No. Ï78T2. CEfDSCH DAGBLAD Vrijdag 22 Waart. Twëedë Bfad Anno Ï9!@, Nederland en de Oorlog TWEEDE KAMER. Nederland en de Geassocieerde regeeringen. De Schepen genomen. Officieel wordt do volgende mededeeling verstrekt „Blijkens op 21 dezer des avonds aan het ministerie van buitenlandsche zaken ont vangen telegram van Hr. Ms. gezant te Londen heeft do Britscho regeering, in ant woord op do mededeeling der Nederland- echo rogeoring, houdende de voorwaarden waaronder zij bereid is, aan do Nederland- sche schepen vergunning te verleenen om ten behoeve van cto geassocieerde landen te varen in de gevaarzone, te kennen ge geven dat do verbonden regeeringen on middellijk zullen beginnen met de inbeslag neming der schepen. Van Hr. Ms. gezant te Washington is nog geen bericht" ter zake ontvangen." Reuter seint uit New-York, dat marine- reservisten op bevel uit. Washington Woensdagavond 38 Neder!andsche. schepen hebben overgenomen. De-Nederlandsche kapiteins protesteerden niet, daar zij sedert eenige dagen op hetgeen gebeuren tou voorbereid waren. Ook te Rangoon en~Penang worden Ne- erlandsche schepen vastgehouden. Het gt in de bedoeling der regeering een ver klaring af to leggen in verband^ mot de ge beurtenissen der laatste dagen. Router seint uit Londen, dd. 20 Maart Wij vernemen, dat nu de Vereenigde Sto ten machtiging hebben gegeven tot requi- eitio der Nederlandsche schepen in Ameri- .kaansche havens, dè Briteche regeering on verwijld denzelfden 9tap zal doen ten op zichte van de Nederlandscbe schepen in de havens van het Britsche rijk. In weerwil van de verklaringen uit- Hol land omtrent do beslissing der Nederland sche regeering betreffende de nota der ge allieerden, is het een feit, dat de Engelsche regeering geen mededeeling heeft ontvan gen, welke zou kunnen worden beschouwd als een definitieve aanvaarding of weige ring der nota. Enkelo verklaringen in het Nederland scbe parlement hebben geleid tot een zeker misverstand op dit punt. Dinsdag verklaar de de hederlandsche minister van buiten landsche zaken d!at do voorgestelde handel wijze der geallieerden de scheepvaart van Nederland met de koloniën onmogelijk zou maken. Dit is in geenen de*le het geval, en zulk een bevrering is totaal ongegrond. Men denkt er niet aan om stappen te doen cHe de vaart naar de Nederlancüsche koloniën onmogelijk zouden maken en er is geen reden om te veronderstellen, dat de bepa lingen. omtrent dezen handel, gemaakt in de ca. twee maanden geleden aan de Neder land-I r, regporinr errihme voorstellen, be langrijk gewijzigd zullen worden. De voort- Zfett 'ivr vpn diezen handel is in het weder zij dsch belang van geallieerden cn Neder landers. De proclamatie van Wilson Woensdag erd de proclamatie van pre sident Wilson openbaar, waarin bet mari ne-depart e^ment gemachtigd wordt tot in beslagneming der Nederlandsche schepen in de Amerikaansche territoriale wateren, ten einde deze gedurende den oorlog te ge bruiken. voor zoover lmt noodzakelijk is, voor de wezenlijke doeleinden, verbonden aan de voortzetting van den oorlog tegen Duitschland. Voor 't gebruik der schepen wordt door de Shipping Board" der Vereenigde Sta ten schadevergoeding betaald, in overeen stemming met de beginselen van het vol kerenrecht. De schepen zullen, na bemand en, -ust +p zijn, door het mame-de- parlement of door de „Shipping Board" ck eenigde staten doeltreffend worden gebruikt. Jn verband met het nemen van dezen maatregel, heeft president Wilson de vol gende verklaring gepubliceerd Reeds eonige maanden geleden hebben de Vereenigde Staten en de Entente met de Nederlandsche regeering onderhande lingen gevoerd, ten einde een algemene handelsovereenkomst- te sluiten. Een zeer duidelijke uiteenzetting van het karakter van deze onderhandelingen werden den 12den Maart door den Nederlanschen Mi nister van Buitenlansche Zaken aan hef Nederlandsche parlement gegeven. Zooals uit deze verklaring blijkt, ging ce discus sie over de twee voornaamste voorstellen, n.l. dat do Vereenigde Staten en zijn bond genooten den invoer in Nederland van levensmiddelen en andere koopwaren, noodig om het economische leven i'i stand to houden, zou vergemakkelijken, en dat Nederland zijn handel overzee tot norma len omvang zou terugbrengen. Het was do taak der onderhandelaars om juiste voorstellen te ontwikkelen, die aannemelijk waren voor de betrokken re geeringen. In het begin van Januari 1918 kwamen de handelaars tot een overeenstemming, die belichaamd werd in een ontworp-over eenkomst-, welke aan de betrokken regee ringen werd voorgelegd, om het n geval liet. aannemelijk was, te bekrachtigen, of, in het. tegenovergestelde geval, met een tegen-voorstel te komen. Toen de onderhandelingen vertraagd werden, stelden de Nederlandsche afge vaardigden, ten einde de schepen spoedi ger in den oorspronkelijken dienst terug te brengen, voor, cTat de Nederlandsche scheep sruimto, die werkeloos in de Ame- rikaanscke havens lag, behalve zekere uit zonderingen, onmiddellijk dpor üe Veree- vcor een periode van ten hoogste 90 dagen, nigde Staten zouden worden gecharterd De Vereenigde Staten namen dit voor stel aan en op den Sosten Januari ovor- jhancügdo- 'de Nederlandsche gezant ito Washington aan het secretariaat der Ver eenigde Staten een nota, waarin de over eenkomst der tijdelijke chartering was ver vat en de goedkeuring van de Nederland sche regeering. Deze overeenkomst stelde o. a. vast, dat 150.000 ton Nederlandsche scheepéruimte naar goeddunken der Vereenigde Staten zou worden gebruikt, gedeeltelijk in dienst van de Belgische relief en gedeeltelijk voor Zwitserland onder vrijgeleide en dat voor ieder schip, dat Nederland in dienst stelt van de Belgische relief, Nederland een ge lijk schip aan de Vereenigde Staten zal overlaten. Voor iedere twee Nederlandsche schepen in de Amerikaansche havens, die met le- vensmit/delen naar Nederland zouden ver trekken, zouden in ruil door Nederland gelijke tonnage ter chartering worden ge geven. Do overeenkomst was van tijdelijken aard en bestemd om in den onmiddellijke-n toestand te voorzien. Spoedige uitvoering was de hoofdbe-paling. Plotseling kwam de Nederlandsche re geering met de mededeeling voor dem dag, dat zij niet bereid, of niet in staat was uit voering te geven aan cieze ohartering-over- eenkomst, die zij zelf had voorgesteld. Het eerste verlangen der Vereenigde Staten was, de» schepen terstond, zooals in de overeenkomst was bedoeld, aan te wen den voor den transport van levensmidde len naar Zwit-serland, waaraan deze staat groote behoefte had De eene moeilijkheid na de andere werd echter geopperd om hdt charteren der Ne derlandsche schepen, ten behoeve van de Zwits. Reliefvaart uit te 6tellen en hoewel er nooit formeel een reden voor werd op gegeven, was het algemeen bekend, dat de Nederlandsche reeders bang waren, dat hun schepen door Duitsche duikbooten ver nietigd zoiprlen worden, zelfs al hadden zij een liefdadige bestemming en gingen zij nergens door de zoogenaamde „gevaar lijke zóne", welke de D.uitsche regeering had afgekondigd. Dat deze vrees niet geheel en al onge grond was, is ongelukkigerwijs gebleken door de jongste daad van de Duitsche re geering: het torpedeeren van het Spaan- selie schip „Sardinero" buiten de gevaar lijke zóne, terwijl het een lading graan voor Zwitserland vervoerde on nadat de duikboot-commandant zich van dit feit ver gewist had door het schip te onderzoeken. Ten aanzien van de Relief-vaart voor België verklaarde de Nederlaudsche re geering zich niet in staat, zich aan de overeenkomst te houden, omdat de Duit sche regeering Nederland te verstaan had gegeven, dat zij met geweld het uitvaren zou belet-ten, van het gelijk aantal sche pen, dat volgens de overeenkomst terzelf- dertijd naar de Yereenigde Staten zou vertrekken. Do Nederlandsche regeering achtte zich zelfs niet in staat de twee ladingen levens- in kVlden te halen, welke zij krachtens de overeenkomst mocht halen, omdat ook hier weer de Duitsche regeering tusschen- beide kwam en dreigde do gelijke Neder landsche t-ormenmaat te vernielen, welke volgens de overeenkomst uit Nederland naar de Vereenigde Staten zou vertrek ken. Bijna twee maanden zijn verstreken sedert do tijdelijke charterovereenkomst opgesteld is en do voorgestelde algemeene overeen komst is zelfs nog langer door Nederland onbeantwoord gelaten. Ondertusschen no- n Duits Aland? bedreigingen een steeds scherper vorm aan, met het doel iedere vt te beletten en Nederland te dwingen een tijdelijke over eenkomst te schenden. Den 7den Maart werd door bemiddeling van Groot-Brifcannië een laatste voorstel, <W den 18den Maart- zou verstrijken, aan Nederland voorgelegd- Hierop is een ant woord ontvangen, dat, hoewel op zichzelf onaannemelijk, onder andere omstandig heden als basis voor verdere onderhande lingen had kunnen (henen. De gebeurtenis sen, waarop ik zinspeelde, hebben echter ahtoende aangetoond, dat wij getracht heb ben to onderhandelen, terwijl een essenti eel© basis voor een overeenkomst, namelijk de vrije gedachtenwisseling ontbrak. Zelfs indien er een overeenkomst was gesloten, zou het vermogen tot onafhankelijk optre den. hetwelk alleen de uitvoering kan, ver zekeren, ontbroken hebben. Ik zeg dit .niet, om op d.- Nederlandsche regeering critiek uit te oefenen. Ik ben me wel bewust- van haar moeiliike positie, onder do bedreiging van een militaire mogendheid, die telken male. van haar minachting voor weder zij dsche rechten hepft blijk gegeven. Daar er nu inderdaad dwang bestaat, blijft er geen andere keus ovor, dan door de uitoefe ning van onze onbetwistbare rechten als souvererno staat- datgene te volbrengen, dat zoo rede li ik is, dat wij het onder andere omstandigheden stellig door een overeen komst bereikt zouden hebben. Wil zijn derhalve genoodzaakt, de Neder- landsriio schepen, die zich onder onze terri toriale jurisdictie bevinden, in onzen dienst te nemen. Dit optreden van onzen kant cn het. gelijktijdig ontreden van de met ons verbonden regeeringen laat Nederland ruimschoots schepen over, want zijn handel van heb moederland en zijn koloirön zal vergemakkelijkt worden en het kan onmid dellijk schepen' uit Nederland zenden om het. broodkoren te halen, waaraan zijn volk behoefte heeft. Deze schepen zullen vrij mogen bunkeren en zullen gevrijwaard zijn voor aanhouding van onzen" kant. Het. stoomschip „Nieuw-Amsterdam", dat op voorwaarde van zijn terugkeer onder onzo jurisdictie kwam, zal natuurlijk on middellijk naar Nederland mogen torug- keeren. Bovendien zal het verlof krijgen om tweo ladingen levensmiddelen mee te nemen, welke Nederland krachtens de tij delijke charfcerovereenkomst had kunnen halen, als Duitschland zulks ndet'belet had. Aan de Nederlandsche eigenaars der schepen, die in onzen dienst worden ge steld, zai een ruime schadevergoeding wor den betaald, terwijl er afdoendo maatre gelen zullen worden genomen, om in de mogelijkheid te voorzien, dat de schepen tengevolge van vijandelijke actie verloren gaan. Het is onze ernstige wensch, de be langen van Nederland en zijn onderdanen in de ruimste mate te behartigen. Met de uitoefening in deze crisis van ons erkend recht, om alle bezittingen binnen ons gebied in eigen beheer te nemen, doen w ijNederland geen onrecht aan. Do wijze, waarop wij voorstelden, dit recht uit te oefenen en onze voorstellen aan Nederland in verband daarmede zullen, naar ik meen, niet nalaten Nederland te overtuigen van de oprechtheid van onze vriendschap. (w. g.) WOODROW WILSON. De zorg voor Nederland en den ze zeelieden. Reuter seint uit- Wasliington,- dat de secre taris van marine Daniels mededeelde dat het hevel tot overneming der Nederlandsche sche pen te 7 uur Woensdagavond in kracht was getreden. Enkelo Nederlandsche zeelieden zuiden in dienst worden gesteld, anderen zul len, zoo #zij dit wensehen, in Amerika wor den gehouden. De regeering betaalt hun ga ges. Dogenen, die naar Nederland wensehen terug te koeren, zullen zoo spoedig mogelijk worden overgebracht. President Wilson sprak als zijn ernsligen wensch uit, dat de belangen van Nederland en van de Nederlandsche onderdanen volko men zullen worden gewaarborgd. Wilson verklaarde, dat Amerika door in deze crisis gebruik te maken van het geoor loofde recht om controle uit te oefenen over allo eigendommen op Amerik-aansch gebied, niet onrechtmatig jegens Nederland optreedt, terwijl de wijze waarop van dit recht ge bruik wordt gemaakt, blijk geeft van den ernst van de vriendschap, die Amerika voor Nederland koestert,. Ons land krijgt graan, - Uit Londen seint Reuter: Lord Robert Cecil deelde in het Lagerhuis in het kort het besluit mede van de geallieerde regeeringen tot overneming van de Nederlandsche sche pen, die in haar havens liggen en tevens de voorwaarden, op welke zij verkregen zullen worden. Hij zeide, dat ie regöêring zal traohten met de eigenaars tot een overeen komst te komen omtrent betaling der assu ranties, dat zij op het einde van den oorlog de schepen zal teruggeven of door andere vervangen, zoo zij verloren gegaan zijn, dat zij de roeders zal schadeloosstellen door ver liezen, door vijandelijke actie teweeggebracht en dat de equipages gerapatrieerd zullen wor den. Verder zal er zorg voor gedragen wor den, dat schepen, die van dezen datum af de Nederlandscbe havens verlaten, niet in dienst der geallieerden zullen komen zonder een desbetreffende overeenkomst. Zoodra moge lijk zullen 50.000 ton tarwe of een gelijkwaar. dige hoeveelheid meel in een Noord-Amert- kaansehe haven en een gelijke hoeveelheid in een Zuid-Amerikaansehe haven ter be schikking der Nederiandse-he regeering wor den gesteld. De indruk in parlementaire kringen. De Hoefijzer-correspondent van het „Hb'd." meldt d.d. 21 Maart: ,.Het in beslag nemen van onze schepen bleek heden, toen het door bulletins van de dagbladen bekend werd, een verontwaardi ging en een toorn te wekken, die er op schenen te wijzen, dat men, in weerwil van al het voorafgegane, zoo iets toch nog niet had verwacht. Ook in Kamerkringen was de indruk zeer groot Wjj vernamen dat een der meest vooraanstaande Kamerleden rondloopt met het denkbeeld om de regeering te interpel- leeren, ten einde te vernemen of zjj thans niet onzen gezant in Washington zal terug roepen en den Amerikaanschen gezant hier ter stede® zjjn paspoort zal geven. De indruk in scheepvaart kringen. „In Amsterdamsche scheepvaait'iringen is men eenigszins pessimistisch gestemd ten opzichte der inbeslagneming, al kan men zich natuurlek nog geen beeld vormen van den toestand, zooals die nu worden zal. Zal men ook de Hollandsche schepen, die geregeld tusschen Indië en Amerika varen, uit die vaart nemen? Dit zou een groot nadeel voor Amerika zijn. Wanneer de Nederlandsche passagiersschepen, die de zoo noodige ver binding tusschen moederland en koloniën onderhouden teloor fculien gaan en na den oorlog door voor die vaart onbruikbare sche pen vervangen worden, dan is dit voor onze scheepvaart een zeer groot verlies. De maat regel die Amerika genomen hgeffc, zal in de practijk moeten leeren, welke pijnlijke conse quenties voor onze scheepvaart te trekken zgn." Een betoOging van studenten. Eenige Delftscke studenten, waarbij zich de Senaat van het Studentencorps bevond, die gisteravond den dies van hun corps vier den, hebben omstreeks 9 uur aan het legatie gebouw van het Amerikaansche gezantschap m Den Haag aangescheld en verzocht den ge zant te mogen spreken. Hun werd echter medegedeeld, dat de gezant afwezig was. Daarop hebben zy voor de legatie vaderland lievende liederen gezongen en door fluiten, joelen en sissen gemanifesteerd. -Zy ver' volgden na eenige minuten hun weg, spot liederen zingende op Amerika en Engelsche geïnterneerden, die zij ontmoetten, lioonen- de. Vóór het paleis van H. M. de Koningin hebben zy daarop met ontbloot hoofd vader landlievende liederen gezongen. Verder trok ken zy zingende de stad door. Zitting van gisternamiddag. REGELING TAN WERKZAAM HEDEN Op verzoek van den heer BONGAERTS atelb de VOORZITTER voor, het wetsont werp, betreffende de opheffing van be lemmeringen, aan de tot-stand-koming en de in-stand-houding van electriciteitswer ken in den weg gelegd, van de agenda af te voeren. Gebeurt dit niet, dat zal het hedenavond toch niet m behandeling ko men. Na eenige gedachtewisseling wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aan genomen. STEMMINGEN OVER ZUIDERZEE MOTIE Aan de orde is hierna <ie stemming over de moties van orde van de hoeren DE MUR.ALT en BONGAERTS en van den heer ALBARDA, betreffende hefc. wetsont werp tot droogmaking der Zuiderzee. De eerste motie luidt: „De Kamer, van oordeel, dat bij even tueel© droogmaking van één of meer ge deelten van de Zuiderzee, de dijken van alle inpolderingen zioodanig© afmetingen zullen moeten verkrijgen, dat zij in staat zuilen zijn de te verwachten' hoogste stormvloeden te keer en, wanneer de af sluitdijk gedurende geruimen tijd over groote lengte eventueel"- is doorgebroken of de sluizen het begeven, gaat over tot <ïe orde van den dag". De. motie-Albarda „Do Kamer, van oordeel, dat het wen- schelijk is, dat de Regeering alsnog een onderzoek instelt naar de mogelijkheid, om van de provinciën, aan de Zuiderzee gele gen en van de grondeigenaren en anderen in die provinciën, voor zoover hun ten ge volge van afsluiting en droogmaking der Zuiderzee geldelijke voordeelen ziiTen te beurt vallen, bijdragen te vorderen, gaat over tot de orde van den dag. De motie van de heeren De Muralfc en Bongaerts wordt aangenomen met- 59 te gen 1 stem (van den heer Visser van ÏJzen- doorn) en die van den heer Albarda zonder hoofdelijke stemming. BESCHIKBAARSTELLING VAN LEVENSMIDDELEN Voortgegaan wordt met de replieken. De heer BOGAARDT verdedigt zijn mo tie betreffende de verstrekking van tarwe meel en havervlokken voor zieken. Do heer DE WYCKER-SLOOTH DE WEERDESTEYN zal ©erBt de rede van den minister van Financiën bespreken en dan den heer Posthuma beantwoorden. Spr. onderschrijft volkomen het betoog van den heer Marchant. Het was noodig dat naast de financieel© cijfers van den heer Treub eens krachtig naar voren werd gebracht-, dat er thans nog hoogere belan gen op hot spel staan dan zuiver materi eel e. Het financieel belang in deze is van secundairen aard. Wat hefc systeem van mi nister Treub betreft, spr, acht het onmo gelijk, dat de Kamer zich thans over dit systeem uitspreekt-, daar haar absoluut de tijd ontbroken heeft voor een nauwgezet te en volledige studie van dit zeer inge- wikke'd plan. Toch zal spr. hefc sfcelsel zoo goed mogelijk bespreken en dan komt- hij in. de allereerste plaats aan de verplich tingen, welke den gemeenten worden op gelegd, om voor een bepaalde productie te zorgen, welke hij practisck onuitvoer baar acht. Ook gaat het niet aan, platte landsgemeenten een zoo groote macht te geven als die noodig is voor productie- dwang; want een dergelijke macht zal tot de meest onbillijke willekeur aanleiding geven. Bovendien leidt bet stelsel tot een dub bel aantal ambtenaren met- nog veel minder resultaten, dan thans het geval is. Maar nog veel minder kan hij zich ver- eenigen met- het stelsel der distributie, want wat de heer Treub wil is een reoht- streeksch systeem van bedeeling. Verschil lend!© menschen zouden liever honger lijden dan een bon te gaan halen voor ondersteu ning. Hot stelsel miskent bovendien de meening, dat ieder de tering naar de nering moet zetten. Bovendien, iemand, die vóór den oorlog f 1000 inkomen had en thans fiXKX), heeft zich thans ook ingericht naar dat inkomen van f 2000. Bovendien, hoe zal men dit controlee ren 1 Vóór den oorlog waren er tal van ge meenten, welke geen hoofdelijken omslag hieven, terwijl het in andere geheel wille keurig werd bepaald. Bovendien geeft dit stelsel den vermogen den de gelegenheid' zich zoo goed mogelijk te voeden en dit gebeurt thans ook wel reeds, maar volgens het stelsel-Trcub wordt dit officieel gesanctioneerd. En hier tegen kemt spr. krachtig op. Moet er in dezen tijd borger geleden worden, dan door iedereen. zcV>wel in de hooge standen als in de kringen des volks. Komende tob de rede van minister Pos thuma, constateert spr. met genoegen te hebben vernomen, dat de Minister met de huidige distributie voortgaat, haar zelfs nog wil uitbreiden; maar hij zou den Mi nister willen waarschuwen, d!e artikelen van bijvoeding niet duurder te maken. Ook speet hefc hem te hoor en dab de Minister die thans bestaande commissies wil handha ven. Spr. zou gaarne zien, dat al de-ze com missies werden opgeheven. Indien de Miuis- tor hiertoe overgaat, zal hij ook gemakke lijker die personen aan zich kunnen binden, die hij werkelijk noodig heeft. Omtrent heb onrechtvaardige optreden dor Commissie inzake de kwestie-Reijera heeft de Minister niets geantwoord. De beantwoording der grieven omtrent do „Bieta" was onvolledig. Er zijn daar fou ten gemaakt, niet omdat het bedrijf nog niet genoeg was ingewerkt-, maar omdat- de directeur absoluut ongeschikt was voor zijn fcaalc. Dit was de oorzaak, cfe, aandeel houders hun aandeelen eenvoudig terug stuurden.. En daarom zou hij gaarne den, dat dergelijke lichamen en ambtenaren niet belast worden niet de uitvoering der distributie wet. Verder bestrijdt hij do bezwaren, door den Minister aangevoerd tegen het aard- appeldrogen. De kosten rijn ww» het dro gen wel iota meer, maar men krijgt ook1 tweemaal zooveel aardappelmeel als met malen hefc geval is. Ook zooi hij gaam* zien, dat de Minister eens bij zijn ambtge- noot van Oorlog aandringt om het vleesoa- gebruik voor het leger te temperen. Spr. was van plan geweest een-motie in te dienen, maar na de motie van den heer Marchasjt, waarmede hij zich "bijna geheel vereenigen kan, zal hy daarvan afzien Hij zou den heer Marchant echter in overwe ging willen geven, zijn motie partieel üt stemmig te brengen om geen onzuivere stemming uit te lokken. De heer TER SPILL zegt, dat de rede van den Minister van Landbouw hem maar zeer weinig tevreden heeft gesteld, al brengt hij gaarne hulde aan den persoon van minister Posthuma. De verdediging van den "Minister omtrent ziin bodemloos optimisme was nfinder gelukkig, de Minis ter moest toch weten, dat dergelijke slim migheidjes in het buitenland weinig indruk (moeten maken. Over d'e vraag of er wer kelijk 'ondervoeding bestaat zal bij niet meer spreken, nu drie ministers daarom trent een geheel verschillend oordeel bob ben geuit. Dit wil niet zeggen, dat hij mi het stelsel van miitieter Treub voor ziin rekening zou nemen, daar het hem aan tijd ontbroken heeft, clit- nieuwe stelsel in alle détails uitvoerig te beetudeeren. £pr. erkent, dat in deze tijden ieder een offer moet brengen; maar dan doet zioh' ook de vraag voor of bet huidige stelser wel tot hefc einde kan worden vojg; houden. Da beantwoording van deze vraag L doof alle drie ministers ontkennend geschied. Do Minister van Binnenlan Uebe Zaken zegt, dat, hoe langer deze noodtoestand duurt hoe eer het tijdstip komt, dat wij mét de huidige distributie moeten ophouden, omdat voort zetting financieel onmogelijk wordt. De Minister van Binncnla-ndscho Zaken heeft betoogd, dat do Kamer in dozen tijd moet trachten geen crisis uit te lokken weinu, spr. wil daartoe medewerken, maar dit zal alleen kunnen geschieden indien alle fracties een offer brengen. En den Minister van Financiën zou liij willen toe roepen: Het is een slecht soldait, die in tijden van gevaar rijn post vcrl» t. Een soldaat, die in tijd van oorlog zijn post verlaat, krijgt, den kogel en spr. hoont, dat thans ditzelfde strenge beginsel ook op het politieke slagveld zal we rden toe gepast, £pr. heeft ook besloten een motie in te dienen, waarmee de Kamer waarschijn lijk zich geheel kan vereenigen. Spr. ver wacht, dat, wanneer de Regeering zijn motie de voorkeur geeft boven die van 'en heer Marchant, deze zijn motie zal intr le ken. Spr. is in het omgekeerde geval t-ot hetzelfde bereid. Spr. wenscht echter ook, dat niet alleen de geheel'1 Kamer. maar dan ook de geheeie Regeering zich met die motie zal vereenigen. Spr. heeft dan de eer. de volgende motie bij tie Kamer in te dienen „De Kamer, van oordeel, dat bij de zeer buitengewone omstandigheden der laatste dagen een geheelo of gdeeltelijke Regee- ringscrisis niet kan zijn in 's lands belang; van oordeel, dat de dringende voori&elnood krachtiger bevordering der productie ver betering van de organisatie en distributie, gepaard aan vollediger regeling en bescher ming der individueele belangen op den grondslag van het recht wen^chelijk maakt van oordeel, dat de te treffen voorzienin gen, zoowel wat betreft de kosten, zooveel mogelijk op den vermoedelijken duur t an den noodtoestand berekend moeten zijn spreekt den wensch uit, dat, bij voortdu rend overleg tusschen en samenwerking van de hoofden der verschillende dcuarte- menten van o-lgemeen bestuur, de Regee ring onverwijld herziening en vordenmg van de bemoeiing der productie en van de distributie zal voorbereiden, en gaat ii er tot de orde ^ao den dag". De heer DUYS Daar zit van allerlei in. 't- Is een eenheidsworst Do heer SNOECK HENKEMANS con- stateerd, dat hij geen antwoord heeft ont vangen op de klacht over de willekeurige veevordering op do Veluwe. Spr zou dan ook nog gaarne een antwoord daarop ont vangen. Verder bespreekt hij de verstrekking van goedkoope klceding. Wat do Minister daaromtrent heeft medegedeeld, was ge heel onvoldoende Indien de Minister dit geheel overlaat aan het Kon. Nat. Steun comité, komt van dezo zaak niets terecht. Dit ligt niet aan bot- Steuncomité, maar aan den Minister. Ten gevolge van don •kettinghandel 'zijn de prijzen onrustba rend gestegen en indien de Minister in de ze materie niet spoedig ingrijpt, komt van deze zaak niets meer terecht. Verder bespreekt hij het plan van mi nister Treub. Spr. onderschat de bezwa ren daartegen, door den heer De Wyker- sloot-h ontwikkeld, aUerminst maar meent dat deze gemakkelijk ondervangen kun nen worden cn hij eteunb dan ook giM-ne hefc productie-plan van minister Treub. Geheel anders staat hij echter tegenover het distributieplan van dezen bewindsman Het distributieplan heeft geheel het pl<m van bedeoling; bovendien i3 het in hooge mate onbillijk. Iemand met een groot ge zin, die in dezen oorlog door bard wer ken er iets beeft bijverdiend, wordt een- -vouddg uitgesloten.En omdat het stelsel onbillijk, immoreel en onrechtvaardig is» wil bij het de Regeering ten zeerste ont raden. Wat de motic-Marchant betreft, meent, dat do Kamer goed zal doen dezo motie te aanvaarden. Een behoorlijke ad ministratieve rechtspraak acht hij nood zakelijk. Ook kan hij zich vereenigen mei dat deel der motie, dat wil, dat de dism- butie-regoling algemeen 'zal werken. D«j motie-Ter Spill is niet- zoo practisok en dai-' delijk als do motioMarchant en daaT-aj adht -hij aanneming daarvan aiind«r weiv-' «ohelijk. 3p?e Aai m&sé&ï

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5