Derde Blad
PERSSVERZICHT.
Nederland en de Oorlog,
FEUILLETON.
Mo. 17983.
LEBDSÜH DAGBLAD Zaterdag 12 October.
Anno 1913.
L ij k v o r b r a n d i ïïg. Kan dat door
jen heugel? aldus vraagt „DE RESTDÈN-
■TIEBODE", die verder zegt:
Do- ergernis dor lijkverbranding blijft
voortduren. Do vet gebiedt uitdrukkelijk
iat do lijken begraven moesten worden
toch werd do "lijkverbranding door cÜe offi-
oiouso medetr.evldng van den vorigon
Mi nister van Justitie gesanctionneerd
Of minister Heemskerk oen middel zal
vinden orn .-van db ergerlijke wetsverkrach
ting een einJo to maken, moeten wij af
wachten.
Maar inmidribls zal ons Christen volk
niet graag zien, dat nu officieel meegesold
wordt met dat •ergorlijkgedoe.
Dezer dagen was er weer een verbranding
waarbij oen officieel persoon aanwezig was,
n.l. iemand' om den Minister van Buiten-
landsöho Zaken to vertegenwoordigen.
Al is zulk een vertegenwoordiging i-cts
anders dan do sanctie van den vorigon Mi
nister van Justitie, een' erkenning is het
wel. En wij vragen of dUo er door kan, zoo
lang do wot niet worcOb nageleefd.
Het „KATHOLIEK SOCIAAL WEEK
BLAD", Als „waarnemend redacteur"
van liet KATHOLIEK SOCIAAL
WEEKBLAL" is, gelijk werd gemeld, rec
tor Joh. C. Aalberse, broeder van prof.
mr. Aalberse, Minister van Arbeid, opge
treden. In liet jongste nummer aanvaardt
Zijn eenv. zijn tank met „een woord ter
inleiding", waaraan wij het volgende ont-
leonen
„De scheidend©* Redacteur hfeft* mij het
entree ccnigszins gemakkelijk gemaakt.
Daar ben ik hem zeer dankbaar voor.
Hij schreef 'immers, dat ik hém „niet
alleen in dbn bloede zeer na" ben.
Gewis, daarin .niet alleen, maar ook in
al datgene, wat hier van het meeste belang
is in het rodigoeren van dit „Wec-kblad"
raakt.
Do sociaal-politieke geloofsbelijdenis toch
door hem, wiens pla-ata ik hier mag inne
men, zoovel o jaren lang reecb in clit
„WeebblacT' en in and we geschriften ont
wikkeld zij is geheel do rnijno. Broeder
naar het bloed, is hij mij vader naar -den
geest en leermeester tevens op het gebied
van sociale kennis en actie.
Om de overeenstemming uit te drukken,
welke in sociaal-politieke denkbeelden
tusschen hem en mij bestaat, zou men ©en
bekende Hollandbcho spreekwijze gebrui
ken kunnen. Dit doe ik echter niet.
Liever wend ik mij tot do Klassieken en pas
op onze eensgezindheid in sociale ideeën het
.woord van Vergilius toe: „His arnor unus
&ratEen in onze gedachte, ons doel, oins
streven
De eenv. schrijver herinnert vervolgens
aan het program van het „Weekblad", in
hot eerste nummer aangeduid in deze woor
den: "„Dooi- heb verspreiden van sooialo
kennis aan üe sporen tot degelijke
sociale actie." Zooluidde, zegt hij, het
program, en zoo zal het b 1 ij v e n.
Boomkweekera.
Hot bestuur van cis groep Boomkweekers
uit den -Nederlandisóhen Tuinbouwraad stelt
zich voor een vergadering van boomkwee-
kers te houden om te geraken tot oprich
ting van een Algemeen o Boomkwoekersver-
eeniging. H'et is bekend, dat vele kweekors,
niet in een centrum wonende, gaarne meer
zouden deelnemen aan beraadslagingen, hun
vak betreffende, of meer direct' met do col
lega's in andere streken des lands in relatie
zouden komen. Op 15 October zal de eerste
Beursdag gehoudsn worden, clan ia de vol
gende d'ag bijzonder geschikt om een be
spreking te houden, 's Morgens om 10 uur
zal dan de vergadering gehouden worden
in hotel „De l'Europe" te Utrecht.
Een Reliefhoot verongelukt.
Hot Noorrsch© stoomschip „MatJiilde" uit
Bergen, dat met een lading graan van New-
York naar Rotterdam onderweg was (met
bestemming voor do Belgische Reliefcom-
missie) is op de Noorsch© kust gestrand tij
dens dikke regenbuien.
Do geheel© bemanning op één na is ge
red kunnen worden. Het voorschip ligt. ge
heel oncler water, terwijl heb achterschip
nog ccnigszins boven de waterlijn uitsteekt.
Twee bergingsbooften zijn reeds ter plaatse
aangekomen om te onderzoeken of het schip
nog te bergen is. In allo gévallen za-1 men
toch pogingen aanwenden om van de lading
zooveel mogelijk to redden ten behoeve van
don Noorsohen staat.
Tegen <lc cipkoopers.
In den laatsten tijd ontwikkelde zich in
de vlschhallen te IJmuiden Kuiten den
officjeelcn handel nog een clandestiene
vis chver koop. Een groot lioirleger van op-"
koopers scharrelde rond om de weggege
ven zootjes visch te verhandelen, terwijl
ze ook wel afnemers waren voor niet al
tijd op eerlijke wijzo verkregen visckjcs.
Ojp deze manier werd dikwijls door de
iiooge prijzen welke de opkoopers besleed
den, diefstallen in de hand gewerkt en
loonend gemaakt. Ten einde deze onge-
wenschlc handelaren voör goed te verdrij-
von, wordt hun door d© haipolibie de toe
gang tot den afslag geweigerd, en wer-
den zij tot de grens van den rijksgrond
tcruggezor den.
Tegelijkertijd is heb aan eigonaren van
reeds in do hallen ten vérkoop afgelever
de risck verboden aan anderen daarvan
zootjes ai te staan.
Door bet lid Schuitemaker werd in den
gemeenteraad van Yelsen reeds vroeger
gewezen op dezen misdaad, die dikwijls
nog jeugdige personen tot diefstal ver
leidde en in aanraking met den rechter
deed" kt men. Eerst na do belangrijke uit
breiding der politie aan do Viisschersha-
ven kon met kracht dit euvel bestreden
worden.
Tuinbouw.
Naar de „Nedcrl.'' verneemt, is mr. H.
C. Dresselhuys, voorzitter van den Ned.
j Tuinbouwraad, van plan, terstond na zijn
terugkeer uit Duitschland met 'den minister
van landbouw besprekingen to houden over
verschillende zaken den tuinbouw botreffen
de. Zoo zal aangedrongen worden op een
spoedige bekendmaking van de teeltrege
ling 1919, opdat de tuinders daar rekening
mee kunnen houden.
Levensmiddelenkaarten.
Het lid der Tweede Kamer de'heer Die
Buisonjé (Econ. Bond), heeft de volgende
vragen gezonden aan den Minister 'van Land
bouw.
1. Is het juist, „dat het' drukken van de
brood- en vetkaarlen aan één firma is om
gedragen?
2. Zoo ja, is liet den Minister bekend,
'dat het drukken toch in verschillende steden
geschiedt?
3. Zoo neen, is de Minister bereid; het
drukken van brood- en vetkaarlen in zoö
weinig mogelijk inrichtingen te doen ge
schieden, opdat de gelegenheid tot ontvreem
ding wordt'beperkt?
4. Welke maatregelen denkt de Minister
voor de bedoelde drukkerijen te nemen om
het ontvreemden tegen te gaan?
Huisslachtingen.
De heer De Buisonjé heeft verder de vol
gende vragen ingezonden:
1. Vreest de Minister niet, dat de ophef
fing van do verplichting om te slachten in
de 'centrale slachtplaatsen voor uitgestrekte
plattelandsgemeenten een behoorlijke inza
meling van vetten zal belemmeren
2'. Acht de Minister het in het belang van
de vetvoorzi'ening- niet-noodig, nu IJrj wijze j
van proef de slachtingen op eigen erf weer
mogelijk zijn, andere maatregelen te treffen,
dan die in een circulaire (Stcte 231) aan
de burgemeesters zijn genoemd?
•3. Is de Minister niet van oordeel, dat) er
geen gelegenheid raag gegeven worden op
eigen werf te -slachten in die gemeenten,
welke thans een centrale slachtplaats be
zitten?
ündustrieieep.
De Minister van Landbouw heeft voor
zachte zeep, bestemd voor andere dan huis
houdelijke doeleinden (industriezeep). een
maximumprijs vastgesteld van f70.25 per
100 K.G.
Omgekeerd kindcrschoenwerk.
Gelijk aan deskundigen niet onbekend is
gebleven, heeft zich in den laatsten tijd hier
te lande de aanmaak ontwikkeld van een bij
zonder soort kindersclioenwerk, 'dat in vak
kringen pleegt te worden aangeduid met den
naam „omgekeerd kinderschoen werk"; deze-
naam is ontleend aan de wijze vim bewerking
Van dit schoeisel.
Aangezien die wij-ze van bewerking zich
er niet toe leent om in de regeling betref
fende dé standaardschoenen .te.worden opge
nomen, heeft do Minister van Landbouw ter
zake dit schoenwerk een beschikking geno
men. welke zich, vrat haar opzet -betreft,
aansluit bij die 'der standaardschoenen.
Dit schoenwerk moet op overeenkom
stige wijze als het standHardsellosnwerk met
de letters S. S. met de letters 0. S. wor
den gemerkt; ook de voor dit schoenwerk
vastgestelde maximumprijs moet in de zool
zijn gestemp: ld.
De economische onderhandelingen met de
Geassocieerden.
Nader verneemt de „Tel.", dat als Verten
voor de. commissie, die de onderhandelin
gen roeren, ook genoemd worden de heeren
J. L la Gro en K. Huijsinga.
meer zaken, bioscopen, schouwburgen "en scho
len zijn gesloten. Dq toestand in de inboorlin-
genwijken is verschrikkelijk; heelo gezinnen-van
kleurlingen liggen zonder hulp, daar de dokter.3
zelf ziek zijn en niet talrijk genoeg om alle
zieken te bezoeken, die niet in staat zijn zich
de noodigo geneesmiddelen te verschaffen. De
verpleging wordt thans met alle kracht georga
niseerd; allerlei commissies en' openbare licha
men geven zich aan om de ziekte te bestrijden.
Zij hebben hun gewone bezigheden lafen vaTen.
om do verrassend snel opgekomen ramp, die
het leven in do geheele stad heeft ontwricht, te
keer te gaan. Hoeveel zieken er zijn is niot be
kend, maar er zijn er stellig tienduizenden en
het aantal begTafennisson op liet groote kerkhof
is bestendig gestegen en bedroeg Maandag 105,
dat is tienmaal het gewone gemiddelde.
Sir Frederlk de Waal, de bestuurder van de
Kaap ligt ook ziek.
In Kaapstad licerscht de ziekte'verreweg het
ergst, maar de epidemie-woedt ook te Kimber-
ley, Johannesburg en Port Elisabeth. Het be-
drijfs- en maatschappelijk leven is verlamd.
Terwijl he aantal sterfgevallen te Johannes
burg gering is, vergeleken bij do "duizeude ziek-
gevallen, zijn er te Kimberley tal van Europea
nen gestorven en 500 inboorlingen in de Mijn
streek.
Dc Spacnsche griep in Zuicl-Afrika.
De Spaansche griep, die te Kaapstad epide-
mis-ch heerscht, heeft zicli nog uitgebreid. Nog
Mijnheer de Redacteur
Wees zco goed 't volgende te plaatsen:
Yleeschdietributi©.
Yan Ho meeste artikelen, we^ke door
de gemeenten gedistribueerd worden, kan
men als leek controteeren of men soort
en kwaliteit bekomt, welke door de ge
meenten aangegeven wordt.
Moeilijker is het echter met vleesch.
Weinig vrouwen wéten- van kwaliteit of
soort af, daar men hier beslist vakkennis
voor noodig heeft. Dat is mede één van
dë oorzaken, waardoor tallooze klachten,
gedaan cloor de vrouwen bij politie of
distributie, weinig resultaat hadden, daar
deze rocnscken, aangesteld voor de con
trole, absoluut zelf er geen verstand van
hebben.
Wat gebeurt er nu? De. slager, die voor
zijn klanten buiten den winkel een bete
ren prijs maakt, zegt doodgewoon aan de
vrouwen, die met haar bon in de hand
komen. „Lappen voor f 1,05 per pond
heb ik niet", terwijl dan noch door de
vrouwen, noch door den controleur ter
wijl deze slager is van beroep was te
controleeien of. dit juist is; en aangezien
nu alle conroleurs geen slagers zijn, is het
niet na te gaan of men voor zijn geld zijn
waar ontvangt. Geheel anders zou het we
zen, wanneer de gemeente begon met het
instellen van noodhallen. Ten eerste zou
dr.n het vleesch van het slachthuis onder
gemeente-vervoer naar de hal gebracht
worden en niet bij de slagers, in huis ko
men. Hierdoor zou een stuk geknoei kun
nen worden tegengegaan.
In die hallen zou men twee "afdeelingen
kunnen maken, voor do fijne en voor de
ander soort, steeds natuurlijk onder con
trole van een paa-r vakkundige ambte
naren.
"Ten tweede en dit zou een van de
meest gewichtige maatregelen zijn het
niet meer laten bezorgen van liet distri-
bubievleesch. Er is geen enkete reden voor
iemand, die er een dienstbode op na houdt
hot vleesch op den bon niet te laten ha
len, want dit zijn juist de beste, klanten
voor den slager, die het per telefoon be
stelde vleesch het eerst klaar maakt.
Wanneer de gemeenten deze bepalingen
er bij zouden maken, zou iedereen naar do
gemeentebal moeten gaan om het vleesch
te halen en het geknoei zou heel wat ver
holpen zijn.
De Regeeringsvisch kan men immers
ook niet laten bezorgen Waarom dan wel
het vleesch 1
Deze noodhallen zouden gebruikt kun
nen worden bijv. voor molk. Wamt gaat dé
distributie van dit artikel zoo goed? Wie
controleert de slijters, dat zij geen boter
voor zichzelf maken?
Bij vóórhaart mijn dank.
A. v. d. BOGAART,
Rijndijkstraat 99.
Alhier.
Leiden, October 1918
LIJST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN
EN BRIEFKAARTEN, WAARVAN
DE AFZENDERS ONBEKEND ZIJN.
Terugontvangen in do 2do helft der
maand September 1918.
BINNENLAND. BRIEVEN.
Adj. Dir. der Art. Inrichtingen, Delft;
F. Aehe, LeidenW. C. Brouwer, Oegst-
geestA. P. Buys, Leiden Bur. Haagsch©
Courant, Den Haag; mevr. Jong—Dijk
man, Den HaagJ. Diocon, Den Haag
Gemeenteraad, Hazerswcmde, (Dorp) fam.
v. Gem eren, Boskoop K. dte Jong. Beiden;
B. v. Kempen, Leiden; zuster J. Leon-
hard, Amsterdammevr. Mulder v. Lier,
Den Haag; Nahon, Boskoop G. H. Nuo-
sink, RhénenP. Paats, Leiden (2 stuks)
Rijksdüstoikmtie van Calcium-ca-rbid, Den
HaagRijksbureau voor Ta-bak, Amster
dam.
BINNENLAND', BRIEFKAARTEN.
Amsterdamsehe Wasohinrichbing I. R. A.,
Leiden; mej. J. Ra-erts, Amsterdam; wed.
Hennis, LeidienF. van Horn, Amsterdam
J. Hufner, VoorhoutC. Ka-lt, Rotterdam
A. Kres, Den Haag; Rein oord, Leiden;
M. Ronnekens, Rotterdam (3 stuks) J. cSe
la R-ie, DordrechtRoscliier, zonder pi. v.
bestemmingme-j. Sandfort, Den Haag; L.
K. Santbergen, Rotterdam M. Spierenburg
Amersfoort; H. W. Tuleman, Den Helder;
Transport en Expeditie-vereeniging „Hob
land", Rotterdam.- Vijftien istuks zonder
adres.
BUITENLAND, BRIEVEN.
Dir. Mont da Piété, Brussel, S. Saigge-,
Koln. Nip pesfraul Wagner, Bonn a. Rh.
BUITENLAND, BRIEFKAARTEN.
Mej. S. Sicber, Munchen.
NOTA Aanbevolen wordt om het adres van
den afzender op do brieven cn brief
kaarten te vermelden, opdat dezo bij
onbestelbaarhoid kunnen worden te
ruggegeven.
Voorts is het gcwenscht allo per
post to verzenden stukken steeds van
oen volledig adres straatnaam on
huisnummer to voorzien.
TTCH© 1SAHE.
Roman uit het laatst der 16de oeuw, naar het
Deenscb, van VILHELM OSTERGAARD.
Slot
Rusteloos sprong do Vorst van hot eeno
onderworp op het anclero over en hot be-
gon ab duister to worden, toon de audiëntie
eindelijk afgeloorpen was ©n da heer Tycho
Brake verlof kreeg de keizerlijke vertrek
ken te verlaten.
Terwijl hij het open plein Van het slot
overstak, kwam er iemand recht op hem af.
flÉEet was een lange, uitgedroogde gedaante,
met een gelaat zóó scherp en hoekig, of het
uit steen gehouwen was; maar eerlijkheid
.en goedmoedigheid straalden uit de kleine
oogj es.
„Welzoo, welgeboren heer Tyoho Brahe,
komt u daar weer van den Keizer U is zoo
waar d's meest-begunstigd© uit Zïjnor Majes-
tedts omgeving. Wie heeft heb geluk zoo mee
als u?"
Tycho Brak o was blijven staan en reikt o
den vreemdeling do hand1:
„Da-t geluk moet u mij maar niet misgun
nen, beste Kaspar von Mühlsbein 1"
Et kwam een stiroevo glimla-ch op heer
Tycho'a gelaat en - hij voegde er bij
„U herinnert rioli nog wol, dab ik inder
tijd, toen u op Bena.tky woonde, u den mo
lensteen noemde, dien mij om den bals ge
hangen. was, omdat ik zoo ontzettend veel
moeite had u te bewegen mijn honorarium
te beta-len, dat ik altijd nog te'goed had;
wat toch aan u stond als keizerlijk inten
dant
„Ja, maar wat daaraan to doen?" vroeg
de heer Mühlsbein goedmoedig. „Wij bad-
dsn geen schelling meer ,\n do schatkamer
„Ik ben ook tot het inzicht gekomen, cüat
ik u onrecht aandeed," hernam Tycho Bralio
„Het wo3 niet door u alleen, dat ik don
molensteen droeg, ik merk nu, dat ik
dien overal meesleepte. En zelfs do keizer
lijke gunst kan mje niet eon3 c£c tevreden
heid schenken, die ik daar toch voor voe
len moet Zie je, bcete vriend, cn daar
om zou ik dfus maar niet al te veel van mijn
gel uk'prat en 17
Do hoer von Müblsteiu beschouwd1© den
geleerden jonker met onderzoekenden blik.
Toon schudde hij nadenkend het hoofd en
zei
,Als ik ii eene wat beter aankijk, welge-
boren hoer jonker, clan lijkt het mij, dat u j
toch wel veel veranderd is, sinds ik u den
eersten keer aantrof in Praag. Maar u moot
die misnoegde stemming toch niet do over-
hand doen krijgen, want dat zou -a slechts
schaden naar liohaam cn ziel en uw eind i
zou 't verhaasten. Z.et die nukken toch uit 't
hoofd en maak u eejis vroolijk met uw vrien
den, hier in do sta-dl lk weet, - dut u een j
uitnoocïüging heeft voor den dertienden
October, bij clen hofmeester, graaf Rosen- j
berg. Daar geeft u toch gevolg aan? Tot
ziens dus, welgeboren heer Tyoho
De lange, hoekige gostalto maakte" een
plechtstatige buiging cn ging verder bet
slotplein over, terwijl de heer Tyoho zijn
weg voortzette, den tegenovergestelde»
kant uit.
Hij liep langzaam en met gebogen hoofd j
en zo.o zag meester Gemperlin hem den tuin
doorkomen, die bij huize Curtius behoorde.
HOOFDSTUK XX.
Tycho Brako's Dood
Het was vier en twintig October 1601. In
heb huis op het Loretbe-plean waren de
blinden voor de vensters in dë groote tuin
kamer. Daar was ©en rustbank gezet,' want
in de slaapkamer was het dén ziek© te be
nauwd gewordenon liij had ook in het
vertrek willen zijn, waar de groote hemelbol
stond e-n verscheidene van zijn astronomi
sch© instrumenten' waren opgesteld.
Op een tafel, naast de rustbank, stonden
een paar kandelaars en het bleeke kaars
licht viel op het gelaat van den zieke, dat
vorwondierlijk smal en ingevallen was.
Aan het hoofdeinde knielden jonker Ty
cho'a vrouw en kinderenallen behalve
de oudste zoon Tyoho, die v-er weg oj> reis
was. Aan het voeteneinde stond een slank-
gebouwd man, met geestige, fijn-besneden
trekken. Dit was de astronoom Johannes
Keppler, die zich nu ongeveer twee jaar bij
Tycho Brahe in Praag had opgehouden.
Verschillende strijdpunten waren er opge
rezen tusschen den Doensclien astronoom
en zijn geleerden assistent en menig twist
gesprek had er tusschen die beiden plaats
gehad; maar nu was allo onconigheid ver
geten en mot tranen in de oogen beschouw
de Keppler den stervenden meester, wiens
genie hij béter scheen te waardeoren dan
iemand anders.
In ©en hoek van het vertrek, half-verbor-
gen achtor een gordijn, zat een man met
grijzend hoofd- en baardhaar. Hij hield het
hoofd in de^" handen en tranen biggelden
hem langs-clo wangen. Zoozeer was mees
ter Gemperlin overstelpt, door zijn droef
heid, dat hij niet cc ris gemerkt, had, hoe de
-arme- c'Jwerg aan zijn vopten gekropen was
en daar maar steeds zijn reusachtig hoofd
zat te schudden.
Een dag of tien geledon was Tycho Brahe
ziek thuis gekomen van cën feestmaal bij
dep hofmeester, graaf Rosenberg. En die
ziekte had al heel gauw de overhand gekre
gen en had zijn gestel ondermijnd door hoogc
koortsen en herige pijnen. Hij wist, dat de
cbecl nader eb en' liad zijn familie en zijn
leerlingen orn zioh heen geroepen. Hij had
zijn. vrouw bedankt voor al de liefde, dis zij
hem geschonken had, en voor de tallaozp
malen, dat zij zijn al te barsch en opvliegend
gemoed weer tot kalmte had weten te bren
gen. Hij sprak tot haar, dat zij, evenals dc
lichte sterrenhemel, zijn hart vervuld had!
met vreugde, al die jaren dat zij samen
loef don. Toen had hij afscheid genomen van
zijn kinderen en zijn leerlingen. Johannes
Keppler had hij verzocht zijn werk voort te
zetten en voor het laatst had hij meester
Gemperlin de hand gedrukt cn hem bedankt
voor do vele vriendschap. Toen verzocht
hij hem zijn bekenden en bloedverwanten in
Denemarken zijn laatst© groeten te willen
overbrengen.
Maar in den nacht was de zieke weer aan
het ijlen gegaan hij keerde zich onrustig
om ©n om op zijn legerenkele malen richt
te hij zich op, als in groeten angst, en bad
met luicüer stemme, dat God hem den troost
zou schenken, ebt hij toch niet tevergeefs
geleefd had.
Sinds dien had hij stil gelegen als in die
pen Blaap en zij verwachtten niet, dat hij
weer bij zou komen.
Zoo waren cb uren omgekropen, moeilijk
en langzaam, tot zij merkten, dat hij de
oogen opsloeg en om rich heenkeek. Hij
schoen weer bij volle bewustzijn te wezen
zijn blik was kalm, zonder koorts of ver
warring.
Hij keek lang van den c.cn naar den ander
cn het scheen, dat het hom groot© moeite
kostte om de ^oorden uit te brengen maar
terwijl hij sprak, werd zijn stem duide
lijker."
„Ik heb een wonderlijken droom geha-cl....
Het was avond en ik was weer thuis...
De Sond, tusschcn do kusten van Skaane
cn Soelahd, is nog nooit, zc.-o spiegelblank
geweestde hemel was nooit zoo dicht be-
cbkfc met sterren. Ik zag die ineens
over mij heen gewelfd en diep onder
mij het stollo water En ze fonkelden en
schitterdem boven do torens van „Uranie-
borg" Jk zag mijn lievelitLgssterren
Cassiopeia- on Capolla, de Pleiad'en cn de
roodo Adlebaran Maar ze waren grea
ter en stralender gewordenOok leek
het mij, dat ze dichterbij warprf
De omstanders hadden zich voorover ge
bogen en luisterden naar zijn woorden. Zijn
stom was weer zwakker geworden, maar hij
sprak steecb vlugger, of hij bang was, dat
cb doocl hem verrassen zou, eer hij zijn
droom nog ten einde verteld had
Terwijl iR daar zoo stond, trok
„Uranieborg" langzaam voor mijn blikken
weg Eerst cb spitsen ©n torens en toen
de muren Tot-ei" geen steen meer van
1 over was en dit vervul cb mij met groote
droefheidwant ik beschouwde het
als een voort-eeken daarvan, dat mijn werk
zou sterven met mij i Toen keek ik weer
naar den hemel op, en clo sterren straalden
i en fonkelden als te voren, tot in het on-
j eindigo En ik kreeg weer die gewaar
wording, als ik che al zoo vele malen te
voren haddat de hemel rich grootsolicr,
j over wijderen horizon, .Welfde, over dit
plekje gronah, dan over ieder ander deel
der aarde, dat mijn voeten wél betreden
I hadden Het leek, of ik op een schip
j stond, in vólle zee Niets dan den ster
renhemel zag ik om mij heen Toen ver
soheen er opeens een gedaante
Terwijl Tycho Brail© sprak, zocht hij met
cbn blik steeds Johannes Keppler, die aan
het voeteneinde stond, en het leek wel of
I hij hem naderbij wilde wenken.
In die gedaante herkende ik jou,
beate Johannes Toen begreep ik, dat
mijn werk niet met mij zou sterven
Je zult het voortzetten en anderen
zullen weer volgenje zult voortbouwen op
den cbor mij gelegden grond En zoo
zullen dan ook cb. vele jaren, in bet buiten
land doorgebracht, terwijl ik dikwijls zoo'n
brandend verlangen had naar huis, dan
toch Uranie's kunst ten goecb komen
Hij trachtte rich nog op te richten en voor
do laatste maal waren zijn blik en zijn stem
opgewekt. Toen viel hij langzaam terug in
clo kussens.
- Zij knielden allen om zijn legerstede
En door het gordijn begon do ochtend al te
schemer cn. Maar aan hot doodsbed brandden
nog de kaarsen, niemand had er aan gedacht
dio uit to do-en, en 7.0 flikkerden als twee
sterren, die liem vóórlichten zouden op den
goheimrinnigen weg naan cl© Poort des
Dooda
HOOFDSTUK XXII.
Besluit,
De kerkklokken luiden te Praag De stra
ten zijn bestrooid met fijn zand en groene
twijgen; la-ngts de huizon staan de mcnschen
dicht opeen gepakt.
Van uit Hradsaliin, door de nauwe en
bochtige straten van do voorstad, Klein-
soite, over dc Nepomuk-brug von door de
straten van Oud-Praag, beweegt zicli een
statige lijkstoet.
Eerst komen maarschalken, mot bran
dende kaarsen, en in lange rouwgewaden
gekleed, versierd met het wa.pen van cb
familie Brahe. Dan volgt een zwart-davnas
ten banier, waarop.naam. en wapen van dos
overledene, prachtig in goud geborduurd
staan; daarop zijn lievelingspaard, met
zwart fluweelen clek bekleed, en achter het
paard weer een zwarte banier en cLn weer
een paard met een dek van Engelsch laken.
Dan komen weer verscheidene maarschal
ken. Eén van hen draagt een helm, over
trokken met krip, en cUc voeren daarop zijn
van dezelfde kleur als het wa.pen der Bra-
lie's; een ander-draagt een paar - vergulde
sporen op een zwart kusseneen derde een
verguld zwaard en een vierde een schild!,
dat ook tot Tycho Brake's wapenen be
hoorde. En eindelijk komt de baar zelve,
onder een zwaar fluweelen kleed, cn ge
dragen door twaalf dienaren des Keizers.
Onmiddellijk achter de lrist volgt de
jongste zoon van dén overledene, Jörgen
Brahe, de oudste, Tycho, ia nog steecb
niot terug van zijn reis. Daarop volgen cn-
kole van de vorstelijke raadslieden, vel©
voorname ©delen-en daarachter Tycho Bra-
he'a leerlingen en assistenten. Éérst nu volgt
de weduwe van den overledene, die tussehen
twee voorname hcoycn in. gaat, en dan haar
drie dochtersMagdalene^ Elisabeth en
Ceoilie, op cbzelfds wijze begeleidterwijl
vele dames uit don adel en uit den burger
stand ds processie sluiten.
De stoet beweegt zich langzaam en moei
lijk voort door ds menschenmassaraaa.r
trekt zóó door do hoofdstraat dor stad en
dan weer cl'oor verscheidene nauwe zijstra
ten, naar het groote plein voor c3e kerk.
De deuren staan open en een groote
schare is ook daar buiten bijeen gestroomd.
Het is zoö stil, dat zelfs clEe belangstellenden
ieder woord van do lijkredo verstaan kun
nen.
Voor hot open graf, bij de eerste"zuil links
van het koor, staat doctor Johaiines -Jessen
van Wittenberg-en hij spreekt in liet Latijn,
indrukwekkend en welluidend. Hij roemt cb
verdiensten van clen overleden©, noemt hem
naast Hyparchus, Ptolemacus on Coperni
cus. En in zijn narede zegt hij nog:
Hij leefde, zoanls het een christen
en eon geleerde betaamt Hij voel clo groot©
liefde voor zijn vrouw en maakte haar ge
lukkig; zijn kinderen voedde hij op tot
godsvrucht en deugdzaamheid Hij wa3
vriendelijk jegens vreemden, mild jegens
de armen. In al zijn daden was hij eerlijk
on vrijmoedig. Er was waarheid en kracht
in zijn woorden, scherpzinnigheid in zijn
raadgevingen. Hij kende geen huichelarij of
valschhcid, maar zei altijd ronduit zijn mce-
ning, om welko reclsn hij zich. meer clan één
vijand maakte. Hij was alleen karig op den
tijd', want hij streefde er naar, orn allen tot
nut en niemand tot schade te wezen t"
-X-