Wo. f7770. LEtDSCH DAGBLAD Vrijdag 1 Februari Tweede Bfad Anno 1913. Gemeenteraad van Leiden. x - (Vervolg van de zitting van gistermiddag.) Sluiting bruggen, 7ö. Voorstel om B. en W. te machtigen nieb Gedeputeerde Staten der provincie Zuid- Holland een overeenkomst aan te gaan, waar bij de in 1881 tusschen de provincie en de gemeente gesloten overeenkomst in zake de doorvaart door Leiden's territoir wordt aangevuld met een bepaling betreffende de bediening van de bruggen in de z.g. provin ciale vaart op Zondagen en daarmede gelijk te stellen dagen. (31). De heer FOKKER is er tegen, dat do gemeente zich nu verbindt, om te sluiten. Er kunnen redenen zijn tot afwijking, bijv. in verband met de zeilsport te War- mond. Nu moet de gemeente sluiten en dat had spr. liever niet. De heer HOOGENBOOM is indertijd tegen het amendement geweest inzake de vrijheid van dienst van brugwachters. De heeren, die daar vóór stemden, hebben misschien de consequentie daarvan niet ingezien. Hier is deze in den vorm van dit voorstel. Spr. acht het niet in het belang der gemeente Leiden, bijv. ten opzichte van do watersport, van pleizierbooten, enz., de gemeente te water af te sluiten. Daarom zal spr. tegen het voorstel stem men. De heer BRIET wijst, af, dat er eenig verband bestaat tusschen dit voorstel en de indertijd aangenomen motie. De be zwaren van den heer Hoogenboom acht spr. overdreven. Leiden ligt geheel te mid den van provinciaal water n daar is de scheepvaart reeds gesloten. De heer HOOGENBOOM deelt de mee ning van rar. Brict niet en geeft aan, hoe er geen sprake van is, dab Leiden op het oogenblik afgesloten is. De heer PERA oordeelt, dat men wel mag bevorderen de gelegenheid om een groep werklieden meer Zondagsrust te geven De heer VAN DER LIP deelt iet de meening van mr Fokker over de ver plichting tot sluiting. Fpr. zegt. dat B. en W. de opvatting hebben van den heer Fokker. Spr. wijst er nog op, dat indertijd naar aanleiding van de motie-Briët, door B. en W. gewezen is op de twee wijzen, om Voor de brugwachters meer Zondags rust te scheppen, n.l. door uitbreiding van hun aantal of invoering van den pro vincialen Zondagsdienst. De bezwaren van den heer Hoogenboom over de pleizierboott weerlegt spr. hierop. De heer FOKKER aoht het toch ge- wenscht, dat in het besluit, hetwelk ge nomen wordt, duidelijk uitkomt, wat de bedoeling is, n.l., dat de gemeente de vrij heid houdt om de bruggen open te houden. (De heer Huurman komt ter vergade ring.) Dc heer VAN DER LIP zegt, dat de gemeente de vrijheid krijgt te sluiten, maar niet sluiten moet De heer HOOGENBOOM Het staat er. De heer FOKKER handhaaft zijn voor stel. De heer VAN DER LIP geeft hem ln overweging het voorstel niet in te dienen. Wordt, het verworpen, dan zou de Raad als tmt ware te kennen geven, dat de bruggen gesloten moeten worden. De heer FOKKER stelt voor in e voe gen het woord kunnen", tusschen geslo ten en blijven. Spr. deelt niet de meening van mr. Van der Lip, dat de gemeente thans vrij genoeg is. Het staat in de ver ordening antlers. Leiden moet op eenige wijzen van de regeling kunnen afwijken. De heer AALBERSE acht het amende ment overbodig. Alleen ten pleiziere van deze ijziging zullen do brugwachters 's Zondags nog maandenlang dienst moe ten doen. De heer FOKKER komt op tegen dit stemming maken. Als er een schuldige is, is het degene, die de verordening niet goed geformuleerd heeft. De hpor VAN DER POT geeft toe, dat de redactie anders had kunnen luiden, maar de heer Fokker licht éón ding uit liet verband. Do VOORZITTER oordeelt, dat deze zaak opgeblazen wordt. Over eon halfjaar, een jaar, is de gemeente geheel vrij, is ze niejb meer gebonden door een contract over de bruggn. Deze verordening is niet door de Staten, zooals zij hier luidt, aan genomen. Het amendement wordt verworpen met 20 tegen 9 stemmen. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen met 25 tegen 4 stemmen. De heer A. MULDER stelt voor de pun ten S, 9, 10 en 11 te behandelen na punt 14. Dit voorstel wordt voldoende onder steund en aangenomen met 26 tegen 1 stem. Hierop is aan do orde Fnbi iets-reserve. Praeahics op het verzoek van het Steunco mité Leiden Oorlogstoestand 1914 om een sub sidie ten bedrage van 10 pet. van de uitkcerin- geu, dio -ingevolge een door de LnicDcbe Ver- eeniging van Industricelen vastgestelde wacht geld-regeling voor mannelijke en vrouwelijke werklieden eventueel zullen plaats hebben. (34) Het praeadvies wordt aangenomen. SALARISREGELING AMBTENAREN BEAMBTEN EN WERKLIEDEN 12o. Praeadvies op de voorstellen van de Raadscommissie tot onderzoek van de salaris sen en loonen der verschillende ambtenaren, beambten, en werklieden in dienst dor ge meente Leiden, met uitzondering van de leeraren en onderwijzers bij de verschillende Instellingen van onderwijs. (22 en 30) Algemeen© beschouwingon. D© heer FOKKER acht de thans onder handen genomen regeling er een van groot gov.icht. Eenerzijdb moot rekening gehou den met een goede salarieering van ambte naren, enz. ern anderzijds met do draag kracht der gemeente. Er- moet naar ge streefd worden, dat de gemeenteraad niet daarna weer telkens wordt lastig gevallen met loonregelingen. Gelukkig heeft de Raad een rapport als basis voor de discussies. Spr. herdenkt nog wijlen den heer Hartevelt cn prof. Heeres voor wat zo in dezen deden. Do heer Fok ker brengt de commissie ad hoe en haar secretaris hulde. En' nu is het resultaat dat er een voor stel van B. cn W. aan do orde is gesteld. Hij had geprefereerd dat de voorstellen der commissie aan het oordeel van den Raad waren onderworpen met amendemen ten van B. r*n W. Daarom onderschrijft spr. de mecniug van een lid der commissie, dat heb goed was geweest, daarin een wet houder op to nemen. Spr geeft daarop zijn oordeel over de mccning, of 't misschien nu niet het meest gcwenschte tijdstip was om een regeling te ontwerpen In het algemeen is de heer Fokker niet voor een stelsel van vaste salarissen met automatischo vorhoogitngen. Een stelsel, dat voordeelig is voor hen, die hun taak gemakkelijk opvatten. Spr. gelooft, dat 't geven van periodieke verhoogingen voor hen, die zich werkelijk onderscheiden, meer gewenscht is. Voor oogendienarij vreest spr. niet zoo erg. De heer Fokker komt er ook "tegen op, dat alle bedrijven en administraties over één kam zijn geschoren Daarbij zijn te groot© geschillen. Spr. mist tot zijn leedwezen zooveel over loonregelingen elders, wat toch ook aan de commissie was opgedragen na te gaan. Alleen B. en W. zijn nu gekomen met een regeling van elders om het salaris van den directeur van gemeentewerken t© verhoo- gen. Do heer Fokker acht het goed, dat nu direct oven wordt vastgesteld, dat er na aanneming dezer verordening, nog moet worden gesproken over al of niet toeken ning van duurtetoeslagen. Spr. komt op tegen het ageeren van sommige organisaties. Deze vergeten, dat een verder strekkend voorstel van de com missie ad hoe misschien niet. zoo zijn aan genomen. Do organisaties hadden toch er ook even aan moeten denken, wat bereik baar is. Do heer Fokker bespreekt daarop de vier factorenhet noozakelijk levensonderhoud, do bekwaamheid, de arbeidsprestatie en fibt loon bij particuliere werkgevers. Nogmaals komt. spr. op tegen automa tische loonsverhooging. Het is noodzake lijk dat zij, dio in gemeentedienst zijn, er van doordrongen zijn, dat de gemeente eigenlijk heeft te letten op de arbeiders- prestaties. Na eenige discussies tusschen den heer FOKKER en den VOORZITTER over het al of niet aan de orde zijnde van do be handeling van sommige onderdeden uit het rapport van de commissie bij de algemeens beschouwingen, zegt de heer FOKKER dat het rapport van do commissie buiten be schouwing blijft en dus dat goed gedocu menteerde stuk door het voorstel van B. en W. ter zijde is gezet. Spr. gaat niet mee en, zooals in de adres sen is gevraagd, een bedrag van f 100 toe te kennen voor elk diploma van eenige koninklijk goedgekeurde vereeniging. Hij is cr voor. dat B. en W. de keuze in deze doen. Do heer VAN DER LIP 's Jonge, jonge. Do heer FOKKER: De heer Van der Lip zegt 's jonge, jonge, maar in het vervolg kan men wel wat meer aan B. en W. over laten dan een jaar geleden. Verder pleit spr. voor eenigo vrijheid van commissies voor de bedrijven in de salarieering van sommige personen, wan neer hun werk van bijzonder belang is. Spr vraagt verder of hot ook mogelijk is om geen hooger loon te geven aan hen, die op grond van hun capaciteiten dit niet ver dienen, maar dit zoudenf krijgen op grond van de titulatuur. Men moet zich mi afvragen of dit loon voldoende is, wanneer men aftrekt wat ver- eischt ia voor de extra-omstandigheden. Spr. gelooft, dat de kerk wel in hot midden van het dorp is gelaten. Do heer Fokker geeft te bennen een voor stander van een premievrij pensioen, niet voor weduwen en weezen, zoo ver zou spr. niet. willen gaan, maar de 2L£ pet. storting zou spr. willen doen vervallen. Hij schaart zich aan de zijde van de com missie inzake de gelijke salarieering van mannen en vrouwen. Spr. heeft een ernstig bezwaar tegen de groopeering der personen. De juridische ambtenaren zijn er zeer slecht afgekomen. Do gestudeerde ambtenaren zijn in drie groepen ingedeeldde ingenieurs, de medici en de juristen en de laatsten zijn er het slechtst aan toe. De bestaande cate gorieën acht spr. beter. Hij liacï de ambte naren van de bedrijven er niet bij willen onderbrengen. Do heer Fokker bespreekt hierop het systeem van vervroegde toekenning der periodieke verhoogingen, waarbij hij zich doet kennen als een voorstander van groo- tere snelheid van het toekennen van perio diek o verhoogingen voor do stedelijke fabrieken. Do VOORZITTER doet voorlezing van een adres van de Staatscommissie naar aanleiding van adressen van den Bond van Technici en van ,,MercuriusM, waarin wordt, gezegd dat de Staatscommissie f 800 als minimum heeft aangenomen voor amb tenaren op 21-jarigen leeftijd. Dit is ten cencnraalo onjuist. De heer JAEGER zegt dat hij betreurt, dat de-ze zaak niet in clc afdeelingen is behandeld. De heer Jaeger bespreekt dc arbeids prestaties. Deze factor kan niet buiten beschouwing blijien en spr. vreest, weer voor gratificaties. Hij acht het. boloónen* van diploma's een bevoorrechting van in- tollectueeïe arbeiders boven do niet intel lectueel©. Spr. schaart, zich aan do zijde van B. en W. in zake spaarplicht en kindertoe slag. De commissie ad hoe heeft zich to veel' gehouden aan theoretische beschouwingen en.te weijiig'gerekend met do praktijk. Spr. wenscht ook groot-er elasticiteit voor de bezoldiging in do bedrijven. Hij is een voorstander van verbetering der lagere bezoldigingen, maar gevoelt zich voor een verbetering an de loonei voor ambtenaren, die reeds goed bezoldigd zijn. Dit met het oog op den- financieelen toestand der gemeente. Een voorstel in deze zal spr. niet doeD, maar zijn bezwa ren wilde hij niet achterwege houden. De heer PERA brengt de commissie ad hoe hulde. En voorstel dat algemom in den geest valt, is niet ie verwachten. Spr. heeft in de rede van den heer Jae ger iets gezegd, dat -van veel gewicht is, namelijk bezoldiging naar de prestatie. Tot zijn spijt moet spr. zeggen, dat alle gemeente-werklieden er niet van door drongen zijn, dat voor loon arbeid wordt verlangd. Er zijn er, spr. wijst op hun hulp bij de sneeuwruiming, dat. sommi ge gemeente-werklieden hun taak te licht opvatten. Sprekende over de "bepaling van het bedrag van het loon, doet spr. ziph ken nen als een voorstander van betaling van loon naar de behoeften: daarom is hij niet voor gelijke salarieering van vrouwen en mannen. Ook de heer BOOT brengt de commissie hulde. Het uitvoerig, goed verzorgde rap port heeft sprs. bewondering. Spr. acht echter de door de commissie voorgestelde loonen te laag. De verhoo gingen moeten in sneller tempo -^orden gegeven. De gemeente moet haar krach ten vasthouden. Hij is geen voorstander van spaarplicht en evenmin van kindertoeslag, want gel den moet, dat voor gelijken arbeid, gelijk loon wordt gegeven. Spr. vindt het praeadvies van B. en W. in veel opzichten aan sommige bezwaren tegemoetkomend. Aa-n dit praeadvies kan spr. zijn stem geven. De heer Boot wijst de werknemers op hun plicht tegenover hun werkgever, in deze de gemeente. De heer BRIET zal niet de beschou wingen beantwoorden, maar wil spreken over art. 130 der Gemeentewet. In het rapport wordt dienaangaande gesoroken over het oordeel van de minderheid der commissie, waartoe met hem, wijlen den heer Hartevelt behoorde. De meerderheid wil in elk ambt of betrekking, dat de Read vaststelt de salarieering, dat hij tot in bijzonderheden de zaak regelt. De min derheid wil slechts do groot© lijnen aange ven en aan B. en W. de uitwerking over laten. Spr. acht dit het meest gewenscht, wijl B. en W. het best met de bijzondere omstandigheden op de hoogte zijn. net kan niet de bedoeling zijn, dat de Raad zich mot alles gaat bemoeien. Het gekozen stelsel acht spr. niet het meest praktische. De heer AALBERSE, voorzitter der commissie, zegt dank aan B. en W. en de leden voor de welwillende woorden. Spr. herdenkt ook wijlen den heer Hartevelt. Hij was een der ijverige, altijd welwillen de leden, wiens adviezen steeds van veel waarde waren. Ook brengt sur. hulde aan prof. Heere§, die alleen slechts eenige bij zonderheden niet mee kon regelen en aan den secretaris, mr. Draaijer. Door diens arbeid kon de commissie zoo spoedig door den chaos heenkomen. Hij heeft buiten gewoon veel werk verricht, daarbij gehol pen door eenigo ambtenaren. Mr. Draaijer verdient den dank van den Raad. (Appl.). Spr. gelooft, dat de Raad straks ook nog- wel op andere wijze van zijn waaifdeering blijk zal. geven. Wat het werk betreft, werd een toestand gevonden, die, histo risch gegroeid, zoo verward mogelijk was. Zoo waren de theoretische loonen in de verordeningen, door emolumenten, enz., zooveel hooger, dat er een achteruitgang zou komen bij de nieuwe verordening. Al die zaken heeft de commissie bij haar re geling in orde gebracht. Men kan nu over zien, welke loonen de gemeente geeft. Nu over de ontvangst door de direct-betrok- koncn. Spr. maakt verschil tusschen de personen en de organisaties. Er zijn er velen, dio tevreden zijn, maar slechts één organisatie, do Ned. Bond van Gemeente ambtenaren, durft er voor uit te komen, dat er een flinke verbetering is gekomen. Spr. critiseert het manifest van de or ganisaties als beslist onwaar. Men is zich daarvan bewust geweest, want men wist, hoo er steeds met de organisaties onder handeld is. Zoo is ook onwaar wat daarin gez g l wardt over duurtetoeslagen. 't Is in de comnEssie en ook in haar rapport eenige malen gezegd, dat de regeling voor normale tijden is. Dat is opzettelijk onwaar. Zoo is de misleiding precies ten opzichte van den spaarplicht. Spr. doet voorlezing van de zinsnede uit het manifest over spaarplicht en wjjst op de opzettelijke onjuistheid. De heer Aalberse bespreekt hierop- het advies van de commissie voor do financiën. Zij ontkent eenigermato den arbeid van de commissie ad hoe, waar 't betreft de aange brachte eenheid. Er is rekening gehouden met wat historisch gegroeid was. Er is gestreefd naar kieerdere eenheid. Dq heer Fokker heeft dit niet goed gevon- vonden, maar toch ook erkend dat 't moet. De theorie, dat ieder naar zijn arbeidspresta tie moet worden beloond, kan niet worden doorgevoerd, omdat 't aanleiding geeft tot allerlei misstanden. Elk stelsel van reglemen teeren heeft zjjn fouten, maar daarom heeft de commissie een zoo groot mogelijke soe pelheid behouden. Om misbruiken te voor komen, heeft de commissie gegrepen naar het beste middel, n.l. openbaarheid. De burge meester zal nu van elke afwijking den raad in kennis moeten stellen. Aan de verwachting, door den heer Fok ker geuit, dat de commissie met andere gemeenten te rade zou gaan, is voldaan. Men heeft verschillende nieuwe verordenin gen geraadpleegd. Maar 't is gevaarlijk ma teriaal. De levensstandaard is zoo verschil lend en bovendien geeft dezelfde titel in ver se lullende gemeenten niet dezelfde arbeid aan. De commissie heeft dit alles onderzocht, met de stelsels rekening gehouden, maar de cijfers buiten beschouwing gelaten. De commissie moest verder nagaan wat behoorlijke loonen waren. Wat de commissie hier gedaan heeft, wordt nu maar weer theorie genoemd, terwyl 't eigenlijk niets anders is dan geformuleerde praktijk. De factor bekwaamheid, zal in het maatschap pelijk leven nu eenmaal beter tot haar recht komen dan in het gemeentelijk leven. Spr. geeft daarop aan, waarom de factor arbeidsprestatie bê de commissie niet van greoten invloed is geweest. De commissie ad hoe heeft gemeend, dat ten opzichte van het praeadvies van B. en W. een omkeering der ^rollen heeft plaats gehad. De commissie nteinde te moeten ko men met een ontwerp-verordening met toe lichting. Maar nu hebben B. en W. een verordening saamgesleld. Natuurlijk moest deze nu in behandeling komen. De commissie wilde niet met een advies weer komen, maar z\j heeft op een paar punten amendementen voorgesteld. Overi gens oordeelde de commissie dat de raad voldoende gegevens had. De amendementen zijn gesteld om den raad gelegenheid te geven zich uit te spreken. B. en W. zeggen dat de commissie haar voorstellen breed gedocumenteerd heeft. Spr. kan B. en W. dat complimentje niet terug brengen voor haar voorstellen. Zoo b.v. ten opzichte van de vervroeging der periodieke verhoogingen. Dat is een oude zaak, die altijd nieuw is. Eerst zijn die verhoogingen op langen termijn, die termij nen worden verkort en als het maximum vroeg bereikt is, komt er weer één brj. De commissie had een principieele rege ling gemaakt, samem angende met den groei der gezinnen. Zij hal daarvoor gegevens van een onderzoek te Amsterdam. Er was geen sprake van schrielheid. B. en W. maken nu van drie jaar twee, alsof er niets gezegd is. De heer Boot zegt, dat de particuliere bedrijven geen periodieke verhoogingen kennen. Zeer juis;, ma3r daar is ook niet het vaste verband. Door de con- curren'.ie stijgt de loonstandaard, maar zoo daalt deze weer bij bedrijfsslapte. De commissie is zeer verbaasd geweest over de verhooging op staat D, van de sar lari&aen der hoofu-ambcenaren door B. en W. Hier had de commissie de voorlichting van B. en W. En dit advies wordt nu door B. en W. weer gepasseerd. Het waren dus eigenlijk reeds de voorstellen van dit college. Die had de commissie toch g.aag gemotiveerd gezien. Wat is er gebeurd in die twee maanden, dat deze verhooging wordt voor gesteld? De heer Aalberse bespreekt hierop hex advies van de commissie van financiën. Deze vond het voorstel der commissie ad hoc te duur, maar B. en W. leggen er nog iets op. Si r. weerlegt ook de door de commissie voor financiën gemaakt© crltiek op onb.Lijk- heid in do groeps ndeeling. Over het door den heer Briët gesprokene zal spr. 't nu niet hebben. Hjj kent de mee- Ding der commissie en zal dus missohien do opinie van B. en W. willen kennen. De vergadering wordt hierop geschorst tiot hedenavond 8 uur. AVONDZITTING. Gisteravond acht uur kwam de Raad weder bjjeen. Voorzitter de burgemeester, jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar. Aanwezig 25 leden; afwezig de heeren Fischer, Roem, Sasse, Huurman, Fabius en A. Mulder. Kohier plaatselijke belivstteig. 14o. Vaststel ing van bet 2'e supple toir kohier der plaatselijke djec.e bela-ting, dienst 1917. (32) Bij den aanvang der vergadering wordt bovenstaand kohier vastgesteld. Hierop is aan de orde de voortzetting van de aigemeene beschouwingen over de voor stellen voor de SALARISREGELING VOOR WERK LIEREN BEAMBTEN EN AMBTENAREN De beer VAN DER POT deelt de ziens wijze van de Commissie voor Financiën. Hy blijft er bij, dat dit tjjdstlp zeer moei lijk is om een regeling vast te stellen. Het is zeer moeilijk om uit te maken wat of van de voorgestelde bedragen duur te toeslag is, wat benoodigd voor noodzakelijk levens onderhoud op normalen grondslag. Was het niet voor de commissie ad hoe geraden ge weest te verklaren, dat het op het oogenblik den tijd niet is. Er is in een vergadering gezegd, dat het rapport van financiën een uiting is van conservatisme. Spr. zou er niet tegen opgekomen zijn, wanneer ook niet de heer Aalberse vanmiddag een paar maal had verklaard, dat de commissie zooveel gevoeld voor de oude verschillende rege lingen. De Commissie voor Financiën heeft met nadruk gewezen op de uitgaven van een ton, door het voorstel gevraagd. Het is haar taak er op te wijzen, dat hetgeen aanzienlijke uitgave is, waar de begrooting steeds met zooveel moeite sluitend is te maken. De VOORZITTER wil, na de verdediging van de principes door de commissie ad hoe, nog iets zeggen. B. en W. is verweten, dat de toelichting tot hun voorstel kort was. Dat is waar, maar is geschied om vlug te lian- delen. Dat is voor het college een excuus. Een def voornaamste wijzigingen is om de verhoogingen om de twee in plaats van om do drio jaar te doen geschieden. "B. en W. zijn echter te rade gegaan met wat in andere gemeenten plaats heeft-. B. en W. hebben gemeend, dat 't goed was om fiier aan de werklieden tegemoet te komen. Elders zijn periodieke verhoogingen om dtwee jaar goed gebleken. 't Is moeilijk ieder tevreden le stellen, maar zoo is ook voor de werklieden bjj de bedrijven tegemoetkoming betracht. Ten opzichte van de lioogere ambtenaren Ifèefö de commissie niet in allen deel© het advies van B. en W. gevolgd. Met chefs van takken van dienst gaat niet op de stel regel, dat 't niet goed is op andere ge meenten te Ietten. Van hun capaciteiten hangt zeer veel af. Men moet ze wel eens koopen, 'kunnen concurrceren met elders. Spr. vindt afdeelingsonderzoek zeer nut tig, maar dan zou ;fc met* meer aangelegen heden moeten geschieden. Bovendien gaan daar maanden mee-heen. De uitgaven zijn werkelijk groot. Maar' B. en W. hebben gemeend, dat de gemeente nu mee moet gaan en iete geven aan do werklieden, enz. Wanneer er een voortduren de stijging is van de levenss-andmid, zoo dat nog duurtetoeslagen moeten worden ge geven, dan moet er toch een goede basis zijn. De Voorzittc-r is 't met de Commissie eens, dat er eenige egalisatie in de loonen moet komen. Tot nu toe werd dan voor de eene dan voor de andere categorie een schepje opgelegd. De heer FOKKER zal in tweode instan tie spreken over de lichtfabrieken. Het) heeft hem bevreemd, dat geen der leden iets over d-sze belangrijke tak van dienst- heeft gezegd. Spr. is er niet gerust op, dat een voorstel van do commissie voor de lichtfabrieken om t© benoemen op hooger salaris of vlugger de verhoogingen te ge ven, steeo's een goed oor bij B. en W. zal vinden. Dat zon hij voor de lichtfabrieken noodlottig vinden. De commissarissen zou den do verantwoording niet durven aan vaarden. Als minimum zouden ze de ver ordening aanvaarden, om evenzeer de ar beidsmarkt ineer geregeld ia een nieuw© regeling te maken. Do mogelijkheid be staat, dat geen goede arbeidskrachten te krijgen zullen zijn. De oerst© ontworpen regeling stond voor de fabrieken achter bij de oude regeling, een regeling, die be staan moest, om een goed gehalte onder de arbeidskrachten t© houden. Met d<5 eischen der praktijk ir geen rekening ge houden. Snr. 7,'ijst op do loonsstijging, die aan de fabrieken voorkwam. Het peil van de loonen or de lichtfabrieken wordt hier ge drukt. Voor hot belang van de werklieden dezer fabrieken en voor de fabrieken zelf wil spr. een mildere regeling. Tot nu toe was de stijging jaarlijks een paar centen per uur: dat kan nu niet meer De krach ten, die men noodig heeft, zal men wel eens niet kunnen krijgen. Men moet zich e enigszins kunnen vergelijken met bet par ticuliere bedrijf. Spr. critieeert ook de loonen voor do hoogero ambtenaren en beambten, wijst er op, hoe de gemiddeld© jaarlijksche ver hoogingen tot nu toe veel hooger waren, dan nu wordt voorgesteld. In de" veror dening is er niet aan gedacht, dat de be noemingen dikwijls in handen zijn van di rectie en commissarissen. Die moeten ook liet recht hebben, de verhoogingen vlug ger te geven of hot aanvangstraktement t© verhoogen. Anders zullen B. en W. jaarlijks een 500 verzoeken van de licht fabrieken hebben te behandelen. Dë directie heeft nu reeds een ontmoe digende stemming onder het personeel op gemerkt. Reeds gaan de beste krachten de fabrieken verlaten. Deze zijn van te veel belang, dan dat men ze aan een proef mag onderwerpen. Do arbeiders der licht fabrieken zouden in verband met hun zwaardere arbeidsprestaties in hoogero loonklassen geplaatst willen worden Dez© regeling is onaannemelijk. Do heer SlJïSMA zou, na wat de heer Aalberse heeft gesproken, niets hebben gezegd. Maar in het gesprokene door den heer Fokker, vindt spr. aanleiding op te merken, dat do arbeiders in gemeente dienst juist altijd hebben gewezen op het onbillijke van hoogere bezoldiging aan de lichtfabrieken. Dat gevoelden deze laat sten evenzoo. Spr. wijst ér nog op, dat vóór deze re geling hier aan de erde komt, aan de lichtfabrieken ïckIs do loonen op deze ba sis zijn vastges-tc-Id, m. a. w. dus verhoogd. De actie aan de lichtfabrieken is, naar spr. vermoedt, wel ©enigszins door do comissarisseu aamgezefc. Spr. betreurt do blaam, door den heer Pcra op de gemeen te-arbeiders geworpen. Do heer AALBERSE bestrijdt den heer Fokker, dat aan do lichtfabrieken geen voldoende aandacht is geschonken. Spr. is tien jaar commissaris der fabrieken ge weest, heel wat langer dus dan de heer Fokkerhij heeft te veel hart voor dezo fabrieken. Dat de loonen oorspronkelijk lager waren voorgesteld, lag in de on juiste inlichtingen van de directie der fa brieken. Het is volmaakt juist, dat men goede loonen moet 'geven cm de geschikte men- schen tc krijgen. Maar dit telt voor allo takken van gemeentedienst. Wat men hier voorstelt, is ook elders 't geval. Ook in Den Haag worden de fabrie ken op denzelfden voet als andere takken van gemeentedienst, behandeld. Commis sarissen willen geheel baas blijven over de fabrieken en «daardoor het gekeele stelsel in do war schoppen. Wanneer commissa rissen vlug handelen m?t hun advies aan B. en W., en niet zoo langzaam wer ken als met het voorstel-Wilmer c. 8. over den gnsprijs kunnen verhoogingen spoedig in orde komen. Het zal zoo'n vaart niet loopen, dat er 500 adressen bij B. cn W. komen. Spr. kent dn praktijk aan do fabrieken, en zegt, dat misschien een paar maal per jaar een lijst zal komen Spr. zal onderzoeken, in hoeverre con verkeerde stemming onder dc werklieden is aangewakkerd, maar woorden, als nu door den heer Fokker gesproken, doen veel kwaad. De VOORZITTER merkt ook op dat juist d© tserklks&en aan 4© lichtfabrieken see-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5