No. 18117. LËIDSCH DAGBLAD Zaterdag 22 Maart. Tweede Blad Anno 1919. PERSOVERZICHT. TWEEDE KAMER. FEUILLETON. GEKOCHT. BUITENLAND II c t publiek bij de straf- sittingen. Mr. A. A. van rler Veen, subst.-griffier bij de arr.-rechtbank te Dor drecht, schrijft, in het „WEEKBLAD VAN HET RECHT" Een ieder, die geregeld de strafzittingen bijwoont, zal zeker met instemming gelezen hebben, dat de Minister van Justitie een wetsontwerp heeft ingediend tot heb uit vaardigen van een verbod van „toelating van jeugdige personen tot bijwoning van openbare terechtzittingen in strafzaken". Werkelijk, voor jeugdige personen is het bijwonen van die zittingen een groot kwaad; doch niet voor jeugdige personen alleen. Trouwens, waar is de gTens en hoe cal practisch, wanneer het. publiek in dichte drommen do rechtzaal binnenstroomt, hetgeen bij elke eenigszin3 geruchtmakende «aak 't geval is db surveilleerende veld wachter kunnen beletten, dat zich onder .die mensehenmas3a ook jonge mannen be vinden, jonger dan achttien jaar; te meer, iwaar natuurlijk een onjuiste leef tijds opgave spoedig gedaan is en het bij dit soort opgeschoten jongens, dat er soms voor hun-leeftijd zoo oud uitziet, zeer moei lijk op het oog te bepalen valt, of zij al of niet den achttien jarigen leeftijd hebben be reikt. Neen, zou de Minister dan niet een. stap verder willen gaan en zou het minderwaar dig deel van liet publiek, dat wij thans onzo rechtzaal zien vullen, niet geheel ge weerd! kunnen worden Zou het wetsont werp niet in dien zin kunnen worden uit gebreid, dat de leden van de pers, de ver slaggevers der verschillende nieuwsbladen, o»p vertoon van liun perskaart immer toe gang hebben tot die openbare terechtzitting :van strafzaken en zulks ter voldoening aan de grondwettelijke openbaarheid van 'de zittingen maar dat overigens men slechts met toestemming van den president toegang kom krijgen? Men zou dan een „leerschool voor den msdadliger", die thans door den Staat, vrij wordt opengesteld, hebben gesloten cn een groot maatschappelijk gevaar hebben voor- iC-oanen Werkelijk, zoolang in ons vaderland do oioseopen voor .,Jan-Publiok"-fi]ms als het „Proces Begeer" rustig afdraaien en zoo lang dó Staat- de deuren van de strafrecht- zaal, waar dergelijke processen worden af gespeeld, wijd openzet om to dienen als tijdverdrijf en in 1 ichtingsbureau voor dien zelfden „Jan-Publiek", zoolang moet men zich niét al to zeer verwonder on over de steeds toenemende criminaliteit. Ve r g a d e r i n g van gisteren. Regeling van werkzaamheden. Besloten wordt, om, indien do behande ling der Felastingontwerpen naar zich laat aanzien heden niet. afloopt, de wets ontwerpen betreffende acoijnsverhooging e.a. en do bespreking van den toestand van het spoor- "en tramwegpersoneel, welke Lwas bepaald op a.s. Dinsdag, uit te stellen tot na de behandeling der belasting-ont werpen Arbitrage-ver drag. Z. h. st. wordt aangenomen en wetsont werp tot goedkeuring van het op S Maart 1919 te Washington gesloten verdrag tob verlenging van den duur Van het op 2 Mei 1903 gesloten Arbitrageverdrag tussehen 'Nederland on do Vereenigde Staten van Amerika. Belastingen t w erpen. Voortgegaan wordt mot do algeraeene be- schjouwüngjen over de belastingontworpen en de motïc-J. ter Laan inzake de heffing in eens. De heer DE MONTE VERLOREN (A. R.) vraagt of de Minister bereid is de cij fers aan do Kamer mede te deelen, waaruit blijkt hoeveel het amendement-Oud meer haalt uit do inkomstenbelasting. Hierna bespreekt hij het stelsel, door den heer Oud ontwikkeld, volgens hetwelk de indirecte belastingen niet noodig zouden zijn. Hier voor was het echter noodig, dat minstens een half milliard uit een heffing ineens .word verkregen. Naar het Engelsch van OHARLES GARVIOE. 113) „Ja-, ik ken hem en hij kont mij!" viel Lavarick uit. „Vraag hom wab hij gedaan heeft met mijn dochter, met mijn arme dochter, die hij ongelukkig gemaakt en ver laten heeft! Vraag hem wat hij met haar gedaan heeft! Vervloekb, vervloekt is hij" En hij maakte een nutteloozo poging om zich los to maken. „Kijk naar dien fijnen mijnheerHij heeft geen wc/ord te zeggen Waar is mijn Rachel, jou schelm?" Heb is volkomen waarNeville had geen woord te zeggen, want verbazing had hem met stomheid geslagen. „Dc man is krankzinnig!'' zei hij einde- «ik. „Krankzinnig ben ik dab?" gilde Lava- riek met schor geluid. „Neen, ik ben. niet krankzinnig! Antwoord', jou schelm. Waar is zij? Je weetrhet nieb het kan jou niet schelen! 0, was ik nog maar één dag vrij geweestWaar is mijn dochter, mijn Rachel Lord Marlow keek hen beurtelings aan. „Waar raaskalt, do man toch over? An- drey, Signora, gaat do kamer uit." Zij be- Vogen ziok geen van beiden. „Is er iets waar van hetgeen de man zegt, Neville?" vroeg hij ernstig. Neville schudde» het hoofd. s.Hij ifg krankzinnig,zei hij„Ik kéri Komende tot de financieel© plannen van den Minister, bewondert hij de vindingrijk heid van don Minister bij heb zoeken naar dekkingsmiddelcn. Do indirecte belastingen op suiker, koffie en theo hebben echter voor hem bezwaren, en dit is ook een zwakke plek in hot beleid van dezen Minister, die dan ook goed zal doen zich hierin nog eens te horzien. Hij voor zich, zou veel voelen voor opheffing van de suikeraccijnzen maar heb is misschien niet tactisch een be lasting op te heffen, welke het volk jaren lang ongemerkt gedragen hooft. Hij heeft van do rede wan den Minister in de Eerste Kamer niófc den indruk gekreg^p, dat hij heb denkbeeld van een heffing ineens heeft losgelaten. Do bezwaren van den Minister gingen tegen een algeheel© heffing ineens van de orisisschuld, niet tegen een par tieel©. Gaarne zou hij zien, dat do Minister het idee van een partieel© heffing ineens ern stig in overweging hield. Verder dringt hij den Minister aan op de grootst mogelijke zuinigheid, uitgaven voor studiebeurzen, tuberculosebestrijding, ambtswoningen voor do Ministers -. dit al les is zeer wenschelijk, maar toch moet de Minister bij al dezo uitgaven de wensche- lijkheid in verband brengen met onze zeer hoog opgevoerde belastingen. De MINISTER dc heer DE VRIES: Acht u die uitgaven niet. gewenscht. De heer DE MONTE VERLOREN: Ik voor mij heb er persoonlijk geen bezwaar tegen, maar do Minister staat er geheel an ders tegenover dan ik. Do heer DE WIJCKERSLOOTH DE WEERDESTEIJN (R.-K.) acht do raak van don Minister van Financiën dc meest moei lijke en onaangename van liet gelieele ka binet. Spr. bestrijdt hierna heb betoog van den heer Van do Laar en noemde diens stelsel onrechtvaardig en onjuist. Wanneer een ar beidersgezin met 8 kinderen en een inko men van f 900, f 50 indirecte belastingen moet betalen, clan zijn dit geen nieuwe las ten, maar zij vangen een gedeeltelijke prijs daling op, welke straks noodzakelijk moet intreden, terwijl de loonen thans reeds met do huidige prijzen in overeenstemming zijn gebracht. Spr. is bovendien ook geen te genstander van de indirecte belastingen ook van den werkman mag gevraagd wor den, dat hij naar vermogen iets bijdraagt tob delging dier cri si-s kost-en, waarvan hij ook heeft geprofiteerd. Wol zou hij gaarne zien, dat niet do kof fie en de thee gelijk belast werden. Laat de Minister de koffie vrij laten, want deze wordt door die arbeiders het meest gedron ken, maar Jaat hij degenen ,die theo drin ken er iets'extra's voor laten betalen. De- indirecte belastingen moeten zich dan ook beperken tot thee en tabak, maar deze moe ten direct ingevoerd worden voordat de daling der levensmiddelen is ingetreden, zoodat de prijzen niet verhoogd behoeven to worden. Van een heffing ineens ziet hij niet die voordeden, welke de heer Van den Tempel or in zag togen een matige heffing, ineens, zooals de heer Do Geer wilde, heeft, hij ech ter geen bezwaren. Een matige heffing is voor do kapitalisten ook een prikkel tot sp aarzaamheid. Een heffing van 4 pot. van heb geheel© nationale vermogen, over 2 a 3 jaren te verdoelen, zal het kapitaal niet te v.er aan tasten, bovendien komt het er maar op aan, op welke wijze de Minister die heffing ineens toepast. De 'Minister heeft hiervoor eigenlijk reeds dit stolsel in principe uitgewerkt, o.a. door zijn leeningen met den stok achter de deur; door zijn heffing op de waarde van cïen grond en door zijn accrés-belasting. Het- nationaal vermogen wordt geschat op 12 milliard zoodat deze heffing ineens V2 milliard zal moeten bedragen. Bij dc hef fing zal men echter rekening moeten hou den met ieders particuliere omstandighe den en met ieders draagkracht dus ook kindergetal. De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) zegt dat het aantal, millioenen er moot. komen, dh-ar valt niet over te debatteerenmaar wol over do wijze, waarop die millioenen er moeten komen. Nu wil spr. wel zeggen, dat de sociaal-democratische fractie met hot financieel© plan van dezen Minister niet hem. Er is geen grocter schavuit, die rog op vrije voeten rondloopt en niet opgehan gen ismaar van zijn dochter weet ik niets. Hij heet Lavarick. Hij is een stmik- roovcr. Lord Lorrimore kent hem." „Jo liegt! Jo hebt haar ongelukkig ge maakt!" schreeuwde Lavarick. „Heb is waar," schreeuwde hij met heesche stem, en zijn met bloed belcopen oogen op de an deren vestigend, zei hij„Als ge mij niet gelooft, vraag het dan aan Sir Jordan, zijn eigen broedervraag het aan hem!" Hij draaide zijn hoofd om en zei op strengen toon: „Zeg heb hem. Je weet, dat het .waar is." Jordan liet het hoofd hangen en zuchtte. „Geloof mij, Neville," fluisterde hij. „Het ia beter te bekennen, dat je gedwaald hebt. Neville keek hem aan. „Wat!" zei hij met een onheilspellende stem. „Ge ziet," zei Lavarick, „zijn oigon broe der heeft mij gezegd, dat het waar is. Hij is ook oen leugenaar en ik zou hem ook nieb geloofd hebben, maar hij bewees het mij. Hier jij," en hij riep een van do knechts, dïe binnen gestormd waren„voel in mijn borstzak daar zit een brief in." Do graaf gaf zijn toestemming en een der bedienden haalde den half verbranden brief uit Lavarick's zak. „DaarLees hom. Laat hem dén brief zien, geef hem rond. Vraag hem, of hij hem herkent. Het iö heb is het schrift van mijn doch tér van mijn RachelEn hij kermde. Do graaf nam den brief aan en reikte hem Neville toe, die hem aannam, maar na er een blik in geworpen te hebben-, terug- ,_ga£. mede kan gaan. De groote vermogens groeien de laatsto jaren het meest aanons geheele volk arbeidt naarstig, zoowel in het Noorden als in het Zuiden, als in het Oosten en in hot Westen, maar de rosulta- ten van al dien arbeid komt alleen enkelen ten goede, zooals de financieelo statistie ken duidelijk aantoon en. Do orde in onzen Staat, waarop men zich zoo gaarno beroept is van dien aard, dat ons geheel0 volk wordt uitgebuit door enkele groot-bezitters die schatrijk worden, terwijl de grocte massa, dio van des morgens vroeg tot des avonds la-at voor hen arbeidt, nauwelijks 'n droog stuk brood verdient. Uit talrijke ge gevens toont spr. aan, dat het groot-kapi taal niet achteruit is gegaan in do oorlogs jaren integendeel, het heeft reusachtige winsten gemaakt en allo voorzorgsmaatre gelen genomen om z,ijn omzet na den oorlog opnieuw uit te breiden. In Rotterdam is alle indkistric-terrein reeds in beslag geno men, om straks, in den nieuwen lijd, die komt gereed te zijn om dat kapitaal nog eens uit te breideD. Onze industrie is door den oorlog niet vernield, maar intact gebleven, en is dus do buitenlandsche industrie een stuk voor uit, zoodat men voor onzo ondernemers niet zoo bevreesd behoeft te zijn. Met verwondering heeft hij vernomen, dat de Minister met ingang van 1 Januari 1919 de oo.rlogswinstbclastmg buiten wer king heeft- gesteld. Kan dit echter maar zoo, vraagt hij, zonder medewerking der Kamer Gaarne zal hij daaromtrent nadere inlichtingen vernemen. Tijdens den oorlo-g is er in 011s land 2 milliard O. W. gemaakt, behalve de mil lioenen, welke zijn aclitevgchoudien, en is het nu geen schande, dat hier maar 10 pet. van in de schatkist gekomen is? Do bezwa ren, tegen een heffing ineens aangevoerd, acht hij „merkwaardig. Volgens den Minis ter in de Eerste Kamer zou ons nationaal vermogen een to grooto aderlating moeten ondergaan. Spr.'3 cijfers toon en echter dui delijk aan. dat ook bij een heffing ineens er even voldoende kapitaal aanwezig blijft, als thans het geval is. Het is een dwaasheid to beweren, dat de energie der onderne mers zou worden geschaad. Het- dé cd hem genoegen, dat ook bij de rechterzijde stem men zijn opgegaan voor een heffing ineens zij het een partieele. Er is echter geen re den, om beneden do 1000 of 1100 milliocn te gaan en hij hoopt, dat de Kamer hiertoe' zal besluiten. Een heffing ineens van een half milliard, zooals de heeren Oud, De Mcmté Verloren en Do 'Wijckerslooth wil- len, beteekent niet genoeg; wij hebben dan no-g 25 jaren lang jaarlijks een bedrag noo dig van G5 millioen voor rente en aflossing, en dit zal te zwaar op ons volk drukken. Gaarne zou liij van den heer De Geer ver nemen, wat hij bedoelde, dat de erisisuit- gaven gestaakt moeten worden. Wil hij ze onder gewoon brongen of tót-aal stopzet ten Hierna behandelde hij de tekorten op den gewonen dienst en meent, dat niemand zal durven beweren, dat d'e grens van dc di recte belastingen is bereikt. Tegen de per sonenbelasting zonder de grondslagen voor rijwielen cn haardsteden, heeft hij geen bezwaar., Met een technische .herzie ning van het tarief kan hij zich ook vereeni gen, maar niet met een finale heffing maar volstrekt is hij tegen een belc.--.ting op cognossementen, thee en koffie. Do "bclas- tingstaat- daarentegen moet omgezet wor den in een becPrijfsstaat, die do bedrijven, die daarvoor in aanmerking komen, gaat monopoliseeren. Do heer TEENSTRA (V.-D.): Noem ëens voorbeelden. Do heer TER LAANBijv. het geheelo verkeerswezen. De heer TREUB (E. B.)Do heele bin- nenschipperij De heer TER LAANIk bedoel meer de groote scheep va-art-, verder de wijnen, de zoutwinning, de suikerindustrie-. Ook moet do Staat gronden gaan ontginnen. De heer LELYDaar wordt jc rijk van. De heer TER LAANDat doet niets ter zake, het- is toch een gemeenschapsbelang. Ten slotte roept spr. iodcr op, mede te werken, dab de Regeering er niet in slaagt haar snood© plannen uit te voeren. De vergadering wordt hierna verdaagd tot Dinsdag a.s. to één uur. Jordan schudde zuchtend het hoofd. „Jo liegt!" gild© Lavarick. „Zijp eigen broed/er, Sir Jordan, hier, heeft hem gevon den onder zijn papieren!" „Ik heb hem nooit eer gezien," zei hij. „Is dat waar?" vroeg de graaf ernstig. „Het spijt mij, dat ik het moet zeggen het is waar," antwoordde hij. „Ik heb het papier gevonden zooals dé man beweert. Verder weet ik er niets van maar ik ken Nevillo te goed, om niet zeker te zijn, dat' hij het herstellen wil." Neville had wel lust op hem toe to sprin gen, maar er was iets, dat hem weerhield. Het was Sylvia-, die zich tegen zijn borst geworpen had en die niet bleek gelaat en schitterende oogen die anderen aanzag. „Heb is een leugen, een leugen!" riep zij hijgend. „Dat heeft hij niet gedaan; dat zou hij niet kunnen!"- En zij sloeg dé armen om zijn hals. Neville boog het hoofd, een straal van hemelscho vreugde doortrilde hem en bo- dwong zijn woede en verontwaardiging. „God zegene je, mijn lieveling!" fluis terde hij. „Mijn SylToen hief hij het hoofd op en keek rond. „Dien brief heb ik vóór dit 0ogenblik nooit gezien," zei hij. „Ik heb ook zijn dochter nooit gezien." „Laat mij naar hem toe gaan!" riep La varick, zich loswringende. „Hij heeft mijn dochter mijn Rachel gedood Sir Jordan weet het. Spreek het nog eens uit, Sir Jor dan riep hij hcesch. Jordan keek rond. „Ik ben bang, dab hot waar is," zei hij. „Mijn broeder was jong, do verzoeking was groot en hij bezweekmaar ik had gehoopt, dat hij heb goed zou maken." „Hot is een leugenriep Sylró^JfijgencL Amerika's leeningen. De Amerikaansche financieelé autoriteiten hebben volgende cijfers gepubliceerd over de lc-eningen, door de Vereenigde Staten .tijdens den oorlog verstrekt, alles in dollars uitge drukt: Engeland leende 4,124,481,000 (waarvan het nog tegoed heeft 72,841,000); Frankrijk 2,517,477,000 (90 millioen); Italië 1405 millioen (10 millioen); België 338,145,000 (16 millioen); Rusland 125 mill. (37.270,000); Griekenland 39,554,000; Tsjc-clio Slowakle 35 millioen (20 millioen); Servië 27 millioen (10 millioen); Cuba 15 millioen (5 millioen); Roemenië 10 miilioen; Liberie 5 millioen (4,988,000). De totalen voor deze elf staten zyn S,841.651,000 (410,939,000). öe 'betrokken staten nog worden beschikt Oer deze 410,939,000 dollar kin door voor oorlogsdoeleinden, mits vóór da vrele' is tot s,tand gekomen. Doch na dien dag zuilen gedurende een periode van anderhalf jaar, credieten door de Unie nog kunnen worden toegestaan voor den aankoop door de geailieerden van Amerikaansche bezit tingen in Europa, of elders, en om den rankoop door de geallieerden van Aieeri- tingen in Europa, of elders eh om den aankoop van tarwe, tegen door de Amerikaansche regeering gewaarborgde prijzen, te financieren. Dansend Berlijn. Ve denken er waarschijnlijk weinig aa'c, weike merkwaardige toestonden tijdens de zen vijfjarigen oorlog ontstaan zijn, dat er honderdduizenden kinderen zijn, dia rog nooit „vrede" gekend hebben, dat er even zoovele jonge mannen en vrouwen zijn, zoo tussehen IS en 23 jaar, die alle genoegens van dien leeftijd: room taartjes, mooie klee- ren, moderne dansen, chocolade en pralines en vooral de heerlijke bals en partijen oirt- Hueren moesten, zegt- de Berlijnsche corres pondent van het- „Hbld.". En daar heft de revolutionnaire" regeering Let dansve'rbod op! Is het een wonder, dat de lieve jeugd alle nationale ellende, alle honger en ontbering vergeet, zich in domino ei- een pierrotpakje steekt, en zich den Fox- Trott laat onderwijzen. Berlijn doorleeft oen danswoede, die ,,noch nicht dagewesen" is. Het begint ?s middags om half vijf en eindigt officieel omr halftwaalf, om dan met gesloten deuren tot ver in den nieuwen dag te worden voortgezet. Men lanst zijn verdriet weg en zijn ergernis. Maar het treu rige bij dit alles is alweer, dat het meestal niet de jongemannen en meisjes zijn, die vijf jaar lang hun liefste afleiding gemist hebben, die zich thans, revolutie of geen revolutie, tot eiken prigs willen schadeloos stellen; maar dat de dansers en danseressen voor het overgroot© deel leegioopers zijn, c-wèe'ers van liet lafste soort; m'enschen, die van tien oorlog weinig ofmtets gemérkt Leb ben en 'die nu avond aan avond in stijllooze balzalen hun ,jlak" aan 'DuitsclüandV mi sère- met pijnlijke onverschilligheid te be- wondereu geven. Er. hoé slecht én duur jen futloos is dit alles. Ongenietbare wijnien tegen fa belacht'ge prijzen; Duitsche „sekt" mét sacharine aan gelengd, Bordeaux:'-wijn'en mét een fabel achtig percentage Duitsch water tot een bcssensapkléurig mengseltje verknoeid, taai vleesch, dat voor „Renntierbraten" ver kocht wordt en wel van br^ve rossinanten afnernstig moet zijn. Als dan 's nachts die moegédansté no blesse 2ich in de thans weer met hansche rubberbanden op liet aspbalt verschenen taxi's huiswaarts laten tuffen, brullen zé icet dronken stemmen door de nachtstilte?, zoeken ruzie piet iederen voorbijganger, vechten zicli de neuzen bloedig bij een woordenstrijd met den chauffeur, die Feu onmogelijke fooi wil afdwingen. En zoo levé a we b!(i en leven we vrij op Duifechlnnd's dierbren grond! Een hond gevonnist, Op 4 Juli 1917 hebben dc Duifcsehers tij dens de bezetting van België volgend von nis geveld over een hond „De Belgische onderdaan. Hendrik Smets. hotelhouder te Boschvoorde, wordt „Ja," zei een stem op den drempel, „het is een leugen." Op het geluid van die stem vol ziele- smarfe,' maar toch zonderling kalm en berus tend, uitte Lavarick een kreet en bleef on beweeglijk staan, voor zich uit starende. Er kwam iemand langzaam aan, ach een weg banende dcor de overigen on bleef af gezonderd staan. Het was Mercy.- Jordan deinsde terug. „Rachel!" kwam van zijn bleek© lippen. „Rachel herhaa-ldo Lavarick op een toon, die een hart van steen tot medelijden zou hebben bewogen, zelfs van iemand als hij. „Rachel, mijn dochter f Mercy zag hem aan met haar oogen in cfiep© kassen en sloeg ze toen op Jordan. Zo zei geen woord!maar als zij d© stem en de hand had verheven en hem aangeklaagd zouden do toeschouwers niet meer over tuigd kunnen wezen van zijn schuld. Hij leunde tegen den muur, bevende, trillende, met een gelaat, vaalbleek van angst, en zijn' lippen vormden haar naam. Lavarick stond een oogenblik sprake loos, toen wendde hij zich met een akeligen kreet naar den inéénkrimpenden ellende ling on hij zou ontsnapt zijn, zelfs aan de Storko armen van Loirrimoro, indien T rale en oen paar politie-agente op dat oogenblik niet adémloos van het terras waren bin nengestormd. In een oogenblik- had Lava rick de handboeien aan en hij was hulpe loos in d© sterke handen der politieman nen. Eon tooneel van verwarring volgde, waarin Jordan naar de glazen deur sloop maar Trale stond er voor, en versperde hem den weg. Toen uitte Sylvia, dié aan Mercy's zijde stond, oen kreet,JMercy was uit haar armen (overeenkomstig het Keizerlijk besluit op de maatregelen die in oorlogstijd" tegen de vreemdelingen dienen getroffen, d. d, 28 December 1899, act. 18, par. 2) gestraft met een geldboete van tweehonderd (290) mark De in beslag genomen hond dient io vrijheid gestold Bij niet betaling van dc geldboete, zal deze worden vervangen door één dag ger vangenisstraf voor elke 10 marken. De beklaagde bezit een hond, die als volgt gedresseerd is: De beklaagde zegt tot den hond Hoe moeten de Duit sellers deep, wan neer de oorlog ten einde is'! De hond legt zich dao plat op den buik, strekt, de pooten ca sluipt op den buik' voort tot bij zijn meester, terwijl hij met' den staart kwispelt en met de voorpoofcsa smeekgebaren doet Werpt de beklaagde een stuk brood vóór den hond zeggende„Dit komt van een Duitscbcr' dan bekijkt de hond liet' grimmig, blij/f- vusrig neergevleid en. eet het niet op. Maar /.oodia beklaagde zegfcd thans moogt ge het brood pakkan, eet do Lond het op. Indien tea slotte de be klaagde zegt- „Ga naar dc Reichstag'', dan vlucht de hond in allerijl. Op Zendag 13 Mei hidden ongeveer 20 personen zich in de lokaliteit vin den be- klaagde begeven allen 2atcn op het ter rasde beklaagde bevond zich in gezel schap van drie klanten. Vóór deze laat- sten lie.t" beklaagde door zijn hond de bo« ven beschreven kunststukken uitvoeren de toeren van den hond ziendevielen do Belgen aan het Lichen Daaruit \olgt dat do waardigheid der Duitschers v.erd ge krenkt en jegenv. .1? Duitschers zulk blijk van misprijzen werd gegeven, dat do Duitsche macht dit niet kan toelaten. Dc boete dient binnen tien dagen te worden betaald ter Regecringskas". Duels iu Frankrijk. Geaurendé don oorlog is er tc Parijs niet gdö'iicUéerd. Dc duel-autoritditeoJ hadden' uitgemaakt, dat de 'regeldmg door dc wape nen van allo zoogenaamde „affaires (Tlron- neur" uitgesteld zou worden tot na den oof- log. Zoo zijn or con massa opgeschorte duels. Moeten d©zx> Mvan? a'lile plotseling werkelijk' noig uitgevochten worden? De 'duel-autoriteiten' in Frankrijk hebben •a-aarover beraad gdho-uden en het resultaat van hun over.peinznnjgen schijnt dit te zijn: ee-n duel zal voortaan alleen no-g mogen plaats hebben voor werkelijk zeer ernstige" •redenen en wanneer cr geen enkele' andere angeling van' het geschil mogelijk is. Dé voorwaarden zullen dam: zeer stren/g zijn. Op die -manier zal .een eind -gemaakt worden aan' dé ,vóór' den oorlog inigeslo-pen gewoonte 'der duels, dié soms een soort réclame, soms een: mendniine aanstellerij, vaak een paskwil waren cn waar men, na den ernst van dén uoriog, niet meer van schijnt te willriv weten. Onder tussehen is de Barijsch© d'uél-wéréM deze laatste, dagen nog druk in beroering 'gé!-, weest over de moest, modern© duel-affair©, die nog ooit vertoond! Is. Vaudo-orane. directt-ur van het btfad VEx- pc-TtateiLT Francais, was door Schrei'bér, di- recteu r van het couéurroerend© biaid leS Eclios do ^Exportation, uitgemaakt voor; „émhusqué'', uitknijpen" Beide personen wa ren gedurende den oorlog in den ludhtvaa.Tt- diénst geweest. Vaudec-rane werd woedend! en. mot 'n toe speling op zekere verdenkingen, 'die op hét - blad van Scbrevbór gerust halddtemi als zoudé lïét in Duitsche handen zijn. schreef hij té- ruig. dat hij inderdaad1 nog geen „Roche" geveld had, maar dat hij gaarne beginne"! zou rnet Scbredber. Tegelijkertijd, zond hij aan' Schreibe-r twee gct.uiigon. dé militaire viae!- gors kapitein Ma-don en Bab'o:, om Schreiber' tot een -duel' uit te' (dagen. Het- waipen' zo$ zijn: een vec^tri-iiiegtu% van een bepaald! mé- del-, motor van 350 ipa-ardckraJöht. machine^ geweer Wickers. Het duel zen dan' in do' 'luteht plaats hoblxm. Schreiiber had eerst la ten antwoorden, dat hij wel; gebrevóteerd. vlieger was, maar .gedurende den oorlog als verder ongeschikt voor den militairen' dienst afgekeurd-' was. Ten slotte echter nam hij de uitdSging toch aan. Op 't laatste nippertje verboden "dé autori teiten echter dit lu'óht-fkiel. Handige inbrekers!ruc. Dé Berlijnsche politie heeft in een Iiotel twee broedets aangehouden, 20 en £1 jaar oud. die een nieuwen inbrekerstruc bedacht! en in toepassing gebracht hadden. Zij haD den zich een reiskoffer aangeschaft, dié gegleden on bewusteloos op den grond ge* vallen. HOOFDSTUK XLVI. Trale stond tussehen Jordan en hot ven ster. „Durf jo mij tegen houden, kerel'^* vroeg Joa'dan. „Een oogenblik, Sir Jordan," zed Train.: Hij waohtt© tot Sylvia en Andrey do ka« mer uit waren met de.bcdienclci), die Mercy wegdroegen, toen zei de hij„Wilt u zofljl goed zijn do deur cKcht to doen, mijnheer; Neville?" Neville sloot d© deur. „Ik heb gewaagd u tegen te houden, Sir; Jordan, zei Trale, „daar ik iets gewichtig* aan Lord Marlow heb mede te deelen, en ik wou dit gaarne doen in uw tegenwoor digheid." •Hij haalde het testament uit zijn zak o» logde het op tafel voor den viscount. Tooi? hij dit zag, uitte Lavarick een kreet. „Het testament 1" zei liij. Jordan keek van den con naar den an der zijn bleek gelaat had een Hitd agendo uïtdh-ukJring. „Wat is dab?" vroeg Lord Marlow. „Sir Grevillo's laatste wilsbeschikking^ lord Marlow," antwoordde Trale ernstig" en met blijkbare vreugde; „het laatste testament, mylord. Sir Jordan kent den in houd. Als u er even in wilt kijken, zult üt zien, dat de bezittingen heel anders vern deeld w'orden dan nu ig geschied. Een! derde deel wordt aan mijnheer Neville nan gelaten en ©on derde deel aan de doohte* van do dame, die Sir Grevillo wensohfco té huwen." ?- Lord Marlow keek het testament in. „Leeg hét voor, Lorrim-ore," zei hij. „Hoé"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5