No. IT94T. LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 24 Augustus. DE OORLOG. itjfjr i Hot vyaagstuk doe réserves. n.,'* frehérjaial Voii Freytag Lorioghoven, chef jyah den gesieraleii staf ia het ministerie !,v£n oorlog, beantwoordt'ia de „München; 'Aogsbnrger Ztg." 'de yraag, die op het oogen etic algemeen in tnieb-militaire kringen yan Duitsehland gesteld wordt: ÏWaaxom werpt :,von Hïndtenburg nu de ooriog in het Oosten immers geëindigd is niet alle be schikbare militaire macht op het front in het Westen? Op het westelijk front zegt Yon Prey ing ïs in afzienbare© tijd1 nog geen deü- jutieve beslissing te bereik*». Door enkele 'divisies meer op het Fransche. front to brengen hacl men de huidige'gebeurtenissen jniet kunaen voorkomen. En de divisies, die 1 tot dusverre in het Oosten .onmisbaar waren, rijn daar nu nog ijieer poodig dan eenige jveken geleden. iOnze legerchefs hebban het aantal flivT- sies, dat in het Oosten blijven moet om te behouden, wat wy bereikt hebben, öauw- keurig afgemeten. Er is niet pan te denken, dht men in Rusland, Rcremenië of elders ook slechts een kleine troepenmacht zou kannen wegnemen. Zy vormen daar een on- mistere afweer tegen allerlei gebeuriijkhe- 'den, die eiken dag tot de grootste mosïlyk- heffen kunnen leiden. - i' Het gevaar van protectie. !Aan een artikel, getiteld „Do dreigende i Protectie",. in het nummer van, den Em- gelachen „Economist" van 10 dézer wordt 1 heit vodgeniiJe ontleend De geallieerden, zuilen grondstoffen noo- dig hébben als nooit te Voren en de twee landen i Frankrijk en België, die daaraan hot meeste behoefte zullen hebben, zullen pok over do geringste hulpmiddelen van "zidhizelven beschikken. Wij moeten, naar I de premier gezegd heeft, in voortdurende en aljgeheele ovqjeenstemming met onze bondgenooten blijven, maar geen redelijk 'menseh kan verwachten, dat zij het ge- 1 heel eens zullen zijn met een politiek, die "<te laagste plaalts Sh (de prioritedtsjtabel 'geeft aan die. landen, dfte het meeste te doen hebben in die periode van reoonstruc- l.tlo. En wanneer wij goen rekening hou- l_den met do wensdhen onzer bondgenooten ijön hiet beste uit de hulpbronnen van ons voo-r. ons zeiven behouden, zal er i^fiiets zijn wat onze bondgenooten belet, tofader elkander verdragen met preïeren- tièelo en beschermende rechten te sluiten "eb die zelfs met de neutraion aan te gaan ^aardoor onze positie, wat betreft de ..voorziening mot de noodzakelijke grond- !'"'trfio£fen, slechter zou worden dan die van Süze naburen. Preferentieele rechten tus- I lobien de doelen dies rijks onderling bij J3en invoer van grondstoffen zullen een .teide maken aan de overeonatemming jtóssdhen de geallieerden onderling en loi- dien tof) het vormen van elkander vijan- j Itrijge ccKmlbkieMes binnen en buiiten het ^tegenwoordig bondgenootschap. Zelfs de '/^Times'' heeft publicatie gegeven aan een if^aaTschluwing van de zijde van haar cor- 'Vespomdent in Washington, waarin gewe- j fen werd op deongerustheid, die men in '.i&kaeriika .voelt, met het ocg op de even- jöueele ontwikkeling detr Engelsche poli- (p .Wat DoHscbland zou kunnen betalen. .'ATibe Fortnightly Review" schrijft: jDuitschland's kolossalen rijkdom aan "Értsenkool in aanmerking genomen, is het belachelijk te zeggen dat het een land is, ;!"&isdeeid van. natuurlijke hulpbronnen en I dat het geen zware oorlogsschatting zou kunnen 'betalen, in geval het verslagen jwerd". "-'Hierop doorgaande zegt de „National -Review',sïn het Rijnsoh-Westfaalscha kolenbekken alleen ligt aanmerkelijk meer ijst eenkool dan Sn het gieheelo Vereenigd '.'Soninkrijk, en de steenkool in dat dis- j trict heeft een waarde van 106.783i000.000 j 'pónd sterling, dat is zeven maal heit bo- j 'drag van den zoogenaamden nationalen rijkdom van het Vereenigd Koninkrijk. ■'Alles wat de Geallieerden hebben to doen nadat Elzas-Lotharingen aan Frankrijk is teruggegeven, ishet Rijüsch-Westfaal- scbe kolenbekken onder h'un "beheer te ne- tóen. Dan. zou het financieel© vraagstuk talie Geallieerden opeens zijn opgelost clie aan ijzererts de voorkeur geven en steenkool, kunnen het' te kust en te keur krijgen, daar Duitsohland niet min der dan 4.000.000.0C0 ton van deze delf stof bevat, ter waarde van 1.000.000.000. Dit is juist het_bedrag, dat baron Wan- gonhoim in 1914 voorstelde als cïoor Frank rijk aan Duitsohland!als oorlogsschatting te betalèn. Zachte dwang. Yan den Zuidl-Afrikaanschen ministerraad is eon circulaire uitgegaan, waarin alle staatsambtenaren, die nog gemist kunnen worden, worden aangespoord, om dienst te nemen in het Britsche leger. De hoofd ambtenaren krijgen tevens bevel, de be hulpzame hand te bieden en in plaats Y3© hon, die actieven dienst nemen, soldaten met groot verlof, voor verderen actieven dienst afgekeurd, aan te nomen. Do werf- agenten krijgen verlof, dé kantoren te be zoeken, doch zij mogen niemand aanspreken zonder verlof varï dèn hoofdambtenaar. Het worf-comité' te Pietormaritzburg pu bliceert do namen van allen, die het ge schikt acht voor militairen dienst en die weigeren zich te laten inschrijven. Heb Zuid-Afrikaansche hbocfclkwartier van den verdedigingsmacht roept alle oud gedienden op, zich te laten registreeren, ten einde de plaatsen in to nemen van leden van de verdedigingsmacht, die dienst willen nemen in Frankrijk en Vlaanderen. De internationale positie der Soviet-Republiek. In het „Berliner TageblaU" wijdt, do naar Rusland gezonden medewerker .van dat blad, Hans Vorst, een artikel- aan do internationale positie der Soviet-republiok. Hij gebruikt daar voor als uitgangspunt het door den volkscom missaris Tsjitsjèrin voor het rijfde Soviet-con- gres uitgebrachte rapport, waarin hot o.a. heet: „Tn de periode, die op het sluiten van den vrede van Brest is gevolgd, speelt zich de buiten- landsche politiek van Rusland onder andero verhoudingen af dan in de eerste maanden na do Octabcr-revolutie. Einde 1917 en begin 1918 was de grondtrek van onze buitenlandsche politiek het revolutionnairo offen sief. Haar koers was gericht op do onmid dellijke nabijheid der w e r o 1 d-r evolutie, waarvoor do Russische October-revolulie als signaal zou dieirenNadat hot uitblijveu.van onmiddellijke ondersteuning van de zijde van hot proletariaat der andore landen tot verplet tering van hot revolutionnaire Rusland door do legers van het Duitsch-Ooslcnrijkscho impe- rialismo had geleid, was de Sóriet-republiek de laatsto vier maanden gedwongen to trachten de va Ti alle zijden dreigende gevaren op te houden en te verschuiven en zooveel mogelijk tijd to Tsjitsjèrin geeft 'dus toe, dat de buitenland sche politiek dor Soviet-regeering, welke aan vankelijk een positief doel had, doch dat on bereikbaar is gebleken, thans zuiver negatieve doeleinden nastreeft,zegt Hans Vorst. De schrijver bespreekt vervolgens do ver keerde voorstelling, die in do Duitscho pers vaak is gegeven van de buitonlandsche neutra liteitspolitiek der -Soviet-regeering naar beide kanten on hij komt op tegen een verkeerde interpretatie van een uiting van het offieieele Russische orgaan „Iswestia", als zou do So- vict-regeoring de Entente met de mogelijkheid bedreigen, dat in het vijfde jaar van den oorlog do Soviet-troepen to zamen met do Duitscho troepen wel eens tegen haar zouden kunnen j optrekken. Do schrijver ontkent echter, 'dat ib offieieele kringen der Soviet-regeering ooit iets derge lijks is aangekondigd. "Wel had de „Iswestia" klaar en duidelijk geschreven, dat eon samen werking van Russische en Duitscho troepen zou kunnen plaats hebben, indien door het op treden ider 'Entente Ido S o v i o t-r e g e ch ring ten val zou worden gebracht en even alls in do Oekraïne een conservatieve regcoring zou worden gevormd. Dat zulko com binaties door het offieieele orgaan der Rus sische regeering in uitzicht gesteld kunnen worden, teekent de situatie, waartoe de nega- tiovo buitenlandsche politiok' der Bols je wikt heeft gevoerd- Zij kunnen echter principieel geen andere politieke gedragslijn volgen, aan gezien zij wel weten, dat in do o n v o o r- waardolijke neutralitöi Apolitiek de zwakto van hun buitenlandsche positio gelegen is. Vorst verwijst dan naar later in de „Is westia" verschenen artikelen, welke duidelijk den wil demonstreeren zicli door geen der strijdendo partijen als werktuig te laten ge bruiken. Toch boteekent dit, volgens hem, niet, dat de Soviet-regeering, wanneer zij door het eeno kamp wordt overvallen, niol zou bopi'oeveu, zich vrijheid van handelen naar do andere zijdo te verschaffen, terwijl niet duide lijk is, hoe deze vrijheid van handelen of rug dekking in casu - zonder een bondgenootschap verkregen zal worden. Do schrijver merkt op, 'dat deze uitlatingen door hot' optreden dor Entente en hot toene men van het Tsjecho.-Slowakisch contra-re- volutionnair gevaar zeer actueel zijn-gewor den. De oorlogstoestand, der Sovict-republiék met de Entente is cèn feit, terwijl de moge lijkheid niét is uitgesloten, dab hij ook for meel intreedt. Nu zijn or personen in Duitsoh land, - die meencn, dat in het laatsto geval de Soriet-regeering een bondgenootschap met Du it sc hl and zou aangaan. Naar^de meening van Hans Vorst, zou do Soviet-regee ring er in het ergste geval de voorkeur aan geven, zich tot het einde toe naar heide zij den to verweren. Ih Entente-kringen heeft men de illusie niet meer, dat het zou geluk ken, de Soviet-regeering aan do zijde der Ge allieerden to krijgen. Men stuurt er op aan, Rusland togen de Soviet-regeering in weder in den oorlog mot Duïtschland te wikkelen. In Soviet-kringen neemt men aan, dat de En tenlo het grooto plan heeft, de spoorweglij- nen, die don vierhoek Mocrman-Swanka-Wo- logda-Wjatka onisfluilen, Ito bezetten en van Wologda uit over Wjatka en Perva de verbin ding met de thans to Jokaterinaburg staande Tsjecjio-Slowaken tot stand to brengen. Of do Entente in staat is,-voldoende krach- tón voor zulk een reusachtige onderneming te ontwikkelen, wil Vorst niet beoordeelen. Maar ook daarmede zou, zijns inziens,.haar taak nog niet geëindigd zijn, want do omvergewor pen Soviet-regeering zou door een pro-geal- lieordo regeering vervangen en eindelijk zou Rusland opnieuw door do Entente voor den oorlog tegen Duïtschland „georganiseerd" moeten worden om 'i beoogde doel te kunnen boroïken. Dezo gansohe onderneming zou, vol gens den schrijver, zulke enorme #materieele en moreele ■- krachten der Entente abs orb e eren en ten slotte zóó ondoorvoorbaar blijken te zijn, dat men het gerust zonder jalouzie de Entente kan overlaten. Men ziet nog niet in, hoe uit do eigen Russischo krachten een re geering zou kunnen worden gevormd, die in staat zou zijn, do Bolsjowiki to vervangen. Do Bolsjewiki omver te werpen, zou gemakkelijk gaan, maar een andero regeering in hun plaats to vinden, schijnt moeilijker te zijn.. Daarvoor bestaat do anti-Bolsjewistische be weging uit to heterogene elementen, die slechts door óén ding worden bijeen gehou den: hun verzet tegen de Bolsjewiki. Dïr i3 niet voldoende om een geiuecnschappeiijko politiek mogelijk té maken, betoogt de schrij ver. Het duidelijkst toont de Russische bour geoisie haar zwakte. Doordien zij eensdeels van een Duitsche, anderdeels van Engelsch- -Eransclj-Japanschö interventie op den val deir Bolsjowiki hoopt, bewijst zij, dat haair het zal f vertrouwen ontbreekt, om door eigen kracht de Soviet-regeering omver te werpen. Wanneer de Entente besluit in groolen stijl in Rusland te intervenieeren, kan men er. ze ker op rekenen, dat zij geen donk en geen vruchten daarvan zal oogsten, maar zich slechts enorme lasten op den hals zal halen. Voor de Centralen zou het echter nog moei lijker zijn een nieuwe regeering te creëeren, concludeert hij en daarom geeft hij Duitsch- land cfen raad de Entente kalmpjes haar gang te laten gaan. KUNST LETTEREN, ENZ. Gérbrand Alriaensroon Brederode. Het was gisteren, Sen 23sten Augustus, Juist, drie honderd jaar geleden, dat Üe Jxo- Ipuiaire dichter Brederode het tijdige met het eeuwige Verwisselde. Herman P,oort heeft' een roman aan zyn leven gewijd, waaraan het Volgende brokstuk ontleend' zij „Daar zit hij na1 het wreede winter-aVon- tuur hij was op sïedeVaart naar Haarlem' door het ijs gezakt en daardoor ziek' ge worden ffaar zit hij weer bij. moeder thuis, geen [kleine jonge meer, maar een man, die wild het leven aangegrepen had en mee was rondgetold in ijdelen overmoed; toch als een kind zoo t-eeder zoekt hij' moje'ders hand tot zachte steun en toeverlaat. Maryghen, naast hem voor het venstsrraam, ziet zorgo- lyk naar zijn bleek' gelaat, beluistert bang zyn Schrale hoest. Wat is het toch dat haar dit ééne kind zoo boven alle andere bemin nen doet? hij, haar wildste, 'die het meest .ontembaar was, die het diepst zich "lia'd ge stort in 't -luide, slechte leven!/ dat hlkr imm'er verre bleef? Was 't niet omdat zya wyze menscheijjkheid ook' Mar begreep, om dat in zijn groote hart steeds 'dit geleefd had, wat als eenig goed hhar gans'ch' vervul de; nooit had ze als een Vreemde hem' ge zien, steeds had ze zich aan hem verwant gevoeld en* zoo verbond' hen samen die won dervolle liefde van het geheel begrijpen, die het schoon geheim is van -iedere -kunstenaar, en kunstenaars moeder, 't Werd hun beiden in zijn laatste levensjaar met zacht9 ver wondering bewust en ais iets kostbaars na men beide, zij kort na hem, het mee ia 't graf. „Daar buiten 'in 'de zonnige airaat ver bloeide na de vroege lente en de "Meimaand, nu de zomer ,en steeds was Gerbrand ziek. Hoe verre leek hem nu het vrooiyk-wiide leven in taveernen, op de kaatsbaan, langs de nachtelijke straat; niets had1 het nage laten in zyn hart dan wrange pijn en droefe nis.. En Tesselschade, ach, hij weet boa Sdj' in-'t (deflfg huis daar ginder bij de Scheiers toren nog immer heimelyk op hem wacht. Al1 te gretig had hij1 Roemer's zichte \yank verstaan en zyn onrustig hart had haastig het nieuwe Lief gezocht en'.even inniglijk bemind. Maar- 't- was geweest als immer: hij minde tevergeefs; Madatena was reeds lang getrouwd en ver van hier gereisd', naar 't oude Rome. Toch, lioe pynlyk.veel denkt hij aan haar in deze zieke dagen „Ei zie, daar langs de straat komt vlug en vrooiijk zijn vriend Coster, een knap doe tooi en treffelijk poëet. Hij groef van ver, hij komt eens in; hij maakt een praatje; 't gaat over Barneve'.d en Huig de Groot en Mau- |rits, 't is al in rep en roer; maar haastig moet hij weder voort; de nieuwe academie Waagt nog immer al zijn lijd en krachten. Hal d'AcademieHoe Gérbrand. zuchtend vraagt of ooit de tijd zal komen 'dat hij ook weer meedoet! „Kijk, daar gaat in hoofsche tred ook Rodenburgh, die zoogenaamde ridder, een holle, rhetorijksche blaaskaak. Maar rustig met nauw-merkbre lach ziet Gérbrand hem' in 't opgepoetst gelaat; voor haat en nijd is nu geen plaats meer in zgn zacht ge worden hart, hij heeft een beter deel ge- j Al 'j gene dat de Lien j ï- j Ter Wereld mogen sien, "-! jKL i Of immermeer verwerven, 1 Ifjjvi En wensch ik niet. soa seer .j'j [fUi 'Als saligh in.den Heer HUI Te leven en te sterven.~j „En zoo, terwyl het -kleine land ron'd-om weer in brand stond van zyn eeuwige gods dienst-twisten, verstierf in stilte en eenzaam heid, bet allerbeste wellicht, dat Holland toen bezat: dit korte leVen, al te fel bewogen, al ter as verbldeid, maar in zijn uiting schoon en groot soms, tylpeerend beeld van 't eigen, elecht-reohte volk, en gericht toch op iets hoogera en beters, dat niet yoor deze aarde is." Aldus karakteriseert Poort de laatste le vensdagen van den dichter, van wiens wer ken de Vereeniging „Joan Bkeu' verleden jaar besloot een pitgaVe hef Echt ta -doen zien. - Hef bleek' toen, 'dat' tuSschen 'den voor zitter der jonge vter eoni ging en dr. J. B. Schepers reeds Tang besprekingen gaande waren over de uitgave van Bredero's liede ren en sonnetten. Dr. Schepers stelde zich voor Bredero door 'den zang- meer. bekend te maken, omdat zijn liederen en dus luj 'zelf eerst daardoor tot hun Volle recht zullen komen: de 'dichter beeft ze immers bij rich zelf geneuried, voor hij ze op schreef: De heer Schepers had daarbij een „Inleiding over Bredero's liefde en leven," gevoegd, die een nieuwen Icrjk op. beide gaf. Het troE zeer gelukkig, dat ook de compo nist Julius Röntgen, wiens warm'e liefde voor ons pude lied' bekend is, rich door de ken nismaking toet de kernachtigevooizen, jdie dr. Schenrleer, de voorzitter der genoem de vereeniging, had weten op te speuren, opgewekt voelde, om ze te arrangeeren en er de Begeleiding by te comppneeren. Reeds heeft onze beroemde landgenoot Messehaert te Weenen eenige dier liederen met gfootén .bijval ten gehoore gebracht. „Joan Blaeu" heeft nu besloten de lieda ren en sonnetten met de inleiding vnn dr. Schepers en met de door Röntgen gearran geerde muziek uit te geven: .Voor 'da leden' der Vereeniging in de eerste plaats, doch Gr zullen ook eenige tientallen van exemplaren in den handel verkrijgbaar gesteld worden. De firma Joh. Enschedé en Zonen nam' de Verzorging der uitgave op .rich, en men weet, dat dit het' tot stand komen van een keurig typografisch geheel waarborgt Men had gehoopt het boekwerk te kunnen aanbieden op Bredero's gedenkdag, 23 Aug. Helaas, men had ziek op dezen-dag by het prospectus te bepalen, waaraan het boven staande is ontleend, doch het feestuur zegt toe: in. den loop vcm dit najaar stil list boek er rijn. „Oi> Hoop vau Zogen-' op de film. In verband met hei p'an om het tixmeel- stak „Op Hoop van Zegen" op da film te brengen,' werden Maandag te I-Jmuiden door de Hoilandiafabriek uit Haarlem verschillende opnamen daarvoor gedaan. Dat dezo uit den aard der zaak aan de thans zoo stille ViS- schershaven veel belangstelling trokken, laat zich begrijpen. SPORT Harddraverij te Voorburg. De hardld/raverij te Voorburg op 3 Sep tember a.s. gaat niet door, aangezien op dlien diag te Naaldwijk gedraafd wordt. Ia een bestuursvergadering ia.nog overwogen eenige weken later een draverij te houden, doch ook «üt vond geen algemeen e sym pathie. WIELRIJDEN. Een fusie N.W.B.A.N.W.B.Ï Naar „De Tel." verneemt, bestaat in enkele kringen van wielrijdera het plan, pogingen in het werk te stellen om te ge raken tot een fusie tusschen den A. N. W. B. en den N. W. B. Een sportierrein io Heerlen. De directie der Mij. tot Exploitatie van Lirr.burgöcho Steenkolenmijnen laat op een barer terreinen te' Heerlen, dat reedö al* voetbalveld cfiensfc doet, een groot sporttei rein aanleggen-, met overdekte tribunes eD bijbehoorende gebouwen. Burgerlijke -Stand Leiders. GEHUWD; J. E.- K. Ripken jm. en J. H. Lau jd. I. Tegelaar w. en C. van Soest jd. F. J. Hakkaart jm. en M. Mark j'cL S. Dreef jm. en J. v. d. Plas jd. C. Minnêe jm. en S. M-o.raal jd. P. Earibier jm. en S. M. van Weizen jd, A. J. Rodenburg w. on M. van, dor' Wereld jd. W. Segaax jm. on W, F. Buis jd. L van Egmond jm. en P. Rob- reman jd. -N. Achterberg jm. en G. v. d. Post jd. P. Gijsman jm. eu D. Geuke OVERLEDER: Th. Nijssen m. 51 j. J. Nieuwkoop m. 28 j. J. van Leeuwen vr. 77 j. A. M. O verdijk cL 17 j. J. H. de Wit d. 3 m. P. J.- Smit z. 18 j. D, Verhoeven m. 88 j. J. van den Berg d. 20 j. G. Hcideman d. 1 uur. J. van der Rcijdeï d. 25 j.">J. Verhoog m. 58 j. J. P. dér Jong-Van der Weijden v. 47 j. J. Ou vore- kerk z. 11 m. A. J. Ober Z. 18 m. J, D. Zierikzeo d. 2 j. H. J. Visser m. 69 j. S. O-uwerkerk-Rol v: 34 j. A. M.~ Mooijman' d. 10 m. S. Scln-oef d, 10 m. H. Abet z. 9 w. F. van Dam w. 87 j. M. Weg-' man-van der Stok v. 57 j. -W. Klinkliamcro wed. P. Molenaar w. 68 j. P. Kinkel m, 56 j. J. A. Dijkhorst w. 83 J. LovenL' geboren kind van L. Bras en H. van -Duiw' venbode. A. A. Segaar 36 j. F. W. J* van Kampenhout m. 76 j. VRAGENRUBRIEK. Abonné te.Leidlen, Inclien er een g& gronde reden voor deze overplaatsing wordt aangevoerd, zou een verzoek daartoe 1 wol kunnen worden- toegeriann. Het ver zoek moet gericht worden aan den Opper bevelhebber van Land- en Zeemacht en worden ingediend bij den compagnies-com mandant. Abonné X., te VooTschoten. Neen,' alleen zij, die op 1 Augustus 1918 onder de wapenen waren, komen voor verhooging in aanmerking, -welke alsdan terugwerkende 'kracht heeft tot 1 Januari 1913. Een JMilitair. Verlofsondevofücieron(1 worden nu en dan in de gelegenheid ge steld om een opleiding te volgen voor sergeant-majoor-administrateurdit heeft echter met het reservekader niets te ma- kon. Wij raden aan hieromtrent eens bij uw compagnie (de sergeant-ni'a-joor of cBe officieren) te informeer en, aangezien heb opaommen van de eischen te veel plaats- ruimte zou vorderen. De Vrouw van den Geleerde. Doot H. FriVNK. i f .(Nadruk v'eirbödeii.)' /;Bek'ito,Vd had het jonge meisje ju Sen tuin 1 Vdrgezeld eu had haar uitgenoodigd naast hem plaats te nemen. „Hoor naar wat ik u bokennén wil," zeide i hij deftig. „Ik merk wel, dat myh. gedrag I ten uwen opzichte verwondering bij u teweegbrengten ik wil u nu de gehesle waarheid vertellen. Ook ben ik u .een ver- Idaring schuldig. U bent yan uw leant te i lief en te verstandig, om mij niet te be- 'gkijpen en mij geen -vergiffenis te schenken, i ten spijt van mijn schijnbare onbeschaamd- béid. .Want liet lijkt onbeschaamd; liet is h'et misschien tot op zekere hoogte, dat ik, j tót il£ u gezien heb, aarzel tusschen uw tocht Agatha en u, Gabriellel Sinds "den I C-ersten dag, dat ik' u heb leer en kennen 'gedurende deze geheele zomermaand hebbed uw geest en schoonheid machtig op i toij ingewerkt, en ik heb mij voorgesteld ach niethoe ons huwelijk er uit I fou zien! En hét werd li'oog tijd voor mij, dat uw nichtje Agatha tusschenbeide kwam. 'Agatha, met haar goed en nobel karakter, ïiiaer wier verstand, als men het' met uw schitterenden geest vergelijkt, niet veel h'eeït te beteekeiiön, wier onbetèekehendbèid zélfs jieelyk ljjlct, els men liaar naast u stelt; door schoonheid ontr.oert. En als ik luis- terde naar de ingevingen van' mijn hairt, hotl verlangen naar geluk, dat wij allen in ons verbergen!... Dat juist... moet ik ji zeg gen...: ik trouw niet, om gelukkig te worden, gelukkig in den zin, waarin hot meest wordt verstaan. De vrouw in myn leven is, kan niet anders zyn dan een bij komend iets! 't Is daarom.., iWord niet kwaad, smeek ik. n', al staat tt de drift mooi op uw gericht 't Is daarom', dat ik mij moeite heb gegeven, tot mezelf lo komen. [Want het kwam er voor mij op aan, om te kiezen, ,om een van die afdoende be- beslissingen te n'emen, welke iemands levens lot bepalen. En u Was te mooi, .te veel met reden behaagziek, te natuurlijk en te wette lijk' geschapen voor geluk, schittering, uitgaande wereld, het Jicht. -Ja, een oogen- blik heb ik geaarzeld. U .was aanbiddelijk en ik bad bijna mijn besluit genomen; bot eenige, dat in dit geval genomen kon wor den. Het ging me aan mijn hart Want ik zou móeten -afzien van datgene, wat ik zoek, wat ik wil, yan. mjjn heerlijk^ dringend werk, dat van mij- alleen is, en ik zou moeten doen, wat de anderen doen'. In plaats van mij in mijn laboratorium', in mijn bibliotheek1, in mijn eenzame studeerkamer opl te sluiten, zou ik mijn boeken, mijn; studie vaarwel moeten zeggen, geld' moeten verdiénen, ple- rier-maken en gelukkig zyn', als ?k' .ul ge lukkig zag, schitterend', schoon en bewie rookt. Ja, ik heb u eenige dagen z66 lief gehad, dat ik' het' had leunden volbrengen. Maar ik heb mezelf overwonnen, niet zon der moeiteNog méér toet moeite eckfeK stond ik voor do wreedheid van de opoffe ring, d© lengen, die een schoohè stem heeft u weet het, die' stem houdt op door al het leed, al de verbittering, onge neeslijk, nooit uitgesproken, ellendig. Ea zonder twijfel zou ik u een dag verfoeid hebben, omdat u het dierbaarste yan mijn ?iel haat vernietigd, h'et beste,flat ik denk en .voel, en 'daarom heb! ik u niet willen vragen, wat u in uw aangeboren edelmoedig heid my misschien niet hadt geweigerd, ©n -hadt u yoor myn yerlieven, gescheiden; werkzame, yervelende toekomst weölde, VTOolykli'eiid en ldaterende Vreugde opge geven, dingen, die van u, om_ u zya, en die u het recht heeft, ,om te eischen. Mis schien zxju u er in hebben toegestemd; misschien zelfs was \u zoo groot yan ziel geweest, dat u het gemis nooit zou hebben gevoeld en my nooit iefa zou hebben ver weten. Denkt u dan weer eens in mijn plaats, hoe jk' mezelf zou hebben verweten, dat ik cEö te er e, bevende" vlinder brutaal uit baar levenssfeer had' weggevangen, .en dat ik haar mishandeld had, om my plezier te doen. ;t Is noodig, dat alles zijn eigen 'irol vervult TJw rol is lief te zyn, te lachen ten te .doen lachen. De mijnte is te zoeken; proeven te nemen, heel mijn Jevön gebogen ta zijn, om gedurende mijn lange Jeven dOor .een mtóoroscoop raadsel^ te pelcyken, die bijna taiet rijn op te lossen. Wij kunnen niet vereenigd worden, neen: Wedemjds zouden wij vernietigen. Mijn eerste plicht zou geweest zijn, als ik mijn geyoelona werkelijk had uitgesproken, om mijn laboratorium te verlaten, en ik hoop, dat er eens een dhg zou gekomen zijn, dat ik had geaarzeldtusschen mijn plicht en het karakter, waarmee ik ben geboren. Daarom zegen ik het oogenblik, dat Agatha kwam, om mij aan de werkelijkheid te herinnoren. Want op het eerste gericht zag ik, dat zij de wouw was, tóe ik noodig had. Zij is niet rijk als u bent; zij kont al leen maar box-heiden wenschen; zij is zon eter bepaalde schoonheid, zij is niet gra cieuzer dan zooveel ancïero meisjes. Zij houcïb niet van het mondaine leven en zal het nooit opzoeken. Zij zal heb heerlijk vinden, bij haar thuis te rijn. zij houdt van het huishouden, van alle kleine bezigheden. Zij zal een liefhebbend cchtgenoote zijn, en een goede moeder. Haar karakter is ge zond; een gezoncte opgewektheid kenmerkt haar. Zij is juist van het soort, dat mij hel pen zal in mijn .werk en niet mokken zal om mijn bescheiden bestaan, dat huiselijk is, overdacht, zonder iets, dfcit schokt, zen der iets, dat uit den toon valt. Dus moet het bij u geen verwondering" wekken, als zelfs haar intuïtief vorstand, haar kinder lijke geest mij garantie bieden. Zal rij niet in staat zijn-, om te begrijpen? Dat hoop ik Van harte. Ik wil voor mijn vrouw niets dan 'een goede man zijn, en zij mag niets in mij rien dan een ambtenaar, zondter clat rij meer van mo verlangtzij zal er tevreden^ mee rijn als d© Regeering mij een nieuw lintjo geeft, of mijn-salaris met een honderd gul den zal verhoogen. Nooit wil ik vooral nooit de geleerde wezen, de man met den nimbus, hij, tóe va© do rost- staat afge- soheidon. do.Kroot© Menseh, Nooit zal zij "in haar leven iets audora sien en dat geeft mij de grootste zeker heid dan wanneer zij met een ander ge trouwd was, een kleinen koopman, een reit. teiiier, een burgermannetje. U- begrijpt,» Gnbïïclle, dat met u Gabriëlie echter was reeds opgestaan, on lachte toornig „Waarlijk, mijnheer de jonge geleerde, als men dwaas en leelijk moot zijn, en als uw ideaal is om de vrouw te verlagen tot een soort van huisdier. Dan heb ik u niet noodig." Jar er, zijn voorbijgegaan. Wio kent tegenwoordig Leraarde naam niet? Wereldberoemd ia de doktor om zijn ontdekkingen, dio do geheele wetenschap pelijke wereld in verharing brengen. Hij zocht zijn studie in do geheimzinnige we reld van het oeibegrensd-lclcine, even sa mengesteld, even ontzaglijk, even kortston dig als die wereld van het onbegrensd- groote, met zijn duizendten en duizenden sterren. Gabriello begrijpt er niets van. „Dio Bernard?! Hij is eèn type! 't te altijd een beetje een rare geweest". Als men een» wist, wat hij mij voor een liefdesverklaring heeft gedaan.'-' s - Terwijl Agatha, gelukkig is. Heeft- haar man. niet tót jaar van een bui- tenlandsch genootschap een prijs van duizend gulden gekregen? Zij ia trotsch» trotsch op haar man.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 9