Derde Blad PERSSVERZICHT. Nederland en de Oorlog, FEUILLETON. Mo. 17983. LEBDSÜH DAGBLAD Zaterdag 12 October. Anno 1913. L ij k v o r b r a n d i ïïg. Kan dat door jen heugel? aldus vraagt „DE RESTDÈN- ■TIEBODE", die verder zegt: Do- ergernis dor lijkverbranding blijft voortduren. Do vet gebiedt uitdrukkelijk iat do lijken begraven moesten worden toch werd do "lijkverbranding door cÜe offi- oiouso medetr.evldng van den vorigon Mi nister van Justitie gesanctionneerd Of minister Heemskerk oen middel zal vinden orn .-van db ergerlijke wetsverkrach ting een einJo to maken, moeten wij af wachten. Maar inmidribls zal ons Christen volk niet graag zien, dat nu officieel meegesold wordt met dat •ergorlijkgedoe. Dezer dagen was er weer een verbranding waarbij oen officieel persoon aanwezig was, n.l. iemand' om den Minister van Buiten- landsöho Zaken to vertegenwoordigen. Al is zulk een vertegenwoordiging i-cts anders dan do sanctie van den vorigon Mi nister van Justitie, een' erkenning is het wel. En wij vragen of dUo er door kan, zoo lang do wot niet worcOb nageleefd. Het „KATHOLIEK SOCIAAL WEEK BLAD", Als „waarnemend redacteur" van liet KATHOLIEK SOCIAAL WEEKBLAL" is, gelijk werd gemeld, rec tor Joh. C. Aalberse, broeder van prof. mr. Aalberse, Minister van Arbeid, opge treden. In liet jongste nummer aanvaardt Zijn eenv. zijn tank met „een woord ter inleiding", waaraan wij het volgende ont- leonen „De scheidend©* Redacteur hfeft* mij het entree ccnigszins gemakkelijk gemaakt. Daar ben ik hem zeer dankbaar voor. Hij schreef 'immers, dat ik hém „niet alleen in dbn bloede zeer na" ben. Gewis, daarin .niet alleen, maar ook in al datgene, wat hier van het meeste belang is in het rodigoeren van dit „Wec-kblad" raakt. Do sociaal-politieke geloofsbelijdenis toch door hem, wiens pla-ata ik hier mag inne men, zoovel o jaren lang reecb in clit „WeebblacT' en in and we geschriften ont wikkeld zij is geheel do rnijno. Broeder naar het bloed, is hij mij vader naar -den geest en leermeester tevens op het gebied van sociale kennis en actie. Om de overeenstemming uit te drukken, welke in sociaal-politieke denkbeelden tusschen hem en mij bestaat, zou men ©en bekende Hollandbcho spreekwijze gebrui ken kunnen. Dit doe ik echter niet. Liever wend ik mij tot do Klassieken en pas op onze eensgezindheid in sociale ideeën het .woord van Vergilius toe: „His arnor unus &ratEen in onze gedachte, ons doel, oins streven De eenv. schrijver herinnert vervolgens aan het program van het „Weekblad", in hot eerste nummer aangeduid in deze woor den: "„Dooi- heb verspreiden van sooialo kennis aan üe sporen tot degelijke sociale actie." Zooluidde, zegt hij, het program, en zoo zal het b 1 ij v e n. Boomkweekera. Hot bestuur van cis groep Boomkweekers uit den -Nederlandisóhen Tuinbouwraad stelt zich voor een vergadering van boomkwee- kers te houden om te geraken tot oprich ting van een Algemeen o Boomkwoekersver- eeniging. H'et is bekend, dat vele kweekors, niet in een centrum wonende, gaarne meer zouden deelnemen aan beraadslagingen, hun vak betreffende, of meer direct' met do col lega's in andere streken des lands in relatie zouden komen. Op 15 October zal de eerste Beursdag gehoudsn worden, clan ia de vol gende d'ag bijzonder geschikt om een be spreking te houden, 's Morgens om 10 uur zal dan de vergadering gehouden worden in hotel „De l'Europe" te Utrecht. Een Reliefhoot verongelukt. Hot Noorrsch© stoomschip „MatJiilde" uit Bergen, dat met een lading graan van New- York naar Rotterdam onderweg was (met bestemming voor do Belgische Reliefcom- missie) is op de Noorsch© kust gestrand tij dens dikke regenbuien. Do geheel© bemanning op één na is ge red kunnen worden. Het voorschip ligt. ge heel oncler water, terwijl heb achterschip nog ccnigszins boven de waterlijn uitsteekt. Twee bergingsbooften zijn reeds ter plaatse aangekomen om te onderzoeken of het schip nog te bergen is. In allo gévallen za-1 men toch pogingen aanwenden om van de lading zooveel mogelijk to redden ten behoeve van don Noorsohen staat. Tegen <lc cipkoopers. In den laatsten tijd ontwikkelde zich in de vlschhallen te IJmuiden Kuiten den officjeelcn handel nog een clandestiene vis chver koop. Een groot lioirleger van op-" koopers scharrelde rond om de weggege ven zootjes visch te verhandelen, terwijl ze ook wel afnemers waren voor niet al tijd op eerlijke wijzo verkregen visckjcs. Ojp deze manier werd dikwijls door de iiooge prijzen welke de opkoopers besleed den, diefstallen in de hand gewerkt en loonend gemaakt. Ten einde deze onge- wenschlc handelaren voör goed te verdrij- von, wordt hun door d© haipolibie de toe gang tot den afslag geweigerd, en wer- den zij tot de grens van den rijksgrond tcruggezor den. Tegelijkertijd is heb aan eigonaren van reeds in do hallen ten vérkoop afgelever de risck verboden aan anderen daarvan zootjes ai te staan. Door bet lid Schuitemaker werd in den gemeenteraad van Yelsen reeds vroeger gewezen op dezen misdaad, die dikwijls nog jeugdige personen tot diefstal ver leidde en in aanraking met den rechter deed" kt men. Eerst na do belangrijke uit breiding der politie aan do Viisschersha- ven kon met kracht dit euvel bestreden worden. Tuinbouw. Naar de „Nedcrl.'' verneemt, is mr. H. C. Dresselhuys, voorzitter van den Ned. j Tuinbouwraad, van plan, terstond na zijn terugkeer uit Duitschland met 'den minister van landbouw besprekingen to houden over verschillende zaken den tuinbouw botreffen de. Zoo zal aangedrongen worden op een spoedige bekendmaking van de teeltrege ling 1919, opdat de tuinders daar rekening mee kunnen houden. Levensmiddelenkaarten. Het lid der Tweede Kamer de'heer Die Buisonjé (Econ. Bond), heeft de volgende vragen gezonden aan den Minister 'van Land bouw. 1. Is het juist, „dat het' drukken van de brood- en vetkaarlen aan één firma is om gedragen? 2. Zoo ja, is liet den Minister bekend, 'dat het drukken toch in verschillende steden geschiedt? 3. Zoo neen, is de Minister bereid; het drukken van brood- en vetkaarlen in zoö weinig mogelijk inrichtingen te doen ge schieden, opdat de gelegenheid tot ontvreem ding wordt'beperkt? 4. Welke maatregelen denkt de Minister voor de bedoelde drukkerijen te nemen om het ontvreemden tegen te gaan? Huisslachtingen. De heer De Buisonjé heeft verder de vol gende vragen ingezonden: 1. Vreest de Minister niet, dat de ophef fing van do verplichting om te slachten in de 'centrale slachtplaatsen voor uitgestrekte plattelandsgemeenten een behoorlijke inza meling van vetten zal belemmeren 2'. Acht de Minister het in het belang van de vetvoorzi'ening- niet-noodig, nu IJrj wijze j van proef de slachtingen op eigen erf weer mogelijk zijn, andere maatregelen te treffen, dan die in een circulaire (Stcte 231) aan de burgemeesters zijn genoemd? •3. Is de Minister niet van oordeel, dat) er geen gelegenheid raag gegeven worden op eigen werf te -slachten in die gemeenten, welke thans een centrale slachtplaats be zitten? ündustrieieep. De Minister van Landbouw heeft voor zachte zeep, bestemd voor andere dan huis houdelijke doeleinden (industriezeep). een maximumprijs vastgesteld van f70.25 per 100 K.G. Omgekeerd kindcrschoenwerk. Gelijk aan deskundigen niet onbekend is gebleven, heeft zich in den laatsten tijd hier te lande de aanmaak ontwikkeld van een bij zonder soort kindersclioenwerk, 'dat in vak kringen pleegt te worden aangeduid met den naam „omgekeerd kinderschoen werk"; deze- naam is ontleend aan de wijze vim bewerking Van dit schoeisel. Aangezien die wij-ze van bewerking zich er niet toe leent om in de regeling betref fende dé standaardschoenen .te.worden opge nomen, heeft do Minister van Landbouw ter zake dit schoenwerk een beschikking geno men. welke zich, vrat haar opzet -betreft, aansluit bij die 'der standaardschoenen. Dit schoenwerk moet op overeenkom stige wijze als het standHardsellosnwerk met de letters S. S. met de letters 0. S. wor den gemerkt; ook de voor dit schoenwerk vastgestelde maximumprijs moet in de zool zijn gestemp: ld. De economische onderhandelingen met de Geassocieerden. Nader verneemt de „Tel.", dat als Verten voor de. commissie, die de onderhandelin gen roeren, ook genoemd worden de heeren J. L la Gro en K. Huijsinga. meer zaken, bioscopen, schouwburgen "en scho len zijn gesloten. Dq toestand in de inboorlin- genwijken is verschrikkelijk; heelo gezinnen-van kleurlingen liggen zonder hulp, daar de dokter.3 zelf ziek zijn en niet talrijk genoeg om alle zieken te bezoeken, die niet in staat zijn zich de noodigo geneesmiddelen te verschaffen. De verpleging wordt thans met alle kracht georga niseerd; allerlei commissies en' openbare licha men geven zich aan om de ziekte te bestrijden. Zij hebben hun gewone bezigheden lafen vaTen. om do verrassend snel opgekomen ramp, die het leven in do geheele stad heeft ontwricht, te keer te gaan. Hoeveel zieken er zijn is niot be kend, maar er zijn er stellig tienduizenden en het aantal begTafennisson op liet groote kerkhof is bestendig gestegen en bedroeg Maandag 105, dat is tienmaal het gewone gemiddelde. Sir Frederlk de Waal, de bestuurder van de Kaap ligt ook ziek. In Kaapstad licerscht de ziekte'verreweg het ergst, maar de epidemie-woedt ook te Kimber- ley, Johannesburg en Port Elisabeth. Het be- drijfs- en maatschappelijk leven is verlamd. Terwijl he aantal sterfgevallen te Johannes burg gering is, vergeleken bij do "duizeude ziek- gevallen, zijn er te Kimberley tal van Europea nen gestorven en 500 inboorlingen in de Mijn streek. Dc Spacnsche griep in Zuicl-Afrika. De Spaansche griep, die te Kaapstad epide- mis-ch heerscht, heeft zicli nog uitgebreid. Nog Mijnheer de Redacteur Wees zco goed 't volgende te plaatsen: Yleeschdietributi©. Yan Ho meeste artikelen, we^ke door de gemeenten gedistribueerd worden, kan men als leek controteeren of men soort en kwaliteit bekomt, welke door de ge meenten aangegeven wordt. Moeilijker is het echter met vleesch. Weinig vrouwen wéten- van kwaliteit of soort af, daar men hier beslist vakkennis voor noodig heeft. Dat is mede één van dë oorzaken, waardoor tallooze klachten, gedaan cloor de vrouwen bij politie of distributie, weinig resultaat hadden, daar deze rocnscken, aangesteld voor de con trole, absoluut zelf er geen verstand van hebben. Wat gebeurt er nu? De. slager, die voor zijn klanten buiten den winkel een bete ren prijs maakt, zegt doodgewoon aan de vrouwen, die met haar bon in de hand komen. „Lappen voor f 1,05 per pond heb ik niet", terwijl dan noch door de vrouwen, noch door den controleur ter wijl deze slager is van beroep was te controleeien of. dit juist is; en aangezien nu alle conroleurs geen slagers zijn, is het niet na te gaan of men voor zijn geld zijn waar ontvangt. Geheel anders zou het we zen, wanneer de gemeente begon met het instellen van noodhallen. Ten eerste zou dr.n het vleesch van het slachthuis onder gemeente-vervoer naar de hal gebracht worden en niet bij de slagers, in huis ko men. Hierdoor zou een stuk geknoei kun nen worden tegengegaan. In die hallen zou men twee "afdeelingen kunnen maken, voor do fijne en voor de ander soort, steeds natuurlijk onder con trole van een paa-r vakkundige ambte naren. "Ten tweede en dit zou een van de meest gewichtige maatregelen zijn het niet meer laten bezorgen van liet distri- bubievleesch. Er is geen enkete reden voor iemand, die er een dienstbode op na houdt hot vleesch op den bon niet te laten ha len, want dit zijn juist de beste, klanten voor den slager, die het per telefoon be stelde vleesch het eerst klaar maakt. Wanneer de gemeenten deze bepalingen er bij zouden maken, zou iedereen naar do gemeentebal moeten gaan om het vleesch te halen en het geknoei zou heel wat ver holpen zijn. De Regeeringsvisch kan men immers ook niet laten bezorgen Waarom dan wel het vleesch 1 Deze noodhallen zouden gebruikt kun nen worden bijv. voor molk. Wamt gaat dé distributie van dit artikel zoo goed? Wie controleert de slijters, dat zij geen boter voor zichzelf maken? Bij vóórhaart mijn dank. A. v. d. BOGAART, Rijndijkstraat 99. Alhier. Leiden, October 1918 LIJST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN EN BRIEFKAARTEN, WAARVAN DE AFZENDERS ONBEKEND ZIJN. Terugontvangen in do 2do helft der maand September 1918. BINNENLAND. BRIEVEN. Adj. Dir. der Art. Inrichtingen, Delft; F. Aehe, LeidenW. C. Brouwer, Oegst- geestA. P. Buys, Leiden Bur. Haagsch© Courant, Den Haag; mevr. Jong—Dijk man, Den HaagJ. Diocon, Den Haag Gemeenteraad, Hazerswcmde, (Dorp) fam. v. Gem eren, Boskoop K. dte Jong. Beiden; B. v. Kempen, Leiden; zuster J. Leon- hard, Amsterdammevr. Mulder v. Lier, Den Haag; Nahon, Boskoop G. H. Nuo- sink, RhénenP. Paats, Leiden (2 stuks) Rijksdüstoikmtie van Calcium-ca-rbid, Den HaagRijksbureau voor Ta-bak, Amster dam. BINNENLAND', BRIEFKAARTEN. Amsterdamsehe Wasohinrichbing I. R. A., Leiden; mej. J. Ra-erts, Amsterdam; wed. Hennis, LeidienF. van Horn, Amsterdam J. Hufner, VoorhoutC. Ka-lt, Rotterdam A. Kres, Den Haag; Rein oord, Leiden; M. Ronnekens, Rotterdam (3 stuks) J. cSe la R-ie, DordrechtRoscliier, zonder pi. v. bestemmingme-j. Sandfort, Den Haag; L. K. Santbergen, Rotterdam M. Spierenburg Amersfoort; H. W. Tuleman, Den Helder; Transport en Expeditie-vereeniging „Hob land", Rotterdam.- Vijftien istuks zonder adres. BUITENLAND, BRIEVEN. Dir. Mont da Piété, Brussel, S. Saigge-, Koln. Nip pesfraul Wagner, Bonn a. Rh. BUITENLAND, BRIEFKAARTEN. Mej. S. Sicber, Munchen. NOTA Aanbevolen wordt om het adres van den afzender op do brieven cn brief kaarten te vermelden, opdat dezo bij onbestelbaarhoid kunnen worden te ruggegeven. Voorts is het gcwenscht allo per post to verzenden stukken steeds van oen volledig adres straatnaam on huisnummer to voorzien. TTCH© 1SAHE. Roman uit het laatst der 16de oeuw, naar het Deenscb, van VILHELM OSTERGAARD. Slot Rusteloos sprong do Vorst van hot eeno onderworp op het anclero over en hot be- gon ab duister to worden, toon de audiëntie eindelijk afgeloorpen was ©n da heer Tycho Brake verlof kreeg de keizerlijke vertrek ken te verlaten. Terwijl hij het open plein Van het slot overstak, kwam er iemand recht op hem af. flÉEet was een lange, uitgedroogde gedaante, met een gelaat zóó scherp en hoekig, of het uit steen gehouwen was; maar eerlijkheid .en goedmoedigheid straalden uit de kleine oogj es. „Welzoo, welgeboren heer Tyoho Brahe, komt u daar weer van den Keizer U is zoo waar d's meest-begunstigd© uit Zïjnor Majes- tedts omgeving. Wie heeft heb geluk zoo mee als u?" Tycho Brak o was blijven staan en reikt o den vreemdeling do hand1: „Da-t geluk moet u mij maar niet misgun nen, beste Kaspar von Mühlsbein 1" Et kwam een stiroevo glimla-ch op heer Tycho'a gelaat en - hij voegde er bij „U herinnert rioli nog wol, dab ik inder tijd, toen u op Bena.tky woonde, u den mo lensteen noemde, dien mij om den bals ge hangen. was, omdat ik zoo ontzettend veel moeite had u te bewegen mijn honorarium te beta-len, dat ik altijd nog te'goed had; wat toch aan u stond als keizerlijk inten dant „Ja, maar wat daaraan to doen?" vroeg de heer Mühlsbein goedmoedig. „Wij bad- dsn geen schelling meer ,\n do schatkamer „Ik ben ook tot het inzicht gekomen, cüat ik u onrecht aandeed," hernam Tycho Bralio „Het wo3 niet door u alleen, dat ik don molensteen droeg, ik merk nu, dat ik dien overal meesleepte. En zelfs do keizer lijke gunst kan mje niet eon3 c£c tevreden heid schenken, die ik daar toch voor voe len moet Zie je, bcete vriend, cn daar om zou ik dfus maar niet al te veel van mijn gel uk'prat en 17 Do hoer von Müblsteiu beschouwd1© den geleerden jonker met onderzoekenden blik. Toon schudde hij nadenkend het hoofd en zei ,Als ik ii eene wat beter aankijk, welge- boren hoer jonker, clan lijkt het mij, dat u j toch wel veel veranderd is, sinds ik u den eersten keer aantrof in Praag. Maar u moot die misnoegde stemming toch niet do over- hand doen krijgen, want dat zou -a slechts schaden naar liohaam cn ziel en uw eind i zou 't verhaasten. Z.et die nukken toch uit 't hoofd en maak u eejis vroolijk met uw vrien den, hier in do sta-dl lk weet, - dut u een j uitnoocïüging heeft voor den dertienden October, bij clen hofmeester, graaf Rosen- j berg. Daar geeft u toch gevolg aan? Tot ziens dus, welgeboren heer Tyoho De lange, hoekige gostalto maakte" een plechtstatige buiging cn ging verder bet slotplein over, terwijl de heer Tyoho zijn weg voortzette, den tegenovergestelde» kant uit. Hij liep langzaam en met gebogen hoofd j en zo.o zag meester Gemperlin hem den tuin doorkomen, die bij huize Curtius behoorde. HOOFDSTUK XX. Tycho Brako's Dood Het was vier en twintig October 1601. In heb huis op het Loretbe-plean waren de blinden voor de vensters in dë groote tuin kamer. Daar was ©en rustbank gezet,' want in de slaapkamer was het dén ziek© te be nauwd gewordenon liij had ook in het vertrek willen zijn, waar de groote hemelbol stond e-n verscheidene van zijn astronomi sch© instrumenten' waren opgesteld. Op een tafel, naast de rustbank, stonden een paar kandelaars en het bleeke kaars licht viel op het gelaat van den zieke, dat vorwondierlijk smal en ingevallen was. Aan het hoofdeinde knielden jonker Ty cho'a vrouw en kinderenallen behalve de oudste zoon Tyoho, die v-er weg oj> reis was. Aan het voeteneinde stond een slank- gebouwd man, met geestige, fijn-besneden trekken. Dit was de astronoom Johannes Keppler, die zich nu ongeveer twee jaar bij Tycho Brahe in Praag had opgehouden. Verschillende strijdpunten waren er opge rezen tusschen den Doensclien astronoom en zijn geleerden assistent en menig twist gesprek had er tusschen die beiden plaats gehad; maar nu was allo onconigheid ver geten en mot tranen in de oogen beschouw de Keppler den stervenden meester, wiens genie hij béter scheen te waardeoren dan iemand anders. In ©en hoek van het vertrek, half-verbor- gen achtor een gordijn, zat een man met grijzend hoofd- en baardhaar. Hij hield het hoofd in de^" handen en tranen biggelden hem langs-clo wangen. Zoozeer was mees ter Gemperlin overstelpt, door zijn droef heid, dat hij niet cc ris gemerkt, had, hoe de -arme- c'Jwerg aan zijn vopten gekropen was en daar maar steeds zijn reusachtig hoofd zat te schudden. Een dag of tien geledon was Tycho Brahe ziek thuis gekomen van cën feestmaal bij dep hofmeester, graaf Rosenberg. En die ziekte had al heel gauw de overhand gekre gen en had zijn gestel ondermijnd door hoogc koortsen en herige pijnen. Hij wist, dat de cbecl nader eb en' liad zijn familie en zijn leerlingen orn zioh heen geroepen. Hij had zijn. vrouw bedankt voor al de liefde, dis zij hem geschonken had, en voor de tallaozp malen, dat zij zijn al te barsch en opvliegend gemoed weer tot kalmte had weten te bren gen. Hij sprak tot haar, dat zij, evenals dc lichte sterrenhemel, zijn hart vervuld had! met vreugde, al die jaren dat zij samen loef don. Toen had hij afscheid genomen van zijn kinderen en zijn leerlingen. Johannes Keppler had hij verzocht zijn werk voort te zetten en voor het laatst had hij meester Gemperlin de hand gedrukt cn hem bedankt voor do vele vriendschap. Toen verzocht hij hem zijn bekenden en bloedverwanten in Denemarken zijn laatst© groeten te willen overbrengen. Maar in den nacht was de zieke weer aan het ijlen gegaan hij keerde zich onrustig om ©n om op zijn legerenkele malen richt te hij zich op, als in groeten angst, en bad met luicüer stemme, dat God hem den troost zou schenken, ebt hij toch niet tevergeefs geleefd had. Sinds dien had hij stil gelegen als in die pen Blaap en zij verwachtten niet, dat hij weer bij zou komen. Zoo waren cb uren omgekropen, moeilijk en langzaam, tot zij merkten, dat hij de oogen opsloeg en om rich heenkeek. Hij schoen weer bij volle bewustzijn te wezen zijn blik was kalm, zonder koorts of ver warring. Hij keek lang van den c.cn naar den ander cn het scheen, dat het hom groot© moeite kostte om de ^oorden uit te brengen maar terwijl hij sprak, werd zijn stem duide lijker." „Ik heb een wonderlijken droom geha-cl.... Het was avond en ik was weer thuis... De Sond, tusschcn do kusten van Skaane cn Soelahd, is nog nooit, zc.-o spiegelblank geweestde hemel was nooit zoo dicht be- cbkfc met sterren. Ik zag die ineens over mij heen gewelfd en diep onder mij het stollo water En ze fonkelden en schitterdem boven do torens van „Uranie- borg" Jk zag mijn lievelitLgssterren Cassiopeia- on Capolla, de Pleiad'en cn de roodo Adlebaran Maar ze waren grea ter en stralender gewordenOok leek het mij, dat ze dichterbij warprf De omstanders hadden zich voorover ge bogen en luisterden naar zijn woorden. Zijn stom was weer zwakker geworden, maar hij sprak steecb vlugger, of hij bang was, dat cb doocl hem verrassen zou, eer hij zijn droom nog ten einde verteld had Terwijl iR daar zoo stond, trok „Uranieborg" langzaam voor mijn blikken weg Eerst cb spitsen ©n torens en toen de muren Tot-ei" geen steen meer van 1 over was en dit vervul cb mij met groote droefheidwant ik beschouwde het als een voort-eeken daarvan, dat mijn werk zou sterven met mij i Toen keek ik weer naar den hemel op, en clo sterren straalden i en fonkelden als te voren, tot in het on- j eindigo En ik kreeg weer die gewaar wording, als ik che al zoo vele malen te voren haddat de hemel rich grootsolicr, j over wijderen horizon, .Welfde, over dit plekje gronah, dan over ieder ander deel der aarde, dat mijn voeten wél betreden I hadden Het leek, of ik op een schip j stond, in vólle zee Niets dan den ster renhemel zag ik om mij heen Toen ver soheen er opeens een gedaante Terwijl Tycho Brail© sprak, zocht hij met cbn blik steeds Johannes Keppler, die aan het voeteneinde stond, en het leek wel of I hij hem naderbij wilde wenken. In die gedaante herkende ik jou, beate Johannes Toen begreep ik, dat mijn werk niet met mij zou sterven Je zult het voortzetten en anderen zullen weer volgenje zult voortbouwen op den cbor mij gelegden grond En zoo zullen dan ook cb. vele jaren, in bet buiten land doorgebracht, terwijl ik dikwijls zoo'n brandend verlangen had naar huis, dan toch Uranie's kunst ten goecb komen Hij trachtte rich nog op te richten en voor do laatste maal waren zijn blik en zijn stem opgewekt. Toen viel hij langzaam terug in clo kussens. - Zij knielden allen om zijn legerstede En door het gordijn begon do ochtend al te schemer cn. Maar aan hot doodsbed brandden nog de kaarsen, niemand had er aan gedacht dio uit to do-en, en 7.0 flikkerden als twee sterren, die liem vóórlichten zouden op den goheimrinnigen weg naan cl© Poort des Dooda HOOFDSTUK XXII. Besluit, De kerkklokken luiden te Praag De stra ten zijn bestrooid met fijn zand en groene twijgen; la-ngts de huizon staan de mcnschen dicht opeen gepakt. Van uit Hradsaliin, door de nauwe en bochtige straten van do voorstad, Klein- soite, over dc Nepomuk-brug von door de straten van Oud-Praag, beweegt zicli een statige lijkstoet. Eerst komen maarschalken, mot bran dende kaarsen, en in lange rouwgewaden gekleed, versierd met het wa.pen van cb familie Brahe. Dan volgt een zwart-davnas ten banier, waarop.naam. en wapen van dos overledene, prachtig in goud geborduurd staan; daarop zijn lievelingspaard, met zwart fluweelen clek bekleed, en achter het paard weer een zwarte banier en cLn weer een paard met een dek van Engelsch laken. Dan komen weer verscheidene maarschal ken. Eén van hen draagt een helm, over trokken met krip, en cUc voeren daarop zijn van dezelfde kleur als het wa.pen der Bra- lie's; een ander-draagt een paar - vergulde sporen op een zwart kusseneen derde een verguld zwaard en een vierde een schild!, dat ook tot Tycho Brake's wapenen be hoorde. En eindelijk komt de baar zelve, onder een zwaar fluweelen kleed, cn ge dragen door twaalf dienaren des Keizers. Onmiddellijk achter de lrist volgt de jongste zoon van dén overledene, Jörgen Brahe, de oudste, Tycho, ia nog steecb niot terug van zijn reis. Daarop volgen cn- kole van de vorstelijke raadslieden, vel© voorname ©delen-en daarachter Tycho Bra- he'a leerlingen en assistenten. Éérst nu volgt de weduwe van den overledene, die tussehen twee voorname hcoycn in. gaat, en dan haar drie dochtersMagdalene^ Elisabeth en Ceoilie, op cbzelfds wijze begeleidterwijl vele dames uit don adel en uit den burger stand ds processie sluiten. De stoet beweegt zich langzaam en moei lijk voort door ds menschenmassaraaa.r trekt zóó door do hoofdstraat dor stad en dan weer cl'oor verscheidene nauwe zijstra ten, naar het groote plein voor c3e kerk. De deuren staan open en een groote schare is ook daar buiten bijeen gestroomd. Het is zoö stil, dat zelfs clEe belangstellenden ieder woord van do lijkredo verstaan kun nen. Voor hot open graf, bij de eerste"zuil links van het koor, staat doctor Johaiines -Jessen van Wittenberg-en hij spreekt in liet Latijn, indrukwekkend en welluidend. Hij roemt cb verdiensten van clen overleden©, noemt hem naast Hyparchus, Ptolemacus on Coperni cus. En in zijn narede zegt hij nog: Hij leefde, zoanls het een christen en eon geleerde betaamt Hij voel clo groot© liefde voor zijn vrouw en maakte haar ge lukkig; zijn kinderen voedde hij op tot godsvrucht en deugdzaamheid Hij wa3 vriendelijk jegens vreemden, mild jegens de armen. In al zijn daden was hij eerlijk on vrijmoedig. Er was waarheid en kracht in zijn woorden, scherpzinnigheid in zijn raadgevingen. Hij kende geen huichelarij of valschhcid, maar zei altijd ronduit zijn mce- ning, om welko reclsn hij zich. meer clan één vijand maakte. Hij was alleen karig op den tijd', want hij streefde er naar, orn allen tot nut en niemand tot schade te wezen t" -X-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 9