In vroeger dagen.
TWEEDE KAMER.
Nederland en de Oorlon
FEUILLETON
No. i7ttüd.
LEIQSCR PAGfBLAS 0orsdercfag 14 Maart
Tweed© Êlad Anno 1918.
Zitting van gisteren.
LEVENSM10DELENVOORZ! EM ING.
Na de panzc zet de Minister van
Landbouw, de beer POSTHTJMA. zijn
rede voort
De groote vraag is. zegt spreker, ol het
noodig is, dat levensmiddelen worden ver
strekt beneden den kostenden prijs, en daar
naast staat de even groote vraag of dit
moreel wel geoorloofd is. Ongetwijfeld heeft
Nederland in dezen oorlog vee geld ver
diend; maar een groot deel van ons volk
bleef daarvan uitgesloten: Hit overgroots
deel van ons. volk leeft van een vastgesteld
arbeidsloon, hetwelk niet steeg met de
steeds hooger wordende prezen der nood
zakelijke levensmiddelen. Tegen let ingrij
pen der overheid, welke regelend optrad, zjjn
bezwaren van ethisclien aard niet gehoord.
Deze zijn e;ret vernomen, toen de finan-
cieele toestand van ons lan.l ernstig er door
werd beoreigd. Deze financië le toestand
wettigt dan ook de vraag, of de toe. tand van
cns volk van dien aard is, dal thans op den inge
slagen weg ro t' i wi rden voortgegaan. Spr.is van
meaning, dat dez? vraag bsvestigeni beant
woord moet worden. Do to.otend van ons
land is buitengewoon zorglijk c*n zal in de
toekomst nog aanzienlijk ve.ergerd worden.
Met cijfers zet spr. uiteen wat wij als invoer
noodig hadden, om in onze binnen! andlsche be
hoeften te voorzien. Die nu weet lioe liet met
den invoer van die ;rt:keleD staat, zal toegeven,
dat een aanzienlijke inkrimping noodzakelijk is.
Hij houdt nog staande, dat op dit oogenblik
van geen oudervoedirig spiako is maar ontkent,
dat er geen g-vaar zou bestaan voor ondervoe
ding in da tc.-komst. Ons volk heeft een zeer
vast voedingsgewoonte cn er is zeer veel voor
noodig. om met die oude gewoonte te breken;
maar dit ncc-cat niet weg. dat wij op den rand
slaan een r cventueele ondervoeding. Do stijging
der sterftecijfers nemen voortdurend-toe, in de
groote steden nog meer dan op het pfalteland.
'Maar behalve het roods cl ria a g s tuk en de wo
ningnood zullen er ook nog wel andere factoren
frijn, die hiertoe hebben medegewerkt. In dezo
omstandigheden zou spr: de verantwoordelijk
heid niet kunnen dragen om tc breken met het
distributiesysteem, hetwelk in nog veel gun
stiger oinstriridiglieden goede resultaten heelt
gehad. Wat de welstandsgréns betreft, spr had
niet gedacht, dat deze in dit debat nog op het
tapijt zou worden gebr.acht.
Toen hij reeds vroeger een dergelijke rege
ling in zijn systeem wilde invoeren, kwamen
daartegen ziilkc talrijke overwegende bezwaren
dat hij den maatregel weder introk. Een lagero
weistandsgrens als toen werd voorgesteld zou
hij thans niet kunnen aanvaarden.
Men komt nu weer op de kwestie terug als
een bezuinigingsmiddel, maar nieuw© gezichts
punten hebben zich bij dit debat niet voorge
daan.
Spr. heeft nog gedacht om hei land in ver
schillende groepen te verdoelen met een diffé-
rentïceruig van prijzen. Deze groepeermg zou
rekening houden met de gTOOtere of kleinere
steden. waarin men woonde. Toen hij echter
dit stelsel uitwerkto, stootte bij op zoo groote*
moeilijkheden, dal hij het piactisch niet uitvoer
baar achtte.
Dit ingewikkeld complex gaf t< t allerlei ad
ministratieve en financieel© moeilijkheden aan
leiding, terwijl door de verschillende noodzake
lijk© bons de thans hoerschcnde fraude nog aan
zienlijk zou toenemen. Spr. heeft een commis
sie benoemd, dio de vraag der wclstandsgren-
zen nog zal onderzoeken en komt deze tot een
betero oplossmg, dat zal spr. deze gaarne aan
vaarden.
Bovendien, men moet niet al te zeer liet be
zwaar der bedeeling op den voorgrond stellen.
Al diegenen, die aan onze universiteiten hebben
gestudeerd, deden djt op kosten der gemeen
schap, ofschoon verschillende ouders rijk ge
noeg waren om de kosten-dier studie zelf to
dragen
De raatsueneering draaft bovendien het ka
rakter van een noodmaatregel en de maatrege
len zijn dan ook niet ccn bepaald stolsel van
dezen of genen Minister, maar zijn voortgeko
men uit den drang der benarde tijdsomstandig
heden. En dit zal blijven, zoolang deze oorlogs
toestand'duurt. Er mag hier geen sprake zijn
van reactie en boe zwaar de financiëele lasten
drukken, het belang van ons geheele volk moet
op den voorgTond blijven. Wij kunnen verschil
len over de vraag hoo de ccn of andere maat
regel uitgovoerd moet wordrn, maar de finan-
cieele bezwaren mogen nooit het zwaarste we
gen. en spr. hoopt, dat de Kamer deze rneening
zal zijn toegedaan. De Kamer zal onderscheid
moeten maken tussehen de zaak en den per
soon, en hij venvacht, dat men om zijn per
soon ?t algemeen belang niet over het hoofd zal
zien. Moge het nieuwe credict aan den huidigen
bewindsman nog worden toevertrouwd. De
hoeren Rutgers, De Montó verLoren. Beumer
i en anderen hebben deze vraag beantwoord op
I ccn wijze, waarvoor hij hun dankbaar is. Mag
j hij de critiek van de andere boeren gcloovcn,
I dan staat hij vóór een raadsel, hoe hij zooveel
ongerijmdheden bij elkaar heeft gekregen. Al-
j lerlci klachten, wolko maar kunnen beslaan,
zijn hem verweten. Spr. noemt een 84-tal op.
Maar niettegenstaande heeft hij den moed
nog niet verloren, integondeol, door allerlei cri-
I tiek is zijn wilskracht gestaald. Hij zou bet-
j zelfde antwoord willen geven als een zijner
directeuren van een distributiebedrijf hem gaf,
toen hij hem vroeg, hoe het met do distributie
I ging. Deze antwoordde: „Best, Excellentie,
I ieder is ontevreden
Zoo is het hier in de Kamer ook gegaan. De
ccno spreker verwijt hem, dat hij te dicht bij dc
boeien stond, de ander, dat li'j ze ruïneerde,
j cn zoo ging do eene spreker na den anderen
I voort. Op één pi nt ontmoeten allen sprekers
elkander, n.l. zij waren allen ontovreden. Spr.
i zou willen vragen: pleit dit niet voor den Mi
nister, dal hij staat boven alle partijen Dc ge-
j aclite afgevaardigde, de heer Troelstra, die hem
vroeger den boeranminister had genoemd, moest
nu erkennen, dat zelfs do boeren ontevreden
waren. In Engeland is hetzelfde systeem ge-
j volgd als hier en daar was ook dezelfde critiek.
Welnu, vraagt spr., zou dit niet komen van
dezelfde oorzaken? Dharora wenscht hij eerst de
critiek onder de oog on te zien en te beantwoor-
den, alvorens voetstoots to capitulccren, zooals
j do heer Troelslra met nadruk van het ver-
langde.
Do bezwaren tegen hem ingebracht, bestaan
in drie groepen. Men hoeft hem verweten, dat
hij veel to laat ingrijpt. Hoewel hij dit verwijl in
zijn algemeenheid niet aanvaardt, wil hij wel
j toegeven, noodgedwongen cr doe over te zijn
gegaan om in to grijpen in de landbouw-pro-
I duc-tie. Uitvoerig zet hij den aard van het
i landbouwbedrijf uiteen, waar men aan een be-
i paald bedrijfssysteem gebonden is. Toon bleek,
dat de belangen van producent en consumeut
niet meor samen gingen, heeft de Regeeriüg in
gegrepen.
Uitvoerig zet spr. uiteen, welke midde
len de Regeering ter beschikking stonden
en hoe daarvan gebruik is gemaakt. Door
irtbr •'ding van de controle is men er
thans in geslaagd te zorgen, dat aile voor-
gcschre\en maatregelen worden uitge
voerd. Thans zijn ook voor de"voedingsge-
1 wassen prijzen uitgeloofd, om het bedrijf
meer loonend te maken en den landbouwer
j tot grootere productie te prikkelen. Als
j grondgedachte heeft men aangenomen den
pachtprijs van vóór den oorlog. Of dit het
juiste middel is, wil -hij thans buiten bc
schouwing laten. Dat de maatregelen tel
kens gewijzigd waren, ontkent spreker. In
1916 is dit wel eens het geval geweest,
maar den laatsten tijd zijn geen maatro-
gelen gewijzigd. Dat de groote kleiboeren
zulke ontzaglijke oorlogswinsten hebben
gemaakt, als de heer Van Beresteijn deed
1 voorkomen, ontkent spreker. Hij heeft
geen tijd gehad alles na te gaan, maar een
j voorhield, door den heer Van Beresteijn
aangehaald, heeft hij nagegaan er kwam
daarbij tot het resultaat, dat er geen 20
procent winst was gemaakt, maar slechts
7 procent. Hierdoor ontbrak hem niet al-
leen de tijd, maa r ook de lust de door hem
gegeven voorbeelden- nader te controlce-
i ren. D° heer Van Beresteijn toonde van
deze zaken, totaal geen begrip te hebben,
i Bovendien klaagde de afgevaardigde, dat
I d^ Veren hun graan zoo slecht inleverden,
i Indien de Rezeering werkelijk zulke hoo-
zigen.' Een redelijke prijs zal bovendien
ook als prikkel werken om d'e productie te
vergrootep. Het systeem om do bedragen
te individualiseeren, kan hij dan ook niet
aanvaardenevenmin kan hij een specia-
len prijs vaststellen voor het klei'be drijf cn
een voor het zandbedrijf
Wie wel kan individualiseeren, dat is de
Minister van Financiën, cn er is z. i. geen
bezwaar de oorlogswinstbelasting te ver-
hoogen, zelfs tot 80 pCt-., zooals in Enge
land. De conclusie der Kamer is, dat de
productrepolitiek niet geslaagd is, vooral
die van de rogge. Deze zou, volgons den
heer Van Beresteijn, zijn verminderd met
34.000 H A. Maar ook niet deze statistiek
moet raen zeer voorzichtig zijn. In ver
band met do graanvoorziening geven de
boeren veel minder bouwland op, dan zulks
in werkelijkheid is. Daarom deelde de
héér Van Beresteijn medo, dab zelfs het
braakland de laatste jaren was toegeno
men; maar een minutieus onderzoek, door
hem ingesteld, heeft aan het licht gebracht
dat het braakland oer afgenomen, dan toe
genomen is. Ook de teeltregeling is niet
mislukt, zooals dé heer Van Beresteijn wil
de doen gelooven. zooals do Minister met
eenigo cijfers aantoonde. Ook van het
scheuren van grasland moet men niet al to
groote illusies hebben. Want pas gescheurd
grasland is niet onmiddellijk geschikt voor
den verbouw van graan en rogge. De
kwestie van een bouwgebod heeft spr. uit
voerig met deskundigen besproken, maar
eenstemmig heeft men afwijzend beslist.
.Over den aanvoer van broodkoren heeft
spr. met zijn ambtgenoot van Buitenland-
sehe Zaken gesproken, maar doze deelde
hem mede, dat tot nu toe geen bevredi
gend resultaat verkregen was. Meer kan
hij met het oog op de buitenlandsche ver
houdingen, hieromtrent niet zeggen.
De Minister erkent gaarne, dat in hot
eerste jaar dfe teeltregeling veel te wen-
-eofo.cn overgelaten heeft, maar op het ge
vaar af, weder te worden beschuldigd van
een bodemloos optimisme, wdl hij looh ver
klaren, dat de'nieuwe teeltregeling aan
alle gestelde verwachtingen zal beant
woorden.
Do mindere opbrengst van tarwe in 1917
was te wijten aan den langen en strengen
winter van 19161917. Intusschen ligt het
voor do hand. dut verschillende afgevaar
digden aandrongen op meerderen verbouw
van graan voor onze broodvoorziening. Do
hoer Colijn zegt Geef den arbeiders f 25
en zij zullen tarwe verbouwen, maar waar
de landbouwadviseurs den Minister hebben
geadviseerd, dat f 22 voldoende was, daar
vindt hij. goen vrijheid dat bedrag to ver
höogen. Een verwijzing naar de praktijk
in Zwitserland gaat niet op. Bnar moet
•elko gemeente zorgon vóór haar eigen
graanverbonw, maar hoe zou Amsterdam
voor haar voedselvoorziening moeten zor
gen?
Do heer HUGENFOLTZ En Zurich dan?
De MINISTER': Dat zou ik ook wel eens
willen weten. Bovendien, wanneer wy on
ze gi_anproductie uitbreiden, dan moet
dit gaan ten koste van andere gewassen,
en sor. zou niet weten, ten koste van welk
gewas dit moest gaan. Voor 1918 is een
maximum-prijs voor voederbieten vastge
steld: een verbouw daarvan wordt nu niet
moor verwacht.
Dj vergadering wordt hierna geschorst
tot Donderdag elf uren.
P:
old.-», zouden do boeren
dan Tiret beter het. Regeeringsgraan "ingo-
levord hebben 1
Do boL. cn in de zandstreken hebben ze
ker geen O.-W. gemaaktdezo hebben hun
bedrijfskapitaal, als vee, kippen, enz., moe
ten verkoopen en het daarvoor ontvangen
geld hebben zij in de Boerenleenbanken
gedeponeerd. Het stijgen van het geld in
d^ze Banken is dan ook allerminst een be
wijs voor de goede jaren, welke deze boe
gen zouden hebben gemaakt. Spr. ziet geen
cnkole reden om zijn prijspolitiek te wij
Ei amen-verlof.
De L. O. 1918, B. 13 wordt gewijzigd en
aangevuld als volgt
Het gestelde onder B \an punt II wordt
vervangen door
b. voor het examen voor machinist ter
koopvaardij (voorlooprg voor madhinisten-
diploma voor sleepvaart en voor diploma
A) on voor het examen voor teekenaar van
het kadaster een verlof van 5 dagen
Het gestelde onder D van punt II wordt
vervangen door
<L voor examens voor toelichting tot de
Cadettenschool, de Koninklijke Militaire
Aca«ietolie, voor machinist ter koopvaardij
(diploma- B en O), voor candidaat Indisch
ambtenaar, en voor de-hoofdakte, de eind
examens van de H. B,-scholen met 5-jari-
gen cursus, dio van de openbare handels
scholen met 2-jarigen cursus te Alkmaar,
Amsterdam, Arnhem, Enschede, 's-Graven
hage, Groningen, Haarlem, Haïlingen,
Rotterdam, Utrecht, Tlissingen en Zaan
dam, die van de handelsschool met 2-jari
gen cursus aan de Laan van Meerdervoorfc
te 's-Gravenhage, (directeur W. A. Tijn-
stra), die van de handelsschool met 2-ja-
rigen cursus te Hilversum (directeur G. H,
Demmink), die van de handelsschool met
2-jarigen cursus van het Canisius-college
te Nijmegen, en die van de handelsschool
met 2-jarigen cursus te Rolduc (gemeente
Kerkrad©) en de examens bedoeld in art.
123 der H. O.-wet (toelating tot do Tech
nische Hoogeschool) een verlof van 10 da
gen
In het gesielde onder E. van punt III
in den vijfden .egel tussehen de woorden
„talen" en ..Teekenen" wordt, ingelascht
het woord „Gymnastiek".
In het gestelde onder C. van punt III,
in den op twee na laatsten regel vervalt
hot woord „en", terwijl in dien laatste©
regel tussehen de woorden „onderwijs" en
„een" worden ingelascht de woorden: „cn
voor het „onderzoek" in te stellen door
den schoolraad voor -de scholen met den
Bijbel'.
In den eersten regel van" de op drie na
laatste alinea van de onverwerpelijke L.O.
1918 B. 13, vervallen de woorden „en M.O."
Het gestelde in de op twee na laatste
alinea van de bedoelde Legerorde wordt
vervangen door:
In' afwijking van het hiervoron onder I
bepaalde, zullen de verloven voor de exa
mens in Natuurkunde enz. M. O. (K. UI)
en Natuurlijke Historie M. O. (K. IV)
roods ingaan 17 dagen vóór den aanvang
van het examen.
Paa sch verl oven.
De opperbevelhebber van land- en zee
macht heeft uitgevaardigd de volgende
Order voor de landmacht:
Bij gelegenheid van de a. s. feestdagen
(Goede Vrijdag en de Paaschdagen) wordt
aan de compagnies- (eskadrons-, batterij-,
en detaohements-) commandanten machti
ging verleend om de bewegingsvrijheid, be
doeld in punt IV en in punt VI mijner ver-
lofsorder van 1-4 September j.l. No. O. V. j
I. 97781, B. V. 3492, B. L. 0. 2GS6, in die I
mate uit te breiden als met dc eischen van i
den dienst en der veiligheid, alsmede met
ic)o richtigo vervulling van gegeven op
drachten vereenigfoa-ar is.
Bedoelde uitbreiding zal, wegc-ns het
doen loopen van eenige zgn. vóór- en volg-
treinen voor hen, die per epoor reizen, in
dier voege befoooren te geschieden, dat de
aantallen -der aldus reizen don gelijkelijk
over den Goede Vrijdag en de beide
Paaschdagen worden verdeeld. Daarbij
mag dezo bewegingsvrijheid per keer niet
hooger komen dan 20 pCt. van de presente 1
sterkte
De beide Paaschdagen wordon samen
voor één gerekend, terwijl voor de hierbe-
doelde per spoor reizenden uitsluitend in
aanmerking worden gébracht degenen, die
in het tijdperk van 23 (resp. 26 Maart) 1918
tot en met 1 April 1918 niet voor periodiek
verlof aan de beurt komen.
Aan hen. die veraf wonen, kunnen faci
liteiten worden verleend ten opzichte van
het tijdig vertrek daags te voren en terug
komst per eerste gelegenheid van den dag
na den betrokken zon- en feestdag.
De korpscommandanten en overeenkom
stige autoriteiten zullen op de richtige uit
voering van het vorenbopaalde toezien.
Voor de leerlingen van do militaire on
derwijsinrichtingen, de cursussen der infan
terie en de scholen der genie voor zoo
veel zij niet bij cte korpsen zijn gedeta
cheerd en voor het daarbij dienstdoen-
do person oei, zal, voor zooverre de belan
gen van den dienst zulks toelaten, het
verlof worden geregeld volgons de ter zake
bestaande reglementen en voorschriften.
Voor do leerlingon van cle scholen voor
verlofsofficiercn en verdere opleidingen,
alsmede voor hot daarbij dienstdoende per
soneel kan verlof worden verleend van
Donderdag 23 Maart 12 uren des middags
tot Dinsdag d. a. v. terugkomst per eer
ste reisgelegenheid.
Dit verlof komt niot in. vervanging van
het te genieten periodiek verlof.
Verloven aan iandstormrtMitigen, gewezen
vrijwilligers bij den L~. torm.
Bepaald is, dat dienilplichtigen bij dan
landstorm, die te voren gedurende twe#
jaren of langer hebben deel uitgemaakt
van den vrij willigen landstorm, in aan
merking kunnen komen voor bijzonder ver
lof, zoodra zij ter beoordeeling door hun.
korpscommandant hebben aangetoond», vol
doende geoefend to rijn in hun positie of
rang, o.a. hun opleiding tot kader ia vol
bracht, en zijn ten minste één maand in den
eventueel door hen beklecden rang bij een
korps hebben gediend.
Een nieuw voedsel.
Men meldt uit Wageningen:
Na de opening der Landbouwhoogeschool
is de min. van Landbouw te Wageningen
gebleven tot Zondagnamiddag. Aan den
lunch had Z.Exc. gelegenheid kennis te ma
ken met het nieuwe voedsel, dat thans in
Duitsehland in zoo hoogo mate de aandacht
trekt, de gerstmelde, Chenopodium Quinoa
waarvan het zaad in kleine hoeveelheden
thans kosteloos voor proefnemingen door
het Rijksproefstation voor Zaadcontróle te
Wagoningen wordt verspreid. Om voor
menschelijke spijs te kannen dienen, wor
den de zaden op zeer eenvoudige, en door
een elk gemakkelijk toe te passen wijze,
ontbitterd en dan gekookt. Zij kunnen ver
der op verschillende wijze worden toebe
reid. In difc geval was do bereiding zoo een
voudig mogelijk gekozende voorgeweekte
en ontbitterde zaden waren met een weinig
boter gestoofd, ondor toevoeging van een
weinig suiker Een eenvoudige brij dus. Da
minister vond de spijs zeer smakelijk, en
ook het met Z.Exc. vroegmalende kleine
gezelschap was van hetzelfde gevoelen. Het
meest gelijken smaak en geur op die van
havermout, maar cte smaak is wat pittiger.
Eigenlijk hebben we hier met 'n zeer oude
cultuurplant te doen, want zij was bij de
Inca's in gebruik. In de vakbladen zijn
daarover mededeelingen gepubliceerd door
den directeur van 't Rijksproefstation voor
Zaadcontróle, door welk. zooals hierboven
reeds is opgemerkt., kosteloos kleine hoe
veelheden zaad voor proefnemers beschik
baar zijn gesteld. De plant geeft een zeer
groote opbrengst en stelt. Daar verhouding
geringe eischcn. Bij een proefneming aan
het Zaadcontróiestatdon op sedert jaren
onbemesten grond werd geen maximale op
brengst verkregen, wat onder de gegeven
omstandigheden ook niet te verwachten
wa-s, maar toch werd elk zaadje, waarvan
een plant geteeld word, de derti en'hiizend-
voudigo hoeveelheid geoogst. -De hoeveel
heid zaaizaad per H A. benoodicd is zeer
gering, 300 gram is daarvoor voldoend^
Indien allo verloren plekken en alle
braakliggend land hiermede bezaaid wer
den, zou hiervan no<? een in toHo1 reus
achtige oogst gowonnen k"'nnon worden.
Ook als veehoeder speciaal als vogelvoeder,
is het zaad uitstekend te gebruiken. Do
samenstelling is zeer gunstig en laat zich
hot best vergelijken met die van goede
havervooral het eiwitgehalte is relatief
hoog.
De uitvoer uii Engeland
In antwoord op een vraag omtrent den
uitvoer van voedingsTriddelen naar Neder
land, Noorwegen, Zweden en Denemarken,
verklaarde lord Robert. Cecil, de minister
van blokkade in het Lagerhuis, dat reeds
sedert vele maanden feitelijk geen vergun
ning was gegeven om levensmiddelen uit
te voeren naar de vier genoemde landen,
behalve goederen, die door de prijzenlioven
waren vrijgegeven.
Zekere grondstoffen voor vpedingsmid!-
cöelen, zooals cacaoboonen en materialen
voor margarine worden nog steeds uitge
voerd voor do vervaardiging dezer pro duo-
ten die weder naar het Yereenigde Konink
rijk worden teruggezonden.
Cecil voegde er bij, dat do beperking der
uitvoeren ton gevobre van de schaarschte
aan voorraden in Engeland geen zaak is,
waarin het ministerie van blokkade zich
mengt.
Maar bet Engelsnb
van Mevr. ALFRED SI DG WICK,
26)
Toen zij in het gebouw kwam, was bet
er overvol. Eerst keek zij niet naar
icmancL dien zij kende, in de volte, omdat
haar blikken geboeid werden door de schil
derijen en vooral door de drie "studies van
Veronica Teal door Daan Zij hoorde er af
keurend en met groeten lof over spreken,
en zij geloofde, dat Veronica, daar zij hier
goed bekend was, ze belangrijk maakte
voor veel menscbcn, die weinig om schilde
rijen gaven. Haar eigen onkunde omtrent
do schilderkunst was zeer grootanders
zou zij geweten hebben, clat alles, wat Daan
óp clit tijdstip van zijn loopbaan deed, zoo
wel do menschcn bezig hield, dio hem he-
grepen, als die dat niet deden. Thans zag
zij hem aan het ander einde der zaal een
heel eind boven zijn omgeving uitsteken. Zij
had sedert .den avond van dó danspartij j
bijna niet met hem ge-oroken, maar zij had
meer aan hem gedacht dan haar lief wa3.
Toen hun oogen elkander nu ontmoetten,
hoopte zij. dat hij naar haar too zou ko
men, en een oogenblik dacht zij, dat hij het
zou doen. Hij deed een schrede naar haar
toe, niaar iemand hield hom staande. Toen
zag zij een groep menschcn bij hem en in
do groep zag zij Veronica Teal, vandaag
in een elogani, hyacint-blauw mantelpak.
Terwijl zij daar stond, kwam Jasper Knox
op haar af,
„Daan heeft- al een van zijn schilderyen
verkocht," zei hij. „Mijnheer Gockvlphdn
heeft- het gekocht."
„Welk T'
„Dat, bij zijn atelier mot de rivier en de
varens in den winter".
Jasper zag er even blij uit, aUof hij zijn
eigen schilderij had verkochtmaar Rosar
linde was daar niét verbaasd over. Zij wist
thans, dat, als iemand in do kolonie een
gelukje had, iedereen verheugd met hem
was, on dat, als hij in 't nauw zat, iedereen
hem er uit trachtte to halen. Toen zij daar
samen stonden, kwam Lamorna bij hen en
zei, dat zij nu naar Penryn Hill naar de
Cowpers ging en of Rosalinde met haar mee
ging.
„Je behoeft nog niet weg te gaan," zei
Jasper.
..Ik ben hier pas tien minuten," zei Ro
salinda „Ik heb de schilderijen nog niet
half gezien."
,De scliilderijen kunnen in deze volte
niet- goed genen worden", zei Lamorna.
„Onzin, Lamorna", zei Jasper. Wat is
er? Waarom heb je zoo'n haast? Is je haar
losgeraakt?Je ziet er in orde uit
voor zoover je dat doen kunt-. Er is een dot
gele verf op jo kraag, maar dat zal je wel
niet kunnen schelen".
„Ik moet je even spreken", zei Lamorna,
welsprekend met haar oogen, maar zoo
fluisterend, ckit Jasper haar niet» booron
kon.
„Wat tb er?" vroeg hij ongeduldig, want
ofschoon bij een bekwaam cn vriendelijk
man was, was hij evenmin als andere ge
trouwde mannen, in staa-t iobs van zijn
vrouw to begrijpen, behalve in duidelijk
uitgesproken woorden.
Lamorna ging wanhopend weg. maar be-
merkte in een oogenblik, dat* Jasper haar
gewolgd was.
„Rosalinda gaat rond met mevrouw
Larch", zei hij. „Zij wil do schilderijen zien.
Wo zullen nu gaan, als jo wilt, Lamorna.
Ik ben lang genoeg hier geweest".
„Het kan me niet schelen, of we gaan of
blijven," zei Lamorna, „Ik wildfe Rosalind©
hier weg'hebben."
„Waarom?"
„Haar vader is hier".
„Heeft, zij een vader?"
„Ja. Zij vorteld© het me dien dag, dat wij
te Tal Pccln waren maar vroeg mo, niets
te zoggen. Simon Cloudesby is haar vador.
Hcfe is heel verdrietig."
„Verdrietig! Om do dochter van Simon
Cloudesby to zijn 1 Waarom?"
„Ik ktj-n de gehëelo geschiedenis hier niot
vertellen, Jasper. Maar zij moeten elkan
der niet ontmoeten
„Dat zullen zij 'waarschijnlijk toch. Ik zie
he»m 'daar gincte met Stanniforth,"
„Zij zullen elkander niet kennen. Het is
vijftien jaren geleden sedert hij zijn vrouw
verliet."
„Zij zyllen bij instinct niot in elkanders
armen vallen, als het dat is, wat je meent.
Maar rij zullen elkanders namen hooren en
er zal gevraagd worden."
„Wat moot er gedaan worden?"
„Ik heb er geen begrip van. Dat moeten
zij uitmaken. Het is een lastig geval. Clou
desby kan hier eenigen tijd blijven."
„Rosalind© moest gewaarschuwd wor
den."
Jasper dacht een oogenblik na, en keek
naar den hoek, waar de heer Stanniforth
stond mc»t Simon Oloudesby en den heer
Godolphin,
„Het is onzo zaak niet," zei hij „Wij
moeten het aan het toeval overlaten.
„Lamorna's onrustige blik verdween niet,
maar zij volgde Jasper's raad en liet Rosa
lind© oyer aan het toeval van het -uur. Zij
kenden Simon Cloudesby, maar zagen, dat
hij nu juist omringd was door schilders en
menschcn, die graag een beroemdheid zien.
Op de een of andere manier was het
nieuws, dat hij een beroemdheid was, ver
spreid, hoowcl veel menschen, die hem dol
graag wilden hooren spreken, tot gisteren
zijn naam niet gehoord hadden. Er zijn
schilders, zooals er dichters zijn, en Simon
Cloudesby was de grootsto van zijn tijd. Hij
was niet populair. Zijn schilderijen ston
den nooit in de Kerstnummers en er wer
den geen politie-agenten geroepen om aan
do Koninklijke Academie zijn werk tegen
do menigte to bowaken. Toch verdiende hij
geld. Schilders hangen niet, zooals schrij
vers, voor een inkomen af van het groot©
publiek. „Bij ons maakt één zwaluw den
zomer," zei do heer Cowper eens tegen me
vrouw Orcharden Simon Cloudesby kon
olk jaar krijgen wat hij wilde voor een klei
nen zwerm van zwaluwen. Hij had een in
ternationalen naam en was een grooter man
to Parijs cn Mi inch en dan te Londen, waar
de handelaars bang waren voor zijn prijzen
en de salons hem niet kenden. Hij had vele
jaren lang meestal in het buitenland ge
woond en rijn werk meer daar dan in zijn
eigen land verkocht. De heer Stanniforth
was een oud-vriend en telkens kwam hij
j naar Cornwallis om hem te bezoeken. Als
hot bezoek af geloop en was, ging hij ge-
j woonlijk weer naar het buitenland; maar
I het praatjo ging, dat hij dit jaar langer zou
blijven en in de buurt van Hendra en Men-
winion een huis fou nemen.
Terwijl Lamorna over haar tobde, hekeek
Rosalind-©, geheel onwetend, de schilderijen
met mevrouw Larch. Zij zou gelukkig ge
weest zijn, als zij Daan niet weg had zien
gaan, begeleid door Veronica Teal. Ten
minste zoo scheen het haar toe.
„Waarom ga-at zij a-1 weg?" zei zij tot
mevrouw Larch, die haar vriendin was en
meer van Veronica wist dan zij deed.
„Ik denk, dat zij om Daan kwam en hem
mee kreeg," ze: mevrouw Larch.
„Hoo kan een man zoo onnoozel zijn?" zei
Rosalinda ongeduldig. „Ik koester groote
minachting voor mannen."
„Haar grillen duren nooit," zei me
vrouw Larch.
Onder het praten bereikten zij den hoek
van de zaal, waar do heer Stanniforth en
Simon Cloudesby te midden van een
groopje vrienden stondén. Do heer Cowper
en John Larch waren er bij on nog eenigen,
die Rosalind© niet kende, maar 2Ïj kreeg
een indruk van mannen, die ongewoon
lang waren en er zeer ongewoon uitzagen
mannen tegenover wie het voor een meisje,
dat niets gedaan had, dwaas en aanmati
gend was geen eerbied te -gevoelen Toen
dit denkbeeld het andere uit haar jeugdi
gen geest verdreef, kwam de heer Stanni
forth met Simon Cloudesby om mevrouw
Larch aan te spreken.
„Hoe gaat het u, mevrouw Larch?"*
zei hij.
„Ik geloof, dat u mijnheer Cloudesby wel'
al ontmoet heeft-, nietwaar?"
Mevrouw Larch gaf beide mannen dv
hand en stelde toon Rosalind© voor.
(Wordt TOroAgüüit