No. 18115.
LEIDSCH DAGBLAD Donderdag 20 Maart.
Tweede Blad Armo 1919.
EERSTE KAMER,
TWEEDE KA&1EB.
BINNENLAND,
RECHTZAKEN 1
Vergadering van gisteren.
Staalsbegrooting 1019.
Buiten landsche Zaken.
De- algemeens beschouwingen ovjr tie be-
begrooting van Buitemlandsch-e Zaken wor
den geopend.
De heer KUYPBR (A.-R.) wijst er op, dat
onee legaties zoo zwak bszet z^n De -Mi
nder vrage maea* geld aan, om daarmee het
personeel in liet buitenland uit te breiden
en op een perl te brengen, waarop het ons
land uitnemend kan voorlichten. Spr. vraagt
den Minister een nadere verklaring over zijn
standount ten opzichte van de pers
De MINISTER VAN BU TEN LANDS CHE
ZAKEN verklaart, dit hij sedert z\jn optreden
zooveel mogelijk naar openbaarheid .ïeeft
gestreefd. Spr. heeft werkelijk soms bsho^f-
te aan steun bij de publieke opinie gevoeld;
iotnsschen kan dit met leiden tot volléiige
openbaarmaking. Spr. betwijf:lt of l~«rt te
kort aan werkkrachten in de, diplomati wel
geheel c~n kwestie van geld is De d'plo-
matie schijnt, als carrière, nog niet die uan-
Uekkeiijkbeid to hebben, om velen tot haar
dienaren te roepen.
De algemöene beraadslagingen worden ge-
GLOüen, waarna de begroot'ng z. h wordt
aangenomen.
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Vervolgens worden de algemeens b schou
wingen over de'begrooting voor Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen geopend.
De lieer DE WAAL MALEFIJT (A.-R.)
achi de kans op den portieken soboolvrole
zoetr groet Is het onderwijs geen punt vm
strijd meer, dan zv. eerst Ö'nk aan zijn ver
betering gewerkt kunnen worden. De ii:mn-
cieeie gelijkstelling besohouwe men fcuch m
geen gevai alg einddoel, doch slechts ais nvd-
5ei om het onderweg op te vceren tot 'ïooger
peli. In de onderwijswet blijve fle gelegen
heid bestaan voor schoo.be ?tu ren om geldon,
die belangstellenden beschikt aar willen c tel
len, aan to wenden in het belang van schooi
en onderwijzers boven de bijdragen van Rijk
en gemeente.
De heer POLAK (S. D. A. P) betuigt
evenais de vorige spreker, instemming .met
het optreden van dezen Mini:ter.
Voorai 's M'nisters standpunt beu aanzien
van de dramatische kunst heeft zijn mvtem-
joiing. Spr. hoopt, dat de Mini-ter ook gele
genheid zaï vinden om aandacht te wijdon aan
de reorganisatie van het ord:rw\js ais onder
wijs. n.i. de inrichting van het onderwijs.
Hij deeit niet de instemming van vele leden
mei de verhodglng van het subsidie aan de
Leidsche Vereeniging ter bevordering Van
de studie der tropische geneeskunst. Dit ie-idt
tot een ongewenschte ve de&iing van k-aoh-
ten en geid, waar Anvrberdann reeds liet
Instituut voor Tropische Hygiëne heeft, be-
hoorend tot het Koloniaal Instituut. Men zal
nu te Leiden een tweede dergelijke instel
ling krijgen. De Regeering behoort een der
gelijke rivaliteit niet te steunen en spr.
vraagt den Minister deze zaak alsnog eens
ernstig te overwegen.
Vervolgens bepleit 6pr. lioogere eischen
van al gome ene ontwikkeling to stellen aan
de candidpten voor de examens middelbaar
onderVrijs. Spr. is niet bevredigd over het
antwoord van den Minister inzake de exa
men-commissie voor Hoogduitsch. Spr. be
pleit voorts de tot-stand-kcaiing van een
tnonu eutonwet.
Onder deze wet zouden natuurlijk ook
moeten vallen moode plekken in do natuur
en oudo stadsgezichten. Alleen door middel
van de wet kunnen do vijanden van de
sohoonheid bestroden worden. Spr. begrijpt
niet, waarom er voor steun aan do Neder-
landscho Opera een afzonderlijke ccwnmis-
sie benoemd moet worden. Kan do toon-
kunstcammissie geen advies geven?
De heer BOSCH VAN OUD-AMELIS-
WEERD (R.-K.) is ook ingenomen met het
optreden van dozen Minister.
Hij herhaalt cfan zijn opmerking, bij de
begrooting van Justitie over het groonloo-
pen gemaakt, 'a Ministers standpunt, in de
M. v. A. aangegeven, is z. i. wel wat al te
voorzichtig. De Minister vredst ingrijpen
in do rechten van den rector-magnificus,
maar dat behoeft in dezen tijd geen bezwaar
te zijn. Hij bestrijdt do instelling van een
landbouwdactoraat to Groningen, waarom
trent de Minister met zijn ambtgenoot van
Landbouw overleg pleegt.
Do heer DE GIJSELAAR (O.-H.) hp-
tuigt instermrang mot het optreden van den
Minister en met de instelling van dit mi
nisterie. Daarna verdedigt hij do vorhoo-
gmg van do subsidie ran do Vereeniging
voor Tropische Hygiene te Leiden. De cur
sus te Leiden bestond reeds lang voordat
do instelling to Amsterdam op kwam. Ook
do subsidie is er reeds goruimen tijd. Al
leen was er een kwestie met „Koloniën",
welk Departement alleen afgestudeerden
van Amsterdam erkende. Het zou onlogisch
zijn, al-s aan een Rijksuniversiteit een der
gelijk belangrijk vak als de Tropische Hy
giëne niet werd onderwezen. Do instelling
van Rijksbeurzen heeft zijn instoraming en
hij wenachb één doctoraat in de moderne
talon en _geon splitsing naar de talen. Wat
dia ondërwijsgoving betreft, noodig zijn bil
lijke traktemonbon, raaur de gemeente
besturen moeten daar van dan afblijven en
de traktementen niet kunnen verhoogen.
Do benoeming van liet onderwijzend per
soneel dient aan B. en W. te komen. Aan
gaande do eigen dammen der soholen voelt
spr. veel voor bet systeem door don heer
Do Waal Malefijt genoemd.
Spr. is het eens met hetgeen de heer Po
lak zeido over de kunst. Do opera is niet
»<iiver toonkunst, maar toonkunst" en dra
matisch© kunst.
De heer BERGSMA (U.-L.) wijst c-r
op, dat de opheffing der Nbod-B.ogohwet
eerlang te verwachten is. Daarom moeten
te dien opzichte van overheidswege maat-
regelen worden genomen.
Do heer VAN EMBDEN (V.-D.) bepleit
spoedige reorganisatie der eischen van de
Eindexamens voor gymnasia en de daarop
aansluitende Staats examens. Ook behan
delt spr. de commissie voor de examens
M. O. Hoogduitsche taal en herinnert aan
hetgeen do heer Ter Laan te dien aanzien
in do Tweede Kamer zei
De heer BINNERTS (V.-D.) stelt de
vraag of de openbare kas, waaruit open
baar on bijzonder onderwijs zal worden be
kostigd, de Rijks- of de Gemeentekas zal
zijn.
Do heer REEKERS (R.-K.) meent, dat
do Bosch web met het oog op de buitonge-
wono omstandighodèen tot stand kwam. Do
Regeermg behoort evenwel zooveel moge
lijk hot eigendom to respecteeren.
De heer D'AUMALE Baron VAN HAR-
DENBROEK (A.-R.) wijst op de belang
rijke taak van den onderwijzer, die voeling
moet houden mot ouders, dan zijn geen
strenge scholen noodïg.
Do MINISTER VAN ONDERWIJS
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, de
heer DE VISSER, zegt dank voor de
vriendelijke en waardeerende wborden, tot
hem gericht.
Dë financieele gelijkstelling op onder
wijsgebied wensoht spr. hoofdzakelijk te
motiveeren en to apprecieeren, met het be
lang van het onderwijs in hot algemeen. In
derdaad zijn er voor de voorstanders van
hot bijzonder onderwijs in zeker opzioht na-
deelen aan verhondon. Maar do ouders en
schoolbesturen behouden toch financieel be
lang bij hun scholen. Ten eerste is er het
storten van de waarborgsom en dat is al
tijd het moeilijkste geweest bij het stichten
van scholen. Ieder schoolbestuur zal ver
plicht blijven een waarborgsom te storten.
Bovendien moet do vrijhoid blijven om bo
ven den norm van hot Rijk aan de school
te verbeteren en uit te breiden hetgeen
men gewenscht acht. Er blijven ook ver
schillende takkon van onderwijs, bet M. O.
en het voorbereidend H. O., waarop de be
langstelling van do voorstanders van het
bijzonder onderwijs zich kan richten, omdat
door heb Grondwetsartikel algeheel© gelijk
stelling voorloopig is uitgesloten.
Hetgeen de heer Binnerts zeido ging dia
metraal in" tegen het voorstel der Bevredi-
gingscon.missio. Spr. kan geen stap in die
richting doenmaar aan de genoemde
moeilijkheden zal op andere wijze te ge-
moot .worden gekomen in heb wetsontwerp
dat, naar spr. hoopt, binnen enkele weken
de Kamers zal bereiken.
Komend tot het groonloopon, gaat spr.
de tuchtrogeling aan de universiteiten na
niet 'uitsluitend beslist de rector-magnifi
cus, ook do Sonaat is er bij betrokken. In
hot algemeen kan gezegd worden, dat de
studentenmaatschappij geen aanleiding
geeft tot groot© klachten. Wat Utrecht be
treft, men moet hoogst voorzichtig zijn mot
wetswijziging. Er zijn in de studentenmaat
schappij uitnemende krachten werkzaam
tot verbetering van d'en toestand.
Intusschen wil spr. het besluit van den
Senaat) van heb Utrochtscho Studenten
corps niet geheel voor zijn rekening necnen.
Spr. heeft de zaak uitvoerig onderzocht.
Er ia maar één zwak punt in de geheele
zaak geweeatdat is, dat men den student,
die do dwaasheid beging, niet voor dén ge
heel en groentijd heb recht tot ontgroenen
ontnomen heeft, in plaats van slechts voor
een week. Dat heeft spr. afgekeurd en het
ware in heb belang van heb U. S. C. ge
weest, indien de Senaat zelf strenger ware
opgetreden.
Spr. verdedigt dön het landbouwdocto-
raat voor Groningen. Van eon conflict met
Wageningen zal geen sprake zijn.
Voor het doctoraat in de vreemde talen
zal waarschijnlijk nog deze week oen wets
ontwerp do Staten-Generaal bereiken.
Spr. is beslist tegenstander van een ge
splitst doctoraat.
Het verzet van den heer Polak tegen de
Tropische Hygicno-subsidie voor Leiden
heeft spr. verwonderd, na de voorgeschie
denis dezer zaak. Te Leiden beschikt men
over voldoende materialen, waartoe Rot
terdam de gelegenheid schept, bedoeld is
hier inzonderheid het monschenmatoriaal,
dat de geneeskundigen behoeven.
Do wijziging van het leerplan der gym
nasia vorderb veel tijd en do wijziging van
het oxamon moet daarop wachten. Intus
schen zal spr. spoed betrachten.
Wat betreft de examencommissie Duitsoh
M. O. akte B, prof. Fransen heeft vrijwil
lig ontslag genomen, prof. Schol ten is niet
benoemd. Prof. Fransen was slechts bereid
onder 2 voorwaarden weder zitting te ne
men, de toenmalige voorzitter der commis
sie had bedenkingen tegen inwilliging daar
van en de Minister van Binnenlandsoho Za
ken vereenigde zich daarmede. Prof. Sy-
mons is toon voorzatter gebleven. Spr. heeft
den toestand willen veranderen, maar kreeg
toen van oon der hoogleeraren een ge
schrift naar hot hoofd, alsof hij een der
schuldigen i3. Spr. wenschte om zijn ver
diensten prof. Symons te handhaven en
daarnaast, een andere commissie te benoe
men onder prof. Fransen of prof. Scholten,
maar bij do uitvoering bloken moeilijkhe
den. Het aantal adspiranten voor het exa
men Duitsoh is kleiner da.n dat vcor
Fransch of Engelsch en dan zouden ook die
commissies splitsing gevraagd hebben en
dat zou meer kosten mot zich gebracht heb
ben.
Pfor. Symons heeft toen proprio motu,
mot heb oog op zijn leeftijd te kennen gege
ven uit den dienst te willen. Spr. heeft
hem toen gevraagd althans nog dit jaar
het voorzitterschap op zich t© nemen; uit
deferentie voor hem on omdat epr. rustig
den tijd wilde hebben tot nauwkeurige
overweging der zaak en samenstelling der
commissie voor de'toekomst.
Spr. wenschb de wet op hot L O. in dien
zin te horzien, dat alle soort scholen, welke
tot dusver- buiten do web vielen, daarin als
bijzondere soholen op te nemen, m. n. de
scholen voor blinden en doofstommen, als
ook de strenge scholen.
Voor besbudeering van het spellihgvraag-
stuk heeft do Llinister nog geen gelegenheid
gehad.
Aan do commissie voor de monumenten
zorg verzoolt hij een ontwerp-HKHium>eatenr
wet gereed to maken. Met onteigenings- I
kwesties op dfrt terrein moet men hoogst
voorzichtig zijn en blijven.
Verleden jaar is reedb erkend, dat de i
toonkunst van overheidswege gesteund
moet worden. Thans ging het om de dra
matische kunst, daarvoor zal nog deze week
een staatscommissie benoemd worden.
Daarin zullen mannen en vrouwen zitting
nemen die de prizicipicede zijde der zaak
hebben te booordeolen en dio de technische
zijde der zaak zullen b eed on Als het rap
port dozer commissi© is ingekomen" zal de
minister hobbon te beslissen of hij zal heb
ben voor t© stellen de dramatische kunst
tot overheidszorg t© maken. Een minister
van Kunsten in het algemeen mag niet a
priori zeggen één kunst uit te sluiten.
Hierna volgen replieken.
De heer BERGSMA, DE GIJSELAAR,
POLAK en BOSCH VAN OUD-AMELIS-
WEERD replioeeren, waarna de MINIS
TER, nog kort antwoordt.
Do beraadslaging wordt geslotenhet
wetsontwerp wordt z. h. st. aangenomen.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER deelt mede, dat beslo
ten is Donderdag om elf uur verschil lende
kleine wetsontwerpen in openbare behan
deling te nemen.
Daarna zullen in de afdeelingen worden
onderzocht Hoofdstuk VI (Marine) en het
wetsontwerp betreffende de financieele re
gelingen der economische overeenkomsten.
Do vergadering wordt verdaagd tot Don
derdagochtend elf uren.
Vergadering van g i s t e f o Q.
Regeling van werkzaamheden.
Besloten wordt Donderdag 27 Maart af-
deelingabijccnkoinstcn to honden tor behan-
deling van veroohillende wetsontwerpen, o.a.
dat tot herziening der Gemeentewet. Daar
I dit afdoe li n.gsonderzoek vermoedelijk den ge
heelen dag in beslag zal nemen, zal er dien
dag geen openbare bijeenkomst worden ge-
j houden.
Marino-begreoting.
De behandeling der MarLoe-hegrootihg 1919
wondt voortgezet.
Bij art. 23 verdedigt do heer HIJGEN-
ROLTZ (S. D. A. P.) een amendement, be-
oogende om niet over te gaan tot don voor
genomen bouw eonor marinierskazerne te
Rotterdam. Ook do bouw van een hospitaal
to Vlissingen kan. meent spreker, nog wei
©enigen tijd worden uitgesteld.
De heer RUTS DE BEERENBROUOK,
MINISTER VAN MARINE AD INTERIM.
I is bereid de nog slechts in voorbereiding
j zijnde plannen voor <1© stichting van beide
gebouwen ecrugen tijd uit t© stellen.
De heer HUGENHOLTZ trekt zijn amea-
I dement in.
Bij art. 48 trekt de heer VAN RAPPARD
(V.-L) een door hem ingediend amendement
beo ogen de verhoog inig der peneioonen van de
onderofficieren der aeemaoht, gepen si© n-
neard. vóór 8 Mei 1913, in. Hij stelt hiervoor
in de plaats twee moties, de eeno atrekkendo
i om den wen sch uit te spreken, dat de pea-
sioenon der vóór 1 April 1911 gepension-
neerde officieren van Land- en Zeemaoht
zullen worden verhoogd tot het peil, waar
op dee© pensioenen zouden staan, indien de
betrokkenen ma dien datum waren gepen-
sionnoord, en de ander© motie, strekkende
j om denzelfden wenseh uit te spreken ten
I aanzien van do vóór 8 Mei 1913 gepension-
neerde onderofficieren.
I Dezo moties zullen op een ma dor to bepa-
len dag worden behandeld.
Bij de af dee ling Loodswezen kLaagt Je
hoor OUD (V.-D.) over de leuHng van dit
bedrijf. Spreker wensoht voort8 do positie
dor loodsen itn overeenstemming te zien ge
bracht mot die der andere Rijksambtenaren,
j Do hoor VAN DER BILT (R.-K.) sluit zich
i in hoofdzaak bij het betoog van den heer
Oud aan.
De heer HUGENHOLTZ (S. D. A. P.)
merkt op, dat het personeel van het loods
wezen nog stoeds den heer Go lijn dankbaar
is, omdat die in den korten tijd. ge-diurende
wolken hij het Dop. van Marine beheerde,
zioh persoonlijk op do hoogte van den toe
stand heeft gesteld en met het personeel
hooft gesproken. Er is toen inderdaad ver-
bel©, ing in hun toestand gobraoht en het
personeel waardeerde dit to meer, omdat de
inspecteur-generaal zelf ongenaakbaar is. Zoo
lang die functionnaris aan het hoofd van
het loodswezen staat, rust daarop een vloek.
Do VOORZITTER verzoekt den hoer Hu-
genboltz zoodanige termen niet to gebruiken
ten aanzien van een ambtenaar.
De heer HUGENHOLTZ bespreekt daarna
nog eenigo detailpunten.
Do heer RUYS DE BEERENBROTJOK
antwoordt, dat het rapport inzake den
roohtstoe^tand der Rijksambtenaren in be
werking is. Daarbij zaL ook het Loodswezen
I ter sprake koonen. Het rapport zal binnen
kort aan H. M. de Koningin worden aange
boden.
Wat het beleid van den in&pocteur-geu-
raal betreft meent spreker, dat die ambte
naar door den heer Colijn niet gehandhaafd
zooi zijn. indien het werkelijk zoo veel te
wenschen overliet. Spreker kan de klacht
van den heer Huigonholtz op het oogeablik
niet beoordeelen.
Do Marine-Zbegrooting, in etemminjg ge
bracht, wordt met 46 tegen 24 ©temmen (die
der vrijzinnig-demooratensociaal-democra
ten, rcvoluHimnalrren en den heer Van Je
La-ar, ohr.-eoc. partij,) aangenomen.
Het wetsontwerp tot verhooging van
Hoofdstuk VI dèr Staatabeigrootimg 1918
(buitenigewoon Marine-krediet) wordt daar
op zonder lioofdel-ijke stemming aangeDomeo.
De betasting-ontworpen.
Aan de orde zijn d© wetsontwerpen tot
wijziging der wet op dë inkomstenbelasting
1914, tot wijaigiaig deer wot op de vermo-
getndboliasting en tot verlenging van dien
termijn en wijziging van het tarief dor ver-
dedigiiagsbelastingen. (Van deze wijriskhgei
woerdt in totaal ongeveer f 70,000,000 hoo-
gere opbrengst geraamd.)
De heer VAN DEN TEMPEL (S. D. A. P.)
vangt aan met do opmerking, dat tegen de
ontworpen zelf geen noemenswaardige te
genstand zal zijn, doch dat zioh ten opzichte
viam de financieel© politiek dor Regeering
groote principieel© geschillen znllen opeo-
baren.
VoLgens den Minister van Financiën ts,
waimocir uit d© direct© belastingen nog 20
müLlioen meer wordt- geh&alidi, die draag
kracht der kapitaalkrachtigen uitgeput.
Wanneer men echter de weelde ziet, die ove*-
al in den «land© door de bourgeoisie wordt
ten toon gespreid, dan kan men den arbe?
der niet wijsmaken, dat daar niets meer te
halen zou zijn. Spreker noemt de politiek
van den Minister v-an Financiën troosteloos.
Spieker betwist, dat een hofling in-eens het
productieve kapitaal aantast. Het totaal vor
meigen in ons land steeg in één jaar (van '17
tot '18) met 1042 millioen en gedurende de
laatste 3 oorlogsjaren met één milliard 32ö
millioen gulden. Do stijging bedioog het
meest voor de rijkaards, want waar het to-,
taal vermogen met 18 pOt. toenam, daar vei-
meerderde het vermogen der millionnairs
roet niet minder dan 24 pCt. Verschillen lo
liberale persorganen hebben op een heffing
in-oens aangedrongen eQ z©l£s Eet Katho
lieke „Centrum" beval een oompromis ten
aanzien oener heffing in-oens aan.
De politiek van dezen Minister van Finan
ciën, om de indirecte belastingen te verhoo-
geffi eindigt spreker moge in de co v
sorvaticve Eerste KameT toejuiching hebben
gevonden, zij zal dit niet bij een groot deel
van do Tweede Kamer on zeker niet bij de
arbeidende klasse.
De hoer OUD (V.-D.) meent, dat de
vraag: directe of indirecte belastingen, niet
is een principieel© kwestie. Spr. wijst op de
belasting op weeldeartikelen, waarvan ook
opr. een voorstander is. Maar van de klein
tjes mag geen belasting worden goh aal I,
tenzij het onmogelijk moor gehaald kan
worden van de grooten. Spr. bepleit een hef
fing in-oens tot een bedrag van een mil
liard. Dat is een groot bedrag. Maar „au
©rand3 m&ux les grands remèdes''. Vindt
men dat te hoog, dan acht spr. een half
milliard het minimum voor eon heffing in
eens. De rest van de oriskKcbuld zou dan :n
20 of 25 jaar moeten worden afgelost.
Do daarvoor benoodigdé 65 miLlioen per
jaar zouden moeten worden gehaald uit de
successiebelasting gepaard met een stelsel
van staatserfrecht.
De opeenten op de suikeraocijns dienden
afgeschaft. Voorts zouden de verschillende
olrecte belastingen moeten wonden samen
gesmolten tot één inkomstenbelasting en één
vor mogensbeast in g. Spr. verkrijgt op deze
wijze 50 millioen voor den gewonen dienst.
Hij wenscht deze te gebruiken voor datgene,
wat direct voorbij is, en de plaatsk-aajrtonbe-
laeting, de tabalcsbAaating en de wijziging
van het tarief, alsmede de belasting op ca
cao, thee en koffie, enz., doen vervallen. De
ontbrekende 20 millioen is te vinden uit be
lasting op de weeldeartikelen en een ver
hooging van het tarief dor inkomsten- en
vermogensbelasting, volgens amendementeu,
door spr. Lgeiiend. Slechts op deze wijze
wondt rekening gehouden met de draag
kracht. Zakelijke- belastingen zijn daarom
ten eenenmiade verwerpelijk. In «sprekers plan
leao dan ook de zeer onbillijke -giondbelas-
fcing tot een bedrag van 10 mUlfioon wordea
gemist. Spr. is voorts voor een hoogore be
lasting op de oojgehuwden. Spr. bepleit vo-orfs
een permanent werken van de oorlogswinst-
beLasting in dien zin. dat alle inkomens,
waarbij overmatige win«sten worden gemaakt
extra worden belast. Wfj zijn niet voorne
mens met 's Ministers plannen in zake de
indirecte belastin-gen mode te gaan zoolang
niet op de anagegeven wijze uit de directe
belastingen gehaald is, wat or uit to
halen is.
Spr. betoogt ten alette, dat do Minister van
Financiën door zijn belastingplannen het
mooie democratische hervorm in gsprogr am der
Rcgecrinig hoeft bedorven en dat hfj daarom
alsnog van d'i© belastingplannen moet af
zien. Spr. doet daartoe een dringend beroep
op den Minister.
Donderdag één uur voortzetting.
Volkerenbond-beginselen. De Minister
van Buitenlandsche Zaken heeft aan de
Tweede Kamer medegedeeld, dat van ds
d.d. 28 Januari toegezonden rapporten der
Commissie van Voorbereiding voor de Der
de Vredesconferentie, dat van 20 Januari
1919 met bijlage niet langer als van ver-
trouwelijken aard behoeft te worden be
schouwd en dorhalve ook ter aigeraeeno
kennis kan worden gebracht.
De voorzitter der commissie, ir»r. J. A.
Loeff. schrijft in dat rapport aan den Mi-
uist-er van Biritenlundsche zaken:
„In het rapport, dat de Commissie Uwer
Excellentie's ambtsvoorganger in Augustus
1918 deed toekomen, en waarin zij haar
oordeel nederlegde over de beginselen
van de „League to enforce Pëace*', gaf zij
een viertal punten aan, die zij meende al»
principieel© voorwaarden voor do aannc
meiijklieid van zulk een League te moeten
beschouwen.
Verder gaande in de ingeslagen richting,
naar aanleiding van het meer algemeeno
deel van de opdracht van 30 Januari 1918
en dus de mogelijkheid van aaneensluiting
van de Staten beschouwende, onafhan
kelijk van eenig correct voorstel, heeft do
commissie gemeeud, dat het in de eerste
plaats nuttig zoude ziin, Uw Excellentie
er van op de hoogte te houden, welke be
ginselen naar haar oordeel aan den Vol
kerenbond .in het algemeen ben grondslag
moeten liggen, zonder daarbij vooralsnog
tot een uitgewerkt schema tc moeten over
gaan. Zij biedt U hierbij een serie van der
gelijke beginselen aan, welke eenparige in
stemming bij de commissie* mochten vin
den. Bij het samenstellen van deze punten
is er van uitgegaan, dat de allernood
zakelijkste beginselen en organen van den
Volkerenbond dadelijk in diens grondver-
drag behoor en te worden neergelegd, maar
dat daarnaast veel aan den geregelden ar-
beid der Bondsconferentie moet worden
overgelaten; voorts, dat naar middelen
behoort te worden gezocht, om verstarring
van het bestaande Statenstelsèl als gevolg
van den Volkerenbond te voorkomenwat
dit laatst© betreft, voorziet punt 10 do
mogelijkheid van grenswijziging, aaneen
sluiting, samensmelting en splitsing van
Staten langs vreedzamen weg.
Die ontworpen Volkerenbond-beginselen
zijn de volgende
1 Alle Staten moöten kunnen deelnemea
aan den Volkerenbond.
2. Alle in het grond verdrag van den Vol
kerenbond nader te precise eren, niet door
onderling overleg op te lossen rechtsge
schillen tusschen leden van den Bond. zul
len "worden onderworpen aan het Perma
nent© Hof van Arbritage of aan een Inter-^
nationaal Gerechtshofalle overige, niet
door onderling overleg op te lossen ge
schillen zullen worden gebracht voor in
tern. commission v. onderzoek en verzoening
waarvan elk lid van den Bond er een zal
bezitten, voor zijn betrekking tot olk der
overige leden.
3. Afzonderlijk© of- en defensieve ver
bonden zijn met den Volkerenbond onver-
eenighaar.
4. Onbeperkte wapeningen zijn met hot
beginsel van den Bond onvereonigbaar.
De conferentie der leden van don Volke
renbond (Bondsconfercntic) zal een verdrag
betreffende do beperking en de cautingen-
teering der wapeningen ter hand nemen,
5. Het recht om elkander den ocrlog aan
t© doen is met den Volkerenbond onver-
cenigha&r.
6. Er wordt bij het grondvecrdi ag inge*
steld een Bondsgerecht, voor welke samen*
stelling die van het Internationale Prija-
hof van 1907 tot voorbeeld wordie geno«
men.
7. Dit orgaan maakt in de eerste plaats
naar een c ^erpen rcg^l uit, of een Staat
de misdaad, onder 5 bedoeld, begaat.
8. Tegen den Staat, die het bepaalde bij
punt 5 overtreedt, ?al zich de gemeenschap
peliike economische en militaire macht
van allo overige Staten keeren.
9. De Bondsconferentk- .'.al aanstonds eea
verdrag tor hand nemen, betreffende do
orgarisntie, reeds ir. normale tijden van
de gemeen schappelijke economische en mi
litaire actie.
10. De Bondsconfercntic zal verdragen
kunnen maken, o. a. betreffende andore
misdaden va,n Staten dan het onder 5 ge
noemde, waartegen in scherp omlijnde ge
vallen door gemeenschappelijke actie zou
kunnen worden opgetreden
grenswijziging, aaneensluiting, samen
smelting of splitsing van Staten voor zoo
ver deze niet door de betrokken Staten
onderling geregeld worden
bot internationaal goederenverkeer;
het toezicht op het naleven van het
böndsrerht
het oprichten van noodig gebleken bonds
organen
IJ De Bond mengt zich niet in do inwen*
dige aangelegenheden van de leden van
den Bond, voor zoover deze niet strijden
met het voor alle gelijke bondsrccht. Do
Bondsconfercntic vermijdt 't gebied, waar
op andere internationale conferenties
werkzaam zijn, tenzij zij ter betere behar-..
tiging van de betrokken materie sommige
onderwerpen van algemcenen aard aan
zich trekt
12. Geschillen over den uitleg of de toe
passing van het bondsrecht worden be
slecht door het Bondsgerecht bedoeld on
der 6.
13. Voor het in-werkmg-tneden en blij-
ven van het Bondsrecht is deelneming van
alle groote mogendheden en van een na
der te bepalen groot aantal der overige
landen vereischt
14. Toetreding tot den Volkerenbond be
hoort zonder reserves te geschieden. Op-
»egging kan slechte geschieden telkens na
©en bepaald aantal jaren, bijv. 10 of 20, te
rekenen van hot in-working-treden van het
grondverdrag.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Dit Hof heeft arrest gevezec in de «a
ken
J. F., werkman, en F v. d. P., rnaga*
zijnknecht, beiden te 's-Grav©nhago, wa
ren wegens diefstal van pepermunt en jams
te Leiden door de Haagsche recht
bank veroordeeld tot 3 maanden gevange
nisstraf.
Het Hof legde deze straf voorwaarde*
lijk op.
F. G opperman te L e i d o n. was
wegens diefstal van o. a. pendules uit ecu
perceel, waartoe hij zich door braak toe<
gang had verschaft, veroordeeld tot ach#
maanden gevangenisstraf.
UTRECHTSCHE RECHTBANK.
SpoorwcgdielstaL
Deze reehtband behandelde eon diefstal
van een vat boter, bestemd voor do ge
meente Bodegraven, dat nabij
Utrecht, uit don goederontrein was gewon
pen en later voor f 192.50 verkocht.
Boschuldigd van dezon diefstal stonden
tereoht een los werkman en een koetsier,
beiden vroegèr los remmer bij de N. C. S-
Bcklaagden bekenden.
De subst.-ofnL!c, van justitie, mr. A. N.
Fabius, eischt© tegen beiden 1 jaar gevan
genisstraf, voor bekl. B. mot aftrok van
het voorarrest.
Als verdedigers traden op mrs. Dam
brink e® D© Waal Malefijt, beiden te
Utrecht.
Torzako heling stonden vervolgens to
recht twee gewezen remmers, thans los
werkman, en een vast remmer, allen te
Utrecht.
Geëischt word tegen den eerste twea
ieder zes maanden gevangenisstraf en tegen
don anderen 1 jaar gevangenisstraf met af
trek van het voorarrest.
Uitspraak Maandag a.s.
ARNHEM SCH GERECHTSHOF.
Het processie-verbod.
Dit Hof heeft arrest gewezen in de zaak
tegen A. J. K., pastoor te Beugen, tegen
wion een strafvoivolging was ingesteld we
gens het houden van een openbare gods
dienstoefening op d!en openbaren weg op
een plaats, waar zulks niet geoorloofd was.
Do rechtbank te '6-Hertogeabosoli had
bekl. vrijgesprokenin cassatie van een
vonnis van en Hoogen Raad werd do zaak
voor hot Hof te Arnhem behandeld.
Het Hof nam op gTond van getuigenver
klaringen aan, dat te Beugen processiën
niet van oudsher gebruikelijk waren. Het
ten laste gelegd'o als bowezen aannemend,
concludeerde het Hof, dat bekl. heeft ge-
handeld in _strjjd met de wet.