No. Ï78T2.
CEfDSCH DAGBLAD Vrijdag 22 Waart.
Twëedë Bfad Anno Ï9!@,
Nederland en de Oorlog
TWEEDE KAMER.
Nederland en de Geassocieerde
regeeringen.
De Schepen genomen.
Officieel wordt do volgende mededeeling
verstrekt
„Blijkens op 21 dezer des avonds aan het
ministerie van buitenlandsche zaken ont
vangen telegram van Hr. Ms. gezant te
Londen heeft do Britscho regeering, in ant
woord op do mededeeling der Nederland-
echo rogeoring, houdende de voorwaarden
waaronder zij bereid is, aan do Nederland-
sche schepen vergunning te verleenen om
ten behoeve van cto geassocieerde landen
te varen in de gevaarzone, te kennen ge
geven dat do verbonden regeeringen on
middellijk zullen beginnen met de inbeslag
neming der schepen.
Van Hr. Ms. gezant te Washington is nog
geen bericht" ter zake ontvangen."
Reuter seint uit New-York, dat marine-
reservisten op bevel uit. Washington
Woensdagavond 38 Neder!andsche. schepen
hebben overgenomen. De-Nederlandsche
kapiteins protesteerden niet, daar zij
sedert eenige dagen op hetgeen gebeuren
tou voorbereid waren.
Ook te Rangoon en~Penang worden Ne-
erlandsche schepen vastgehouden. Het
gt in de bedoeling der regeering een ver
klaring af to leggen in verband^ mot de ge
beurtenissen der laatste dagen.
Router seint uit Londen, dd. 20 Maart
Wij vernemen, dat nu de Vereenigde Sto
ten machtiging hebben gegeven tot requi-
eitio der Nederlandsche schepen in Ameri-
.kaansche havens, dè Briteche regeering on
verwijld denzelfden 9tap zal doen ten op
zichte van de Nederlandscbe schepen in de
havens van het Britsche rijk.
In weerwil van de verklaringen uit- Hol
land omtrent do beslissing der Nederland
sche regeering betreffende de nota der ge
allieerden, is het een feit, dat de Engelsche
regeering geen mededeeling heeft ontvan
gen, welke zou kunnen worden beschouwd
als een definitieve aanvaarding of weige
ring der nota.
Enkelo verklaringen in het Nederland
scbe parlement hebben geleid tot een zeker
misverstand op dit punt. Dinsdag verklaar
de de hederlandsche minister van buiten
landsche zaken d!at do voorgestelde handel
wijze der geallieerden de scheepvaart van
Nederland met de koloniën onmogelijk zou
maken. Dit is in geenen de*le het geval, en
zulk een bevrering is totaal ongegrond. Men
denkt er niet aan om stappen te doen cHe
de vaart naar de Nederlancüsche koloniën
onmogelijk zouden maken en er is geen
reden om te veronderstellen, dat de bepa
lingen. omtrent dezen handel, gemaakt in
de ca. twee maanden geleden aan de Neder
land-I r, regporinr errihme voorstellen, be
langrijk gewijzigd zullen worden. De voort-
Zfett 'ivr vpn diezen handel is in het weder
zij dsch belang van geallieerden cn Neder
landers.
De proclamatie van Wilson
Woensdag erd de proclamatie van pre
sident Wilson openbaar, waarin bet mari
ne-depart e^ment gemachtigd wordt tot in
beslagneming der Nederlandsche schepen
in de Amerikaansche territoriale wateren,
ten einde deze gedurende den oorlog te ge
bruiken. voor zoover lmt noodzakelijk is,
voor de wezenlijke doeleinden, verbonden
aan de voortzetting van den oorlog tegen
Duitschland.
Voor 't gebruik der schepen wordt door
de Shipping Board" der Vereenigde Sta
ten schadevergoeding betaald, in overeen
stemming met de beginselen van het vol
kerenrecht. De schepen zullen, na bemand
en, -ust +p zijn, door het mame-de-
parlement of door de „Shipping Board"
ck eenigde staten doeltreffend worden
gebruikt.
Jn verband met het nemen van dezen
maatregel, heeft president Wilson de vol
gende verklaring gepubliceerd
Reeds eonige maanden geleden hebben
de Vereenigde Staten en de Entente met
de Nederlandsche regeering onderhande
lingen gevoerd, ten einde een algemene
handelsovereenkomst- te sluiten. Een zeer
duidelijke uiteenzetting van het karakter
van deze onderhandelingen werden den
12den Maart door den Nederlanschen Mi
nister van Buitenlansche Zaken aan hef
Nederlandsche parlement gegeven. Zooals
uit deze verklaring blijkt, ging ce discus
sie over de twee voornaamste voorstellen,
n.l. dat do Vereenigde Staten en zijn bond
genooten den invoer in Nederland van
levensmiddelen en andere koopwaren,
noodig om het economische leven i'i stand
to houden, zou vergemakkelijken, en dat
Nederland zijn handel overzee tot norma
len omvang zou terugbrengen.
Het was do taak der onderhandelaars
om juiste voorstellen te ontwikkelen, die
aannemelijk waren voor de betrokken re
geeringen.
In het begin van Januari 1918 kwamen
de handelaars tot een overeenstemming,
die belichaamd werd in een ontworp-over
eenkomst-, welke aan de betrokken regee
ringen werd voorgelegd, om het n geval
liet. aannemelijk was, te bekrachtigen, of,
in het. tegenovergestelde geval, met een
tegen-voorstel te komen.
Toen de onderhandelingen vertraagd
werden, stelden de Nederlandsche afge
vaardigden, ten einde de schepen spoedi
ger in den oorspronkelijken dienst terug
te brengen, voor, cTat de Nederlandsche
scheep sruimto, die werkeloos in de Ame-
rikaanscke havens lag, behalve zekere uit
zonderingen, onmiddellijk dpor üe Veree-
vcor een periode van ten hoogste 90 dagen,
nigde Staten zouden worden gecharterd
De Vereenigde Staten namen dit voor
stel aan en op den Sosten Januari ovor-
jhancügdo- 'de Nederlandsche gezant ito
Washington aan het secretariaat der Ver
eenigde Staten een nota, waarin de over
eenkomst der tijdelijke chartering was ver
vat en de goedkeuring van de Nederland
sche regeering.
Deze overeenkomst stelde o. a. vast, dat
150.000 ton Nederlandsche scheepéruimte
naar goeddunken der Vereenigde Staten
zou worden gebruikt, gedeeltelijk in dienst
van de Belgische relief en gedeeltelijk voor
Zwitserland onder vrijgeleide en dat voor
ieder schip, dat Nederland in dienst stelt
van de Belgische relief, Nederland een ge
lijk schip aan de Vereenigde Staten zal
overlaten.
Voor iedere twee Nederlandsche schepen
in de Amerikaansche havens, die met le-
vensmit/delen naar Nederland zouden ver
trekken, zouden in ruil door Nederland
gelijke tonnage ter chartering worden ge
geven.
Do overeenkomst was van tijdelijken
aard en bestemd om in den onmiddellijke-n
toestand te voorzien. Spoedige uitvoering
was de hoofdbe-paling.
Plotseling kwam de Nederlandsche re
geering met de mededeeling voor dem dag,
dat zij niet bereid, of niet in staat was uit
voering te geven aan cieze ohartering-over-
eenkomst, die zij zelf had voorgesteld.
Het eerste verlangen der Vereenigde
Staten was, de» schepen terstond, zooals in
de overeenkomst was bedoeld, aan te wen
den voor den transport van levensmidde
len naar Zwit-serland, waaraan deze staat
groote behoefte had
De eene moeilijkheid na de andere werd
echter geopperd om hdt charteren der Ne
derlandsche schepen, ten behoeve van de
Zwits. Reliefvaart uit te 6tellen en hoewel
er nooit formeel een reden voor werd op
gegeven, was het algemeen bekend, dat de
Nederlandsche reeders bang waren, dat
hun schepen door Duitsche duikbooten ver
nietigd zoiprlen worden, zelfs al hadden
zij een liefdadige bestemming en gingen
zij nergens door de zoogenaamde „gevaar
lijke zóne", welke de D.uitsche regeering
had afgekondigd.
Dat deze vrees niet geheel en al onge
grond was, is ongelukkigerwijs gebleken
door de jongste daad van de Duitsche re
geering: het torpedeeren van het Spaan-
selie schip „Sardinero" buiten de gevaar
lijke zóne, terwijl het een lading graan
voor Zwitserland vervoerde on nadat de
duikboot-commandant zich van dit feit ver
gewist had door het schip te onderzoeken.
Ten aanzien van de Relief-vaart voor
België verklaarde de Nederlaudsche re
geering zich niet in staat, zich aan de
overeenkomst te houden, omdat de Duit
sche regeering Nederland te verstaan had
gegeven, dat zij met geweld het uitvaren
zou belet-ten, van het gelijk aantal sche
pen, dat volgens de overeenkomst terzelf-
dertijd naar de Yereenigde Staten zou
vertrekken.
Do Nederlandsche regeering achtte zich
zelfs niet in staat de twee ladingen levens-
in kVlden te halen, welke zij krachtens de
overeenkomst mocht halen, omdat ook
hier weer de Duitsche regeering tusschen-
beide kwam en dreigde do gelijke Neder
landsche t-ormenmaat te vernielen, welke
volgens de overeenkomst uit Nederland
naar de Vereenigde Staten zou vertrek
ken.
Bijna twee maanden zijn verstreken sedert
do tijdelijke charterovereenkomst opgesteld
is en do voorgestelde algemeene overeen
komst is zelfs nog langer door Nederland
onbeantwoord gelaten. Ondertusschen no-
n Duits Aland? bedreigingen een steeds
scherper vorm aan, met het doel iedere
vt te beletten en
Nederland te dwingen een tijdelijke over
eenkomst te schenden.
Den 7den Maart werd door bemiddeling
van Groot-Brifcannië een laatste voorstel,
<W den 18den Maart- zou verstrijken, aan
Nederland voorgelegd- Hierop is een ant
woord ontvangen, dat, hoewel op zichzelf
onaannemelijk, onder andere omstandig
heden als basis voor verdere onderhande
lingen had kunnen (henen. De gebeurtenis
sen, waarop ik zinspeelde, hebben echter
ahtoende aangetoond, dat wij getracht heb
ben to onderhandelen, terwijl een essenti
eel© basis voor een overeenkomst, namelijk
de vrije gedachtenwisseling ontbrak. Zelfs
indien er een overeenkomst was gesloten,
zou het vermogen tot onafhankelijk optre
den. hetwelk alleen de uitvoering kan, ver
zekeren, ontbroken hebben. Ik zeg dit .niet,
om op d.- Nederlandsche regeering critiek
uit te oefenen. Ik ben me wel bewust- van
haar moeiliike positie, onder do bedreiging
van een militaire mogendheid, die telken
male. van haar minachting voor weder
zij dsche rechten hepft blijk gegeven. Daar
er nu inderdaad dwang bestaat, blijft er
geen andere keus ovor, dan door de uitoefe
ning van onze onbetwistbare rechten als
souvererno staat- datgene te volbrengen,
dat zoo rede li ik is, dat wij het onder andere
omstandigheden stellig door een overeen
komst bereikt zouden hebben.
Wil zijn derhalve genoodzaakt, de Neder-
landsriio schepen, die zich onder onze terri
toriale jurisdictie bevinden, in onzen dienst
te nemen. Dit optreden van onzen kant cn
het. gelijktijdig ontreden van de met ons
verbonden regeeringen laat Nederland
ruimschoots schepen over, want zijn handel
van heb moederland en zijn koloirön zal
vergemakkelijkt worden en het kan onmid
dellijk schepen' uit Nederland zenden om
het. broodkoren te halen, waaraan zijn volk
behoefte heeft.
Deze schepen zullen vrij mogen bunkeren
en zullen gevrijwaard zijn voor aanhouding
van onzen" kant.
Het. stoomschip „Nieuw-Amsterdam", dat
op voorwaarde van zijn terugkeer onder
onzo jurisdictie kwam, zal natuurlijk on
middellijk naar Nederland mogen torug-
keeren. Bovendien zal het verlof krijgen
om tweo ladingen levensmiddelen mee te
nemen, welke Nederland krachtens de tij
delijke charfcerovereenkomst had kunnen
halen, als Duitschland zulks ndet'belet had.
Aan de Nederlandsche eigenaars der
schepen, die in onzen dienst worden ge
steld, zai een ruime schadevergoeding wor
den betaald, terwijl er afdoendo maatre
gelen zullen worden genomen, om in de
mogelijkheid te voorzien, dat de schepen
tengevolge van vijandelijke actie verloren
gaan. Het is onze ernstige wensch, de be
langen van Nederland en zijn onderdanen
in de ruimste mate te behartigen.
Met de uitoefening in deze crisis van ons
erkend recht, om alle bezittingen binnen
ons gebied in eigen beheer te nemen, doen
w ijNederland geen onrecht aan. Do wijze,
waarop wij voorstelden, dit recht uit te
oefenen en onze voorstellen aan Nederland
in verband daarmede zullen, naar ik meen,
niet nalaten Nederland te overtuigen van
de oprechtheid van onze vriendschap.
(w. g.) WOODROW WILSON.
De zorg voor Nederland
en den ze zeelieden.
Reuter seint uit- Wasliington,- dat de secre
taris van marine Daniels mededeelde dat het
hevel tot overneming der Nederlandsche sche
pen te 7 uur Woensdagavond in kracht was
getreden. Enkelo Nederlandsche zeelieden
zuiden in dienst worden gesteld, anderen zul
len, zoo #zij dit wensehen, in Amerika wor
den gehouden. De regeering betaalt hun ga
ges.
Dogenen, die naar Nederland wensehen
terug te koeren, zullen zoo spoedig mogelijk
worden overgebracht.
President Wilson sprak als zijn ernsligen
wensch uit, dat de belangen van Nederland
en van de Nederlandsche onderdanen volko
men zullen worden gewaarborgd.
Wilson verklaarde, dat Amerika door in
deze crisis gebruik te maken van het geoor
loofde recht om controle uit te oefenen over
allo eigendommen op Amerik-aansch gebied,
niet onrechtmatig jegens Nederland optreedt,
terwijl de wijze waarop van dit recht ge
bruik wordt gemaakt, blijk geeft van den
ernst van de vriendschap, die Amerika voor
Nederland koestert,.
Ons land krijgt graan,
- Uit Londen seint Reuter: Lord Robert
Cecil deelde in het Lagerhuis in het kort het
besluit mede van de geallieerde regeeringen
tot overneming van de Nederlandsche sche
pen, die in haar havens liggen en tevens de
voorwaarden, op welke zij verkregen zullen
worden. Hij zeide, dat ie regöêring zal
traohten met de eigenaars tot een overeen
komst te komen omtrent betaling der assu
ranties, dat zij op het einde van den oorlog
de schepen zal teruggeven of door andere
vervangen, zoo zij verloren gegaan zijn, dat
zij de roeders zal schadeloosstellen door ver
liezen, door vijandelijke actie teweeggebracht
en dat de equipages gerapatrieerd zullen wor
den. Verder zal er zorg voor gedragen wor
den, dat schepen, die van dezen datum af de
Nederlandscbe havens verlaten, niet in dienst
der geallieerden zullen komen zonder een
desbetreffende overeenkomst. Zoodra moge
lijk zullen 50.000 ton tarwe of een gelijkwaar.
dige hoeveelheid meel in een Noord-Amert-
kaansehe haven en een gelijke hoeveelheid
in een Zuid-Amerikaansehe haven ter be
schikking der Nederiandse-he regeering wor
den gesteld.
De indruk in parlementaire
kringen.
De Hoefijzer-correspondent van het
„Hb'd." meldt d.d. 21 Maart:
,.Het in beslag nemen van onze schepen
bleek heden, toen het door bulletins van de
dagbladen bekend werd, een verontwaardi
ging en een toorn te wekken, die er op
schenen te wijzen, dat men, in weerwil van
al het voorafgegane, zoo iets toch nog niet
had verwacht.
Ook in Kamerkringen was de indruk zeer
groot Wjj vernamen dat een der meest
vooraanstaande Kamerleden rondloopt met
het denkbeeld om de regeering te interpel-
leeren, ten einde te vernemen of zjj thans
niet onzen gezant in Washington zal terug
roepen en den Amerikaanschen gezant hier
ter stede® zjjn paspoort zal geven.
De indruk in scheepvaart
kringen.
„In Amsterdamsche scheepvaait'iringen is
men eenigszins pessimistisch gestemd ten
opzichte der inbeslagneming, al kan men zich
natuurlek nog geen beeld vormen van den
toestand, zooals die nu worden zal. Zal men
ook de Hollandsche schepen, die geregeld
tusschen Indië en Amerika varen, uit die
vaart nemen? Dit zou een groot nadeel voor
Amerika zijn. Wanneer de Nederlandsche
passagiersschepen, die de zoo noodige ver
binding tusschen moederland en koloniën
onderhouden teloor fculien gaan en na den
oorlog door voor die vaart onbruikbare sche
pen vervangen worden, dan is dit voor onze
scheepvaart een zeer groot verlies. De maat
regel die Amerika genomen hgeffc, zal in de
practijk moeten leeren, welke pijnlijke conse
quenties voor onze scheepvaart te trekken
zgn."
Een betoOging van studenten.
Eenige Delftscke studenten, waarbij zich
de Senaat van het Studentencorps bevond,
die gisteravond den dies van hun corps vier
den, hebben omstreeks 9 uur aan het legatie
gebouw van het Amerikaansche gezantschap
m Den Haag aangescheld en verzocht den ge
zant te mogen spreken. Hun werd echter
medegedeeld, dat de gezant afwezig was.
Daarop hebben zy voor de legatie vaderland
lievende liederen gezongen en door fluiten,
joelen en sissen gemanifesteerd. -Zy ver'
volgden na eenige minuten hun weg, spot
liederen zingende op Amerika en Engelsche
geïnterneerden, die zij ontmoetten, lioonen-
de. Vóór het paleis van H. M. de Koningin
hebben zy daarop met ontbloot hoofd vader
landlievende liederen gezongen. Verder trok
ken zy zingende de stad door.
Zitting van gisternamiddag.
REGELING TAN WERKZAAM HEDEN
Op verzoek van den heer BONGAERTS
atelb de VOORZITTER voor, het wetsont
werp, betreffende de opheffing van be
lemmeringen, aan de tot-stand-koming en
de in-stand-houding van electriciteitswer
ken in den weg gelegd, van de agenda af
te voeren. Gebeurt dit niet, dat zal het
hedenavond toch niet m behandeling ko
men.
Na eenige gedachtewisseling wordt het
voorstel zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
STEMMINGEN OVER ZUIDERZEE
MOTIE
Aan de orde is hierna <ie stemming over
de moties van orde van de hoeren DE
MUR.ALT en BONGAERTS en van den
heer ALBARDA, betreffende hefc. wetsont
werp tot droogmaking der Zuiderzee.
De eerste motie luidt:
„De Kamer, van oordeel, dat bij even
tueel© droogmaking van één of meer ge
deelten van de Zuiderzee, de dijken van
alle inpolderingen zioodanig© afmetingen
zullen moeten verkrijgen, dat zij in staat
zuilen zijn de te verwachten' hoogste
stormvloeden te keer en, wanneer de af
sluitdijk gedurende geruimen tijd over
groote lengte eventueel"- is doorgebroken
of de sluizen het begeven, gaat over tot
<ïe orde van den dag".
De. motie-Albarda
„Do Kamer, van oordeel, dat het wen-
schelijk is, dat de Regeering alsnog een
onderzoek instelt naar de mogelijkheid, om
van de provinciën, aan de Zuiderzee gele
gen en van de grondeigenaren en anderen
in die provinciën, voor zoover hun ten ge
volge van afsluiting en droogmaking der
Zuiderzee geldelijke voordeelen ziiTen te
beurt vallen, bijdragen te vorderen, gaat
over tot de orde van den dag.
De motie van de heeren De Muralfc en
Bongaerts wordt aangenomen met- 59 te
gen 1 stem (van den heer Visser van ÏJzen-
doorn) en die van den heer Albarda zonder
hoofdelijke stemming.
BESCHIKBAARSTELLING VAN
LEVENSMIDDELEN
Voortgegaan wordt met de replieken.
De heer BOGAARDT verdedigt zijn mo
tie betreffende de verstrekking van tarwe
meel en havervlokken voor zieken.
Do heer DE WYCKER-SLOOTH DE
WEERDESTEYN zal ©erBt de rede van
den minister van Financiën bespreken en
dan den heer Posthuma beantwoorden.
Spr. onderschrijft volkomen het betoog
van den heer Marchant. Het was noodig
dat naast de financieel© cijfers van den
heer Treub eens krachtig naar voren werd
gebracht-, dat er thans nog hoogere belan
gen op hot spel staan dan zuiver materi
eel e. Het financieel belang in deze is van
secundairen aard. Wat hefc systeem van mi
nister Treub betreft, spr, acht het onmo
gelijk, dat de Kamer zich thans over dit
systeem uitspreekt-, daar haar absoluut de
tijd ontbroken heeft voor een nauwgezet
te en volledige studie van dit zeer inge-
wikke'd plan. Toch zal spr. hefc sfcelsel zoo
goed mogelijk bespreken en dan komt- hij
in. de allereerste plaats aan de verplich
tingen, welke den gemeenten worden op
gelegd, om voor een bepaalde productie
te zorgen, welke hij practisck onuitvoer
baar acht. Ook gaat het niet aan, platte
landsgemeenten een zoo groote macht te
geven als die noodig is voor productie-
dwang; want een dergelijke macht zal tot
de meest onbillijke willekeur aanleiding
geven.
Bovendien leidt bet stelsel tot een dub
bel aantal ambtenaren met- nog veel minder
resultaten, dan thans het geval is.
Maar nog veel minder kan hij zich ver-
eenigen met- het stelsel der distributie,
want wat de heer Treub wil is een reoht-
streeksch systeem van bedeeling. Verschil
lend!© menschen zouden liever honger lijden
dan een bon te gaan halen voor ondersteu
ning. Hot stelsel miskent bovendien de
meening, dat ieder de tering naar de nering
moet zetten. Bovendien, iemand, die vóór
den oorlog f 1000 inkomen had en thans
fiXKX), heeft zich thans ook ingericht naar
dat inkomen van f 2000.
Bovendien, hoe zal men dit controlee
ren 1 Vóór den oorlog waren er tal van ge
meenten, welke geen hoofdelijken omslag
hieven, terwijl het in andere geheel wille
keurig werd bepaald.
Bovendien geeft dit stelsel den vermogen
den de gelegenheid' zich zoo goed mogelijk
te voeden en dit gebeurt thans ook wel
reeds, maar volgens het stelsel-Trcub
wordt dit officieel gesanctioneerd. En hier
tegen kemt spr. krachtig op. Moet er in
dezen tijd borger geleden worden, dan
door iedereen. zcV>wel in de hooge standen
als in de kringen des volks.
Komende tob de rede van minister Pos
thuma, constateert spr. met genoegen te
hebben vernomen, dat de Minister met de
huidige distributie voortgaat, haar zelfs
nog wil uitbreiden; maar hij zou den Mi
nister willen waarschuwen, d!e artikelen
van bijvoeding niet duurder te maken. Ook
speet hefc hem te hoor en dab de Minister
die thans bestaande commissies wil handha
ven. Spr. zou gaarne zien, dat al de-ze com
missies werden opgeheven. Indien de Miuis-
tor hiertoe overgaat, zal hij ook gemakke
lijker die personen aan zich kunnen binden,
die hij werkelijk noodig heeft.
Omtrent heb onrechtvaardige optreden
dor Commissie inzake de kwestie-Reijera
heeft de Minister niets geantwoord. De
beantwoording der grieven omtrent do
„Bieta" was onvolledig. Er zijn daar fou
ten gemaakt, niet omdat het bedrijf nog
niet genoeg was ingewerkt-, maar omdat- de
directeur absoluut ongeschikt was voor zijn
fcaalc. Dit was de oorzaak, cfe, aandeel
houders hun aandeelen eenvoudig terug
stuurden.. En daarom zou hij gaarne den,
dat dergelijke lichamen en ambtenaren
niet belast worden niet de uitvoering der
distributie wet.
Verder bestrijdt hij do bezwaren, door
den Minister aangevoerd tegen het aard-
appeldrogen. De kosten rijn ww» het dro
gen wel iota meer, maar men krijgt ook1
tweemaal zooveel aardappelmeel als met
malen hefc geval is. Ook zooi hij gaam*
zien, dat de Minister eens bij zijn ambtge-
noot van Oorlog aandringt om het vleesoa-
gebruik voor het leger te temperen.
Spr. was van plan geweest een-motie in
te dienen, maar na de motie van den heer
Marchasjt, waarmede hij zich "bijna geheel
vereenigen kan, zal hy daarvan afzien Hij
zou den heer Marchant echter in overwe
ging willen geven, zijn motie partieel üt
stemmig te brengen om geen onzuivere
stemming uit te lokken.
De heer TER SPILL zegt, dat de rede
van den Minister van Landbouw hem maar
zeer weinig tevreden heeft gesteld, al
brengt hij gaarne hulde aan den persoon
van minister Posthuma. De verdediging
van den "Minister omtrent ziin bodemloos
optimisme was nfinder gelukkig, de Minis
ter moest toch weten, dat dergelijke slim
migheidjes in het buitenland weinig indruk
(moeten maken. Over d'e vraag of er wer
kelijk 'ondervoeding bestaat zal bij niet
meer spreken, nu drie ministers daarom
trent een geheel verschillend oordeel bob
ben geuit. Dit wil niet zeggen, dat hij mi
het stelsel van miitieter Treub voor ziin
rekening zou nemen, daar het hem aan tijd
ontbroken heeft, clit- nieuwe stelsel in alle
détails uitvoerig te beetudeeren.
£pr. erkent, dat in deze tijden ieder een
offer moet brengen; maar dan doet zioh'
ook de vraag voor of bet huidige stelser
wel tot hefc einde kan worden vojg; houden.
Da beantwoording van deze vraag L doof
alle drie ministers ontkennend geschied. Do
Minister van Binnenlan Uebe Zaken zegt, dat,
hoe langer deze noodtoestand duurt hoe eer
het tijdstip komt, dat wij mét de huidige
distributie moeten ophouden, omdat voort
zetting financieel onmogelijk wordt.
De Minister van Binncnla-ndscho Zaken
heeft betoogd, dat do Kamer in dozen tijd
moet trachten geen crisis uit te lokken
weinu, spr. wil daartoe medewerken, maar
dit zal alleen kunnen geschieden indien
alle fracties een offer brengen. En den
Minister van Financiën zou liij willen toe
roepen: Het is een slecht soldait, die in
tijden van gevaar rijn post vcrl» t. Een
soldaat, die in tijd van oorlog zijn post
verlaat, krijgt, den kogel en spr. hoont,
dat thans ditzelfde strenge beginsel ook
op het politieke slagveld zal we rden toe
gepast,
£pr. heeft ook besloten een motie in te
dienen, waarmee de Kamer waarschijn
lijk zich geheel kan vereenigen. Spr. ver
wacht, dat, wanneer de Regeering zijn
motie de voorkeur geeft boven die van 'en
heer Marchant, deze zijn motie zal intr le
ken. Spr. is in het omgekeerde geval t-ot
hetzelfde bereid. Spr. wenscht echter ook,
dat niet alleen de geheel'1 Kamer. maar
dan ook de geheeie Regeering zich met
die motie zal vereenigen. Spr. heeft dan
de eer. de volgende motie bij tie Kamer
in te dienen
„De Kamer, van oordeel, dat bij de zeer
buitengewone omstandigheden der laatste
dagen een geheelo of gdeeltelijke Regee-
ringscrisis niet kan zijn in 's lands belang;
van oordeel, dat de dringende voori&elnood
krachtiger bevordering der productie ver
betering van de organisatie en distributie,
gepaard aan vollediger regeling en bescher
ming der individueele belangen op den
grondslag van het recht wen^chelijk maakt
van oordeel, dat de te treffen voorzienin
gen, zoowel wat betreft de kosten, zooveel
mogelijk op den vermoedelijken duur t an
den noodtoestand berekend moeten zijn
spreekt den wensch uit, dat, bij voortdu
rend overleg tusschen en samenwerking
van de hoofden der verschillende dcuarte-
menten van o-lgemeen bestuur, de Regee
ring onverwijld herziening en vordenmg
van de bemoeiing der productie en van
de distributie zal voorbereiden, en gaat
ii er tot de orde ^ao den dag".
De heer DUYS Daar zit van allerlei in.
't- Is een eenheidsworst
Do heer SNOECK HENKEMANS con-
stateerd, dat hij geen antwoord heeft ont
vangen op de klacht over de willekeurige
veevordering op do Veluwe. Spr zou dan
ook nog gaarne een antwoord daarop ont
vangen.
Verder bespreekt hij de verstrekking
van goedkoope klceding. Wat do Minister
daaromtrent heeft medegedeeld, was ge
heel onvoldoende Indien de Minister dit
geheel overlaat aan het Kon. Nat. Steun
comité, komt van dezo zaak niets terecht.
Dit ligt niet aan bot- Steuncomité, maar
aan den Minister. Ten gevolge van don
•kettinghandel 'zijn de prijzen onrustba
rend gestegen en indien de Minister in de
ze materie niet spoedig ingrijpt, komt van
deze zaak niets meer terecht.
Verder bespreekt hij het plan van mi
nister Treub. Spr. onderschat de bezwa
ren daartegen, door den heer De Wyker-
sloot-h ontwikkeld, aUerminst maar meent
dat deze gemakkelijk ondervangen kun
nen worden cn hij eteunb dan ook giM-ne
hefc productie-plan van minister Treub.
Geheel anders staat hij echter tegenover
het distributieplan van dezen bewindsman
Het distributieplan heeft geheel het pl<m
van bedeoling; bovendien i3 het in hooge
mate onbillijk. Iemand met een groot ge
zin, die in dezen oorlog door bard wer
ken er iets beeft bijverdiend, wordt een-
-vouddg uitgesloten.En omdat het stelsel
onbillijk, immoreel en onrechtvaardig is»
wil bij het de Regeering ten zeerste ont
raden.
Wat de motic-Marchant betreft,
meent, dat do Kamer goed zal doen dezo
motie te aanvaarden. Een behoorlijke ad
ministratieve rechtspraak acht hij nood
zakelijk. Ook kan hij zich vereenigen mei
dat deel der motie, dat wil, dat de dism-
butie-regoling algemeen 'zal werken. D«j
motie-Ter Spill is niet- zoo practisok en dai-'
delijk als do motioMarchant en daaT-aj
adht -hij aanneming daarvan aiind«r weiv-'
«ohelijk. 3p?e Aai m&sé&ï