In vroeger dagen. TWEEDE KAMER. Nederland en de Oorlon FEUILLETON No. i7ttüd. LEIQSCR PAGfBLAS 0orsdercfag 14 Maart Tweed© Êlad Anno 1918. Zitting van gisteren. LEVENSM10DELENVOORZ! EM ING. Na de panzc zet de Minister van Landbouw, de beer POSTHTJMA. zijn rede voort De groote vraag is. zegt spreker, ol het noodig is, dat levensmiddelen worden ver strekt beneden den kostenden prijs, en daar naast staat de even groote vraag of dit moreel wel geoorloofd is. Ongetwijfeld heeft Nederland in dezen oorlog vee geld ver diend; maar een groot deel van ons volk bleef daarvan uitgesloten: Hit overgroots deel van ons. volk leeft van een vastgesteld arbeidsloon, hetwelk niet steeg met de steeds hooger wordende prezen der nood zakelijke levensmiddelen. Tegen let ingrij pen der overheid, welke regelend optrad, zjjn bezwaren van ethisclien aard niet gehoord. Deze zijn e;ret vernomen, toen de finan- cieele toestand van ons lan.l ernstig er door werd beoreigd. Deze financië le toestand wettigt dan ook de vraag, of de toe. tand van cns volk van dien aard is, dal thans op den inge slagen weg ro t' i wi rden voortgegaan. Spr.is van meaning, dat dez? vraag bsvestigeni beant woord moet worden. Do to.otend van ons land is buitengewoon zorglijk c*n zal in de toekomst nog aanzienlijk ve.ergerd worden. Met cijfers zet spr. uiteen wat wij als invoer noodig hadden, om in onze binnen! andlsche be hoeften te voorzien. Die nu weet lioe liet met den invoer van die ;rt:keleD staat, zal toegeven, dat een aanzienlijke inkrimping noodzakelijk is. Hij houdt nog staande, dat op dit oogenblik van geen oudervoedirig spiako is maar ontkent, dat er geen g-vaar zou bestaan voor ondervoe ding in da tc.-komst. Ons volk heeft een zeer vast voedingsgewoonte cn er is zeer veel voor noodig. om met die oude gewoonte te breken; maar dit ncc-cat niet weg. dat wij op den rand slaan een r cventueele ondervoeding. Do stijging der sterftecijfers nemen voortdurend-toe, in de groote steden nog meer dan op het pfalteland. 'Maar behalve het roods cl ria a g s tuk en de wo ningnood zullen er ook nog wel andere factoren frijn, die hiertoe hebben medegewerkt. In dezo omstandigheden zou spr: de verantwoordelijk heid niet kunnen dragen om tc breken met het distributiesysteem, hetwelk in nog veel gun stiger oinstriridiglieden goede resultaten heelt gehad. Wat de welstandsgréns betreft, spr had niet gedacht, dat deze in dit debat nog op het tapijt zou worden gebr.acht. Toen hij reeds vroeger een dergelijke rege ling in zijn systeem wilde invoeren, kwamen daartegen ziilkc talrijke overwegende bezwaren dat hij den maatregel weder introk. Een lagero weistandsgrens als toen werd voorgesteld zou hij thans niet kunnen aanvaarden. Men komt nu weer op de kwestie terug als een bezuinigingsmiddel, maar nieuw© gezichts punten hebben zich bij dit debat niet voorge daan. Spr. heeft nog gedacht om hei land in ver schillende groepen te verdoelen met een diffé- rentïceruig van prijzen. Deze groepeermg zou rekening houden met de gTOOtere of kleinere steden. waarin men woonde. Toen hij echter dit stelsel uitwerkto, stootte bij op zoo groote* moeilijkheden, dal hij het piactisch niet uitvoer baar achtte. Dit ingewikkeld complex gaf t< t allerlei ad ministratieve en financieel© moeilijkheden aan leiding, terwijl door de verschillende noodzake lijk© bons de thans hoerschcnde fraude nog aan zienlijk zou toenemen. Spr. heeft een commis sie benoemd, dio de vraag der wclstandsgren- zen nog zal onderzoeken en komt deze tot een betero oplossmg, dat zal spr. deze gaarne aan vaarden. Bovendien, men moet niet al te zeer liet be zwaar der bedeeling op den voorgrond stellen. Al diegenen, die aan onze universiteiten hebben gestudeerd, deden djt op kosten der gemeen schap, ofschoon verschillende ouders rijk ge noeg waren om de kosten-dier studie zelf to dragen De raatsueneering draaft bovendien het ka rakter van een noodmaatregel en de maatrege len zijn dan ook niet ccn bepaald stolsel van dezen of genen Minister, maar zijn voortgeko men uit den drang der benarde tijdsomstandig heden. En dit zal blijven, zoolang deze oorlogs toestand'duurt. Er mag hier geen sprake zijn van reactie en boe zwaar de financiëele lasten drukken, het belang van ons geheele volk moet op den voorgTond blijven. Wij kunnen verschil len over de vraag hoo de ccn of andere maat regel uitgovoerd moet wordrn, maar de finan- cieele bezwaren mogen nooit het zwaarste we gen. en spr. hoopt, dat de Kamer deze rneening zal zijn toegedaan. De Kamer zal onderscheid moeten maken tussehen de zaak en den per soon, en hij venvacht, dat men om zijn per soon ?t algemeen belang niet over het hoofd zal zien. Moge het nieuwe credict aan den huidigen bewindsman nog worden toevertrouwd. De hoeren Rutgers, De Montó verLoren. Beumer i en anderen hebben deze vraag beantwoord op I ccn wijze, waarvoor hij hun dankbaar is. Mag j hij de critiek van de andere boeren gcloovcn, I dan staat hij vóór een raadsel, hoe hij zooveel ongerijmdheden bij elkaar heeft gekregen. Al- j lerlci klachten, wolko maar kunnen beslaan, zijn hem verweten. Spr. noemt een 84-tal op. Maar niettegenstaande heeft hij den moed nog niet verloren, integondeol, door allerlei cri- I tiek is zijn wilskracht gestaald. Hij zou bet- j zelfde antwoord willen geven als een zijner directeuren van een distributiebedrijf hem gaf, toen hij hem vroeg, hoe het met do distributie I ging. Deze antwoordde: „Best, Excellentie, I ieder is ontevreden Zoo is het hier in de Kamer ook gegaan. De ccno spreker verwijt hem, dat hij te dicht bij dc boeien stond, de ander, dat li'j ze ruïneerde, j cn zoo ging do eene spreker na den anderen I voort. Op één pi nt ontmoeten allen sprekers elkander, n.l. zij waren allen ontovreden. Spr. i zou willen vragen: pleit dit niet voor den Mi nister, dal hij staat boven alle partijen Dc ge- j aclite afgevaardigde, de heer Troelstra, die hem vroeger den boeranminister had genoemd, moest nu erkennen, dat zelfs do boeren ontevreden waren. In Engeland is hetzelfde systeem ge- j volgd als hier en daar was ook dezelfde critiek. Welnu, vraagt spr., zou dit niet komen van dezelfde oorzaken? Dharora wenscht hij eerst de critiek onder de oog on te zien en te beantwoor- den, alvorens voetstoots to capitulccren, zooals j do heer Troelslra met nadruk van het ver- langde. Do bezwaren tegen hem ingebracht, bestaan in drie groepen. Men hoeft hem verweten, dat hij veel to laat ingrijpt. Hoewel hij dit verwijl in zijn algemeenheid niet aanvaardt, wil hij wel j toegeven, noodgedwongen cr doe over te zijn gegaan om in to grijpen in de landbouw-pro- I duc-tie. Uitvoerig zet hij den aard van het i landbouwbedrijf uiteen, waar men aan een be- i paald bedrijfssysteem gebonden is. Toon bleek, dat de belangen van producent en consumeut niet meor samen gingen, heeft de Regeeriüg in gegrepen. Uitvoerig zet spr. uiteen, welke midde len de Regeering ter beschikking stonden en hoe daarvan gebruik is gemaakt. Door irtbr •'ding van de controle is men er thans in geslaagd te zorgen, dat aile voor- gcschre\en maatregelen worden uitge voerd. Thans zijn ook voor de"voedingsge- 1 wassen prijzen uitgeloofd, om het bedrijf meer loonend te maken en den landbouwer j tot grootere productie te prikkelen. Als j grondgedachte heeft men aangenomen den pachtprijs van vóór den oorlog. Of dit het juiste middel is, wil -hij thans buiten bc schouwing laten. Dat de maatregelen tel kens gewijzigd waren, ontkent spreker. In 1916 is dit wel eens het geval geweest, maar den laatsten tijd zijn geen maatro- gelen gewijzigd. Dat de groote kleiboeren zulke ontzaglijke oorlogswinsten hebben gemaakt, als de heer Van Beresteijn deed 1 voorkomen, ontkent spreker. Hij heeft geen tijd gehad alles na te gaan, maar een j voorhield, door den heer Van Beresteijn aangehaald, heeft hij nagegaan er kwam daarbij tot het resultaat, dat er geen 20 procent winst was gemaakt, maar slechts 7 procent. Hierdoor ontbrak hem niet al- leen de tijd, maa r ook de lust de door hem gegeven voorbeelden- nader te controlce- i ren. D° heer Van Beresteijn toonde van deze zaken, totaal geen begrip te hebben, i Bovendien klaagde de afgevaardigde, dat I d^ Veren hun graan zoo slecht inleverden, i Indien de Rezeering werkelijk zulke hoo- zigen.' Een redelijke prijs zal bovendien ook als prikkel werken om d'e productie te vergrootep. Het systeem om do bedragen te individualiseeren, kan hij dan ook niet aanvaardenevenmin kan hij een specia- len prijs vaststellen voor het klei'be drijf cn een voor het zandbedrijf Wie wel kan individualiseeren, dat is de Minister van Financiën, cn er is z. i. geen bezwaar de oorlogswinstbelasting te ver- hoogen, zelfs tot 80 pCt-., zooals in Enge land. De conclusie der Kamer is, dat de productrepolitiek niet geslaagd is, vooral die van de rogge. Deze zou, volgons den heer Van Beresteijn, zijn verminderd met 34.000 H A. Maar ook niet deze statistiek moet raen zeer voorzichtig zijn. In ver band met do graanvoorziening geven de boeren veel minder bouwland op, dan zulks in werkelijkheid is. Daarom deelde de héér Van Beresteijn medo, dab zelfs het braakland de laatste jaren was toegeno men; maar een minutieus onderzoek, door hem ingesteld, heeft aan het licht gebracht dat het braakland oer afgenomen, dan toe genomen is. Ook de teeltregeling is niet mislukt, zooals dé heer Van Beresteijn wil de doen gelooven. zooals do Minister met eenigo cijfers aantoonde. Ook van het scheuren van grasland moet men niet al to groote illusies hebben. Want pas gescheurd grasland is niet onmiddellijk geschikt voor den verbouw van graan en rogge. De kwestie van een bouwgebod heeft spr. uit voerig met deskundigen besproken, maar eenstemmig heeft men afwijzend beslist. .Over den aanvoer van broodkoren heeft spr. met zijn ambtgenoot van Buitenland- sehe Zaken gesproken, maar doze deelde hem mede, dat tot nu toe geen bevredi gend resultaat verkregen was. Meer kan hij met het oog op de buitenlandsche ver houdingen, hieromtrent niet zeggen. De Minister erkent gaarne, dat in hot eerste jaar dfe teeltregeling veel te wen- -eofo.cn overgelaten heeft, maar op het ge vaar af, weder te worden beschuldigd van een bodemloos optimisme, wdl hij looh ver klaren, dat de'nieuwe teeltregeling aan alle gestelde verwachtingen zal beant woorden. Do mindere opbrengst van tarwe in 1917 was te wijten aan den langen en strengen winter van 19161917. Intusschen ligt het voor do hand. dut verschillende afgevaar digden aandrongen op meerderen verbouw van graan voor onze broodvoorziening. Do hoer Colijn zegt Geef den arbeiders f 25 en zij zullen tarwe verbouwen, maar waar de landbouwadviseurs den Minister hebben geadviseerd, dat f 22 voldoende was, daar vindt hij. goen vrijheid dat bedrag to ver höogen. Een verwijzing naar de praktijk in Zwitserland gaat niet op. Bnar moet •elko gemeente zorgon vóór haar eigen graanverbonw, maar hoe zou Amsterdam voor haar voedselvoorziening moeten zor gen? Do heer HUGENFOLTZ En Zurich dan? De MINISTER': Dat zou ik ook wel eens willen weten. Bovendien, wanneer wy on ze gi_anproductie uitbreiden, dan moet dit gaan ten koste van andere gewassen, en sor. zou niet weten, ten koste van welk gewas dit moest gaan. Voor 1918 is een maximum-prijs voor voederbieten vastge steld: een verbouw daarvan wordt nu niet moor verwacht. Dj vergadering wordt hierna geschorst tot Donderdag elf uren. P: old.-», zouden do boeren dan Tiret beter het. Regeeringsgraan "ingo- levord hebben 1 Do boL. cn in de zandstreken hebben ze ker geen O.-W. gemaaktdezo hebben hun bedrijfskapitaal, als vee, kippen, enz., moe ten verkoopen en het daarvoor ontvangen geld hebben zij in de Boerenleenbanken gedeponeerd. Het stijgen van het geld in d^ze Banken is dan ook allerminst een be wijs voor de goede jaren, welke deze boe gen zouden hebben gemaakt. Spr. ziet geen cnkole reden om zijn prijspolitiek te wij Ei amen-verlof. De L. O. 1918, B. 13 wordt gewijzigd en aangevuld als volgt Het gestelde onder B \an punt II wordt vervangen door b. voor het examen voor machinist ter koopvaardij (voorlooprg voor madhinisten- diploma voor sleepvaart en voor diploma A) on voor het examen voor teekenaar van het kadaster een verlof van 5 dagen Het gestelde onder D van punt II wordt vervangen door <L voor examens voor toelichting tot de Cadettenschool, de Koninklijke Militaire Aca«ietolie, voor machinist ter koopvaardij (diploma- B en O), voor candidaat Indisch ambtenaar, en voor de-hoofdakte, de eind examens van de H. B,-scholen met 5-jari- gen cursus, dio van de openbare handels scholen met 2-jarigen cursus te Alkmaar, Amsterdam, Arnhem, Enschede, 's-Graven hage, Groningen, Haarlem, Haïlingen, Rotterdam, Utrecht, Tlissingen en Zaan dam, die van de handelsschool met 2-jari gen cursus aan de Laan van Meerdervoorfc te 's-Gravenhage, (directeur W. A. Tijn- stra), die van de handelsschool met 2-ja- rigen cursus te Hilversum (directeur G. H, Demmink), die van de handelsschool met 2-jarigen cursus van het Canisius-college te Nijmegen, en die van de handelsschool met 2-jarigen cursus te Rolduc (gemeente Kerkrad©) en de examens bedoeld in art. 123 der H. O.-wet (toelating tot do Tech nische Hoogeschool) een verlof van 10 da gen In het gesielde onder E. van punt III in den vijfden .egel tussehen de woorden „talen" en ..Teekenen" wordt, ingelascht het woord „Gymnastiek". In het gestelde onder C. van punt III, in den op twee na laatsten regel vervalt hot woord „en", terwijl in dien laatste© regel tussehen de woorden „onderwijs" en „een" worden ingelascht de woorden: „cn voor het „onderzoek" in te stellen door den schoolraad voor -de scholen met den Bijbel'. In den eersten regel van" de op drie na laatste alinea van de onverwerpelijke L.O. 1918 B. 13, vervallen de woorden „en M.O." Het gestelde in de op twee na laatste alinea van de bedoelde Legerorde wordt vervangen door: In' afwijking van het hiervoron onder I bepaalde, zullen de verloven voor de exa mens in Natuurkunde enz. M. O. (K. UI) en Natuurlijke Historie M. O. (K. IV) roods ingaan 17 dagen vóór den aanvang van het examen. Paa sch verl oven. De opperbevelhebber van land- en zee macht heeft uitgevaardigd de volgende Order voor de landmacht: Bij gelegenheid van de a. s. feestdagen (Goede Vrijdag en de Paaschdagen) wordt aan de compagnies- (eskadrons-, batterij-, en detaohements-) commandanten machti ging verleend om de bewegingsvrijheid, be doeld in punt IV en in punt VI mijner ver- lofsorder van 1-4 September j.l. No. O. V. j I. 97781, B. V. 3492, B. L. 0. 2GS6, in die I mate uit te breiden als met dc eischen van i den dienst en der veiligheid, alsmede met ic)o richtigo vervulling van gegeven op drachten vereenigfoa-ar is. Bedoelde uitbreiding zal, wegc-ns het doen loopen van eenige zgn. vóór- en volg- treinen voor hen, die per epoor reizen, in dier voege befoooren te geschieden, dat de aantallen -der aldus reizen don gelijkelijk over den Goede Vrijdag en de beide Paaschdagen worden verdeeld. Daarbij mag dezo bewegingsvrijheid per keer niet hooger komen dan 20 pCt. van de presente 1 sterkte De beide Paaschdagen wordon samen voor één gerekend, terwijl voor de hierbe- doelde per spoor reizenden uitsluitend in aanmerking worden gébracht degenen, die in het tijdperk van 23 (resp. 26 Maart) 1918 tot en met 1 April 1918 niet voor periodiek verlof aan de beurt komen. Aan hen. die veraf wonen, kunnen faci liteiten worden verleend ten opzichte van het tijdig vertrek daags te voren en terug komst per eerste gelegenheid van den dag na den betrokken zon- en feestdag. De korpscommandanten en overeenkom stige autoriteiten zullen op de richtige uit voering van het vorenbopaalde toezien. Voor de leerlingen van do militaire on derwijsinrichtingen, de cursussen der infan terie en de scholen der genie voor zoo veel zij niet bij cte korpsen zijn gedeta cheerd en voor het daarbij dienstdoen- do person oei, zal, voor zooverre de belan gen van den dienst zulks toelaten, het verlof worden geregeld volgons de ter zake bestaande reglementen en voorschriften. Voor do leerlingon van cle scholen voor verlofsofficiercn en verdere opleidingen, alsmede voor hot daarbij dienstdoende per soneel kan verlof worden verleend van Donderdag 23 Maart 12 uren des middags tot Dinsdag d. a. v. terugkomst per eer ste reisgelegenheid. Dit verlof komt niot in. vervanging van het te genieten periodiek verlof. Verloven aan iandstormrtMitigen, gewezen vrijwilligers bij den L~. torm. Bepaald is, dat dienilplichtigen bij dan landstorm, die te voren gedurende twe# jaren of langer hebben deel uitgemaakt van den vrij willigen landstorm, in aan merking kunnen komen voor bijzonder ver lof, zoodra zij ter beoordeeling door hun. korpscommandant hebben aangetoond», vol doende geoefend to rijn in hun positie of rang, o.a. hun opleiding tot kader ia vol bracht, en zijn ten minste één maand in den eventueel door hen beklecden rang bij een korps hebben gediend. Een nieuw voedsel. Men meldt uit Wageningen: Na de opening der Landbouwhoogeschool is de min. van Landbouw te Wageningen gebleven tot Zondagnamiddag. Aan den lunch had Z.Exc. gelegenheid kennis te ma ken met het nieuwe voedsel, dat thans in Duitsehland in zoo hoogo mate de aandacht trekt, de gerstmelde, Chenopodium Quinoa waarvan het zaad in kleine hoeveelheden thans kosteloos voor proefnemingen door het Rijksproefstation voor Zaadcontróle te Wagoningen wordt verspreid. Om voor menschelijke spijs te kannen dienen, wor den de zaden op zeer eenvoudige, en door een elk gemakkelijk toe te passen wijze, ontbitterd en dan gekookt. Zij kunnen ver der op verschillende wijze worden toebe reid. In difc geval was do bereiding zoo een voudig mogelijk gekozende voorgeweekte en ontbitterde zaden waren met een weinig boter gestoofd, ondor toevoeging van een weinig suiker Een eenvoudige brij dus. Da minister vond de spijs zeer smakelijk, en ook het met Z.Exc. vroegmalende kleine gezelschap was van hetzelfde gevoelen. Het meest gelijken smaak en geur op die van havermout, maar cte smaak is wat pittiger. Eigenlijk hebben we hier met 'n zeer oude cultuurplant te doen, want zij was bij de Inca's in gebruik. In de vakbladen zijn daarover mededeelingen gepubliceerd door den directeur van 't Rijksproefstation voor Zaadcontróle, door welk. zooals hierboven reeds is opgemerkt., kosteloos kleine hoe veelheden zaad voor proefnemers beschik baar zijn gesteld. De plant geeft een zeer groote opbrengst en stelt. Daar verhouding geringe eischcn. Bij een proefneming aan het Zaadcontróiestatdon op sedert jaren onbemesten grond werd geen maximale op brengst verkregen, wat onder de gegeven omstandigheden ook niet te verwachten wa-s, maar toch werd elk zaadje, waarvan een plant geteeld word, de derti en'hiizend- voudigo hoeveelheid geoogst. -De hoeveel heid zaaizaad per H A. benoodicd is zeer gering, 300 gram is daarvoor voldoend^ Indien allo verloren plekken en alle braakliggend land hiermede bezaaid wer den, zou hiervan no<? een in toHo1 reus achtige oogst gowonnen k"'nnon worden. Ook als veehoeder speciaal als vogelvoeder, is het zaad uitstekend te gebruiken. Do samenstelling is zeer gunstig en laat zich hot best vergelijken met die van goede havervooral het eiwitgehalte is relatief hoog. De uitvoer uii Engeland In antwoord op een vraag omtrent den uitvoer van voedingsTriddelen naar Neder land, Noorwegen, Zweden en Denemarken, verklaarde lord Robert. Cecil, de minister van blokkade in het Lagerhuis, dat reeds sedert vele maanden feitelijk geen vergun ning was gegeven om levensmiddelen uit te voeren naar de vier genoemde landen, behalve goederen, die door de prijzenlioven waren vrijgegeven. Zekere grondstoffen voor vpedingsmid!- cöelen, zooals cacaoboonen en materialen voor margarine worden nog steeds uitge voerd voor do vervaardiging dezer pro duo- ten die weder naar het Yereenigde Konink rijk worden teruggezonden. Cecil voegde er bij, dat do beperking der uitvoeren ton gevobre van de schaarschte aan voorraden in Engeland geen zaak is, waarin het ministerie van blokkade zich mengt. Maar bet Engelsnb van Mevr. ALFRED SI DG WICK, 26) Toen zij in het gebouw kwam, was bet er overvol. Eerst keek zij niet naar icmancL dien zij kende, in de volte, omdat haar blikken geboeid werden door de schil derijen en vooral door de drie "studies van Veronica Teal door Daan Zij hoorde er af keurend en met groeten lof over spreken, en zij geloofde, dat Veronica, daar zij hier goed bekend was, ze belangrijk maakte voor veel menscbcn, die weinig om schilde rijen gaven. Haar eigen onkunde omtrent do schilderkunst was zeer grootanders zou zij geweten hebben, clat alles, wat Daan óp clit tijdstip van zijn loopbaan deed, zoo wel do menschcn bezig hield, dio hem he- grepen, als die dat niet deden. Thans zag zij hem aan het ander einde der zaal een heel eind boven zijn omgeving uitsteken. Zij had sedert .den avond van dó danspartij j bijna niet met hem ge-oroken, maar zij had meer aan hem gedacht dan haar lief wa3. Toen hun oogen elkander nu ontmoetten, hoopte zij. dat hij naar haar too zou ko men, en een oogenblik dacht zij, dat hij het zou doen. Hij deed een schrede naar haar toe, niaar iemand hield hom staande. Toen zag zij een groep menschcn bij hem en in do groep zag zij Veronica Teal, vandaag in een elogani, hyacint-blauw mantelpak. Terwijl zij daar stond, kwam Jasper Knox op haar af, „Daan heeft- al een van zijn schilderyen verkocht," zei hij. „Mijnheer Gockvlphdn heeft- het gekocht." „Welk T' „Dat, bij zijn atelier mot de rivier en de varens in den winter". Jasper zag er even blij uit, aUof hij zijn eigen schilderij had verkochtmaar Rosar linde was daar niét verbaasd over. Zij wist thans, dat, als iemand in do kolonie een gelukje had, iedereen verheugd met hem was, on dat, als hij in 't nauw zat, iedereen hem er uit trachtte to halen. Toen zij daar samen stonden, kwam Lamorna bij hen en zei, dat zij nu naar Penryn Hill naar de Cowpers ging en of Rosalinde met haar mee ging. „Je behoeft nog niet weg te gaan," zei Jasper. ..Ik ben hier pas tien minuten," zei Ro salinda „Ik heb de schilderijen nog niet half gezien." ,De scliilderijen kunnen in deze volte niet- goed genen worden", zei Lamorna. „Onzin, Lamorna", zei Jasper. Wat is er? Waarom heb je zoo'n haast? Is je haar losgeraakt?Je ziet er in orde uit voor zoover je dat doen kunt-. Er is een dot gele verf op jo kraag, maar dat zal je wel niet kunnen schelen". „Ik moet je even spreken", zei Lamorna, welsprekend met haar oogen, maar zoo fluisterend, ckit Jasper haar niet» booron kon. „Wat tb er?" vroeg hij ongeduldig, want ofschoon bij een bekwaam cn vriendelijk man was, was hij evenmin als andere ge trouwde mannen, in staa-t iobs van zijn vrouw to begrijpen, behalve in duidelijk uitgesproken woorden. Lamorna ging wanhopend weg. maar be- merkte in een oogenblik, dat* Jasper haar gewolgd was. „Rosalinda gaat rond met mevrouw Larch", zei hij. „Zij wil do schilderijen zien. Wo zullen nu gaan, als jo wilt, Lamorna. Ik ben lang genoeg hier geweest". „Het kan me niet schelen, of we gaan of blijven," zei Lamorna, „Ik wildfe Rosalind© hier weg'hebben." „Waarom?" „Haar vader is hier". „Heeft, zij een vader?" „Ja. Zij vorteld© het me dien dag, dat wij te Tal Pccln waren maar vroeg mo, niets te zoggen. Simon Cloudesby is haar vador. Hcfe is heel verdrietig." „Verdrietig! Om do dochter van Simon Cloudesby to zijn 1 Waarom?" „Ik ktj-n de gehëelo geschiedenis hier niot vertellen, Jasper. Maar zij moeten elkan der niet ontmoeten „Dat zullen zij 'waarschijnlijk toch. Ik zie he»m 'daar gincte met Stanniforth," „Zij zullen elkander niet kennen. Het is vijftien jaren geleden sedert hij zijn vrouw verliet." „Zij zyllen bij instinct niot in elkanders armen vallen, als het dat is, wat je meent. Maar rij zullen elkanders namen hooren en er zal gevraagd worden." „Wat moot er gedaan worden?" „Ik heb er geen begrip van. Dat moeten zij uitmaken. Het is een lastig geval. Clou desby kan hier eenigen tijd blijven." „Rosalind© moest gewaarschuwd wor den." Jasper dacht een oogenblik na, en keek naar den hoek, waar de heer Stanniforth stond mc»t Simon Oloudesby en den heer Godolphin, „Het is onzo zaak niet," zei hij „Wij moeten het aan het toeval overlaten. „Lamorna's onrustige blik verdween niet, maar zij volgde Jasper's raad en liet Rosa lind© oyer aan het toeval van het -uur. Zij kenden Simon Cloudesby, maar zagen, dat hij nu juist omringd was door schilders en menschcn, die graag een beroemdheid zien. Op de een of andere manier was het nieuws, dat hij een beroemdheid was, ver spreid, hoowcl veel menschen, die hem dol graag wilden hooren spreken, tot gisteren zijn naam niet gehoord hadden. Er zijn schilders, zooals er dichters zijn, en Simon Cloudesby was de grootsto van zijn tijd. Hij was niet populair. Zijn schilderijen ston den nooit in de Kerstnummers en er wer den geen politie-agenten geroepen om aan do Koninklijke Academie zijn werk tegen do menigte to bowaken. Toch verdiende hij geld. Schilders hangen niet, zooals schrij vers, voor een inkomen af van het groot© publiek. „Bij ons maakt één zwaluw den zomer," zei do heer Cowper eens tegen me vrouw Orcharden Simon Cloudesby kon olk jaar krijgen wat hij wilde voor een klei nen zwerm van zwaluwen. Hij had een in ternationalen naam en was een grooter man to Parijs cn Mi inch en dan te Londen, waar de handelaars bang waren voor zijn prijzen en de salons hem niet kenden. Hij had vele jaren lang meestal in het buitenland ge woond en rijn werk meer daar dan in zijn eigen land verkocht. De heer Stanniforth was een oud-vriend en telkens kwam hij j naar Cornwallis om hem te bezoeken. Als hot bezoek af geloop en was, ging hij ge- j woonlijk weer naar het buitenland; maar I het praatjo ging, dat hij dit jaar langer zou blijven en in de buurt van Hendra en Men- winion een huis fou nemen. Terwijl Lamorna over haar tobde, hekeek Rosalind-©, geheel onwetend, de schilderijen met mevrouw Larch. Zij zou gelukkig ge weest zijn, als zij Daan niet weg had zien gaan, begeleid door Veronica Teal. Ten minste zoo scheen het haar toe. „Waarom ga-at zij a-1 weg?" zei zij tot mevrouw Larch, die haar vriendin was en meer van Veronica wist dan zij deed. „Ik denk, dat zij om Daan kwam en hem mee kreeg," ze: mevrouw Larch. „Hoo kan een man zoo onnoozel zijn?" zei Rosalinda ongeduldig. „Ik koester groote minachting voor mannen." „Haar grillen duren nooit," zei me vrouw Larch. Onder het praten bereikten zij den hoek van de zaal, waar do heer Stanniforth en Simon Cloudesby te midden van een groopje vrienden stondén. Do heer Cowper en John Larch waren er bij on nog eenigen, die Rosalind© niet kende, maar 2Ïj kreeg een indruk van mannen, die ongewoon lang waren en er zeer ongewoon uitzagen mannen tegenover wie het voor een meisje, dat niets gedaan had, dwaas en aanmati gend was geen eerbied te -gevoelen Toen dit denkbeeld het andere uit haar jeugdi gen geest verdreef, kwam de heer Stanni forth met Simon Cloudesby om mevrouw Larch aan te spreken. „Hoe gaat het u, mevrouw Larch?"* zei hij. „Ik geloof, dat u mijnheer Cloudesby wel' al ontmoet heeft-, nietwaar?" Mevrouw Larch gaf beide mannen dv hand en stelde toon Rosalind© voor. (Wordt TOroAgüüit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5