat Doch hg) kreeg nooit gelijk,
hoewel hjj den ulaan aankon, wat rapheid
van tong betreft; maar als het dezen al
te bar wesd, viel hjj toornig uit: „Kerel,
ik geef je aan F Dan schrok de kleine en
I zweeg bang en verbeten. Doch aangegeven
had Tiem de „doodsvijand" nog nooit koe-
1 wel hij hem er btjn3 dagelijks mee dreigde.
Met wien had hp ook anders kunnen twis
ten? En toch
Hun kamers waren even verschillend all
zij zelven.
Bij Wilhelm was het pruriteinsch oenvou-
dig en smakeloos. Aan den wand h ngen oen
paar lanve pijpen; ook eenige stijve soldatn-
portretten. Op de commode stond een bier-
pul, en daarnaast lanen eenige geweldig-
groote granaatsplinters. Het ijzeren ledikant
I was zeer eenvoudig, op het armoedige af;
het eenige vriendelijke der heele omgeving
waren de warmroodo bloemen in de vonster-
1 kozijnen. In een hoek stond een soort van
I huisaltaar; tusschen de hardblauwe vazen.
waarin reusachtige bouquetten gedroogde
grasjes, rees machtig en imponeerend o:n«
I hoog de geweldige kqp van Bismarck.
De kamer van den kleinen man zag oil
bont on prettig uit Dicht naast elkaar Iiiu-
gen schreeuwondo pr nteo, pr unies van
1 goedkoope tijdschriften, naast a:.rd ge m is-
jeskopjes. De meubelen stonden ia groote
wanorde door elkaar. Op tafel stond een half-
I volle koffie-kop, en direct- er naast oen Duit
tahakszakjes, wat waschgoed, ook een stuk
brood. Ook hier in een hoek bevond zich
het allerheiligste: de buste van Napoleon I.
Het nips was mot eoudbrons overdekt hel
was de schreeuwerigste vlek in de schreeu
werige kamer.
Geen der twee trad ooit do lcami-r van
den ander binnen. De uladn kon Napoleon
niet zien zonder woedend bij zichzelf te monk-
pelen:
„Eigenlijk behoorde ik je aan te gevea
om het gouden kalf."
En als Jacques don zt^ren kop van Bin-