In vroeger dagen
No. 17771.
LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 2 Februari
Tweède Blad Anno 1918.
PERSOVERZICHT.
DE OORLOG
BUITENLAND,
yRAGENRUBRIEK,
FEUILLETON.
DeNodorlandscheLoven s-
v e r z o k e r i n g - M a a t s o h a p-
p ij o ai de Russische lee
ningen. HET VERZEKERINGS
BLAD VOOR NEDERLAND EN BEL
GIË'' bevat een artikel onder bovenstaand
opschrift, waaraan het volgende is ont
leend
Het bericht, dat de tegenwoordige Rus
sische Regeering de Staatsschuld zou heb
ben geannuleerd, heeft in Nederland heel
wat ontsteltenis verwekt en niet ton on
rechte.
Ons land zou door dien maatregel, in
dien hij consequent werd toegepast, enor
me schade lijden.
Ook het levehsverzekcringsbedrijf zou
door het draconisch besluit dor Russische
regccHng worden getroffen, en daarom
hebbed' wij het gewenscht geoordeeld te
onderzoeken, in welke mate zulks het ge
val >ou zijn, na te gaan wat daarvan de
gevolgen zouden kunnen zijn.
Van de 10G Nederlandschó Levensverze-
keiing-Mijêivkennen wij van 75 de sa
menstelling van haar effecten-portefeuille
Heb totaal effectenbezit dezer Mijeu. be
draagt f 92,705,046 en daarvan is belegd
im Russische waarden f 4,421,216 of 4.49
pCt. (Volgens een berekening der „D. B."
moet dit 4.96 pCt. zijn). Het gezamenlijk
vermogen dier maatschappijen bedraagt
f ,242,424,023, zoodat haar bezit aan Rus-
siseljo waarden miet meer bedraagt dan
1.83 pCt. van het vermogen.
s De Mi jen., die door 't Russische Staats
bankroet schade zouden lijden, bezitten
gc.amenlijk een bedrag van f 8,987.700
aan vrije roserven," zoodat heb verlies, dat
zij zouden moeten lijden kan worden ge
dragen, zonder het bedrijf in financioele
moeilijkheden te brengen. Zeker, de
Mijen., dio Russische fondsen in haar be
zit hebben, zullen door een eventueel be
sluit tot annuleering, hetzij van dc ge
heel'© sohuld, hetzij van een gedeelte,
schade lijden, doch zij zullen daardoor
ni- zooals met zoovele, particulieren het
geval zal zijn, ten gronde worden gericht.
j e o o r r a a d. In ,,HET
VOLK komt een artikel hierover voor
van L. II. M.
Vet', zoo heet het daarin, is zeker het
voedsel, dat thans door de arbeidersklasse
het meest wordt ontbeerd. Do nood is in
nijn omgeving zoo hoog gestegen, dat her
haaldelijk manifestaties plaats hebben
onder do bevolking, dio andei's bijna niet
in bewegihg is té krijgen. Daar do vet-
produtio direct afhankelijk is van de be-
i schikbare hoeveelheid veevoeder en nie
mand kan zeggon, wanneer deze laatste
do"^ aanvoer van elders weer ruimer zal
woruen, acht ik het van het hoogste belang
reeds nu maatregelen te treffen, die er toe
leiden, dat do vetprocKuctie zoo hoog mo
gelijk wordt opgevoerd in do komende
jaren.
Daarvoor is noodig, dat do productiovo
kracc-ton van den bodem zoo economisch
nu-gelijk worden aangewend. Reeds meer
malen wees ik or op, dat dit bij do pro
ductie van vleesch en dierlijke vetten niet
geschiedt. Yan welko betcekenis dit is in
dezen tijd, kan blijken uit do volgende, aan
de praktijk ontleende gegevens:
Onder normale omstandigheden kan per
jaar op 1 hectare weiland ongeveer 2700
kilo melk geproduceerd worden, waarvan
pl.m. 100 kilo boter kan worden bereid.
Een zelfde oppervlakte bouwlaud levert
per oogst ongeveer 45 H.L. koolzaad, waar
uit 990 kilo raapolie en 1S90 kilo raap
koeken kan worden geslagen.
Do productie aan vet is van bouwland
dus ongeveer tienmaal grooter dan
van weiland, waarbij nog in aanmerking
dient to worden genomen, dat boter pl.m.
14 proc. water bevat. Bovendien bevat het
biiproduct van genoemd kwantum boter
(de ondermelk) slechts 90 K.G., tegen dat
van raapolie- (de raapkoeken) pl.m. 400
kil o. eiwit.
Nu is het een feit, dat op gescheurd wei
land weinig gewassen zoo goed kunnen
worden verbouwd' als koolzaad. Ook het
zaaien, bewerken en dorschen st.cllen geen
bijzonder hoog© elschen. Het lijkt mij dan
ook van zeer veel belang, dat door ingrij
pen van Regeeringswego de verbouw ook
van koolzaad - op gescheurde weilanden
krachtig wordt bevorderd. Voor het nemen
van maatregelen in clie richting is nu nog
ruim tijd, daar koolzaad pas in Augustus
wordt gezaaid Helaas komt de oogst eerst
in den zomer van '19 beschikbaar, doch
wie zegt, dat dan de nood niet meer zal
nijpen
Blijkens de memorie van antwoord op
het verslag van de Tweede Kamer inzak©
de JevensmicuMenbegrooting acht minis
ter Posthuma het scheuren van grasland
ten zeorste gewe-nsclit en hij merkt op, dat
de genomen maatregelen beloven aanvan
kelijk goede resultaten te zullen opleve
ren". Ik betwijfel dit ten zeerste. Juist©
gegevens bezit ik nog niet, doch ik vrees,
dat liet percentage grasland, dat ge
scheurd werd, zeer klein zal blijken te zijn.
Do tevredenheid van don Minister op dit
punt verontrust mij, want ze zal hern van
het nemen van krasser maatregelen allicht
weerhouden.
Een zeer aanzienlijke verhooging van cle
productie van plantaardige vetten op
bovenomschreven wijzo acht ik mede met
het oog op besparing van veevoer, dtis ode
van granen en peulvruchten, van het
hoogste belang. Wanneer daarnaast maat
regelen worden genomen, dat zoowel arm
als rijk do beschikking krijgt over een be
perkt Icwantom boter en dierlijk vet en
ieder in do gelegenheid wordt gesteld liet
tekort mot raapolie aan te vullen, dan is
m. i. op economische wijze in de behoefte
aan vet voorzien en zal allicht een belang
rijk overschot nog kunnen dienen ter rui
ling voor steenkool en andere onontbeer
lijke stoffen
Het kind, dat den vrede niet kende.
Alexandre Arnaux geeft in „La Grande
Revue" een gesprek terug, dat hij had met
een vijfjarig jongetje. Op zijn vraag, of
hij niet bang was voor het schieten der
kanonnen, daar vlakbij, antwoordde het kind
na een oogenblik van nadenken; „Dat is
altijd hetzelfde". Op de vraag, of hij zich
niet heel lang geleden een tijd herinnerde,
dat er geen soldaten voorbijgingen of kam
peerden, zocht de kleine in zijn herinnering,
maar hij kende zoo'n tgd niet. Als hij groot
is, wil hij sergeant-mitrailleur worden, om
dat die een soapketel hebben en omdat ze
confituren krijgen. Een bezwaar noemt hij',
dat de muilpaarden trappen en 6ijten, maar
de sergeant behoeft ze niet te verzorgen.
Eu wat wil je wezen, als.er vrede is?
Vrede? Ja, als er niet meer ge
vochten wordt?
Dan nemen de soldaten rust. En dan
ga ik hun mijn bier en tabak verkoopsn
Maar "de soldaten zul.en naar hun hui
zen teruggaan, de kanonschot:n zullen op
houden, er zullen geen luchtschepen meer
vliegen, er zullen geen regimenten voorbij
trekken met trompetten, er zal geen muziek
meer wezen hier op het plein. De menschen
zullen dan op de akkers werken, en in de
wijngaarden.
Verwonderd en ongeloovig lachend ziet het
kind hem aan en vraagt dan, na een oogen
blik nagedacht te hebben:
En waar gaan de Boches dan heen?
Naar hun land.
Waar is dat? Iu Duitschland.
Maar de kleine jongen begreep dat niet
en hij legde uit, hoe hij zich de zaak voor
stelde:
Hier zijn de Franschen en daar de Duifc-
schers;. ze schieten op mekaar met het ka
non en met het geweer. Dit heb ik altijd
gezien. Als de soldaten moe zijn, dan gaan
ze terug naar hun dorpen, ze maken de
mitrailleurs, de geweren en de schoenen
schoon, wasschen het linnen, maken muziek,
en gaan drinken. Dat heb ik altijd gezien.
Hoe de Constituante „gekozen" werd.
Uit Petrograd wordt to Stockholm vernomen,
dat bij do gevechten naar aanleiding van de ope
ning der Constituante 400 dooden gevallen zijn.
Over do knoeierijen bij dc verkiezingen yoor
do Constituante in do dorpen schrijft het ka-
dettenblad „Nasch Wiek":
Geheelo dorpen gaven, namens allen, hetzelfde
stembiljet af, hetzij op bevel dor sociaal-revolu-
tionnairo of van do bolsjewiki-agitators. Het uit
brengen van een afzonderlijke stem gold als ver
raad en bracht een onderzoek mee op verdenking
van tot do kadelten-parlij te behooren.
Op 9 en 10 Januari hadden er to Jebateunos-
law gevechten tusschen sociaal-rovolutioimai-
ren en Roode Gardes plaats, waarbij de laat3-
ten overwonnen,
De Duitschers op Nieuw-Guinea.
Sir William Gullen, Chief Jiistice-lioulenant
cn gouverneur van Nieuw-ZiuMWales ver
klaarde iu een redevoering, dat Australië be
dreigd werd door dcu vloek eener gemeenschap
pelijke landgrens met naties als Duitsclüand.
Afgezien van hot govaav der duikhoothasis op
do kusten van Nieuw-Gninea en do Duitêcka
verwildering, zou Duitschland ieder oogenblik
twisten in het leven kunnen roepen over mijnen,
petrolcumvelden of wat dan ook. als het in zijn
kraam te pas zou komen.-
Do Duitschers bezetion nog altijd een stuk
van Nieuw-Guinea, waar zij hun invloed uit
breiden. Geen enkele Australiër kan dezen
staat van zaken met gelijkmoedigheid aanzien.
Het Amerikaansche vreemdelingenlegioen.
De ,Neuo Qprresponcïenz" bericht, dat in cle
Vereenigdo Staten tot dusver 76.545 buitenlan
ders als vrijwilligers in het Amerikaansche
leger zijn getreden. Daaronder zijn ongeveer
10.000 Eugolschen en Canacleczen, 15.000 Ita
lianen, 900 Portugeezon, 483 Roemeniërs,
10.000 Russen, 24-4 Zwitsers, 237 Serviërs, 280
Cb.ineezen, 500 Japanners, 516 Denen, 249 Hol
landers, 1004- Noren, 1355.Zweden, 5794 Mexi
canen, 92S Duitschers,1 13.233 Oostenrijkers,
302 Bulgaren on 1000 Turken. Volgens een Pa-
rijsch bericht hebben zich meer den 125.000
Polen voor het leger aangemeld.
Nog een schildering van den toestand te
Petrograd*
De oorlogscorrespondent van de „Morning
Post'' te Petrograd seint omtrent den toe
stand daar: „De autoriteiten, wier handelin
gen reeds ten gevolge hadden, dat er hon
derdduizend werkloozen zij'n, heeft getracht
om deze arbeiders aan heb sneeuwruimen to
zetten, maar de souvereïnc arbeiders verlang
den zestig gulden op -zijn minst als dage-
lijksch loon. Er werd nu sneeuw geruimd
door eenige geschikte soldaten, maar voor
al door het z.g. intellectueele proletariaat.
Tal van lieden, die vroeger intellectueele be
roepen uitoefenden, maar nu van alle mïd-
delen_ van levensonderhoud zijn beroofd, bo
den zich aan tegen de helft van diet loon door
de arbeidende klaseen verlangd en door de
werkloozen. In mijn straat was voor betrek-
kelijk laag loon een officier dagen lang be
zig om sneeuw te scheppen. Aan den anderen
kant zijn onwetende moejiks in uniform, die
nog zelfs niet geleerd hebben om gewoon
soldaat te zijn, benoemd1 tot officieren. Bij
stemming worden korporaals tot generaals.
Opperbevelhebbers en ministers kunnen over
al uit worden gemaakt, maar liefst uit oude
gevangenisklanlen. Ik ken a ti.lèrie- en ge
nieofficieren die hun dagelrjksch brood ver
dienen door hun kennis te besteden aan het
eenvoudige werk van het repareeren van
electrische schellen en electnsohe liohtleï-
dingen, tegen de helft van de betaling,
die de onbekwame arbeiders verlangen. Alles
staat aldus op den kop.
Tot directeur van het Technisch instituut,
een van de scholen, die in Rusland met de
universiteiten gelijk s.onden, is on'angs be
noemd de portier van die instelling. Mevrouw
Kollontai, een van de favorites van Lenin,
die de portefeuille van onderwijs beheert,
benoemde onlangs tot hoofd van een be
roemde hoogere school voor meisjes een van
de daar werkzame diens.boden. Eenvoudige
diefstal is eigenlijk de grondslag van alles.
Banken, zelfs particuliere kluizen, worden
openlijk geplunderd in naam van den slaat.
Een generaal, dien ik ken, en wiens familie
naam in de Russische geschiedenis van de
verloopen anderhalve eeuw een groote rol
speelde, is thans noodlijdend. Hij had rijke
bezittingen, maar die zijn verwoest en ge
plunderd. Hij had honderdduizend roebels
in goud, die hij als een appeltje voor den
dorst met de kostbaarheden van zijn vrouw
in een safé deposit bewaarde, en een zeer
kostbaar huis op den besten stand van Pe
trograd.
Thans heeft bij niets. Er is niet het
minst© uitzicht op verbetering in eenig opi-
zicht. De bolsjewiki hebben zich vau de macht
meester gemaakt met de leuze: Vrede en
overvloed. Er is geen vrede en er zal er
geen zijn, dan volgens de voorwaarden van
Duitschland, welke niet die zijn van eenige
partij in Rusland, en wat overvloed betreft,
we staan aan den rand van den hongersnood.
Boter kost 30 shilling het pond, suiker 17,
gevogelte wordt in vieren gesneden en per
gewicht verkocht. Vleesch is nauwelijks meer
te krijgen, de broodportie wordt steeds klei
ner. Meel is zelfs niet meer te krijgen op
voorschrift van den geneesheer. Aardappelen
kosten 2shilling het pond. Nieuwe kleeren
zrjn niet meer te betalen en niemand ver
toont er zich dan ook in. behalve de souve-
reine arbeider, die de loges van den schouw
burg inneemt en zich zelf en zijn vrouwelijk
gezelschap volhangt met diamanten. Zoo is
Petrograd tegenwoordig."
KORTE BERICHTEN.
Tc .Brussel iu do haven do „Zeeha
ven" hebben de Duitschers de kranen,
die esn kracht van 15—20 ton hebben, op
gevorderd.
to
Een mieb zeer duidelijk bericht, dat via
Kopenhagen zijn weg naar Duitsehe bla
den heeft, gevonden, behelst, dat Krylen-
ko, dc Russisch© opperbevelhebber, aan
daartoe-in aanmerking komende stations
militaire compagnieën met machine
geweren op post heeft gezet, om den
etroom deserteurs te keeren. Ieder reizi
ger moet zich legimitceren. Wie zich ver
zet, moet worden ingerekend.
Het blijkt, dat dc brand aan boord van
het houten oplleidiugssdhip „Warspite",
dat op de Theems lag en geheel uit
gebrand is, gesticht was door drie scheeps
jongens aan boord. Daarvoor hadden zij
al een poging gedaan, om het schip te la
ten zinken. De daders zijn jongens van 14
tot 15 jaar.
Do „Times" verneemt uit Sydney, dat
tengevolge van een cycloon de kust van
Queensland bij de stad Mackay over troomd
is. De stad is verwoest Honderden zijn dak
loos. Twintig personen zijn verdronken.
Het departement* van marine te
Washington deelt mede, dat op de werven
van New-Port (Rhode Island) een outplof-
fiug heeft plaats gevonden, waarbij zes
slachtoffers vielen- aan dooden en eenige
gewonden. De omstandigheden zrju niet ver
dacht.
In den D-trein BerRju-München is
braud ontstaan, met het gevolg, dat tien
personen om het leven zijn gekom:n, terwijl
er ruim 50 min of meer ernstige verwon
dingen hebben opgeloopen.
In cfen nacht van Zaterdag op Zon
dag is te Kaiser-Ebersdorf, bij We en en,
de grootste stoommolen van Weencn af
gebrand. Al'le'voorraden meel en do reeds
vervaardigde maalproducten werden door
het vuur vernield, evenals alle machines
en drijfriemen en de verdere inventaris
van den molen.
Dc „Vorwarts" voegt hieraan toe, dat
do schade voor hot grootste deel onher
stelbaar is en zeer zwaar weegt, omdat
deze molen een groote rol speelde in de
voorziening der hoofdstad.
Do ernstige toestaud in Spanje.
Havas meldt uit Madrid, dat de dag van.
26 Januari te Barcelona kalm verliep. Do
meeste fabrieken waren gesloten. Meer
dan 25,000 vrouwen legden den arbeid
neer. Het gerucht gaat, dat MerceUino
Domingo en verscheidene andere syndica
listen gearresteerd zijn, doch het bericht
is niet bevestigd.
De Madrileensche bladen vernemen uit
Ferrol, dat de linieschepen „Espana" en
„Alfons XIII", benevens de kruiser „Rio
de Janeiro" zeevaardig gemaakt zijn, om
zoo noodig onmiddellijk naar Barcelona,
Vigo en Bilboa te kunnen opstoomen.
ACADEMIENIEUWS.
Groningen: Bevorderd zijn tot arts d©
heeren R. Roelofs, geb. te Kollum, en dr.
C. J. Albertija. geb. te Graaf Reinet (Zuid-
Afrika).
Delft. Aan de Technische Hooge*
school zijn geslaagd voor het catndidaau--
examen voor bouwkundig ingenieur, de beo*
ren P. H. N. Brief, D. Janen en P. A. M«
Siehers; voor het can didaa tsexamen voois
werktuigkundig ingenieur de heeren J. J. P<
Oatiel. A. Bargeboer, E. A. Becker, F. W. O
Blom, 0. J. Bonten, B. Dorhout Mees, W. A<
Harte, W. F. E. van Hasselt, F. W. Janssen,
W. O. Kool, A. J. M. Ledeboer, W. Maas
Geesieranus, F. Mich ie leen, G. J. Schoft en
W. L. van Voorst Vader:.
voor het candidaatsoxamon voor scheeps*1
bouwkundig ingenieur de heeren G. do
Rooy, L. Trcost en M. W. Voogt; voor het
kandidaatsexamen voor electroteohnisoh in*
gen ie ui' de hoeren B. W. A. Bijvoet, F. 0. Th*
Sehuvor, H. F. Baart de Ia Faille, B. H.
Blankenberg. N. Kloot?, P. K. J. Leendertz,
P. J. Lux, J. Noerdhoek Ilegf, H. J. H<
Swart, 0. Vroon van Gestel.. G. d'Auluïs de
B our on ill er, P. Cosier.
Geslaagd zijn voor het ingenieursexauieh
voor werktuigkundig ingenieur de hoeren
J. Bos Azn., W. Clignetf, J. Janszen, C. Ko
ning, J. Muysken (met. lof) N. P. Pel (mei
lof) en E. W. F. Schut; voor het ingenieurs-
examen voor scheepsbouwkundig ingenieur
do heeren L, Asjes en G. Cool; voor het in-
genieursoxamen voor ëketrotechnisch inge
nieur. de heeren J. Th. van Asperen, C. M.
Cool, G. van dor Harst, S. H. A. Holzen-
spies, L. van den Honen-, A. A. Lagaay, A,
L. de Kok, J. Sal Di, W. Chr. M. J. Snij de ra
en T. J. Tilma.
Alonné, te L. Het wetsontwerp tot
uitbreiding van den Landstorm zal waar
schijnlijk binnen korten tjjd behandeld wep-
den. Vermoedelijk kü eerst nog de lichtng
1919 opkomen, dan de afgekeurden; er zijn
daartoe althans reeds stemmen opgegaan.
Abonné. Een arbeidscontract baboolt
niet op schrift to worden gesteld. Ook een
mondelinge afspraak is geldig voor den rech
ter. Het door u bedoeld getnigenbewjjs is
voldoende.
Abonné. Een dagmeisje behoeft da
Nieuwjaarsfooi niet terug te geven.
Vele vragers. Dc gebruikelijke opzeg
termijnen voor gewone dienstbod in, die met
de 3 maanden worden betaald, z'jn: 1 Febru
ari, 1 Mei, 1 Augustus en 1 November.
Voor den godspenning moat men 3 maanden
werken.
Van der S. Het derde bat. 22ste reg.
inf. te Elen moet in het tijdvak van 1 tot
4 Mei a.s. in dienst treden.
W. E.. te Delft De landstormlichtin-
gen 1915, 1914 en 1913 zullen zeker niet
alle drie te gelijk naar huis gaan; eerst
1915, daarna- 1914 en vervolgens 1913.
K., te H. Kecht op een godspenning
bestaat niet. Het gebruik- krengt mee, om
ze te geven. Voor gewone dienstboden zijn
aan het aannemen van deze penning ver
plichtingen verhouden; voor werkmeisjes niet.
1. v. R, te L. Aangezien de>ree<ó
tot stand gekomen overeenkomst door de
eeue partjj onrechtmatig wordt verbroken,
kunt gij een schadevergoeding eischen van
6 weken loon. De godspenning- moet gjj
echter in mindering brengen.
P. H., te K. Alleen de ouders kunnen
hot kind-terugvragen. De broers en zusters
niet; wèl de voogd. Brieven mogen niet
achtergehouden worden. Wend u tot den
Directeur van het Postkantoor.
Abonné te Katwjjk-aan-Zee. Ais kjj
vóór zrjn vertrek uit Indië tot een burger-
betrekking overgaat, dan heeft hij zeker
geen recht meer om later kosteloos naar
Nederland terug te keeren.
G. M., te Lisse. Ontüiavingsmiddelcn,
die op don duur effect, sortieoren, zijn ous
n.ict bekond. En dl» tijdelijk helpen, zijn
misschien niet. eens onschadelijk.
Naar het Engelsch
van Mevr. ALFRED SIDGWICK.
1)
Dit werk werd vóór den oorlog geschre
ven. Veel van do jongere mannen, ge-
trouwdo en ongetrouwde, die in liet dal
woonden, toen het verhaal geschreven
word, zijn nu weg. Zij hebben gehoor ge
geven aan den oproep van hun vaderland,
om de wapens op te nemen, en de anderen
weten nog niet, wio van hen terug zal
komen.
- HOOFDSTUK I.
Do wind huilde door de boomen en
zweepte den regen naar het Oosten, zoodat
mevrouw Cloudesby dien vlak in het ge
zicht kreeg, toen zij uit do oprijla-an kwam
en een klein eindje den weg opging, waar
langs haar dochter zou terugkeeren. Het
was een donkere Decemberavond en nier
mand, die binnen kon blijven, waagde zich
in don storm buitencl. w. z. ieder, die
verstandig was.
Mevrouw Cloudesby was na de thee
zachtjes naar boven gegaan, had een regen
mantel omgedaan en het huis stilletjes
door cle tuindeur verlaten. Als Sir Lucius
of Lady Tuft van haar plan geweten had
den, zouden zij het afgekeurd hebben en
rij zou thuis gebleven zijn. Het was zeker
«watw ia dea storm Rosalind© to fenioeb te
gaan, clie maar een veertien dagen van
Sc-cton weg was geweest, en dio aan het
huis zou aankomen een oogenblik, nadat
het rijtuig het hek binnenreed. Als me
vrouw Cloudesby het rijtuig liet ophouden
en er inging, zou zij maar een paar minu
ten vroeger van het gezelschap van haar
dochter genieten en waarschijnlijk de spo
ren van haar bemodderde laarzen en de
druppels van liaar regenmantel in de onbe
rispelijke vestibule achterlaten. Want in
Sceton was alles onberispelijk. Dat was
gedeeltelijk de reden, waardóór het zoo
benauwend was, om daar te wonen. Men
kon zich nauwelijks bewegen, zonder iets
verkeerds to doen. Mevrouw Clo-udesby en
Rosaliude woonden er nu al vijftien jaar
sedert het vierde jaar van Rosalinda, toen
het huwelijk van mevrouw Cloudesby een
ongelukkig einde genomen had. Op zekere
voorwaarden had. haar zwager Sir Lucius
Tuft haar en haar kind een tehuis aange
boden hij noemde het ten minste een aan
bod, doch hij kleedde het in zulk een ge
biedenden vorm in, dat dte ontstelde, ge
broken vrouw geen keus overbleef.
„Henriette en ik hebben besloten, dat jij
on het kind bij ons moeten komen," zei hij
„je bent to jong om op je zelf te wonen,
te jong en te arm. Het zou volstrekt niet
gaau, wij hebben onze plannen gemaakt."
Hij vroeg zijn schoonzustor niet wat zij
van plan was te doen, en hij noemde zijn
vrouw alleen uit gewoonte en beleefdheid.
Volgens Sir Lucius behoefde men geen
rekening te houden met do opvatttingen
van vrouwen, en hadden deze volstrekt
geen recht eigen leven te kiezen, als or
iemand van heb mannelijk geslacht bij do
hand was, om hoar to leiden. In zijn eigen
lruis was hii een_ overheei'scliendó j>ersooJl-
lijkheid, met een stem, die uw zenuwen
prikkelde, en een tong, die op ruwe wijze
uw gevoeligheden kwetste. Buiten zijn huis
vond men hem een achtenswaardig, maar
zeer vervelend man, die veel geld had ge
maakt, Zijn buren waren meer kennissen
dan vrienden, en geen van hen kwam naar
Sceton Park dan alleen om een dóf tig be
zoek te brongen of op een uitnoodiging.
Gedurende vijftien jaar had hij zijn
schoonzuster en haar lancli min of meer een
thuis gegeven. Terwijl mevrouw Cloudesby
tegen den storm woistelde, beschuldigde
zij zichzelf van ondankbaarheid, dat zij niet
meer van hem hield. Als Rosalinda en zij
niet naar Sceton gekomen waren, toen zij
haar thuis verloor, had zij in een klein
huisje of op gemeubileerde kamers moeten
wonen, want zij bad maar een jaarlijksch
inkomen van 200 poncl van zichzelf. Uit het
standpoint, dat in Sceton werd aagenomen,
was zij gered van maatschappelijkon onder
gang; van de ongemakken, aan armoede
verbonden; en van hot gevoel, dat zij Rosa
lind© in een niet passende omgeving moest
zien opgroeien. Zij had Sir Lucius altijd
100 poncl per jaar voor kost en inwoning
betaald en had 50 pond mogen houden voor
kleeding en kleine uitgaven. De andere 50
pond waren ter zijdo gelegd, om een kapi
taaltje te vormen voor Rosalinda's opvoe
ding. Niemand in do buurt vermoedde, dat
mevrouw Cloudesby iets aan haar zwager
betaalde, en zij zelf dacht or maar zelden
aan. Sir Lucius had vijftien jaar geleden
tot zijn vrouw gezegd, dat Anna voortaan
in afzondering zou leren zich aan -haar kind
zou wijden, en bijna niets voor zakgeld
nooctig zou hebben. Zij Icon gemakkelijk een
100 pond por jaar missen voor hetgeen zij
te_ Sceton kreffo ea_ hgt, zon haar het ge
voel besparen, dat zij genadebrood at. Mis
schien maakt© het ccn beetje onderscheid,
maar mevrouw Cloudesby was er niet
zeker van.
Do vijftien jaren vormden een eindelooz©
reeks, toen mevrouw Cloudesby er van
avond op terugzag. Toen zij op Sceton
kwam, was Antonio, d© zoon en erfgenaam,
een bleeke jongen van tien jaar. Hij ging
toen juist naar een voorbereidende school
en nam geen notitie van een nichtj e, clat zes
jaar jonger was dan hij. Als hij met de
vacanties thuis kwam, lette hij niet veel op
Rosaliude. Hij bracht gewoonlijk school
vrienden mee, met wie hij allerlei spelen
deed. Toen hij meerderjarig werd en or op
Sceton groote feestelijkheden waren, ging
Rosalind© voor drio jaar naar een kost
school to Brussel. Haar moeder stelde voor
ook naar Brussel te gaan, om dicht bij
Rosalind© te zijn, als zij ziek werd en om
haar nu en dan te kunnen zien. Maar Sir
Lucius wilde er niet van hooren. Hij zei,
dat het goed was voor het meisje, om een
poos bij haar moeder vandaan on uit haar
gewone omgeving te zijn. Zij zou nieuw©
denkbeelden opdoen, nieuwo vrienden ma
ken, goed Fransch lceren en veel verbeterd
terugkomen, hoopt© hij. Zelfs haar vacan
ties zou zij in het buitenland doorbrengen.
Rosalindo was achttien j'aar, toen zij een
jaar goleden op Sceton terugkwam, cn Sir
Lucius vond haar niet vooruitgegaan. Zij
had zeker nieuwo denkbeelden opgedaan,
een paar vriendinnen gemaakt, en zij vond,
d?j»t de tijd gekomen was, waarop een
meisj'e, zoo mooi als zij, moest genieten
van het leven. Zij hacl lang geleden ont-
diekt, dat haar moeder en zij op Sceton
slecht'3 geduld werden en daar leefden
onder d>é schaduw van een t>f ander
6chand© of drama, dat haar niet verteld
wasmaar zij wist, dat het in verband
stond met haar vader, omdat haar moeder
nooit van hem sprak, maar eens had go-
zegd, dat hij nog leefde. Zij dacht, dab hij
waarschijnlijk in de gevangenis was, en dat
vond zij geen prettig idee, maar zij zag niet
in, waarom zij voor do zonden en fouten
van haar vader zou moeten lijden. Het was
al erg, om in Sceton te moeten wonen in
plaats van in een eigen huis, om schraal
bij kas te zijn te midden van neerdrukken
de, kostbare pracht, cn om behandeld te
worden, alsof zij voor iets booten moest,
waarover niet gesproken kon worden. Tel«-
kens, als zij in den spiegel keek, besloot zij,
dat zij baas over haar eigen lot zou zijn er
dat het lob aangenaam zou wezen. Om kort
to gaan, -zij had besloten met haar neef
Tony to trouwen, al verzetten zijn ouders
er zich ook nog zoo tegen. Zij was modern
genoeg, om te gelooven, dat do oucleri
moeten toegeven, als do jongelui vast be^
sloten zijn, cn haar twijfel hield alleen ver
band' met den j'ongen man zelf, die wel van
haar hicldi, maar tegen een huwelijk opzag.
Tijdens do zomervacantio had Tony zijn
mooie nichtje het hof gemaakt en zijn
ouders hadden niets vermoed. Toen was hij
naar Londen teruggekeerd, waar hij, naar
verondersteld werd, in de rechten studeer
de. Hij was een opgewekte, domme, bleek©
jongen, dio altijd werk vermeden en geld
vorspild had. Zijn leven te Londen betee-
konde niet veel en Rosalind© dacht, dat
een of ander© slimme koristc eer haar plan
nen zou doen mislukken dan streng©
ouders, die men kon bestrijden.
(Wordt vervolgd).